DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Minister Oud over 's lands financiën. BageUiksch het Fransche kabinet in de Kamer. ^Buitenland Regeeringsverklaring van Flandin. Ho. 269 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeurs C. KRAK. Woensdag 14 November 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang Uit het Parlement Omzetbelasting 25 millioen beneden de ra ming, andere heffingen 10 millioen. - Geen belasting op koffie. - Bankgeheim blijft. De Eerste Kamer keurde het Clearing-onlwcrp goed. De Belgische regeering afgetreden. Wie was de Broqueville Waf vandaag de aandacht trekt ONZE TELEFOONNUMMERS ZIJN NA AUTOMATISEERING: DOROTHY DÏSTELHURST NOG NIET TERECHT. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. 's-Gravenhage, 13 Nov. Met denzelfden spoed, waarmede de Twee de Kamer de nieuwe clearingwet heeft afge handeld, heeft de senaat aan dit wetsont werp gewerkt. Artikel 2 geeft de Kroon een algemeene bevoegdheid tot bekrachtiging van verdragen inzake het internationale betalingsverkeer. Prof. van Embden (v.d.) opperde hiertegen grondwettelijke bedenkingen en ook jhr. Mi- chiels van Kessenich (r.k.) maakte er een op merking over. Prof. Kranenburg (v.d.) achtte voorts in dit wetsontwerp de grens van de geoorloof de machtsdelegatie van den wetgever aan de regeering, indien al niet overschreden, dan toch bereikt. Maar na een korte verdediging van minis ter Steenberghe nam de senaat het wetsont werp zonder hoofdelijke stemming aan. Twee de Kamer. Bij de algemeene beschouwingen over de rij'ksbegrooting pleegt na den minister-presi dent de minister van financiën namens het kabinet te spreken. Dit is noodig, vooral nu de financieele vraagstukken zoo belangrijk zijn geworden, als het geval is. Minister Oud heeft de aandacht der Ka mer. Ook wie het niet met hem eens zijn, res pecteeren hem. Een ernstig en rechtschapen man en een hard werker, met onmiskenbare bekwaamheden. Toen minister Colijn zijn kabinet vormde, hebben sommigen zich ver wonderd, dat hij zelf niet de portefeuille van financiën nam. Men zegt, dat hij ze aan een ander gaf, omdat hij begreep, dat de al gemeene vraagstukken van beleid in dezen tijd te veel van zijn aandacht zouden vergen, dan dat hij gebonden zou kunnen zijn aan de vele beslommeringen, welke een leiderschap van het departement van financiën mede brengt. Eenmaal gegeven het feit, dat dr. Colijn niet zelf minister van financiën werd, heeft niemand zich erover verwonderd, dat hij voor dit departement zijn keuze op mr. Oud vestigde. Van 1917 tot aan zijn optre den als minister is deze lid der Kamer ge weest. Als dertigjarige verscheen hij in de volksvertegenwoordiging. Aanvankelijk glim lachte men wel eens om zijn hooge, magere stem, eigenlijk een jongensstem, een physiek bezwaar voor een redenaar om aanstonds grooten indruk te maken. Maar als men daaraan eenmaal gewend is, slaat men er geen acht meer op. Van het begin af heeft mr. Oud met grooten ernst zich in de finan cieele problemen ingewerkt. En al is dan zijn stemgeluid niet imponeerend, zijn argumen ten zijn steeds ernstige overweging waard. En zijn betoogtrant is helder. Alleen iemand, die de vraagstukken werkelijk beheerscht, kan ze zoo eenvoudig en duidelijk uiteenzet ten, als hij doet. Dat de kabinetsformateur geen berouw over deze zijne keuze gevoelt, staat vast. Als afgevaardigde ministers kri- tiseerende, vestigde mr. Oud vroeger nooit den indruk, de moeilijkheden te onderschat ten, waarmede ministers te kampen hebben. Er zijn er in de Kamer, die ditzelfde niet zeggen ten aanzien van alle leden van het kabinet. Maar mr. Oud's vroegere optreden als Kamerlid heeft bewerkstelligd, dat de afgevaardigden hem, nu hij minister is ge worden, welwillend bejegenen, ook als zij het niet in allen deele met hem eens zijn. Ernstig-waarschuwend was de toon van minister Oud's rede. De tegenwoordige moei lijkheden kon hij slechts vergelijken met die van den Napo'eontischen tijd. En, voegde hij erbij, onze moeilijkheden nemen nog steeds toe. Hij was het eens met ir. Bongaerts (r.k.), dat de overheid, om haar uitgaven te vermin deren, zekere bemoeiingen zal moeten gaan overlaten aan het georganiseerde leven der maatschappij. Met belangstelling zullen wij te zijner tijd vernemen, welke bemoeiingen hij daarbij op het oog heeft. Dat de regeering niet ineens de ontzaggelijke begrootingste- korten kan wegwerken, waarvoor zij tegen woordig staat, zal ieder wel met den be windsman eens zijn. Hij gaf intusschen een berekening, waaruit moest blijken, dat het tekort van 190' millioen van verleden jaar thans reeds met 100 millioen is verminderd. Vermelding verdient, dat de opbrengst der omzetbelasting in 1934 vermoedelijk 25 mil lioen onder de raming zal blijven. Intusschen zal deze opbrengst volgende jaren, naar mag worden verwacht, beter worden, als de aan- vangsmoeilijkheden achter den rug zijn. De andere belastingen blijven in 1934 tien mil lioen onder de raming! Voorts verdient de aandacht, dat de regeering haar voornemen, om een koffiebelasting in te voeren, heeft laten varen. Wat dat betreft, komen de be lastingbetalers ten minste niet „op de kof fie"! Ën de crisisinkomstenbelasting heeft de regeering nog wel niet prijs gegeven, maar op rolletjes loopt de voorbereiding aller minst. De minister blijkt de gerezen bezwa ren nog niet te kunnen oplossen. De voorbe reiding van de belasting op besloten ven nootschappen, waarvan het doel is, misbrui ken den kop in te drukken, is ook nog geens zins in kannen en kruiken. Deze belasting maakt een punt van nader onderzoek uit. Zoo ziet men, dat de minister van financiën nog met problemen worstelt. De vraag, of verdere belastingverhooging economisch ver antwoord is, beantwoordde de minjster in den volstreksten zin des woords ontkennend. Hij is tegen opheffing van het bankgeheim. Ir. Aibarda had getracht, een rede van het Kamerlid Oud, in October 1926 gehouden, tegen minister Oud uit te spelen. De laatste verklaarde deze rede nog eens te hebben na gelezen en ze voortreffelijk te hebben gevon den. De Kamer lachte hartelijk, omdat zij de zen minister niet van zelfingenomenheid ver denkt. En de minister liet er aanstonds op volgen, dat die rede onder gansch andere, want veel gunstigere, omstandigheden werd uitgesproken dan de omstandigheden thans. De minister beklaagde zich over een z.i. ontijdige publicatie in de pers van zijn voor nemen om de mogelijkheid van herciassifica- tie der gemeenten met betrekking tot de amb tenaarssalarissen te onderzoeken. Ook deze bewindsman leverde voorts een krachtige bestrijding van devaluatie. Na al wat hierover van de zijde der regeeringstafel is gezegd, kan men wel aannemen, dat, in dien het ooit tot devaluatie mocht komen, dit toch niet onder de tegenwoordige regeering zal geschieden. Gemoedelijk was 's ministers opmerking, dat men der regeering wel verwijt, niet hard genoeg te loopen, maar dat zij ze've moei oppassen, niet zoo hard te loopen, dat zij op haar neus valt! Ieder weldenkende zal voorts instemmen met 's ministers slotwoord, dat men ons volk den toestand niet minder moeilijk mag voor stellen, dan hij is, omdat men anders noode- loos verbittering kweekt. Na de rede van dezen bewindsman vingen de replieken aan. Hierbij verving de heer Vliegen (s.d.) zijn partijgenoot ir. Aibarda, die in het buiten land is. De sprekers betrachten prijzenswaardige kortheid. Men kan ons parlement thans waarlijk geen breedsprakigheid verwijten! Zooals te doen gebruikelijk, heeft de nieu we Fransche regeering zich gisteren aan de Kamer voorgesteld en daarbij heeft de pre mier Flandin, een redevoering gehouden, die als regeeringsverklaring van beteekenis is. Allereerst werd opgemerkt, dat de z.g. godsvrede zal blijven voortduren en daarna merkte de nieuwe premier o.m. het VOlgen- de 0P- .TV I Frankrijk wil den vrede. De regeering zal hem naar binnen en naar buiten in stand houden. Wij willen sterk zijn tegenover hen, die den vrede naar binnen of naar buiten mochten willen trachten te verstoren (leven dig applaus). Wij zullen onze bondgenootschappen en onze vriendschappen uitbreiden. Wij zullen de landsverdediging versterken. Wij zullen in het internationale recht door den Volken bond de gerechtigheid zoeken, die voor de zwaar beproefde frontstrijders de hoop blijft op een belooning voor de gebrachte offers. Wij zullen de republiek verdedigen tegen alle revolutionnaire of naar een dictatuur strevende richtingen. Wij zullen noch prive- leges noch vrijdom van straf dulden. Het her stel van de uitvoerende macht schijnt ons evenals alle Franschen, noodzakelijk. Voor waarde hiervoor is een stabiele regeering. Mocht blijken, dat in het tegenwoordige ka der der parlementaire instellingen het onmo gelijk wordt deze te verzekeren, dan zullen wij niet dralen gebruik te maken van de door de grondwet voorziene mogelijkheden. Wij verwachten echter, dat het parlement als uit drukking van de volkssouvereiniteit ons zijn medewerking bij den nationalen wederop bouw, die wij willen voortzetten, niet zal ont zeggen. Met bijna algemeene instemming had Doumergue deze taak ter hand genomen. Wij brengen hem daarvoor de dankbare er kentelijkheid der natie (levendig applaus in het midden en rechts, protesten links). Voorts kondigt de regeeringsverklaring aan, dat het recht van het parlement tot het goedkeuren van uitgaven beperkt zal worden, dat de orde en rust op de straat ondanks een betreurenswaardige opruiing in stand zal worden gehouden, dat de republikeinsche staat niet zal capituleeren voor de partijzon den. De taken en plichten der ambtenaren zullen worden neergelegd in een soort eere- codex aan de uitwerking waarvan de ambte naren zelf zullen deelnemen. Later zal men ook moeten onderhandelen over de verkie zingshervorming. De politieke problemen van de reorganisatie der verjonging en democra tie zijn overal in de wereld opgedoken, ten gevolge van de vernietiging der economische orde. Het regime van economischen dwang heeft overal schipbreuk geleden. Steeds meer moet men terugkeeren tot de georganiseerde gecontroleerde vrijheid. De regeering belooft op al'e gebieden van het economische leven stimuleerend in te grijpen, teneinde het nor male spel te begunstigen van den economi schen ruil. Economisch gezonde ondernemin gen zullen in het Téven wdrden gehouden door een grootsch opgezette toekenning van crediet. De voorrang, waar Franschen recht op hebben ten opzichte van werk in hun eigen land, is een maatregel, waartegen geen tegenspraak zal kunnen ontstaan (levendig applaus) De noodlijdende landbouw zal de regeering haar bijzondere aandacht schen ken. Op internationaal gebied zullen de onder handelingen, betreffende stabiliseering dér valuta's, afschaffing der handelsbelemmerin gen en op gang brengen van den buitenland- schen handel, bespoedigd worden. Geen men- schelijke handeling houdt stand tegen ver dere critiek, maar de vrije uiting schijnt toen te vereenigen te zijn met de maatregelen, die het parlementaire systeem bevrijdt van over dreven hindernissen. Daarom zal de regee ring interpellaties slechts bij uitzondering aanvaarden en er overigens op aandringen, dat door een door het parlement zelf te be palen procedure de debatten in de plenaire vergadering bekort zullen worden. Tens'otte wendt zich de regeeringsverklaring tot het parlement met het verzoek om inachtneming van het bestand. Frankrijk heeft honderd millioen inwoners in het gehee'e rijk, dat ontzaglijke economische ontwikkelingsmoge lijkheden biedt. Taak en deel moet het b'ij- ven den nakomelingen een beter leven in een schooner vaderland achter te laten. Het verloop der zitting. Toen Flandin de sprekerstribune betrad, werd hij onder applaus ontvangen. De bijval kwam van uiterst rechts tot uiterst links. Het voorlezen van de regee ringsverklaring duurde ongeveer 25 minuten. Na het voorlezen der verk'aring las de voor zitter van de kamer binnengekomen interpel laties voor. De regeerin<r verklaarde zich ac- coord met de onmiddellijke behandeling van de interpellaties over de algemeene politiek en ste'de voor de overige interpellaties te verdagen tot na de behandeling van de be- greoting. Nadat de Kamer zich had aange sloten bii den wensch der regeering. deelde de voorzitter van de Kamer mede, dat in het verloop van de zitting een voorstel behan deld zcu worden, betreffende verlenging van de volmachten voor de Stav:sky-comm;ssie, welke eind October waren afge'oopen. Daaroo betrad als eerste interpe'latierede- naar de communistische afgevaardigde Thor- mez de sprekerstribune, terwijl de banken der afo'evaard'^den begonnen leeg te loopen De behandeling der interpellaties over de algemeene po'itiek had zonder inciden ten plaats en verliep eenigszins eentonig. Na e'kander kwamen de communisten, socia listen, neo-sociaüsten en rad'cani-socia'isten aan het woord. Ook in de wandelgangen van de Kamer heerschte een opvallend rustige stemming. In de wandelgangen van de Kamer wees men er in het biizonder op. dat Flandin een regeerintrsprogram on 'a.n^en termijn heeft oofesfetd en aan de Kamer zTfs be'onfd heeft de legislatieve periode niet voortijdig af te breken. De socialisten vallen aan Eerst na beëindiging der interpellatiede batten kwam de belangstelling van de Kamer los, toen de socialist Lebas den aanval van zijn fractie op de regeering inzette. In zijn woord werd de geheele tegenstelling weer spiegeld, die bestaat tusschen het communis- tisch-socialistisch eenheidsfront en het natio nale front. Nadat Lebas uitgesproken had, betrad Flandin de sprekerstribune om te ant woorden op de interpellaties. In werkelijk heid ging hij echter niet verder in op de in houd dezer interpellaties, doch oefende hij er critiek op uit, dat niet voldoende gevolg was gegeven aan zijn verzoek de debatten over de algemeene politiek zoo kort mogelijk te hou den. De regeeringsverklaring bevat reeds alle antwoorden op de vragen, die door de interpellanten zijn opgeworpen. Het gaat om de eenheid ter verdediging der republiek en van Frankrijk en niet om leerstellingen. Het gaat er om een uitweg te vinden uit de eco nomische, po'itieke, sociale en moreele crisis. Frankrijk is het laatste toevluchtsoord van het parlementarisme. Wanneer de afgevaar digden het voorbeeld van andere democra tieën willen volgen, waarin de partijen el kander eerst met woorden en vervolgens op straat hebben bestreden, om tenslotte via den burgeroorlog tot de dictatuur te komen, dan moeten zij hun gang maar gaan. Spr., Flan din, zal daaraan niet meedoen. Met een toe speling op het feit, dat op wapenstilstands dag twee tegenover elkaar staande demon straties van rechts en links waren georgani seerd, besloot Flandin met een nieuwe aan sporing, om tot politieken en socialen vrede in het binnenland te komen. In ieder geval moet men eenige weken of maanden kalm blijven om bepaalde termijnen te laten af- loooen. Flandin stelde Frankrijk voor als het voor beeld voor den republikeinschen staatsvorm, dien het zal handhaven om den vrede te waarborgen, waarvoor in Franschen grond anderhalf millioen dooden liggen. Motie van vertrouwen. De president van de Kamer las daarop een motie van vertrouwen in de regeering voor, die was ingediend door de afgevaar digden van het Centrum tot en met de radi caal-socialisten, alsmede een voorstel van een afgevaardigde van uiterst rechts, die in de motie van vertrouwen nog een betuiging van vertrouwen van Doumergue wilde opgeno men zien. De socialisten verlieten, nadat hun voor stel tot bet houden van een kort., pauze was verworpen, de zaal. Hierna motiveerden de verschillende fracties haar houding bij de stemming. Met 423 tegen 118 stemmen, bij ongeveer 60 onthoudingen, heeft de Kamer haar ver trouwen uitgesproken in het kabinet-Flandin. Rede van de Broqueville. Wat reeds eenige dagen geleden verwacht werd en wat wij toen reeds met vrij groote zekerheid kon den melden, is thans gebeurd; de Belgische regeering is gistermiddag afgetreden. In de Belgische Kamer, die gister middag bijeen kwam, heeft de pre mier de Broqueville een uii/oerige rede gehouden, welke hij besloot met de verklaring, dat het huidige kabinet het economische en finan cieele wederopbouwprogram, dat het op grond van de door de Kamer in den zomer goedgekeurde speciale volmachten, op zich had genomen uit te voeren, niet kon voltooien, aangezien onder de ministers in den laatsten tijd meenings verschillen zijn ontstaan over de verdere voortzet ting van het program. De minister president verklaarde, dat de vorige week reeds twee mi nisters hun ontslag hadden ge vraagd. Onder deze omstandigheden had hij besloten der koning het ont slag aan te bieden van het geheele kabinet. Het Hbld. schrijft: Het is een triestige finale, dit einde van het derde kabinet-de Broqueville. Alle banken waren dicht bezet en op de tribunes was geen plaats vrij gebleven. Nadat de senior der Kamer, de oude heer Anseele, den parle mentairen zittingsiijd 19341935 geopend had verklaard en de Kamer bij acclamatie den heer Poncelet opnieuw, en dit reeds voor d-3 vijfde maal tot voorzitter had ge kozen. werden eerst die gebruikelijke com missies t^noemd, wat nogal wat tijd vergde. Vei volgens kregen we rouwbetuigingen te hooren in verband met den aanslag te Mar- seille, eerst bij monde var. den heer Poncelet en vervolgens namens de regeering bij monde van den heer De Broqueviile. Daarna weid De regeeringsverklaring van het Fransche kabinet-Flandin. (Dag. Overzicht). De Belgische regeering afgetreden. (Buitenland). Margarine-complot ontdekt. (Bin nenland). Storm over Japan; een stoomschip vermist. (Buitenland). Vogelwinkel te Amsterdam uitge brand. (Binnenland). De Amsterdamsche diefstal van 8000 opgehelderd. (Binnenland). De Uiver naar Nederland vertrok ken. (Luchtvaart.) (Zie order eventueel laatst* beriri.irn.) N.V. BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ v.h. HERMS. COSTER ZOON 3320. ADMINISTRATIE ALKM. COURANT 3320. REDACTIE ALKM. COURANT3330. de geboorte van het Italiaansche prinsesje Maria Pia met vreugde door den heer Pon celet begroet en tensiotte was het dan toch zoover: de minister-president nam het woord. Aanvankelijk misterde men met aan dacht, maar naar mate de heer de Broque ville verder uitweidde over wat den val van zijn kabinet veroorzaakt had. begon de be langstelling te verslappen en ging de stem van den premier meer en meer verloren in het geroezemoes van de gemoedelijke praat jes, die op alle banken werden gevoerd. Slechts toen de heer De Broqueville aan het einde van zijn lang betoog met verheffing van stem stond te spreken, en met zichtbare ontroering verklaarde, dat hij zich thans, na Jaspar, de vermoedelijke Belgische kabinetsformateur een politieke loopbaan van 49 jaar, gedwon gen zag onder den druk der omstandigheden zijn ontslag aan den koning aan te bieden, werd het even stil. Kordaat en kaartsrecht stapte de 72-jarige staatsman uit de regee ringsbank en verliet, gevo'gd door alle mi nisters, de zaai. Geen van de 180 volksver tegenwoordigers scheen de tragiek van dit roemloos einde te gevoelen. De regeerings- partijen verroerden geen vin maar bleven in ijzig stilzwijgen zitten. Op de banken der oppositie daarentegen werd gejouwd en ge joeld. Voorzitter Poncelet hamerde veront waardigd Zoo eindigde het laatste kabinet-de Broque viile. Het zesjarige dochtertje van den Ame rikaan AÏfred Distelhurst Dorothy Ann dat ongeveer twee maanden geleden te Nashville is ontvoerd, is nog niet te recht. De vader heeft nog steeds hoop. Hij heeft verklaard er zeker van te zijn dat de kidnappers met hem niet in verbinding treden, omdat zij moeten voelen in den val te loopen Mits hij zijn kind goed en wel terug krijgt, wilde Alfred de ontvoerders wel toezes-gen. da* hij hen niet in handen der autoriteitei zal spelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1