Inschrijving voor den dienstplicht. Jiadiopccgcamma «o®®4* HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent JUiMicaties HeuitCeton DE FREGATVOGEL Cfemeentecaden. Gebruikt in Uw soepen Donderdag 6 December. HILVERSUM, 301 M. (AVRO- uitz. 8.Gr.pl. 9.Omroeporkest olv. N. Treep. 10.Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 L. Miere niet, 'ola. D. Ruyneman, piano. G Valeria, zang en E. Veen, pianobe- gel. 12.John van Brück en zijn orkest. 2.Voor de vrouw. 2.30 Pianorecital A. Koole. 3.Naai les. 3.45 Zenderverz. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 Om roeporkest olv. N. Treep. 6.30 Sportpr. H. Hollander. 7.— Verv. concert. 7.30 Engelsche les. 8r— Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 9 Om roeporkest olv. N. Treep m. m. v. Hélène Cals, sopraan. 9.45 Piano recital E. Veen. 10.Kovacs Lajos en zijn orkest. 10.30 Aansl. me. Carlton, A'dam. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Verv. Kovacs. HUIZEN, 1875 M. (8.—10.— en 11—2— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2—11.30 uur). 8.— 9 15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Mor gen-dienst olv. ds. P. v. Vliet, 10.45 en 11.Gr.platen. 11.30—12. Godsd. halfuur. 12.15 Orkestcon cert en gr.pl. 2.— Cursus fraaie handwerken. 3.3.45 Gr.pl. 4. Bijbellezing ds. C. M. Luteyn, m. m. v. bariton en orgel. 5.Han denarbeid voor de jeugd. 5.30 Gr. pl. 5.45 Drs. P. J. Meetens: Over goede lectuur. 6.15 Pianerecital M. Flipse. 7.15 Gr.pl. 7.30 Weekover- zicth. 8.Zangconcours Bond v. Chr. Zangvereen. in Friesland olv. A. Kalverda. 9.Causerie L. W. J. v. Hasselt. 9.30 Verv. zangcon cours. 10 30 Vaz Dias. 10.40— 11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35— 10.50 Morgenwijding. 11.05 Le zing. 11.25 Gr.pl. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Het Rutland Square en New Victoria Orkest olv. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gr.pl. 5.05 Orgelconcert door F. Dunnill. 5.35 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 6.20 Ber. 6.50 Zang door J. Arm- strong, tenor. 7.10 Duitsche cause rie. 7.40 Gr.pl. 7.50 Causerie. 8.20 Harold Ramsay en zijn Rhythm Symphony. 8.50 'Hughie Green en zijn ensemble. 9.10 Arthur Riscoe in zijn repertoire. 9.20 Omroep- mannenkoor olv. Woodgate, mmv. D. Smith, bariton en E. Lush, piano. 9.50 Ber. 10.20 Korte dienst. 10.35 Bridgewater Kwintet. 11.30 Voordracht. 11.3512.20 Casani Club orkest olv. Kunz. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Pascal- KALUNDBORG, 1261 M. 11.20 1 20 Strijkensemble olv. Ander- sen. 2.- Pianosoh. 2.20 Strtjk- ensemble olv. Nielsen 7.20 Om- en solisten. «Die Schopfung oratorium van Haydn. 9.35 Voordr. 10.05—11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. ^20 GrpL 6.35 Orkestconcert olv. weisz- haupt. 11.20 Omroeporkest o. 1. v. Kühn, mmv. F. Hansen, sopraan. I.35 Orgelconcert A. Harnisch. 3.20 B. Derksen en zijn orkest, m. m. v. solisten. 5.05 Gr.pl. 6.20 „Der Nikolaus ist da", gevar. progr. 7.20 Toespraak door Dr. Goebbels. 8 50 Dansmuziek uit Berlijn, olv. Steiner. 9.50 Vocaal concert. 10.35—11.20 Kaïnerkwin tet mmv. solisten. ROME, 421 M. 8.05 Concert m. m- v. orkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 12.35 Gr.pl. 1.30—2.20 Omroeporkest olv. Gason. 5.20 en 5 50 Gr.pl. 8.20 Missie-uur o. 1. v. den E. P. de Clippele. 9.20 Sym- nhonie-orkestconcert. 10 30—11.20 Grol. 484 M.: 12.20 Salonorkest olv. Walpot. 1-30—2.20 Gr pl. 5.20 DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7 20 Toespraak Dr. Goebbels. 8 50 Gr.pl. 9.20 Ber. 9.45 Sportpr. 1005 Weerbericht. 10.2011.20 Volksmuziek uit Frankfort. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE, Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3* Deutschl.s. 8 059.20, Keulen 9.20—12.20, Parijs Radio 12.2D—12.50, Keulen 12.50—14.20 Kalundborg 14.20—15.20, Keulen 15.20—16.50, Lond. Reg. 16.50— 17.20, Parijs Radio 17.2019.20, Weenen 19.20—19.50, Parijs Radio 19.50—20.05, Milaan 20.05—23.20, Weenen 23.20—24.— Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg. II.05—12.40, Droitwich 12.40— 14.20, Lona. Reg. 14.2015.20, Droitwich 15.20—18.20, Stuttgart 18.20—19.05, Lond. Reg. 19.05— 20.20, Droitwich 20.20—21.50, Lond. Reg. 21.50-24.—. met de nieuwe salarisregeling van burge meesters, secretarissen en ontvangers, mits geen terugwerkende kracht daaraan wordt verleend1 en de regeling 1 Januari 1935 in gaat. Voorgesteld werd1 van den heer Winder een strook grond te aanvaarden om hem in die ge legenheid te stellen middenstandswoningen te bouwen bij het tramstation. De heer Schermer zag daar liever geen Woningen gebouwd en was van oordeel, dat met het voorstel een precedent geschapen wordt. Er is grond genoeg, waar men zonder belemmerng kan bouwen. De heer G u 11 e r deelde deze zienswijze. De heer D u i n had ook verwacht, dat de voorzitter dit standpunt zou innemen. Per soonlijk heeft hij geen bezwaren. Wethouder B ij 1 zeide, dat B. en W. er niets op tegen hadden. Hij weet, dat de menschen boomen om een huis waardieeren en als er niet te dicht op elkander gebouwd wordt, is hij er voor. De voorzitter wilde bet persoonlijk ook liever ongerept bewaren. De gemeente kan den grond echter niet koopen. Tot nog toe werd er vergunning verleend om aan wegen van 4 M. breedte te bouwen en hier wordt de weg breeder. Uit gemis aan een uitbrei dingsplan kan men het niet keeren. De heer Duin oordeelde, dat er weinigen zijn, die nog kunnen bouwen en hij oordeelde, dat nette huizen den welstand verhoogen van de gemeente. De heer Schermer zag in de toestem ming een bebouwing van de Nollen. Spr. wil niemand tegenwerken, doch hij wil het in goede banen leiden. Tegen een bebouwing langs een door dit bosch te maken weg heeft hij geen bezwaar, doch bij het station wil hij het onbebouwd laten. De voorzitter deed het voorstel de zaak aan te houden om te kijken of de heer Winder dit wil accepteeren. Wethouder v. Lienen was van oordeel, dat men bebouwing niet kan keeren. De heer Duin oordeelde, dat volgens het denkbeeld van den heer Schermer de toe stand totaal vernield wordt. De voorzitter was het hiermede niet eens en gaf een uiteenzetting van een situatie, die z. i. een mooie oplossing zou brengen. Het voorstel van de burgemeester om te door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. Met oogen en mond wijd open ging me vrouw Asprey zijdelings naar de deur en toen zij er dicht genoeg bij was, strompelde zij naar buiten, half springend, half val lend. Haar gegil klonk over de gang, de trap af, terwijl zij aldoor riep: „Neef Ed- gar, neef Edgar!" „Het spijt mij", zeide Louisie, „maar er was geen betere manier om haar te ont moeten. Het zou in elk geval een schok voor haar geweest zijn, hoe ik het ook zou heb ben voorbereid. zult neef Edgar eh wel anders vinden". Zij zeide dit met een beteekenisvolle pauze achter den naam, maar wat die pau ze beteekende, kon de fregatvogel niet uit maken. Hij werd een beetje nerveus onder zijn koel uiterlijk, want het kwam hem voor dat het gegil van mevrouw Asprey luid ge noeg was om de geheele buurt op stelten te zetten. Weldra konden zij haar klagende, hijgen de en kakelende stem weer hooren, terwijl een diepe, sonore basstem trachtte haar ge rust te stellen. „Wel, wel, wel, wij zullen eens zien, wij zullen eens zien. Lieve nicht Olivetta, laat dat maar aan mij over; mijn schouders zijn breed genoeg om grootere lasten te dragen dan deze, denk ik". „O, Edgar", riep mevrouw Asprey in een opwelling van dankbaarheid en opluchting uit, „hoe zou ik zonder jou kunnen leven?" Zij kwamen de kamer binnen en Geraldi zag een grooten, bleeken, kaalgeschoren man, niet dik genoeg om last te hebben van zijii gewicht, maar dik genoeg om geen rimpels te vertoonen. Hij had een klein rose vlekje op beide onderkaken en wanneer hij zich opwond of ontroerd werd, werden die vlekjes kleiner en kleiner of duidelijker in grootte en kleur. Zijn oogen waren nogal klein en scherp, maar dat kon zoo geschenen hebben door de volheid van zijn gezicht. Niets trok echter meer de aandacht van Geraldi, dan zijn handen; zij waren verba zend groot en erg wit en week, zoodat, wanneer Edgar Asprey zijn handen ineen sloeg, zooals hij vaak onder het spreken deed, het Geraldi voorkwam, alsof de vin gers geen beenderen hadden. „En dit is de man!" zeide neef Edgar, toen zij binnen kwamen. „Ga niet te dicht bij hem, lieve Edgar", smeekte mevrouw Asprey. Neef Edgar lette weinig op dezen uit roep. „Een heel jonge man nog", ging hij voort. „Een bijzondere jonge man. Wat is je naam, jongmensch?" „James Geraldi", zeide de fregatvogel met bijzondere slaperige oogen. „James Geraldi! Een naam met een buitenlandschen klank, is het niet? Maar in zulke gevallen is er meestal een vreemde naam en ook vreemd bloed, zou ik zeg gen". Hij stond midden in de kamer en glim lachte tegen de ineenkrimpende mevrouw Asprey, die zich heftiger dan tevoren tegen SCHOORL. De raad vergaderde Dinsdagmiddag ten 2 ure volledig. De voorzitter sprak het vertrouwen uit, dat in een goede St. Nicolaasstemming de te nemen beslissingen zouden worden ge nomen. Voor kennisgeving werden aangenomen een goedkeuring van Ged. Staten op een raadsbesluit, benevens een proces-verbaal over kas-opname en een schrijven van den minister van sociale zaken, waarbij wordt medegedeeld, dat hij geen vrijheid heeft kun nen vinden de uitkeering van huurtoeslag boven de loonen in werkverschaffing toe te staan. In handen van B. en W. werd gesteld een verzoek van den heer Groothof om het hem toegewezen gedeelte strand te Kamperduin opnieuw tegen de oude voorwaarden te mogen pachten. Besloten werd aan de wenschen van den minister van buitenlandse' e zaken inzake de verordening op de heffing van besmettelijke ziektegelden te voldoen. Mede werd besloten te voldoen aan de opmerkingen van Ged. Staten over de reke ningen 1931 en 1932. Voorts werd besloten accoord te gaan hem aanklampte; hij glimlachte tegen Louise Asprey, hij glimlachte zelfs tegen den fregatvogel en nu werd Geraldi's nieuwsgierigheid gaande gemaakt, want hij zag, dat hij voor het eerst in zijn leven een man had ontmoet, die geen vrees kende! HOOFDSTUK VI. Het is gemakkelijk om met de uitdruk king „zonder vrees" te schermen; Geraldi's zenuwen waren juist een tikje sterker dan staaldraad, maar hen begreep dadelijk, dat er een verschil was tusschen hem en dezen zwaren, slappen man. Nu neef Edgar in 't volle licht stond, kon men zich onmogelijk in hem vergissen; zijn zachte, volle stem, zijn gemoedelijke glimlach, zijn week lichaam, zijn elegante gebaren zeiden één ding, maar zijn oogen zeiden geheel wat anders. Die waren, alsof de ziel van een arend wak gevaren in het lichaam van een bedienaar des Woords, vadsig en gemakke lijk levend in den schoot eener rijke pa rochie. Het zou niet eerlijk zijn te beweren, dat Geraldi bang was, toen hij dezen man voor zich zag. maar een reeks onaangename denkbeelden en vergelijkingen flitsen door zijn brein en degene, welke bleef hangen, was de gedachte aan een witvleezigen octo pus, die op zijn gemak in het water drijft, loerend met wreede armen en doodende oogen. Dit melodramatische idee deed Geraldi met een fluvveelen glimlach de schouders ophalen; hij was besloten om zijn oogen wijd open te houden. „Laat ons nu bij het begin beginnen", zei de neef Edgar. „Hij is een dief!" zeide mevrouw Asprey. „Hij heeft geld gestolen van O, roep toch uit 't raam neef Edgar! Louisie, doe tcch iets! Mijn zenuwen kunnen het niet langer uithouden!" „Steun maar op mij, lieve", zeide neef Edgar met een hypnotische, zalvende stem. „Steun maar op mij vertrouw o;p je neef. Ik zal alles spoedig in orde brengen! En met het begin bedoel ik niet het begin van de misdaden van dezen jongen man, dat zou een lange geschiedenis kunnen worden of wel een korte. Is het niet zoo, meneer Geraldi?" Zonder op een antwoord te wachten, ging hij voort: „Ik bedoel het begin voor zoover het dit huis raakt. Wilt u ons misschien ver tellen, meneer Geraldi, hoe u in ons leven kwam, als ik het zoo mag uitdrukken?" „Door het dak", zeide de fregatvogel vroolijk. „Door het dak!" gilde mevrouw Asprey. „Groote genade! Edgar, neef Edgar! Wat moeten wij doen?" „Wij moeten geduld hebben", zeide de groote man en zijn weeke hand sloot zich om haar wanhopig grijpende vingers. „Door het dak dus; juist zoo en laat ons nu verder gaan!" Het kwam Geraldi voor als het gebazel van een minzamen idioot, maar hij was er zeer goed van overtuigd dat deze man noch minzaam was, noch idioot. Zijn hersenen waren sterk, athletisch en vlug, maar zij gingen eenvoudig te werk op een wijze, ver schilde van die van andere menschen. „Laat ons een stap verder gaan. Na door het dak binnengekomen te zijn, ik denk, dat het door het dakraam was „Het dakraam", gaf Geraldi toe. „Dan moeten wij nog hooren, hoe het kwam, dat meneer Geraldi zich in deze ka mer wilde verbergen", ging neef Edgar voort. „En hoe is dat zoo gekomen, mijn waarde jonge vriend, mijn waarde ver doolde vriend? Ik hoop, dat het mij veroor loofd is, het woord verdoold te bezigen?" „De dief!" riep mevrouw Asprey uit. „Ach, lieve" zeide de dikke man, „wie onzer is zonder zonden?" „Ik opende eenvoudig de eerst beste deur" zeide Geraldi. „Maar het is niet de eerste deur", zeide neef Edgar. „Het is heelemaal niet de eer ste deur; zij is heelemaal in het midden van de gang, als ik het zoo zeggen mag. Dus, als u ons nu eens ronduit vertelde, wat u naar deze speciale deur voerde, als er zoo veel deuren waren, die u hadt kunnen ope nen!" Zijn blik gleed voor een fractie van een seconde in de richting van het meisje. „Ik weet niet, waar u heen wilr. ant woordde Geraldi achteloos, hoewel hij het begon te begrijpen. „Ik weet alleen, dat toen ik van de zolderverdieping beneden kwam, ik voetstappen op de trap hoorde en deze deur binnen ging. Ik zag niemand in de kamer, totdat ik goed en wel binnen was" voegde hij er openhartig aan toe. „j zag niemand!" zeide neef Edgar, terwijl hij zijn hoofd schudde en zijn onder- kin meetrilde. „Hij zag niemand, zelfs niet mijn dierbare Louisie mijn lieve Louisie, in haar vroolijke jurk! Kom, kom, meneer Ge; raldi, u moet openhartiger zijn!" En hij dreigde den frcgatvogcl met een grooten, weeken, blanken wijsvinger. orkest. 5.20 Radiotooneel. 9.05 Nat. Orkest o.l.v. Inghelbrecht. 10.50 Dansmuziek. roepsymphonie-orkest olv. Symphonie-orkestconcert 6.35 Sa lonorkest olv. Walpot. 7 05 Zang. 8.20 Omroeporkest o. l.v. Gason. 9 35 Verv. concert. 10.3011 zu Gramofoonplaten. Bonwen bij het station. De BURGEMEESTER van ALKMAAR maakt bekend, dat in JANUARI a s. voor den dienstplicht moeten worden inge schreven personen, die geboren zijn in 1916. Voor de aangifte ter inschrijving zal in het BIJZONDER gelegenheid worden gegeven in de VOORZAAL van het STADHUIS. Langestraat, voor hen, wier geslachtsnamen aanvangen met de let ters: WOENSDAG, 2 Januari 1935. A.0. voormiddags 1012 X uur. D.G. namiddags 2 XiX nur. DONDERDAG, 3 Januari 1935. H.I. voormiddags 1012 K uur. J.KI. namiddags 2XiX uur. VRIJDAG, 4 Januari 1935. Ko.L. voormiddags 1012 X uur. M.O. namiddags 2XIX uur. ZATERDAG, 5 Januari 1935. P.Sch. voormiddags 1012 X uur. MAANDAG, 7 Januari 1935. Se.V. voormiddags 1012 X uur. W.Z. namiddags 2XiX uur. Bij de inschrijving gelieve men mede te brengen het trouwboekje der ouders of andere familiepapieren; is een der ouders of zijn beide ouders overleden, dan moeten werden overgelegd de stuk ken, die betrekking hebben op de voor ziening in de voogdij. Zij, die in aan merking komen voor vrijstelling wegens brcederdienst, leggen tevens over alle -stukken betreffende den dfenst hunner oudere broeders. Omtrent deze inschrijving en omtrent de inschrijving, die in sommige gevallen binnen een anderen termijn moet plaats hebben, gelden de volgende bepalingen van de Dienstplichtwet en van het Dienstplichtbesluit. Wie wel en wie niet Ingeschreven moeten worden. Art. 6 der wet. 1. Behoudens de bepa ling van het tweede lid wordt voor den dienstplicht ingeschreven: a. de Nederlander, die op 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, woonplaats heeft in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Neder- landsche grens is gelegen of wiens wet tige vertegenwoordiger op genoemd tijd stip aldaar woonplaats heeft. b. de niet-Nederlander, die op ge noemd tijdstip ingezetene is; 2. Voor den dienstplicht wordt niet in geschreven de ingezetene, niet Neder lander, die: a. is geboren in Nederlandsch-Indië. Suriname of Curagao; b. blijkt te behooren tot een Staat waar de Nederlanders niet aan verplich ten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. In welke gemeenten de Inschrijving moet geschieden. Art. 8 van het Dienstplichtbesluit. 1. De inschrijving voor den dienstplicht geschiedt: a. indien de wettige vertegenwoordi ger in Nederland woonplaats heeft in de gemeente, waarin deze woonplaats is gelegen: b. indien de in te schrijven persoon in Nederland woonplaats heeft, in de ge meente, waarin deze woonplaats is ge legen, tenzij hij een wettigen vertegen woordiger heeft, die in een andere ge meente in Nederland woonplaats heeft; 3. Voor de toepassing van het vorig lid wordt in aanmerking genomen de wbonplaats, die de ingevolge art. 6 der wet in te schrijven persoon of zijn wet tige vertegenwoordiger had op 1 Januari van het jaar, waarin eerstbedoelde per soon 19 jaar oud wordt, of de woon plaats, die de ingevolge art. 7 der wet in te schrijven persoon of zijn wettige ver tegenwoordiger had op den dag, waarop het in dat artikel bepaalde van toepas sing is geworden. 6). Aangifte ter inschrijving. Art. 8 der wet. 1. Behoudens de door Ons vast te stellen uitzonderingen ge schiedt de inschrijving voor den dienst plicht op aangifte bij den burgemeester der door ons aan te wijzen gemeente. 2. De aangifte geschiedt door den in te schrijven persoon zelf of bij verhindering door zijn wettigen vertegenwoordiger; zij kan geschieden door tusschenkom«t van een daartoe schriftelijk gemachtigde. 3. De aangifte geschiedt: a. voor zooveel betreft de ingevolge art. 6 in te schrijven personen, in de maand Januari van het jaar, waarin zij 19 jaar oud worden; b. voor zooveel betreft de ingevolge art. 7 in te schrijven personen (zie hier na), binnen dertig daeen na den dag. waarop het in dat artikel bepaalde op hen van toepassing is geworden. Inschrijving zonder aangifte. Art. 10 van het Dienstplichtbesluit. 1. Zonder aangifte wordt voor den dienst plicht ingeschreven hij die a. is opgenomen in een krankzinni gen-, idioten-, doofstommen- of blinden- gesticht, een rijksopvoedingsgesticht, een tuchtschool, een gevangenis of een rijkswerkinrichting b. ingevolge art. 39 van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de Regeering is gesteld en niet in een rijks opvoedingsgesticht is opgenomen; c. als vrijwilliger behoort tot de land macht, de zeemacht of de overzeesche weermacht, uitgezonderd den vrijwilli- gen landstorm. Inschrijving voor den gewonen tijd. Art. 15 van het Dienstplichtbesluit. 1. Hij, die een jaar eerder wenscht te wor den ingeschreven dan naar zijn leeftijd zou moeten geschieden, vraagt daartoe met opgaaf van redenen toestemming bij een verzoekschrift, dat hij aan den Mi nister van Defensie zendt, vóór 1 Mei van het jaar, waarin hij 17 jaar oud wordt. Hij legt daarbij over een bewijs van instemming van zijn wettigen ver tegenwoordiger. De Minister stelt den belanghebbende in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan ter zake van lichamelijke geschiktheid en lichame lijke geoefendheid, een en ander voor zoover niet bij het verzoekschrift ver klaringen zijn overgelegd, waaruit de geschiktheid en de mate van geoefen 1- heid voldoende blijken. Inschrijving na den gewonen tijd. Art. 7 der wet. 1. Voor den dienstplicht wordt ook of wordt opnieuw ingeschre ven voor zoover hij niet reeds ingevol ge art. 6 is ingeschreven a. de Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, en vóór 1 Januari van het jaar waarin hij 25 jaar oud wordt, zijn woon plaats in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Nederlandsche grens is ge legen, heeft gevestigd of wiens wettige vertegenwoordigd* in dat tijdvak zijn woonplaats aldaar heeft gevestigd; b. hij, die in bedoeld tijdvak Neder lander of opnieuw Nederlander is ge worden indien hij of zijn wettige ver tegenwoordiger in Nederland of in een plaats, als onder a bedoeld woonplaats heeft; c. de niet-Nederlander, die in bedoe'd tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden; d. de ingezetene niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ophoudt te behooren tot een staat als bedeeld in art. 6, tweede lid, onder b (zie hiervóór). 2. Met betrekking tot het bepaalde onder c ge'dt art. 6 tweede lid. Strafbepalingen. Art. 48 der wet. 1. Met hechteni van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft: a. hij, die niet voldoet aan een inge volge art. 8, tweede lid (verplichte aan gifte), op hem rustende verplichting; b. degene, die de in verband met deze wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. 2. Met gevangenisstraf van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden wordt ge straft hij die opzettelijk een der in het eerste lid bedoelde laiton pleegt. Vrijstelling van den dienstplicht. Hij, die vrijstelling wenscht wegens BRCEDERDIENST of wegens het be- kleeden van een GEESTELIJK of een godsdienstig menschlievend ambt of op leiding tot zoodanig ambt, behoort daar toe, voor zoover mogelijk, aanvraag te doen bij de aangifte ter inschrijving. Bij die aangifte bestaat tevens gele genheid om, indien de in te schrijven persoon vermoedelijk een andere reden van vrijstelling zal kunnen doen gelden, ook hiervan opgaaf te doen. Vrijstelling wegens BROEDERDIENST wordt op aanvraag verleend, indien een wettige broeder of een wettige halfbroe der van den ingeschrevene op 1 Januari van het jaar der inschrijving verkeert in een der volgende gevallen: a. tot gewoon dienstplichtige bestemd is, voor zoover de voor zijn inlijving be paalde datum nog niet is aangebroken; b. als gewoon dienstplichtige of als vrijwilliger tot de land- of de zeemacht behoort; c. 30 dagen in werkelijken dienst is geweest; d. militair peneioen geniet of heeft genoten; e. gedurende zijn werkelijken dienst is overleden. Wie vrijstelling verlangt wegens op leiding tot geestelijke, enz. moet daar toe, voor zoover mogelijk, bij de aangifte ter inschrijving overleggen een ver klaring, waaruit blijkt, dat hij behoort tot degenen, die volgens de wet voor vrijstelling op dien grond in aanmer king komen. Beteekenis van de uitdrukking „wettige vertegenwoordiger". Waar in de Dienstplichtwet ol in het Dienstplichtbesluit wordt gebezigd de uitdrukking „wettige vertegenwoordi ger", wordt daaronder verstaan degeen, die de ouderlijke macht, de voogdij of de cnrateele uitoefent. Bij twijfel omtrent de gemeente, waar men zich ter inschrijving moet aanmel den, wende men zich persoonlijk tijdig tot de afdeeling Militaire Zaken ter ge meente-secretarie om inlichtingen. Alkmaar, 5 December 1934. De Burgemeester voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT. De Directeur der Gemeentewerken van Alkmaar maakt bekend, dat de TURFMARKTSBRUG opDONDERDAG 6 DECEMBER 1934 voor rij- en voet- verkeer zal zijn AFGESLOTEN. Salarissen burgemeester, secretaris en ontvanger. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6