I
reinirff alles veilio'
zonder krassen
standaardbus
reu zenbus
NAAR EEN BEVREDIGENDEN TOESTAND
VOOR DEN LANDBOUW.
Land- en Tuinbouw.
o® JLadiopcoqcamnui «*©©®oet
EN
DE FREGATVOGEL.
Hoe verkrijgen wij een bevre
digende toestand voor den
Nederlandschen landbouw in
het algemeen en van de vee
houderij in het bijzonder?
Wat kan het liberalisme daar
toe doen wat de N. S. B.?
De N. S. B. tot debat uitge-
noodigd, doch aiwezig.
Dit belangrijke onderwerp had de heer H.
D. Louwes, lid der Tweede Kamer, gekozen
voor zijn rede welke gisteravond door hem
werd uitgesproken in het lokaal van den
heer Renses te Stompetoren, welke vergade
ring belegd was geworden door de afd. Oter-
leefc van den Vrijheidsbond
De vergadering kenmerkte zich door een
zeer drukke opkomst.
De voorzitter, de heer W. Groot, leidde de
vergadering met een woord van dank tot den
inleider en een hartelijk woord van welkom
aan de aanwezigen.
De heer Louwes wilde beginnen met
voorop te stellen, dat aan het onderwerp ont
zaglijke belangen vastzitten en de maatrege
len diep in de bedrijfsvrijheid en het leven
van de menschen ingrijpen.
Het is moeilijk om tegenover alles rustig
eigen inzicht te volgen en dingen te zeggeh
die niet populair zijn. Het probleem, onze
landbouw in crisistijd, is buitengewoon
moeilijk omdat wij het verschijnsel niet be-
heerschen en niet begrijpen.
Bescheiden is het te trachten een dragelij-
ken weg in de crisis te vinden.
Wie had er b v. op gerekend, dat Duitsch-
land, dat onze producten zoo noodig heeft,
zijn betalingen stopzet en onze export weer
op losse schroeven zet.
In vogelvlucht bekeek spr. de ontwikke
ling van het landbouwleven in de laatste 50
jaar, waarbij hij herinnerde aan de crisis in
de negentiger jaren, toen de regeering den
landbouw welbewust stuurde naar de ver
edeling, met het gevolg, dat het plechtanker
van ons huis in het buitenland kwam
te liggen.
Als feiten kan men thans nemen, dat het
buitenland» ons plechtanker doorzaagt. De
wereldmarkt voor onze eieren, vleesch, boter
en groenten heeft een lage prijs gekregen en
het verkeer der goederen wordt onmogelijk
gemaakt.
Een K.G. boter wordt thans op de Engel-
sche wereldmarkt gebracht voor 40 cent en
geen land zal thans meer onbekommerd het
overschot van onze varkens ontvangen. Er is
geen vrije markt meer.
De crisis trof het eerst den akkerbouw
Spr. stipte dit nader in onderdeden aan
Daarop volgde met groote hevigheid de cri
sis in de veeteelt en wanneer wij de uit
komsten van de akkerbouw en de veehoude
rijbedrijven nagaan, dan blijkt, dat beide be
drijven in een ellendigen toestand verkeeren.
Spr. verwees hiervoor naar de cijfers van het
boekhoudbureau in Groningen. In 1934 ver
anderde de toestand van het zuivelbedrijf nog
nadeeliger, dank zij de goede oogsten bij den
akkerbouw en ook het indexcijfer is voor den
akkerbouw gunstiger. In verhouding tot 1914
krijgt de akkerbouw voor 1 in 1914 thans
0.95 en de veehouder 0.80 voor het pro
duct.
Steeds schept de samenleving andere vor
men en sommige groepen, de boekdrukkers,
de bouwvakken en de ambtenaren is het ge
lukt langs den weg van de organisatie, zich
van de wereldorganisatie los te maken. Spr.
stelde de positie van de onbeschutte bedrij
ven tegenover die van de beschutte
Zoolang er was een stijgende welvaarts-
lijn lieten de boeren de ontwikkelingsgang,
ondanks de scheve verhoudingen, zijn gang
gaan. De heer Smit uit Voorborg en anderen
lieten reeds jaren een waarschuwend geluid
hooren.
Het Drentsche Landbouwcomité drong in
1921 reeds aan om te trachten invloed te ver
krijgen op politiek gebied. Men luisterde
niet, ook de landbouworganisaties deden dit
niet. En deze verwaarloozing wreekt zich
thans.
In 1930 had de regeering alle beschutting
kunnen wegslaan, of de onbeschutte kunnen
helpen. Als liberaal oordeelde spr. 't eerste
beter. De regeering was echter genoodzaakt
het tweede te doen en zoo ontstonden de cri-
siswetten om den landbouw een prijspeil te
geven, dat in het Nederlandsche leven past
Thans kan gezegd worden, dat de Neder
landsche boerenstand veel heeft weten te
bereiken, al verkreeg het nog niet meer dan
een noodverband.
Op het prijspeil rust nog een te hoog las-
tenpeil, zoodat de landbouw nog- verre staat
van een bestaanspeil.
Spr. standpunt is, dat de bepalingen voot
de veehouderij zoo moeten worden vastge
steld, dat deze de producten van den akker
bouwers kan koopen. L
De politiek moet dus zijn om de veehoude
rij op te heffen tot het peil waarop de akker
bouw zich thans bevindt.
Het is de vraag daartoe maatrege.en aan
te wijzen. Erkent moet worden, dat dé vee
houderij en de pluimveeteelt een deel van
zijn bestaansgrond, door het verloren gaan
van exportmogelijkheid, heeft verloren. Aan
alle kanten belemmeringen voor de invoer
van ons product. Het veredelingsbedrijf op
ons bedrijf moet voor een groot deel worden
afgebroken.
Niemand kan zeggen wat de toekomstige,
boterpolitiek van Engeland zal zijn en of
Duitschland kan betalen en wat de politiek
van Frankrijk zal zijn.
Het is dus even gevaarlijk te veel af te
breken als te weinig af te breken.
De regeering moet weten, wat niémand
weten kan en daarom moet men met de poli
tiek voorzichtig zijn. Algemeen kan 'verwacht
worden dat onze "export in zijn gewedige
omvang niet meer zal tefugkeeren.
Men moet dus regelen, de vrije productie
is alleen mogelijk bij een vrije afzet.
De zaak moet dus in handen worden ge
nomen, anders blijven de prijzen funest.
Spr. verwacht, dat de landen er toe zul
len moeten komen om samen te werken, maar
daarvan is nog geen sprake. De feiten wijzen
er op, dat Engeland ook onze boter straks
gaat contingenteeren. Wij moeten dus min
der vleesch en zuivelproducten produceeren
en meer akkerbouwproducten, omdat min
der krachtvoer moet worden ingevoerd.
De Rotterdammers die een deel van de ha
ven moesten stil leggen, eischen ten onrechte
braakleggen van gronden. De bodem braak-
leggen brengt nationaal verlies. Zoolang
we nog arbeidsgelegenheid te kort komen is
het onverantwoordelijk de bodem niet te ge
bruiken. Wij moeten de Nederlandsche bo
dem blijven gebruiken anders moeten wij
ge'd naar Amerika sturen, terwijl er hier dui
zenden werkloos rondloopen.
Spr. verwees naar het verhandelde in de
Octcbervergadering van de Groninger Mij.
van Landbouw, waar men inzag, dat de ak
kerbouw alleen kan estaan als er een koop
krachtige veehouderij achter staat. Spr, oor
deelde in dit licht de regeeringsmaatrëgelen
gerechtvaardigd.
Voorts besprak hij de margarinekwestie
waarbij hij voorop stelde dat men niet mag;
'afwijken van wat plicht en geweten voor
schrijft en dat eischt dat men ook de maxga-
rineindustrie als eep deel ziet van het be
drijfsleven.
Thans werkt die Industrie mét' Indische
vetten en tegen de producten van de In
dische bodem moeten wij anders staan dan
tegenover de producten van een onbekende
wereldzee, waar de walvisch wordt gevan-
gen.
Het is een kwestie van berekefiing hoe men
uit het totaal vetten het meeste Voordeel kan
halen voor den Nederlandschen boer.
De kwestie moet uitsluitend met een koel
verstand bezien worden.
Het be'ang van de Engelsche markt voor
onze boter, mag men niet onderschatten, Uit
voerig stond spr. hierbij stil.
De margarine kost thans 1 in den klein
handel per K.G. De productieprijs is 0.25,
zoodat 0.75 voor den boer op 1 K.G. mar
garine geheven kan worden. De prijs van de
boter op de Engelsche markt is 0.40 per
KG. Vervangd men'het KG- margarine vooi
■boter dan kan rtten"daarop dus slecht 0.60
voor dén boeT halen en' defoaag-js hoe halen
wij het meest liit de beschikbare venen voor
den Nederlandschen boer."'
Komende tot de kwestie, van het zuivel-
potje zeide spr., dat het hem aangenaam zou
zij, dit direct den boer ten goede te laten
komen. De regeering heeft „neen" gezegd en
wij kunnen niet verder.
Er zijn hog meerproblemen, doch hoofd
zaak is om te trachten de Veehouderij op te
trekken tot het peil van den akkerbouw en is
dit niet mogelijk dan moet er nivileering ko
men. doch als uiterste maatregel.
Hierop pauzeerde spr. vöor het tweede deel
van zijn rede.
(Applaus.)
Wat kan het liberalisme doen
en wat d* N S. B.
Naar spr. oordeel moet .(te boerenstand in
Nederland er goed op bedacht zijn, dat hij
voor zijn politieke invloed uitkomt, omdat de
Staat steeds meer ingrijpt, en niemand zijn
belangen beter kan behartigen dan hij zelf.
Spr. oordee de politieke partijen altijd nog
een gelukig verschijnsel, omdat ze naast de
fouten, draagsters zijn van, groote beginse
len. r ft
Ht liberalisme komt op voor de persoon
lijke vrijheid, zoowel geestelijk als maat
schappelijk.
Wij zijn voor een sterk gezag, voor hand
having van goede zeden';en gehoorzaamheid
(/aan .de )vet, maar daarnaast willen wij dat
j de ihensch voor zich en zjjn gezin kan zor
gen.'
Nu de wereld aan alle kanten op ons aan
valt en'het schip van Staat in den storm is,
mag men de stuurlui, niet te veel tusschen de
beenen loopen, omdat beslissingen a la mi
nuut in dezen tijd noodig zijn. Noch de
Tweede Kamer, noch de Eerste Kamer zijn
eeri belemmering geweest om den minister
van economische zaken tot opperheer in Ne
derland te maken, omdat besluitvaardigheid
noodig was..
De controle van. de volksvertegenwoordi
ging, een groote waarborg, is echter bestuur
geb'even, zoodat elke contingenteering gecon
troleerd wordt. Kamer en regeering kunnen
over het regeeringsbeleid §preken en dat is
e'en kostelijk goed.
De hiinister is in ieder geval verantwoor
ding schuldig en ons staatsbestel verdient
dan ook nog verdedigd te worden.
De regeering. moet blijven in zijn eigen
récht en in dat opzicht spreekt het liberalis
me mee. In de afdeelingén werken de kamer
leden opbouwend met "de regeering mede.
Voorts stelde spr. in' hét licht, dat er geen
partij is die,als de liberale.staatspartij naar
verhouding zoo veel plaats voor het platte
land inruimde.
Spr. vaste overtuiging is, dat men met een
eigen boerenpartij mindér bereikt, dan dat
men er voor zorgt, dat er menschep voor het
land aan de tafels van de 1 bëginselpartijen
zitten. In eigen kring hééft ihen geen tegen
spraak, maar in kringen-met anderen moet
men zich kunnen vérdedfgèn 'én spri is over
tuigd, dat de liberale veTfegenwoordigérs dit
doen naar hun bescheiden krachten, al be
schikken zij nieh over het wondermiddel om
de crisis cp te lossen.
Hoe staat het nationaal-socia-
Iisme hier tegenover?
Komende tot deze vraag, stelde spr. voor
op, dat hij het met het. .beginsel van het na
tionaal-socialisme fundamenteel, oneens is,
omdat Het leidersbeginsel doof en door on-
Nederlandsch is. Volkeren die zelfbestuur
hebben gekend en getoond hebben zich zelf
te kunnen regeeren hebben aan het leidersbe
ginsel geen behoefte In een nationaal-socia-
listische staat wordt de controle van de
volksvertegenwoordiging ten eenemale uitge
schakeld. De volksvertegenwoordigers wor
den daar stroopoppen, die geen minister
Vrijdag 30 November.
HILVERSUM, 301 M. (8.12
4.—8—en 11.-12.— VARA, de
AVRO van 12.-4.— en de VPRO
van 8.—11.uur). 8— Gr.pl-
10.— VPRO-morgenwijding. 10.15
Del. R. Numan. 10.35 Gr.pl. 11-
Verv. deel. 11.30 Gr.pl. 12.- Rem-
brandt-Theater-orkest olv. D. Har-
togs. 1.45 Voordracht F. Kramer.
2.15 Kamermuziek door H. Grin,
viool. Fr. Kloek, viola en J. de
Vente, fluit. 2.45 Gr.pl. 4.— Knip-
les. 4.45 Gr.pl. 5Voor de kinde
ren. 5.30 De Notenkrakers olv. D.
Wins. 6.— Gr.pl. 6.15 Verv. De
Notenkrakers. 6.30 Gr.pl. 6.45 E.
Walis en zijn orkest. 7.Orgelspel
Johan Jong. 7.30 H. Vos: Het plan
de Man. 7.50 Gr.pl. 7.57 Herh.
SOS-ber. 8.Causerie prof. dr M.
C. v. Mourik Broekman. 8.30 Mary
Kahn en Sini Ottens, pianoduetten.
9Dr. H. de Vos: Rede en open
baring. 9.30 Verv. concert. 10.20
Vaz Dias en Vrijz. Godsd Pers
bureau. 10.15 Lezing J. v. Kasteel.
11.—12.Gramofoonmuziek.
HUIZEN, 1875 M. (KRO-progr.)
(A'g. progr.) 8.—9.15 en 10.
Gr.pl. 11.30—12.— Voor zieken
en ouden van dagen. 12.15 Gr.pl.
1Orkestconcert, en gr.pl, 3.
Gr.pl. 4 Orkestcmcert en gr.pl.
5 Lezing. 5.30 Schlagermuziek
en gr.pl. 7.15 Lezing. 7.35 Gr.pl.
8.Vaz Dias en gr.pl. 8.15 Or
kestconcert. 9.Orkestconcert m.
m. v. solist. 9.35 Gr.pl. 9.40 Cello-
soli. 9 50 Orkestconcert. 10.30 Vaz
Dias. 10.35 Populair concert. 11.15
12.Gramofoonmuziek.
DROITWICH, 1500 M. 10-35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Cau
serie. 11.20 Orgelspel R. New.
11.50 Voor de scholen. 12.10 New
Victoria Cinema-Orkest olv. S. Pha-
sey. 12.50 BBC-dansorkest olv.
H. Hall. 1.35 Concert door strijk
kwartet. 2.20 Voor de scholen. 3.20
Voordr. 3.35 Lezing. 4.— BBC-
Northern Orkest olv. T. H. Morri-
son. 4.50 E. Colombo en zijn
orkest. 6.35 Mantovani en zijn Ti-
pica-orkest. 6.20 Ber. 6.5G en 7.10
Lezingen. 7.30 Koorconcert. 7.50
„The Kentucky Minstrels", neger
revue olv. H. S. Pepper. 8.50 St.
Andrew's Day-progr. 9.50 Ber.
10 20 Maj. C. H. Douglas: Causes
of War. 10.35 BBC-orkest o.l.v. J.
Lewis. 11.30 Voordr. 11.3512.20
Harry Roy en zijn band.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M
Programma niet ontvangen.
KALUNDBORG, 1261 M. 1120
1.20 Strijkorkest olv. H. Ander-
sen 2.20—4.— Concert uit rest.
Wivex. 7.30 Fluit duet. 7.45 Radio-
tooneel. 9.50 Mandolineconcert olv.
Hammerich. 10.20—11.50 Dans
muziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl.
6 35 Gr.pl. 11.20 Omroepklein-
orkest olv. Eysoldt. 1.35 Omroep-
kwintet. 3.20 Uit Koningsbergen:
Omroepkleinorkest o.l.v. Wilcken.
7.35 Uit Breslau: „Lachende Poe-
terei", literair-muzikaal progr. 8 20
Omroepkinderkoor olv. Hüsch. 8.40
Omroeporkest o. 1. v. Buschkötter.
10.2011.20 Orkestconcert o.l.v,
Engels.
ROME. 421 M. 8.05 Orkest en
A. Serato, viool. Hierna: Populair
concert.
BRUSSEL, 322 ei. 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. en salonorkest o. 1. v.
Walpot. 1.30—2.20 Gr.pl. en viool-
recital. 5 20 Gr.pl. 6.50 Salon-
orkest oiv. Walpot. 7.35 en 8.20
Gr pl 8.35 Gevar. concert. 10.30
Volksliederen. 10.45 Cabaret-progr.
mmv. mandoline- en strijkorkest.
11 15—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 1.302.20 Salonorkest olv.
André. 5,20 Symph.-concert.. 6-35
Gr.pl. 6.50 Pianorecital. 8.20 Om
roeporkest o.l.v. André. 10.30
11.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.35 Zie Keulen. 8.20 Dans
muziek (gr.pl.) 9.20 Politiek over
zicht. 9.30 Ber. 9.50 Causerie over
Finland. 10.05 Weerber. 10.20
11.20 Willi Wende en zijn orkest.
Lijn
Lijn
Lijn
Keulen
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
1: Hilversum.
2: Huizen.
3: Deutschl s. 8.059.20,
9.20—14.20, Kalundborg
14.20—15.20, Keulen 15.20—16.50
Lond. Reg. 16.50—17.20, Brussel
Fr. 17.20—17.50, Stuttgart 17.50
—19.10, Weenen 19.10-20.30, Be-
romünster 20.30—21.35, Brussel
Fr. 21.35—23.20, Weenen 23.20—
24.—.
Lijn 4: Parijs 8.05—8.50,
Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg.
11.05—11.20, Droitwich 11.20—
14.25, Lond. Reg. 14.25-16.—,
Droitwich 16.18.50, North Reg,
18.50—19.20, Lond. Reg. 19 20—
19.50, Droitwich 195020.50,
Lond. Reg. 20.5024.
naar huis kunnen sturen. Zij mogen daar al
leen maar ja-knikken.
Wanneer er ooit een gunstige gelegenheid
komt voor corruptie en groote staatsmisda
den, dan is dit in de Staat met het leidersbe
ginsel, waar de controle van de volksverte
genwoordiging is uitgeschakeld. Een leider,
zelfs een leider met de beste bedoelingen be
zield is nooit onfeilbaar. Ook hij tast mis in
het nemen van beslissingen en het aanstel
len van zijn volgelingen. In een staat met het
leidersbeginsel is er geen macht die in het
openbaar met den leider in het strijdperk kan
treden.
De nationale staat wordt dan ook een on
duldbare tirannie, wanneer de staatsmacht de
eenheid oplegt. E>e consekwentie van de na
tionale staat is een regeeringsbeleid, zooals
Rusland dat kende voor 1905, met een al
machtige Tsaar als wereldlijk en geestelijk
NU.
NU,
15 CTS.
,27!cts.
OP ELKE BUS EÈN BON VÓÓR GESCHENKE^ -- DE BÖNS VAN DE REUZENBUS HEBBEN DUBBELE WAARDE
hoofd van de bevolking, wiens wil wet was
in Staat en Kerk.
In Nederland is dan ook het nationaal-
socialisme niet bestaanbaar. Spr. volgt
trouw, wat er van nationaal-socialistische
zijde wordt gezegd en hij moest constateerën,
dat dit nog met geen enkele eigen aparte,
nieuwe gedachte tegenover de moeilijkheden,
waarin wij ons bevinden, is gekomen.
Ons tegenwoordig staatsbestel gelijkt veel
op wat het nationaal-socialisme wil. De
arbeid van den minister van economische
zaken gelijkt op het samengaan met corpo
raties. Voor het crisis-beleid hebben wij ge
schapen, wat noodig is. En in onze organi
saties heerscht een betere orde dan in
Duitschland en Italië, die zich corporatieve
staten noemen. Wij hebben gehouden de
controle van de volksvertegenwoordiging op
de daden der regeering en dat is het juist,
wat het nationaal-socialisme mist.
Voor de werkloosheidsbestrijding en de
veehouderij-problemen is het nationaal-
socialisme met geen enkele nieuwe gedaihte
naar voren gekomen. Di' voorjaar betoogde
ir Mussert, dat minister Slotemaker de
Bruine als dominé niet op de ministerstoel
hoorde, van waaruit de werkloosheid bestre
den moet worden. De minister heeft toen
gezegd: „Wanneer U een middel heeft om
een einde aan de werkloosheid te maken,
kom daar dan mee voor den dag, dan zal ik
het uitvoeren".
De heer Mussert is toen met een antwoord
gekomen en hij heeft enkele conclusies ge
steld, die geen enkele concrete^ gedachte be
vatten, waardoor mc.gen één werklooze
méér aan het werk kon komen. Slechts al-
1).
door George Owen' Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
HOOFDSTUK I.
De waard stond in de deur; hij had zich
niet den tijd gegund om te kloppen, maar
had den deurknop zachtjes omgedraaid, zoo
dat de wind de deur wijd open woei. Hij
zag zijn gast in zijn hemdsmouwen aan de
kale tafel zitten, tusschen het ledikant en
het raam; hij zag, dat het hemd van zij was,
maar zoo versleten, dat een der ellebogen
er doorheen stak, terwijl James Geraldi,
beter bekend als Slanke Jim, zich oefende
met een spel kaarten.
Niettegenstaande zijn booze bui was de
waard geboeid door de handigheid van den
jongeling; in zijn vinger werden de tweeën
vijftig kaarten tot een vloeibare eenheid,
Het wasschen veroorzaakte slechts een
zacht fluisterend geluid, zoo handig en
vlug schudde hij de kaarten. Toen deelde
hij de kaarten uit, onderwijl zacht mompe
lend: Jij verliest ik verlies hij wint.
Hij nam de kaarten weer op en waschte ze
met dezelfde geluidlcoze gratie.
De waard had echter genoeg gezien
„Jij verliest, jong", zei hij ruw.
Slanke Jim bewoog hoofd noch handen,
maar klemde z'n voeten kalm achter de
voonpooten van zijn stoel, zooda't hij gereed
was om, in geval van nood, naar elke rich
ting te kunnen opspringen. Daarna wendde
hij langzaam het hoofd en keek zijn gast
heer met een beminnelijken glimlach aan.
Slanke Jim was een knappe jonge man
met blauwe oogen, ravenzwart haar en ha
gelwitte tanden. Hij bezat de loome, krach
tige schoonheid van een zwarten luipaard,
die slaperig door de tralies van zijn kooi
kijkt; maar veronderstel eens, dat'dé traliès
zouden worden weggenomen wat dan?
De waard dacht hieraan ook, teen de'rus
tige, tevreden blik van zijn gast op hem ge
richt werd, maar aan den anderen kant had
hij ook eenig vertrouwen op breede schou
ders en dood gewicht, zelfs wanneer een
groot gedeelte van dat gewicht geconcen
treerd was in de maagstreek. Daarbij was
er in geval van nood een hard voorwerp
in zijn rechter heupzak, welke speciaal was
gemaakt om een blauwstalen Coltrevolver
met langen loop te bevatten.
Hij waagde zich dus de kamer in, maar
slechts een enkelen stap.
„Ga zitten, meneer Chalmers", zeide Jim,
„neem een stoel en laat ons samen wat kaar
ten".
„Ik heb gezien, hoe je met de kaarten
omgaat", zeide de groote man, „en ik heb
bemerkt, dat je het geweten hebt van een
valk of van een hojigerigen, praifiewolf
Maar ik zou wel eens willen weten waarom
je, als je al zulke dingen kunt doen, niet
rijk bent, inplaats van mij drie weken huur
schuldig te zijn?'
„Dat zal ik u zeggen",, zeide Geraldi met
een zucht en met een fliiweelen stem. „Ik
heb de meeste jaren van mijn leven ver
knoeid",
„Zoo, en hoe dan, jong?"
„Met werken",, zeiae Jim, en hij zuchtte
weer.
„Mét werken? Is dat dan werken, jong-
mensch?".
„O", zeide de ander, „maar dit is een
nieuwe ontdekking van mij. Dit is een talent,
waarvan ik nooit gedacht 'heb gebruik te
maken, totdat ik in uwe charmante stad
kwam, meneer Chalmers".
„Je hebt drie weken tijd gehad om deze
charmante stad af te werken", bromde Chal
mers, „maar ik heb nog geen geld op tafel
gezien".
„Dat komt, omdat er iets hapert aan deze
elegante oude stad", zeide Slanke Jim.
„En dat is?"
„Er is. hier geen wild" zeide Geraldi
„Iedereen hier heeft .Salomo tot grootva
der".
Meneer Chalmers lachte, maar keek Ge
raldi eens van terzijde aan.
„Betalen of de,kast.in", zeide hij.
„Goed", zuchtte Cteraldi. Vanmiddag zal
ik betalen".
„Geen denken aan, jong. je zult het ver
duiveld vlug doen en nu dadelijk"..
Voor, een oogenbfik weelf de slaperige'uit
drukking uit Geraldi's.blik. Hij, hief het
hoofd een weinig op en er kwam even een
valsche glinstering in zijn oogen toen hij
naar den grooten, zwaren man opkeek.
„U moet niet te hard zijn", zeide hij. „U
moet bedenken dat ik langen tijd pech ge
had heb, den ergsten tegenslag, weet u?"
„Gelukkig voor het wild, hé" grijnsde
de waard.
„Ik kon het kleine grut gemakkelijk vin
den", zeide Jim, „maar ik wil geen stekel
baarsjes vangen en ook geen sufferds. Het
zijn de door de wol geverfde spelers die ik
zoek, meneer Chalmers".
Je wilt dus de valsche spelers tot je
slachtoffers maken, hé?" vroeg Charmers
„Ik ben een fregatvogel, om het zoo uit te
drukken", zeide Geraldi.
„En wat is dat?" vroeg de waard be
langstellend tegen wil en dank.
„Een fregatvogel", zeide zijn gast, „is
een vogel, die niet veel omvang heeft, zoo-
u. z'5*"' en hiJ' strekte zich uit en wuifde
met de hand, als om te beduiden, dat zijn
honderdzestig of zeventig pond lenige spie
ren niets te beteekenen hadden, „erg
weinig omvang, maar hoofdzakelijk vleu
gels, snavel en klauwen. Dit dier is steeds
in de lucht".
„Ik denk, dat jij ook niet vaak op het nest
zit", merkte Chalmers op.
„Het strijkt nooit op het water neer en
toch leeft het van aas, net als ik".
„Hoe vangt het de visch dan?" vroeg de
waard belangstellend.
„U moet niet vergeten, dat in het gedeelte
van de wereld, waar deze vogel thuis hoort,
er verscheidene zeevogels zijn, die van vis-
schen leven. Zij vangen de visschen en stij
gen langzaam er mede op, dan komt de fre
gatvogel uit een wolk naar beneden gescho
ten en slaat zijn klauwen in hun oogen Zij
laten hun prooi vallen, de fregatvogel duikt
dan omlaag door de lucht en vangt de visch
weer op, misschien een handbreed boven het
water. En zoo krijgt hij zijn diner te pak-
ken".
Meneer Chalmers krabde zijn kin. „neo
je zooveel dunk van jezelf?" vroeg hij.
Jim blimiachte gul, hoewel zijn oogen even
slaperig bleven als tevoren.
„Ik neem mijn kansen waar", zeide hij.
„En verslijt intusschen je hemd, hé?"
„Oefening baart perfectie", besloot de fre
gatvogel.
„Zeg, jongmensch" zeide Chalmers, „er
wordt elk oogenblik een troep afzetters hier
verwacht, die van de mijnen komen, waar
zij de mijnwerkers hun maandloon hebben
afgetroggeld. Wat zou je met deze lui kun
nen beginnen?"
„Ik kwam speciaal hierheen om ze te ont
moeten", zeide fregatvogel.
„Er is geen enkele gemeene streek met
kaarten, die ze niet kennen en als ze je in de
gaten kregen, zouden zij dien glimlach van
je gezicht schieten, jong".
„In alle dingen schuilt gevaar", ant
woordde Geraldi. „Een speldeprik kan
bloedvergiftiging veroorzaken of een bak'
steen kan naar beneden vallen, of zelfs kun
je stikken in een hap brood".
Chalmers lachte binnensmonds.
(Wordt vervolgd s