'Buitenland
De kwestie tusschen
Hongarije en Zuid-Slavië.
Pluimveeteelt.
De rede van Jeftitsj.
De Volkenbondsraad is gisteren te Genève
bijeengekomen voor de met zoo veel spanning
verwachte zitting. Kort voor 3 uur waren
zaal en tribune reeds buitengewoon bezet;
ook de Hongaarsche minister van buiten-
Iandsche zaken woonde de zitting bij. Aan
het benedeneinde van de raadstafel hadden
aan de eenen kant de Hongaarsche gedele
geerde Eckhardt, aan den anderen kant Ti-
toeliscoe en Jeftitsj plaats genomen.
Gelijk reeds verwacht was opende in
plaats van Benesj de Portugeesche gedele
geerde Vasconcelles de zitting. Hij gaf nog
maals een kort resumé van de Zuid-Slavische
aanklacht en verleende daarop het woord
aan den Zuid-Slavischen minister van bui-
tenlandsche zaken, Jeftitsj.
Jeftitsj voert het woord.
De Zuid-Slavische minister van buiten-
landsche zaken ving aan met te constateeren,
dat de moord op koning Alexander en
Barthou de grootste opwinding ter wereld
had gewekt, vooral echter diepen indruk had
gemaakt op het Zuid-Slavische volk. Terecht
heeft een krachtige volksstem zich gekeerd
tegen hen, die een organisatie de gelegen
heid had verschaft haar duistere daad te
volvoeren. Daardoor is niet alleen de held
haftige koning omgekomen, maar daarmede
werd tegelijk gevoeld, dat de moord een ern
stige bedreiging van den vrede vormde.
Desondanks heeft het volk zijn waardig
heid en zijn koelbloedigheid bewaard, maar
alleen ornaat het nog vertrouwen bezat in dc
volkenbondsinstellingen, waarvan het ver
wachtte, dat zij den vrede en de internatio
nale moraal zouden beschermen.
Door hetzelfde gevoelen bezield wendde
spr. zich dan oök heden tot den Volkenbond
om voor hem te wijzen op de verantwoorde
lijkheid, die de Hongaarsche autoriteiten op
zich geladen hadden. Spr is zich daarbij er
van bewust, dat een zoodanige beschuldiging
buitengewoon scherp moet Tijken, te meer,
wanneer zij in zoo besliste termen voor het
hoogste orgaan van de internationale ge
meenschap geuit wordt.
Daarom is zijn regeering ook niet lichtzin
nig tot dezen stap overgegaan.
Voortgaande behandelde Jeftitsj de bijzon
derheden van de tegen Hongarije gerichte
beschuldigingen. De terroristische aansla
gen, die Zuid-Slavië aanwijst, vormen
slechts de uitdrukking van een in Hongarije
georganiseerde en opgeleide samenzwering
tegen de integriteit en veiligheid van den
Zuid-Slavischen staat.
Zuid-Slavië heeft derhalve niet kunnen
toelaten, dat een handeling, die zich onmid
dellijk richtte tegen zijn eenheid en veilig
heid, verkleed zou worden als een kwestie
van algemeen aard alsof noch de oorspron
gen, noch het einddoel bekend en bewezen
waren. Desondanks heeft de Zuid-Slavische
regeering er geen bezwaren tegen, wanneer
deze besprekingen tegen de onderdrukking
der terroristenbedrc'gingen ook op een alge-
meener gebied worden behandeld teneinde
aldus het sluiten van een internationale
overeenkomst voor te bereiden, die in plaats
zou kunnen komen van den ontbrekenden
goeden wil van zekere regeeringen, opdat
daarmede wordt medegewerkt aan de onder
drukking der terroristische daden op hun
grondgebied.
Zijn rede voortzettende Jeftitsj, dat de
feiten, waarop de beschuldigingen der Zuid-
Slavische regeering gebaseerd zijn, zoodanig
zijn, dat zij duidelijk de verantwoordelijkheid
van zekere Hongaarsche autoriteiten en
daarmede van de Hongaarsche regeering
zelve bewezen. De Hongaarsche regeering
had moeten weten, dat zich zekere autoritei
ten hadden ingelaten met de in Hongarije
verblijvende terroristische elementen.
Uit een hernieuwde opsomming van de in
het Zuid-Slavische memorandum reeds ver
melde argumenten trok Jeftitsj de conclusie,
dat de aanslag van Marseille het logische
eindresultaat is geweest van de door de Hon
gaarsche regeering op haar gebied gedulde
misdadige actie.
Jeftitsj besloot met de verzekering, dat er
geen sprake van was, dat tegenover Hon
garije politieke doeleinden werden nage
streefd of twist werd gezocht.
De Tsjecho-Slowaaksche minister van bui-
tenlandsche zaken en de Roemeensche mi
nister van buitenlandsche zaken sloten zich
uitdrukkelijk aan bij de verklaringen van
Jeftitsj, waarbij zij zich het recht voorbehiel
den zich later uitvoeriger te uiten.
De Hongaarsche gedelegeerde
aan het woord.
De Hongaarsche gedelegeerde. Tibor von
Eckhardt, nam daarop het woord, voor een
uitvoerige beantwoording, welke ongeveer
drie kwartier duurde. Spr. ging er van uit,
dat sedert weken een feilen veldtocht tegen
den eer van de Hongaarsche regeering is
gevoerd en stelde daartegenover de gematig
de houding van Hongarije, dat zich zonder
reden voelt aangevallen. Hij vermeldde de
diepe afkeuring, die de aanslag van Mar
seille bij de Hongaarsche regeering en het
Hongaarsche volk heeft gevonden en pro
testeerde nadrukkelijk tegen de poging dit
geval uit te buiten 'tot een politieke
manoeuvre tegen Hongarije. De Zuid-Slavi
sche bladen zijn onmiddellijk na den aanslag
hun campagne begonnen en de Zuid-Slavi
sche regeering is overgegaan tot de uitwij
zing van Hongaarsche onderdanen, tot een
totaal, dat in de laatste weken tot 3600 is
opgeioopen. Door het binnenstroomen van
onbemiddelde vluchtelingen is aan de Hon-
gaarschZuid-Slavische grens een onhoud
bare toestand geschapen. Hongarije wil geen
represaillemaatregelen nemen, doch behoudt
zich voor het ingrijpen van den Volkenbond
te eischen.
Voortgaande besprak daarop Eckhardt de
Zuid-Slavische aanklacht. Niets van deze
aanklacht houdt stand. Het inzake Janka
Puszta te berde gebrachte, kan Hongarije
niet belasten in verband met Marseille. Voor
zoo ver de Hongaarsche regeering bekend is,
heeft geen enkel land zoo strenge maatrege
len genomen tegen de Kroatische emigranten
Voorts constateerde Eckhardt, dat nooit een
civiele of militaire autoriteit zich met de ter
roristische opleiding van emigrantën heeft
bezig gehouden. Nooit hebben emigranten
van militaire of civiele overheidspersonen
wapenen of ontplofbare middelen gekregen,
nctoit zijn hun geldmiddelen verstrekt. Ook
hebben de Kroatische emigranten langs wet
tigen weg geen Hongaarsche passen kunnen
krijgen. Hongarije heeft geen samenzwering
tegen Zuid-Slavië op touw gezet of onder
neemt. Het Zuid-Slavische memorandum ver
meld slechts de aanslagen, die door Kroaten
zijn uitgevoerd. Dat zijn niet de eenigen op
Zuid-Slavisch gebied geweest. Het asylrecht,
dat Hongarije den Kroaten heeft toege
staan is niet buiten de algemeen erkende
principes uitgegaan. De bewegingvrijheid
aer Bulgaarsche emigranten na den val van
Stamboelinski en van de Oekrainsche emi
granten is grooter geweest, dan die der
Kroaten in Hongarije. Wanneer het onder
zoek der Hongaarsche overheid naar de actie
der emigranten tot een negatief resultaat
heeft geleid, is dat ook de schuld van de hou
ding van Zuid-Slavië, dat geen nauwkeurige
opgaven verstrekt had. De moordenaar Geor-
gieff is nooit in Hongarije geweest, geen en
kele voorbereidende handeling is uitgevoerd
op Hongaarsch grondgebied, zelfs niet door
de bijfiguren van den aanslag in Marseille
Hongarije wordt door een duizendjarige tra
ditie van de verplichting ontheven propa
ganda voor zichzelf te maken. Het heeft
niet de geringste verantwoordelijkheden. De
ware oorzaken van den aanslag moeten ge
zocht worden in den binnenlandsch politie-
ken toestand in Zuid-Slavië. Het Hongaar
sche revisionnisme, waartegen de actie der
Kleine Entente in den grond genomen ge
richt is, is juist het tegendeel van terrorisme.
Het is een middel van constructieve vredes
politiek. Bovendien behoort Kroatië niet tot
die gebieden, waarop het Hongaarsche revi
sionnisme gericht is. Hongarije heeft steeds
den wensch gehad met zijn Zuidelijke buren
in vrede en vriendschap te leven.
DE KERKSTRIJD IN DUITSCHLAND.
De meening van rijksminister
Frick,
Rijksminister van binnenlandsche zaken,
dr. Frick heeft gisteravond te Wiesbaden
voor een vergadering van 50.000 personen
een redevoering uitgesproken, waarin hij ook
over het kerkvraagstuk te spreken kwam.
Hij zette daarbij o.m. uiteen:
Het kan zijn, dat de rijkskerkregeering in
het streven de 28 landskerken in de rijkskerk
te doen opgaan iets te stormachtig is opge
treden en verordeningen heeft uitgevaardigd,
die de vereischte juridische basis misten.
Daardoor ontstond1 een reactie.
Ten slotte zag echter de rijkskerkregeering
in, dat deze weg een beter juridische fun
deering eischte en heeft zij aangevangen
daar te bouwen, waar de rechtmatigheid ab
soluut vaststaat, n.1. op de rechtmatig uit
gevaardigde grondwet van de Duitsche
Evangelische kerk.
Er bestaat helaas zeer gegronde aanlei
ding tot het constateeren, dat zich onder de
dekmantel van Christelijke belangen hier al
le mogelijke staatsvijandige en landsverra-
derlijke elementen verzamelen om cp zooge
naamd kerkelijk gebied hun politiek te voeren
en langs dezen weg het Derde Rijk moeilijk
heden in den weg te leggen.
Onder stormachtigen bijval riep de minis
ter hier uit:
„Ik verklaar in dit verband, dat de rijks-
regeering niet van zins is dit ageeren tot in
het eindelooze aan te zien, maar dat zij vast
besloten is, daar, waar de politike noodzake
lijkheden dit eischen ook tegen degelijke
staatsvijanden en landverraders in - té grij
pen. Het Duitsche volk heeft genoeg van de
zen kerkstrijd. Het stelt heelemaal geen be
lang in dit gekijf der predikanten. De rijks-
regeering in ieder geval heeft er geen be
lang bij kerken, die moeien dienen voor de
innerlijke stichting van den Duitschen
mensch, doch die s'echts twist en oneenigheid
onder het volk brengen, mede te financieren".
De buitenlandsche politiek,
In het vervolg van zijn redevoering ging
rijksminister Frick nog in op de buitenliand-
s-che politiek, waarbij hij opmerkte, dat het
Duitsche volk den vrede wil, doch er genceg
van heeft den speelbal en slechtsobject te
zijn van andere volken en een pariah- en he-
lotenrol te spelen. Duitschland zou nooit dat
succes in de commissie van drie hebben be
reikt, wanneer het niet aan achting in de we
reld had gewonnen; Voortgaande kw'ain de
minister te spreken over het voorstel van
Hitier cm het plebisciet in het Saargebied te
vermijden door een vreedzame overeenkomst
tusschen Frankrijk en Duitschland. Het zou
voor de algemeene betrekkingen gemakkelij
ker zijn geweest, maar spr. meest toch zijn
vreugde tot uiting brengen over deze verstan
dige overeenkomst, waardoor een overeen
stemming tusschen Frankrijk en Duitschland
tot stand is gekomen, die volstrekt aanvaard
baar is. Dat is een zoo groot succes, dat wij
aldus Frick dezen dag a's een dag der
overwinning kunnen aanduiden, een dag van
de Duitsche overwinning. Voorts verklaarde
hij: Wij hebben er in het geheel niets tegen,
dat een internationale politie in het Saarge
bied wordt ingesteld, die absoluut acht geeft
op orde en rust en die het rustige verloop
van het geheele plebisciet waarborgt. Wij
roepen onze broeders aan de Saar toeHoudt
vol, wij staan aan uw kant en wachten op
het oogenblik, waarop gij weer naar het moe
derland terugkeert.
Frick beëindigde zijn redevoering met een
beroep, op zijn toehoorders de nationale so
lidariteit te bewijzen d-oor daadwerkelijk aan
het Winterhilfewerk deel te nemen.
HET WITBOEK VAN BRANTING.
Duitsche verklaring inzake het
„testament" van E.nst,
Met betrekking tot het z.g. „testament"
van den 30sten Juni wegens hoogverraad
doodgeschoten groepsleider Ernst, waarin
het ontstaan van den rijksdagbrand wordt
behandeld, verklaren, aldus een officieus be
richt. bevoegde kringen, dat het hier gaat cm
uit de lucht gegrepen, uit de emigrantenpers
genoegzaam bekend, bedrog.
Het blijft te betreuren, dat serieuze bui
tenlandsche bladen dergelijke fantasiën zon
der voorbehoud pu-bliceeren.
Een voorbeeld voor dergelijke gruwelleu-
gen bracht gisteren het socialistische blad
uit Saarbrücken de Volksstimme. die beweert
dat de kortge'eden afgetreden eerste burge
meester van Breslau Rebitzski vermoord is en
die een zoogenaamd aan de weduwe gerichte
brief inzake de bijzetting van haar echtge
noot afdrukt.
De zoogenaamd vermoorde woont te Ber
lijn en spreekt uiteraard dit bericht tegen.
VERBOD VAN RIJKSDUITSCHE
BLADEN TOT 16 MAART
VERLENGD.
Officieel wordt medegedeeld:
De bondskanselarij heeft het indertijd uit
gevaardigde en laatstelijk op 12 September
1934 tot 16 December 1934 verlengde ver
bod van verspreiding van alle in het Duit
sche rijk verschijnende dagbladen en zekere
tijdschriften opnieuw voor den duur van
drie maanden (tot 16 Maart 1935) ver
lengd. Het tegen bepaalde bladen uitge
vaardigde verbod gaat hier buiten om.
10.000 NAT. SOC. OPGENOMEN
IN DE PRUISISCHE POLITIEK.
De bevelhebber der Duitsche politie, gene
raal Kurt Daluege, die op het oogenblik een
inspectietocht houdt in West-Duitschland
heft een vertegenwoordiger van de pers een
interview toegestaan, waarin hij o.m. mede-
dee'de, dat volgens de op het oogenblik be
schikbare cijfers rond 10.000 leden der na-
tionaal-socialistische beweging in den dienst
der staatspolitie en van den gemeentepolitie
dienst zijn opgenomen.
POLITIETROEPEN VOOR HET
SAARGEBIED.
Ook Nederland neemt deel.
De commissie van Drie voor het Saar
gebied heeft, naar verluidt, gisteravond
principieel overeenstemming bereikt
ov^-r het feit, dat aan het internationaal
contingent voor het Saargebied Enge
land, Italië en Nederland zullen deel
nemen.
Nadat Engeland en Italië reeds in de
openbare zitting van den Volkenbonds
raad hun toestemming hebben gegeven,
heeft thans ook Nederland zijn toe
stemming verleend.
De Zwitsersche bondsraad zal zich,
naar verluidt nog heden met de kwestie
bezighouden. Tet antwoord van Zweden
is nog niet ontvangen.
De totale sterkte van de internationale
troepen zal naar thans verluidt, 5000
man bedragen, waarvan Engeland 2000
man zou leveren.
Ter behandeling van de technische
problemen zal de Engelsche generaal
majoor Visconti Brasca, die eenige jaren
geleden militair attaché te Berlijn was,
naar Geneve komen.
(Bij informatie in den Haag werd ons
van officieele zijde medegedeeld, dat
nog geen officieel verzoek uit Genève in
deze aangelegenheid was ontvangen,
zoodat de berichten volgens welke Ne
derland reeds een toezegging zou heb
ben gedaan, voorbarig moeten worden
genoemd).
DOODVONNIS VOLTROKKEN.
Op 7 December is volgens een officieele
mededeeling te Koningsbergen in Pruisen de
in 1893 geboren Karl Struve terechtgesteld.
Hij was veroordeeld wegens moord op een
80-jarige weduwe.
TOCH EEN VREDESPLAN VAN
MUSSOLINI?
Het ItaliaanSche avondblad Star spreekt
ondanks het recente Itaiiaansche dementi
over een nieuw vredesplan van Mussolini.
Dit plan zou bestaan in een wederzijdsch
non-agressiepact voor geheel Europa.
Mussolini's plan zou omvatten: Een alge
meen Europeesch wederzijdsch non-agressie
pact, èen plan voor politieke beraadslagin
gen tusschen alle naties, een systeem van
verdragen tusschen twee naties, zoomede
misschien een clausule, welke betrekking
heeft op economische samenwerking in
Europa.
IT ALIAANSCH-ABESSINISCHE
BOTSING.
Officieel wordt medegedeeld
Een sterke afdeeling Abessiniërs, bewa
pend met machinegeweren, benevens met een
stuk geschut, heeft in den middag van 5 De
cember bij verrassing den geïso'eerden in-
boorlingenpost bij den bron van den Ualual
in Italiaansch Somaliland aangevallen.
De Dubatsoldaten van den post boden te
genstand totdat versterkingen waren aange-
gelccmen uit het nabijgelegen steunpunt;
daarop werden de aanvallers volledig op de
vlucht geslagen; zij lieten talrijke wapenen,
munitie, tenten en dieren achter.
Aan beide kanten zijn een aanzienlijk aan
tal dooden gevallen.
De noodige maatreglen zijn genomen om
dergelijke incidenten aan de grens in het ver
volg te vermijden.
DE UITGEWEZEN HONGAREN.
Uit Zuid-Slavië.
Van bevoegde zijde wordt medege
deeld, dat in de laatste dagen, tot gister
avond, 2.314 personen uit Zuid-Slavië
zijn uitgewezen. -Voor gisteravond ver
wachtte men een nieuw transport van
zeven spoorwegwagens met rond 400
verdere uitgewezen Hongaren. In Szege-
din zouden officieel 500 tot 600 proto
collen zijn opgenomen, waaruit zou
blijken, dat op dit grensstation ook
ruim 300 uit Zuid-Slavë uitgewezen
Duitsche boeren, Zwaben, aangekomen
zijn. Het Hongaarsche Roode Kruis
heeft zich naar verluidt telegrafisch
gewend tot het Geneefsche Internatio
nale Roode Kruis. Van officieele zijde
worden berichten volgens welke de uit
wijzingen uit Zuid-Slavië te wijten zijn
aan dergelijke maatregelen, van Hon-
gaarschen kant met groote beslistheid
tegengesproken.
In een conferentie in het ministerie
van binnenlandsche zaken is heden be
sloten tot het instellen van een uitge
breide hulpactie. Tegelijkertijd heen
men een aanvang gemaakt met openna
collectes ter verzachting van den noou
der uitgewezenen. Ue avondbladen pu-
bliceeren heele kolommen, gesteld m
opgewonden termen, over de nadere om
standigheden van de uitwijzingen en
den noodtoestand der verdrevenen.
De „Pester Lloyd" verklaart, dat ae
uitgewezen personen in overeenste
ming met de bepalingen van het ver
drag van Trianon reeds vele jaren ge
den voor Zuid-Slavië geopteerd hadden
en daarmede het Zuid-Slavische burgc -
schap hadden moeten krijgen, doch da
de Zuid-Slavische overheid het toeicen-
nen van deze burgerrechten van jaar tot
jaar had uitgesteld.
Tegenover anders luidende berichten
wordt medegedeeld, dat zich geen ern
stige grensincidenten hebben voorge
daan.
STUDENTENDEMONSTRATIE.
Te Boedapest.
Uit protest tegen de uitwijzingen uit
Zuid-Slavië hebben de studentenvei-
eenigingen heden een demonstratie ge
houden, waaraan alle professoren en
ruim 1000 studenten deelnamen. De stu
denten trokken na de betooging door de
straten en kwamen ten slotte bijeen voor
het Hongaarsche nationale gedenktee-
lrcn, waar zij het volkslied zongen. Inci
denten kwamen niet voor.
DE VERKLARING VAN NORMAN
DAVIS.
De opvatting van Japansche
vlootkringen.
Inzake de verklaring van Norman Davis
betreffende het vlootverdrag van Washing
ton met de verhouding 5-5-3 wordt er in Ja
pansche vlootkringen op gewezen, dat de
Ver. Staten en Japan thans op hetzelfde
standpunt staan met betrekking tot de huidi
ge vlootkrachten, met uitzondering van dë
grootste schepen gelijk die vermeld zijn door
den Amerikaanschen minister van marine
Swanson in zijn jaarlijksche rapport.
Swanson stelt ae Japansche oorlogssche
pen met uitzondering der kapitale schepen
op 144 bodms met 432.445 ton en de Ameri-
kaansche oorlogschepen op 91 met 436.350
ton aan hst einde van 1936, terwijl Swanson
de Japansche vlootkrachten stelt op 143 bo
dems met 40.939 ton en de Amerikaansohe
op 73 bodems met 341.890 ton aan het eind
van 1934. Eind 1936 zou dan een verhouding
bestaan van 99.10 tegen 100 en eind van dit
jaar een verhouding van 128.9 tot 100, waar
bij Amerika op 100 wordt gesteld. De ver
houding 5-5-3, welke Norman Davis wenscht
te handhaven zou niet kunnen worden ver
werkelijkt voor 1940. Wat de kapitale sche
pen betreft, die binnen den ouderdomslimiet
zijn, Amerika beschikt over 100.000 ton
meer dan Japan.
Voorts wordt er op gewezen, dat Japan
verre supérieur is aan de Ver. Staten in de
eerste-linie-eenheden.
In Japansche vlootkringen komt thans de
meening naar voren, dat deze bestaande re
latieve vlootsterkte, die op zoo uitgebreide
wijze heeft bijgedragen tot de handhaving
van den vrede in den Stillen Oceaan tot lei
draad genomen moet worden bij de Londen-
sche vlootbesprekingen.
GEPOE NOG STEEDS ACHTER
STALIN.
Geruchten over een opstand onjuist.
De uit Warschau afkomstige berichten
over een opstand van de Gepoe tegen Stalin
zijn onjuist.
Een correspondent van de „United Press",
die gedurende twee dagen een nauwkeurig
onderzoek naar de waarheid van deze ge
ruchten heeft ingesteld, heeft geenerlei grond
hiervoor kunnen vinden.
Integendeel heeft hij kunnen constateeren,
dat de arrestaties, wélke in Leningrad ver
richt zijn bij de Gepoe, od gewone wijze zijn
geschied en niet door militairen. Weliswaar
waren de garnizoens van Moskou en Le
ningrad in alarmstelling, maar deze hebben
tegetj de Gepoe geeiierlei militaire maatrege
len genomen.
De garnizoens werden alleen in alarmge-
reedheid gehóuden, omdat men vreesde, dat
de moord cp Kiroff het sein zou zijn tot een
gewapenden opstand van buiten de Gepoe
staande elementen. De militairen hebben ech
ter geen maatregelen der Gepoe reeds door
verschillende arrestaties den opstand in de
kiem had gesmoord.
ZARO AGA'S OPVOLGER.
Een Rus, die 154 jaar oud is.
ben nieuwe ..oudste man ter wereld" is als
opvolger van Zaro Aga door sovjetambtena
ren ontdekt in het afgelegen dorpje Kindgi.
De naam van dezen Methusalem is Ha-
oara Hioet, en volgens berichten in de Rus
sische bladen bewijzen officieele documenten,
dat hij niet minder dan honderd vier en vijf
tig jaar oud is. Hioet heeft zelfs een concur-
rent in den persoon van een oerouden Geor-
"?rtemij Lagjaschwili genaamd, wiens
ouderdom op honderd zes en veertig tot hon
derd vijftig jaar wordt geschat.
Lfgjaschwili, die in het dorp Koemissi bij
I ïflis woont, kan zich nog den tijd herinne
ren, dat de Kaukasus onafhankelijk was en
door in het land zelf geboren vorsten werd
geregeerd.
Deze Nestor van den Kaukasus is drie
maal gehuwd geweest. Zijn oudste nog in
leven zijnde zoon is tachtig jaar.
DRIE PERSONEN BIT OVERWEG
GEDOOD.
In Polen.
Een personentrein overreed op een over
weg bij Kattowitz een wagen, die geheel ver
nield werd. Van de vier inzittenden werden
er drie gedood, terwijl een vrouw levensge
vaarlijk gewond werd. Ook het paard, waar
mee de wagen bespannen was, werd gedood
De overwegwachter werd gearresteerd.
Vragen, deze rubriek betreffende, kuil
den aan Dr. te Hennepe, Diergaardesin-
nen door onze abonné's worden gezon-
gel 96a te Rotterdam. Postzegel voor
antwoord insluiten en blad vermelden.
De snot-bacil of bacillus haemoglobi-
□ophilus roryza gallinarnm.
Op het oogenblik wordt er weer veel
last en schade ondervonden van de z.g.
snot onder de kippen, een ziekte die
haast iedere pluimveehouder kent, net
als we allen weten wat een flinke ver
koudheid is, maar waar we bij ons zelf
ook maar zelden precies van kunnen
zeggen hoe we er aan gekomen zfjn. We
zeggen: „we hebben kou gevat", wat
niets anders beteekent dan dat we het
niet weten. En zoo is het voor een groot
deel ook met de kippen, als oorzaak
van snot geven we kou vatten op maar
verder weten we er niet veel van. Zeker
is wel dat bij vochtig, koud weer meer
snot optreedt dan bij mooi, zacht weer
en dat een der beste middelen om de
ziekte binnen niet al te schadelijke
grenzen te houden 16, de dieren een
goed geventileerd, niet tochtig, Iroog
hok te geven en ze goed te voeren. Kip
pen die goed gevoerd worden kunnen
een stootje verdragen.
Kijk dus om te beginnen het hok eens
goed na. Is de dakbedekking nog goed,
lekt het dak niet door? Daarna gaan we
binnen in het hok staan en onderzoeken
nauwkeurig of niet hier en daar daglicht
door de wanden schemert door spleten,
naden of gaten in het hout. Deze moeten
in elk geval zorgvuldig dicht gemaakt
worden. Vergeet ook niet zoo noodig rut
ten te herstellen, kleine gaten in ruiten
waar hoeken afgesprongen zijn kunnen
soms gemeen tochten. Let ook op of
deuren en ramen goed sluiten. Het ge
beurt vaak dat bij een nieuw hok alles
best past, doch dat al heel gauw de deu
ren op de eene plaats klemmen en op de
andere reten overblijven. Zet de schar
nieren goed in het vet opdat er niet met
kracht en geweld aan gerukt moet wor
den om het open of dicht te krijgen. Al
lemaal kleinigheden maar die toch allen
van belang zijn. Kijk ook de drinkem-
mers en de voerbakken nog eens na,
zorg dat ze op een verhooging staan van
ongeveer 50 c.M., zoodat er niet allerlei
vuil in gekrabd kan worden door de
kippen.
Over het voer heb ik gesproken, geef
een goed voer en zorg dat daar in len
winter 1 2 levertraan in zit. Als
men geen groenvoer ter beschikking
heeft geef dan 2 traan, is er voldoende
groenvoer dan kunnen we geld sparen
en is 1 voldoende.
En nu de ziekte zelf. Het begint met
tranende oogen, dikke oogleden, zwel
lingen onder de oogen of natte neusga
ten, waar al heel gauw allerlei stof aan
vast kleeft. Soms hebben de kippen
weinig last van deze verkoudheid, soms
zijn ze er leelijk ziek van en zitten ge
heel suf in elkaar. Ze vegen zich hei.vuil
van de oogen en den neus voortdurend
af aan de veeren van den hals en witte
kippen zien er dan ook heel gauw zeer
onooglijk uit. Bij sterke kippen loopt het
met zoo'n lichte snot gauw weer nor
maal, maar heel vaak verergert de
kwaal zienderoogen, zitten de kippen
met dikke opgezwollen oogen in een
hoekje en eten of drinken niet meer. Ze
vallen af als sneeuw voor de zon en van
leggen is geen kwestie meer. De snot
wordt op die manier een reuzenstrop.
Tenslotte gaat de ziekte vaak over in
longontsteking en kan de sterfte zeer
hoog worden. Heel veel ziet men de snot
beginnen bij verzwakte exemplaren en
dit jaar valt het mij op dat er zooveel
van dat soort achterblijvers zijn, mager
en bleek, die lijden aan chronische coc-
cidiosis. Ook kippen met wormen zijn
gevoeliger voor snot, over het algemeen
dus verzwakte dieren. Denk er om dat
snot geen diphtherie is en dat de inen
ting tegen diphtherie niet tegen snot
helpen. Wel gaan beide ziekten vaak
samen en is dan de sterftov zeer hoog.
Wie op tijd tegen de dipmherie heeft
laten enten behoeft niet zoo bang meer
te zijn voor groote schade door snot.
Maar wat moeten we er nu aan doen? Ik
geef gaarne inplaats van droog voer bij snot
rul aangemaakt voer, desnoods rul aange
maakt met wat ondermelk. De kippen lusten
dat graag en ze hebben dan geen last meer
van het stof. Vooral omdat ze graag rul voer
lusten is dit van belang, want de kunst is om
de dieren op kracht te houden.
Het drinkwater kan ontsmet worden met
1 op 5000 superol of chinosol of 1 op 1000
sulfoliquid. Als men niet te veel kippen heeft
en wen wil de ziekste exemplaren behande-
len, dan kan men ze 'kopbaden geven van
lauwe oplossingen van 1 op 1000 superol of
chinosol of 1 op 100 sulfoliquid. Men moet
daarbij onder water de neus en holten van
den kop goed uitdrukken, zoodat als men de
vingers wegneemt, de ontsmettende vloeistof
in deze holten dringt. Er wordt ook wel eens
kaliumpermanganaat aangewezen, doch de
kosten en moeiten daarvan kunt U zich ge
rust sparen. Dat wordt tegenwoordig alleen
maar aangeraden door menschen, die een
paar jaar ten achter zijn met het napraten
van artikelen, want wie begrijpt wat de
werking is van kaliumpermanganaat be
grijpt meteen dat daarmede in een kippenhok
niet veel heid te verwachten is.
Nn tenslotte iets over de oorzaak. In den
beginne heb ik U gezegd, dat we daar niet
veel van weten en toch zullen enkelen vra
gen maar is er dan geen bacil gevonden een
paar jaar terug, die de oorzaak van de snot
zou zijnJa, daar is wel wat van aan en
over die snotbacillen zou ik een heele groote
boom kunnen opzetten. Deze snotbacol is het
®erit,?n!d?kt enkele jaren geleden door prof-
de Bheek in Utrecht en is in den laatsten tijd
in allerlei laboratoria gevonden. Het is een
bacil die veel overeenkomst met de influen-
zabacil van den mensch en evenals deze de
eigenschap heeft alleen goed te groeien op
kunstmatige voedingsbodems waarin bloed-
kleurstof aanwezig is. Straks zal ik U den