Stad en Omgeving.
Jiadiopcogcamma
'Jmilteion
REORGANISATIE BUREAU
VERIFICATIE EN CONTROLE.
In bijlage Nr. 155 schrijven B. en W.:
Reeds een tiental jaren is het vraagstuk
hangende, op welke wijze een doelmatige
regeling ware te treffen voor de verificatie
en controle der gemeente-financiën. Op 28
November 1923 gaven wij aan het Bureau
voor verificatie en financieele adviezen der
Vereeniging van Nederlandsch gemeenten
opdracht, een onderzoek in te stellen naar de
doelmatigheid van de financieele administra-
tie der gemeente en van de als bedrijven in
gerichte takken van gemeentedienst.
Toen wij, onder overlegging van het van
12 Juni 1924 dagteekenende rapport van dat
Bureau uw vergadering onze zienswijze uit
eenzetten in ons voorstel van 21 April 1925
(bijlage nr. 64), waarin wij o.a. voorstelden
het bureau voor verificatie en controle te
vereenigen met de afdeeling financiën ter
secretarie en aan de secretarie een verifica
teur aan te stellen met den rang van hoofd
commies, besloot de raad in zijne vergade
ring van 28 Mei 1925, een commissie in te
stellen (de commissie-Vogelaar) die zoowel
omtrent de personeelsformatie in het alge
meen als omtrent het rapport en ons voorstel
zou adviseeren.
In het eerste advies dezer commissie, d.d
24 juli 1926, waarop betrekking had ons
voorstel van 15 Februari 1927 (bijlage nr
17) vereenigde de commissie zich met de
samenvoeging, doch was in meerderheid
tegen aanstelling van een ambtelijken veri
ficateur. Zij gaf de voorkeur aan niet-amb-
telijke controle. Wij lieten toen dit punt bui
ten beschouwing en stelden in het vooruit
zicht, dat wij ait punt nader zouden over
wegen.
De raad vereenigde zich in zijne vergade
ring van 17 Maart 1927 met het voorstel
tot samenvoeging der beide bureaux. De uit
voering van dit besluit stuitte intusschen,
gelijk wij mededeelden in het antwoord, d.d.
12 November 1929, op het afdeelingsverslag
betreffende de begrooting voor 1930, op
practische moeilijkheden Van deze over
plaatsing is dan ook afgezien en de trouw
zaal, waar men zich aanvankelijk had ge
dacht de bureaux te huisvesten, heeft daarna,
krachtens Raadsbesluit van 8 Mei 1930,
ook uiterlijk een zoodanige, met haar be
stemming verband houdenae, verandering
ondergaan, dat het uitgesloten is, daarin
thans bureaux onder te brengen. De combi
natie wacht derhalve op uitbreiding van het
aantal vertrekken der secretarie.
Intusschen is onopgelost gebleven de
vraag op welke wijze de verificatie zal moe
ten worden geregeld. Om ons van de finan
cieele consequenties van een opdracht der
verificatie en controle aan een niet-ambtelijk
orgaan op de hoogte te stellen, vroegen wij
in 1928 aan het bovengenoemde Bureau, on
der welke voorwaarden het bereid zou zijn,
de taak op zich te nemen, die krachtens 'ge
meenteblad nr. 780 aan het gemeentelijk con
trolebureau is toevertrouwd. De directie ant
woordde bij den ter inzage liggenden brief
d.d. 10 November 1928, dat de hier bedoel
de taak niet anders zou kunnen worden ver
richt dan door beschikbaarstelling van een
gemeente-accountant met een a twee assisten
ten. Zou de gemeente bereid zijn, op meer be
perkten voet een contract te sluiten, dan zou
het Bureau, volgens den mede ter inzage
liggenden brief van 22 November 1928, be
reid zijn, gedurende een proefjaar met de
gemeente te contracteeren voor een bedrag
van 3745.
Wij hebben destijds deze zaak laten rusten
omdat beide oplossingen ons onaanvaard
baar voorkwamen en de mogelijkheid van
uitvoering van ons aanvankelijk voorstel,
door het gebrek aan ruimte, voorshands niet
aanwezig was. Thans echter is een wijziging
in de personeelsbezetting mogelijk, die de
oplossing zeer vergemakkelijken zal.
Uwe vergadering verleende bij besluit van
13 September j.1. aan den heer L. van der
Vegt op zijn verzoek eervol ontslag met in
gang van 16 December a.s. als gemeente
ontvanger.
Wanneer in deze vacature wordt voorzien
door benoeming van den heer R. J. Schier-
beek, thans controleur, dan komt een plaats
beschikbaar, welke, zonder dat de gemeente
voor hoogere uitgaven komt te staan, zou
kunnen worden vervuld door een verifica
teur, die, niet als de controleur, werkzaam
zou zijn aan het hoofd van een zelfstandig
bureau, los van de secretarie, doch in het
verband der secretarie, aan de afdeeling
financiën, zoodat uw besluit van 17 Maai
1927 thans, althans in organisatorisch op
zicht, tot uitvoering zou kunnen komen. Bij
nadere overweging komt het ons voor, dat
niet het geheele bureau van den controleur
zou moeten worden toegevoegd aan de secre
tarie, doch slechts dat gedeelte, dat met de
verificatie en controle op uitgaven en in
komsten en de algemeene bedrijfseconomie
verband houdt. Immers de werkzaamheden
van het bureau kunnen vrij scherp worden
onderscheiden in de oorspronkelijke taak va i
het bureau, t. w. de regeling van belasting
aanslagen (thans: schoolgelden, hondenbe
lasting, belasting openbare vermakelijk
heden, belasting gebouwde eigendommen,
beerputten- en tonnenbelasting, precario
rechten) en de later daaraan toegevoegde
taak, n.1. de controle en verificatie van de
gemeentelij'"! uitgaven en inkomsten, van de
uitgaven en inkomsten der 'bedrijven en van
die der woningbouwvereenigingen en andere
gesubsidieerde vereenigingen.
Wanneer de heer Schierbeek ,die aanvan
kelijk als controleur der belastingen is aan
gesteld, tot ontvanger wordt benoemd, zal
net aanbeveling verdienen, dat de met de be
lastingen verband houdende werkzaamheden
ook voortaan onder zijn leiding plaats heb
ben. Dit kan, door twee van de ambtenaren,
t. w. de heeren J. C. Meeuwsen en H. J.
Keijzer, over te plaatsen naar de thans ver
huurde verdieping van het pand, waarin het
ontvangerskantoor is gehuisvest. Ook om
andere voor de hand liggende redenen is het
van belang de bureaux, waar de belastingen
worden geregeld en geïnd, zooveel mogelijk
in eenzelfde perceel onder te brengen.
De heer J. van Zoonen, tot dusver in het
bijzonder belast met controle- en verificatie
werkzaamheden, zal dan aan de afdeeling
financiën ter secretarie worden verbonden
om daar onder leiding van den te benoemen
Verificateur werkzaam te zijn.
De afdeeling financiën zou dan gesplitst
worden in een afdeeling A (de bestaande af
deeling) en B, belast met controle en verifi
catie.
Gelijk U bekend is, bedraagt de door Ge
deputeerde Staten vastgesteld jaarwedde van
den ontvanger 3900 tot 4900. De heer
Schierbeek zou het maximum ontvangen.
Bovendien ontvangt de tegenwoordige ont
vanger als administrateur van het gemeente
lijk "pensioenfonds een bezoldiging van 7'Ö0.
Wij meenen dat er geen reden is, dit bedrag
ten volle te handhaven, doch anderzijds
moet naar ons voorkomt vaststaan, dat de
heer Schierbeek niet in salaris achteruitgaal
De heer van der Vegt heeft als ontvanger
een salaris, dat na aftrek van de in Provin
ciaal blad nr. 1 van 1933 genoemde kortin
gen 4666 bedraagt. De heer Schierbeek,
die met inachtneming van de korting over
eenkomstig het raadsbesluit van 28 April
1932, een bezoldiging ontvangt van 4869.
zou dus als administrateur van het pensioen
fonds tenminste een toelage behooren te ont
vangen van 4869 4666 rond 200.
Omtrent de vraag, op welk bedrag de toe
lage, mede in verband met de leiding van oe
belastingwerkzaamheden behoort te worden
vastgesteld, zouden wij het advies willen in
winnen van de commissie van overleg voor
de ambtenaren.
De gemeente zal, wanneer uwe vergade
ring zich met ons voorstel vereenigt, een
meer doeltreffende personeelsformatie kun
nen verkrijgen zonder verhooging van uit
gaven, terwijl voor de verificatie en controle
een doelmatige oplossing zal zijn gevonden
Immers het zal ook uwe vergadering uit
de ter inzage liggende stukken zijn geble
ken, dat particuliere verificatie en controle
voor een stad met een budget als Alkmaar
heeft, niet kan bereiken wat met ambtelijke
controle te bereiken is, tenzij de daarmede te
belasten personen voortdurend ter beschik
king zouden staan van de gemeente, waar
mede, blijkens de daaromtrent ontvangen op
gave, een belangrijk hooger bedrag zou zijn
gemoeid dan wanneer de gemeente tot aan
stelling van een ambtenaar voor deze taak
overgaat. De paraatheid, de geregelde, da-
gelijksche aanraking met alles wat het fi
nancieel beheer aangaat, geeft het ambtelijke
bureau een grooten voorsprong op het par
ticuliere, dat alleen op bepaalde tijdstipoen
zijn aandacht aan de gemeentefinanciën kan
wijden. Wij blijven daarom aan de benoe
ming van een op dit terrein deskundig amb
tenaar de voorkeur geven.
Wij stellen U thans voor, in beginsel te
besluiten, U met deze oplossing te vereetn-
gen. Bij aanneming van dit voorstel zullen
wij de besluiten voorbereiden, die uit uwe
beslissing zullen voortvloeien.
UITKEERING JAARWEDDEN
BOVENTALLIGE ONDERWIJZERS
AAN BIJZONDERE SCHOLEN
OVER 1933.
In bijlage no. 131 schrijven B. en W.:
Den Sen Februari 1934 ontvingen wij van
uwe vergadering om bericht en raad aan
vragen van de Besturen der Vereeniging
„S. Joseph", der R.K. Meisjesscholen en der
Vereeniging tot bevordering van Christelijk
schoolonderwijs te Alkmaar, om de gemeen
telijke vergoeding te mogen ontvangen over
het jaar 1933, bedoeld in artikel 100 der
Lager-onderwijswet 1920.
Van eerstgenoemd bestuur zijn aanvragen
ingekomen om bovengenoemde vergoeding
ten behoeve *an de onder zijn beheer staande
St. Adelbertusschool, St. Bavoschool, St.
Willibrordusschool en St Aloysiusschool
van het in de tweede plaats genoemde be
stuur eveneens om deze vergoeding ten be
hoeve van de onder zijiTJbeheer staande Ju-
liaschool (g.l.o.), St. Josephschool (g.l.o.),
Mariaschool en St. Agnesschool en van
laatstgenoemd bestuur ten behoeve van de
onder zijn beheer staande Julianaschool
(g.l.o.) en Wilhelminaschool.
De bepalingen van het Koninklijk besluit
van 4 Sept. 1923, Stbl. nr. 432, zooals dit
besluit nader is gewijzigd, zijn door boven
genoemde drie schoolbesturen in acht geno
men.
Hcewel het bedrag der rijksvergoeding
voor de openbare lagere scholen over 1933
nog niet definitief is vastgesteld, kan toch nu
reeds met zekerheid worden gezegd, dat in
dat jaar boventallig personeel aan die scho
len is werkzaam geweest en wel gedurende
het geheele jaar.
Op vorenstaande verzoeken kan thans een
beslissing worden genomen, behalve voor
wat de St. Bavoschool betreft, omdat de
rijksvergoeding voor deze school nog niet is
vastgesteld.
Het gemiddelde aantal leerlingen van de
openbare scholen voor gewoon lager onder
wijs, welke zijn aan te merken als gelijk
soortig aan de in de aanvragen bedoelde
bijzondere lagere scholen, bedroeg op:
16 Maart 1932 1825
16 Juni 1932 1766
16 September 1932 1776
16 December 1932 1783
Totaal 7150
Alzoo gemiddeld over het jaar 1932 7'150
4 178714. 'F
Het aantal aan de openbare scholen voor
Donderdag 18 October.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Grjil. 9— Omroep
orkest olv. N. Treep. 10.Mor
genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Ver
volg concert. 11.Gr.pl. en deel.
E. van Praag. 12.— Kovacs Lajos
en zijn orkest en gr.pl. 2 Piano
recital Chr. Veelo. 2.30 Gr.pl. 3.
3.45 Naaicursus. 4— Voor zieken
en ouden van dagen. 4.30 Muzikaal
tusschenspel. 4.45 Radiotooneel v.
d. jeugd. 5.30 Omroeporkest olv. N.
Treep. 6.30 Sportpr. H. Hollander.
7— Omroeporkest olv. N. Treep.
7.30 Engelsche les Fred Fry. 8.—
Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 Con
certgebouw-orkest olv. E. Cooper,
mmv. Tito Schipa, tenor. In de
pauze gr.pl. 10.30 Gr.pl. 11.—
Vaz Dias. 11,10—12.— Uit „At-
lanta", Rotterdam: Dajos Bela en
zijn orkest.
HUIZEN, 1875 M. (8—10.— en
11.—2— KRO, de NCRV van
10.—11 en 2.—11.30 uur). 8.—
9.45 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen
dienst olv. ds. J. v. d. Woude. 10.45
en 11.— Gr.pl. 11,30—12.— Gods
dienstig halfuur. 12.15 Orkestcon
cert en gr.pl. 2.— Cursus Fraaie
handwerken. 3.Voor de vrouw.
3,30—3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing
ds. H. J. Dijckmeester, mmv. J. H.
en H. Smit Duyzentkunst, bariton
en orgel. 5— Handenarbeid v. d.
jeugd. 5.30 H. Koning, bas en A.
Krelage, bas. 6.45 Causerie A. Sta
pelkamp. 7.Politiebcr. en Ned.
Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl. 7.30
Weekoverzicht. 8.— Herdenking
afscheid 1834 in de Pieterskerk te
Leiden, mmv. Chr. Gem. koor olv.
mej. T. Leening, ds. A. B. te Win
kel, dr. J. C. Kromsigt en ds J. W.
Groot Enzerink. 10.Vaz Dias
10.10-11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Le
zing. 11.25 Gr.pl. 11,50 Voor de
scholen. 12.10 Het Rutland Square
en New Victoria Orkest olv. N.
Austin. 1.20 Gr.pl. 2.25 Voor de
scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gr.pl.
5.05 Orgelconcert L. Crosthwaite.
5.35 Het Broadhurst Septet. 6.20
Ber. 6.50 Cembalomuziek. 7.10
Duitsche-causerie. 7.40 Gr.pl. 7.59
Lezing. 820 Radiotooneel: I. „De-
layed drop", spel van Byrne. II.
„Fours into seven won 't go",
spel van Gielgud en King-l iall.
9.10 Radio Militair orkest olv. B
W. O'Donnell. 9.50 Ber. 10.20
Korte dienst. 10.35 BBC-orkest olv.
Braithwaite mmv. r'. Russell, tenor.
1130 Voordr. 11.35—12.20 BBC-
dansorkest olv. H. Hall.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M.
7 20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Pascal-
orkest. 7.05 Gr.pl. 8.20 Zang, in-
strumentaal concert en vocaal kwar
tetconcert. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORO, 1261 M. 11.20
1.20 Strijkorkest olv. Andersen.
2Zang en piano. 2.20—4.20
Concert uit rest. Wivex. 7.30 Om-
roepsymphonie-orkest olv. prof. N.
Malko, mmv. Wladimir Horowitz,
piano. 9.50—11-50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl
6.40 Gr.pl. 9.30 Koorconcert. 11.20
Koningsberger Opera-orkest o.l.v.
Brückner. 12.20 Gr.pl. 1.20—
2.05 Kwintetconcert. 3.20 Omroep,
kieinorkest olv. Eysoldt. 4.35 Zang
en piano. 6.20 Populair concert.
7 35 Kamermuziek. 7.50 „Lanzelott
und Sanderein", spel van Huebner
en Sistig. 8.30 Boieldieu-concert
mmv. solisten, koor en orkest olv.
Kühn.
ROME, 421 M. 8.05 Concert
door tokkelkwartet en N. Melnikoff,
bariton. Hierna „Das Waldveil-
chen", spel van Molnar. 9.20
Dansmuziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M.322 M.:
12.20 Salonorkest olv. Walpot, m.
m. v. tenor. 1.30-2.20 Gr.pl. en
zang. 5.20 Oude muziek. 6.50 Gr.
pl. 7.05 Hoorspel. 8.20 Omroep
orkest olv. Gason en gr.pl. 9.20
Salonorkest olv. Walpot en gr.pl.
10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 1.30—2.20 Omroeporkest
olv. Gason. 5.20 Gr.pl. 6.35 Salon
orkest olv. Walpot. 8.20 Dito. 9.35
Omroeporkest olv. Gason, mmv.
vioolsolist. 10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.20 Kernspreuk en ber. 7.35
Chopin-concert olv. E. Lindner.
8.50 „Einsteigen Richtung
vroolijk programma. 9.r,.0 Ber. 9 50
Causerie. 10.05 Wetrber. 10.20—
11.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35
10.50, Droitwich 1050—11.05,
Lond. Reg. 11.0517.05, Deutsch-
landsender 17.0524.
Lijn 4: Keulen 10.35—17.05,
Lond. Reg. 17.05—24.—.
gewoon lager onderwijs verbonden leer
krachten bedroeg gedurende het tijdvak 1
Januari t.m. 31 Juli 1933, 52, en gedurende
het tijdvak 1 Augustus t.m. 31 December
1933, 48.
Het gemiddelde aantal leerlingen per leer
kracht is derhalve:
a. gedurende het tijdvak 1 Januari t.m. 31
Juli 1933 1787 J4 52 is 34 39/104 en
b. gedurende het tijdvak 1 Augustus t.m.
31 December 1933 1787K, 48 is 37 23/96.
Ingevolge het koninklijk besluit van 14
October 1931, nr. 32, moet de voor de bijzon
dere schoolbesturen voordeeligste klassedee-
ler worden genomen; in dit geval dus
34 39/104. Voor de St. Josephschool (g.l.o.)
geldt de klassedeeler van 1932, omdat deze
nog voordeeliger is voor het schoolbestuur.
Aan de hand van de hiervoren en in den
staat genoemde gegevens hebben de school
besturen aanspraak op vergoeding der
(daarbij gegeven) jaarwedden of wedden
van boventallige leerkrachten als in het be
sluit is aangegeven.
B. en W. stellen den raad vóór het desbe
treffend besluit te nemen.
BOUWRIJP MAKEN GEDEELTE
VOLKSTUINTJES AAN DEN
FRIESCHEWEG.
In bijlage Nr. 138 schrijven B. en W.:
Naar ons voorkomt, is in verband met de
bebouwing die in de laatste jaren langs den
Friescheweg is ontstaan, het oogenblik aan
gebroken, om ook het terrein langs den
Friescheweg, dat thans nog als volkstuin
tjes wordt verhuurd, althans ten deele te
bestemmen tot bouwterrein. Een verkave
lingsplan, dat wij voor uwe vergadering ter
inzage leggen, hebben wij daartoe laten op
maken. Uit de daarbij gevoegde kostenbe
rekening blijkt, dat een loonende exploitatie
van dit bouwterrein mogelijk is. Het geheele
terrein is reeds in werkverschaffing op vol
doende hoogte gebracht. Voorshands kan
worden volstaan met de bestemming tot
bouwgrond van een 22 M. breede strook,
langs den Friescheweg gelegen. Hiervoor is
slechts noodig het aanleggen van een trot
toir langs dien weg en een rioleering, welke
uitloopt in de Hoornsche vaart, waarvan de
kosten op 5000 worden geraamd. De ove
rige grond kan dan voorloopig nog verhuurd
blijven als volkstuintjes. De grond, welke op
deze wijze als bouwterrein beschikbaar kómt,
kan volgens het verkavelingsplan 30 één-
gezinsmiddenstandswoningen bevatten. Het
ligt in het voornemen om toe te staan, dat
deze woningen in bouwblokken van ten hoog
ste 6 waningen worden aaneengebouwd met
een onderlinge tusschenruimte tusschen deze
blokken van 6 Meter.
De commissie van bijstand voor het grond
bedrijf kan zich met het in exploitatie bren
gen van deze strook, overeenkomstig het
overgelegde verkavelingsplan vereenigen en
geeft in overweging den prijs van den bouw-
rijpen grond te bepalen op 10 per M2., een
prijs die ook naar onze meening redelijk is.
Naar aanleiding van het bovenstaande
stellen B. en W. voor te besluiten:
a. een langs den Friescheweg liggende
strook van de perceelen Sectie C nrs. 2970,
3087, 3068 en 3069 ter breedte van 22 M.
te bestemmen als bouwterrein;
van May Wynne.
die af en toe verlangend omkeek, in de
hoop, dat Janet soms volgen zou en zij moed
mocht vatten om te vragen of ze het stee-
nen bruggetje over mocht, om daar sleutel-
Ho hol/e vnn Wmc Pfll bloemen te gaan plukken in de weide, waar
ue nexb run m*ieu een stuk 0{ wat koeien piechtstatig aan het
herkauwen waren van het genoten voed
sel.
„Nichtje Marjorie, ik heb je wat te zeg-
15)
Wïnslea Grange was gelegen midden in
een ruime vlakte, met tot achtergrond de
bosschen van Fryston aan den eenen kant
en oostwaarts de tweelingsbergen: Brayton
Barf en Stambleton Heugh en met de heu
vels van Yorkshire in het blauwe verschiet.
Dichterbij, zelfs grenzende aan den bloe
mentuin, liep de rivier Aire, kalm en vrien
delijk, maar toch met benedenstroomingen,
die een argeloozen zwemmer licht zouden
kunnen meevoeren naar versnellingen, die
uitliepen op een waterval, gelegen in een
met bosch overgroeide laagte, geen halve
mijl van de Grange af.
De tuin zelve had niets van dat stijve
van de eigenaars en was een schilderachtige
wirwar van kleurige bloemen, kronkelpaden
en beschaduwde prieeltjes.
Een ouderwetsche bekoorlijkheid lag over
de plaats en vooral over Janets rozentuin,
waar op het grasveld, op een sierlijk ge
beeldhouwd voetstuk, de onmisbare zonne
wijzer stond, de eenige klok, waarop men in
dien tijd verhouwen kon.
Door Janrts tuin, den kant uit naar de
rivier, leidde James Birley zijn bezoekster,
gen
De diepe, afgemeten toon van deze ge
wichtige aankondiging stoorde haar in haar
droomerij over het genot, dat kleine Peggy
Dopling, het zieke kindje van den hoefsmid
van Knoitingley, zou hebben, als ze haar
zoo'n ruikertje zoet geurende sleutelbloemen
bracht, en Marjorie herhaalde ontsteld:
„Mij wat te zeggen, master Birley?"
Ze noemde hem nooit James, daar ze een
te grooten afkeer voor hem voelde.
„Voorwaar", antwoordde hij, „ik heb je
veel te zeggen meisjeslief, want, als je naar
mij wilt luisteren en je zult afwenden van de
strikken van Babyion en de valsche leerstel
lingen van de goadeloozen en zondaren, dan
zult gij voor mii zijn als Sara voor Abra
ham, als Rachel voor Jacob, als Rebekka
voor zijn vader Isaak".
„Master Birley!" hijgde zij, met hoogroo-
de kleur, „wat bezielt u?"
De zonnewijzer was tusschen hen, en, ter
wijl ze zoo sprak, zag ze dat zijn groote
handen een deel van het voetstuk omvat
hielden.
Een krachtige gestalte was deze breedge
schouderde man uit Yorkshire, nog eens
zoo indrukwekkend, met zijn grauwe klee
ding, zijn hooge kalfsleeren laarzen en zijn
kegelvormigen Puriteinschen hoed, die al
heel slecht paste bij zijn lang, smal gelaat
met de hooge jukbeenderen, de dicht bijeen
staande donkere oogen en de vooruitsteken
de onderkaak.
Geen aantrekkelijke man voor een jong
meisje, om zich er 't hof door te laten, maken
en een onbehagelijk middelpunt voor zulk
een schilderachtige en romantische omge
ving.
Marjorie ging een schrede achteruit en
toch voelde zij zich weer als betooverd door
dat heerschzuchtig gelaat, dat den tiran
dicteerde, zelfs in een oogenblik als dit.
„Zoowaar, ik weet niet, wat u bedoelt met
Abraham en Isaak", sprak zij met voor haar
ongewone luchthartigheid, „en ik wil er ook
niet bij u op aandringen om het te verklaren,
master Birley, daar ik er nu eenmaal mijn
zinnen op heb gezet om van die aardige
sleutelbloemen te plukken voor een klein
meisje, dat ziek is".
„Ziek!" herhaalde Birley met nadruk, ter
wijl hij een schrede naderbij trad. „En ben
ik dan niet ziek, Marjorie? Ziek van het
hoofd tot de voeten? En waarom?Om
dat mijn ziel uitgaat naar jou; smacht om
je te omhelzen in geestesverrukking, zoodat
deze sterke armen, die den zondaar hebben
terneergeslagen in zijn zonde, je teere, dwa
lende voeten mogen terugvoeren van den af
grond van een geestelijken ondergang!",
Dit zeggende, hield hij de armen open,
zóó uitnoodigend, dat Marjorie snel achter
uit trad en de ruimte van een bloemperk tus
schen hen liet.
Het plezier in het humoristische van de
situatie werd haar voor een deel benomen
door haar vrees voor den onwelkomen pre
tendent.
Toch zou het 't beste zijn dezen zelfvol-
danen „heilige" op de hoogte te brengen
van den waren staat van zaken.
„U weet zeer goed, dat u onzin praat
master Birley", zei ze dan ook met een open
hartigheid, waarover ze zelve versteld stond
„Als al dat gepraat over mijn ziel beduidt,
dat u mij trouwen wilt, dan zal ik u ver
tellen dat ik ten eenenmale afzie van die
?er- U vergeet, dat mijn sympathieën geheel
in strijd zijn met de uwe. Zoudt u inderdaad
in het huwelijk willen treden met een vrouw,
die iederen avond bidt voor de veiligheid van
inden?"'60 on^er£an£ van z'jn vij-
Birley's gelaat betrok, maar hij schudde
slechts het hoofd.
„Je bent nog een kind", zei hij, „dat den
verderfelijken praat, dien het hoort, nazegt,
zonder iets van den waren zin te vatten.
Maar het zal niet altijd zoo zijn: zal ik je
niet den weg wijzen, dien je bewandelen
zult? Zal ik je niet den afgrond toonen, die
gereed is, 'n zóó teer en zóó misleid meisje
op te slikken? Er zal 'n tijd komen, dat alles
volbracht is en dan zal je mij leeren beschou
wen met blikken van genegenheid en liefde.
Liefde, die hand aan hand met plicht, je
dor bestaan zal doen bloeien als een roos".
Met hoog-roode kleur van innige veront
waardiging zag Marjorie er nog tienmaal
zoo aardig uit als anders.
„Liefde?" riep zij en wierp het hoofd
achterover met een levendigheid, die haar
vader verrast zou heben. „Voorwaar u heeft
gelijk, master Birley, als u zegt, dat oprech
te liefde schoonheid zal brengen in mijn le
ven, maar die liefde is reeds geschonken
door en aan een, die oneindig meer waard
is dan u!"
Een oogenblik te voren zou hit' op
meesterachtige wijze haar handen in de zij
ne hebben gesloten, haar als het ware
dwingend aan zijn bevel te voldoen, maar
nu fronste het voorhoofd zich in een breede
prooi, waarvoor Marjorie bang zou zijn
geworden, als zij in kalme stemming had
verkeerd.
„Voel je liefde voor een man?" vroeg hij
op heeschen toon.
„Ik heb sir Hugh Ainslie lief, die, als het
zoo wezen mag, ééns mijn echtgenoot zal
zijn".
Birley hield de dunne lippen zoozeer op
een geklemd dat de spleet van zijn mond
één rechte lijn leek.
„Dat zal toch wel niet zoo zijn", klonk
het met onheilspeilenden nadruk.
Alle kleur week haar uit het gelaat, of
schoon ze moedig haar zelfbeheersihing
wist te bewaren.
(Wordt vervolgd