0REIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL.
RECTIFICATIE.
Jlechts&akm
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 16 October.
den heer v- d- p- 0ok daar
VERDUISTERING VAN 18.000
OULDEN.
POGING TOT DOODSLAG.
BRANDSTICHTINO TE
VELDHOVEN.
INBRAAK IN EEN BENZINE
STATION.
Hooge straffen geëischt.
EEN VRAAG VAN ONZEN GEZANT
TE PARIJS.
i
I
bij den her J. O. van Burken, te verhuren
voor een minimum-huurprijs van 500 per
jaar.
De her S i e t s m a wilde een deel van den
tuin bij de speelplaats trekken. De kosten
voor onderhoud van de woning zijn zoo
groot, dat het voor de gemeente een schade
post wordt. Is amoveering niet voordeeliger.
Weth. Klaver merkte op, dat de behoef-
te aan verru.rn.ng van de speelplaats toen 't
schoolhoofd er woonde, niet naar voren is
gekomen. Voordeeliger is de toestand onver
anderd te laten. In de huurbepaling zal wor
den opgenomen, dat over de woning kan
worden beslist.
Conform het voorstel werd hierop beslo
ten.
DE VEILIOHEID BIJ BIOSCOOP
VOORSTELLINGEN.
Van mr. P. Langeveld waren de volgende
vragen ingekomen:
Ondergeteekende verzoekt U, hem verlof
te verkenen tot het stellen van de navolgende
vragen in de komende vergadering van den
raad, aan het college van B. en W?:
1. Zijn B. en W. van Alkmaar gezien de
droevige „les" van Hilversum van mee
ning, dat bij het geven van bioscoopvoor
stellingen in déze stad de noodige voorzorg
maatregelen ten opzichte van voorkoming
van brandgevaar zijn gesteld, en zoo ja,
worden deze voldoende in acht genomen?
2. Worden hier ter stede bij bioscoop voor'
steliingen z.g. „koffertoestellen" gebruikt, en
zoo ja, zijn voor het gebruik daarvan voor
schriften gegeven, en welke?
3. Zijn naar het oordeel van B. en W. in
het bijzonder bij schoolbioscoopvoorstellin
gen al die maatregelen getroffen, welke de
veiligheid der kinderen in geval van brand
waarborgen?
De voorzitter deelde mede, dat de
regeling in Alkmaar behoorlijk is. Voor de
permanente inrichtingen zijn voorwaarden
gesteld onder toezicht van het Bouw- en
Woningtoezicht, gecontroleerd door brand
weer er. politie.
Voor tijdelijke voorstellingen onderzoekt
de politie of de te vertoonen film toelaatbaar
is. Daarna wordt gekeken, hoe het toestel is
en of de film brandbaar of niet brandbaar is.
Zijn het brandbare films, dan wordt de
vertooning alleen toegestaan, wanneer het
toestel voldoet. Ook wordt er op gelet, of er
voldoende uitgangen zijn. Er mag niet ge
rookt wordien en ook staanplaatsen zijn ver
boden. Ook een emmer water en een dweil
moeten aanwezig zijn.
In antwoord op vraag 3 herinnerde spr. er
aan, dat de raad in 1933, toen mr. Langeveld
en mej. Careis op de gevaren in de school
bioscoop wezen, met 14 tegen 10 stemmen
uitmaakte, dat de toestand voorloopig besten
digd kon worden. Spr vond toen hij hier
kwam, den toestand zoo, doch de brand in de
bioscoop te Hilversum Was voor hem aan
leiding om den commandant van de brand
weer opdracht te geven een rapport over de
schoolbioscoop uit te brengen. Dit rapport is
binnengekomen. B. en W. moeten er nog over
beraadslagen, doch zoo lang er geen beslis
sing is genomen, heeft spr. last gegeven, dat
er in de schoolbioscoop geen voorstellingen
meer worden gegeven.
Mr. Langeveld bracht den voorzitter
dank voor de gegeven toelichting, waarop de
vergadering werd gesloten.
Met de voorstellingen in de gevaarlijke
schoolbioscoop zal het wel voor goed gedaan
zijn.
Over het punt der agenda, het aan
stellen van een loodgieter-bankwerker,
voerde de heer Keesom gister na mr.
Langeveld het woord. In het verslag
stond inplaats van den naam van den
heef. ïfeésom. dien van den heer Wolden-
dor
dUÜMHgjj-,
EEN -„ZWIJGZAME" STEUN
TREKKER.
Een te Grootebroek wonende arbeider,
de 46-jarige Petrus V., die als werkeloo-
ze in deze gemeente steun genoot, zou
volgens dagvaarding op verschillende
tijdstippen in April en Mei verzwegen
hebben dat hij meerdere inkomsten had
ontvangen als rondbrenger van een
advertentieblaadje, terwijl hij ook in
komsten had genoten van in het gezin
aanwezige familieleden en 'n kostgan
ger, welke onjuiste voorlichting oor
zaak was, dat hij zich heden had te ver
antwoorden voor de meervoudige straf-
kamer.
In deze zaak waren een 7-tal getuigen
a charge gedagvaard, waaronder de
secretarie-ambtertaar J. Boükens. De
kostganger -zou 2.50 kostgeld hebben
verteerd.
De heer A. J. Raves, bezorger van een
middenstandsblaadje, had verdachte,
zijn zwager Piét, opgedragen dit blad in
Grootebroek rond te brengen. Uit deze
verklaring zou dan blijken, dat verdach
te voor zijn zwager een courant had
rondgebracht en hij de 1-50 daarmede
verdiend, niet had opgegeven.
Mej. van Wester, bij wie de zuster van
verdachte als werkster in betrekking
was, had nu en dan 1.50 verdiend, die
Piet V. niet verantwoord had bij ae
steunadministratie. Voorts had 't p^1®'
je genaaid bij een juffrouw in Enkhui
zen en ook daarvoor inkomsten genoten.
In dit geval hield verdachte zich van
den domme, doch uit zijn uitvoerige
verklaring bij de politie bleek heel goed,
dat verd. zich van zijn onjuiste opgaaf
bewust was. Hij had met zijn moeder
nog wel uitvoerig over de inkomsten
van Rika gesproken. Ook mej. Dijn—v.
Buren had Rika V., dat is dan de bewus
te zuster, thuis naaiwerk doen verrich
ten. Zij had daarmede 4 gulden ver
diend. Verdachte beweerde met dit ge
val onbekend te zijn.
De kostganjffer, verloofde van mej. ni-
ka V., verklaarde 8 te verdienen en
2.50 kostgeld te geven, welk bedrag
den president al bijzonder weinig voor
kwam.
Getuige deelde hierop mede zoo wei
nig te hebben betaald omdat men wilde
sparen voor het voorgenomen huwelijk.
De krant had getuige ook wel voor Ra-
ilgebracht Het 8eld> dat hij
,i?,erdiende' Sin8 ook weer in
den huwelijksspaarpot.
Voorts had mej. Rika ook genaaid ten
had zij 4— verdiend.
,f,LzegJe daarvan, zei de president
tot verdachte, ook niets van gezien?
JNeen edelachtbare, antwoordde de ver-
dachte.
De officier gaf in zijn door feiten ge
documenteerd requisitoir duidelijk te
Kennen, dat hij overtuigd was van den
opzet tot vervalsching door verdachte
gepleegd, terwijl de officier eveneens
trachtte aan te toonen, dat verdachte
verschillende inkomsten onjuist had op
gegeven of verzwegen.
Ter zake deze ernstige feiten requi-
nisstraf °^c'er maanden gevange-
EEN „ONDERPAND" TE GELDE
GEMAAKT.
De'54-jarige aannemer en volksloge
menthouder Alphons Josephus M. te
Alkmaar, was ter verantwoording ge
roepen op grond van de tegen hem ge
rezen verdenking, dat hij te Duiven-
drecht een vrachtauto, merk Chrevolet,
die hij anders dan door misdrijf onder
zich had, zou hebben verduisterd.
Bedoelde vrachtauto was het eigen
dom der firma Jac. Met en deze firma
had voor dien verkoop geen machtiging
gegeven.
De verdachte verklaarde dat de auto
zijn eigendom was. Hij had op 8 Mei de
auto verkocht en hij was op 10 Mei fail
liet verklaard.
Hij vermeende dat hij over de auto
vrij had kunnen beschikken, doch hem
werd er door den president op gewezen
dat de auto gold als onderpand van
schulden aan de firma Met en hij dus
niet over den wagen had mogen be
schikken.
Door den heer J. Met werd een schrij
ven overgelegd, waarin verdachte werd
gewezen op het feit, dat de auto het
eigendom was van de firma Met en
wanneer niet verder werd afbetaald, de
firma de auto terug zou nemen.
Verdachte werd zijn handteekening
getoond on een contract met de fa. Met,
die door den heer M. werd erkend.
De heer Lehman, boekhouder der fir
ma, had verdachte medegedeeld, dat hij
moest afbetalen of anders de auto terug
geven. Deed hij dit niet, dan zou de wa
gen worden gehaald. Dit werd door ver
dachte ontkend. De heer Lehman ver
klaarde nog dat verdachte had gedreigd
dat ieder die den wagen terug kwam
halen, zou worden doodgeschoten, of
iets in dien geest.
De chauffeur Steven Visser te Duiven-
drecht was de kooper der Chrevolet op
een geplaatste advertentie in de Tele
graaf, welke koop op 8 Mei was ge
schied.
De officier, in zijn requisitoir de auto
geschiedenis nog eens nader releveeren-
de, was er van overtuigd, dat verdachte
wel degelijk heeft geweten dat de auto
strekte tot ondernand zoolang de schuld
aan de firma niet werd voldaan. Ver
dachte had de auto nog laten remreeren
bij den reparateur Gomes, en die repa
ratiekosten nog zelf voldaan, om te voor
komen dat de auto werd vastgehouden.
Gerequireerd werd ten slotte 4 maan
den gevangenisstraf.
Verdediger, mr. Verdoorn, refereerde
zich aan het oordeel der rechtbank.
DE SOP WAS DE KOOL NIET WAARD.
De rijksveldwachter v. d. Meulen had
den heer Jan Z. te Heiloo bekeurd we
gens het fietsrijden op den Rijksstraat
weg, voor rijwielen verboden. Jan Z.
was veroordeeld tot 5 boete of 5 dagen,
doch had toch gemeend in hooger be
roep te moeten gaan. Nu dit appel werd
behandeld, was er geen appellant te zien
en bleef de rechtbank in 't duister om
trent de motieven. Gerequireerd wètd
bevestiging van het gewezen vonnis.
DE MEENING VAN DEN OFFICIER
BLEEF ONGEWIJZIGD.
De stofzuiger-experimenteur Roelof de
V., 'n reuzeverkoopkracht, glad van
tong, maar helaas lang van vingers, die
het slagersechtpaar Hoedjes te Alkmaar
had opgelicht voor 'n paar dagen logies
met volledig pension voor zich en zijn
„geleidster" mej. Kip, stond bereids op
de voordracht voor 1 jaar en 3 maanden
volledige verzorging op 's rijks kosten,
doch de rechtbank, die geen tochtjes
maakt over één nacht ijs, wilde persé in
deze aangelegenheid gezegde mej. H.
Kip nog eens consulteeren en had nu
drastische maatregelen genomen om de
persoonlijke verschijning van dit lieve
kind te garandeeren. De jonge dame,
elegante verschijning, getooid met het
door mr. Ledeboer zoo weinig gewaar
deerde schuine hoedje, met name Hille
china Kip, oud 25 jaar en thans vertoe
vende te Vlachtwedde in Groningen,
werd dan gehoord en erkende dat met
het echtpaar Hoedjes over pension was
gesproken en mijnheer de V. per week
zou betalen.
Voor den rechter-commissaris was zij
uitvoeriger geweest. Toen had zij ver
klaard dat de stofzuiger-maatschappij
garant was en mej. Hoedjes geen risico
zou loopen.
De heer officier had aan zijn requisi
toir zeer weinig toe te voegen en per
sisteerde bij zijn eisch hierboven gere
leveerd.
Mr. Thomas had evenmin stof tot veel
praten, maar ontwikkelde nog met en
kele woorden eenlge bezwaren, voorna
melijk tegen de zwaarte der gevorderde
straf en verzocht clementie.
DE MAN ZONDER JAS.
Een hoog uit de kluiten gewassen
grcndwerker is de 24-jarige Anton T. uit
Schoorl, welke slanke jongeling de zon-
daarsbank stoffeerde naar aanleiding
van de omstandigheid dat hij in den
vroolijken kermisnacht van 27 op 28 Mei
te Wieringerwaard zijn collega grond
werker Piet Sins uit Haarlem, mede in
het café aanwezig, met een stuk van een
bierglas tegen het oor had geslagen,
waardoor de heer Sins bloedend werd
verwond.
Omstreeks 3 uur, toen het sluitingsuur
werd aangekondigd, ontstond ruzie tus-
schen Sins en eenige andere personen,
mei het hierboven omschreven bloedig
resultaat.
De verdachte ontkende, doch een an
dere aanwezige, de heer C. J. Strooker,
herkende den verdachte pertinent als
d^n dader, 't was een persoon in 't over
hemd en deze verdachte was de eenige
die geen jas aan had. Hij had dan ook
aan rijksveldwachter de Weijze dezen
verdachte als dader aangewezen.
Verdachte had bloed aan zijn handen
en kon deze bijzonderheid niet verkla
ren.
President mr. Ledeboer sprak den
grondwerker nog eens vaderlijk toe,
doch zonder resultaat. Er volgde geen
bekentenis.
De officier vermeende zijnerzijds be
wijs genoeg te hebben en vorderde 3
maanden gevangenisstraf.
GEVAARLIJKE EN ONGEOORLOOFDE
MANIER VAN RIJDEN.
De 20-jarige beroeplooze Pieter Jan
Sn. uit Wieringen stond terecht wegens
een door hem veroorzaakte aanrijding
met een motorrijder, den 28-jarigen ma
chine-bankwerker Jan de Boer, die door
de:-3 aanrijding zwaar lichamelijk letsel
bekwam en thans, nu de zaak diende,
300 gulden schadevergoeding vorderde
wegens beloopen lichaams- en motor-
schade. De getuige kon echter niet hoo
ger gaan dan 150.
Het ongeval had zich ongeveer als
volgt toegedragen: in den avond van 10
Mei reed de verdachte in een door hem
bestuurde auto achteruit vanuit een
parkeerterrein op den Zanddijk, al
thans den Strooweg. Hij hield voortdu
rend rechts en kwam alsnu in ernstige
botsing' met bovengemelden motorrijder,
met het gevolg dat de motor hevig werd
beschadigd en de motorrijder ruim 7 we-
km „mooi" of liever leelijk door deze
colissie was.
Ook voor den automobilist bleven de
onaangenaamheden niet uit. Tegen hem
werd een strafvervolging ingesteld be
treffende art. 308 Wetboek van Straf
recht, en hij stond heden terecht, in
rechten bijgestaan door mr. Buiskool,
advocaat te Schagen, een bekend straf
pleiter in „noordelijke" aanrijdings
zaken.
De president bracht verdachte onder
het oog, dat hij bij het achteruitrijden
niet de rechter-, maar de linkerwegzijde
had moeten nemen.
Verdachte reed eerst heel langzaam, toen
gaf hij wat méér gas en versnelde het tempo.
Het was zijn bedoeling bij een ruime weg-
bocht om te keeren, doch voor hij zoo ver
was, verscheen de motorrijder ten tooneele
met het gevolg, hiervoor gereleveerd.
Mr. Buiskool weëê er op, dat getuige de
Boer niet in het bezit was van een geldig
rijbewijs B. Voorts deelde pleiter nog mede,
dat getuige, hoewel hem de bevoegdheid tot
rijden was ontzegd, nog had gereden zonder
die bevoegdheid en hij deswege was veroor
deel door den Politierechter te Alkmaar. Dit
allemaal was echter volgens de Boer al
3 jaar geleden.
Pleiter bracht nog in 't midden, dat de
Boer genoeg ruimte had om te passeeren. Hij
had den achteruit rijdenden wagen links
kunnen passeeren.
Dr. van Driel, arts te Helder, die get. de
Boer medisch had behandeld, gaf als des
kundige een omschrijving van de wonden,
door de Boer bekomen.
De 15-jarige mej. J. A. Ooms fungeerde
tijdens de aanrijding als duogirl en had,
meer intiem dan aangenaam was, de aan
rijding meegemaakt De auto had zij niet
eens gezien, maar wel gevoeld. Zij tuimelde
van ae duo af, doch kwam er wonderbest af.
De chauffeur Schnellenberg, die de aan
rijding had gezien, beweerde, dat verdachle
door met achteruit rijden op den rechter
weghelft gevaarlijk reed.
Volgens den schilder v. Straaten had de
motorrijder nog gemakkelijk kunnen passee
ren, als de auto minder hard had gereden
De 20-jarige J. Taker zat naast den be
stuurder van de auto. Hij keek achteruit en
zag den motorrijder aankomen. Hi had ver
dachte gezegd te stoppen en deze had daar
aan voldaan. Voor de politie had deze ge
tuige eenigszinds anders verklaard.
Volgens inzicht van den officier, die ver
moedelijk ook werd gedeeld door de heerer.
rechters, had de verdachte niet de juiste
manier gekozen om zijn wagen in andere
richting te brengen. Deze methode was on
tegenzeggelijk de oorzaak van de aanrijding
Door het achteruitrijden was de wagen een
tegenligger in de verkeerde richting, waarop
de rechtsrijdende bestuurder niet op kan
rekenen. Er zijn echter meer dergelijke bra
nie-rijders, die het met de regels van aen weg
niet al te nauw nemen. In ieder geval had
verdachte onvoorzichtig en roekeloos ge
reden en requireerde de officier op grond
daarvan 75 boete of 30 dagen en ontzèg-
ging motorrijtuigen te besturen voor den tijd
van 1 jaar.
Mr. Buiskool, het woord verkrijgende,
achtte het dubieus of de manier van rijden
door verdachte zoo verkeerd was, zulks in
verband met de ongelukkige ligging van het
parkeerterrein ter plaatse.
Pleiter besprak uitvoerig de 3 punten der
telaste ligging in de dagvaarding om tot de
conclusie te komen, dat de grove schuld niet
onverdeeld was aan de zijde van den ver
dachte, doch ook van den motorrijder. Het
zwaar bekomen lichamelijk letsel was dan
niet onverdeeld de schuld van den verdachte.
Pleiter eindigde in zijn uitgesproken plei
dooi het telaste gelegde niet in voldoende
mate bewezen en concludeerde tot vrijspraak,
subsidiair het opleggen van een lichtere
straf.
Geen repliek. Uitspraak over 8 dagen.
De Bossche rechtbank behandelde giste
ren de strafzaak tegen den 33-jarigen kas
sier der Boerenleenbank te Beugen, die tus-
schen 1929 en 1933 18.000 van de Bank
had verduisterd en op 30 December 1933
een valsche kwitantie voor de terugbetaling
had opgemaakt en onderteekend.
Verdachte had o.a. naast de echte nog
andere spaarboekjes gehouden, boekte groo-
tere bedragen dan waren uitbetaald en be
dragen, die in het geheel niet waren betaald.
Bij de inspectie door de Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven kwamen de fraudes
aan het licht.
De verdachte bekende het, doch kon niet
zeggen, waar het geld is gebleven.
Wegens verduistering en valschheid in ge
schrifte eisch te de officier van justitie, mr.
Dubois, drie jaar gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest.
Voor de rechtbank te Den Bosch stond
gisteren terecht de chauffeur P. G. van A.
uit Eindhoven, aan wien poging tot moord
op de 22-jarige mej.. E. Cuypers was ten
laste gelegd. Op 21 Mei was hij 's avonds
naar zijn meisje gegaan, met wie hij toen
twist had. Zij stonden bij de deur te praten,
toen hij een revolver te voorschijn haalde.
Het meisje vluchtte de straat op, verdachte
schoot, maar trof haar niet.
Na zijn arrestatie bekende hij haar en
zich zelf te hebben willen vermoorden. Dat
had hij vroeger ook tegen een vriend gezegd.
De conclusie van den psychiater was, dat
verd. verminderd toerekeningsvatbaar is.
Verdachte bekende ook thans geschoten te
hebben.
Door den officier van justitie, mr. Dubois,
werd wegens poging tot doodslag dpie jaar
gevangenisstraf geëischt met aftrek van
voorarrest en voorwaardelijke ter beschik
king stelling van de regeering met een
proeftijd van drie jaren.
Uitspraak 31 October a.s.
De 26-jarige groentenhandelaar W. D.
uit Veldhoven, was gisteren voor de recht
bank te Den Bosch gedagvaard wegens
brandstichting in zijn woning. Hij had zijn
vrouw en kinderen weggezonden en op den
zolder brand gesticht, hoewel hij wist, dat
het huis van zijn buurman, dat onder het
zelfde dak stond, o.a. door kinderen be
woond was. Deze bewoners moesten in al
lerijl vluchten.
Verd. bekende het gedaan te hebben om de
verzekeringssom te verkrijgen en zijn schul
den te voldoen.
De officier van justitie, mr. Dubois, eischte
vijf jaar gevangenisstraf.
Uitspraak 31 October a.s.
Voor de Amsterdamsche Arr. rechtbank
hadden zich gisteren twee nog jeugdige
Êersonen te verantwoorden, de 23-jarige A.
te Amsterdam en de 24-jarige W. F. S. te
Arnhem, verdacht te hebben ingebroken in
het benzinestation, gelegen aan den Rijks
straatweg bij den Hilversumscheweg in de
nabijheid van Laren.
In den nacht van 1 op 2 Juli j.1. is in ge
noemd gebouwtje ingebroken. De dader(s)
heeft of hebben zich toegang verschaft door
verbreking van een ruit. Uit een kantoortje
werd een geldkistje vermist, dat in een
bureau stond. Het trommeltje hield ruim
163 in. De inbraak gelukte, doch bij de
verdeeling van den buit liep het spaak. De
kostbaas van S. zag den volgenden morgen
Mag, in een beschavingscentrum als
Parijs, een groot Nederlandsch studiege
bouw, met name het „Julianahuis", dat sinds
bijkans vijf jaren in aanbouw is, wegens
geldgebrek onvoltooid blijven?
Deze vraag stelt zich ieder rechtgeaard
Nederlander, die te. Parijs een blik slaat op
de z.g. „Cité Universitaire", dat uitgestrek
te complex van gebouwen van alle natiën,
bestemd tot goedkoope huisvesting van stu-
dielustigen, en tevens, althans in ons geval,
tot. schepping van een nationaal instituut
van cultureele en economische voorlichting.
Diezelfde vraag stel ik thans aan al onze
landgenooten.
Hoog torent, op den hoek der gemelde
„Cité", het „Julianahuis" met zijn zeven
verdiepingen, het kloeke werk van architect
Dudok, voorwerp tevens van bewondering
onder de jonge Fransche bouwkundigen.
Schijnbaar voltooid, echter alléén uiterlijk,
herbergt ons Huis weliswaar reeds een twin
tigtal Nederlandsche jonge meisjes, waar
naast een tiental Fransche, want juist
dit contact zoeken wij met opzet doch tal-
looze aanvragen om huisvesting moeten
voorshands, helaas!, afgeslagen worden, om
dat de inwendige afbouw, in het bijzonder
Jhr. Dr. J. LOUDON
H. M.'s Gezant te Parijs. Voor
zitter van het Bestuur van het
Ned. Collegium in de Cité
Universitaire te Parijs.
van de afdeeling voor jonge mannen,
wegens gebrek aan fondsen gestaakt dreigt
te worden, zoodat van de honderd kamers,
die het gebouw bevatten zal, tot dusver niet
meer dan dertig bewoonbaar zijn.-
Mag dit zoo blijven? De crisis heerscht,
wij weten en voelen het, zij belet het vragen
om ruime bedragen, maar vele kleintjes
maken één groote. Met dankbaarheid mag
ik vermelden, dat de regeering, overtuigd
dat 's lands eer en belang den afbouw vor
deren, ons haar geldelijken steun heeft toe
gezegd, mits van particuliere zijde in ge
lijke mate worde bijgedragen. Vandaar de
vorming van het groot Nationaal Comité,
wijdvertakt in gewestelijke en plaatselijke
comité's, met het doel op zeer verschillende
wijzen kleine bedragen bijeen te zamelen.
Een hartelijk en dringend beroep wordt
dan ook alom in den lande gedaan op allen,
die iets gevoelen voor onzen naam in een der
grootste beschavingscentra van de wereld.
Moge dat beroep niet vergeefs blijken en
moge, als gevolg daarvan, het „Juliana
huis", midden onder de meerendeels vol
tooide gebouwen van 28 landen, eindelijk af
gebouwd en officieel geopend kunnen wor
den.
in den schuur het tweetal bezig met het
openbreken van het kistje. De man infor
meerde hoe ze aan het geldtrommeltie kwa
men en het antwoord luidde: gevonden. Op
zijn aanraden om het naar de politie te bren
gen en als gevonden voorwerp te deponeeren,
kreeg hij ten antwoord, dat het tweetal van
plan was den buit samen te deelen. De kost
baas dacht er anders over, hij waarschuwde
de politie en het tweetal werd ingerekend.
Een onderzoek bracht weldra aan het licht,
waar het gevonden kistje vandiaan kwam. Bij
het politieverhoor bekenden zij te hebben in
gebroken. B.'s taak had bestaan met het op
den uitkijk staan.
Voor de rechtbank verklaarde B., wiens
zaak eerst werd behandeld, dat hij zijn „com
pagnon" in een lunchroom in Hilversum had
ieeren kennen. Zij waren naar Laren gegaan
waar de burgemeester jubileerde en feeste
lijkheden plaats hadden. Op een gegeven
oogenblik had S. voorgesteld, in te breken in
het benzinestation. B. was er niet op inge
gaan en had buiten gewacht.
De officier van Justitie eischte tegen den
man, die reeds veroordeeld was, een gevan
genisstraf van 1 jaar en 3 maanden.
Het reclasseeringsrapport luidde niet bij
zonder gunstig.
De verdediger, mr. dr. E. Diaconide, be
pleitte clementie.
Ook tegen den tweeden verdachte die vol
hield, onschuldig te zijn, requireerde het
O. M. 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank besloot op 24 October a.s.
in deze zaak nog een getuige te hooren, die
thans niet was verschenen.
221. 'tWas voor Drein een vreeselijke tocht. De
kleine kano's werden door de woelige zee aardig heen
en weer geslingerd en daardoor werd Drsin zóó ziek,
dat hij maar het allerliefste dood was gegaan.
222. Opeens kwam er een geweldige golf aanzetten,
die de beide bootjes als een paar notedopjes de lucht
inslingerde en de heele inhoud kwam natuurlijk in
zee terecht. We zijn er geweest, schreeuwde Drc';
maar hij vergiste zich.