Het de Marriix naar de kust van zon en palmen. I Door deri mist naar Southampton. %xdiopcoqcanwta Q HeuilCetan Londen op weddingday. Tj. DE FREGATVOGEL H. Wij varen. En de passagier, die midden in den nacht wakker wordt vraagt zich een oogenblik ver baasd af waar hij is en wat er eigenlijk met hem gebeurd is. Hij ligt in een lang en smal maar niet ongemakkelijk bed. Het trilt en het wordt met de geheele hut en het ge- heele schip met onweerstaanbare kracht voortgestuwd. Veel tijd om dat alles te overdenken is er niet, want de Marnix schudt zijn passagier al gauw weer in slaap. Er is een tijd geweest, dat schrijver dezes op een journalistieken zwerftocht met een andere boot uit IJmuiden is gevaren. Dat was een roestige trawler waar je gewekt werd als het net met de klossenpees met don derend geweld boven je hoofd op het dek te recht kwam, waar je je niet meer hoefde te kleeden omdat je al gekleed was en waar het menu alleen uit pas gevangen visch bestond omdat er niets anders aan boord was. Op de Marnix is dat anders. „Half negen wekken", heeft een hofmees ter genoteerd en precies half negen laat Soerati zijn bruine knokkels op de deur van hut 123 neerkomen en komt vriendelijk grijn zend binnen. Hij zet een kan heet scheerwa ter in de waschtafel, trekt aan het hoofd einde van het bed een verborgen tafeltje neer en zet er een trekpotje, een kannetje warm water, melk, suiker en een collectie bisquit neer. A's ik opkijk is hij, onhoorbaar op zijn bloote voeten, weer verdwenen. Dit is niet alleen een schip, maar allereerst een drijvend hotel. De schoenen staan keurig gepoetst buiten de hutdeur en in de lange corridor zitten de inlanders op hun hurken, gereed om bij het eerste bellesein de bevelen van hun tijdelijken toewan in ontvangst te nemen. Wie liever in zijn hut ontbijt heeft slechts een menu te vragen en alles wat land, zee en lucht aan smakelijk eten kunnen leve ren is binnen tien minuten ter beschikking. Vijf redacteuren treffen elkaar om negen uur in de eerste klas eetzaal en onze zesde tafelgenoot is de heer Ed. O. Serlé, oud-offi cier van de „Nederland" en vertegenwoordi- fer dier Maatschappij te Nice, onze „bewa- er', zooals wij hem wel eens spottend noe men, maar in werkelijkheid onze prettige reis genoot, door wiens bemiddeling wij hier een vrijheid van beweging hebben, welke geen anderen passagier kan worden toegestaan. Madoereezen staan met ondoorgrondelijk gelaat achter onze stoelen en een hofmeester stelt ons voor het moeilijke vraagstuk een keuze uit de spijskaart te maken. „Marnix van St. Aldegonde", Ontbijt Don derdag 29 November 1934, le klasse, staat er op gedrukt en het is ter kenschetsing van de overdaad in dit luxe-hotel zeker interes sant van het aanbod van spijzen en dranken even apart melding te maken. Wat zullen wij drinken? Er is Oost-Indi sche Thee, Ceylon Thee, China Thee, Ijs Thee, Koffie, Coffiëne-vrije-Koffie, Ijs Koffie, Chocolade of Melk. En wat zullen we eten? We hebben, wat vruchten betreft, de keuze uit Grape Fruit, Si naasappelen en Gestoofde pruimen met Room, wat de melkspijzen betreft uit Gort, Havermout, Karnemelk met Gort, Grape Nuts en Maizena. Bij de warme gerechten uit Haddock Grille, Gekookte Haddock, Ge bakken Ham, Gebakken Lever, American Hash, Gekookte Eieren, Spiegeleieren met Ham, Spiegeleieren met Spek, Spiegeleieren. Omelet met Tomaten, Gepocheerde Eieren, Eieren h la Mornay en Pannekoek. Voor de broodsoorten moeten we een keuze doen uit Geroosterd Brood, Fransche Broodjes. Wee- ner Broodjes, Wittebrood, Bruinbrooa, Rog gebrood en Kripsbread. Verder kunnen we kiezen uit Ontbijtkoek, diverse Jams, Honig, Marmelade, Goudsche Kaas, Leidsche Kaas, Edammer Kaas en Radijs, waarna voor h°t koud buffet de keuze overblijft tusschen Kalfsgehakt, Ham, Kalfsleverworst, Saucisse de Boulogne, Ossetong en Gerookte Zalm. Op de volgende pagina van het menu staat dat alles nog eens in het Engelsch en om het den inlandschen bedienden gemakke lijk te maken, heeft elk gerecht een nummer en kan men de maleische vertaling van elk nummer aan de achterzijde van de' spijskaart vinden. Wie den eersten morgen komt ontbijten zoo is het althans ons gegaan heeft minstens vijf minuten noodig om een keuze te doen, maar wie respect voor zijn maag heeft schuift den volgenden morgen het me nu al spoedig terzijde en vraagt om wat brood met een stukje ham of tong en een paar gekookte eieren. Inderdaad, men heeft hier rekening te houden met het uithoudingsvermogen van zijn maag want om één uur wordt er weer gegeten en het gedateerde lunchrrTenu bestaat opnieuw uit 28 verschillende gerechten. Tus schen ontbijt en lunch wordt aan dek of in de salons een borrel of bouillon gepresen teerd, tusschen lunch en diner kan men een keuze uit diverse theesoorten, bisquits of ge bakjes doen en cm zeven uur volgt het eigenlijke diner, dat een minder overvloedige keus geeft maar nog altijd uit een zes- ze vental gangen bestaat, waarna in een der sa lons de koffie gepresenteerd wordt. De liefde van den man gaat door zijn maag, zegt een oud-Hollandsch spreekwoord. Als dat waar is zullen de mannelijke pas sagiers van de Marnix met groote waardée- ring aan dezen varenden hoorn van over vloed terugdenken. De we zouden het haast noemen over dadige wijze waarop de „Nederland" aan de eischen van de meest verwende gasten voldoet, is een der grootste merkwaardighe den, welke een passagier op den eersten reis dag opvalt. Van den buik van het schip naar de her sens, naar de plek vanwaar alle bevelen uit gaan, is een klim, die niet anders dan goed op de spijsvertering kan werken. Langs een breede wenteltrap komt men bij de galerijen boven de eetzaal waar de reusachtige vleugel staat welke door het strijkje onder de maaltijden gebruikt wordt. Men vervolgt deze trap naar de daarboven gelegen étage waar zich winkel en kapsalon bevinden, nog een étage hooger heeft men de keus de muziekzaal, de rooksalon of de lees- salon in te gaan. Dan voert een smalle, trap naar het terrein van het zwembad en de gymnastiekzaal, men komt op het Lido-dek, dan nog een trap op en het heilige der heili gen is bereikt. Dit deel van het schip mag door geen an dere passagiers dan de journalisten-worden betreden en wij kunnen den kapitein van de Marnix, den heer Mörzer Bruyns, den dicta tor van dit drijvende wereldje, niet te dank baar zijn voor de welwillende en gastvrije wijze waarop hij ons hier op wélk oogen blik wij dat ook wenschten heeft willen ontvangen. Hoog boven alle dekken is de breede brug gebouwd, waar een matroos achter het com- pas het stuurwiel omklemd houdt. Hij ziet er uit of hij werkelijk in staat is het roer' om te gooien, maar een officier-machinist zal ons duidelijk maken, dat elke beweging automa tisch overgebracht wordt op krachtige e'.ec- trische machines, welke alleen maar in staat blijken het roer van een schip als de Marnix van stand te laten veranderen. „Goeden morgen, kapitein". „Goeden morgen, heeren, U treft het niet erg, het is bijzonder mistig vandaag". De man met de vier gouden mouwbanden, waarboven de lus van het scheepsbevel, ver liest geen oogenblik de aandacht voor alles wat zich op den vaarweg vertoont. Hij heeft zijn kijker aan een koord om den hals han gen en zet hem onophoudelijk voor de oogen, want er is een dikke, witte mist om ons heen en in het druk bevaren Kanaal is opletten een eerste vereischte. Een ver geluidssignaal in den mist en zoowel de kapitein als de eerste officier, de heer Graven, zoeken met hun kijkers het kleine witte wereldje af. „Daar heb je hem", zegt de kapitein. „Precies", zegt de eerste officier. Wij hebben er geen vermoeden van wat ons in den weg komt, maar de kapitein heeft den roerganger al een verandering van koers toe geroepen. Links en rechts glijden we bijna onzichtbare hindernissen Voorbij. „Dat is een lichtschip", zegt de kapitein bij het voorbijvaren van een massieven scheeps romp. „Ik zal het U even laten zien". En in de gezellige kaartenkamer onder het groen- omkapte licht wijst hij met een punt van zijn potlood precies de p'.ek waar wij ons bevin den. Een oogenblik maar, want dadelijk daarna staat hij weer op den uitkijk. „Halve kracht!" De scheepstelegraaf wordt neergedrukt en een bellesein bewijst, dat de officier-machi nist onder in het schip het bevel heeft gekre- „Een. oorlogsschip", zegt de kapitein. „Gepavoiseerd", vult de eerste officier aan en even later trekt een grauwe massa ons voorbij en worden vaag de'contouren van de geschuttorens zichtbaar. „Toet, toet", zegt Ver wég iets onzicht baars. Een schorre kreet van de Marnix is het ant woord. Scherp turen de officieren naar a.le kanten en onmiddellijk daarop is de tegen ligger ontdekt. Èen kort bevel, de koers van het schip is onmerkbaar gewijzigd én we passeeren een enormen baggermolen, werkeloos in den mis- tigen morgen. „Gepavoiseerd", zegt de kapitein. Inderdaad, het is wedding-day in Enge land. Op het plat boven de brug is een matroos geklcmmen en verweg boven het Lido-dek staat er een tweede: De kapitein geeft een sein en plotseling blijkt er een kabel gespannen tusschen de beide scheepsmasten en is de Marnix boven de quarantaine-vlag over zijn geheele lengte met kleurige vlaggen versierd. Wij naderen de haven van Southampton en wie op een bruiloftsdag, op bezoek komt heeft deel aan de algemeene feestvreugde te nemen. Het zicht is veel beter geworden, de wol ken zijn weggetrokken en wij zien van verre reeds de motorboot op en neer duikelen, die den zeeloods aan boord zal brengen. „Halve kracht!" commandeert de kapitein. Een touwlader bengeltlangs den wand en als de loodssloep terzijde ligt klimt een jonge man in uniform lenig als een kat tegen den hoogen scheepsromp op waar een sterke hand hem aan boord trekt. „Piloot aan boord kapitein", zegt de ma troos van den uitkijk, „Volle kracht!" commandeert de kapitein. De telegraaf rinkelt en de loods neemt na een korte begroeting zijn plaats op de brug in. Hij tuurt ingespannen naar alles wat hem op de groote watervlakte den weg kan wij zen, naar tonnen en lichtseinen, naar de strooming en de kleur van het water en geeft zoo nu en dan een aanwijzing. „Magnetisch", commandeert de kapitein, die de koersverandering, aan den roerganger toeroept. Wij varen sinds eenigeh'tjjd Jhngs de' kus ten van Wight. 1 Het is heuvelland waaruit hier en daar de kleurvlekken van een'gebouw'zichtbaar wor den. Over eensmal weglint kruipt iets zwarts, dat dood'een kijker opgenomen een auto blijkt. Wij krijgen'hét gevoel,' dat wij 'spoedig weer vasten wal onder dé vöeten zullen heb ben. - De zêeloods is vervangen door de haven loods en weldra komen de contouren van Southampton naar voren. Steeds scherper tee kenen schepen en gebouwen zich af en de eerste officier wijst ons 'de Oceaanstoomers der groote maatschappij én, die hier een lig plaats hebben gevonden. Een- en twee-pijpers met de reddingssloe pen in lange rijen achter elkaar, liggen de machtige zeekasteelen in vlaggentooi langs de onafzienbare kaden. De havenloods Iaat de Marnix zwenken, sleepbootjes houden den reus in toom en langzaam en voorzichtig naderen wij den breeden wallekant, waar behulpzame han den de trossen vastmaken. De passagiers zien hun vertouwen niet be schaamd. Wij zijn prachtig op tijd en zonder onge lukken in Engeland aangekomen. In den muzieksalon is gelegenheid Hol- landsch g;eld voor Engelsene ponden te wis selen en in den rooksalon kijkt een ernstige immigration-officer onze passen na en geeft door zijn stempel de toestemming, dat, wij aan land mogen. Vrijdag 21 December. HILVERSUM, 301 M. (8— 12.— 4.-8.- en 11.-12.- VARA, de AVRO van 12.-4 en de VPRO van 8.—11.— uur). 8— Gr-:Pb 10.— VPRO-morgenwijdmg. 10.13 Deel. C. Rijken. 10.30 Gr.pl. 11.— Verv. deel. 11.15 Gr.pl. 12.-Staf- muziek van het 6e R. I. ud Breda, olv. L. de Morée. 2.Voordracht door Ank v. d. Moer en 2r-pl- Uit Heek', Utrecht; John van Brück en zijn orkest. 4.— Kniples. 4.45 Gr.pl. 5.— Voor de kinderen. 5 30 De Zonnekloppers olv. Oor Steyn. 6.- Gr.pl. 6.30 Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 7.15 Triocon cert. 7.30 Dr. H. Brugmans: Marx. 7.50 Gr.pl. 8.— Dr. J. EHerbroek. De waarde van het geloof. 8.J0 Concert. 9.— Lezing mej. mrM. A. Klomp. 9.30 Verv. concerb 10.— Vaz Dias., Vrijz. Godsd. Persbu reau. 10.15 Deel. Ada Geyl. 11.— Jazzmuziek (gr.pl.) 11.30—12. Gr.pl. HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz.) (Alg. progr.) 8.— Schriftlezing en meditatie. 8.159,30 Gr.pl. 10-30 Morgendienst olv. ds. A. D. Mee- ter. 11.—12.— Orgelspel Mac Crafford. 12.15 Gr.pl. 12.30 En semble v. d. Horst en gr.pl. 2.15 Chr. Lectuur. 3.-3.45 Zang Co v. d Mark, mmv. Th. v. d. Pas, piano en gr.pl. 4.— Deel. en gr.pl 5.NCKV-Harmonie-orkest o.l.v. P v. d. Hurk en gr.pl. 6.30—7. Causerie A. J. Herwig. 7.15 Gr.pl. 7.30 Causerie A. Kuiper. 8Vaz Dias. 8.05 Federatie Diaconieën Ned.'Herv. kerk: mmv. M. Hem mes, viool. A. Swets, viool. A. Bon- genaar, piano en sprekers. 9.50 Gr.pl. 9.55 Vaz Dias. 10— Chr Gem. koor „Sions Lofzang", A'dam olv. G. ter Braake, m. m. v. H. Schouwman, tenor en strijksextet. 11.—11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35— 10.50 Morgenwijding. 11.05 Orgel spel Reg. New. 11.50 Het New Vic toria Orkest olv. S. Phasey. 12.50 BBC-dansorkest olv. Hall. 1.35 Kamermuziek. 2.20 Jaarlijksch Banket van de Kleine Londenaars. 2.50 Gr.pl. 3.35 Lezing. 3.55 BBC- Northern Orkest o. 1. v. Morrison. 4.35 E. Colombo en zijn orkest 5.35 Het Squire Celeste Octet. 6.20 Ber. 6.50 en 7.10 Lezing. 7.30 Koorconcert. 7.50 BBC-orkest o.l.v. J. Lewis. mmv. F. Phillips, bariton 8.50 „The little boy", spel van Delafield. 9.50 Ber. 10.20 Voordr. 10.35 BBC-orkest olv. P. Hinde- mith, mmv. Irene Kolder, piano. 11.35 Voordr. 11 4012.20 Harry Roy en zijn band. PARI IS (RADIO-PARIS), 1648 M 7 20 en 8 20 Gr.pl. 12.50 Goldy- orkest. 8.20 „Tragaldabas", spel Vacquerie. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG. 1261 M. 1120 —1.20 Strijkorkest olv. Andersen. 2— Zang en piano. 220—4,— Concert uit rest. wivex. 7.30 Viola da gamba-recital. 7.50 Hoorspel. 8 35 Gr pl. 8 45 Omroeporkest olv. Gröndahl. 10.25—11 50 Dansmu ziek. KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl. 6 35 Gr.pl. 11.20 Weragkamer- orkest. 1.35 Bioscooporgelconcert A Wolf 3.20 Omroepklemorkest o. 1 v Wikken. 5.10 Omroepkinder- koor. 7.35 Van de DeutschLs.: Om roepkoor, -orkest en solisten o.l.v. Görner. 8.20 Zigeunermuziek. 10 20—11-20 Gr.pl. en Omroep- vrouwenkoor olv. Breuer. ROME, 421 M. 8.05 „Les cloches de Corneville", operette van Plan- quette. Leiding R. Josi. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30-2.20 Omroep orkest olv. Gason. 5.20 Dansmu ziek. 6.20, 6.50 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest o.l.v. Gason. 9.20 Hoorspel. 10.30-11.20 Dansmu ziek. 484 M.: 12.20 Omroeporkest olv Gason. 1.302.20 en 5.20 Gr.pl. 5.45 Pianorecital. 6.35 Gr. pl. 7.35 Saxofoon-kwartet. 8.20 Symphonieconcert. 10.30—11.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 „Engel. Heilige, Hirten Kerstspel van W. Berten, mmv. so listen, koor en orkest. 8.20 „Schwar- zwaldtannen", hoorber. uit Freu- denstadt. 9.20 en 10.05 Ber. 10.20 —11.20 Dansmuziek uit Breslau. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lim 2: Huizen Lijn 3: Keulen 7.50—12 20, Parijs Radio 12.2013.40, Keulen 13.40—14.05, Lond. Reg. 14.05 15.20, Keulen 15.2016.50. Lond. Reg. 16.50—17.20, Brussel (Fr.) 17.20—18 20, Stuttgart 18 20— 19.35, Leipzig 19.35—21.35, Brus sel (Fr.) 21.35—22.20, Boedapest 22.20—22.50, Weenen 22.50—24.— Lijn 4: Parijs Radio 805— 8.50, Droitwich 10.3518.50, Lond. Reg. 18.50—19-50, Droitwich-19.50 —20.50, Luxembourg 20.50—22.35, Droitwich 22.3524. O Er is sprake van het gebruikelijke uitstapje naar Wight, maar Londen waar de Duke of Kent en Princess Marina dezen morgen als man en vrouw door de straten zijn gereden, heeft op dit oogenblik de grootste aantrek kingskracht. De vrouw van een Indisch kolonel en een industrieel uit Amsterdam sluiten zich bij ons groepje aan en in twee taxi's stuiven we even later door de weinig pittoreske straten van de oude havenstad waar 't hardnekkig links- houden der chauffeurs ons ieder oogenblik een botsing doet vreezen. Precies op tijd tuimelen we een trein in en na twee uur sporens verlaten we Waterloo- station om met de diepe, automatisch voort glijdende trappen naar den underground af ie dalen, die ons naar het hartje van de stad rijdt. Londen is nog in feeststemming, wat zich niet door rumoer of muziek uit, maar door een onoverzienbare menigte in de versierde straten. Bondsstreet, waar de stoet doorheen trok, heeft een vlaggentooi aan alle gebou wen. Kleurige slingers zijn over de breede straat gespannen en in het midden daarvan prijken reusachtige klokken van papieren ro zen. Wij rijden op de bovenverdieping van een der karakteristieke bussen een half uur door een mengsel van menschen, bussen en auto mobielen, wij eten in een Liptons-tearoom en wij zien in een overvolle Cineac de door alle Engelschen in spanning verwachte wedding film. Het is nog niet veel bijzonders, de eerste geluidsopname van het dien morgen gesloten huwelijk. Regen en mist hebben de beelden ondui delijk gemaakt, maar de film geeft toch een indruk van de geweldige menschenmassa, die bruid en bruidegom met jubelkreten heeft ontvangen. Het is tegen half twaalf in den nacht op Piccadilly levensgevaarlijk een straat over te steken. Tusschen de duizendkoppige menigte dringt een onafgebroken stroom van bussen, auto s en motoren. Hier en daar loopen hoog- gehoede heeren in eveningdress met dames m bontmantels en avondjaponnen. Het is ka rakteristiek Londen waar wij ons doorheen worstelen, maar onze retours zijn bijna afge- loopen en de underground brengt ons precies twee minuten voor middernacht weer aan Waterloostation. In Southampton is om twee uur nog maar één taxi beschikbaar. Vier journalisten zien na een stevige wandeling de Marnix grooter en mooier dan een van de hier parkeerende Oceaanstoomers. Het wandeldek is nog verlicht, een matroos houdt de wacht "bij den ingang en bij het aan boord gaan krijgen wij onwillekeurig het gevoel, dat wij weer thuis zijn. (Men zie voor het eerste artikel van deze reeks de courant van Zaterdag 15 December door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 19) Er was een pauze en Geraldi nam intus- schen de hut op, die er zeer arm uitzag; slechts een geweer hier, een bijl daar, een patronengordel aan den wand, maar ver derop was een plank, beladen met boeken. Een vreemde smaak voor een armen berg bewoner; Geraldi verlangde er naar om een blik op het gelaat van den grooten man te kunnen werpen. ,,Je behoeft niet te antwoorden", zeide Toomey. „Ik kan het wel raden geloof ik" „Raad dan eens, vriend". „Je hebt iemand gemold?" zeide de gast heer onverstoorbaar. Renney leunde voorover op zijn kruk. „Iemand geschoten, hé?" „Dat denk ik". „Hoezoo?" „Je ziet er uit als een handige jonden met een revolver; ik ken het oog van een man tamelijk goed". De gastheer grinnikte, terwijl hij dit zei de en zijn breede schouders schudden. Een rilling liep langs Geraldi's rug bij het hoo ren van dit gesprek en het zien van den gif tigen trek om de lippen van den bandiet. „Ik zie er erg gemeen uit, hé?" vroeg Ren ney. Er was iets in zijn stem, dat Toomey deed omkijken. Geraldi verloor geen oogenblik maar liep vlug en onhoorbaar om de hut heen en ging voor de deur staan met zijn colt in de hand, gereed om te schieten. „Slechts?" zeide de vreeslooze reus. „Je ziet er niet goed of slecht uit. Je ziet er eenvoudig uit zooals .k zeide; ik heb alle mogelijke soorten revolverhelden gekend en heb zelf ook een paar schoten gelost! Maar wat ik ook van je denk. je bent hier veilig, jongmensch; ik heb nooit iemand van mijn deur gejaagd en zal het ook nooit doen en, eenmaal binnen heb je evenveel recht hier als ik". Het werd op hartelijken toon gezegd en het deed Geraldi plezier om dat te hooren, maar weer ging er een rilling langs zijn rug- gegraat, toen hij de groote Robert Asprey zich weer naar het fornuis zag omdraaien. „Ik heb evenveel recht hier als jij?" her haalde Renney. „Misschien wel een beetje meer zelfs, amice!" Hij hield een revolver losjes in zijn vingers en Geraldi hief de zijne op voor het doode- lijke schot. Toch aarzelde hij; hij kon in het honderdste deel van een seconde handelen, t rwijl Renney minstens dubbel zooveel tijd noodig zou hebben; een genoegzaam ver schil voor Geraldi om zeker van zijn zaak te zijn. Asprey had zjch omgewend, maar zonder haast. Hij keek naar de revolver en naar den man die haar hanteerde. „Ben je voor mij gekomen, hé?" vroeg hij ernstig. Renney schudde zijn linker wijsvinger in triomf tegen den reus. „Ik heb zelfs nog geen broodkruimel of een glas water van je aangeraakt, Asprey; ik heb niets aangenomen. Je kunt mij niets voor de voeten werpen". „Behalve dat je daar als een lafbek een re volver op mij richt". „Je hebt zelf zooeven mijn vak voor mij uitgekozen!", zeide Renney, de schouders ophalend. Hoe stak hij zijn hoofd naar vo ren als een fregatvogel! En wat een gloed van satanische vreugde was er in zijn oogen! „Bij God", mompelde de groote man, meer verwonderd dan verschrikt, „ik geloof werkelijk, dat je trotse^ bent op dit kar wei!" „Dat ben ik", gaf Renney dadelijk toe. „Ik heb menigen gladden streek in mijn leven uitgehaald, maar dit is de gladste!" „Vertel eens waarom", vroeg de ander nieuwsgierig, „want het komt mij voor, dat dit een van de eenvoudigste moorden zal zijn, die ooit zijn bedreven. Ik was gewa pend. toen ik je aan de deur ontmoette, maar hing de revolver op, nadat je binnen was. Wat maakt het dan zoo moeilijk?" „Jij niet, Asprey", snauwde Renney,' „jij bent een idioot geweest en daarom zul je sterven. Maar er was een ander. Ik ben han dige en snelle Lui ontloopen, maar hij was de handigste en de sneMe: vervloekt, er was een-.oogenblik, dat ik dacht, dat-ie mij verslagen had!" - „Hierheen komend?" „Ja, hij was dé man, dien je dochter zond". „Zond zij iemand?" »G, ja, zij zond hem en zij deed een goede keus, maar ik rekende met hem af, zooals ik ook met jou zal afrekenen. Ik schoot hem van het dak van een trein en de gieren zijn nu bezig met de overblijfselen tusschen de rotsen van den Channing pas". „Wel, God behoede zijn ziel", zeide de reus langzaam. Maar wist mijn dochter, dat ik in gevaar verkeerde?" „Zij wist het of raadde het, ik weet het Vrouwen kunnen veel raden Asprey, je hebt nog een seconde te leven, heb je nog iets te zeggen?" „Waarom?" zeide de ander nadenkend „Ik geloof niet, dat er iets te zeggen is; je kunt je werk doen, vriend", en hij bleef zon der vrees staan, den dood in de oogen zien- dv, zooals die afgeteekend stond in de grijns op Renney's gelaat. vyerduiveld, als ik het niet bijna beroerd vind om het te doen" zeide deze. „Het spijt me bijna voor jou, Asprey, je komt mij voor een flinke kerel te zijn, maar je bent niet de eerste man, dién ik naar de hel zend. Adieu Asprey!" En hij hief de revolver op. HOOFDSTUK XVI. Geraldi s vinger trilde aan den trekker, maar toen wachtte hij die laatste fractie van een seconde. „Een oogenblik nog", zeide Asprey. de hand opheffend. „Goed", antwoordde Renney. „Gaan je zenuwen kapot vriend?" Geraldi kon Renney's handelwijze wel begrijpen, want deze leefde niet alleen om te dooden, maar ook om te zien, hoe zijn slachtoffers den dood zagen naderen. Het was om de angst op hun gezichten te lezen en de verschrikkingen van hun zielen, dat deze verdorven man zijn misdaden beging. Asprey glimlachte; zijn moed evenaarde dien van neef Edgar". „Ik denk, dat mijn zenuwen zich nog al goed houden tot dusver", zeide hij, „maar ik zou je een paar vragen willen stellen in het algemeen. Je kunt toch vrij antwoordenj is het niet?" „Zeker", zeide Rei.ney, terwijl hij de schouders optrok. „Ik heb altijd gedacht, dat niets zoo interessant is als te zien hoe een man de hel kan zien open gaan; ik had nog nooit zulk een goede gelegenheid als nu". Hij wipte zijn kruk achterover en zette zich met de hielen in een naad van den vloer schrap; intusschen nam hij Asprey met hongerige oogen op. En toch gingen zijn blikken nu en dan onzeker heen eri weer; hij was ongerust. Aanvallen van ze nuwachtigheid bekropen hem en maakten hem beverig en bijna hulpeloos door een overmaat van opgekropte zenuwkracht. Hij viel Asprey in de rede, voordat deze zijn vragen had kunnen uitspreken. ko^oe ]e Praatjes vlug, hé! Maak het „Moet je zoo gauw weer terug?" vroeg Asprey, kalm als een rots. „Weet niet je kunt het nooit weten. Hij irff u-S 5enj»'an® v'u£ en zeker 'n a"es hij deed verklaarde de moordenaar. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6