dagblad voor alkmaar en omstreken.
Uit den Alkmaarschen Raad.
No. 302 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeurs C. KRAK. Zaterdag 22 December 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Dokter Van Slingerland heeft den Alkmaarschen belastingbetaler
beklopt en bekeken en geconstateerd, dat deze
in zeer zorgvollen toestand verkeert.
Als de nieuwe ontvanger voor zijn taak niet de goede opleiding
blijkt te hebben genoten, is er alle kans, dat hij
weer promotie zal maken.
Wat vandaag de
aandacht trekt
Slijterij „De Groene Flesch"
TOUaSAINTSTRAAT 24
No. 4227.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 '5. tfroMe
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Toen Doornroosje honderd jaar geslapen
had en wakker werd, stond er een sprookjes
prins voor haar en kwam zij tot de aange
name ontdekking, dat het dienzelfden dag
nog trouwdag zou zijn.
Er zijn menschen, die wel eens onder min
der aangename omstandigheden wakker
worden, zelfs menschen, die na een zorge-
loozen slaap de oogen openen om plotseling
tot het besef komen, dat zij in alles behalve
pleizierige omstandigheden verkeeren.
Zulk een uit zijn gemoedsrust opgeschrikt
man is de Alkmaarsche belastingbetaler.
Hij is enkele jaren in slaap gewiegd met
de verzekering, dat er geen kou aan de lucht
was omdat onze gemeentefinanciën in kern-
gezonden toestand verkeerden. Hij heeft
toen nog even om zich heen gekeken en ge
zien, dat er in vrijwel alle gemeenten van
ons vaderlandje iets bijzonders te constatee-
ren was. Of de gemeenten waren noodlij
dend of de belastingbetalers waren het ge.
worden, maar men gelooft graag wat men
graag ziet gebeuren en dus is de Alkmaar
sche belastingbetaler weer ingesluimerd met
de gedachte, dat het in deze moeilijke jaren
een lot uit de loterij was een gemeente
bestuur en in het bijzonder een wethouder
van financiën te hebben, die te midden van
aller financieelen achteruitgang het stads-
scheepje zoo veilig langs de gevaarlijke
klippen wist te leiden, dat wij van een roos-
kleurigen toestand en kerngezonde financiën
konden spreken.
Evenwel, het ontwaken is minder aange
naam geweest.
Toen de Alkmaarsche belastingbetaler
wakker werd stond er geen betooverde prin
ses met trouwbeloften voor zijn bed, maar
de schim van een deurwaarder, die wegens
het niet tijdig betalen van alle mogelijke ge
meentelasten de rest van zijn inboedel kwam
opschrijven.
Jarenlang hebt en we onder het tegen
woordig regeeringsblok met de gedachte van
een bijzonder bevoorrechte positie geleefd,
we hebben het aangezien, dat allerlei reser
vepotjes tot den bodem geleegd werden, dat
dc gemeentelijke bedrijven, de veel geprezen
financieele melkkoetjes, tot den laatsten
droppel werden uitgemolken, maar we kon
den dan ook triomfantelijk verklaren, dat de
algemeene malaise onze deur vrijwel onopge
merkt voorbijging. Wij behoefden niet voor
belastingverhooging te vreezen, onze ambte
naren werden in hun salarissen en loonen
met een betrekkelijk gering percentage ge
kort, wij konden nog wel geld vinden voor
allerlei niet stnkt noodzakelijke subsidies,
kortom, wij leefden onder de zegeningen
van de verbonden rood-zwarte partijen en
onze wethouder van financiën was niet als
zijn voorganger een man, die krampachtig
de koorden van de beurs hield, maar een
optimist, die er slag van had ieder in zijn
zorgeloozen kijk op de toekomst te doen dee-
len.
De wethouder is verdwenen en met hem
schijnt ook de optimistische kijk op den toe
stand van onze schatkist te zijn heengegaan.
Er wordt plotseling niet meer gesproken
van een kerngezonden toestand. Integendeel,
de rood-zwarte hoofden werden bij elkaar
gestoken en er werd beraadslaagd op welke
basis men elkander voor een verdere regee-
ringsperiode zou kunnen vinden.
Als een schip in gevaar verkeert, roept de
kapitein de geheele bemanning bij elkander
omdat elk van hen mede verantwoordelijk is
voor de te nemen uesluiten.
Als ons stadsscheepje in financiëel gevaar
verkeert roept men alleen de vertegenwoor
digers van de regeeringspartijen in consult
en zij, die de andere volksgroepen in deze
gemeente vertegenwoordigen, moeten maar
raden en afwachten wat de heeren hebben
besloten.
Nog niet zoo lang geleden, toen er een
politieke crisis dreigde, hebben wij in onze
courant vermeld, dat er een suppletoire be
grooting van het Maatschappelijk Hulp
betoon van niet minder dan 40.000 te ver
wachten was, dat de financieele toestand
allesbehalve rooskleurig was en dat de ver
bonden fracties het er over eens waren ge
worden, dat men een bedrag van niet minder
dan 7,4 procent op alle salarissen en loonen
zou moeten korten.
Toen de heer Vogelaar deze mededeeiin-
gen in den Raad bracht, was het de heer
Venneker, leider der r.k.-fraciie, die met ver
heffing van stem uitriep, dat er „zooveel in
de couranten stond" en „dat men niet dade
lijk maar alles moest gelooven wat er ge
schreven werd".
Op dat moment wist de heer Venneker met
groote zekerheid, dat wat wij geschreven
hadden wel degelijk juis was en men mag
versteld staan over de brutaliteit van dezen
politieken voorman om op dat oogenblik de
débacle van onze gemeentefinanciën tegen
over de niet in het regeeringsblok betrokken
raadsleden te durven ontkennen.
Wij hebben toen de verwachting uitge
sproken, dat de heer Venneker, wanneer onze
mededeelingen inderdaad juist bleken, rui
terlijk zou erkennen, dat zijn aanval op
onze betrouwbaarheid willens en wetens on
juist en daarom unfair zou zijn geweest,
maar bij iemand als deze politicus is natuur
lijk geen spoor van schuldbesef, laat staan
van berouw te bekennen. Hij haalt het boete
kleed wel even te voorschijn, maar alleen
om het te bekijken. Hij legt het even vlug
weer weg als hij het voor den dag heeft ge
haald en betoogt hoogstens, „dat men hem
wel verkeerd zal hebben begrepen".
Intusschen zitten we hier met de gebakken
peren en waren het nog maar gebakken
peren, dan was dat tegen de Kerstdagen nog
zoo slecht niet, maar het is ten slotte heel
wat anders, het is een financieele strop, een
bijna niet te dichten gat in onze gemeente-
begrooting, een zoo weinig rooskleurige toe
stand van onze financiën, dat de gemeente
lijke volksvertegenwoordigers, die tot dus
ver nog niet het voorrecht hadden voor vol
aangezien te worden en dus mee te mogen
beraadslagen, er met groote verwondering
en met groote ongerustheid van hebben ken
nis genomen.
E>e nieuwe wethouder van financiën, de
heer Van Slingerland, sprak niet meer van
een rooskleurigen en kerngezonden toestand,
maar liet duidelijk uitkomen, dat deze toe
stand zeer zorgvol is, waarbij hij een dub
bele klemtoon op de beide middelste letters
van het eerste woord gelegd heeft.
Dat was een ander geluid dan wij de
laatste jaren gewoon waren en het is geen
wonder, dat de heeren Hoytink en Vogelaar er
op gewezen hebben, dat zij dit wel voorzien
hadden maar nog nooit zoo duidelijk hadden
hooren uitspreken.
Nu de reserve-spaai varkentjes geslacht en
de gemeentelijke koetjes uitgemolken zijn, nu
er niets meer is om er de leelijke gaten mee
te stoppen, kunnen drastische maatregelen
niet langer achterwege blijven, en zullen
zelfs de minst-kapitaalkrachtigen een Wang
rijk offer moeten brengen om onze gemeente
kunstmatig boven water te houden.
Het is niet aangenaam te moeten besluiten
de gemeentelijke opcenten op de personeele
belasting van 85 op 200 te brengen, de ge
meente naar een andere klasse te doen ver
huizen en door dat alles den kleinen man,
dien men altijd heeft willen sparen, voor een
groot deel de dupe van onze gemeentelijke
politiek te doen worden.
Het is evenmin prettig de ambtenaren en
werklieden der gemeente de Kerstboodschap
thuis te sturen, dat hun salaris met ingang
van 1 Januari weer eens met 7,4 pet. naar
beneden zal gaan en het is volkomen begrij
pelijk, dat een voorzichtig maar veel te weinig
geconsulteerd financier als de heer Hoytink
er zijn spijt over uitspreekt, dat men ver
leden jaar niet naar hem geluisterd heeft,
omdat, door wat hij toen reeds voorstelde,
de salarisverlaging veel geleidelijker tot
stand zou zijn gekomen.
Niemand kan het ten slotte helpen, dat de
crisis ook onze gemeente niet voorbijgaat,
dat ook wij in financieel opzicht moeten
bloeden, maar een voorzichtig financier had
ons niet jarenlang in gerusten slaap gehou
den maar zou datgene wat noodzakelijk
komen moest over meerdere jaren verdeeld
hebben, zoodat wij niet plotseling voor het
nemen van dergelijke drastische maatregelen
gesteld werden.
Dat is de schuld van e n regeeringspoli-
tiek, die terwille van eigen partijglorie een
belangrijk deel van den raad van het mede-
regeeren uitsluit en terwille van de kiezers
tot dusver nog altijd den indruk gewekt
heeft, dat, dank zij het beleid van deze
groepen en dc daaruit voortgekomen wet
houé.-s, alleen Alkmaar zou ontkomen aan
hetgeen andere gemeenten oedreigde of reeds
had getroffen.
Het is de groote fout, dat in Alkmaar
lange jaren het getal en niet de geheele raad
geregeerd heeft.
Wij hebben een elftal gekend dat vaak
allesbehalve sportief was en wij hebben
een dertiental gekend en wij zijn door deze
getallen geregeerd geworden, waarbij het er
totaal niet op aankwam welke meening in de
niet in het verbond opgenomen fracties
heerschte, waardoor jarenlang groote poli
tieke groepen van onze bevolking practisch
van eenige zeggenschap in het regeerings-
beleid werden uitgesloten.
Nu het misloopt wijt men den slechten
stand van zaken voornamelijk aan de regee
ring, die groote slokop in Den Haag, die ons
zooveel afhandig gemaakt zou hebben, maar
de heer Hoytink heeft zeer terecht naar voren
gebracht, dat wat de regeering dit jaar geeft
en wat zij neemt slechts een verschil van on
geveer f 27.000 uitmaakt, een bedrag, dat,
hoe groot het ook in deze tijden mag
schijnen, ten slotte niet van overwegend
belang is op een millioenenbegrooting als
die van onze gemeente.
Wij zitten in den put en wij moeten maar
zien, dat wij er weer uitkomen en nu het zoo
ver is wordt er een dringend beroep gedaan
op alle raadsleden, die tot dusver buiten den
gang van zaken zijn gehouden om hun stem,
ten bate van Alkmaar's financieele redding,
niet aan de noodgedwongen te nemen maat
regelen te onthouden.
Zij hebben aan die roepstem gehoor ge
geven, zij hebben hun droeven plicht gedaan
in het belang der gemeenschap, welke ook
zij vertegenwoordigen, maar het is te ver
wachten, dat zij bij de beschouwingen der
gemeentebegrooting nog wel eens het een
en ander in herinnering zullen brengen.
De Verdronken Oord- en Mientbewoners
hebben natuurlijk al vernomen, dat hun
verzoek om de grachten te dempen met op
een na algemeene Sjemmen door den Raad
verworpen is, en eerlijk gezegd hebben wij
dat wel zien aankomen.
Er wordt in allerlei steden een voortdu-
renden strijd gestreden tusschen het oude
stadsschoon en het moderne verkeer en het
is helaas noodzakelijk, dat veel van dal
ouden en mooie aan de eischen van dezen
tijd ten offer valt.
Wij hebben destijds geen oogenblik geaar
zeld er toe mede te werken om van onze
antieke Langestraat een modernen ver
keersweg te maken omdat men nu eenmaal
niet in het hartje van de stad een openlucht
museum van oude bouwkunst kan vasthou
den en tegelijkertijd een winkelstraat met
rijverkeer kan hebben welke voor den mid
denstand ter plaatse een dringende eisch
was.
Wij zullen geenszins ontkennen, dat een
gedempt Verdronken Oord voor het auto
verkeer, zelfs voor het vrachtautoverkeer,
heel wat gemakkelijker zou zijn dan zooals
de toestand op dit oogenblik is, maar tege
lijkertijd rijst de vraag of de demping van
deze mooie oude grachten inderdaad strikt
noodzakelijk mag genoemd worden.
Het verkeer naar de Bierkade kan immers
langs de geheel geasphalteerde, breede
Laat worden geleid en wanneer er daarbij
moeilijkheden zijn bij den ongemakkelijken
Limmerhoek, welnu laat men daar, des
noods door demping van de Turfmarkt, een
toestand scheppen waardoor het verkeer geen
stagnatie meer zal ondervinden Wanneer
dat het geval is behoeven de auto's niet
over het Verdronken Oord te gaan en is het
niet noodig deze mooie oude gracht te
herscheppen in een leelijk parkeerterrein.
Natuurlijk geeft dit eenig ongemak aan de
middenstanders die juist hier hun zaken en
pakhuizen hebben, maar men moet in deze
tijden terdege overwegen of hun belangen
voor het welzijn van onze gemeente opwe
gen tegen de noodzakelijkheid Alkmaar
van zijn karakteristieke schoonheid te be-
rooven en daardoor een groote bron van
inkomsten het vreemdelingenverkeer
te belemmeren.
Er is in den Raad zoo juist op gewezen,
dat de marktbelangen en de kaashandel er
straks ook wel op kunnen wijzen, dat het
een eisch van den tijd is, dat met de oude
traditie gebroken wordt en de hinderlijke
vreemdelingen des Vrijdags zullen verdwij
nen, maar men draagt ook hier geduldig de
lasten van deze invasie omdat het voor Alk
maar van groot belang is een eigen karak
ter te bezitten, dat waard is van over de
grenzen te worden bekeken. Alkmaars mooie
oude grachten zijn 't, die deze stad uit pit-
toreks en architectonisch oogpunt zijn groo
te waarde geven en, hoewel wij dat oude en
mooie niet altijd kunnen sparen, wij
moeten toch trachten het zoo lang mogelijk
te behouden en het niet nog afgescheiden
van de kosten, die in dezen tijd ook een
voorname factor zijn aan het verkeer
ten offer laten vallen zoolang er nog maat
regelen te nemen zijn om dat verkeer in an
dere en niet minder slechte banen te leiden
Wanneer er een oplossing bij den Lim
merhoek gevonden wordt en wanneer er te
gelijkertijd een betere ligplaats voor de ge
meentelijke vletten kan worden gevonden,
zullen zoowel het verkeer als de Verdron
ken Oord-bewoners daarmede gebaat zijn.
„Het zal op den duur toch tot demping
moeten komen", heeft de heer Stoutjesdijk
in een oppositioneele bui gezegd.
Misschien zal dat inderdaad het geval
zijn, maar laten wij voor Alkmaar als
woonstad en als centrum van vreemde
lingenverkeer hopen, dat eerst onze klein
kinderen voor een dergelijke taak gesteld
zullen worden.
Als een winkelier ziet, dat de klanten
zijn winkel voorbijgaan en bij zijn goedkoo
peren buurman naar binnen stappen, neemt
hij wel eens een kloek besluit en annonceert,
dat hij zijn voorraad beneden inkoopsprijs
zal gaan verkoopen.
Wij zijn er van overtuigd, dat het gas,
dat hier ter stede geproduceerd wordt nog
niet beneden inkoopsprijs verkocht wordt,
maar het is in deze moeilijke tijden voor de
gemeente een merkwaardig besluit opnieuw
bij een bedrijf, dat als melkkoetje moet fun-
geeren, een prijsverlaging aan te kondigen
waardoor de gemeente jaarlijks 25.000
minder in het laadje zal krijgen.
Wanneer dit niet strikt noodzakelijk was
zou men er zeker niet toe overgaan en het
wijst er dan ook wel op, dat het petroleum-
verbruik in den laatsten tijd groote afme
tingen heeft aangenomen en dat men reso
luut tot een offer besloot om erger te
voorkomen.
Helaas zijn al deze offers in werkelijk
heid maar schijnoffers omdat de gemeente
voor het sluitend maken van haar begroo
ting die gelden toch niet zal kunnen missen
en de burgerij ze in een anderen vorm wel
weer op tafel zal moeten brengen.
Toen de heer Van der Vegt als gemeente
ontvanger bedankte zal hij niet vermoed
hebben, dat zijn heengaan den Raad voor
moeilijke problemen zou stellen.
Het was te verwachten, dat er een oproep
voor een nieuwen ontvanger zou woeden ge
daan en wij zouden deze betrekking gaarne
gegund hebben aan den heer Van de Poll,
den tegenwoordigen gedelegeerde, den be
scheiden, sympathieken werker, die reeds
jarenlang bij afwezigheid van zijn chef,
diens functie tot aller tevredenheid heeft
waargenomen.
Er kwam evenwel 'n ingewikkelde kwestie
naar voren. Het schijnt, aat de heer Schier-
beek, onze gemeentelijke verificateur en con
troleur, in deze functies althans in de
eerstgenoemde niet geheel op zijn plaats
was en men heeft dit vriendelijk uitgedrukt
door te zeggen, dat zijn opleiding eigenlijk
niet in deze richting was gegaan.
Nu er een vacature in het ontvangerskan
toor kwam, meenden B. en W. een dubbelen
slag te kunnen slaan. Wanneer de heer
Schierbeek nu eens tot gemeente-ontvanger
gepromoveerd1 werd was deze plaats bezet
door een ambtenaar, die men dan in allen
gevalle niet op wachtgeld behoefde te stel
len en men zou dan tegelijkertijd in zijn
plaats een verificateur kunnen aanstelilen,
die het klappen van de financieele zweep in
alle toonaarden kende, zoodat ook daar het
beste van het beste zou worden verkregen.
Dat alles stond in het teeken der bezuini
ging, maar de heer Vogelaar vond een an
dere bezuiniging uit waardoor de heer Van
de Poll gemeente-ontvanger zou kunnen
worden en men de plaats van den gedele
geerde niet door een nieuw te benoemen
ambtenaar zou moeten bezetten.
Helaas, het was voorbeschikt dat Barber
tje -of in dit geval de tegenwoordige ge
delegeerde zou moeten hangen. De tijden
waren er niet naar den heer Schierbeek op
wachtgeld te stellen en de uitdrukking van
Multatuli, dat iemand door gebrek aan
zwaarte omhoog kan vallen, is ook hier ter
stede bewaardheid geworden.
De heer Schierbeek is gemeente-ontvanger
geworden of za! het althans worden
omdat men hem voor de verificatie liever niet
houden wilde en het te kostbaar was om
hem op wachtgeld te plaatsen.
Een felle strijd drie bijlagen zijn er
zelfs over verschenen is nog gestreden
over de vraag of de gemeentelijke verificatie
nu voortaan door een te benoemen ambte
naar er werd zelfs al beweerd, dat het
college hiervoor al een candidaat op de no
minatie had staan dan wel door het Cen
traal bureau voor verificatie en financieele
adviezen van de Ver. van Nederlandsche Ge
meenten zou moeten geschieden. De heer
Bonsema, die als wethouder omgezwaaid
was en voorstander van deze laatste oplos
sing was geworden, heefi ten slotte zijn zin
gekregen, dank zij voornamelijk den steun
van zijn pariijgenooten. die niet gaarne van
uit Den Haag geregeerd, maar blijkbaar wel
gecontroleerd wenschen te worden.
4t
Het is teeken end voor de toestanden welke
tot dusver in onze gemeente getolereerd wer
den, dat B. en W. moesten verklaren, dat een
tekort van 40.000 bij Maatschappelijk
Hulpbetoon door hen niet voorzien is Het is
teekenend voor de waarde der financieele
overzichten en verantwoordingen welke
Do Joego-Slavisch-e crisis. (Dag.
Overzicht).
Zwendel aan de Azorenkust. (Bui
tenland).
Brand aan boord van de „Tabian",
(Binnenland).
Prof. Karl Barth te Keulen voor
een jaar uit zijn ambt gezet. (Bui
tenland).
De achtergrond van den moord
op Kirow. (Buitenland).
Nadere berichten van de „Uiver".
(Luchtvaart).
Onder Raalte is een aanhangwa
gen op den onbewaakten overweg
gegrepen; de chauffeur gedood.
(Binnenland).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
Met de „Marnix" naar de kust van
zon en palmen (III). (Artikelen).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
is vanaf heden aangesloten onder
JEadrea voor Gedistilleerd en Wijnen
voor de feestdagen.
Tot 2 Jan. '35 bij aankoop van een flesch Wijn
een spel schitterende bridgekaarten cadeau.
iedere week aan B. en W. verstrekt worden,
maar de burgemeester, die door het over
nemen van de desbetreffende portefeuille een
eigen kijk op de financieele geste dezer zoo
kostbare instelling heeft verkregen, heeft
toegezegd, dat thans maatregelen zijn geno
men om ^dergelijke onaangename verrassin
gen in de toekomst zooveel mogelijk te voor
komen.
Dank zij een interpellatie is ten slotte
komen vast te staan, dat er inderdaad bij
het gasvergiftigingsgeval aan de Bleekers-
kade van eenige grove, zelfs van eenige
aanwijsbare schuld niet kan worden ge
sproken.
De mededeeling van dr. Heijermans in de
Telegraaf, dat cyaangas te Amsterdam
alleen maar voor het ontsmetten van sche
pen en fabrieken gebruikt wordt, heeft be
grijpelijkerwijze de vraag doen rijzen, wat
men daar dan wel voor het ontsmetten van
woningen gebruikt en of in Alkmaar niet een
betere en minder gevaarlijke werkwijze kan
gevolgd worden.
Het staat nu wel vast, dat er hier ter stede
gewerkt is met de daarvoor door den minis
ter aangewezen middelen en wethouder Bon
sema verklaarde ronduit, dat hij er niet in
geslaagd was te vernemen welke gassen er
in Amsterdam wel gebruikt zouden worden.
Wanneer men daar inderdaad een minder
gevaarlijk systeem heeft waaraan wij in
tusschen hard beginnen te twijfelen was
het zeker de plicht van dr. Heijermans ge
weest, daarvan nadere mededeelingen te
doen.
Thans rustte op onzen ontsmettingsdienst
een oogenblik de verderking van noodeloos
roekeloos optreden, een verdenking, welke
deze in geen enkel opzicht verdiend heeft.
Hoewel van Alkmaar de victorie begint
kwamen de vragen over de faillissements
aanvragen van het Victorie-bad eerst aan
het einde der overladen agenda.
Wethouder Bons.ma heeft uiteengezet,
dat het hier slechts een geschil over een be
twiste vordering betrof en dat de gemeente
in den persoon van den secretaris wel
bemiddeld maar "iet zelf betaald heeft.
Het bad, welks exVohatie dank zij een
Barnum en Baily-achtige reclame een
drieduizend gulden winst had opgeleverd,
blijkt evenwel dertigduizend gulden meer te
hebben gekost dan verwacht was, een be
drag, dat op een bouwsom van 65.000, om
het zacht uit te drukken, eenige verwonde
ring mag wekken.
De gemeene zou evenwel safe staan, daar
alleen de ondernemende bouwers voor de
stroppen moeten opkomen.
Het is algemeen bekend, dat de combinatie
waarmede de gemeente in zee, of beter ge
zegd, in het bad is gegaan, allesbehalve
kapitaalkrachtig was. Wij helpen B. en W.
dan ook hopen, dat de financieele toestand
van deze onderneming in de toekomst kern
gezond zal blijken maar wij kunnen de ge
dachten niet van ons afzetten, dat op den
korten duur de financieele stroppen niet al
leen aan den kant der Amsterdamsche com
binatie, maar ook aan de zijde van onze ge
meente zullen vallen.
In 1573 heeft het zeewater Alkmaar de
victorie bezorgd, in negentienhonderd en
zooveel zou het badwater de gemeente wel
eens een onaangename verrassing kunnen
bereiden.