DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Fransche regeeringscrisis.
Flandin vormt een nieuwe regeering.
No. 265 Dit nummer bestaat utt drie bladen. Directeur: C. KRAK
Vrijdag 9 November 1934
136e Jaargang
Uit hei Jtadement
Qxujelijh&ch
buitenland
Waf vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSGHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boe1»-- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
TWEEDE KAMER.
's-Gravenhage, 8 November.
De nieuwe clearingwet goedge
keurd. Minister Steenberghe
voelt zich de blanke onschuld.
Voorzetting algemeene be
schouwingen Rijksbegrooting.
Colijn, de oude, sterke toovenaar
van den stam der Batavieren.
De werkloosheid de Attilla der
twintigste eeuw. De r.k. frac
tie neemt tegenover het kabinet
een afwachtende houding aan.
De Kamer heeft de nieuwe clearingwet af
gehandeld met een spoed, welke herinnert
aan den parlementairen arbeid in het begin
van den oorlogstijd. Haar verslag en het
schriftelijke antwoord der regeering versche
nen op één dag en het mondelinge debat nam
nauwelijks meer dan een half uur in beslag.
Maar dit laatste was slechts mogelijk ge
worden, doordat de regeering artikel 26 van
het aanvankelijke wetsontwerp had terug
genomen. Dit artikel was voor oe geheele
Kamer een steen des aanstoots. Er stond in,
dat de regeering bevoegd was, bij algemee-
nen bestuursmaatregel gedurende een zeke
ren tijd van bestaande wetten af te wijken.
Noch nie dagewesen! Ofschoon het anders
geen zin heeft, over teruggenomen artikelen
te debatteeren, konden de heeren Albarda
(s.d.), Goseling (r.k.) en Bierema (lib.) niet
nalaten, hun afkeuring uit te spreken over de
staatsrechtelijke ketterij, welke het oorspron
kelijke artikel 26 had bevat. Minister Steen
berghe zag niet in, dat hij had gezondigd.
Hij voelde zich, zeide hij, ae blanke on
schuld. Gevolg van zijn ministerieele jeugd?
Dan mag vader Colijn wel eens een oogje in
het zeil houden. Intusschen <vas minister
Steenberghe wel zoo verstandig, ir. Albarda
te beloven, dat hij in geen geval zou pro-
beeren, krachtens een ander artikel van het
wetsontwerp, dat is blijven bestaan, de be
voegdheid toe te passen, welke de Kamer
hem heeft onthouden.
Z.Exc. was het voorts eens met den heer
Schilthuis (v.d.), dat men er eenerzijds voor
moet zorgen, de bedragen van den uitvoer
naar Duitschiand op de clearingrekening te
houden beneden die van den Duitschen in
voer in ons land, maar dat men anderzijds
onzen uitvoer naar Duitschiand vooral niet
meer mag beperken dan strikt noodig is.
De voortzetting van de algemeene be
schouwingen bracht heden den heer Sneevliet
(r.s.) als eersten spreker. Hij keurde „de
liberale economie der regeering" af en noem
de minister Colijn den ouden, sterken toove
naar van den stam der Batavieren, wat van
een niet-onverdienstelijken humor getuigt
maar tevens herinneringen oproept aan de
terminologie van 's heeren Sneevliet's groot
ste vijanden, de nationaal-socialisten, die
veelvuldig van hun cultus voor het oude
Germanendom plegen blijk te geven. Over
hun leider, ir. Mussert, liet deze afgevaar
digde zich overigens uit op een manier, welke
hem in aanraking bracht met den hamer van
voorzitter Ruys de Beerenbrouck, die geen
vrind van ir. Mussert is, maar niet mag toe
laten, dat een afwezige, die zich niet ver
dedigen kan, op deze wijze wordt aange
vallen.
Dr. Bierema, de liberale woordvoerder, is
een landbouwman, maar geenszins zoo een
zijdig, of hij verklaarde, dat men bij de be
oordeeling van den steun aan den landbouw,
hoe noodzakelijk deze zij, in aanmerking
moet nemen, dat de consumenten de offers
moeten betalen. Hij betoogde voorts, dat een
einde moet worden gemaakt aan de bevoor
rechting van de beschutte bedrijven waar
naar verhoduing hooge loonen worden be
taald, en verdedigde tegenover jhr De Geer
de vrije prijsvorming als een goed regula
teur ook in de toekomst. In overeenstemming
met dit laatste stelde hij in het licht, dat het
regeeringsingrijpen in het bedrijfsleven
slechts tijdelijk mag zijn Vorming van een
centrale industriebank wijst hij af, daar deze
z.i. zwakke bedrijven zou in het leven roepen
Hierover bleek intusschen prof. Aalberse, de
voorzitter der katholieke fractie, anders te
denken. Waarschuwend wijzende op net
hooge oploopen van de nationale schuld, leg
de dr. Bierema den nadruk op de noodzake
lijkheid eener sterke bezuiniging, hierin na
gevolgd door den heer Schouten (a r.), die
klaagde, dat de begrootingscijfers nog niet
veel van bezuiniging te zien gaven. De voor
nemens der regeering ten opzichte van de
herclassificatie der gemeenten met betrekking
tot de ambtenaarssalarissen keurde dr. Bie
rema af, evenals, na hem, de heeren Schou
ten en Aalberse. Daar voelt haast niemand
in de Kamer wat voor. Dr. Bierema wensch e
voorts spoedige maatregelen te£en.
cumulatie" en desgelijks deed prof. Aalberse,
die „der vieze demagogie", welke ermede be
dreven wordt, den wind uit de zeilen wil
Dr" Bierema beleitte verder concentratie
van scholen ook bij het bijzonder onderwijs
De heer Schouten riep de voorstanders van
het bijzonder onderwijs op, vrijwillig zooveU
mogelijk te concentreeren, maar verzette zich
principieel tegen wettelijke maatregelen tot
gedwongen concentratie, welke z. i. de vrij
heid van het bijzonder onderwijs zouden aan-
tasten. Dat de ministerpresident, wiens be
ginselen hem aan den heer Schouten ten
nauwste verbinden, van dit principieele ver
zet met gemengde gevoelens heeft kennis ge
nomen, lijkt ons niet onwaarschijnlijk Dc
heer Schouten beklaagde zich, dat men den
antirevolutionnairen „eigengereidheid" ten
deze verweet, en citeerde afkeurend in dii
verband geen blad van oe linkerzijde
maar „de katholieke Residentiebode"
Daarmede oogstte hij een lachsucces. Vooi
zoo ver wij prof. Aalberse hebben verstaan,
heeft deze over de concentratie der bijzon
dere scholen niet gesproken. Vermoedelijk
weren de katholieken zich daartegen niet zoo
sterk, omdat bij hen de concentratie niet
wordt bemoeilijkt door verscheidenheid van
richting, zooals bij de protestanten met hun
gereformeerde en hervormde scholen.
Dr. Bierema keurde het stemmen van mi
nister de Graeff tegen de toelating van Rus
land tot den Volkenbond af, maar de heer
Sneevliet zeide, dat hij den Volkenbond met
of zonder Rusland een doodgeboren kina
zag blijven. Wanneer de revolutionnair-
socialist wel eens een dood geboren kind
heeft levend zien worden, moet hen ons daar
toch eens wat van vertellen!
De heer Schouten deed op de sociaal
democraten scherpe aanvallen, welke het
waarschijnlijk bij de replieken zullen doen
waaien. Hij kwam voorts op voor vervanging
van vrouwelijke door mannelijke arbeids
krachten in de ambtenarij en in de industrie;
prof. Aalberse ging ook in die richting. De
heer Schouten meent, dat er een eenvormige
regeling moet komen inzake de vraag, wat
van de steunuitkeering aan werkloozen moet
worden afgetrokken wegens steun, welken
particulieren hun verkenen. Prof. Aalberse
echter beklaagde zich over dien aftrek, welke
de particuliere liefdadigheid doodt, omdat,
wat zij geeft, aan Rijk en gemeente ten goede
komt en niet of nauwelijks aan de werkloo
zen. In elk geval mogen z.i. de particuliere
giften in natura niet worden afgetrokken
Met grooten nadruk bepleitte de katholieke
leider een extra hulpverstrekking aan werk
loozen voor kleedirig, voeding en dekking in
den komenden winter.
De heeren Schouten en Aalberse verklaarden
zich tegen devaluatie; de laatste had daar
tegen zelfs nóg grootere bezwaren dan gister
jhr. De Geer. Prof. Aalberse is overtuigd
van de noodzakelijkheid van een sruitende be
grooting, maar één ding vindt hij nog nood
zakelijker, verruiming van werkgelegenheid
De werkloosheid noemde hij den Attilla der
twintigste eeuw. Dat de werkverruiming niet
sneller geschiedt, stelt de katholieken merk
baar teleur. In het algemeen viel een zekere
gereserveerdheid bij prof. Aalberse tegen
over de regeering op. Zijn fractie neemt een
afwachtende houding jegens het kabinet aan.
Na het antwoord der regeering zal zij haar
houding nader bepalen. Het klonk nog al
koel.
Het kabinet zal, wil het weer wat warm'e
wekken, zich een beetje toeschietelijk moeten
toonen.
Zooals wij gisteren nog konden melden
is de Fransche regeering-Doumergue in
den morgen afgetreden, zoodat wij thans
in Frankrijk weer een kabinetscrisis
hebben.
In den ontslagbrief, dien Doumergue
namens alle leden van het kabinet, be
halve de radicaal-sociali6ten, aan den
president der republiek heeft overhan
digd, verwijst Doumergue naar de om
standigheden onder welke hij op 7 Fe
bruari door den president der republiek
en de presidenten van beide Kamers er
toe bewogen werd de vorming van een
regeering op zich te nemen als een
man van wien bekend was dat hij buiten
de partijen stond.
Hij had een kabinet van pacificatie en
actie samengesteld, dat ook inderdaad
gehandeld en nuttige resultaten bereikt
had. Er was tusschen de leden van het
kabinet een meeningsverschil ontstaan
op het oogenblik, dat de regeering zich
gereed maakte een door de meerderheid
van het volk levendig gewenscht werk
en een verstandige en noodzakelijke
grondwetswijziging ter hand te nemen.
Nadat de meerderheid van den kabi
netsraad het eens was geworden over
zijn voorstel, had hij, Doumergue, de
hoop gekoesterd, dat ook de minderheid
zich er bij zou hebben aangesloten. Doch
de meeningsverschillen hebben voortge
duurd en zijn bij gelegenheid van het
voorstel over de drie voorloopige twaalf
den tot uiting gekomen. Nadat dé voor
zitter van de radicaa 1-soc. partij hem
verklaard had, dat hij dit voorstel niet
kon goedkeuren, was het hem duidelijk
geworden, dat de voorwaarden voor een
handhaving van een kabinet van den
Godsvrede niet meer aanwezig waren.
Deze conclusie wordt bevestigd door
de motie der radicaalsocialisten, welke
het aftreden der rad.-soc. ministers ten
gevolge heeft gehad. Indien in deze mo
tie het beginsel van den godsvrede al is
gehandhaafd, dan is dit slechts geschied
onder voorwaarde, dat de minister
president afzag van het voorstel der
drie twaalfden, die hem, Doumergue, in
het belang van de toekomst der natie
noodzakelijk voorkwamen.
Toen de steun der rad.-socialistische
partij hem was onttrokken, kon hij er
niet meer aan denken een kabinet te
vormen, welks leden tot een parlemen
taire minderheid zouden behooren.
Later is gebleken, dat president Le
brun, vóór hij anderen verzocht een ka
binet te formeeren, ook nog getracht
heeft Doumergue te bewegen tot het vor
men eener regeering Doumergue heeft
dit echter geweigerd en is gebleven bij
zijn voornemen zich terug te trekken.
Men kan dus verwachten, dat hij zich
op zijn landgoed te Tournefeuille bij
Toulouse zal terug trekken.
Bouisson, de voorzitter der Kamer,
heeft geweigerd als kabinetsformateur
op te treden, daar hij van meening is.
dat hij op zijn tegenwoordigen post, dien
hij reeds acht jaren bekleedt, beter het
bestand kan dienen
Flandin kabinetsformateur.
Reeds gistermiddag bracht Flandin
een bezoek aan president Doumergue,
die hem verzocht, een nieuwe regeering
voorloopig de opdracht en begon direct
samen te stellen. Flandin accepteerde
de besprekingen met de politieke leiders.
Allereerst onderhandelde hij met den
leider der radicaa! socialistische partij,
Herriot.
Intusschen had Flandin den indruk
gekregen, dat hij zijn taak tot een goed
einde kon brengen.
Alvorens Flandin was aangezocht, had
president Lebrun den voorzitter van den
Senaat, Jeanneney, daarna den Kamer
voorzitter Boisson en tenslotte Laval
aangeboden een kabinet te vormen. Zij
allen weigerden.
Laval verklaarde bij het verlaten van
het Elysée:
Mij is de opdracht gegeven de be-
standspolitiek der regeering te leiden.
Dat is een groote taak, die volledige op
gave eischt en alle andere doeleinden
uitsluit. Ik heb den president der repu
bliek dank gezegd voor het aanbod, doch
heb betreurd het te moeten afwijzen.
De parlementaire groep van de „De
mocratische Alliantie" heeft besloten
Flandin, haar president, haar vertrou
wen te schenken.
Achtereenvolgens heeft Flandin Mar-
quet, Larent Eynac, generaal Gamelin en
Herriot ontvangen.
Herriot heeft verklaard: „Als F andin
zal er van de zijde der radicaal-socialis
ten aan het behoud van het bestand
doorgaat op de wijze, die hij thans volgt,
niets in den weg worden gelegd."
In den namiddag hadden de leiders
van de radicaal-socialistische partij
reeds besloten hun roedewerking te ver-
leenen. Herriot heeft aan de radicaal-
socialistische Kamerfractie het verloop
van zijn gesprek met Flandin weerge
geven; de fractie nam een resolutie aan,
waarin zij zich uitsprak ten gunste vrn
een kabinet Flandin.
Flandin heeft te ken nen gegeven, dat
hij afziet van het in stemming brengen
van voorloopige twaalfden.
De reéeering samengesteld.
Het is Flandin nog gisteravond gelukt,
een nieuwe regeering samen te stellen.
Zij ziet er als volgt uit:
Minister-president: Flandin
Staatsministers: Herriot en Marin.
Buitenlandsche Zaken: Laval.
Binnenlandsche Zaken: Regnier.
Oorlog: Generaal Maurin.
Financiën: Germain-Martin.
Het Kabinet zr.I zich Dinsdag aan de
Kamer voorstellen.
Een verklaring van Flandin.
Na de vorming van zijn kabinet heeft
Flandin de volgende verklaring aan de
pers gegeven
De godsvrede duurt voort. Het is mij
gelukt persoonlijkheden om mij heen te
verzamelen, die naar ik overtuigd ben,
met ijver Frankrijk en de republiek zul
len dienen en alles zullen doen om de
partijverschillen te vergeten en slechts
één doel hebben: strijd tegen ellende en
werkloosheidherstel van het bedrijfs
leven, handhaving van het gezag, ver
jonging van den staat.
Ik hoop, dat het land een regeering,
die ik gebracht heb in den kortst moge
lijken tijd te vormen en die onmiddellijk
aan het werk zal gaan, met sympathie
zal begrooten.
Wie is Flandin.
Pierre Etienne F'andin is te Parijs ge
boren in April 1889. Hij is doctor in de
rechtswetenschappen en heeft het di
ploma van de hoogeschool voor politiek
verworven. In 1914 werd hij in het le-
partement Yonne gekozen tot lid van de
Kamer, waar hij, 25 jaar oud, de jongste
afgevaardigde was.
In den wereldoorlog was hij vliege
nier. In 1917 werd hij ingedeeld bij het
onderministerie van luchtvaart en nam
als Fransche vertegenwoordiger in de
subcommissie voor luchtrecht deel aan
de vredesconferentie. Als onderminister
van luchtvaart heeft Flandin zitting ge
had in de kabinetten Millerand (1920) en
Leygues (192021). Later is hij minister
van handel geweest in het kabinet Fran-
Cpis Marsal (1924) en in de eerste twee
regeeringen Tardieu (192930). In de
kabinetten Laval (193132) en in het
derde kabinet Tardieu (1932) stond Flan
din aan het hoofd van het ministerie
van Financiën.
Als minister van Financiën heeft hij
stelling genomen tegen het Hoover-mo-
ratorium en heeft hij zich weinig toe
geeflijk getoond in de kwesties van re
paratie.
In het jaar 1933 had hij geduchte aan
vallen te doorstaan in verband met
practijken, die gebleken waren bij de
luchtvaartmaatschappij „Aero Postale"
te zijn uitgeoefend. In Februari 1934 nam
Flandin zitting in de regeering Doumer
gue als minister van Openbare Werk.
In de Kamer wordt Flandin gerekend
toi de republikeinsche linkerzijde, een
centrale groep. Flandin is president van
de „Democratische Alliantie", een bond,
die buiten de partijen staat en vertegen-
doordigers van ettelijke groepen van het
centrum en van de gematigde rechter
zijde onder zijn leden telt.
De „Alliance Démocratique" is om
streeks 1901 voor het eerst opgetreden
als politieke- en verkiezingsorganisatie.
Het karakter van een politieke partij
heeft zij weliswaar in de laatste twee
jaren aangenomen, maar er is nog steeds
geen homogene Kamerfractie, die er
mede correspondeert. Men rekent echter
de zoogenaamde „linksrepublikeinen"
(die veeleer rechtsrepublikeinen behoor
den te heeten) 42 kamerleden tellende
(o.a. Flandin zelf), voorts de meeste re
publikeinen van het midden (die iets
meer rechts staan) met 32 afgevaardig
den waaronder Tardieu en een deel van
de 44 leden tellende linksradicalen tot
de vertegenwoordigers in de Kamer van
de Alliantie.
In den Senaat acht men ertoe te be
hooren: de meerderheid van de 64 leden
tellende Republikeinsche Unie, de groep
waartoe Poincaré behoorde en de Radi-
caa.ldemocratische Unie.
De Democratische Alliantie is op so
ciaal gebied uiterst conservatief, overi
gens echter volstrekt republikeinsch.
Tot 1927 was Poincaré eere-voorzitter;
Barthou was een harer ijverigste aan
hangers. Verder behooren tot haar vele
economische en financieele leidende
figuren, voorzoover zij niet aangesloten
zijn bij de nationalistische, rechtsge
oriënteerde groep Marin. De partij
tracht, zoo ver mogelijk, samen te wer
ken met de radicaalsocialisten
REDEVOERING'VAN HITLER.
Hitier heeft in de Buergerbreaukeller te
München een toespraak gehouden tot de oude
strijders der NSDAP, waarin hij o.m. heeft
gezegd, dat Clausewitz heeft geschreven, dat
na een heroïsche ineenstorting nog steeds
een heropbouw mogelijk is. Slechts lafaards
geven op. Onze beweging heeft dat in 1923
erkend. Niet het oude systeem, dat in 1918
zonder strijd lafhartig heeft gecapituleerd.
Zij zouden gewonnen hebben, wanneer zij
den moed voor den strijd hadden gehad
Doch het heeft hun aan dezen moed ont
broken. Zij wilden toen den strijd vermijden,
om later den tegenstander te bedwingen.
Doch enkele jaren later konden zij den strijd
niet hervatten. Men krijgt evenwel slechts de
beste menschen, aldus Hitier men er geen
twijfel over laat bestaan, dat gestreden wordt
op leven en dood.
Het is niet van doorslaggevend belang of
Flandin, de nieuwe kabinetsfor
mateur. (Dag. Overzicht.)
Japansch s.s. vergaan. (Buiten
land.)
Aanslag op Tsjiang Kai-Tjsek.
(Buteniland.)
Vrouw door tramtrein te Leeu
warden gegrepen en gedood. (Bin
nenland.)
Doodelijke verkeersongevallen.
(Binnenland.)
Drie huizen te Almelo afgebrand.
(Binnenland.)
De „uitvinder" van den brand-
stofloozen motor uit Wolvega in
zenuwtoestand in een ziekenhuis
te Groningen opgenomen. (Bin
nenland.)
Benzineontploffing te Helmond;
een arbeider levensgevaarlijk ge
wond. (Binnenland.)
BroccardoGuimbretière winnen
de Zesdaagsche. (Sport.)
(Zie verder eventueel laatste
beriehten.)
men overwint, maar het is noodig, dat men
heroïsch en moedig de consequenties aan
vaardt. En wij hebben deze consequenties
aanvaard Wij hebben den moed gehad te
zeggen: wij hebben dezen staat willen om
verwerpen, wij wilden hen wegjagen, omdat
wij Ehiitschland vrij wilden maken. Het heeft
den anderen aan dezen moed ontbroken en
daarom is hun. poging mislukt.
AANVARING OP DE MARNE-
Een schip gezonken.
In den binnenhaven van Ablancourt aan de
Marne zijn twee vrachtscheper, met elkander
in aanvaring gekomen. Het een schip sloeg
midscheeps lek en zonk met een lading van
260 ton graan. Het scheepvaartverkeer in het
zijkanaal van de Marne is daarmede ge
stremd.
DE „BREMEN" MAAKT EEN NIEUW
RECORD.
Het Duitsche s.s. „Bremen" heeft bij zijn
honderdste reis van Europa naar Noord-
Amerika een nieuw record gevestigd. Het
schip had 4 dagen, 15 uur en 27 minuten
noodig voor den overtocht. Hiermede heeft
het zijn eigen record met 21 minuten ver
beterd.
SNEEUW IN HET ZWARTE WOUD.
Door de „Feldberg" wordt gemeld, dat het
flink sneeuwt bij twee graden vorst en een
sneeuwlaag van 15 c.M. Boven 1000 M.
hoogte zijn verscheidene sneeuwploegen aan
het werk gezet om de wegen vrij te houden.
WOLDEMARAS TOT ZES MAANDEN
GEVANGENISSTRAF
VEROORDEELD.
In het politieke proces tegen Woldemaras
is Donderdagavond te Kowno laat vonnis
gewezen. Woldemaras werd veroordeeld tot
zes maanden gevangenisstraf. De medebe
schuldigde, Kandia, werd vrijgesproken.
Practische bcteekenis heeft dit vonnis niet,
daar Woldemaras reeds tot twaalf jaren
kerkerstraf is veroordeeld.
JAPANSCH S.S. VERGAAN.
42 man verdronken?
Het Japansche vrachtschip „Ranon
Maru" van de Nippon Yushen Kaisha
lijn, metende 1230 ton en met een be
manning van 42 koppen, wordt sedert
gisteren vermist. Blijkens de laatst ont
vangen berichten was aan boord van
het schip brand uitgebroken en werd
het in de Japansche zee bovendien door
een storm overvallen. Alle pogingen om
het schip te vinden waren tot nog toe
vergeefs. De eenige hoop die men nog
koestert, is dat het schip misschien
door den storm in de richting van Wla-
diwostok is gedreven.
VENETIE GETEISTERD.
Gebouwen ingestort door
hoogen waterstand.
De oude Dogest&d is wederom geteis
terd door hoog water, tengevolge van
een vloedgolf, die het water in de kana
len zoodanig deed stijgen, dat op tal
van plaatsen der stad overstroomingen
ontstonden, waardoor verscheidene hui
zen onder water kwamen te staan en
enkele oudé gebouwen gedeeltelijk in
stortten.