Met de Mamix naar de kust
van zon en palmen.
De wereld iri een notedop.
Het leven aan boord.
Uii het Parlement
Loonbelasting in Indië.
Zelfs op loonen van dertig ct.
Dei ondergang van de Uiver herdacht.
Motie opheffing en concentratie bijzon
dere scholen verworpen.
f
In den namiddag van 30 November ver
trekken wij uit Southampton en het zal vier
dagen duren eer wij in de eerstvolgende ha
venplaats zullen binnenloopen.
De mist, die de beroemde krijtrotsen tot
dusver voor ons verborgen heeft gehouden,
is dikker geworden. Er is niet veel van de
kust te zien en alleen het eiland Wight eta
leert wat grijs-witte rotsen, die uitloopen in
drie donkere uit zee opstekende klippen. Het
zijn de Needies en als wij deze gepasseerd
zijn is er slechts water en lucht om ons
heen.
Wij naderen den oceaan, de Marnix zal nu
geen hinderpalen meer ontmoeten en de ka
pitein kan toonen welke snelheid het schip
met zijn krachtige machines zal kunnen ont
wikkelen.
Maar het is niet alleen bij de K.L.M., dat
het devies „savety first" gehuldigd wordt en
zee en lucht zijn niet van dien aard, dat de
Marnix als snellooper demonstraties kan ge
ven.
Buiten boord is er nu niets meer te zien
en het gevolg is, dat de passagiers het schip
en elkaar gaan bekijken.
Er zijn in Southampton heel wat Engel-
schen aan boord gekomen, die de reis naar
Afrika, naar de Rivièra af naar de tropen met
een Hollandsch schip maken en daarmede te
kennen geven, dat zij de goede zorgen van
de „Nederland" weten te waardeeren.
Er is een heel andere sfeer, een heel andere
stemming aan boord, Engelsch is de over-
heerschende taal en het is of er iets van het
gemoedelijke van de eerste dagen is verdwe-
nen.
De inlanders hebben in de eetzaal hun
gestreepte buisjes voor keurige witte jasjes
verwisseld. Het is of zij iets rechter staan en
of zelfs de hofmeesters het cachet van deftige
bedienden hebben gekregen.
Wie en wat zijn onze nieuwe reisgenoo-
ten?
Het is op het eerste gezicht moeilijk te con-
stateeren. Zij loopen in oude of nieuwe col
bertjes en jassen over het dek, zij dragen pet
ten of alpinomutsjes en hun vrouwen, in lig
stoelen op het promenadedek uitgestrekt en
in mantels en plaids gewikkeld, geven een
zoo verschillenden indruk van maatschappe-
lijken welstand, dat het moeilijk is zich. te
oiiënteeren.
De passagierslijst maakt ons niet veel wij
zer, maar er moeten voorname dames en
verscheidene Engelsche hoofdofficieren aan
boord zijn.
i.
Sinds de Engelschen op de Marnix zijn
wordt er eiken morgen een „sweepstake" ge
houden.
De log, de draaiende vin, die achter het
schip wordt meegetrokken, geeft iederen dag
het aantal afgelegde mijlen aan en hoewel
men zeker weet, dat dit in de twee- en meest
al in de driehonderd zal loopen, is het cijfer
der eenheden door niemand met zekerheid ie
voorspellen.
Om twaalf ur in den middag wordt er op
de brug een bestek opgemaakt en even later
wordt op een kaart bij den muzieksalon
een vlaggetje geplaatst op de plek waar wij
ons bevinden en is op een daaronder han
gend bord het aantal sedert den vorigen dag
afgelegde mijlen geschreven.
De dekhofmeester, die nu purser heet, is
een vindingrijk man. Hij exploiteert de alge
meen bekende Engelsche gok-lust en loopt
iederen morgen het dek over met lijsten van
tien cijfers waaruit de passagiers een keuze
mogen deen en daarbij een gulden moeten
offeren. In een oogenblik zijn al de lijsten
volteekend en dan wordt er in spanning op
het bericht van de brug gewacht.
Blijkt b.v., dat het schip 387 mijlen heeft
geloopen, dan is de 7 het winnende cijfer
en krijgt ieder, die zijn naam achter een ze
ven zette een bedrag van negen gulden uit
gekeerd.
De tiende gulden is voor den hofmeester.
Hij is de eenige. die met zekerheid weet,
dat hij eiken dag zal winnen.
Hoe groot de Marnix ook zijn moge, in
de onafzienbare zee om ons heen is zij
slechts een notedopje en het is begrijpelijk,
dat allen, die daar dagelijks met elkaar ver-
keeren geen vergeefsche pegingen doen om
elkaar te ontwijken.
Er komt al spoedig eenige toenadering
tusschen de beide naties, wij verdwalen in
Engelsche kringen en Engelschen komen in
de onze. Geen hunner of harer denkt er aan
om zich in een andere dan hun moedertaal
verstaanbaar te maken en dus krijgen wij
volop gelegenheid ons Engelsch weer eens
op te halen en wat leerzame conversatieles
sen te nemen. Het is niet verwonderlijk, dat
Engelschen, die een Hollandsche passagiers
boot kiezen ons land goed gezind zijn en bij
verschillende gesprekken blijkt wel dat zij
gaarne van de gelegenheid gebruik maken
eens wat meer over ons land en ons volk te
vernemen.
Hoe vreemd het ook lijken moge, wij krij
gen dagelijksch een courant, die ditmaal niet
in de brievenbus gestopt wordt maar na den
maaltijd wordt rondgedeeld.
Ieder is gratis geabonneerd en het is al
leen maar jammer, dat de „Oceaanpost" in
den regel maar uit één blaadje bestaat waar
van de helft voor de Hollanders en de andere
helft voor de Engelschen bestemd is. Veel
wijzer worden we er niet door, maar we we
ten toch eiken dag welke temperatuur er in
Holland is en de marconist houdt ons in en
kele regels van de voornaamste gebeurtenis
sen op de hoogte. Het grootste deel van de
plaatsruimte wordt door een beursoverzicht
in beslag genomen en de redacteur neemt te
vens de gelegenheid te baat om gratis te ad-
verteeren, dat er door zijn bemiddeling bloe
men en bonbons naar vrienden en kennissen
in Holland kunnen worden gezonden.
Het Zondagsblad bestaat uit acht pagina's
waarbij het voorbeeld van sommige badcou-
ranten gevolgd is, zoodat de lezers op eenige
kolommen grapjes en historische anecdotes
getracteerd worden. Er zijn plaatjes en ver
haaltjes in het Hollandsch en Engelsch, die
van te voren gezet zijn en op de uitgespaar
de ruimte heeft de marconist het dagelijksch
nieuws gecyclostileerd, zoodat wij bijv. op 2
December in volle zee kunnen lezen, dat de
Amsterdamsche raad de begrooting heeft
aangenomen en dat Richard Strauss tot
groot-officier in de orde van de Oranje Nas
sau benoemd is.
Er is een volledige zetterij aan boord met
veel lettermateriaal en een persje, maar de
zee-typograaf heeft het eiken dag zoo druk
met het zetten van de menu's, dat hij zich
niet met de courant kan bemoeien.
De scheepsdokter, de heer Boersma, neemt
ons mee naar zijn hospitaal, dat naast de eet-
zaaltjes der mindere goden onder de scheeps
officieren op een rustig en afgescheiden deel
van het bovendek is gelegen.
Patiënten zijn er nog niet er zijn zelfs
geen passagiers met spijsverteringsklachten
maar, wat er ook gebeuren moge, het hos
pitaal is gereed gewonden of zieken te ont
vangen.
Er is een wacht- en spreekkamer, waarin
zelfs een operatietafel en een operatielamp
aanwezig zijn, er is een apotheek met allerlei
geheimzinnige fleschjes, er is een laborato
rium en er is zelfs een toestel voor het nemen
van Röntgenfoto's. In mannen- en vrouwen-
afdeelingen staan keurige witte bedjes ge
spreid en een ziekenzuster is gereed om de
verpleging te beginnen.
De dokter is op alle gebeurtenissen voor
bereid. Zoo nu en dan maar gelukkig zel
den is er een ernstige zieke onder beman
ning of passagiers en meermalen is de ooie
vaar de Marnix achterna gevlogen en wordt
er een bruin of blank kindje gebracht waar
van de kapitein eerst bij het opmaken van het
bestek kan nagaan in welk land het eigen
lijk geboren is.
Goede verzorging en verpleging, zinde
lijkheid en rust, dat zijn de vier factoren wel
ke dit scheepshospitaal kenmerken en het is
een gelukkig verschijnsel, dat de meeste zie
ken in den regel alleen maar zee-ziek blijken
te zijn.
-
In de keurige rooksalon waaraan de heer
Lion Cachet evenals aan de andere salons
van dit luxe-schip zijn artistieke krachten
gewijd heeft, in de salon waar in een reus
achtige marmeren wandplaat het borstbeeld
van Marnix van St. Aldegonde en de beide
eerste coupletten van het Wilhelmus zijn ge
beiteld staat een Madoerees.
Er is op het cogenblik niemand, die een
bestelling gedaan heeft, hij behoeft niet naai
het buffet of vandaar met een blaadje met
glaasjes of wisselgeld naar een bezoeker te
loopen, hij heeft den tijd en hij droomt van
zijn zonnig vaderland.
Hoe laat in den nacht het ook worden mo
ge, hij geeft nooit eenig blijk van het feit dat
hij graag naar zijn kooi wil. Hij is geduldig
als Job en dankbaar voor elke kleinigheid,
dit in zijn bruine handen gestopt wordt.
Zooa'.s hij zijn er een honderdtachtigtal
anderen aan boord, die rechtstreeks onder
de bevelen van mandoers en hoofdmandoers
gesteld zijn. Een kleurige sarong is als een
mutsje om zijn zwarten kroeskop geplooid
en een slipje ervan steekt als een haneveer
naar boven. Hij heeft dikke, vooruitspringen
de lippen, die hij meestal op elkaar houdt,
maar zco nu en dan glimlacht hij even. Hij
heeft iets zwaarmoedigs en tegelijk iets
droomerigs, alsof hij met zijn gedachten ver
boven dit wereldsche leventje uitgaat.
Als de Maitre d'hotel het diner gereed
heeft stapt een van deze Madoereezen over de
dekken en langs de gangen van alle hutten
en slaat op de gong, of liever gezegd, hij be
speelt de xylophoon.
Hij haalt er een alleraardigste melodie uit
en hij schijnt er met zijn bruine drcomoogen
zelf het beste naar te luisteren en er het
meeste van te genieten.
Ergens ver weg in de een of andere zon
nige kampong is een Madcereesche vrouw en
zijn bruine kinderen, die op zijn thuiskomst
wachten. Het zal nog vele dagen duren eer
hij weer bij hen zal zijn, maar wie hem onge
merkt bespiedt, ziet wel, dat zijn gedachten
het schip al die dagen vooruit zijn gevlogen
Een half uur nadat in alle hutten het
scheerwater is neergezet en even nadat de
gongspeler door het schip is getrokken, da
len dames en heeren de breede wenteltrap
pen af, die naar de eerste klas eetzaal leiden.
Het zijn de passagiers, die den geheelen
dag naast elkaar op het dek of in de salons
hebben gezeten, maar zij hebben allen een
gedaanteverwisseling endergaan. Het zijn
geen reizigers meer, het zijn society-men-
schen, die weten wat zij aan dit schip en aan
elkaar verplicht zijn.
Wij, heeren der 'schepping, zijn allen in
gelijke en gelijkvormige smokings, maar de
dames zorgen bij eiken maaltijd voor een
nieuwe verrassing.
Wat er zooal gedragen wordt? Schrijver
dezes begrijpt, dat vele lezeressen er be
nieuwd naar zijn, maar hij is ongeschikt om
als redacteur van een modeblad op te treden.
Hij kan slechts een algemeenen indruk ge
ven en die is, dat er aan tafel veel bloote ar
men en naakte ruggen te bewonderen zijn en
dat de vrouwelijke lichaamsdeelen, die niet
bloot zijn in bont of in de meest kleurige ge
waden zijn gewikkeld.
Er zijn vorstelijke verschijningen in lichte
robe-tinten, er zijn japonnen met en zonder
sleejaen, er zijn struisveeren en er is bont
in alle denkbare vormen en kleuren. Er zijn
avondjaponnen van zilveren of gouden loo-
vertjes, er zijn er van zijde-glansende stof
fen en er zijn veel sieraden in keurige kap
sels en rond halsen, armen en vingers. Er
zijn bleeke parels en schitterende diamanten,
er zijn robijnen en topazen, maar er zijn bo
venal elegante vrouwen met roode lippen en
roodgelakte nagels. Zij komen eiken dag in
een ander toilet aan tafel en wij begrijpen nu
waarom de koffers, die in Southampton wer
den ingeladen van zulke formidabele afme
tingen geweest zijn.
Terwijl de scheepskapel klassieke en mo
derne muziek laat hooren, gaan de inland-
sche bedienden geruischloos langs de tafels.
In het midden van de eetzaal prijken de
kunststukken van den Maitre d'hotel, een ge
heel verlichte Marnix van suiker, een kreeft,
die als een Romeinsche renner een door zwa
nen getrokken wagen bestuurt, een zeilschip
van ijs met stukjes haring gevuld en een keur
van spijzen en vruchten, die door gekleurde
lampjes beschenen een fantastischen indruk
maken.
Er flonkert licht uit kristallen glazen, er is
een gegons van tevreden stemmen en door
dat alles heen jubelt de viool en laat de cel
zijn donker, melodieus geluid hooren.
A's het diner geëindigd is, zal er in den
muzieksalon nog gedanst worden.
Tj.
(Zie voor de beide vorige artikelen de nrs.
van Zaterdag 15 en Donderdag 20 Dec.)
Den Haag, 2i December.
In een nachtvergadering heeft de Ka
mer verscheidene Indische wetsontwer
pen afgehandeld, waarvan de meeste
een gevolg zijn van de crisis.
Zoo een wijziging van de Indische in
komstenbelasting met invoering van
een loonbelasting -an vier percent van
het uitbetaalde loon, vijf millioen op
brengende. Deze belasting treft reeds
dagtoonen van dertig cents en minder.
De heeren Roestam Sffendi (c.p Snee
vliet (r.s) en Cramer (s.d.) waren hier
sterk tegen en ook de heer Van Kempen
(lib.) vreesde moeilijkheden van zulk een
heffing van menschen, die al zoo'n klein
inkomen hebben, al stemde hij ten slot
te voor. De heeren Van Boetzelaer van
Dubbeldam (c.h.), Rutgers (a.r.) en Feber
(r.k.) zagen de gevolgen minder ernstig
in en ook mr. Joekes (v.d.) bleek bereid,
mee te gaan, al wees hij er op, dat de
Volksraad het wetsontwerp had verwor
pen. Met 58 tegen 21 stemmen heeft de
Kamer het voorstel aangenomen, waar
tegen sociaaldemocraten en communis
ten hebben gestemd.
Ook is goedgekeurd een ander crisis-
ontwerp, waardoor als bezuiniging
het aantal leden van den Raad van In
dië van zes tot vier kan worden ver
minderd. Mr. Joekes en ir. Cramer dron
gen er op aan, dat deze inkrimping niet
zal leiden tot uitsluiting van Inlanders
uit den Raad. Minister Colijn gaf te ken
nen, dat op één inheemsch lid mensche-
lijkerwijs wel zal kunnen worden ge
rekend.
Om de rubberproductie te beperken,
wordt een tijdelijk uitvoerrecht geheven
van door de Inlandsche bevolking ge
produceerde rubber. Het zal in 1935 mi s-
schien 15 millioen opbrengen. Het geld
wordt besteed voor de streken, waar de
bevolking het opbrengt. Bij de Europee-
sche ondernemingen is individueeie
ubbprrestrictie ingevoerd, maar bij de
Inlandsche bevolking is dit niet moge
lijk. Niemand bewonderde dit uitvoer
recht. Ook minister Colijn niet, die zelf
de voorkeur geeft aan een vergunnings
stelsel, dat men in Indië echter niet uit
voerbaar acht. Z. Exc. heeft toen voor-
loopig tot een uitvoerrecht besloten, in
afwachting van dat de mogelijkheid van
een licentiesysteem zal blijken. Vele
sprekers hebben minister Colijn gehul
digd voor wat deze voor de tot stand-
brenging van de internationale rubber
restrictie heeft gedaan. Het wetsont
werp werd zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Na een kort debat heeft de Kamer een
wetsontwerp goedgekeurd, dat moet
voorkomen, dat functionneerende ambte
naren, die door de plaats gehad hebben
de salarisverlagingen toch reeds zwaar
zijn getroffen, zonder noodzaak door de
tijdelijke korting op de Indische pen
sioenen zouden worden geschaad.
Ook is aangenomen de machtiging tot
het aangaan van een overeenkomst met
de mijnbouwmaatschappij Zuid-Bantam
voor de opsporing en ontginning van
goud, zilver, koper, enz.
De laatste dag vóór het Kerstreces. En
toch was de sfeer zwaar van ernst, bij
den aanvang der vergadering. Sedert
enkele uren was de ramp van de „Uiver"
bekend geworden. Wat het gansche volk
beroert, moest wel in zijn vertegenwoor
diging tot uiting komen. Kort, maar
misschien daardoor juist des te indruk
wekkender was 's voorzitters toespraak,
rhythmisch en breed van klank. „De
Uiver", tot symbool geworden haast van
Nêerlands durf en kunnen, is neerge
vallen en verwoest. Zeven levens vloden
heen, der dappere bemanning en van
hen, die 't vliegtuig kozen voor hun
reis". De deernis, welke de voorzitter
uitte met hen. die diep in rouw gedom
peld zijn, en de droefheid om den slag,
die onze nationale luchtvaart trof, zal
het gansche volk wel voelen. En menig
een zal overdenken de eeuwige waar
heid, waarop de n>-es:dent aan het eind
zijner rede wees, dat God alleen be
schikt.
Minister Kalff, zich namens de regee
ring bij 's voorzitters woorden aanslui
tende, wees op de schrijnende tegenstel
ling tusschen den zoo kort geleden ge-
maakten triomftocht van de „Uiver" en
den ondergang thans. De regeering, ver
klaarde Z. Exc., deelt van harte in het
groote leed, dat over nabestaanden van
bemanning en passagiers is gekomen.
Een moment van smartelijke plechtig
heid vormde deze herdenking in ons
parlement.
Met 58 tegen 20 stemmen heeft de
Kamer de motie-Tijssen (s.d.) verworpen,
waarin zij zou hebben uitgesproken, dat
opheffing en concentratie van openbare
lagere scholen op gelijksoortige wijze bij
het bijzonder lager onderwijs toepassing
moeten vinden er dat de bezuinigingen
op het openbaar en het bijzonder onder
wijs moeten worden aangebracht. De
heer Ketelaar (v.d.), die aan de motie
geen behoefte gevoelde, maakte inzon
derheid bezwaar tegen het woord „even
redig". En de liberalen, die, evenals de
vrijzinnig-democraten, tegen stemden,
vertrouwden, naar uit mr. Wendelaar's
stemmotiveering bleek, dat de regeering
met kracht naar concentratie ook bij het
bijzonder onderwijs zal streven en, in
dien noodig, een wettelijke regeling zal
bevorderen. In elk geval is het laatste
woord over deze zaak nog niet gespro
ken.
Bij zitten en opstaan heeft de Kamer
een motie-K. ter Laan (s.d.) aangeno
men, waarin zij zich uitspreekt voor een
zelfde regeling van het ziekteverlof der
openbare en bijzondere onderwijzers, als
voor de Rijksambtenaren geldt. Minister
Marchant houdt zich met deze kwestie
bezig en dit was voor den heer Zijlstra
(a.r.) aanleiding om zich tegen de motie
te verklaren, maar de meerderheid der
Kamer meende blijkbaar, dat goedkeu
ring van de motie den bewindsman eer
der in de gewenschte richting zal doen
gaan.
Met 56 tegen 23 stemmen heeft oe Ka
mer de Onderwijsbegrooting aengeno-
men. Het gebeurt vaak, dat over een
begrooting de communisten stemming
vragen en dat de sociaaldemocraten, of
schoon in de oppositie, voorstemmen
Maar deze maal wenschten zij hun af
keuring van 's ministers beleid te de-
monstreeren.
Met de sociaal-democraten en de
communisten stemden de staatkundig
gereformeerden tegen. Zonderlinge com
binatie!
Bij de afhandeling van de begrooting
van het departement van Financiën,
welke de Kamer zonder hoofdelijke
stemming heeft aangenomen, is veel
gesproken over de wijze, waarop de om
zetbelasting wordt toegepast» op gas- en
electriciteitsbedrijven. Dr. Van der
Waerden (s.d.) bepleitte een gunstiger
wetstoepassing voor deze bedrijven wel
ke reeds zoozeer onder den nood der
tijden gebukt gaan. Hij verweet den be
windsman, dat deze de wet uitvoert op
een manier, die tegen de bedoeling van
den wetgever zou ingaan. Men heeft bij
zulk een bedrijf meestal de figuur van
den fabrikant, die rechtstreeks aan len
verbruiker levert, al zijn er ook (dat der
mijnen in Limburg), waar de stroom
over een distributiebedrijf gaat. Dr. van
der Waerden keurde af, dat hier niet.
zooals op andere artikelen, belasting bij
de bron, maar bij den verbruiker wordt
geheven, dus dat geen productie- maar
een verkoopsprijs als maatstaf wordt ge-
,"o^6v!\ 3 ^6t?°Kd«. dat het karakter
aan het goed niet, zooals minister Oud
aanneemt, verandering ondergaat door
de geleiding van den stroom naar huis
De heeren Bierema (lib.), Smeenk (a.r)
w St,UmpeI (rk> viele" dr. Van der
Waerden aanstonds bij, maar Z Exc
handhaafde zijn tegenovergesteld stand
punt Dr Van der Waerden diende toen
een motie in, waarin de bewindsman
werd uitgenoodigd. zijn standpunt „in
nadere overweging" te nemen. Een eer-
hipiJitre parlementaire term! De heeren
Teulings en Feber (r.k), Snoeck Henke-
mans (c h.) en Vos (lib.) en mejuffrouw
Katz (e hhadden deze motie mede on
derteekend, welke een goede kans
scheen te maken. Maar Z Exc. deed in
zijn dupliek uitkomen, dat hij wel wets
wijziging wilde overwegen en dat een
nieuwe wetsbepaling gelijkmatig over
het geheel e land zou worden toegepast.
Als gemeenten door de tegenwoordige
hooge belasting op haar bedrijven in
moeilijkheden mochten geraken, zou hij-
de gevallen onderzoeken en ze tegemoet
komen, als dat noodig was. En, betoogde
Z Exc., als men zijn opvatting van de
omzetbelasting op gas en electriciteit
verkeerd vond, kon men bij een tarief
commissie in beroep gaan. Maar de Ka
mer moest niet op den stoel dezer com
missie gaan zitten. Dit zou zij doen, als
zij de motie-Van der Waerden aannam.
De toon, waarop Z. Exc. zich uitliet,
bracht de heeren Smeenk en Treulings
er toe, dr. Van der Waerden af te val
len Deze stelde zich toen wijselijk te
vreden met de winst, welke hij door
's ministers toezeggingen reeds behaald
had, en trok zijn motie in.
Een klacht van dr. Bierema (lib over
de hooge accijnzen beantwoordde de mi
nister, door er nadruk op te leggen, dat
bier en thee vroeger nóg zwaarder wa
ren belast en dat de suikeraccijns nog
tien opcenten beneden de heffing van
vóór den oorlog blijft. Z. txc. zeide ook,
dat de hoogte van den suikeraccijns
geen gevolg is van de algemeene bolas-
tingpolitiek der regeering, maar van de
heffing ten bate van het landbouwcrisis
fonds Dit laatste echter herinnert ons
er aan, dat, al is de hoogte der accijnzen
tegenwoordig inderdaad heel erg, daar
naast ook zeer belangrijk is, wat de
verbruikers van allerlei artikelen moe
ten opbrengen, als gevolg van heffingen,
aan de producenten. Menige huisvrouw,
die zich de beteekenis van indirecte hef
fingen moeilijk kan voorstellen, zou
schrikken, als zij hoorde, welk deel van
haar huishoudgeld in een maand aan
indirecte belastingen heengaat. Of dit
deel besteed wordt voor het Rijk dan wel
voor de producenten, interesseert zulk
een huisvrouw waarschijnlijk niet in de
eerste plaats. De hoofdzaak voor haar
is, dat zij, allerlei benoodigdheden koo-
pende, heel wat meer geld moet missen,
dan de prijs der artikelen noodig maakt.
Uit 's ministers mond hoorden wij
nog, dat een verlaging van den accijns
op gedistilleerd wordt overwogen.
Er was een misbruik ontstaan, dat
stukken, welke niets anders waren dan
akten, bevattende een overeenkomst,
werden ingekleed in den vorm van brie
ven, zoodat belanghebbenden de zegel
belasting ontdoken.
Daartegen heeft Z. Exc. toe® een re
solute uitgevaardigd, maar in verband
met een door den heer Teulings gemaak
te opmerking erkende de bewindsman
thans zelf, daarmede zijn doel voorbij
geschoten te hebben. Beslissingen, om
trent advertentie-aanvraagformulieren
genomen, zijn aanleiding geworden tot
een correspondentie van „De Nederland-
sche Dagbladpers" met den minister.
Z. Exc. gaf te kennen, dat aan haar be
zwaren zal worden tegemoet gekomen.
De heeren J. ter Laan (s. d.) en Biere
ma wenschten een eenvormige regeling
van de personeele belasting voor koffie
huizen. Slechts 213 gemeenten hebben
gebruik gemaakt van haar bevoegdheid
om deze belasting te verlagen voor het
cafébedrijf, dat van de crisis zoozeer te
lijden heeft. Maar veel gemeenten heb
ben het ook moeilijk en kunnen het
geld niet missen. Daarom was Z Exc.
ertegen, alle gemeenten tot een lagere
belasting te verplichten.
Met zijn ambtgenooten van Economi
sche en van Sociale Zaken zal de be
windsman overleg plegen over de werk
loosheid in het sigarenmakersbedrijf, ge
volg der mechanisatie, een onderwerp,
door den heer Kupers (s.d.) ter sprake
gebracht.
De heer IJzerman (s.d.) kwam op voor
opheffing van het bankgeheim, ter voor
koming van belastingontduiking. Dit ge
heim wordt nu zelfs zoozeer geëerbie
digd, dat de gegevens, waarover de
administratie van de zegelbelasting
beschikt, niet worden gebruikt voor
controle van de opgaven der belasting
plichtigen. De heer IJzerman wilde de
Kamer in een motie doen uitspreken,
dat de belastingadministratie al haar
gegevens moet kunnen gebruiken om
ontduiking tegen te gaan. Minister Oud
bestreed deze motie, omdat, wat daarin
werd gevraagd, praktisch opheffing van
het bankgeheim beteekende, en omdat
hij van zoodanige opheffing groote ge
varen ducht voor onze financiëele cen
tra van buitenlandsche kapitalen. Hij is
bang, dat het buitenlandsch geld onze
markten zal mijden. Met 41 tegen 28 st.
verwierp de Kamer de motie. Behalve de
sociaal-democraten en communisten
stemden 's ministers partijgenooten, de
vrijzinnig-democraten, voor, evenals de
katholieken Van Poll en Steinmetz.
Er kwam langzamerhand een reces
stemming in de Kamer. Redevoeringen
van de heeren Stumpel en J. ter Laan
over beëedigde klerken, tijdelijke hulp-
kommiezen en dergelijke, toch uiter
mate belangwekkende onderwerpen gin
gen verloren in rumoer.
Met aanteekening dat de communis
ten tegen waren, heeft de Kamer de be
grooting van Financiën aangenomen.
Het crediet van twee millioen voor
extra-winterhulp aan werkloozen zag
minister Slotemaker de Bruine zich na
een debatje met de heeren Hiemstra
(s.d.) en Loerakker (r.k.) toegekend.
Hiermee had de Kamer de agenda af
gewerkt. Voorzitter Ruys heeft aan het
eind der vergadering dê leden toegespro
ken, hun o. m. de vraag voorleggende, of