DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwjaarswenschen.
HITLER EN MET JODENDOM
Hit Aet JUuCement
Qxujtliiksch 0veezicht
!Buite*tland
De Eerste Kamer
bijeen.
hoe de Duitsche kerkstrijd ontstond.
No. 306 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Minister Colijn een leerling
van Trotsky? De Indische loon
belasting aangenomen. De
vaccinatieplicht nog twee jaar
opgeschort.
Zaterdag 29 December 1934
136e Jaargang
Nogmaals het geval-Röhm.
Slijterij „De Groene Flesch"
DE DUITSCHE
TERECHTSTELLINGEN
ONTKEND.
Himmler op vrije voeten-
MEVR. STAVISKY'S BESCHERMER.
Duistere persoonlijkheid.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke rerfel meer O rfroA*e
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
Den Haag, 28 December.
Onze senaat heeft voor een zalig uiteinde
van het Oude Jaar gezorgd, door één dier
vergaderingen van een deftige gezapigheid
te houden, waarvan hij het geheim bezit.
Met 22 tegen 16 stemmen heeft hij de
Indische loonbelasting goedgekeurd, waar
over wij hebben geschreven, toen de Tweede
Kamer ze behandelde.
Bij het debat hierover zag mr. Mendels
(s. d.) kans om minister Colijn Trotskyisti-
sche neigingen toe te schrijven! Het desbe
treffende wetsontwerp verwerkt namelijk het
grootste deel der crisisbelasting op de in
komstenbelasting, hetgeen volgens den roo-
den senator een uitvloeisel moet zijn van de
theorie van de crisis in permanentie, een
leerstelling, bijzonderlijk door Trotsky ont
wikkeld. Wie had gedacht, dat minister
Colijn bij hém ter schole zou gaan!
Mr. Mendels keurde af, dat de belasting
van de Inlanders niet zal worden geheven
volgens hun eigenlijke inkomen, maar vol
gens de teekenen van hun welstand.
Minister Colijn betoogde, dat een andere
wijze van heffing van de Inlanders niet
mogelijk is. Hij noemde de unificatie van de
belastingwetgeving voor Europeanen en In
landers, waartoe men in 1920 in Indië is
overgegaan, een dwaze daad. Het gevolg
ervan zou zijn geweest, dat ook van Inlan
ders volgens hun inkomen belasting had
moeten worden geheven, wat in werkelijk
heid niet mogelijk bleek. Mr. Fock (libde
oüd-gouverneur-generaal, scheen te meenen,
dat men hem van de unificatie de ochuld in de
schoenen schoof. „Dat was vóór mijn tijd!",
helderde hij bij interruptie op, onder alge-
méene vroolijkheid der Kamer.
Van mr. Fock gesproken, hij heeft kritiek
geoefend op de Tweede Kamer, omdat deze
het wetsontwerp niet vlugger had afgehan
deld, waardoor de Eerste Kamer het (wij
kunnen niet zeggen: „in een vloek en een
zucht", want zij is veel te beschaafd om te
vloeken en veel te blijmoedig om te zuchten),
maar dan toch zonder voldoende voorberei
ding heeft moeten afdoen. Voorzitter De
Vos van Steenwijk vermaande mr. Fock, de
Tweede Kamer niet te kritiseeren, aange-
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
zien zulks tegen de parlementaire usance
zou zijn, en zeide, dat men mild moest oor-
deelen, „als de Kamer van Honderd den
boel eens een enkele maal in het honderd
liet loopen"! Terecht antwoordde mr. Fock,
dat 's voorzitters opmerking nog onaardiger
voor de Tweede Kamer was, dan de zijne.
Minister Colijn hield zich buiten dit ge
vechtsterrein. Volgens mr. Fock had hij in
de Tweede Kamer openlijk op spoed moeten
aandringen. „Het zou mij niet goed worden
afgenomen, als ik mijn meening over zulke
dingen zeide", zoo sprak ongeveer de be
windsman. Mr. Fock, die voorzitter der
1 weede Kamer is geweest, gaf te kennen,
dat de regeering, als zij prijs stelde op be
handeling van een bepaald wetsontwerp,
hem een briefje placht te zenden. Waarom
zou zij niet even goed openlijk op behande
ling kunnen aandringen? vroeg hij. Inder
daad, waarom niet?
Tegen het wetsontwerp stemden de so
ciaal- en vrijzinnig-democraten en de katho
lieken Serrarens, de Bruyn, Andriessen en
Visser.
Prof. Kranenburg (v.d.) bestreed het, om
dat de Volksraad er, behalve den voorzitter,
in zijn geheel tegen was geweest en omdat
z.i. minister Colijn de onmogelijkheid van
een anderen maatregel, dan de voorgestelde,
niet had bewezen. En de heer de Bruyn
voerde als bezwaar aan, dat in de belasting
geen aftrek voor noodzakelijk levensonder
houd is opgenomen. Volgens minister Colijn
zal dit in werkelijkheid zoo'n vaart niet loo
pen en zal men voldoende soepelheid be
trachten. Maar dit kon den heer de Bruyn
niet gerust stellen, want volgens de letter
der wet zal het mogelijk zijn, dat menschen,
die tien cents per dag verdienen, daarvan
nog belasting moeten betalen ook.
De verlenging, met twee jaar, van de op
schorting van den vacinatieplicht in verband
met het encephalitisgevaar heeft de Kamer
met 18 tegen 11 stemmen aangenomen. Dr.
Wibaut (s.d.) betoogde, dat de vaccinatie
plicht moest worden hersteld, jhr. van Asch
van Wijck (a.r.) daarentegen, dat hij (de
vaccinatieplicht, wel te verstaan!) definitief
moest worden afgeschaft. Minister Slotema-
ker de Bruine bewandelde een middenweg
met zijn uitstel van twee jaar. De aanwezige
liberalen, mr. Fock en de heer Gelderman,
en prof. Kranenburg stemden met de soc.-
dem. tegen. Zij vonden het gevaar van een
pokkenepidemie zónder vaccinatie grooter
dan dat van encephalitis mèt.
De technische wijziging van de Ziektewet
bracht een debatje tusschen den heer Danz
(s.d.) en minister Slotemaker en werd toen
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Vele andere wetsontwerpen gingen onder
den hamer door.
De voorzitter sprak een Oudejaarsrede
uit, in den trant van den Psalmist.
En daarmee scheidden wij.
(Van onzen Berlijnscben correspondent).
II.
Berlijn, 27 December
In mijn correspondentie van
gisteren, 21 December, waarin ik
getracht heb eenige der voor
naamste naar mijn meening
positieve prestaties van het na-
tionaal-socialisme in Duitsch-
land op te sommen, eindigde .k
met het aanstippen van een
aantal punten, die nog nadere
uitwerking verlangden en waar
bij gelegenheid zou gegeven
worden, op minder gunstige
Verschijnselen en verhoudingen
in te gaan.
Bijzonder trekt in dit. verband de aan
dacht de zeer ernstige wrijving, welke
tusschen den nationaal-socialistiscne
staat en de Kerken is ontstaan. Neemt
men daarbij ook de Joodsche gemeente
en 't atheïsme in welken vorm en weiKe
organisatie dan ook, en beschouwt men
deze verhoudingen in de eerste Plaats,
dan valt daarover eigenlijk niet a
veel op te merken. De staat van Adoii
Hitier is anti-semiti6Ch en anti-
istisch. Waar hij zich christelijk noemt
J" het laatste vanzelfsprekend. We z en
hier de omgekeerde ontwikkeling
me in de Unie der socialistische Sovjet
republieken. In Rusland bevordering
van de vrijdenkerij, de godloochening,
het anti-kerkelijke en bestrijding van
het Christendom (maar merkwaardig
genoeg een tamelijk heftig anti-semitis-
me, dat vooral bij de plattelandsbevol
king levendig gebleven is), in Duitsch-
land een energieke propaganda tegen
alles, wat on-christelijk en atheistisch
is, en daarnaast een even hevige afweer
tegen de Vrijmetselarij en soortgelijke
organisaties. En ofschoon de Duitsche
regeering nu langzamerhand terugge
keerd heet te zijn tot het wijze beginsel
van Frederik de Groote, dat „jeder nach
seiner Fa?on selig werden soll", is het
nu eenmaal onvermijdelijk, dat een zoo
geprononceerd-antisemitische staat als
het Derde Rijk de joodsche gemeente
binnen zijn grenzen hoogstens duldt, ge
lijk ook toegestaan is, dat de joden in
Duitschland binnen strenge ghetto-om-
lijsting hun eigen theater-, opera-, con
cert- en ander cultuurleven blijven voe
ren. Een concessie, die bij nadere be
schouwing toch eigenlijk op een ver
nedering en geringschatting neerkomt.
En nu we toch bij het pijnlijke jood
sche vraagstuk zijn: naar ons inzicht is
do nationaal-socialistische partij in
Duitschland na de schrijnende gebeur
tenissen in 1933 er niet in geslaagd in
1934 een- aanneembare verhouding tot
de 90 joodsche medeburgers te vin
den die na de eerste uittochten ten
slotte in het Duitsche Rijk gebleven zijn.
Het is juist, dat het overgroote deel der
bevolking, vooral in de grootere en
grootste steden, tegenover de joden niet
meer zoo agressief is als in de eerste
maanden na de omwenteling. Het is ook
juist, dat ten slotte in vele gevallen de
anti-joodsehe maatregelen, die men op
grond van het „onveranderlijk program
ma" van Hitier verwachten kon, tot op
heden uitgebleven zijn. En ook de Duit
sche joden zelf zullen moeten toegeven,
dat zij op het terrein van den handel
nog hun brood hebben, ja, dat zelfs be
kende joodsche warenhuizen niet alleen
nog ongerept zijn, maar de laatste we
ken zaken gedaan hebben, diealdus
vertelde mij een der meest beroemde
leiders van zulk een Berlijnsche onder
neming 50 hooger zijn dan in vo
rige jaren en een zeer aanzienlijke be
drijfswinst beteekenen. Maar evenzeer
staat vast, dat de joden uit het artistie
ke en het cultureel© leven vrijwel ge
heel, uit hun invloedrijke posities in
regeeringsorganen op weinige uitzonde
ringen na volkomen verdwenen zijn;
dat geen jood in Duitschland meer aan
persorganen meewerkt en dat de jood
sche arts en de joodsche advocaat (jood
sche rechters zijn allen afgezet) zich
vrijwel tot joodsche en buitenlandsche
klandizie beperken moet. En juist de
laatste weken zijn in de zuivere partij
pers der nationaa 1-socialisten weer ar
tikeltjes verschenen, waarin met dras
tische duidelijkheid van leer wordt ge
trokken tegen wat men hier in deze
kringen ziet als een „terugkeer van de
vroegere joodsche onbeschaamdheid als
gevolg van een te groote lankmoedig
heid van de „Hitlerbeweging". Er mogen
dan Duitsche joden zijn, die gelijk men
pleegt te zeggen „een dik vel hebben" en
die inderdaad, zeer tegen den zin hun
ner rustige en waardige rasgenooten,
weer langzamerhand tot de vroegere,
nogal drukke en opzichtige levenswijze
teruggekeerd zijn; dat neemt niet weg,
dat de heftige antipahtie van de Hitler-
Duitschers en hun aanhang tegen alles
TELEFOON 4227
TOU&SAINTSTRAAT 24
DRANKWINKEL BIJ UITNEMENDHEID.
500 soorten Gedistilleerd en Wijn.
Is iederen Zondag ook open
van 10 uur v.m. tot 2 uur n.m.
Verstrekt bij iederen aankoop van een flesch
Wijn oi Gedistilleerd een schitterend
spel bridgekaarten.
wat joodsch is, feitelijk nog onveranderd
genoemd moet worden, en dat voor de
serieuse elementen in het jodendom een
leven in het Derde Rijk nog altijd een
zware beproeving en een ernstige be
dreiging voor innerlijke rust en gezond
heid moet genoemd worden.
Het is ons niet mogelijk, een en ander
als een positief resultaat van het natio
naal-socialisme te boeken.
Van een directen strijd tusschen Staat
en jodendom kan intusschen niet ge
sproken worden. Voor een strijd zijn
tegenstanders noodig. De joden in
Duitschland zijn voor den Staat geen
tegenstanders, wenschen het in groote
meerderheid ook niet te zijn, en hebben
daarom hun eigen meening over den
sterken joodschen tegenstand, tegen
welken het Derde Rijk zich buiten zijn
grenzen te weren heeft.
Een veel ernstiger binnenlandsch ka
rakter heeft daarentegen het conflict
met de beide groote kerken, de Protes-
tantsche en de Roomsch Katholieke,
waarbij opvalt, dat die tegen de Kerk
van Luther een bewegingsoorlog, die
tegen Rome een stillere, maar zeker
even hevige loopgravenoorlog is. In elk
geval heeft de korte geschiedenis van
het Derde Rijk reeds het bewijs gele
verd, dat een groote politieke beweging,
die er prat op gaat, der menschheid in
het algemeen en het Duitsche volk in
het bijzonder een „nieuwe wereldbe
schouwing" te brengen, in één zeer
groot opzicht volkomen schipbreuk ge
leden heeft: in haar meening, dat de
„totaliteit" niet alleen op politiek, maar
ook op godsdienstig en algemeen-cultu
reel gebied door te voeren is.
De Hitlerbeweging heeft in den vroe-
geren Russischen onderdaan, den jon
gen Balt Alfred Rosenberg haar cultu-
reelen aanvoerder gekozen en heeft
daarin, geheel afgezien van Rosenbergs
beteekenis als denker en organisator,
een kapitale fout begaan. Want deze
schrijver van het fel tegen Rome en
tegen het Christendom in het algemeen
gerichte boekwerk „Mythus des XXten
Jahrhundert" is voor de Katholieke
kerk, wat de roode lap door alle tijden
heen voor den stier geweest is. Zoolang
Hitier aan Rosenberg vasthoudt, is een
vrede tusschen zijn Rijk en Rome een
voudig een onmogelijkheid. Maar ook
een man als de leider der jeugdbewe
ging B'aldur von Schirach is voor deze
verhouding een ondragelijke belasting
Het concordaat tusschen Berlijn en het
Vaticaan staat weliswaar op het papier,
maar in de practijk doet het Derde Rijk
vrijwel niets, om zijn bepalingen na te
komen. En de aandachtige lezer van
zuiver-katholieke bladen het „Katholi-
sche-Kirchenblatt' in de eerste plaats,
kan dagelijks constateeren, welk een
vinnige strijd dcor bisschoppen, kardi
naals, pastoors en leiders van katholie
ke organisaties tegen de Berlijnsche re
geering en haar organen gestreden
wordt, een strijd die, gelijk de geschie
denis steeds geleerd heeft, met de uit
eindelijke nederlaag van den Staat ein
digen moet, als deze niet tijdig zijn dwa
ling inziet en eieren voor zijn geld kiest.
Een geheel ander karakter draagt het
conflict met de Kerk van Luther. Hier
vliegen de vonken zichtbaar, hier hoort
men letterlijk het op elkaar dreunen van
de krijgszwaarden, en hier is het per
soonlijk martelaarschap al in tal van
groote figuren prof. Karl Barth in
Bonn is het jongste bewijs voor aller
oogen zichtbaar. Hier ook is de eerste
nederlaag van het nationaal-socialisme
duidelijk geworden door de verklaring
zijner leiders, dat de Staat verder „bij
het kijven der dominees niet meer ge
ïnteresseerd is".
Maar het is onjuist, dat het hier
slechts om „kijvende dominees" gaat.
Het gaat om meer, om het allerhoogste.
Het gaat om de vraag, of het Hoofd van
Staat een soort Protestantsche Paus zal
zijn, wien ook elke Luthersche voorgan
ger persoonlijk den eed van onbeperkte
trouw zweert, dan wel of boven deze
autoriteit Gods almacht staat; en het
gaat om de vraag, of de Staat de Kerk
dwingen kan, een rijksbisschop en een
rijkskerk op hoog bevel te aanvaarden.
De nationale totaliteit van den Staat
komt niet alleen in botsing met de inter
nationale katholiciteit van de kerk van
Rome, maar evenzeer met de begrippen
van hoogste gehoorzaamheid van de
Kerk van Luther, die met de verafgo
ding van een politieken Leider onver-
eenigbaar is. Zoo staat een in aantal en
in heilig vuur sterke, maar staatkundig
gezien onmachtige Belijdenis-synode
tegenover een op Hitier als hoogste in
stantie zwerende nieuwe formatie van
„Duitsche Christenen', een wrijving, die
zich niet tegen den Staat richt, maar die
zich binnen partijgrenzen uitwerkt en
daarom des te gevaarlijker is.
En ook hier, wij herhalen het, is het
ons niet mogelijk, een en ander als een
positief resultaat van het nationaal-
socialisme te boeken.
Gisteren heeft rijksminister Göring
aan een bijzonderen verslaggever van
Reuter-bureau een onderhoud toegestaan
en daarin weer eens gewezen op de vol
gens hem „infame leugens", die in bui
tenlandsche bladen over oneenigheid
onder de nationalistische mannen in
het rijkskabinet worden afgedrukt. De
minister documenteert daarmee tevens,
dat dergelijke geruchten algemeen de
ronde doen. Hij weet vermoedelijk even
goed als wij, dat de buitenlandsche bla
den een en ander niet uit den beroemden
journalistieken duim zuigen, maar
slechts noteeren, wat reeds lang „pu
bliek geheim" geworden was.
Men moet dezen openhartigen minis
ter op zijn woord gelooven, als hij ver
zekert, dat van wrijving onder de hoog
ste instanties geen sprake is. en mag er
bovendien de veronderstelling aan toe
voegen, dat hij het als zijn plicht als lid
der regeering beschouwt, wrijvingen,
mochten ze werkelijk bestaan, uit na
tionaal belang in het openbaar altijd
weer tegen te spreken. Nu er is nog een
ander getuige op dit bijzonder gebied,
en wel de Leider en Rijkskanselier zelf,
die in het voorjaar van 1934 aan een
correspondent van het Amerikaansche
bureau Associated Press de verzekering
gaf, dat zijn kabinet uit persoonlijk
heden bestaat, dat zulke mannen van
vurig karakter altijd weer met elkaar
in botsing zullen komen, maar dat in de
regeering om 's lands belang altijd weer
vrede en eendracht heerscht, als men
ten slotte uiteen gaat. Weinige weken
later werd rijksminister Ernst Röhm als
leider van een revolte tegen regeering en
staatsvorm aan het hoofd van zeker
meer dan de officieel toegegeven 77
slachtoffers gefussilleerd
Wie goed ingelicht is en zelfs in
het dictatoriale Derde Rijk bestaat daar
toe gelegenheid meent op betrouw
bare gronden te mogen aannemen, dat
het er in hoogere kringen dezer interes
sante beweging toch ietwat anders uit
ziet, dan officieele interviews der we
reld telkens weer verzekeren. In later
tijden zullen stellig belangrijke ont
hullingen verschijnen over den invloed
van de thans op 300,000 man gebrachte
weermacht, over haar stillen strijd tegen
d,e ge-uniformde partijformaties, over
het ondermijnende werk van zekere
homosexueele kringen, die zich door het
lot van Röhm en con-orten blijkbaar
Waf vandaag de
aandacht trekt,,.
Berlijnsche brief II. (Dag. Over
zicht).
In de Chineesche provincie Kiang-
tsoe een zware pest uitgebroken;
talrijke slachtoffers. (Buitenland).
Adatsji, rechter bij het Permanen
te hof te Den Haag is overleden.
(Binnenland).
Brand en ontploffing in een schoe
nenfabriek te Waalwijk. (Binnen
land).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
De K 18 te Dakar aangekomen,
(Binnenland).
Doodelijk ongeluk in de Haarlem
mermeer. (Binnenland).
Met de Marnix naar de kust van
zon en palmen. (Artikelen).
De Uiver-post. (Luchtvaart).
(Zie verder eventueel Iaatatn
berichten.)
Evenals vorige jaren is ook dit jaar
weer gelegenheid voor het plaatsen van
NIEUWJAARSWENSCHEN in ons
nummer van MAANDAG 31 DECEM
BER. De prijs bedraagt 50 cent voor een
enkele advertentie van 5 regels con
tant.
U zoudt onze administratie ten zeer
ste verplichten door nu reeds Uw
Nieuwjaarswensch aan ons bureau
VOORDAM 9 op te geven.
Ook kunt U ons Uwe advertentie
doen toekomen door tusschenkomst
van onze agenten en van H. H. Boek
handelaren.
niet hebben laten opschriken en een dag
of tien geleden weer beleven moesten,
dat de regeering eenige honderen uit
hun gelederen, een der hoogste S.A.-lei-
ders aan het hoofd, in de gevangenissen
liet opsluiten.
Dat ie zoo het een en ander, wat aan
het einde van 1934 op te merken ware.
En het is slechts een oppervlakkig, zeer
oppervlakkig overzicht, waarbij een
der hoofdzaken, de zuiver-financieel-
economische situatie, nog niet eens on
der het oog gezien is
Het Duitsche nationaa'-socialisme
presteert; maar het begaat daarnaast
kapitale fouten. Een batig saldo zien we
over het afgeloopen jaar nog niet.
In de buitenlandsche bladen zijn berichten
verbreid over massa-arrestaties en- terecht
stellingen. Vier duizend personen zijn ge
arresteerd en 230 ter dood gebracht. Van
officieele zijde wordt beweerd, dat niemand
ter dood is gebracht. Wegens vergrijpen
tegen de zeden zijn rond driehonderd perso
nen gearresteerd. Van hen zijn er weer
tweehonderd spoedig in vrijheid gesteld.
Aangaande de anderen is nog een onder
zoek gaande.
De opperpresident van Silezië, die uit
zijn functie is ontzet, bevindt zich wegens
een zenuwinstortig in een ziekenhuis te
Berlijn. Ook is het bericht omtrent de arres
tatie van den chef der S.S., Himmler, uit de
lucht gegrepen.
Juist een jaar na de overhaaste vlucht van
Stavisky uit Parijs, is het onderzoek naar de
mogelijke medeplichtigheid van mevrouw
Stavisky in een nieuw stadium gekomen. Zoo
als men weet zit zij nog steeds in voor-
loopige hechtenis; zij ontkent echter hard
nekkig ooit bij de frauduleuze operaties van
haar man 'betrokken te zijn geweest, ze was
nooit door hem van zijn zaken op de hoogte
gesteld.
Kort nadat mevr. Stavisky in hechtenis
was gekomen, betrokken haar twee nog zeer
jonge kinderen, onder de hoede eener zeer
toegewijde gouvernante, een appartement
in de Rue Lacretelle. De huur daarvan
werd betaald op naam van Arlette Simon
(de meisjesnaam van mevr. Stavisky) door
een zekeren Poulner. Deze was zoo royaal
geweest twee jaar huur vooruit te betalen,
een bedrag van 18.000 francs.