dagblad voor alkmaar en omstreken.
Nieuwjaarswenschen.
Minister Kalff heeft een kwaden dag.
BxiQeUiksch Oveczicht
Buitenland
Dieseltreinen een mislukking,
het arme spoorwegpersoneel
In den Chaco speelt men oorlogje
bolivia in de knel
Ho. 294 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 13 December 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Uit het Parlement
Paraguay te Geneve eer» paar zetten
voorgebleven.
Wat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVER1ENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Den Haag, 12 Dec. 1934.
Bij het debat over de afdeeling „spoorwe
gen" van de begrooting van waterstaat heeft
minister Kalff geen gemakkei ijlken namiddag
gehad.
Hij heeft een vijf percents-loonsverlaging,
ingaande 1 Januari 1935, voor het spoorweg
personeel voorgesteld en zich daarbij bereid
verklaard, te garandeeren, dat de verlaagde
loonen, behoudens buitengewone omstandig
heden, in 1935 en 1936 verder ongerept zou
den blijven, mits de vakorganisaties in den
personeelraad eenstemmig de loonsverlaging
goedkeurden. Twee kleine bondies, te zamen
veertien percent van het personeel bevatten
de, hebben deze loonsverlaging afgewezen.
Daarmede was voor den bewindsman komen
vast te staan, dat hij de garantie niet zou
verstrekken.
De heeren Kuiper (r.k.), van Braambeek
(s.d.), Amelink (a.r.) en Joekes (v.d.) keurden
's ministers voorwaarde van eenstemmigheid
af, omdat op deze wijze een kleine minder
heid overeenstemming onmogelijk kan ma
ken.
De minister verdedigde zijn houding, op
merkende, dat in vroeger jaren de spoorweg
directie herhaa'delijk eenstemmigheid onder
de personeelsorganisaties heeft geëischt als
voorwaarde, om tot overeenstemming te ko
men, en dat, als men dit niet doet, achteraf
onaangename verhoudingen ontstaan.
„U bederft nu fundamenteel de verhoudin
gen tusschen de organisaties!", interrumpeer
de mr. Joekes. opmerkelijk scherp, maar vol
gens den bewindsman zou hij dit juist doen,
als hij zich niet aan de voorwaarde van een
stemmigheid hield.
De heer Kuiper stelde toen een motie voor,
waarin de Kamer uitsprak, dat bij den be-
staanden vorm van overleg in den personeel
raad abso'ute eenstemmigheid bij aanvaar
ding van loonregelingen niet als voorwaarde
had moeten zijn geste'd en zeker niet met be
trekking tot de loonregling, welke, behou
dens buitengewone omstandigheden, voor de
jaren 1935 en 1936 zou gelden. Voorts ver
zocht de Kamer in de motie aan de regeering
om, behoudens bijzondere omstandigheden,
de verlaagde loonen, zooals zij met ingang
van 1 Januari a s. van kracht zullen worden,
in 1935 en 1936 ongewijzigd te handhaven.
Mr. Joekes, voor de grondgedachte der
motie wel gevoelende, vond het echter ver
keerd. dat de Kamer een oordeel over loon
regelingen zou uitspreken, en ried aan om,
met handhaving van de hierboven vermelde
uitspraak in de motie, het verzoek aan den
minister aldus te wijzigen, dat hem alleen
zou worden gevraagd, den eisch van een
stemmigheid voor het geven van de garantie
niet te handhaven.
Minister Kalff, bespeurende, dat men in
de Kamer een garantie wenschte, beloofde,
dat hij soepel zou zijn, rekening zou houden
met wat gezegd was, en niet met mwe hand
zou ingrijpen.
Maar hiermee was de Kamer niet tevreden
en de heer Kuiper handhaafde zijn motie, zij
het in den door mr. Joekes aangegeven, ge-
wijzigden vorm.
De minister noemde toen onaanvaardbaar
de in die motie voorkomende uitspraak, dat
absolute eenstemmigheid bij aanvaarding
van loonregelingen niet als eisch had moeten
zijn gesteld, want, zeide hij, met zulk een
uitspraak zou de spoorwegdirectie, die vaak
zulk een voorwaarde stelt, ook voor de toe
komst zijn gehouden.
In de motie zou zonder deze uitspraak al
leen overblijven een verzoek aan den minister
om de voorwaarde voor 1935 en 1936 met te
handhaven. Wat dit verzoek belangt, beloofde
de minister, voor 1936, behoudens bijzondere
omstandigheden, geen nieuwe vers.echting
te zullen voorstelen. Het duurde echter lang,
voordat de minister precies wist, wat er in
de gewijzigde motie stond, en voordat de
heer Kuiper en de zijnen zich konden voor
stellen, wat 's ministers tegemoetkoming be-
tcckcndc
Het debat over de afdeeling moest er zelfs
voor worden geschorst.
Toen het heropend was, trok de heer Kui
per zijn motie in, daar hij uit de woorden
van den bewindsman had afgeleid, dat deze
erin toestemde, de voorwaarde van eenstem
migheid, voor de garantie gesteld, te laten
vervallen.
Het had heel wat voeten in de aarde, voo-
dat deze zaak was opgelost. Men make zie
overigens geen te hooggespannen verwac
tingen van de garantie, omdat de minister
het voorbehoud van de bijzondere omstandig
heden erbij heeft gemaakt. Als de bedrij s-
uitkomsten der spoorwegen nog min ot meer
belangrijk slechter mochten worden, zal
vermoedelijk een bijzondere omstandighe
zijn, welke een nieuwe loonsverlaging in 50
zou rechtvaardigen.
De heer Wijnkoop (c.p.) heeft een motie
voorgesteld, waarin alle loonsverlaging
wordt afgekeurd. Daarmede gaat hij verder
dan zes-en-tachtig percent van het spoor
wegpersoneel.
De heer Sneevliet (r.s.) ondersteunde deze
motie.
De heer van Kempen (lib.), die het beleid
der spoorwegdirectie inzake de concurrentie
tegen vrachtauto en bus critiseerde (dr. van
der Waerden (s.d.) en de minister verdedig
den het), noemde de snelle invoering van de
Dieseltractie een fout en ir. van Dis (st.g.)
deed desgelijks. Waren de Dieselmotoren
aanstonds goed gebleken, aldus de. minister,
men zou de directie hcogelij'k geprezen heb
ben. Volgens den bewindsman hadden de
spoorwegen op een overdreven manier schuld
in deze bekend, omdat niet hun fouten de
hoofdoorzaak van de voorloopige mislukking
waren gebleken, maar fabricagefouten. De
kosten van het herstelwerk komen grooten-
deels voor rekening van den leverancier en
deze zal zijn verplichtingen wel nakomen,
omdat de oogen der geheele wereld op hem
zijn gericht. Want tal van landen, gedachtig
aan het „Wie zich aan een ander spiegelt,
spiegelt zich zacht", volgen belangstellend,
hoe het met de Dieseltractie in Nederland
verder gaatEn als de Dieseltreinen later
weer in dienst komen en de spoorwegen
mochten een paar ton schade hebben gele
den (de minister achtte het niet waarschijn
lijk), moest men, zeide de spr., wel bedenken,
dat een Dieseltrein, die een iaar lang riidt
tusschen Amsterdam en Eindhoven, twintig
duizend gulden besparing op'evert.
Wij moeten nog vertellen, dat de heer Krij
ger een rede hield, waarin hij te kennen gaf,
nauwelijks nog vertrouwen in den minister te
stellen, die z.i. niet genoeg doet aan de zwar
te vlek der spoorwegtekorten van de Rijiks-
begrooting te verwijderen. De bewindsman
antwoordde, geen kans te zien, binnen korten
tijd een tekort weg te werken, ontstaan, door
dat de ontvangsten der spoorwegen van 180
millioen in 1929 tot 122 mil'ioen in 1933 ver
minderd zijn. Van de opheffing van onren
dabele lijnen en de loonsverlaging in het vol
gende jaar verwacht Z.Exc. tien millioen be
sparing op zijn hoogst.
De minister zeide, dat men wel voor het
personeel kan voelen en tegelijkertijd bedrijfs
leider zijn of een functie bij een werkgevers
organisatie hebben kan en dat de heer Snee
vliet dit ook wel begreep, maar het niet kon
zeggen.
De heer van Dijk, die jhr. Ruys de Beeren-
brouck een poosje op den vcorzitterszetel ver
ving, wees Z.Exc. er eerbiediglijik op, dat zulk
een veronderstelling jegens een afgevaardig
de ontoelaatbaar was.
Aldus gaf de waarnemend kamerpresident
blijk, de noodige objectiviteit te bezitten. Hoe
vaak brengt de heer Sneevliet 's voorzitters
hamer in werking!
Met dat al was het geen mooie dag voor
minister Kalff.
Met 62 tegen 20 stemmen heeft de Kamer
de motie-Drop goedgekeurd ten gunste van
een verplichte naleving van de collectieve ar
beidscontracten in de bestekken voor uitvoe
ring van Rijkswerken.
De minister had deze motie, zooals men
weet, bestreden.
De heer Sneevliet heeft verlof gevraagd en
gekregen om de regeering te interpelleeren
over de zending van een contingent Neder-
landsche troepen naar het Saargebied. Zijn
interpellatie komt morgen reeds aan de orde.
In een nachtvergadering, welke tot kwart
over twee heeft geduurd, is de begrooting
van Sociale Zaken verder behandeld. Minis
ter Slotemaker de Bruïne heeft verklaard,
dat wij op het punt van de werkloosheidsver
zekering blij moeten zijn, als wij houden, wat
wij hebben. Hij overweegt een voortzetting
van het geven van toelagen aan werk'.cos-
heidskassen om ze in staat te stellen, door te
werken. Een commissie onderzoekt het vraag
stuk van den arbeid van vreemdelingen in
ons land als musici en artisten en in het
hotel-, café-restaurantbedrijf. Voorts wordt
een stichting gevormd voor steun aan werk-
looze kunstenaars, beeldende kunstenaars,
musici, architecten en sierkunstenaars. Zes-
en-tachtig gemeenten met 1164 kunstenaars
hebben reeds medewerking toegezegd. In de
stichting zullen de regeering, de gemeenten
en de kunstenaars worden vertegenwoordigd
Tal van afgevaardigden hebben de steun-
verleening besproken. Prof. Aalberse (r.k.)
was op verschillende punten door de tege
moetkomingen der regeering bevredigd, maar
niet, wat betreft de groote gezinnen en den
aftrek van wat particuliere liefdadigheid
schenkt, van den werkloozensteun.
De heer Kupers (s.d.) heeft een paar mo
ties ingediend. De afdeeling is nog lang niet
afgehandeld.
„Reeds" op 24 November j.1. nam
de plenaire vergadering van den
Volkenbond het plechtig besluit
een einde te maken aan den oorlog
in den Gran Chaco.
Alleen de beide oorlogvoerende landen,
Paraguay en Bolivia, onthielden zich van de
stemming. Paraguay liet zelfs doorscheme
ren, dat het er weinig voor voelde zich bij het
besluit van den Volkenbond neer te leggen.
In stilte zullen de afgevaardigden zich wel
vroolijk hebben gemaakt over het weinig op
de hoogte zijn van de Geneefsche deskundi
gen. Wantbijna tegelijkertijd gebeurden
er aan het oorlogsfront in Zuid-Amerika
zeer opmerkelijke dingen. Ondanks het be
sluit van den Volkenbond gingen de troepen
van Paraguay opnieuw tot den aanval over.
Het front der Bolivianen werd in twee we
ken uiteengeslagen. Oneenigheden in de Bo-
liviaansche legerleiding maakten den toestand
dubbel bedenkelijk. Toen de Boliviaansche
president
Daniël Salamonca
zich persoonlijk naar het oorlogsgebied in de
„groene hel" begaf, om eenige leidende offi
cieren af te zetten, werd hij gelijk bekend
eenvoudig gevangen genomen en gedwon
gen, om af te treden. Dit is de zooveelste
staatsgreep in de ongeveer honderdjarige ge
schiedenis van Bolivia; spotters zeggen de
343ste. Het moreel van de Boliviaansche sol
daten, die in de voorste rijen van het front
streden, was op dit oogenblik dus reeds niet
al te sterk. En de oneenigheden in het leger
maakten, dat ook de bevolking van Bolivia
er weinig vertrouwen meer in had. Zoo had
den de vlug optrekkende troepen van Para
guay gemakkelijk spel.
Na de afzetting van president Salatnanca
schijnt het Boliviaansche leger nog verder
uiteen te vallen en dat zal wel het einde van
den oorlog veroorzaken. De vijandelijkheden
duren reeds sedert Juni 1932, hoewel eerst
op 10 Mei 1933 Paraguay officieel den oorlog
heeft verklaard aan Bolivia. Die oorlogsver
klaring was in zekeren zin een sensatie, want
de beide landen waren lid van den Volken
bond. En ook thans kan het voortdringen
van Paraguay in den Chaco den Volkenbond
opnieuw in een moeilijk parket brengen.
Want Paraguay wil nu de vruchten plukken
van zijn overwinning, die reeds op feestelijke
wijze te Acuncion wordt gevierd. Het wil
daarbij niet van buitenaf worden gestoord.
En als het van het begin af de bedoeling van
Paraguay geweest mocht zijn, om
vóór 20 December a.s.,
den door den Volkenbond vastgestelden ter
mijn, in den Gran Chaco een „fait accompli"
tot stand te brengen, dan heeft het deze be
doeling met verrassende snelheid verwezen
lijkt. Voor Geneve is nu de moeilijkheid, dat
Bolivia de tusschenkomst van den Volken
bond heeft ingeroepen en dat het dit veel te
laat heeft gedaan. Tot tijdig ingrijpen uit
eigen beweging is de Volkenbond niet over
gegaan en achteraf kon hij weinig meer uit
richten. Het eenige was het veroordeelen van
een der beide oorlogvcerende landen te ver
mijden en den oorlog te belemmeren door voor
beide landen een wapen-embargo af te kon
digen. En op het oogenblik zal Geneve niet
veel anders meer kunnen doen, dan toekijken
hoe men in Zuid-Amerika zelf de zaken re
gelt.
Oude veeten zijn er tusschen Bolivia en
Paraguay eigenlijk niet. Zij hebben geen be
hoefte aan expansie, want de beide landen
zijn zeer dun bevolkt. Bolivia heeft iets meer
dan 3lA millioen inwoners, waarvan meer
dan de helft Indianen zijn. Bovendien zijn er
in de onbekende streken van het land nog
wilde, onbekende, Indianenstammen. Het
voornaamste product is tin. In Paraguay, dat
ongeveer een millioen inwoners heeft, bestaat
voor meer dan de helft de bevolking uit In
dianen, die zelfs geen Spaansch verstaan en
alleen Guarini spreken.
Het bestreden gebied, de Gran Chaco, is
deels woest, deels vruchtbaar en heeft een
oppervlakte van 150.000 vierkante kilometer.
Toch zouden beide landen er gemakkelijk
buiten kunnen. Maarer bevindt zich
petroleum in deze streek, die gelegen is tus
schen de groote rivieren van Paraguay en de
Pilcomavo. Er waren daar kleine vestingen
gebouwd, van waaruit de Bolivianen en de
Paraguanen elkaar af en toe te lijf gingen.
Uit deze schermutselingen heeft zich de oor
log ontwikkeld. Het zal verder bekend zijn,
dat Bolivia zijn toegang tot den StillenOceaan
heeft verloren, toen het in de vorige eeuw
aan de zijde van Peru tegen Chili streed. Na
de oplossing van het Tacna Arica-conflict
tusschen Chili en Peru werd niet meer ge
dacht aan de eischen van Bolivia. Dit land
trachtte nu een haven aan de La Plata te ver
krijgen, welke rivier onzijdig gebied is, zoo
dat zulk een haven gelijk zou staan met een
toegang naar den Atlantischen Oceaan. Para
guay wilde echter van zulk een haven niets
weten. Dit conflict werd de directe aanlei
ding tot den oorlog.
Aanvankelijk brachten de Bolivianen sleéhts
5000 man in het veld en de Paraguanen
2000. Gaandeweg werden echter steeds meer
manschappen gemobiliseerd, zoodat er ten
slotte
ongeveer 100.000 man
tegenover elkaar stonden. Door de steeds mo
derner wijze van oorlogvoeren, door slangen
beten en moeraskoortsen is ongeveer de helft
hiervan omgekomen. De Bolivianen stonden
er van het begin af ongunstig voor, doordat
zij wonen op een hoogvlakte, welke 3500 tot
4000 meter boven den zeespiegel ligt.
Zij hadden van de moeraslucht en de hitte
meer te lijden dan de Paraguanen, die in
verband met de lage ligging van hun land
eerder konden wennen aan het moorddadige
klimaat van den Chaco. In het begin werden
de Paraguanen eenige malen teruggeslagen,
doch daarna bleven zij aan de winnende
hand. Het kwam tot groote veldslagen, waar
bij zelfs loopgraven een rol speelden. Dit al
les is nu uitgeloopen op een terugtocht der
Bolivianen.
De verschrikkingen van dezen oorlog in
het oerwoud kan men zich nauwelijks voor
stellen. Aan beide kanten stierven de meeren-
deels Indiaansche soldaten met de uiterlijke
onverschilligheid, die hun ras eigen is, nadat
zij alle verschrikkingen hadden verdragen.
Zij volgden de bevelen op en vroegen er niet
naar, door welke motieven deze bevelen wer
den beheerscht. Men kan in Zuid-Amerika
geen Europeeschen maatstaf aanleggen. Zoo
is het immers ook gegaan, toen in de zeven
tiger jaren der vorige eeuw Lopez als dicta
tor over Paraguay heerschte en dit land in
oorlog was met Uruguay en Argentinië. De
Europeesche beschaving heeft sindsdien zoo
wel in Paraguay als in Bolivia wel eenigen
invloed uitgeoefend, althans op de Mestiezen,
doch daarmee zijn de werkelijke toestanden
niet veranderd.
Een paar colabladeren.
zijn voldoende om de soldaten in een soort
van roes te brengen, waarin zij met den
blanken sabel los stormen tegen iedereen,
die hun als vijand wordt aangewezen.
HET LEGER VAN HITLER.
Wat Hess zcu hebben voorgesteld.
Toen de vorige week von Ribbentrop, na
door minister Laval ontvangen te zijn, naar
Berlijn terugkeerde, werd gemeld, dat hij
weldra opnieuw naar Parijs zou Komen, dit
maal vergezeld van den Duitschen minister
Rudolf iTess, die, anders dan de officieuze
onderhandelaar van den Führer, dan con
crete voorstellen zou kunnen doen
Omtrent den aard van die voorstellen
wordt hier nog een en ander verteld, dat
moeilijk te verifieeren is, omdat ze vastge
steld zouden zijn in zeer geheime besprekin
gen, in de bureaux van Hitier gehouden, en
waaraan Hess, Brückner, Hanfstaengel en
Göbbels deelgenomen zouden hebben, maar
dat wel plausibel lijk*.
Hess zou in de eerste plaats moeten uit
eenzetten, dat de macht van den Führer, in
weerwil van enkele interne bewegingen
onder het Duitsche publiek, die zorgvuldig
verborgen worden gehouden, onaangetast is
Verder zou hij de juistheid moeten bevesti
gen van de cijfers omtrent de Duitsche be
wapeningen en nadere bijzonderheden mede-
deelen. Hitier zou, zoo m^est hij verklaren,
bereid zijn den thans bereikten stand der
bewapeningen en het troepencijfer van
300.000 man niet te overschrijden, indien
Frankrijk zich verbindt, niet te eischen dat
tot de bepalingen van het Verdrag van Ver-
sailles zou worden teruggekeerd. In dat ge
val zou ook Duitschland in den Volkenbond
terugkomen.
De leider zou bereid zijn, alle mogelijke
waarborgen te geven, dat de Duitsche machi
niet tegen Frankrijk zou worden aange
wend. Diezelfde verzekering kan echter niet
gedaan worden ten aanzien van andere na
buurlanden van Duitschland, met name niet
van Litauen, waarmee de betrekkingen
steeds meer gespannen worden, aldus het
Hbld.
In den Chaco speelt men oor
logje (Dag. Overzicht.)
Vloer ingestort in een zaal te Li-
verpool; dooden en gewenden. (Bui
tenland.)
Het leger van Hitier. (Buiten
land.)
Violette Nozière gratie? (Buiten
land.)
De A.K.M. stopt (Binnenland.)
Bankdirectie uit Nederland ge
wezen. (Binnenland.)
Vertrek van de „Snip" door de
K.R.O. uitgezonden. (Binnenland.)
De werkloosheid hier te lande
wederom gestegen. (Binnenland.)
Wordt de tweede „Statendam"
wel hier te lande gebouwd? (Bin
nenland.)
Martien Beversluis voorgoed uit
de V.A.R.A. gezet wegens het be
rokkenen van schade aan dezen
omroep. (Binnenland.)
Het Kamerlid IJsselmuiden
wederom vrijgesproken. (Rechts
zaken.)
Gasvergiftiging te Alkmaar; moe
der en kind dood. (Stad.)
Spoedvergadering gemeenteraad
Koedijk. (Gemeenteraden.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Evenals vorige faren is ook dit iaar
weer gelegenheid voor het plaatsen van
NIEUWJAARSWENSCHEN in ons
nummer van MAANDAG 31 DECEM
BER. De prijs bedraagt 50 cent voor een
enkele advertentie van 5 regels a con
tant.
U zoudt onze administratie ten zeer
ste verplichten door nu reeds Uw
Nieuwjaarswensch aan ons bureau
VOORDAM 9 op te geven.
Ook kunt U ons Uwe advertentie
doen toekomen door tusschenkomst
van onze agenten en van H. H. Boek
handelaren.
Verder moet Hess, wat verre van iets
van Duitschland herstelde militaire macht
te verbloemen, den nadruk er op leggen, dat
die macht superieur is aan de Russische,
zoodat Frankrijk er veeleer belang bij heeft
met Duitschland samen te gaan.
De taak van Hess zou zich uitsluitend be
perken tot het doen aanvaarden door Frank
rijk van de Duitsche bewapeningen als een
nu eenmaal bestaand feit. Andere onderwer
pen zou hij niet mogen aanroeren.
Het is zeker niet waarschijnlijk, dat der
gelijke voorstellen bij de Fransche regee
ring succes zouden hebben. Laval heeft her
haaldelijk gezegd, dat hij geen rechtsreek-
sche onderhande'ingen met Duitschland,
buiten den Volkenbond om, wenscht, en zoo
hij de vorige week, tegen de verwachting in,
von Ribbendtrop ontvangen heeft, dan is
dat, naar men uitlegt, alleen omdat bij
hem door den Duitschen gezant, en dus op
volkomen regelmatige wijze, een audiëntie
voor dezen was aangevraagd. Hij heeft
echter van zijn ongeneigdheid tot afzonder
lijke onderhandelingen bij die gelegenheid
geen geheim gemaakt.
DUITSCHE RADIO-UITZENDINGEN-
Waarschuwing aan de plebisciet
commissie.
Reuter meldt uit Saarbrücken dat de
plebiscietcommissie aanmerking heeft ge
maakt op radio-uitzendingen uit Stuttgart,
de vorige week Vrijdag en Zaterdag. Deze
uitzendingen werden, aldus de plebisciet
commissie, klaarblijkelijk gedaan, om on
rust in het Saargebied voor het plebisciet te
verwekken. Dit keurt de commissie ten zeer
ste af en zij kondigt aan, dat bij herhaling
in het Saargebied in alle openbare gelegen
heden geen Duitsche uitzendingen meer vér-
breid mogen worden.
ZENDELING ONTVOERD.
Met vrouw en dochtertje van
drie maanden.
De Amerikaansche zendeling John Stam is
met zijn vrouw en zijn dochtertje van 3
maanden door communisten ontvoerdt uit
Tsingte op ongeveer 200 k.m. ten Z. van
Nanking.
Nadere bijzonderheden ontbreken.