'Buitenland De kwestie tusschen Hongarije en Zuid-Slavië. Pluimveeteelt. De rede van Jeftitsj. De Volkenbondsraad is gisteren te Genève bijeengekomen voor de met zoo veel spanning verwachte zitting. Kort voor 3 uur waren zaal en tribune reeds buitengewoon bezet; ook de Hongaarsche minister van buiten- Iandsche zaken woonde de zitting bij. Aan het benedeneinde van de raadstafel hadden aan de eenen kant de Hongaarsche gedele geerde Eckhardt, aan den anderen kant Ti- toeliscoe en Jeftitsj plaats genomen. Gelijk reeds verwacht was opende in plaats van Benesj de Portugeesche gedele geerde Vasconcelles de zitting. Hij gaf nog maals een kort resumé van de Zuid-Slavische aanklacht en verleende daarop het woord aan den Zuid-Slavischen minister van bui- tenlandsche zaken, Jeftitsj. Jeftitsj voert het woord. De Zuid-Slavische minister van buiten- landsche zaken ving aan met te constateeren, dat de moord op koning Alexander en Barthou de grootste opwinding ter wereld had gewekt, vooral echter diepen indruk had gemaakt op het Zuid-Slavische volk. Terecht heeft een krachtige volksstem zich gekeerd tegen hen, die een organisatie de gelegen heid had verschaft haar duistere daad te volvoeren. Daardoor is niet alleen de held haftige koning omgekomen, maar daarmede werd tegelijk gevoeld, dat de moord een ern stige bedreiging van den vrede vormde. Desondanks heeft het volk zijn waardig heid en zijn koelbloedigheid bewaard, maar alleen ornaat het nog vertrouwen bezat in dc volkenbondsinstellingen, waarvan het ver wachtte, dat zij den vrede en de internatio nale moraal zouden beschermen. Door hetzelfde gevoelen bezield wendde spr. zich dan oök heden tot den Volkenbond om voor hem te wijzen op de verantwoorde lijkheid, die de Hongaarsche autoriteiten op zich geladen hadden. Spr is zich daarbij er van bewust, dat een zoodanige beschuldiging buitengewoon scherp moet Tijken, te meer, wanneer zij in zoo besliste termen voor het hoogste orgaan van de internationale ge meenschap geuit wordt. Daarom is zijn regeering ook niet lichtzin nig tot dezen stap overgegaan. Voortgaande behandelde Jeftitsj de bijzon derheden van de tegen Hongarije gerichte beschuldigingen. De terroristische aansla gen, die Zuid-Slavië aanwijst, vormen slechts de uitdrukking van een in Hongarije georganiseerde en opgeleide samenzwering tegen de integriteit en veiligheid van den Zuid-Slavischen staat. Zuid-Slavië heeft derhalve niet kunnen toelaten, dat een handeling, die zich onmid dellijk richtte tegen zijn eenheid en veilig heid, verkleed zou worden als een kwestie van algemeen aard alsof noch de oorspron gen, noch het einddoel bekend en bewezen waren. Desondanks heeft de Zuid-Slavische regeering er geen bezwaren tegen, wanneer deze besprekingen tegen de onderdrukking der terroristenbedrc'gingen ook op een alge- meener gebied worden behandeld teneinde aldus het sluiten van een internationale overeenkomst voor te bereiden, die in plaats zou kunnen komen van den ontbrekenden goeden wil van zekere regeeringen, opdat daarmede wordt medegewerkt aan de onder drukking der terroristische daden op hun grondgebied. Zijn rede voortzettende Jeftitsj, dat de feiten, waarop de beschuldigingen der Zuid- Slavische regeering gebaseerd zijn, zoodanig zijn, dat zij duidelijk de verantwoordelijkheid van zekere Hongaarsche autoriteiten en daarmede van de Hongaarsche regeering zelve bewezen. De Hongaarsche regeering had moeten weten, dat zich zekere autoritei ten hadden ingelaten met de in Hongarije verblijvende terroristische elementen. Uit een hernieuwde opsomming van de in het Zuid-Slavische memorandum reeds ver melde argumenten trok Jeftitsj de conclusie, dat de aanslag van Marseille het logische eindresultaat is geweest van de door de Hon gaarsche regeering op haar gebied gedulde misdadige actie. Jeftitsj besloot met de verzekering, dat er geen sprake van was, dat tegenover Hon garije politieke doeleinden werden nage streefd of twist werd gezocht. De Tsjecho-Slowaaksche minister van bui- tenlandsche zaken en de Roemeensche mi nister van buitenlandsche zaken sloten zich uitdrukkelijk aan bij de verklaringen van Jeftitsj, waarbij zij zich het recht voorbehiel den zich later uitvoeriger te uiten. De Hongaarsche gedelegeerde aan het woord. De Hongaarsche gedelegeerde. Tibor von Eckhardt, nam daarop het woord, voor een uitvoerige beantwoording, welke ongeveer drie kwartier duurde. Spr. ging er van uit, dat sedert weken een feilen veldtocht tegen den eer van de Hongaarsche regeering is gevoerd en stelde daartegenover de gematig de houding van Hongarije, dat zich zonder reden voelt aangevallen. Hij vermeldde de diepe afkeuring, die de aanslag van Mar seille bij de Hongaarsche regeering en het Hongaarsche volk heeft gevonden en pro testeerde nadrukkelijk tegen de poging dit geval uit te buiten 'tot een politieke manoeuvre tegen Hongarije. De Zuid-Slavi sche bladen zijn onmiddellijk na den aanslag hun campagne begonnen en de Zuid-Slavi sche regeering is overgegaan tot de uitwij zing van Hongaarsche onderdanen, tot een totaal, dat in de laatste weken tot 3600 is opgeioopen. Door het binnenstroomen van onbemiddelde vluchtelingen is aan de Hon- gaarschZuid-Slavische grens een onhoud bare toestand geschapen. Hongarije wil geen represaillemaatregelen nemen, doch behoudt zich voor het ingrijpen van den Volkenbond te eischen. Voortgaande besprak daarop Eckhardt de Zuid-Slavische aanklacht. Niets van deze aanklacht houdt stand. Het inzake Janka Puszta te berde gebrachte, kan Hongarije niet belasten in verband met Marseille. Voor zoo ver de Hongaarsche regeering bekend is, heeft geen enkel land zoo strenge maatrege len genomen tegen de Kroatische emigranten Voorts constateerde Eckhardt, dat nooit een civiele of militaire autoriteit zich met de ter roristische opleiding van emigrantën heeft bezig gehouden. Nooit hebben emigranten van militaire of civiele overheidspersonen wapenen of ontplofbare middelen gekregen, nctoit zijn hun geldmiddelen verstrekt. Ook hebben de Kroatische emigranten langs wet tigen weg geen Hongaarsche passen kunnen krijgen. Hongarije heeft geen samenzwering tegen Zuid-Slavië op touw gezet of onder neemt. Het Zuid-Slavische memorandum ver meld slechts de aanslagen, die door Kroaten zijn uitgevoerd. Dat zijn niet de eenigen op Zuid-Slavisch gebied geweest. Het asylrecht, dat Hongarije den Kroaten heeft toege staan is niet buiten de algemeen erkende principes uitgegaan. De bewegingvrijheid aer Bulgaarsche emigranten na den val van Stamboelinski en van de Oekrainsche emi granten is grooter geweest, dan die der Kroaten in Hongarije. Wanneer het onder zoek der Hongaarsche overheid naar de actie der emigranten tot een negatief resultaat heeft geleid, is dat ook de schuld van de hou ding van Zuid-Slavië, dat geen nauwkeurige opgaven verstrekt had. De moordenaar Geor- gieff is nooit in Hongarije geweest, geen en kele voorbereidende handeling is uitgevoerd op Hongaarsch grondgebied, zelfs niet door de bijfiguren van den aanslag in Marseille Hongarije wordt door een duizendjarige tra ditie van de verplichting ontheven propa ganda voor zichzelf te maken. Het heeft niet de geringste verantwoordelijkheden. De ware oorzaken van den aanslag moeten ge zocht worden in den binnenlandsch politie- ken toestand in Zuid-Slavië. Het Hongaar sche revisionnisme, waartegen de actie der Kleine Entente in den grond genomen ge richt is, is juist het tegendeel van terrorisme. Het is een middel van constructieve vredes politiek. Bovendien behoort Kroatië niet tot die gebieden, waarop het Hongaarsche revi sionnisme gericht is. Hongarije heeft steeds den wensch gehad met zijn Zuidelijke buren in vrede en vriendschap te leven. DE KERKSTRIJD IN DUITSCHLAND. De meening van rijksminister Frick, Rijksminister van binnenlandsche zaken, dr. Frick heeft gisteravond te Wiesbaden voor een vergadering van 50.000 personen een redevoering uitgesproken, waarin hij ook over het kerkvraagstuk te spreken kwam. Hij zette daarbij o.m. uiteen: Het kan zijn, dat de rijkskerkregeering in het streven de 28 landskerken in de rijkskerk te doen opgaan iets te stormachtig is opge treden en verordeningen heeft uitgevaardigd, die de vereischte juridische basis misten. Daardoor ontstond1 een reactie. Ten slotte zag echter de rijkskerkregeering in, dat deze weg een beter juridische fun deering eischte en heeft zij aangevangen daar te bouwen, waar de rechtmatigheid ab soluut vaststaat, n.1. op de rechtmatig uit gevaardigde grondwet van de Duitsche Evangelische kerk. Er bestaat helaas zeer gegronde aanlei ding tot het constateeren, dat zich onder de dekmantel van Christelijke belangen hier al le mogelijke staatsvijandige en landsverra- derlijke elementen verzamelen om cp zooge naamd kerkelijk gebied hun politiek te voeren en langs dezen weg het Derde Rijk moeilijk heden in den weg te leggen. Onder stormachtigen bijval riep de minis ter hier uit: „Ik verklaar in dit verband, dat de rijks- regeering niet van zins is dit ageeren tot in het eindelooze aan te zien, maar dat zij vast besloten is, daar, waar de politike noodzake lijkheden dit eischen ook tegen degelijke staatsvijanden en landverraders in - té grij pen. Het Duitsche volk heeft genoeg van de zen kerkstrijd. Het stelt heelemaal geen be lang in dit gekijf der predikanten. De rijks- regeering in ieder geval heeft er geen be lang bij kerken, die moeien dienen voor de innerlijke stichting van den Duitschen mensch, doch die s'echts twist en oneenigheid onder het volk brengen, mede te financieren". De buitenlandsche politiek, In het vervolg van zijn redevoering ging rijksminister Frick nog in op de buitenliand- s-che politiek, waarbij hij opmerkte, dat het Duitsche volk den vrede wil, doch er genceg van heeft den speelbal en slechtsobject te zijn van andere volken en een pariah- en he- lotenrol te spelen. Duitschland zou nooit dat succes in de commissie van drie hebben be reikt, wanneer het niet aan achting in de we reld had gewonnen; Voortgaande kw'ain de minister te spreken over het voorstel van Hitier cm het plebisciet in het Saargebied te vermijden door een vreedzame overeenkomst tusschen Frankrijk en Duitschland. Het zou voor de algemeene betrekkingen gemakkelij ker zijn geweest, maar spr. meest toch zijn vreugde tot uiting brengen over deze verstan dige overeenkomst, waardoor een overeen stemming tusschen Frankrijk en Duitschland tot stand is gekomen, die volstrekt aanvaard baar is. Dat is een zoo groot succes, dat wij aldus Frick dezen dag a's een dag der overwinning kunnen aanduiden, een dag van de Duitsche overwinning. Voorts verklaarde hij: Wij hebben er in het geheel niets tegen, dat een internationale politie in het Saarge bied wordt ingesteld, die absoluut acht geeft op orde en rust en die het rustige verloop van het geheele plebisciet waarborgt. Wij roepen onze broeders aan de Saar toeHoudt vol, wij staan aan uw kant en wachten op het oogenblik, waarop gij weer naar het moe derland terugkeert. Frick beëindigde zijn redevoering met een beroep, op zijn toehoorders de nationale so lidariteit te bewijzen d-oor daadwerkelijk aan het Winterhilfewerk deel te nemen. HET WITBOEK VAN BRANTING. Duitsche verklaring inzake het „testament" van E.nst, Met betrekking tot het z.g. „testament" van den 30sten Juni wegens hoogverraad doodgeschoten groepsleider Ernst, waarin het ontstaan van den rijksdagbrand wordt behandeld, verklaren, aldus een officieus be richt. bevoegde kringen, dat het hier gaat cm uit de lucht gegrepen, uit de emigrantenpers genoegzaam bekend, bedrog. Het blijft te betreuren, dat serieuze bui tenlandsche bladen dergelijke fantasiën zon der voorbehoud pu-bliceeren. Een voorbeeld voor dergelijke gruwelleu- gen bracht gisteren het socialistische blad uit Saarbrücken de Volksstimme. die beweert dat de kortge'eden afgetreden eerste burge meester van Breslau Rebitzski vermoord is en die een zoogenaamd aan de weduwe gerichte brief inzake de bijzetting van haar echtge noot afdrukt. De zoogenaamd vermoorde woont te Ber lijn en spreekt uiteraard dit bericht tegen. VERBOD VAN RIJKSDUITSCHE BLADEN TOT 16 MAART VERLENGD. Officieel wordt medegedeeld: De bondskanselarij heeft het indertijd uit gevaardigde en laatstelijk op 12 September 1934 tot 16 December 1934 verlengde ver bod van verspreiding van alle in het Duit sche rijk verschijnende dagbladen en zekere tijdschriften opnieuw voor den duur van drie maanden (tot 16 Maart 1935) ver lengd. Het tegen bepaalde bladen uitge vaardigde verbod gaat hier buiten om. 10.000 NAT. SOC. OPGENOMEN IN DE PRUISISCHE POLITIEK. De bevelhebber der Duitsche politie, gene raal Kurt Daluege, die op het oogenblik een inspectietocht houdt in West-Duitschland heft een vertegenwoordiger van de pers een interview toegestaan, waarin hij o.m. mede- dee'de, dat volgens de op het oogenblik be schikbare cijfers rond 10.000 leden der na- tionaal-socialistische beweging in den dienst der staatspolitie en van den gemeentepolitie dienst zijn opgenomen. POLITIETROEPEN VOOR HET SAARGEBIED. Ook Nederland neemt deel. De commissie van Drie voor het Saar gebied heeft, naar verluidt, gisteravond principieel overeenstemming bereikt ov^-r het feit, dat aan het internationaal contingent voor het Saargebied Enge land, Italië en Nederland zullen deel nemen. Nadat Engeland en Italië reeds in de openbare zitting van den Volkenbonds raad hun toestemming hebben gegeven, heeft thans ook Nederland zijn toe stemming verleend. De Zwitsersche bondsraad zal zich, naar verluidt nog heden met de kwestie bezighouden. Tet antwoord van Zweden is nog niet ontvangen. De totale sterkte van de internationale troepen zal naar thans verluidt, 5000 man bedragen, waarvan Engeland 2000 man zou leveren. Ter behandeling van de technische problemen zal de Engelsche generaal majoor Visconti Brasca, die eenige jaren geleden militair attaché te Berlijn was, naar Geneve komen. (Bij informatie in den Haag werd ons van officieele zijde medegedeeld, dat nog geen officieel verzoek uit Genève in deze aangelegenheid was ontvangen, zoodat de berichten volgens welke Ne derland reeds een toezegging zou heb ben gedaan, voorbarig moeten worden genoemd). DOODVONNIS VOLTROKKEN. Op 7 December is volgens een officieele mededeeling te Koningsbergen in Pruisen de in 1893 geboren Karl Struve terechtgesteld. Hij was veroordeeld wegens moord op een 80-jarige weduwe. TOCH EEN VREDESPLAN VAN MUSSOLINI? Het ItaliaanSche avondblad Star spreekt ondanks het recente Itaiiaansche dementi over een nieuw vredesplan van Mussolini. Dit plan zou bestaan in een wederzijdsch non-agressiepact voor geheel Europa. Mussolini's plan zou omvatten: Een alge meen Europeesch wederzijdsch non-agressie pact, èen plan voor politieke beraadslagin gen tusschen alle naties, een systeem van verdragen tusschen twee naties, zoomede misschien een clausule, welke betrekking heeft op economische samenwerking in Europa. IT ALIAANSCH-ABESSINISCHE BOTSING. Officieel wordt medegedeeld Een sterke afdeeling Abessiniërs, bewa pend met machinegeweren, benevens met een stuk geschut, heeft in den middag van 5 De cember bij verrassing den geïso'eerden in- boorlingenpost bij den bron van den Ualual in Italiaansch Somaliland aangevallen. De Dubatsoldaten van den post boden te genstand totdat versterkingen waren aange- gelccmen uit het nabijgelegen steunpunt; daarop werden de aanvallers volledig op de vlucht geslagen; zij lieten talrijke wapenen, munitie, tenten en dieren achter. Aan beide kanten zijn een aanzienlijk aan tal dooden gevallen. De noodige maatreglen zijn genomen om dergelijke incidenten aan de grens in het ver volg te vermijden. DE UITGEWEZEN HONGAREN. Uit Zuid-Slavië. Van bevoegde zijde wordt medege deeld, dat in de laatste dagen, tot gister avond, 2.314 personen uit Zuid-Slavië zijn uitgewezen. -Voor gisteravond ver wachtte men een nieuw transport van zeven spoorwegwagens met rond 400 verdere uitgewezen Hongaren. In Szege- din zouden officieel 500 tot 600 proto collen zijn opgenomen, waaruit zou blijken, dat op dit grensstation ook ruim 300 uit Zuid-Slavë uitgewezen Duitsche boeren, Zwaben, aangekomen zijn. Het Hongaarsche Roode Kruis heeft zich naar verluidt telegrafisch gewend tot het Geneefsche Internatio nale Roode Kruis. Van officieele zijde worden berichten volgens welke de uit wijzingen uit Zuid-Slavië te wijten zijn aan dergelijke maatregelen, van Hon- gaarschen kant met groote beslistheid tegengesproken. In een conferentie in het ministerie van binnenlandsche zaken is heden be sloten tot het instellen van een uitge breide hulpactie. Tegelijkertijd heen men een aanvang gemaakt met openna collectes ter verzachting van den noou der uitgewezenen. Ue avondbladen pu- bliceeren heele kolommen, gesteld m opgewonden termen, over de nadere om standigheden van de uitwijzingen en den noodtoestand der verdrevenen. De „Pester Lloyd" verklaart, dat ae uitgewezen personen in overeenste ming met de bepalingen van het ver drag van Trianon reeds vele jaren ge den voor Zuid-Slavië geopteerd hadden en daarmede het Zuid-Slavische burgc - schap hadden moeten krijgen, doch da de Zuid-Slavische overheid het toeicen- nen van deze burgerrechten van jaar tot jaar had uitgesteld. Tegenover anders luidende berichten wordt medegedeeld, dat zich geen ern stige grensincidenten hebben voorge daan. STUDENTENDEMONSTRATIE. Te Boedapest. Uit protest tegen de uitwijzingen uit Zuid-Slavië hebben de studentenvei- eenigingen heden een demonstratie ge houden, waaraan alle professoren en ruim 1000 studenten deelnamen. De stu denten trokken na de betooging door de straten en kwamen ten slotte bijeen voor het Hongaarsche nationale gedenktee- lrcn, waar zij het volkslied zongen. Inci denten kwamen niet voor. DE VERKLARING VAN NORMAN DAVIS. De opvatting van Japansche vlootkringen. Inzake de verklaring van Norman Davis betreffende het vlootverdrag van Washing ton met de verhouding 5-5-3 wordt er in Ja pansche vlootkringen op gewezen, dat de Ver. Staten en Japan thans op hetzelfde standpunt staan met betrekking tot de huidi ge vlootkrachten, met uitzondering van dë grootste schepen gelijk die vermeld zijn door den Amerikaanschen minister van marine Swanson in zijn jaarlijksche rapport. Swanson stelt ae Japansche oorlogssche pen met uitzondering der kapitale schepen op 144 bodms met 432.445 ton en de Ameri- kaansche oorlogschepen op 91 met 436.350 ton aan hst einde van 1936, terwijl Swanson de Japansche vlootkrachten stelt op 143 bo dems met 40.939 ton en de Amerikaansohe op 73 bodems met 341.890 ton aan het eind van 1934. Eind 1936 zou dan een verhouding bestaan van 99.10 tegen 100 en eind van dit jaar een verhouding van 128.9 tot 100, waar bij Amerika op 100 wordt gesteld. De ver houding 5-5-3, welke Norman Davis wenscht te handhaven zou niet kunnen worden ver werkelijkt voor 1940. Wat de kapitale sche pen betreft, die binnen den ouderdomslimiet zijn, Amerika beschikt over 100.000 ton meer dan Japan. Voorts wordt er op gewezen, dat Japan verre supérieur is aan de Ver. Staten in de eerste-linie-eenheden. In Japansche vlootkringen komt thans de meening naar voren, dat deze bestaande re latieve vlootsterkte, die op zoo uitgebreide wijze heeft bijgedragen tot de handhaving van den vrede in den Stillen Oceaan tot lei draad genomen moet worden bij de Londen- sche vlootbesprekingen. GEPOE NOG STEEDS ACHTER STALIN. Geruchten over een opstand onjuist. De uit Warschau afkomstige berichten over een opstand van de Gepoe tegen Stalin zijn onjuist. Een correspondent van de „United Press", die gedurende twee dagen een nauwkeurig onderzoek naar de waarheid van deze ge ruchten heeft ingesteld, heeft geenerlei grond hiervoor kunnen vinden. Integendeel heeft hij kunnen constateeren, dat de arrestaties, wélke in Leningrad ver richt zijn bij de Gepoe, od gewone wijze zijn geschied en niet door militairen. Weliswaar waren de garnizoens van Moskou en Le ningrad in alarmstelling, maar deze hebben tegetj de Gepoe geeiierlei militaire maatrege len genomen. De garnizoens werden alleen in alarmge- reedheid gehóuden, omdat men vreesde, dat de moord cp Kiroff het sein zou zijn tot een gewapenden opstand van buiten de Gepoe staande elementen. De militairen hebben ech ter geen maatregelen der Gepoe reeds door verschillende arrestaties den opstand in de kiem had gesmoord. ZARO AGA'S OPVOLGER. Een Rus, die 154 jaar oud is. ben nieuwe ..oudste man ter wereld" is als opvolger van Zaro Aga door sovjetambtena ren ontdekt in het afgelegen dorpje Kindgi. De naam van dezen Methusalem is Ha- oara Hioet, en volgens berichten in de Rus sische bladen bewijzen officieele documenten, dat hij niet minder dan honderd vier en vijf tig jaar oud is. Hioet heeft zelfs een concur- rent in den persoon van een oerouden Geor- "?rtemij Lagjaschwili genaamd, wiens ouderdom op honderd zes en veertig tot hon derd vijftig jaar wordt geschat. Lfgjaschwili, die in het dorp Koemissi bij I ïflis woont, kan zich nog den tijd herinne ren, dat de Kaukasus onafhankelijk was en door in het land zelf geboren vorsten werd geregeerd. Deze Nestor van den Kaukasus is drie maal gehuwd geweest. Zijn oudste nog in leven zijnde zoon is tachtig jaar. DRIE PERSONEN BIT OVERWEG GEDOOD. In Polen. Een personentrein overreed op een over weg bij Kattowitz een wagen, die geheel ver nield werd. Van de vier inzittenden werden er drie gedood, terwijl een vrouw levensge vaarlijk gewond werd. Ook het paard, waar mee de wagen bespannen was, werd gedood De overwegwachter werd gearresteerd. Vragen, deze rubriek betreffende, kuil den aan Dr. te Hennepe, Diergaardesin- nen door onze abonné's worden gezon- gel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. De snot-bacil of bacillus haemoglobi- □ophilus roryza gallinarnm. Op het oogenblik wordt er weer veel last en schade ondervonden van de z.g. snot onder de kippen, een ziekte die haast iedere pluimveehouder kent, net als we allen weten wat een flinke ver koudheid is, maar waar we bij ons zelf ook maar zelden precies van kunnen zeggen hoe we er aan gekomen zfjn. We zeggen: „we hebben kou gevat", wat niets anders beteekent dan dat we het niet weten. En zoo is het voor een groot deel ook met de kippen, als oorzaak van snot geven we kou vatten op maar verder weten we er niet veel van. Zeker is wel dat bij vochtig, koud weer meer snot optreedt dan bij mooi, zacht weer en dat een der beste middelen om de ziekte binnen niet al te schadelijke grenzen te houden 16, de dieren een goed geventileerd, niet tochtig, Iroog hok te geven en ze goed te voeren. Kip pen die goed gevoerd worden kunnen een stootje verdragen. Kijk dus om te beginnen het hok eens goed na. Is de dakbedekking nog goed, lekt het dak niet door? Daarna gaan we binnen in het hok staan en onderzoeken nauwkeurig of niet hier en daar daglicht door de wanden schemert door spleten, naden of gaten in het hout. Deze moeten in elk geval zorgvuldig dicht gemaakt worden. Vergeet ook niet zoo noodig rut ten te herstellen, kleine gaten in ruiten waar hoeken afgesprongen zijn kunnen soms gemeen tochten. Let ook op of deuren en ramen goed sluiten. Het ge beurt vaak dat bij een nieuw hok alles best past, doch dat al heel gauw de deu ren op de eene plaats klemmen en op de andere reten overblijven. Zet de schar nieren goed in het vet opdat er niet met kracht en geweld aan gerukt moet wor den om het open of dicht te krijgen. Al lemaal kleinigheden maar die toch allen van belang zijn. Kijk ook de drinkem- mers en de voerbakken nog eens na, zorg dat ze op een verhooging staan van ongeveer 50 c.M., zoodat er niet allerlei vuil in gekrabd kan worden door de kippen. Over het voer heb ik gesproken, geef een goed voer en zorg dat daar in len winter 1 2 levertraan in zit. Als men geen groenvoer ter beschikking heeft geef dan 2 traan, is er voldoende groenvoer dan kunnen we geld sparen en is 1 voldoende. En nu de ziekte zelf. Het begint met tranende oogen, dikke oogleden, zwel lingen onder de oogen of natte neusga ten, waar al heel gauw allerlei stof aan vast kleeft. Soms hebben de kippen weinig last van deze verkoudheid, soms zijn ze er leelijk ziek van en zitten ge heel suf in elkaar. Ze vegen zich hei.vuil van de oogen en den neus voortdurend af aan de veeren van den hals en witte kippen zien er dan ook heel gauw zeer onooglijk uit. Bij sterke kippen loopt het met zoo'n lichte snot gauw weer nor maal, maar heel vaak verergert de kwaal zienderoogen, zitten de kippen met dikke opgezwollen oogen in een hoekje en eten of drinken niet meer. Ze vallen af als sneeuw voor de zon en van leggen is geen kwestie meer. De snot wordt op die manier een reuzenstrop. Tenslotte gaat de ziekte vaak over in longontsteking en kan de sterfte zeer hoog worden. Heel veel ziet men de snot beginnen bij verzwakte exemplaren en dit jaar valt het mij op dat er zooveel van dat soort achterblijvers zijn, mager en bleek, die lijden aan chronische coc- cidiosis. Ook kippen met wormen zijn gevoeliger voor snot, over het algemeen dus verzwakte dieren. Denk er om dat snot geen diphtherie is en dat de inen ting tegen diphtherie niet tegen snot helpen. Wel gaan beide ziekten vaak samen en is dan de sterftov zeer hoog. Wie op tijd tegen de dipmherie heeft laten enten behoeft niet zoo bang meer te zijn voor groote schade door snot. Maar wat moeten we er nu aan doen? Ik geef gaarne inplaats van droog voer bij snot rul aangemaakt voer, desnoods rul aange maakt met wat ondermelk. De kippen lusten dat graag en ze hebben dan geen last meer van het stof. Vooral omdat ze graag rul voer lusten is dit van belang, want de kunst is om de dieren op kracht te houden. Het drinkwater kan ontsmet worden met 1 op 5000 superol of chinosol of 1 op 1000 sulfoliquid. Als men niet te veel kippen heeft en wen wil de ziekste exemplaren behande- len, dan kan men ze 'kopbaden geven van lauwe oplossingen van 1 op 1000 superol of chinosol of 1 op 100 sulfoliquid. Men moet daarbij onder water de neus en holten van den kop goed uitdrukken, zoodat als men de vingers wegneemt, de ontsmettende vloeistof in deze holten dringt. Er wordt ook wel eens kaliumpermanganaat aangewezen, doch de kosten en moeiten daarvan kunt U zich ge rust sparen. Dat wordt tegenwoordig alleen maar aangeraden door menschen, die een paar jaar ten achter zijn met het napraten van artikelen, want wie begrijpt wat de werking is van kaliumpermanganaat be grijpt meteen dat daarmede in een kippenhok niet veel heid te verwachten is. Nn tenslotte iets over de oorzaak. In den beginne heb ik U gezegd, dat we daar niet veel van weten en toch zullen enkelen vra gen maar is er dan geen bacil gevonden een paar jaar terug, die de oorzaak van de snot zou zijnJa, daar is wel wat van aan en over die snotbacillen zou ik een heele groote boom kunnen opzetten. Deze snotbacol is het ®erit,?n!d?kt enkele jaren geleden door prof- de Bheek in Utrecht en is in den laatsten tijd in allerlei laboratoria gevonden. Het is een bacil die veel overeenkomst met de influen- zabacil van den mensch en evenals deze de eigenschap heeft alleen goed te groeien op kunstmatige voedingsbodems waarin bloed- kleurstof aanwezig is. Straks zal ik U den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6