Het
de Marriix naar de
van zon en palmen.
kust
SPORT EN WEDSTRIJDEN
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
blejtea
Het voetbalwedstrijd-program.
Vaarwel mijn dierbaar vaderland....
Als de tros wordt
losgesmeten.
MOTIES.
laxeer
ma§f
Belangrijke wedstrijden in de eerste klasse.
De Zaansche clubs en haar kansen.
Alcmaria naar Kinheim: Blauw Wit-A F C*
B. F. C-O. V. V. O.
De Boys ontvangen Metéoor en Alkmaar B. K.C.
DE EERSTE KLASSERS
K. F. C—H. D. V. S.
Handhaaft Go-ahead zich?
N. A. C. naar Juliana.
DE TWEEDE KLASSERS
ALCMARIA NAAR KINHEIM.
t
Wanneer de redacteur van een dagblad na
een automatisch bellesein de haak van zijn
toestel neemt is hij er geen oogenblik zeker
van waarover zijn belangstelling zal ge
vraagd worden.
De courant geeft in zeer compacten vorm
een overzicht van het wereldgebeuren en dat
omvat ieder onderwerp waarvoor een abonné
zich kan interesseeren.
„Rrrrring, rrrrring", zei de telefoon van
het redactiebureau op den drukken morgen
van 24 November.
„Redactie Alkmaarsche Courant", ant
woordde de in zijn werk gestoorde journa
list, die een marktbericht, een geslaagde can-
didaat of een informatie verwachtte.
„U spreekt met de „Maatschappij Neder
land", zei een verre stem. „Wij zouden
graag weten of U zin heeft met de Marnix
een tocht naar de Rivièra te maken".
Een redacteur van een dagblad is aan ver
rassingen gewoon en springt niet direct vijf
voet in de lucht bij dergelijke invitaties, voor
al niet als hij de hoorn van een nieuw tafel
toestel in de hand houdt. Maar in een geval
als dit overtuigt hij zich toch even of hij wel
goed verstaan heeft en niet voor een tocht
met een taxi naar Bergen wordt uitgenoo-
digd.
Het ging inderdaad over de Marnix en
over de Rivièra en de luisteraar aan den Alk-
maarschen kant bedacht hoe juist den vori
gen dag in de Tweede Kamer steunverleening
aan Hollandsche passagiersschepen bepleit
was en welk belang de „Nederland" er bij
had de dit jaar ingestelde toeristenreizen be
kend en populair te maken.
„Wij zullen U zoo dadelijk opbellen", zei
de redacteur.
Er werd geconfereerd met directie en af dee
ling financiën en besloten de invitatie te aan
vaarden.
„Best", zei Amsterdam, „dan zullen wij U
op onze passagierslijst zetten. Redacteuren
van vijf provinciale dagbladen zullen den
tocht meemaken. Wij vertrekken Woensdag
middag half vier vanaf de Java-kade".
Honderden menschen staan voor de groote
vrachtloodsen aan de Java-kade en witkielen
schieten op elke aanrijdende taxi af, helpen
de passagiers om zich er uit te wringen en
maken zich zonder nadere opdracht meester
van de koffers.
In dubbele rijen splitst zich de voortstu
wende menigte aan de andere zijde van de
opslagplaatsen. Er zijn bevoorrechten met
passage-biljetten, die rechts de controle pas-
seeren, er zijn er die het aan de linkerzijde
doen met rosé kaarten voor een bezoek aan
het schip of groene voor het meevaren tot aan
de sluizen van IJmuiden.
Achter de gebouwen komt plotseling de
Marnix van Sint Aldegonde te voorschijn, een
zusterschip van de Johan van Oldenbarne-
velt, de grootste en mooiste motorschepen, die
de „Nederland" in de vaart bracht. Onaf
zienbaar is de rechte, zwarte wand met zijn
honderden patrijspoorten, huizenhoog troont
de wite omlijsting van het promenadedek
waar ontelbare nieuwsgierigen zich over de
reeling buigen. Een breede, met loopers be
dekte trap is tegen het gevaarte opgesteld en
daarlangs trekt een onafgebroken stroom be
zoekers. Indische vaders en moeders in huid
kleuren van koffie met veel en met weinig
melk, blanken, negers en Chineezen, „man
nen in uniform", baboes met schreeuwende
kinderen, heilsoldaten en witkielen met kof
fers, groote en kleine, reismandjes, tasschen
en vogelkooien.
Het is of de arke Noachs zich vullen gaat,
maar het zijn allen menschen, die aan boord
klimmen en zij vormen geen paren maar ge
zinnen.
Hofmeesters controleeren de kaarten en
indolente Madoereezen komen op hun wen
ken te voorschijn en brengen de bagage naar
de respectievelijke hutten.
„Soerati
Hij heeft zich al meester gemaakt van mijn
koffers en wij volgen dezen onhoorbaar stap
penden gids door lange gangen en over hoo-
ge en lage trapjes in den grooten dwaaltuin
van de Marnix.
Mijn naam staat op de hut en daaronder
die van den bediende.
Het is een driepersoonshut, die ik tot Ville
Franche alleen zal kunnen gebruiken, er
zijn opklapbedden en vaste waschtafels, er
zijn alle gemakken, die men maar kan verlan
gen, een schrijfbureau en een bureaustoel, een
electrische kachel tegen de kou en een electri-
sche waaier tegen de warmte, een spiegel
kast en ontelbare kleine kastjes overal onder
en overal tusschen.
„Dankje, Soerati".
Soerati grijnst, hij zal Hollandsch moeten
verstaan tot aan de Rivièra.
De menigte heeft bezit van het schip geno
men, zij vult de gangen, de dekken, de sa
lons, zij heeft zich meester gemaakt van alle
beschikbare stoelen en banken. Op het pro
menadedek, dat boven het dak van de goede
renloodsen uitsteekt, zien mannen en vrou
wen op de massa neer, die nog onophoude
lijk de scheepstrap van de Marnix bestijgt.
Reusachtige kranen zwaaien haar ijzeren ar
men en laten metalen netten zakken. Einde-
looze hoeveelheden groote koffers, ligstoelen
en kisten met veelkleurige etiketten van ra
dio-fabrieken worden ingeladen Op kleine
vrachtwagentjes komen ze uit de looo.sen, zij
vullen de groote netten en op een simpele
armbeweging, heffen staaldraden die vrach
ten de lucht in. Hoog boven onze hoofden
worden ze rondgezwaaid en neergelaten om
in den buik van dit onverzadigbare schip te
verdwijnen. Er is een chaos van geluiden om
en op de dekken, dat plotseling overstemd
wordt door de machtige stem van de Marnix.
Het eerste vertreksein is gegeven.
Uit alle deelen van dit reusachtige schip
komen de bezoekers te voorschijn en vullen
de dekken.
Er worden groepjes gevormd van familie
leden, vrienden en kennissen, in druk gesprek
met de passagiers die zij uitgeleide doen.
Er zwerven enkele eenzamen rond, oud-
Indisch-gasten, wien het afscheid van het va
derland niet zwaar valt en die onverschillig
het schouwspel gadeslaan, dat zij van vroe
gere reizen kennen.
Eens, bij den Schreierstoren, namen cr.ze
voorouders afscheid van bloedverwanten, die
maandenlang de gevaren d?r zee moesten
trotseeren, die zich in het land van avontuur
een positie moesten ver-weren en waarvan
velen niet naar de ouderlijke woning zou
den terugkeeren.
De toren draagt zijn naam niet ten on
rechte, maar al is er een reusachtig verschil
in schip en gevaren en al weten de meeste
passagiers nauwkeurig waarheen zij zullen
gaan en wanneer zij terug zullen komen,
toch wordt ook hier vaak een afscheid voor
vele jaren genomen.
Er zijn kinderen, wier vaders en moeders
naar Indië gaan en die in Holland zullen
achterblijven, er zijn vaders en nvreders, die
hun kinderen wegbrengen, er zijn ouders, die
hun zoon, den koloniaal, naar de boot brach
ten, vaak jongens, die nergens anders voor
deugden, maar tegenwoordig ook zoo velen,
die jaren werkeloos rondliepen en zich ten
einde raad lieten aanwerven om in de tropen
althans een werkzaam bestaan te kunnen
hebben.
Een jong gehuwd paartje buigt zich over
de reeling en het mevrouwtje zwaait met een
bouquet roode rozen naar haar wuivende
vrienden, een baboetje laat haar zwarte
kraaloogjes onbewogen over al dit sensatio-
neele gebeuren gaan. Zij is er niet rouwig
om het land van kou en mist te verlaten ons
van dag tot dag dichter bij haar zonnige va
derland te komen.
Vlug stapt een Madoerees langs alle dek
ken, gangen en hutten en met beide handen
schudt hij een reusachtige bel, welker meta-
*en stem alle gesprekken doet verstommen.
Dan laat de Marnix een tweede machtige
claxonstoot hooren.
Dit is het oogenblik van afscheid.
Mannen, vrouwen en kinderen vallen el
kander weenend in de armen.
Er wordt gezoend, er worden handen ge
schud en nog eens geschud, er zijn er die
hun ontroering achter een masker van lucht
hartigheid verbergen, er zijn er ook die hun
tranen den vrijen loop laten. Een jonge man
heeft zijn linkerarm om een meisje geslagen,
zijn rechter om een ouderen man en kust ze
om beurten. Dit is geen oogenblik om zich
voor elkander te geneeren, dit is een afscheid
voor jaren, misschien wel voor het leven. Een
schreiende dame houdt haar jongen in de
armen, een blonde koloniaal, die zijn moeder
kust en een gesoigneerd oud heertje lang en
heftig de hand schudt. Naast hem staat,
kleintjes in elkaar gedoken, een inlandsch
vrouwtje waarvan niemand notitie neemt.
Hoeveel mislukking, hoeveel teleurstelling
is er vooraf gegaan aan het oogenblik, dat
twee ouders hun jongen zien vertrekken, die
ondanks alles hun zoon, misschien wel hun
eenig kind is.
Er is stille emotie en onverborgen verdriet
in de menschenstroom, die langs de hooge
scheepstrap naar de kade afdaalt, waar hon
derden zich nu een plaatsje zoeken.
„Mannen in het wit" komen met een bran
card aandragen maar brengen die weer on
gebruikt terug. Er is een bezoeker flauw ge
vallen, maar een oogenblik later wordt hij
door de sterke armen van twee hofmeesters
voorzichtig van de hooge trap gedragen. Het
is een oud, grijs mannetje, die de emotie van
het afscheid niet heeft kunnen dragen.
Leger wordt het nu op de dekken en alle
passagiers buigen zich over de verschansing.
Er is een geroep en gewuif van wal naar
schip en van schip naar wal.
Een jonge man buigt zich ver over de ree
ling en houdt de handen als een scheeps-
trompet voor de mond. „Dag Erna-tje
Een meisje in lichten mantel wuift uit de
diepte der kade met haar zakdoek.
„Dag Frans, dag vader, dag moeder, dag
oom....!»
Forsch stoot het reuzenschip zijn laatste
waarschuwing uit.
Tusschen de menigte aan den wallekant
hebben heilsoldaten, mannen en vrouwen,
zich opgesteld en boven den chaos der gelui
den klinkt hun afscheidszang aan de broe
ders en zusters, die naar de tropen gaan.
Een machtige kraan laat een haak naar de
brug zakken, heft ze op en schuift ze lang
zaam naar den wal toe.
Amsterdam en de Marnix zijn los van el«
kander.
Trossen worden losgemaakt en aan boord
geworpen, puffende sleepbootjes rukken en
trekken aan het lichaam van den goedigen
reus en langzaam, bijna onmerkbaar, komt
er beweging in het schip. De waterstrook
tusschen den wal en de Marnix wordt bree-
der.
Aan boord en op de kade wordt heftig met
zakdoeken, hoeden en petten gezwaaid.
„Dag Erna, dag moeder
De afstand wordt grooter, de stemmen
dragen niet zoover meer. Een jongensstem
dringt als een kreet door de duisternis. „Dag
vaaader
Op pontons en booten naast de kade st"an
nog wuivende mannen en vrouwen. Dan
glijdt de Marnix buiten het bereik der men-
schelijke stemmen. Het duister van den win
teravond is snel om ons heen gevallen, de
haven is geïllumineerd met kleurige lichtjes
en de ramen der steeds kleiner wordende hui
zen zijn gele en oranje vlekken geworden.
Tot zeven uur varen wij door het Noord
zeekanaal, wij maken op de bLu8 kennis met
den commandant en drinken, wanneer vrouw
en kinderen'tof IJmuiden aan boord zijn, ge
zellig thee in de muzieksalon waar een strijk
je de afscheidssteming door vroolijke muziek
tracht te verdrijven. Wij eten in de zaal, die
eerst goed bezet zal worden als na Southamp-
ton de Engelschen aan boord komen en
dan gaan in de sluizen van IJmuiden een
honderdtal belangstellenden van boord, die
hun verwanten op het schip tot de zeegrens
begeleid hebben.
Vanaf de sluismuren kijken zij tegen de hu
zenhooge romp van de Marnix op en als nei
schip in beweging komt loopen zij mee
het uiterste puntje. Er wordt opnieuw ge
zwaaid en geroepen, maar het donker va
den Novemberavond en het snelle wegvaren
van het schip maken dit afscheid kort.
Wij glijden naar zee en het drijvenn
kasteel, dat van alle dekken en uit alle pa
trijspoorten zijn licht straalt, moet op
acnterblijvenden een onvergetelijken inaruK
De vuurtoren zwaait ons zijn lichtbundels
toe, de sluislichten verdwijnen snel.
De Marnix laat niet langer met zich sol
len. Er trilt iets in den buik van het schip,
het schiet op eigen kracht de open zee in.
Wij varenj.
XXII.
Moties zijn, evenals amendementen, ge
wichtige dingen in het parlementaire leven,
en daarom moet ik erover spreken.
Als een oud parlementariër z'n zondige
leven nog eens overdenkt, van de dagen af,
komt hij al ras tot de erkentenis dat de be
langrijkste momenten waren:
de eerste tand,
de eerste liefde,
de eerste motie.
Die drie natuurverschijnselen hebben dé
ze merkwaardige overeenkomst, dat de eer
ste exemplaren er van héél moeilijk dóórko
men. 't Zijn geen blijvertjes.
Ik heb nooit meer ironische vreugde ge
voeld in het parlement, dan op oogenblik-
ken, dat een spiksplinternieuwe afgevaardig
de z'n eerste motie indient. Hij doet het ge
woonlijk met het air of er nog nooit te vo
ren een motie het levenslicht heeft aan
schouwd. En tóch poogt hij zich de pose
van onverschilligheid te geven. Of het dag
werk voor 'm is. Maar z'n hartje gaat van
rikketik.
Hebt U al eens góed gelet ojp het aange
zicht van een jeugdigen vader, die voor het
eerst met z'n kind op straat wandelt? Aan
een handje? Hij gnuift. Hij gloeit. Hij illu
mineert aan alle kanten van trots. Hij
loopt over het grintpad met z'n kind, en hij
kijkt de wereld in met een gezicht of dit
nu het éérste werkelijke kind op aarde is,
de eerste spruit die er wezen mag Toch
probeert hij onverschillig te kijken, of hij er
thuis nog een paar dozijn zoo in voorraad
heeft. Hij heeft het idee, of iedereen z'n
kind aan-en-nakijkt. Als hij een kennis te
genkomt, springt z'n hart op van vader
vreugd. De meeste vrienden hebben een
aangenaam woordje voor bet kind. Totdat
een cynicus er geen notitie van neemt
En de vader wil maar niet weten, dat het
zulke kinderen krioelt op aarde.
Zóó wandelt de volksvertegenwoordiger
op het grintpad van de parlementaire dis
cussies met het wicht van z'n eerste motie
aan de hand. Hij heeft het zorgzaam aan
gekleed. Vertroeteld. Het ziet er blinkend
en glanzend uit. Nog nooit sinds 't parle
ment bestaat, is er zoo'n motie ingediend.
Zij zal met één slag z'n roem grondvesten.
Er is niets tegen aan te voeren. De regee
ring zal de waarde er van niet kunnen ont
kennen. En hij kijkt rond, de blijde vader, in
de straat van het parlement, en hij denkt
dat ze allemaal opgetogen voor de spion
netjes zitten om z'n kind te bewonderen, z'n
schat met de blonde krullen en de snoezige
kleertjes.
Eilacie! veel cynischer nog dan jaloer-
sche buren, die schamper spreken over kin-
deren-van-vleesch-en bloed „van hiernaast"
oordeelt het parlement over moties, vooral
over eerstelingen.
Nauwelijks heeft de geachte afgevaardig
de z'n telg getoond, en bij den voorzitter
gebracht. Zoo, ga nou's netjes voor dien
meneer staan! Kijk meneer 's aan, schat!
geef meneer 's een handje? Zeg 's dag me
neer! of van alle kanten komen de criti
ci te voorschijn. Hier geen greintje meedoo-
gen met vaderlijke gevoel! hier geen spier
tje barmhartigheid met ouderlijken trots.
Integendeel: een ijskoud kind heeft humaan
en schier bloeddorstig opvijzelen van gebre
ken. Het kind heeft nog geen half uur
blootgestaan aan de blikken der omstanders
die zich tot jury opweipen, of de vader, de
welke op een eere-prijs voor schoonheid
aanspraak meende te hebben, verneemt dat
z'n telg kromme beentjes heeft, dat z'n neus
scheef zit, dat er iets aan de ruggegraat
mankeert, dat 'n ééne armpje korter dan
z'n andere, dat hij scheel ziet, aan Engel-
sche ziekte lijdt en een zult-lip heeft. Maar
overigens is het een knap kind.
Dan wacht de ongelukkige kerel nog op
rehabilitatie van de regeeringstafel.
De stroohalm.
Doch gezegde tafel heeft goed ver
staan hoe het kind door de jury is veroor
deeld en sluit er zich bij aan. Met twee of
drie woorden.
En het knappe kind, het wonderkind,
staat bibberend op de slappe beentjes, het
snoezige jurkje aan flarden.
Verschoppeling.
De vader neemt het op en wandelt er
ijlings mee weg. Als hij verstandig is. In
het tegenovergestelde geval maakt de bloed
dorstige menigte het eenvoudig van kant.
Zóó heb ik het vaak gezien, vaak meege:
maakt. En terwijl ik dit schrijf, schiet mij
de herinnering te binnen aan de eerste mo
tie, die mr. Mendels indiende.
Het was een motie, die betrekking had op
mishandelingen waaraan Indische solda
ten hadden blootgestaan, en zij was onma
tig lang, 'n lintworm-motie. Toen zij behan
deld werd, was mr. Mendels afwezig en de
heer Schaper zou het fijne zaakje voor 'm
opknappen.
Maar de motie bezweek onder de moker
slagen van het debat. Verschillende overwe
gingen er van bleken óf onjuist óf in strijd
met het Indische strafrecht. De heer Scha-
¥er nam dan ook alinea na alinea terug,
elkens hakte hij een nieuw stuk var; de mo
tie af en zat ondertusschen met oogen vol
heimwee naar het groene klapdeurtje te
staren, waardoor mr. Mendels elk oogen
blik kon binnenvallen. Het was compleet
beulswerk
totdat eindelijk nog maar het begin van
de motie was, luidende: „De Kamer
Anders niets.
„De Kamer".
Wat dat nu een motie? Néén toch. Alles
was ingetrokken behalve „de Kamer".
Toen trok de heer Schaper, onder véél jo
lijt, ook dat maar in.
En zie, daar kwam mr. Mendels binnen
stormen. Eén bonk agitatie. De vader, die
den doop van z'n bloedeigen eersteling niet
had kunnen bijwonen, en hij had nog al
voor zoo'n fijne, lange doopjurk gezorgd.
De heer Schaper, humaan als steeds, zei
zooiets van: „Amice", ik heb je motie eenigs
zins bekort, tegen de rest had niemand be
zwaar en daarom trok ik die rest maar in!"
Welnu, als zóóiets gebeuren kan met de
eerste motie van een knap en scherpzinnig
vader als mr. Mendels, dan voelt wat
het lot is van andere eerstelingen.
Daarom kan ik aan volksvertegenwoordi
gers geen beter advies geven dan: dient
nooit een eerste motie in, dan blijft ge
voor veel leed bespaard. Want het kerkhof
van afgemaakte moties is eindeloos groot,
De vader, die zich in dit cynische gezel
schap waagt met z'n eerste spruit aan de
hand, en die op een lekker zonnig paadje
denkt te wandelen, waar alle voorbijgangers
bewonderd naar z'n telg kijken, zal al gauw
bemerken, dat hij met z'n neus en z'n kind in
de modder valt. Al heeft het schaap z'n
Zondagsche kleertjes aan uikleeden
doen ze 't toch. Dan vat 't kou en 't is
verloren.
D. HANS.
75
60 dj
5>J APOTM.e» DQO<UST(h
maakt uf goed»
Voetbal.
Het aardige van bijna eiken com
petitie-Zondag is, dat er steeds be
langrijke wedstrijden op het pro
gramma staan. Dat ligt hem niet
aan de competitieleiders maar dat
vindt zijn oorzaak in do niet-ver-
wachte uitslagen.
Ook voor morgen staan er weer
interessante ontmoetingen op het
programma en voor de betrokken
clubs zijn die van zoo groot belang,
dat de uitslagen ervan kunnen betee-
kenen: weg kans op den titel, of een
nieuw licht in de ontsnappings
poging. oftóch nog een kans!
Ajax en Feijen „J!
De strijd in afdeeling I wordt nog voort
durend nek-aan-nek gestreden door de twee
sterkste clubs in deze afdeeling: het Rotter-
camsche Feijenoord en het Amsterdamsche
Ajax.
Beide clubs gaan een lastigen wedstrijd
tegemoet. Ajax speelt in haar nieuwe om
geving tegen V. S. V. en moet revanche
nemen op de indertijd in Velsen geleden
nederlaag en hoewel voetbal verrassend is
meenen wi] toch, dat de Ajax-ploeg op het
oogenblik zoo prachtig loopt dat beide pun
tjes wel m Amsterdam zul'en blijven
Feijenoord moet naar A. D. O dat door
de onvenvachte nederlaag tegen V. U. C
weer vrij dicht bij de onderste plaats staat.
Waar A. D. O. echter soms heel goed van
zich af kan bijten, zal het misschien heel
j moeilijk zijn voor de Rotterdammers, om te
winnen. Wel zijn ze favoriet, maar een pun-
tenverdeeliflg is werkelijk niet onbereikbaar
voor de Hagenaars.
D. H. C., dat thuis zoo sterk is, ziet na
tuurlijk wel kans, om Xerxes er onder te
houden, al moeten de Delftenaren de zaak
niet al te lauw opnemen.
De twee overige wedstrijden staan in het
degradatie-brandpunt. Allereerst speelt H. F.
C. thuis tegen haar stadgenoot R- G H., en
als de Good Old nu eens flink van zich
afbeet en zich voor de volle 100 pet. gaf, zou
het best kunnen gebeuren, dat H. F. G 2
punten rijker werd.
Overmaas krijgt bezoek van V. U. G, dat
den eenen keer teleurstelt en direct daarna
liefst voor een verrassing zorgt. Wij houden
het desondanks maar op de Rotterdamsche
club.
De moeilijkste strijd wordt morgen wel
licht in de Koog gestreden, waar K. F. G
haar laatste kans krijgt, om het kampioen-
schap te prolongeeren. Nu is H. D. V. S. een
ploeg met een zeer sterke verdediging en
dus zullen er waarschijnlijk niet veel doel
punten te noteeren zijn Toch gelooven wij,
dat K. F. C. morgen de beste papieren heeft.
Intusschen zou het voor Z. F. C. een beste
dag kunnen worden, als de Zaansche ploeg
tenminste den uit-wedstrijd tegen Storm
vogels zou weten te winnen. De IJmuide-
naren hebben zich echter fraai hersteld en
zijn thans gevaarlijke tegenstanders gewor
den, die moeilijk te overwinnen zijn. Wij
meenen daarom dat Z. F. C. heel hard moet
werken wil ze succes hebben.
H. B. S., dat stevig onderaan staat, maar
dat o.i. toch nog krachtig genoeg is, om zich
te herstellen, ontvangt morgen het dit jaar
wel bijzonder sterke Haarlem. Veel kans
geven wij de Hagenaars dus niet en zelfs een
gelijk spel zou al een verrassing moeten be
ttekenen.
Sparta speelt thuis tegen haar stadgenooie
Excelsior en de club van Cohen kan o.i. wel
winnen van den niet al te sterke Excelsior-
ploeg.
Eindelijk is daar dan nog de wedstrijd
D. F. G—D. W. S. Dat wordt een strijd tus
schen techniek en enthousiasme, waarin wij
voorioopig de techniek de beste kansen
geven.
De Go ahead-ploeg mag zich dan een
week geleden vergist hebben, de ploeg is
moreel zeer sterk en zal zich dus niet gauw
uit het veld laten slaan. De Deventenaren
krijgen bezoek van hun al-oude tegenstan
ders, de Sportclub uit Enschedé! En hoewel
Enschedé dit jaar een meer bescheiden rol
speelt, is ze voor Go ahead toch nog een
heel lastige tegenstander. Wij houden het
evenwel op Go ahead.
Heracles krijgt Vitesse binnen haar home
en hier is het resultaat ontegenzeggelijk gun
stig voor de thuisclub, waardoor Vitesse nog
iets steviger op de laatste plaats komt.
Dat zou vooral het geval zijn, wanneer
Wageniogen thuis van A. G. O. V. V. won én
wie weet, waf le Wageningsche berg betee-
kent, weet ook, dat er heel veel kans op
is, dat de puntjes aan den Rijnoever olijven.
De Ensched. Boys spelen thuis tegen
P. E. C. en moeten afgaande op de suc
cessen der Boys ook nu den geheelen inzet
kunnen winnen, terwijl Z. A. C. thuis tegen
Tubantia ook een beste kans heeft op beide
puntjes.
N. A. C. trekt morgen naar Limburg, om
de technisch heel goed spelende Juliana-
ploeg te bestrijden. Waar beide ploegen
het niet in kracht, maar in het spel zoeken,
wacht men hier een interessante stijd,
waar de meerdere routine van N. A. C.
wellicht den doorslag zal kunnen geven.
Longa, dat zich herstelt en nu ook Pelli-
kaan in de gelederen heeft, ontvangt hét
sterke P. S. V. en dan kunnen wij haar
geen kans geven, tenzij het wederoptreden
van Pellikaan de andere spelers zou kun
nen inspireeren!
B. V. V. wint thuis van M. V. V. en
Eindhoven heeft een beste kans om Wil
lem II met een nederlaag huiswaarts te
sturen.
't Oude liedje in het Noorden.
In het Noorden zal de ranglijst niet veel
veranderd worden, want de drie Groning-
sche clubs kunnen alles winnen. Wel zal
Be Quick thuis nog even moeite hebben met
H. S. G, wel moet ook G. V. A. V. nog
eventjes oppassen tegen Sneek, maar het
terreinvoordeel zal wel zorgen, dat er vier
puntjes in de stad Groningen blijven.
En Velocitas zorgt er natuurlijk voor, dat
Frisia thuis geen schijn van een kans
heeft. De vraag is slechts: „Hoeveel doel
punten worden er morgen gemaakt?"
Friesland speelt thuis tegen Achilles en
kan met een beetje goeden wil en heel veel
enthousiasme winnen; terwijl Veendam
thuis zal probeeren om Leeuwarden er ón
der te houden, 't Zal wel niet meevallen,
maar 't kan o.i. toch wel!
Het spreekt vanzelf, dat de groote wed-
strijd voor onze omgeving wel is Kinheim
Alcmaria en ongetwijfeld wordt het een
belangrijke wedstrijd voor beide partijen.
De toestand is thans zoo, dat Alcmaria
vecht voor haar kans, en dat Kinheim moet
■vechten, om van de onderste plaats af te
blijven. Dus zullen wij een wedstrijd zien,
die spannend is van het begin tot het einde.
De Kinheimers zijn prettige tegenstan
ders, die over een pracht terrein beschikken,
waarop goed spel geleverd kan worden.
Waar beide partijen het allereerst in het
spel hun kracht zoeken, kunnen wij dus een
boeienden wedstrijd verwachten.
Natuurlijk hoopt geheel Alkmaar, dat de
withemden zullen winnen, maar zoover is
het nog niet. Wel is er een goede kans op
de zege, maar deze zal pas behaald zijn, als
Alcmaria na het eindsignaal minstens een
doelpunt vóórstaat! Waarmee wij slechts