HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI.
De sombere lijst.
Besluit.
EGMOND AAN ZEE.
hT.r,t;Tit.«ran.™rdd«da<S
nog bezig is met het uitzetten van den weg,
doch dat men de zaak vóór het seizoen voor
elkander hoopt te brengen.
HENSBROEK.
DE FREGATVOGEL.
Politieke gebeurtenissen.
Natuurlijk waren er genoeg politieke
gebeurtenissen, die de aandacht trokken,
maar toch gebeurde er in dit opzicht
niet zoo heel veel. Wij zullen in 't kort
de allervoornaamste gebeurtenissen la
ten volgen in telegram-stijl:
Februari: een entente opgericht tus-
schen Oostenrijk, Hongarije en Ita
lië inzake de buitenlandsche poli
tiek;
Maart: het Romeinsche verdrag tus-
schen Mussolini, Dollfuss en Gom-
bös onderteekend;
April: het Volkenbondssecretariaat
publiceert de tekst van de ontwape-
ingsverklaringen van Denemarken,
Noorwegen, Spanje, Zweden en
Zwitserland;
Mei: twaalf landen sluiten zich aan bij
het voorstel, geen wapens te leveren
aan Bolivia en Paraquay;
Juni: Staatsgreep in Lithauen mis
lukt; alle politieke partijen in Bul
garije ontbonden;
September; het Baltische pact tus-
schen Estland, Letland en Lithauen
wordt onderteekend;
October: Japan eischt opzegging van
het vlootverdrag met Washington;
Engelsch-Japansche besprekingen
over de vlootsterkte
November: Zuid-Slavië overhandigt
aan den Volkenbond een nota, waar
in de Hongaarsche autoriteiten ver
antwoordelijk worden gesteld voor
den moord te Marseille op koning
Alexander.
Japan zegt het vlootverdrag op.
December: Engelsche, Italiaansche,
Zweedsche en Nederlandsche troe
pen zullen de orde in het Saarge-
bied handhaven voor, tijdens en na
de volksstemming.
o
Wij weten, dat dit lijstje verre van
volledig is, maar wij hebben getracht, de
grootste gebeurtenissen even naar voren
te brengen. Daarbij hebben wij de poli
tieke gebeurtenissen in elk land afzon
derlijk onvermeld gelaten, al zou daar
nog al wat over geschreven kunnen
zijn! Wij herinneren bijvoorbeeld aan de
Spaansche toestanden (herhaaldelijk po
litieke onlusten), aan de groote actie in
Oostenrijk zoowel voor als na den moord
op Dollfuss, aan conflicten in Mexico
(die natuurlijk weer dooden eischte),
aan de gebeurtenissen in China, aan de
onlusten in den Ierschen Vrijstaat, aan
het Gran-Chaco-conflict, aan het besluit
van de Mexicaansche regeering, om de
kerken te sluiten en de priesters te ver
bannen, enz. enz. Het zou ons te ver voe
ren, om alles nog eens weer op te dis-
schen.
Tegelijkertijd stappen wij af van alle
andere politieke gebeurtenissen, na ech-
tcnog even herinnerd te hebben aan
het huwelijk tusschen prins George van
Engeland en prinses Marina van Grie
kenland.
En dan komen wij tenslotte tot een
sombere lijst: die der rampen en onge
lukken.
't Begon al in Januari, toen een aard
beving in Britsch-Indië honderden le
vens eischte en toen een scheepsramp
op de Jangtse Kiang 175 slachtoffers
maakte.
Daarna was een koudegolf in Amerika
zoo erg, dat vele personen dood vroren,
terwijl een wervelstorm op Madagascar
aan 100 menschen het leven kostte.
De expresse-trein WeenenParijs ont
spoorde in April bij Linz en er waren
17 dooden te betreuren, terwijl een
maand later bij een ontploffing in een
groote gashouder te Hongkong 20, bij
een mijnramp in België 41 en bij een
tweede mijnramp aldaar 53 dooden wer
den geteld. Een trein verongelukte bij
Barcelona, waarbij 20 slachtoffers te be
treuren waren.
Ruim 150 menschen bezweken in Ame
rika door een hittegolf (Juni), een trein
ongeluk in Zuid-Frankrijk nam 10 men
schen voor zijn rekening; het vergaan
van het Amerikaansche stoomschip
Morro Castle beteekende 130 dooden en
een geweldige typhoon in Japan eischte
niet minder dan 3000 dooden (Septem
ber). In dezelfde maand kwamen bij een
mijnramp in Wales 260 mijnwerkers
om.
October bracht een cholera-epidemie
in Britsch-Indië met 2000 dooden, een
typhoon op de Philippijnen eischte 250
dooden, een hotelbrand in Lansing (Am.)
50 en eenige andere rampen met elkaar
nog eenige honderden.
Het is een droevige lijst, die wij ook
nu weer moesten maken en daarbij we
ten wij zeker, dat deze lijst minstens
drie keer zoo lang moest zijn, wilden wij
eenigszins volledig zijn.
Want bedenkt, dat hier geen verkeers
ongelukken genoemd zijn, geen vliegon
gelukken, geen politieke botsingen met
haar vele dooden.
Maar de lijst is reeds lang genoeg.
Wij zijn begonnen met een sombere
inleiding. 'tWas, dunkt ons, geoorloofd.
Laten wij dan eindigen met een
wensch, een meer dan oprechten
wensch: dat het nieuwe jaar beter, veel
beter zal zijn dan het oude.
Laten wij hopen, dat de toestanden
weer normaler worden, laat er althans
een sprankje hoop op verbetering ko
men.
Als 1935 dat eens bracht!.
W.
QetneetUecaden
De raad vergaderde Vrijdagmiddag ten
2 ure voltallig, onder voorzitterschap van
burgemeester Eyma.
Van Ged. Staten waren eenige goedkeurin
gen ingekomen op verschillende raadsbeslui
ten.
De heer Bosschaart en Petri werden her
kozen tot leden van de commissie tot wering
van schoolverzuim; mr. Spit tot lid van
Maatschappelijk Hulpbetoon; de heeren
Konijn, Eyma, K. de Graaf en Heere tot
leden van de schattings-commissie; mr. Spit
en K. de Graaf tot leden van het stem
bureau.
Aan de orde was hierop een voorstel van
B. en W. om de wegen van Maatschappij
Zeebad over te nemen op een breedte van
12 M.
De voorzitter deelde mede, dat het
in de bedoeling ligt, de boulevard door te
trekken en de bocht, waar het Kurhaus ge
staan heeft, eruit te nemen. De eisch zal wor
den gesteld, dat de berg zand op den weg
naar „Zwartendijk" 7 M. uit den kant van
den weg teruggezet zal worden. De ge
meente zal den weg in een goeden staat moe
ten brengen en de Maatschappij zal daar
voor aan de gemeente 3000 moeten betalen
De bedoeling is, de wegen breeder te ma
ken en langs de straat een beharding aan te
brengen.
De heer W. deGraaf oordeelde het be
drag van 3000 vrij hoog en merkte op, dat
de gemeente ook belangen heeft.
Devoorzitter deelde deze zienswijze
niet; z.i. moest men ook in het oog houden,
dat de bouwterreinen meer waard worden.
Met algemeene stemmen werd het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Wegens het terugloopen van het leerlin
gental werd aan mej. de Smidt als onder
wijzeres eervol ontslag verleend.
Conform de wenschen van Ged. Staten
werden eenige wijzigingen in de begrooting
1934 aangebracht.
De heer W. d e G r a a f vroeg, waarom
de oude gasmeters, die voorheen 15 cent
huur hadden gedaan, nu op 25 cent zijn ge
steld.
Devoorzitter kon die vraag niet be
antwoorden en zegde een onderzoek toe.
De heer Roodhout informeerde naar
de inschrijving voor het kolentransport der
gasfabriek. Op grond van art. 26 der ge
meentewet leek het hem niet juist, dat dit
aan een wethouder was gegund.
De voorzitter zeide, dat B. en W.
een inschrijving hadden gewild, ook voor
niet-inwoners. Even voor het openen van de
inschrijvingsbiljetten kwamen drie raads
leden met het verzoek om het alleen aan Eg-
monders te kunnen.
B. en W. hebben naar aanleiding daarvan
het transport gegund aan M. Genet, die hel
naderhand liever niet aanvaardde.
De heer Sn o e k: Naar aanleiding van
voorwaarden, na de inschrijving gesteld.
De v o o r z i 11 e r: Bij de gunning.
De heer S n o e k; Het stond niet in de
voorwaarden van inschrijving.
De v o o r z i t t e r: Wij zijn vrij om het
te gunnen of niet te gunnen en hij heeft ge
zegd: „Ik wil er graag af zijn".
Toen zeide ik; „Dan maar er af" en wij
hebben daarna gehoor gegeven aan den
wensch van de drie raadsleden en het opge
dragen aan den laagsten inschrijver uit het
dorp, die daarop volgde. Het is geen kwestie
van aanneming, maar van een gewone op
dracht.
De heer Snoek: Maar in ieder geval
toch volgens ingeleverde biljetten.
De heer Roodhout: Het was toch in
strijd met art. 26 der gemeentewet.
Devoorzitter: Het betrof geen aan
neming.
De heer S n o e k: Hij is dus loontrekkend
dienaar en de gemeente is werkgever. Ik
dacht, dat een raadslid of een wethouder
geen voordeelen van de gemeente mocht trek
ken.
De v o o r z i 11 e r: Efij mag niet aan de
gemeente leveren, maar hij mag wèl voor de
gemeente werkzaamheden verrichten.
De heer Snoek: Dus een gemeente
werkman mag ook lid van den raad zijn.
Devoorzitter: Dat is een ambtenaar
en dat mag niet. Maar als wij wat te spitten
hebben, b.v. voor een dubbeltje per uur, dan
mogen alle raadsleden ook spitten.
Wij hebben ons best gedaan, het zuiver te
behandelen, door ook niet-inwoners te laten
inschrijven. Op verzoek van u geven wij het
aan ingezetenen en nu is het weer niet goed
De heer Snoek: Hoe groot is het prns-
verschil tusschen de opgave van wethouder
de Graaf en de daarop volgende?
De voorzitter: De daarop volgende
was Jb. de Graaf, doch dei was 14 cent per
ton hooger en het lag op den weg van den
heer van Eenennaam en mij (wethouder de
Graaf heeft er geen mond over openge
daan) om het aan wethouder de Graaf te
geven, in het oog houdende, dat de heer de
Graaf daarvoor verreweg het best geoutil
leerd is.
De heer Roodhout: Ons verzoek was,
een inschrijving te houden onder de inge
zetenen. Na de inschrijving zijn er voor
waarden bekend gemaakt en dat is een han
dicap geweest voor Genet; die moest toen
wel bedanken.
De voorzitter: Die kon immers
toch niet inschrijven. Het zou gaan tusschen
Jb. de Graaf en K. de Graaf.
De heer Roodhout: Wanneer het en
kel ging onder Egmonders, dan waren er
meer candidaten geweest en dan had H. Gul
ook meegedaan.
Devoorzitter: Hoe moet die dat nu
doen? Die heeft toch geen materiaal.
De heer Roodhout: Dat hebben wij
ons niet af te vragen.
De heer Snoek: Het is wel eigenaardig.
Toen wij bij den burgemeester kwamen, was
hij er niet voor te vinden om de inschrijving
alleen onder de ingezetene,, te houden, maar
nu wethouder de Graaf in aanmerking
komt
De voorzitter: Pardon. Ik heb
direct
De heer S n o e k: U was er tegen en u
bleef er tegen.
De v o o r z 1 t t e r: Ik heb, toen de hee
ren bij mij waren, gezegd, dat, wanneer het
verschil te groot was, ik niet van plan was,
het in het dorp te gunnen. Er waren er, die
zeiden, dat dit toch moest, al zou het 1000
of 1500 meer kosten.
De heer VanderPoI: Dat is waar
De voorzitter: Toen heb ik ge
zegd: „Ik wil wel meedoen, maar het ver
schil moet niet belachelijk worden. Als het
een paar honderd gulden is, dan ga ik mee
En naar aanleiding daarvan is het opgedra
gen aan Genet. Het is zuiver behandeld en
schijn laat mij koud. Ik ben «.ertnigL
dat als wij weer inschrijving houden,
duurder zou worden. Roodhout
Op een vraag van den heer Ro oa n
deelde devoorzitt er mededa
spreking met den heer Jb deOraaf over
bus nog gehouden moet worde
De heef S n o e k informeerde naar het
adres van 24 ingezetenen over de st
DeVo" r'z'Tt t e r antwoordde, dat dit
3<*De heer V f„ d e'? pTi ^i.cnon,
^dcte^Htt.eplaata.n. <Gc
13 De voorzitter verzocht den heer
VanderPo
Van der Pol ernstig te blijven-
De heer S n o e k vroeg, hoe het stond met
de overdracht van den weg aan het g
De heer V a n d e r P o 1 gaf jn over
weging, den toestand in de Noorderstra
die verschrikkelijk is, te verbeteren, door >r
3 M. diep zand uit te graven en er nieuw
zand in te brengen.
De voorzitter zeide, dat het in de
bedoeling ligt, den toestand daar te verbete
ren en sloot hierop de openbare vergadering,
met het uitspreken van den wensch, dat
1935 voor de gemeentenaren florissanter zal
zijn dan 1934 is geweest, terwijl hij de raads
leden in eigen kring een voorspoedig 19Jo
toewenschte.
'JUooiHciaal 'flieums
Kerstfeest.
Op 1 en Kerstdag is des avonds te Hens
broek in de zaal van den heer Mantel kerst
feest gehouden uitgaande van de Zondags
scholen der evangelisatie-vereeniging „H.-
Hugowaard e.o.". De zaal was geheel met
belangstellenden gevuld, toen de leider, de
heer J. Huibers, voorging in gebed. Nadat
eerst een paar liederen gezongen waren,
werd door den heer J. Huibers de kerstver
telling gedaan. Op eenvoudige en bijzonder
duidelijke wijze werd de kerstboodschap ge
bracht. Groot en klein luisterden aandach
tig, toen hij vertelde, dat de komst van den
Heiland reeds eeuwen te voren was bekend
gemaakt. Vol belangstelling volgden zij den
spreker, als hij vertelt van den tocht naar
Bethlehem, van de stal en van de herders in
het veld.
Ten slotte laat hij uitkomen, dat de Heere
Jezus Christus voo ons is arm geworden en
voor ons aan het kruis is genageld, omdat
Hij ons heeft liefgehad en Hij ons gelukkig
wil maken.
Geduiende de vertelling werden door hem
aan de kinderen enkele vragen gedaan, die
door de kleinen op de juiste wijze werden be
antwoord.
Nadat nog enkele liederen gezongen wer
den, werd een klein poosje gepauzeerd. Ge
durende de pauze werden de aanwezigen al
len onthaald op een kop chocolade-melk en
een koekje.
Vervolgens werd door vriend K. Huibers
van Br. o. Langendijk een mooie kerstvertel
ling gedaan. Het buitengewoon veel belang
stelling volgden alle aanwezigen deze mooie
vertelling en groot en klein volgden den
man uit het verhaal, die zijn vrouw en kin
deren voor een paar dagen op een eenzaam
eiland moest achter laten om over het wad,
naar een op 12 K.M. afgelegen eiland te
gaan, om daar voor een zieke vrouw medi-
fijnen te halen. De moeilijkheden aan zoo'n
tocht verbonden, werden door den spreker op
duidelijke wijze geschetst. Door en over geu.
len ging het, maar hij bereikte het eiland
Veur. Daar kocht hij enkele kleinigheden als
kerstgeschenk voor zijn vrouw en zes kinde
ren haalde de medicijnen bij den apotheeker
en 'sliep dien nacht bij kennissen. Den vol-
genden morgen ging hij vroeg op reis naar
huis en alles liep naar wensch. Hij rekende
om drie uur thuis te kunnen zijn. Hij had
reeds een groot gedeelte van zijn weg afge-
leo-d toen hij bemerkte, dat er mist opzetten
kwam. De schrik beving hem, want er waren
door de mist reeds zoovele waddenloopers
omgekomen. Dan was het onmogelijk om de
terp waarop zij woonden te vinden. Men liep
er voorbij en werd door het opkomende water
overvallen. Allerlei gedachten vlogen dezen
man door zijn hoofd. Hij gaat verder en ten
slotte valt hij in een geul. Zijn polsstok
raakt hij eenige oogenblikken kwijt, maar
weet dien toch nog te krijgen. Maar waar
staat hij nu? 't Is alles stil, doodstil. In de
verte hoort hij het kabbelen van het water.
De vloed komt opzetten. Hij loopt verder,
maar het water komt al hooger. Hij is ver-
dwaalt, en ten slotte blijft hij staan. Hij is er
mee aan. Dan ontblood hij zijn hoofd, vouwt
zijn handen en bidt.
Intusschen hebben ze in de wcming van
deze man ook deze gevaarlijke mist zien op
komen. Maar wat moeten zij doen? De
vrouw plaats een lampje voor het raam,
maar wat baat zulks? 't Is alles grauwe,
dikke mist. Dan gaat zij met de drie oudste
kinderen naar buiten en de kinderen roepen:
Vader hierheen". Het blijft echter stil. De
oudste der kinderen zegt: „Wij zullen kerst
liederen zingen, want dat hoort vader wel,
hij houdt er ook zooveel van". Dan klinkt het
over het strand: „Komt allen te samen te
Bethlehem, enz.''
Dit gebeurde op 't zelfde moment dat de
vader de pet af nam, de handen vouwde en
bad. Hij hoorde zingen, maar kwam dat uit
zee? Hij loopt er op af en vind ten slotte de
zijnen. Hij was zijn woning voorbij geloopen,
zee in. Het laatste vers zong hij nog mee
Nu was het echt kerstfeest in dit gezin.
Zooals gezegd, werd deze vertelling met
groote belangstelling gevolgd. Door den
heer A. van Harn werd nog een speciaal
woord gericht tot alle aanwezigen naar aan
leiding van 2 Tim. 1 9 en 10.
Hij liet uitkomen, dat Jezus Christus is
geboren in de stal van Bethlehem, maar dat
Hij ook in ons aller hart wil wonen en dat
Hij daarin eerst geboren moet worden, vóór
Hij onzen Zaligmaker kan zijn. Wij moeten
daartoe ons hart voor Hem openstellen om
Hem daarin te ontvangen.
Aan de kinderen van de Zondagsscholen
werden prachtige cadeaux rondgedeeld,
waarbij de heer van Harn een passelijk
woord sprak. Voorts werden een aantal
wandteksten en schilderijen uitgedeeld onder
de aanwezigen. Nadat de voorzitter gedankt
had en nog een lied was gezongen, behoorde
dit kerstfeest, waarbij een prachtige kerst
boom prijkte, weer tot het verleden. Het ge
laat der kinderen straalden van blijdschap.
Dankbaar keerden allen huiswaarts.
41. Hij gaf Piet en Drein ook een paar soldaten mee
om hen een eindje te beschermen. Zoo kwamen ze in
het hartje van Azië terecht bij den Mount Everrest,
den hoogsten berg van de wereld. „Daar is nog nooit
iemand boven op geklommen", zei Piet, „dus daar
moeten wij ook maar niet aan beginnen."
4^ De eerste moeilijkheid die ze ondervonden was
met een inwoner van dit land, een Tibetaan, die niets
anders te doen had dan op te passen, dat er geen
ongewenschte vreemdelingen binnen kwamen. Maar
I'f 6n Drein ^ll6bei €en vlaggetje hadden laten
zien, dat ze vroeger van huis hadden meegenomen, zei
de Tibetaan: „Ga maar mee".
Seaitleton
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
26)
Het was een klein vertrek, nauwelijks ze
ven of acht voet in het vierkant en geen inch
hooger dan Geraldi's hoofd. De wanden
waren behangen met oude horloges, kralen
en andere sieraden; in den hoek, het verst
van de deur, stond een kleine lessenaar en
hiervoor zat de eigenaar van de zaak op een
hooge kruk, voorover gebogen en de beenen
om de krukpooten gedraaid, zooals een
kind dat doet bij zijn lessen.
Op dat oogenblik was de kleine man bezig
een diamant uit een ring te nemen; hij nam
dien in de hand en rolde hem voorzichtig
op de handpalm heen en weer om te genie
ten van de flikkering der facetten en het
licht er binnen. Midden in deze aangename
bezigheid hield hij plotseling op en zijn
klauwachtige vingers sloten zich om het
kleinood; langzaam, met kleine schokjes,
.wendde hij het hoofd om, totdat hij tenslot
te met doffe, wijd open, verschrikte oogen,
als die van een kind, opkeek naar het gelaat
van Geraldi. Deze glimlachte vriendelijk
»- die breede glimlach, welke soms zoo vol
vreugde was en soms den glans van een
zwaard had.
De pandhuishouder scheen op dat oogen
blik de scherpte van het zwaard te voelen
en hij kromp plotseling ineen op zijn stoel
en begon hevig te beven.
„Hoe hoe begon hij.
„Ik ben maar even binnen geloopen",
zeide Geraldi. „Ik hoop, dat je er niets op te
gen hebt".
„Maar", zeide de kleine man, „is de bei
van de voordeur niet over gegaan toen je
binnen kwam? En had ik deze deur open
gelaten?"
„De straatdeur heb ik met rust gelaten",
zeide Geraldi, „en deze deur is met zulk een
oud vriend als dit slot nooit voor mij geslo
ten".
De oude man keek hem met open mond
aan. „Ah", zeide hij tenslotte en klemde
zijn bloedlooze handen tezamen. Hij begon
Geraldi aan te kijken met nog grooter
angst dan tevoren, terwijl hij gedurig het
hoofd schudde, alsof meer en meer de waar
heid tot hem doordrong.
„Begrijp je het nu?"
„Ik begrijp het", antwoordde de pand
huishouder.
t «Het zou niet goed voor mij zijn om ge
zien te worden, zelfs niet in achterafstraat-
jes, daarom ben ik langs een veiliger weg
gekomen".
De man likte zijn lippen af. „Jij bent
Geraldi", zeide.
„Je kent mij dus?"
„Ik ken iedereen", zeide de kleine man,
„heb je iets voor mij?"
„Alleen maar een beetje geld".
„En wat wil je daarmee?'"
„Slechts iets koopen".
„Goed", zeide de man zonder ent
housiasme. „Wat wil je koopen?"
„Wat ik wil koopen", zeide Geraldi,
„wat ik wil koopen, is het gezicht van een
jongen man met lang blond haar en 'n kor
te knevel. Ook wil ik andere kleeren heb
ben; de kleeding van een cowboy, laat ons
zeggen van den jongen zoon van een rijken
rancher".
„Wie heeft je hierheen gezonden?"
vroeg de pandhuishouder oip scherpen
toon.
„Ik heb den weg gevonden, zooals je
ziet'zeide Geraldi.
„Dan kun je je weg terug ook wel vin
den snauwde het mannetje op de kruk.
„Van mij zul je niets koopen".
„Moet ik mezelf dan helpen?"
„Als je gek bent wel. Het is gemakkelijk
om binnen te komen, hè, maar je zult het
moeilijker vinden om er uit te komen, Ja
mes Geraldi. Iedere deur wordt met revol
vers bewaakt!" Hij sprak niet zoozeer
triomfantelijk, maar er lag kalme overtui
ging in zijn stem en hij glimlachte met kin
derlijk vertrouwen den ander toe.
„Heb je gescheld?" vroeg Geraldi.
„Een licht", antwoordde de ander
„Scherpe ooren zouden een bel kunnen hoo-
ren ooren, die niet moeten hooren, maar
een licht is veilig".
„Maar het komt mij voor, dat je veel ge
doe maakt om een kleinigheid", zeide Ge
raldi.
„Het is geen kleinigheid", antwoordde de
oude man.
„Waarom niet?"
„Stel eens voor, dat ik je help om weg te
komen, wat zou Chalmers dan wel zeg
gen?"
De jongere man glimlachte. „Natuurlijk
moeten wij om Chalmers denken", gaf hij
„Ze willen je scalp misschcien zullen
ze dien hebben", ging de pandhuisdouder
voort, „maar er is één moeilijkheid, zie je"
„Zoo?"
„Het feit, ciat je met mij in dezen winkel
bent'.
„Daar dacht ik zooeven ook aan" ant
woordde Geraldi, terwijl hij een sigaret
opstak. Dadelijk daarop voegde hij er bij:
„Doe dat niet probeer het niet, vriend,
maak zelfs die beweging niet meer, of ik zal
genoodzaakt zijn een kogel door dat wijze
hoofd van je te jagen en dan te probeeren
hier weg te komen".
Alles wat de ander gedaan had, was
slechts een weinig voorover te buigen. De
grootste verandering was echter niet in zijn
houding geweest, maar in zijn gelaatsuit
drukking maar zelfs die verandering was
niet groot. Nu echter leunde hij weer ach
terover en schudde 't hoofd bewonderend
„Wat een oogen heb jij!» zeide hij. „Wat
een perfecte uitrusting voor je werk! Een
voet, zachter dan de vleugels van een uil,
een hand, sneller dan de kop van een slang
en soepeler dan de poot van een kat; en
kracht ook, niet de brute kracht van een
Hercules, maar buigzamer en vlugger' ze
nuwen, die als koperdraden de electriciteit
bliksemsnel
„Dank je zeide Geraldi. ,Dat is een
mooi compliment van iemand, die het be-
oordeelen kan. Maar er is slechts één
manier om tot zaken te komen".
„Hoe dan?"
„In de eerste plaats geef je mij, wat ik
nood.ig j?.eb óe perfecte vermomming, zoo
als je die daar in die laden hebt. Daarna
de kleeren, die ik gevraagd heb en dan
breng je een snel paard naar den achteruit
gang. Je zult dan met mij naar buiten gaan,
na eerst je helpers te hebben doen weten,
dat ik veilig naar buiten kan gaan, maar je
ga,i miJ' mee voor de zekerheid En je
zult bij mij blijven, totdat ik veilig uit de
stad ben
De pandhuishouder spitste de lippen,
maar zonder te fluiten. „Anders niet?"
vroeg hij spottend.
«Niets minder", zeide Geraldi.
]e er op rekenen hier bij mij te
bent" Van Slachten veranderd
der^offhalend'.'' de {reg-atv°gel schou'
„Maar er is hier niets te eten".
„Heelemaal niets?"
„Geen kruimel".
kun?ennvinden»gel°0f Wd' dat ik fete Z°U
„Ja?"
denk je van een kip?"
is gezond*"grappen' j°ngmensch, lachen
len w'ifzegge!!»een k'P' maar ee" haa"' ZUl"
de'oïdeman20" "°g kter zijn"' grinnikte
(Wordt vervolgd).