HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI. De sombere lijst. Besluit. EGMOND AAN ZEE. hT.r,t;Tit.«ran.™rdd«da<S nog bezig is met het uitzetten van den weg, doch dat men de zaak vóór het seizoen voor elkander hoopt te brengen. HENSBROEK. DE FREGATVOGEL. Politieke gebeurtenissen. Natuurlijk waren er genoeg politieke gebeurtenissen, die de aandacht trokken, maar toch gebeurde er in dit opzicht niet zoo heel veel. Wij zullen in 't kort de allervoornaamste gebeurtenissen la ten volgen in telegram-stijl: Februari: een entente opgericht tus- schen Oostenrijk, Hongarije en Ita lië inzake de buitenlandsche poli tiek; Maart: het Romeinsche verdrag tus- schen Mussolini, Dollfuss en Gom- bös onderteekend; April: het Volkenbondssecretariaat publiceert de tekst van de ontwape- ingsverklaringen van Denemarken, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland; Mei: twaalf landen sluiten zich aan bij het voorstel, geen wapens te leveren aan Bolivia en Paraquay; Juni: Staatsgreep in Lithauen mis lukt; alle politieke partijen in Bul garije ontbonden; September; het Baltische pact tus- schen Estland, Letland en Lithauen wordt onderteekend; October: Japan eischt opzegging van het vlootverdrag met Washington; Engelsch-Japansche besprekingen over de vlootsterkte November: Zuid-Slavië overhandigt aan den Volkenbond een nota, waar in de Hongaarsche autoriteiten ver antwoordelijk worden gesteld voor den moord te Marseille op koning Alexander. Japan zegt het vlootverdrag op. December: Engelsche, Italiaansche, Zweedsche en Nederlandsche troe pen zullen de orde in het Saarge- bied handhaven voor, tijdens en na de volksstemming. o Wij weten, dat dit lijstje verre van volledig is, maar wij hebben getracht, de grootste gebeurtenissen even naar voren te brengen. Daarbij hebben wij de poli tieke gebeurtenissen in elk land afzon derlijk onvermeld gelaten, al zou daar nog al wat over geschreven kunnen zijn! Wij herinneren bijvoorbeeld aan de Spaansche toestanden (herhaaldelijk po litieke onlusten), aan de groote actie in Oostenrijk zoowel voor als na den moord op Dollfuss, aan conflicten in Mexico (die natuurlijk weer dooden eischte), aan de gebeurtenissen in China, aan de onlusten in den Ierschen Vrijstaat, aan het Gran-Chaco-conflict, aan het besluit van de Mexicaansche regeering, om de kerken te sluiten en de priesters te ver bannen, enz. enz. Het zou ons te ver voe ren, om alles nog eens weer op te dis- schen. Tegelijkertijd stappen wij af van alle andere politieke gebeurtenissen, na ech- tcnog even herinnerd te hebben aan het huwelijk tusschen prins George van Engeland en prinses Marina van Grie kenland. En dan komen wij tenslotte tot een sombere lijst: die der rampen en onge lukken. 't Begon al in Januari, toen een aard beving in Britsch-Indië honderden le vens eischte en toen een scheepsramp op de Jangtse Kiang 175 slachtoffers maakte. Daarna was een koudegolf in Amerika zoo erg, dat vele personen dood vroren, terwijl een wervelstorm op Madagascar aan 100 menschen het leven kostte. De expresse-trein WeenenParijs ont spoorde in April bij Linz en er waren 17 dooden te betreuren, terwijl een maand later bij een ontploffing in een groote gashouder te Hongkong 20, bij een mijnramp in België 41 en bij een tweede mijnramp aldaar 53 dooden wer den geteld. Een trein verongelukte bij Barcelona, waarbij 20 slachtoffers te be treuren waren. Ruim 150 menschen bezweken in Ame rika door een hittegolf (Juni), een trein ongeluk in Zuid-Frankrijk nam 10 men schen voor zijn rekening; het vergaan van het Amerikaansche stoomschip Morro Castle beteekende 130 dooden en een geweldige typhoon in Japan eischte niet minder dan 3000 dooden (Septem ber). In dezelfde maand kwamen bij een mijnramp in Wales 260 mijnwerkers om. October bracht een cholera-epidemie in Britsch-Indië met 2000 dooden, een typhoon op de Philippijnen eischte 250 dooden, een hotelbrand in Lansing (Am.) 50 en eenige andere rampen met elkaar nog eenige honderden. Het is een droevige lijst, die wij ook nu weer moesten maken en daarbij we ten wij zeker, dat deze lijst minstens drie keer zoo lang moest zijn, wilden wij eenigszins volledig zijn. Want bedenkt, dat hier geen verkeers ongelukken genoemd zijn, geen vliegon gelukken, geen politieke botsingen met haar vele dooden. Maar de lijst is reeds lang genoeg. Wij zijn begonnen met een sombere inleiding. 'tWas, dunkt ons, geoorloofd. Laten wij dan eindigen met een wensch, een meer dan oprechten wensch: dat het nieuwe jaar beter, veel beter zal zijn dan het oude. Laten wij hopen, dat de toestanden weer normaler worden, laat er althans een sprankje hoop op verbetering ko men. Als 1935 dat eens bracht!. W. QetneetUecaden De raad vergaderde Vrijdagmiddag ten 2 ure voltallig, onder voorzitterschap van burgemeester Eyma. Van Ged. Staten waren eenige goedkeurin gen ingekomen op verschillende raadsbeslui ten. De heer Bosschaart en Petri werden her kozen tot leden van de commissie tot wering van schoolverzuim; mr. Spit tot lid van Maatschappelijk Hulpbetoon; de heeren Konijn, Eyma, K. de Graaf en Heere tot leden van de schattings-commissie; mr. Spit en K. de Graaf tot leden van het stem bureau. Aan de orde was hierop een voorstel van B. en W. om de wegen van Maatschappij Zeebad over te nemen op een breedte van 12 M. De voorzitter deelde mede, dat het in de bedoeling ligt, de boulevard door te trekken en de bocht, waar het Kurhaus ge staan heeft, eruit te nemen. De eisch zal wor den gesteld, dat de berg zand op den weg naar „Zwartendijk" 7 M. uit den kant van den weg teruggezet zal worden. De ge meente zal den weg in een goeden staat moe ten brengen en de Maatschappij zal daar voor aan de gemeente 3000 moeten betalen De bedoeling is, de wegen breeder te ma ken en langs de straat een beharding aan te brengen. De heer W. deGraaf oordeelde het be drag van 3000 vrij hoog en merkte op, dat de gemeente ook belangen heeft. Devoorzitter deelde deze zienswijze niet; z.i. moest men ook in het oog houden, dat de bouwterreinen meer waard worden. Met algemeene stemmen werd het voorstel van B. en W. aangenomen. Wegens het terugloopen van het leerlin gental werd aan mej. de Smidt als onder wijzeres eervol ontslag verleend. Conform de wenschen van Ged. Staten werden eenige wijzigingen in de begrooting 1934 aangebracht. De heer W. d e G r a a f vroeg, waarom de oude gasmeters, die voorheen 15 cent huur hadden gedaan, nu op 25 cent zijn ge steld. Devoorzitter kon die vraag niet be antwoorden en zegde een onderzoek toe. De heer Roodhout informeerde naar de inschrijving voor het kolentransport der gasfabriek. Op grond van art. 26 der ge meentewet leek het hem niet juist, dat dit aan een wethouder was gegund. De voorzitter zeide, dat B. en W. een inschrijving hadden gewild, ook voor niet-inwoners. Even voor het openen van de inschrijvingsbiljetten kwamen drie raads leden met het verzoek om het alleen aan Eg- monders te kunnen. B. en W. hebben naar aanleiding daarvan het transport gegund aan M. Genet, die hel naderhand liever niet aanvaardde. De heer Sn o e k: Naar aanleiding van voorwaarden, na de inschrijving gesteld. De v o o r z i 11 e r: Bij de gunning. De heer S n o e k; Het stond niet in de voorwaarden van inschrijving. De v o o r z i t t e r: Wij zijn vrij om het te gunnen of niet te gunnen en hij heeft ge zegd: „Ik wil er graag af zijn". Toen zeide ik; „Dan maar er af" en wij hebben daarna gehoor gegeven aan den wensch van de drie raadsleden en het opge dragen aan den laagsten inschrijver uit het dorp, die daarop volgde. Het is geen kwestie van aanneming, maar van een gewone op dracht. De heer Snoek: Maar in ieder geval toch volgens ingeleverde biljetten. De heer Roodhout: Het was toch in strijd met art. 26 der gemeentewet. Devoorzitter: Het betrof geen aan neming. De heer S n o e k: Hij is dus loontrekkend dienaar en de gemeente is werkgever. Ik dacht, dat een raadslid of een wethouder geen voordeelen van de gemeente mocht trek ken. De v o o r z i 11 e r: Efij mag niet aan de gemeente leveren, maar hij mag wèl voor de gemeente werkzaamheden verrichten. De heer Snoek: Dus een gemeente werkman mag ook lid van den raad zijn. Devoorzitter: Dat is een ambtenaar en dat mag niet. Maar als wij wat te spitten hebben, b.v. voor een dubbeltje per uur, dan mogen alle raadsleden ook spitten. Wij hebben ons best gedaan, het zuiver te behandelen, door ook niet-inwoners te laten inschrijven. Op verzoek van u geven wij het aan ingezetenen en nu is het weer niet goed De heer Snoek: Hoe groot is het prns- verschil tusschen de opgave van wethouder de Graaf en de daarop volgende? De voorzitter: De daarop volgende was Jb. de Graaf, doch dei was 14 cent per ton hooger en het lag op den weg van den heer van Eenennaam en mij (wethouder de Graaf heeft er geen mond over openge daan) om het aan wethouder de Graaf te geven, in het oog houdende, dat de heer de Graaf daarvoor verreweg het best geoutil leerd is. De heer Roodhout: Ons verzoek was, een inschrijving te houden onder de inge zetenen. Na de inschrijving zijn er voor waarden bekend gemaakt en dat is een han dicap geweest voor Genet; die moest toen wel bedanken. De voorzitter: Die kon immers toch niet inschrijven. Het zou gaan tusschen Jb. de Graaf en K. de Graaf. De heer Roodhout: Wanneer het en kel ging onder Egmonders, dan waren er meer candidaten geweest en dan had H. Gul ook meegedaan. Devoorzitter: Hoe moet die dat nu doen? Die heeft toch geen materiaal. De heer Roodhout: Dat hebben wij ons niet af te vragen. De heer Snoek: Het is wel eigenaardig. Toen wij bij den burgemeester kwamen, was hij er niet voor te vinden om de inschrijving alleen onder de ingezetene,, te houden, maar nu wethouder de Graaf in aanmerking komt De voorzitter: Pardon. Ik heb direct De heer S n o e k: U was er tegen en u bleef er tegen. De v o o r z 1 t t e r: Ik heb, toen de hee ren bij mij waren, gezegd, dat, wanneer het verschil te groot was, ik niet van plan was, het in het dorp te gunnen. Er waren er, die zeiden, dat dit toch moest, al zou het 1000 of 1500 meer kosten. De heer VanderPoI: Dat is waar De voorzitter: Toen heb ik ge zegd: „Ik wil wel meedoen, maar het ver schil moet niet belachelijk worden. Als het een paar honderd gulden is, dan ga ik mee En naar aanleiding daarvan is het opgedra gen aan Genet. Het is zuiver behandeld en schijn laat mij koud. Ik ben «.ertnigL dat als wij weer inschrijving houden, duurder zou worden. Roodhout Op een vraag van den heer Ro oa n deelde devoorzitt er mededa spreking met den heer Jb deOraaf over bus nog gehouden moet worde De heef S n o e k informeerde naar het adres van 24 ingezetenen over de st DeVo" r'z'Tt t e r antwoordde, dat dit 3<*De heer V f„ d e'? pTi ^i.cnon, ^dcte^Htt.eplaata.n. <Gc 13 De voorzitter verzocht den heer VanderPo Van der Pol ernstig te blijven- De heer S n o e k vroeg, hoe het stond met de overdracht van den weg aan het g De heer V a n d e r P o 1 gaf jn over weging, den toestand in de Noorderstra die verschrikkelijk is, te verbeteren, door >r 3 M. diep zand uit te graven en er nieuw zand in te brengen. De voorzitter zeide, dat het in de bedoeling ligt, den toestand daar te verbete ren en sloot hierop de openbare vergadering, met het uitspreken van den wensch, dat 1935 voor de gemeentenaren florissanter zal zijn dan 1934 is geweest, terwijl hij de raads leden in eigen kring een voorspoedig 19Jo toewenschte. 'JUooiHciaal 'flieums Kerstfeest. Op 1 en Kerstdag is des avonds te Hens broek in de zaal van den heer Mantel kerst feest gehouden uitgaande van de Zondags scholen der evangelisatie-vereeniging „H.- Hugowaard e.o.". De zaal was geheel met belangstellenden gevuld, toen de leider, de heer J. Huibers, voorging in gebed. Nadat eerst een paar liederen gezongen waren, werd door den heer J. Huibers de kerstver telling gedaan. Op eenvoudige en bijzonder duidelijke wijze werd de kerstboodschap ge bracht. Groot en klein luisterden aandach tig, toen hij vertelde, dat de komst van den Heiland reeds eeuwen te voren was bekend gemaakt. Vol belangstelling volgden zij den spreker, als hij vertelt van den tocht naar Bethlehem, van de stal en van de herders in het veld. Ten slotte laat hij uitkomen, dat de Heere Jezus Christus voo ons is arm geworden en voor ons aan het kruis is genageld, omdat Hij ons heeft liefgehad en Hij ons gelukkig wil maken. Geduiende de vertelling werden door hem aan de kinderen enkele vragen gedaan, die door de kleinen op de juiste wijze werden be antwoord. Nadat nog enkele liederen gezongen wer den, werd een klein poosje gepauzeerd. Ge durende de pauze werden de aanwezigen al len onthaald op een kop chocolade-melk en een koekje. Vervolgens werd door vriend K. Huibers van Br. o. Langendijk een mooie kerstvertel ling gedaan. Het buitengewoon veel belang stelling volgden alle aanwezigen deze mooie vertelling en groot en klein volgden den man uit het verhaal, die zijn vrouw en kin deren voor een paar dagen op een eenzaam eiland moest achter laten om over het wad, naar een op 12 K.M. afgelegen eiland te gaan, om daar voor een zieke vrouw medi- fijnen te halen. De moeilijkheden aan zoo'n tocht verbonden, werden door den spreker op duidelijke wijze geschetst. Door en over geu. len ging het, maar hij bereikte het eiland Veur. Daar kocht hij enkele kleinigheden als kerstgeschenk voor zijn vrouw en zes kinde ren haalde de medicijnen bij den apotheeker en 'sliep dien nacht bij kennissen. Den vol- genden morgen ging hij vroeg op reis naar huis en alles liep naar wensch. Hij rekende om drie uur thuis te kunnen zijn. Hij had reeds een groot gedeelte van zijn weg afge- leo-d toen hij bemerkte, dat er mist opzetten kwam. De schrik beving hem, want er waren door de mist reeds zoovele waddenloopers omgekomen. Dan was het onmogelijk om de terp waarop zij woonden te vinden. Men liep er voorbij en werd door het opkomende water overvallen. Allerlei gedachten vlogen dezen man door zijn hoofd. Hij gaat verder en ten slotte valt hij in een geul. Zijn polsstok raakt hij eenige oogenblikken kwijt, maar weet dien toch nog te krijgen. Maar waar staat hij nu? 't Is alles stil, doodstil. In de verte hoort hij het kabbelen van het water. De vloed komt opzetten. Hij loopt verder, maar het water komt al hooger. Hij is ver- dwaalt, en ten slotte blijft hij staan. Hij is er mee aan. Dan ontblood hij zijn hoofd, vouwt zijn handen en bidt. Intusschen hebben ze in de wcming van deze man ook deze gevaarlijke mist zien op komen. Maar wat moeten zij doen? De vrouw plaats een lampje voor het raam, maar wat baat zulks? 't Is alles grauwe, dikke mist. Dan gaat zij met de drie oudste kinderen naar buiten en de kinderen roepen: Vader hierheen". Het blijft echter stil. De oudste der kinderen zegt: „Wij zullen kerst liederen zingen, want dat hoort vader wel, hij houdt er ook zooveel van". Dan klinkt het over het strand: „Komt allen te samen te Bethlehem, enz.'' Dit gebeurde op 't zelfde moment dat de vader de pet af nam, de handen vouwde en bad. Hij hoorde zingen, maar kwam dat uit zee? Hij loopt er op af en vind ten slotte de zijnen. Hij was zijn woning voorbij geloopen, zee in. Het laatste vers zong hij nog mee Nu was het echt kerstfeest in dit gezin. Zooals gezegd, werd deze vertelling met groote belangstelling gevolgd. Door den heer A. van Harn werd nog een speciaal woord gericht tot alle aanwezigen naar aan leiding van 2 Tim. 1 9 en 10. Hij liet uitkomen, dat Jezus Christus is geboren in de stal van Bethlehem, maar dat Hij ook in ons aller hart wil wonen en dat Hij daarin eerst geboren moet worden, vóór Hij onzen Zaligmaker kan zijn. Wij moeten daartoe ons hart voor Hem openstellen om Hem daarin te ontvangen. Aan de kinderen van de Zondagsscholen werden prachtige cadeaux rondgedeeld, waarbij de heer van Harn een passelijk woord sprak. Voorts werden een aantal wandteksten en schilderijen uitgedeeld onder de aanwezigen. Nadat de voorzitter gedankt had en nog een lied was gezongen, behoorde dit kerstfeest, waarbij een prachtige kerst boom prijkte, weer tot het verleden. Het ge laat der kinderen straalden van blijdschap. Dankbaar keerden allen huiswaarts. 41. Hij gaf Piet en Drein ook een paar soldaten mee om hen een eindje te beschermen. Zoo kwamen ze in het hartje van Azië terecht bij den Mount Everrest, den hoogsten berg van de wereld. „Daar is nog nooit iemand boven op geklommen", zei Piet, „dus daar moeten wij ook maar niet aan beginnen." 4^ De eerste moeilijkheid die ze ondervonden was met een inwoner van dit land, een Tibetaan, die niets anders te doen had dan op te passen, dat er geen ongewenschte vreemdelingen binnen kwamen. Maar I'f 6n Drein ^ll6bei €en vlaggetje hadden laten zien, dat ze vroeger van huis hadden meegenomen, zei de Tibetaan: „Ga maar mee". Seaitleton door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 26) Het was een klein vertrek, nauwelijks ze ven of acht voet in het vierkant en geen inch hooger dan Geraldi's hoofd. De wanden waren behangen met oude horloges, kralen en andere sieraden; in den hoek, het verst van de deur, stond een kleine lessenaar en hiervoor zat de eigenaar van de zaak op een hooge kruk, voorover gebogen en de beenen om de krukpooten gedraaid, zooals een kind dat doet bij zijn lessen. Op dat oogenblik was de kleine man bezig een diamant uit een ring te nemen; hij nam dien in de hand en rolde hem voorzichtig op de handpalm heen en weer om te genie ten van de flikkering der facetten en het licht er binnen. Midden in deze aangename bezigheid hield hij plotseling op en zijn klauwachtige vingers sloten zich om het kleinood; langzaam, met kleine schokjes, .wendde hij het hoofd om, totdat hij tenslot te met doffe, wijd open, verschrikte oogen, als die van een kind, opkeek naar het gelaat van Geraldi. Deze glimlachte vriendelijk »- die breede glimlach, welke soms zoo vol vreugde was en soms den glans van een zwaard had. De pandhuishouder scheen op dat oogen blik de scherpte van het zwaard te voelen en hij kromp plotseling ineen op zijn stoel en begon hevig te beven. „Hoe hoe begon hij. „Ik ben maar even binnen geloopen", zeide Geraldi. „Ik hoop, dat je er niets op te gen hebt". „Maar", zeide de kleine man, „is de bei van de voordeur niet over gegaan toen je binnen kwam? En had ik deze deur open gelaten?" „De straatdeur heb ik met rust gelaten", zeide Geraldi, „en deze deur is met zulk een oud vriend als dit slot nooit voor mij geslo ten". De oude man keek hem met open mond aan. „Ah", zeide hij tenslotte en klemde zijn bloedlooze handen tezamen. Hij begon Geraldi aan te kijken met nog grooter angst dan tevoren, terwijl hij gedurig het hoofd schudde, alsof meer en meer de waar heid tot hem doordrong. „Begrijp je het nu?" „Ik begrijp het", antwoordde de pand huishouder. t «Het zou niet goed voor mij zijn om ge zien te worden, zelfs niet in achterafstraat- jes, daarom ben ik langs een veiliger weg gekomen". De man likte zijn lippen af. „Jij bent Geraldi", zeide. „Je kent mij dus?" „Ik ken iedereen", zeide de kleine man, „heb je iets voor mij?" „Alleen maar een beetje geld". „En wat wil je daarmee?'" „Slechts iets koopen". „Goed", zeide de man zonder ent housiasme. „Wat wil je koopen?" „Wat ik wil koopen", zeide Geraldi, „wat ik wil koopen, is het gezicht van een jongen man met lang blond haar en 'n kor te knevel. Ook wil ik andere kleeren heb ben; de kleeding van een cowboy, laat ons zeggen van den jongen zoon van een rijken rancher". „Wie heeft je hierheen gezonden?" vroeg de pandhuishouder oip scherpen toon. „Ik heb den weg gevonden, zooals je ziet'zeide Geraldi. „Dan kun je je weg terug ook wel vin den snauwde het mannetje op de kruk. „Van mij zul je niets koopen". „Moet ik mezelf dan helpen?" „Als je gek bent wel. Het is gemakkelijk om binnen te komen, hè, maar je zult het moeilijker vinden om er uit te komen, Ja mes Geraldi. Iedere deur wordt met revol vers bewaakt!" Hij sprak niet zoozeer triomfantelijk, maar er lag kalme overtui ging in zijn stem en hij glimlachte met kin derlijk vertrouwen den ander toe. „Heb je gescheld?" vroeg Geraldi. „Een licht", antwoordde de ander „Scherpe ooren zouden een bel kunnen hoo- ren ooren, die niet moeten hooren, maar een licht is veilig". „Maar het komt mij voor, dat je veel ge doe maakt om een kleinigheid", zeide Ge raldi. „Het is geen kleinigheid", antwoordde de oude man. „Waarom niet?" „Stel eens voor, dat ik je help om weg te komen, wat zou Chalmers dan wel zeg gen?" De jongere man glimlachte. „Natuurlijk moeten wij om Chalmers denken", gaf hij „Ze willen je scalp misschcien zullen ze dien hebben", ging de pandhuisdouder voort, „maar er is één moeilijkheid, zie je" „Zoo?" „Het feit, ciat je met mij in dezen winkel bent'. „Daar dacht ik zooeven ook aan" ant woordde Geraldi, terwijl hij een sigaret opstak. Dadelijk daarop voegde hij er bij: „Doe dat niet probeer het niet, vriend, maak zelfs die beweging niet meer, of ik zal genoodzaakt zijn een kogel door dat wijze hoofd van je te jagen en dan te probeeren hier weg te komen". Alles wat de ander gedaan had, was slechts een weinig voorover te buigen. De grootste verandering was echter niet in zijn houding geweest, maar in zijn gelaatsuit drukking maar zelfs die verandering was niet groot. Nu echter leunde hij weer ach terover en schudde 't hoofd bewonderend „Wat een oogen heb jij!» zeide hij. „Wat een perfecte uitrusting voor je werk! Een voet, zachter dan de vleugels van een uil, een hand, sneller dan de kop van een slang en soepeler dan de poot van een kat; en kracht ook, niet de brute kracht van een Hercules, maar buigzamer en vlugger' ze nuwen, die als koperdraden de electriciteit bliksemsnel „Dank je zeide Geraldi. ,Dat is een mooi compliment van iemand, die het be- oordeelen kan. Maar er is slechts één manier om tot zaken te komen". „Hoe dan?" „In de eerste plaats geef je mij, wat ik nood.ig j?.eb óe perfecte vermomming, zoo als je die daar in die laden hebt. Daarna de kleeren, die ik gevraagd heb en dan breng je een snel paard naar den achteruit gang. Je zult dan met mij naar buiten gaan, na eerst je helpers te hebben doen weten, dat ik veilig naar buiten kan gaan, maar je ga,i miJ' mee voor de zekerheid En je zult bij mij blijven, totdat ik veilig uit de stad ben De pandhuishouder spitste de lippen, maar zonder te fluiten. „Anders niet?" vroeg hij spottend. «Niets minder", zeide Geraldi. ]e er op rekenen hier bij mij te bent" Van Slachten veranderd der^offhalend'.'' de {reg-atv°gel schou' „Maar er is hier niets te eten". „Heelemaal niets?" „Geen kruimel". kun?ennvinden»gel°0f Wd' dat ik fete Z°U „Ja?" denk je van een kip?" is gezond*"grappen' j°ngmensch, lachen len w'ifzegge!!»een k'P' maar ee" haa"' ZUl" de'oïdeman20" "°g kter zijn"' grinnikte (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 20