DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE LUCHTRACE LONDEN- MELBOURNE. De Uiver eindelijk geland! Een moeilijk laatste traject. HERINNERINGSBORD vid Londen-Melbourne Race KUNSTHANDEL'T SIERHUIS De bemanning geridderd. Enorme spanning bij het publiek. PORCELEYNE FLES" DELFT No. 251 136e Jaargang LANGESTRAAT 86, ALKMAAR. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 24 October 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Het is gelukt! De kranige bemanning van de Uiver, Parmentier, Moll, Prins en van Brugge, heeft de Uiver veilig en wel in Melbourne aan den grond gezet, juist vroeg genoeg, om de tweede plaats in de snelheidsrace te kunnen innemen. Het is gelukt! Urenlang heeft geheel Nederland in angstige spanning geleefd. De Uiver was in Albury en bleef in Albury. Zou de Uiver dan in het gezicht van de haven moeten stranden? Want er restte nog slechts een 250 K.M. Maar neen, Parmentier toonde zich opnieuw een meesterlijk vlieger en het gelukte hem te starten, te vliegen en te landen. En om 1.12 uur A. T. was de tocht volbiacht. Toen kon ieder gaan slapen met de wetenschap, dat Nederland weer eens bewezen had, hoe hoog zijn vliegwezen staat. Het is gelukt! En de kranige bemanning werd, geen een uitgezonderd, be noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Nederland kan tevreden zijn met deze prestatie, die verricht is met een verkeersmachine. Nederland kan tevreden zijn, omdat de tocht volbracht is onder zeer moeilijke omstandigheden. Nederland kan trotsch zijn op zijn vliegwezen en Nederland zal straks een grootsche hulde brengen aan de vier leden van de bemanning, die de vader- landsche kleuren heeft hoog gehouden. Het is gistermiddag wel heel vreemd ge gaan met de berichtgeving. Den geheelen middag heerschte er op het redactiebureau een soort hoogspanning, omdat elk moment de landing van de Uiver te Melbourne ver wacht kon worden. Dat was zeer begrijpelijk, omdat het toe stel goed op tijd van Charleville was vertrok ken en volgens een ruwe berekening zoo tus- schen 1 en 2 uur gistermiddag in Melbourne zóu kunnen aankomen. 't Werd twee uur en er kwam uit Austra lië geen enkel bericht, 't Werd half drie, t werd drie uur en steeds maar liet de Uiver niets van zich hooren. Steeds weer werd Amsterdam opgebe.d, om bijzonderheden, maar even zoo vaak was het antwoord: Wij weten nog niets, wij be grijpen er niets van. De krant moest draaien. De buiten-editie kon niet langer wachten. Nogmaals bellen, nogmaals een poging wagen. En ziet, daar kwam het officieuse bericht, dat de Uiver ge land was. Meteen draaiden de persen! De eerste paar honderd kranten waren in enkele minuten gedrukt en verpakt en weg gingen zij de pro vincie in. LL. En toen kwam het minder prettige nieuw Een nieuw telefoontje bracht het bericht, aat de Uiver niet t e maar b ij Melbourne was geland en wel in Albury, een stadje; aa naar ons even later bleek, ongeveer 25u K M. ten Noorden van Melbourne lag. Stop! De persen ratelden niet meer. Unze krant moest plotseling van inhoud verande ren. Helaas, een heel klein gedeelte was de deur al uit en niet meer te achterhalen. Er was niets aan te doen, hoe zeer het ons ook speet. De spanning neemt toe. Den geheelen middag stond het vol voor ons bureau. Iedereen wachtte op het prettige bericht, dat de Uiver te Melbourne zou zijn geland. De belangstelling groeide steeds. Weldra zocht men ook plaats op de brug en toen deze vol stond, ging men op het Waagplein staan, om in elk geval maar zoo dicht moge lijk bij ons bureau te zijn. Maar het bericht kwam niet. Het bleef uit. En in plaats daarvan kwam het andere, niet verwachtte telegram: De Uiver is om 1527 uur A.T. op de renbaan te Albury geland. Parmentier was de koers kwijt ge raakt en heeft niet meer risico ge nomen dan noodig was. Om zich te oriënteeren, landde hij te Albury. Dat was alles. Het bericht bracht een zekere teleurstel ling over het publiek, want onmiddellijk be gon men uit te rekenen, hoe laat de Boeing, die derde lag, wel in Melbourne zou kunnen aankomen. Maar voorloopig maakte men zich nog niet erg ongerust, omdat die Boeing zeker een achterstand had van 4 a 5 uur. En in dien tijd zou Parmentier natuurlijk al lang in Melbourne kunnen zijn Steeds meer menschen verzamelden zich voor ons gebouw en iedereen had honger naar meer nieuws. Vele honderden waren het geworden, die de berichten „uit de eerste hand" wilde hebben. En intusschen kwam er weer een sensa- tionel bericht bij ons. Een telefoontje vertelde n.1., dat er in de stad bulletins verspreid wa ren, dat de Uiver al in Melbourne geland was. Reeds werden er vlaggen uitgestoken, reeds ging men juichen. Maar helaas! Ook dat bericht was on juist, want slechts enkele minuten later kwam uit Melbourne een uitvoerig telegram. De noodlanding. Het luidde als volgt: Het Nederlandsche K.L.M.-vliegtuig de Uiver, dat als tweede in de race achter de Cornet van Scott en Black Melbourne nader de, is op het laatste gedeelte van het traject in'de duisternis de richting kwijt geraakt en tenslotte besloten Parmentier en Moll, na ge- ruimen tijd te hebben rondgecirkeld, te dalen teneinde te kunnen vaststellen waar men zich bevond en zich opnieuw te kunnen oriëntee ren. Vijf kwartier na middernacht, te 1.17 uur plaatselijken tijd (15.27 uur A T.), is de Uiver op de renbaan van Albury, 167 mijl ten Noord-oosten van Melbourne, gedaald. Voor het vertrek uit Charleville, waar de laatste maal getankt werd, had Moll nog verklaard, dat men tot dan toe door buiten gewoon gunstige atmosferische omstandighe den was begunstigd. Daarna schijnen boven de uitgestrekte wildernis, waar in de duister nis elk oriëntatie-punt ontbrak en ook weinig of geen radioverbinding met grondstations mogelijk was, de moeilijkheden te zijn begon nen. Te ruim half twaalf werden draadlooze seinen van de Uiver ontvangen, waarmee de Uiver verbinding met grondstations vroeg teneinde zich te kunnen oriënteeren omtrent zijn positie of gepeild te kunnen worden. Omstreeks middernacht deelden de autori ten te Albury en te Wodongo mede, dat het vliegtuig ongeveer 60 minuten lang boven deze plaatsen en omgeving had gecirkeld. Te middernacht werd het toestel boven Beeckworth, 40 mijl benoorden Albury ge signaleerd. Tenslotte besloot Parmentier een goed landingsterrein te zoeken en slaagde hij er ondanks de duisternis en de onbekendheid met het terrein in, het toestel behouden op de renbaan van Albury neer te zetten. Intusschen was het bij zessen -geworden en wij op het bureau gingen' de werkzaamhe den voor den avond verdeelen. Want wat er ook geburde, wij hoopte in elk geval in den loop van den avond nadere bijzonderheden te kunnen publiceeren. Wij zouden ons best doen in elk geval. Weer kwam er een telegram binnen, nu uit Londen en dat maakte gewag van eên hervat ting van de tocht. De Uiver zou vrij spoedig van zijn noodlanding weer zijn opgestegen en ken dus elk oogenblik in Melbourne ver wacht worden. Het telegram bleek onjuist! Want het werd later door een ander achtervolgd, waarin sprake was van groote moeilijkheden bij een nieuwe start. Het toestel zou n.1. in mul zand zijn terecht gekomen en het was de vraag, of het nu wel zou kunnen starten. De microfoon helpt ons. De avond was gevallen. Natuurlijk zouden wij nog wel bulletins kunnen schrijven, maar slechts een klein deel van de groote massa die zich voor de krant verzameld had, zou die kunnen lezen. En toen besloten wij, om de microfoon als hulpmiddel te gebruiken. Een zeer vlotte toestemming van de zijde der politie, een telefoontje naar Ko Botteman- ne en even later was alles druk aan het werk, om de zaak klaar te maken. Het nieuws, dat wij zouden uitzenden, scheen als een loopend vuurtje door de stad te gaan, want de honderden groeiden en wel dra stond het Waagplein zwart van men schen. Zij waren allen door de Uiver-koorts bevangen; zij wilden zoo graag het groote nieuws weten. Hard, heel hard werd er gewerkt door de twee monteurs van K.O.H en in een zeer korten tijd was de geheele installatie voor el kaar. Een gramofoonplaatje werd gedraaid bij wijze van proef en toen kon ons niets meer gebeuren. Als er nu een bericht kwam, zou ieder van de groote menigte het onmid dellijk kunnen hooren. In de Langestraat had de firma IJpma voor een dergelijk contact gezorgd, om het publiek daar op de hoogte te houden. Wachten wachten altijd maar wachten. Toen wachtten wij af. Maar alles zweeg. Herhaaldelijk belden wij met Amsterdam, maar ook daar wist men niets. Ja toch, een paar berichtjes kwamen bin nen in den loop van den avond, maar geen enkel, dat over een nieuwe start of over een landing te Melbourne ook maar een woordje vermeldde. Allereerst kregen wij een bericht uit Mel bourne over de noodlanding. Een ooggetuige van de aankomst van de Uiver te Albury vertelde n.1., dat het bij wijze van spreken den geheelen avond had gere gend. Toen de regen eindelijk een oogenblik ophield zag men plotseling het vliegtuig ver schijnen. Gelukkig waren honderden auto mobilisten in de omgeving van de renbaan bijeen gekomen in de hoop de Uiver op zijn tocht naar Melbourne te zien passeeren. Toen het toestel dan ook boven de renbaan begon te cirkelen, richtten deze honderden auto's hun lampen op de baan, die daardoor in een helder licht kwam te liggen. De Uiver be schreef een aantal cirkels boven de renbaan en daalde vervolgens snel. De landing was perfect. Bemanning en passagiers begaven zich onmiddellijk per auto naar het kleine stadje Albury, waar zij de rest van den nacht wilden doorbrengen, aivorens de vlucht zoo spoedig mogelijk na het aanbre ken van den dag te hervatten. Voor de radio zeide de passagier Gilissen, dat de Uiver nabij Albury in een storm was geraakt en om daaruit te kunnen komen van de route had moeten afwijken. De marconist kon de radioberichten niet meer opvangen. Tenslotte zag de bestuurder de lichten van Albury én na drie cirkels te hebben beschre ven, besloot hij te landen, hetgeen uitstekend slaagde. Onderhoud met Plesman. Het is begrijpelijk, dat in het geheele land de belangstelling groot, onbeschrijflijk groot was. En vooral bij de K.L.M. was het een va-et-vient. Want daar probeerde men alles, om met Parmèntier in contact te komen. Ondanks de hoogspanning, waarin men op de K.L.M.-bureaux leeft, had de directeur der K.L.M. n'cg gelegenheid, om zijn indruk ken over de noodlanding weer te geven en hij vertelde ons ongeveer het volgende: Toen ik het bericht kreeg, dat de Uiver op de renbaan van Albury geland was, heb ik mij dadelijk in verbinding gesteld met den chef van het vliegwezen in Melbourne, den heer Armstrong: Ik heb met hem een radiotelefonisch ge sprek gehad, dat buitengewoon goed over gekomen is en waarin de heer Armstrong mij verschillende bijzonderheden heeft meege deeld. Volgens hem is het ongeluk te wijten aan een samenloop van ongunstige factoren. De Uiver kwam recht op Melbourne af vlie gen en bevond zich op eenige honderden kilo meters afstand, toen hij over het Randgeberg te in het Zuiden van Australië moest vliegen. )i Binnen enkele dagen verkrijgbaar. BESTELLINGEN WORDEN VANAF HEDEN AANGENOMEN. Alleen-vertegenwoordiging voor Alkmaar en Omstreken. Dit gebergte is berucht in de vliegerswereld in verband met de ongunstige weersomstan digheden, welke daar vaak heerschen en wel ke den piloten dikwijls de grootste verrassin gen bereiden. Het was middernacht, toen de Uiver dit gebergte naderde. Dit was al een zeer ongelukkige samenloop omdat dan door het zoogenaamde nachteffect de radiopeilin gen afwijkingen geven. En dit zou nog niet het ergste geweest zijn, wanneer de Uiver daarbij niet in een donderbui terecht was ge komen. Al deze dingen maakten het voor den bestuurder van den Uiver onmogelijk koers te houden. Hij dreef naar het Oosten af. Dit bracht hem in een buitengewoon precaire positie, daar naar schatting de Uiver voor slechts nog 1K uur benzine aan boord had. Ongetwijfeld zal de bemanning dan ook wel eenige benauwde oogenblikken hebben dporgemaakt. Toch wist de piloot weer zijn koers terug te vinden en zag karts Albury c» te zoeken. Toen heeft de bestuurder een staaltje van navigatiekunde gegeven waar over de heer Armstrong niet genoeg lof kon betuigen en waarover alle vliegautoriteiten in Australië stom verbaasd zijn. Het was n.1. stikdonkere nacht, zonder maanlicht en in een volkomen onbekende streek en toch heeft de bestuurder kans ge zien door middel van zijn electrische schijn werpers zich boven Albury te oriënteeren, de renbaan op te zoeken en de machine daar vlug en zonder eenige schade aan den grond te zetten. De heer Plesman heeft zich onmiddellijk met de Shell in Londen in verbinding ge steld. Hij heeft hem verzocht aan hun vertegen woordiger te melden, al het mogelijke te la ten doen om de Douglas verder te helpen en haar van benzine te voorzien. Het werd door den heer Plesman uitgesloten geacht, dat de bestuurder van de Uiver op de kleine hoe veelheid benzine, welke hij nog had, zou starten. Deze benzine-voorziening zal echter eenigen tijd duren. Er zit niets anders op dan dat de Douglas met een speciaal sooit benzine vliegt, welke alleen op de moderne vliegvelden te verkrijgen is. De benzine zal van Melbourne per tankauto naar A'bury moeten worden gebracht, dit is een afstand van 250 K.M. en het spreekt van zelf, dat een tankauto midden in den nacht daar eeni ge uren voor noodig heeft, daarbij is het al leszins waarschijnlijk, dat de piloten van de Uiver het daglicht zullen afwachten er. dat De huldiging der Engelsche vlieger Londen geseinde ioto) Scott en Campbell black te Melbourne. (Kadiograiisch van Melbourne naar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1