Een terugblik over 1934. Stad en Omgeving Voor handel en bedrijf in Hollands Noorder kwartier over het geheel een zeer moeilijk jaar. Rede van den voorzitter der K. v. K !huiUetm DE FREGATVOGEL. prij- Toch naar welk Hedenmiddag vergaderde de K. v. K. voor Hollands Noorderkwatier ten stadhuize Na de opening sprak de v o o r z i 11 e r, de heer S. W. A r n t z, evenals vorige ja ren. een nieuwjaarsrede uit. Hij begon met op te merken, dat deze taak hoe langer hoe naargeestiger wordt, want ook nu zijn er zeer weinig feiten te noemen, die hoopvol kunnen stemmen. Weliswaar vielen er hier en daar teekenen waar te nemen, die op ontspanning wezen, maar in het algemeen* bleef de gemeenschap onder zware zorgen gebukt gaan. Als een ernstig ongunstige factor blijft men ook beschouwen de tot dusver nog veel te onvoldoende aanpassing van ons kosten- peil aan dat van andere landen. Wij leven in een nieuwen tijd met gansch andere richtsnoeren dan die wij tot dusverre hebben gekend en waaraan de aanpassing uiterst traag en moeizaam blijkt te gaan. Dit aanpassingsproces leidde tot gewijzig de productiemethoden, tot veranderde opvat tingen met betrekking tot den grondslag, waarop het bedrijfsleven zich behoort te ont wikkelen, en de tot de industrialisatie van tot dusver in hoofdzaak agrarische gebieden en de gedeeltelijke re-agrariseering van sterk ge industrialiseerde gebieden. Het moge al waar zijn, dat het dieptepunt van de depressie sinds einde 1932 gepas seerd is hetgeen aan toevallige omstan digheden of kunstmatige stimuleering te danken kan zijn een feit blijft het, dat het bedrijfsleven nog in een uiterst zorgwekken- den toestand verkeert. Verontrustend is ook nog steeds het groote aantal der handarbeiders en intellectueele werkkrachten, dat tevergeefs een beroep op de arbeidsmarkt doet. Onze exporthandel en onze nijverheid wor den steeds meer gekortwiekt of zijn in vele gevallen reeds geheel vleugellam geslagen, en de terugslag daarvan wordt maar al te zeer in de kringen van verkeer, bankwezen, middenstand en vele andere bedrijfsgroepen gevoeld. Er wacht ons in de komende jaren nog een harde strijd; niet slechts om te trachten te behouden wat ons nog is overgebleven aan volkswelvaart, aan arbeidsgelegenheid, aan handel en industrie, doch ook om te probee- ren het verloren terrein te herwinnen. Omtrent de uitkomsten van eenige belang rijke bedrijfstakken in ons district deelde spr. o.m. mede: Grove tuinbouwproducten. De aanvang van het winterseizoen was voor de verbouwers van gove tuinbouwpro ducten niet slecht. In Duitschland en andere landen en ook in ons eigen land was de af zet der verschillende koolsoorten voldoende, met uitzondering van Frankijk, dat door abnormaal hooge invoerrechten den invoer ten zeerste bemoeilijkte en in vele gevallen zelfs geheel onmogelijk maakte. Voor den handel is deze beginperiode in het algemeen ook niet ongunstig geweest. De warme Aprilmaand was echter zoowel voor de tuinbouwers als voor de handelaren een geduchte tegenvaller. De laatste voorraden kenden slechts tegen zeerl age prijzen koo- pers vinden. De uienhandel is in het geheele winter seizoen lusteloos gebleven met lage prijzen. Een ander bijproduct, de winterpeen, kon een goeden prijs opbrengen. Hierin is door de vorst echter nogal wat bederf gekomen De inmaakfabrieken hebben hun voorraden vrijwel geheel tot bevredigende prijzen kun nen plaatsen. Het prijsverloop der vroege aardappelencampagne is niet ongunstig ge weest, alhoewel het beschot voor vele tuin ders te klein was. Een groote ontnuchtering voor de expor teurs was echter ongetwijfeld het plotseling stopzetten der afrekeningen met Duitsch land en het in werking treden van het ver drag, dat onze regeering met dat land sloot, waardoor de gestorte gelden vrijwel geblok keerd werden. Bij alle reeds bestaanae risi co's, welke aan de exporteurs van Duitsch land bekend waren, was er allerminst op ge rekend, dat de Nederlandsche regeering een voor de exporteurs dermate ongunstig ver drag zou afsluiten. Voor de overige maanden van 1934 er zoowel voor den handel als voor tuinbouw weinig goeds te vermelden. valt den De tomaten uit de warme kassen hebben een geenszins loonenden prijs gemaakt. Het product uit de niet verwarmde kassen gaf eveneens een slechte opbrengst te zien. De vroege- en herfst-witte-kool kon aan de in maakfabrieken tegen redelijke prijzen worden geleverd; ook hiervan was echter het beschot voor vele tuinders te klein. Alle andere zomer- en herfstproducten moesten, ofschoon de aanvoeren aan de veilingen zeer klein waren, tegen lage prijzen worden verkocht. Voor de tuinders langs de duinstreek, in de omgeving van Alkmaar, Heiloo en Castri- cum is de aardbeiencampagne redelijk ge weest. De boonen waren duur, maar het beschot was vrijwel over de geheele linie slecht te noemen. De afgifte van consenten voor uitvoer van groenten naar landen, die contingenteering nebben ingevoerd, werd geheel ten genocge der exporteurs is geregeld. Landbouw. Het jaar 1934 was voor de veehouderij een zeer moeilijk jaar. De vele exportbelemme ringen zijn voor ons land, dat voor zijn zui vel, varkens en schapen voornamelijk op export is aangewezen, noodlottig. Vele regeeringsmaatregelen worden geno men om den toestand te verbeteren, waarvoor de landbouw ongetwijfeld dankbaar moet ziin. Deze brengen evenwel bij de uitvoering allerlei moeilijkheden voor de bedrijven met zich mede. Voegt men hierbij de nadeelen van de droogte, welke tot in Juli duurde en op den hooivoorraad een zeer ongunstigen invloed uitoefende, dan heeft men in het kort den toestand geschetst. Intusschen blijft er weinig hoop op ver betering, gezien de algemeene verdwazing en de economische inzinking. Met den eigenlijken graanbouw is het wat beter gesteld. Het droge zomerweer bracht groote opbrengsten en voor die gra nen, waarvoor de regeering hare medewer king verleende en maatregelen trof, behoor- j lijke prijzen, zoodat daar meer reden tot tevredenheid bestaat. Kaashandel. De gestadige vermeerdering in de wereld- zuivelproductie, die gepaard ging met een voortdurende toeneming van den wereldhan del in boter en kaas, heeft Nederland, dat vroeger bijna een monopolistische positie in den handel innam, teruggedrongen tot een minder belangrijk exportland. Wanneer wij het feit voor oogen houden, dat de overige kaas-exeporteerende rijken eveneens moeten worstelen om hun produc ten te plaatsen en dat het door het samen stel van beschermende bepalingen schier on mogelijk is de kaasjes over de grenzen te laten rollen of daarvoor betaling te verkrij gen, zal het geen verwondering wekken, dat onze export weer aanmerkelijk is gedaald en de prijzen nog circa 10 lager waren dan die van 1933. De uitvoer van Edammer 40+ kaas bedroeg in de maanden Jan./Nov. 1932 18.312 ton, waarde f 9.627.000 tesen 16.707 ton en 8.245.000 waarde in 1933 en 15.868 ton en 7.355.000 waarde in 1934. De aanvoer ter Alkmaarsche kaasmarkt bedroeg in 1933: 5192 stapels wegende '5.494.524 kilo, in 1934 4644 stapels wegen de 5.149.468 kilo. Bloembollenkweekerij en handel. Ook thans moest weder volgens de door de regeering ingevoerde saneering gehan deld worden en werden er, zoowel voor bin nen- als buitenland, minimumprijzen vastge steld voor de hoofdartikelen hyacinthen, tul pen en narcissen. Gezien de ervaringen van het vorige jaar, waren deze prijzen iets hooger gesteld dan in 1933, aangezien ze toen nauwelijks den cultuurprijs hadden benaderd en men bij dd export-centrale rekening hield met de door de saneering ingekrompen hoeveelheden te veld staande bloembollen. Desondanks bleef er toch nog een zeker percentage onverkocht, welk overschot werd veroorzaakt door het buitengewoon beste gewas. Dit overschot wordt door het vak overgenomen en vernie- tigd en zal met een zeker percentage worden uitbetaald. Alhoewel over de saneering ver schillend wordt geoordeeld, meent men toch algemeen, dat een totale inzinking werd voorkomen en een ongemotiveerde uitbreiding der cultuur tegengegaan, die een gevolg zou zijn geweest van de slechte resultaten van de andere tuinbouwproducten. Voor crocussen en bijgoed waren de zen vrij, ze waren echter niet hoog. ontwikkelde zich een levendige vraag deze artikelen uitgezonderd irissen, artikel zeer zeker voor het vak belangrijk is. Amerika nam meer af dan het vorige jaar, ook met Engeland was dit het geval. Zweden nam weder zijn gewone kwantum, terwijl Denemarken door verdere contingenteering ongeveer de helft minder nam dan in 1933 Naar Oostenrijk, Hongarije en Polen werd zeer weinig uitgevoerd, terwijl Frankrijk zijn gewone kwantum nam, hoewel de con tingenteering ook hier veel stagnatie veroor zaakte. Over het geheel genomen zal er in 1934 circa 2 millioen kilogram bloembollen méér zijn geëxporteerd dan in 1933. Ook dit jaar werd door de exporteurs wederom koersverlies geleden, echter niet zoo veel als in het vorige jaar. De export vanuit Breezand en Anna-Pau- lowna was dit jaar constant, terwijl het ge was daar buitengewoon goed was te noe men. De export uit Limmen en Heiloo was weder iets grooter dan het vorige jaar, ter wijl het gewas op de beste gronden hier bui tengewoon goed was en op de hooger ge legen gronden iets minder. Over het algemeen kan gezegd worden, dat de cultuur, alhoewel niet winstgevend, toch loonend is geweest, terwijl, wat den han del betreft, de uitkomst zal afhangen van het verloop der betalingen uit het buitenland. Gecondenseerde melk en melk poeder. De exporthandel in deze producten stuitte opnieuw op groote moeilijkheden. Eenerzijds was de productie van melk in Nederland stij gend, terwijl anderzijds de export, tengevol ge van de voortschrijdende contingenteerin- gen naar de oude afzetgebieden sterk ver minderde. Daardoor ontstond op de enkele overgebleven „vrije markten" een sterke con currentie, waar 't voor de Hollandsche leve ranciers uiterst moeilijk was zich te hand haven tegen de exporteurs uit Denemarken, Engeland, Amerika, Canada en Australië, die door valuta-verhoudingen een belang rijken voorsprong hebben, terwijl daarnaast de Engelsche en Canadeesche melk ook nog de voordeelen geniet van „voorkeur-invoer rechten". Visscherij en vischhandel te Den Helder en naaste omgeving. Ook omtrent deze bedrijven valt nog geen verbetering te vermelden. De ongunstige uit komsten van het vorige jaar hebben zien her haald, vangsten en prijzen vooral waren on voldoende. Ook dit jaar is gebleken, dat de afsluiting van de Zuiderzee voor Den Hel der, wat de haring-, ansjovis-, garnalen- en botvangst betreft, funeste gevolgen heeft. De vangst van haring en ansjovis heeft zich verplaatst naar den Oever langs den afsluit dijk, tot nog oostelijker dan Harlingen, ter wijl op garnalen niet intensief gevischt kon worden wegens gebrek aan export. De sardijn-(sprot)-vangst is dit jaar wederom totaal mislukt. De garnalendroge- rijen hebben ook weinig kunnen produceeren en zijn eveneens met Overheidssteun gaande gebleven. Alikruiken zijn er ook heel weinig gevan gen. Wulken konden voldoende gevangen worden, maar bleven op betrekkelijk lage prijs. Mosselen werden alleen voor eenden- voer gevischt. De zeegrasoogst leverde ook (8.—10.— en KRO van 8 dit jaar weer niets op. De Noordzeevisscherij is voornamelijk door de grootste botters en kotters met krachtige motoren uitgeoefend. Eenige daar van hebben, ondanks de lage vischprijzen, toch nog een loonend bedrijf kunnen maken. Kleinere Noordzeekustvaartuigen hebben niet loonend kunnen visschen, de vangsten waren niet voldoende om, bij de over 't alge meen lage prijzen, hun kosten goed te maken Het totaal bedrag der aan den gemeente- vischafslag te Den Helder verkochte visch is wel niet minder dan het vorige, zeer on gunstige jaar, maar geeft helaas geen ver betering te zien. Het is te begrijpen, dat de vischhandel bij deze slechte uitkomsten der visscherij niei rooskleurig kon zijn. De vooruitzichten zijn nog verre van gun stig. Onze regeering, die bekend is met den noodtoestand in de visscherij en den visch handel, treft evenwel maatregelen om te trachten hierin verbetering te brengen. Met dit doel werd een visscherij-centrale opge richt, welke ondervedeeld is in commissies, welke verschillende groepen omvatten, die bij de visscherij en den vischhandel zijn betrok ken. Opmerkelijk is het, dat de handel daarin niet is vertegenwoordigd, op welke leemte door de K. v. K. de aandacht der regeering werd gevestigd. Donderdag 3 Januari. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz., Alg progr.) 8.— Gr.pl. 9.— Ensemble Lismonde. 10.— Mor genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Verv. concert. 11.Orgelconcert P. van Egmond Jr., mmv. V. Bin nendijk, alt. 12.— Tuschinski's Se lect Salonorkest olv. Max Tak. 1.45 Vioolrecital C. Moerman. Aan den vleugel E. Veen. 2.— Voor de vrouw. 2.30 Verv. vioolrecital. 2.44 Zang door P. C. Brederode. 3.— Deel. K. Kleyn. 3.30 Verv. zang. 4.Pianorecital R. Regnard. 4.30 Causerie Max Tak. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest en gr.pl. 7.30 Kapt. ter Zee H. FerwerdaOns Volk en de Marine 8Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 „Orpheus', opera van Gluck (verkorte uitvoering), m. m. v. solisten, koor olv. H. van Wie link en het Omroeporkest olv. A. v. Raalte. 9.30 Noord-Amerikaansche gr.pl. 10.— Omroeporkest o.l.v. A. v. Raalte. 11.— Vaz Dias. 11.10 Uit Astoria, Amsterdam: Ensemble Pali. 11.30—12.— Wiener Ensem ble uit Astoria te A'dam. HUIZEN, 301 M. 2.-12.- NCRV.de 10.en 11.—2.uur). 8.9 15 en 10.Gr.pl. 1015 Morgen dienst olv. ds. J. J. van Petegem. 10.45 en 11.— Gr.pl. 1130 12.Godsd. halfuur. 12.15 Or kestconcert en gr.pl. 2.Cursus fraaie handwerken. 3.3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing dr. J. H. Gun ning JHzn., mmv. bariton en orgel. 5.Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Gr.pl. 5.55 Arnhemsch Strijk kwartet en gr.pl. 7.15 Gr.pl. 7.30 Weekoverzicht. 8.Vaz Dias. 8 05 Kampliedjes door Groep 8 Ned. Padvinders afd. Utrecht en gr.pl. 9.— Lezing L. W. J. v. Hasselt 9.30 Gr.pl. 10.Vaz Dias. 10.05 —12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35 10.50 Morgenwijding. 11.25 Gr.pl. 12.05 Rutland Square en New Victoria-orkest olv. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.20 BBC-Northern Orkest olv. T. H. Morrison. 3.20 Vesper. 4.10 Gr.platen. 5.05 Orgelspel S. Gunn. 5.35 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 6.20 Ber. 6.50 Cembalo recital Alice Ehlers. 7.20 Zang o. 1. v. S. Robinson. 8.35 Verrassings programma. 8.50 Pianorecital Moi- seitwitsch. 9.30 „Soft iights and sweet music", variété-progr. 9.50 Ber. 10.20 Kerkdienst. 10.35 Lvra- kwartet en deel. 11.3512.20 Lou Preager en zijn orkest. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Pascalorkest 5.20 „Britannicus", spel van Ra- cine 9 05 Nat. Orkest olv. Inghel- brecht. 10 50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 1120 1.20 Concert uit rest. Ritz, 2 50 —4.50 L. Preii's orkest. 7 30 Weensche operettemuziek. 8.40 Om roeporkest olv. Mahler. 9.Or.pl. 9 25 Omroepsymphonieorkest o.l.v. Mahler. 10.15—11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl, 6 35 Orkestconcert. 10.30 Zang en piano. 11.20 Omroepkleinorkest o. v. Eysoldt. 3.20 Omroepklein orkest olv. Klosz. 5.05 Zang. 6.50 Gr.pl. 8.05 Berlijnsch Philh. orkest olv. Zaun. 9.50 „Die wilde Jagd zieht übers Land", spel van Petry, muziek van Fehres, mmv. het Om roeporkest en -koor olv Kfihn. 10.35 Radiokwintet. 11.201.20 Concert. ROME, 421 M» 8.05 Or.pl. 9.20 Gevarieerd programma. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-: 12.25 Omroepkleinorkest olv. Wal pot. 1.30—2.20 Gr.pl. 5.20 Kerst programma. 8.20 Hoorspel. 8.50 Gr.pl. 9.20 Symph.-concert. 10.30— 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest o. 1. v. Gason. I.30—2.20 Omroeporkest olv. Ga son en gr.pl. 5.20 en 6.35 Gr.pl. 8.20 Salonorkest olv. Walpot. 8.50 Gr.pl. 9.35 Omroeporkest olv. Ga son, mmv. zangsoliste. 10.30 II.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 „Saarland-Saarland" Rijkszending olv. P. Laven. 8.05 Berlijnsch Philh. orkest olv. F. Zaun, mmv. W. Stech, piano. 9.20 en 10.05 Ber. 10.20 Omroeporkest uit Frankfort olv. Rosbaud, mmv. M. Osswald, tenor. 11.201.20 Concert. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 7.—1220, Parijs 12.20-14.20, Lond. Reg 14.20—17.20, Brussel VI. 17.20— 18.50, Brussel (Fr.) 18.50—19.35, Weenen 19.35-20.50, Parijs 20.50 —21.05, Weenen 21.05—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8 50, Droitwich 10.3511.06, Lond. Reg. 11.05—12.05, Droitwich 12.05 18.50, Lond. Reg. 18.50-19.40, Droitwich 19.40—21.50, Lond. Reg. 21.50—22.20, Droitwich 22.20— 22.35, Lond. Reg. 22.35—24.—. Bankbedrijf. Het jaar 1934 verliep voor het bankbedrijf vrijwel hetzelfde als het vorige jaar. Verschillende conversies kwamen de effec tenprovisie ten goede; voor het overige vloei den de winstbronnen maar zeer matig, nu er, door dezen slechten gang van zaken, zoo weinig zaken te doen vallen. De rentevoet-voet voor gelden op langen termijn onderging nagenoeg geen wijziging De prolongatie-rente noteerde vrijwel het geheele jaar onafgebroken 1 Bouwbedrijf. Het bedrijf werd zeer zwaar getroffen door de ongunstige tijdsomstandigheden. Behalve een zekere bedrijvigheid in den zoogenaain- den eigenbouw, vërtoonde de algemeene toe stand een treurig beeld. De werkloosheid-cijfers voor de groep bouwbedrijven spreken in dit opzicht ook duidelijke taal. Het totaal cijfer der aanbe stedingen, dat in October 1933 ruim tien millioen gulden bedroeg, was volgens de „Aannemer" in October 1934 slechts 4 5 millioen gulden. De werken, die nog voor uitvoering in aanmerking kwamen, leverden, ten gevolge van de ongebreidelde concurrentie, door gaans geen mogelijkheid op een redelijke verdienste op. De prijs van vele materialen, welke voor het bouwbedrijf noodig zijn, beweegt zich om en nabij de noteeringen van de vóóroorlog- sche jaren, terwijl de loonen, in vergelijking met de achter ons liggende jaren, circa 30 zijn verminderd. Een en ander wettigt de ge dachte, dat er in de naaste toekomst geen be langrijke prijsdalingen meer zullen plaats vinden, zoodat het uitstellen van de uitvoe ring van bouw- of uitbreidingsplannen, in de verwachting o min afzienbaren tijd mogelijk nóg goedkooper te zullen kunnen bouwen, niet gerechtvaardigd schijnt. Pluimveeteelt en eierhandel. De pluimveeteelt ondervond geducht den invloed van de slechte tijdsomstandigheden. De export van eieren naar Engeland bleek zelfs met een regeeringstoeslag van K ets per ei voor de meeste kwaliteiten geenszins loonend. De gemiddelde eierprijzen, welke in 1933 reeds aanmerkelijk beneden ae 3 cents lagen, daalden in 1934 nog verder. In het algemeen zijn de resultaten van het pluimveebedrijf in 1934 onbevredigend ge weest. Middenstand. Ook de middenstandsbedrijven kunnen niet op een gunstig jaar terugzien. Door de steeds geringer wordende koopkracht der be volking, zoowel in de stad als in de omge ving, zijn de omzetten zeer verminderd. Daartegenover bleven de bedrijfsonkosten nog steeds op een hoog peil, terwijl deze in vele gevallen door nieuwe fiscale maatrege len, zooals de omzetbelasting, zelfs hooger werden. Door tal van crisismaatregelen wordt bovendien de administratieve romp slomp steeds grooter. Daarnaast maakt de scherpe concurrentie met het grootwinkelbe drijf en de coöperatie de bestaansmogelijk heid van vele middenstandsbedrijven steeds moeilijker. Wieringermeerpolder. De werkzaamheden in den Wieringermeer- door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 27) „Een fijne haan wat voor kleur, v„.d je?" „Een jonge kleur, naar ik hoop", glim lachte de pandhuishouder. „Wit dus; geef ons een witten haan, Sam Lorenz". De oude man glimlachte niet meer, maar draaide zenuwachtig op zijn stoel en keek daarop nadenkend zijn metgezel aan, alsof er een dubbele beteekenis in diens laatste woorden lag opgesloten, een beteekenis van het grootste gewicht. „Een witte haan dus", zeide de fregatvo- gel. „Gewoonlijk hebben zij het malschte vleesch, hè? Maar hij moet in elk geval zwarte pooten hebben". De kleine man luisterde met open mond „Je ziet, dat ik veeleischend ben", glim lachte Geraldi. „Een witte haan met zwarte pooten wil ik hebben en met een koraalioo- den kam met zwart doorschoten De pandhuishouder sprong van zijn stoel op, alsof hij het niet langer kon uithouden; hij beefde. „Wie heeft je dat geleerd?'' vroeg hij „Als je zoo de wereld doorkruist, pik je hier en daar wel eens wat op over goede kookkunst". „Geef mij een teeken", drong de oude man aan. „Maar je bent het met mij eens over dien haan?" „Ja, ja!" Hij stampte op den grond van ongeduld. „Wel, dan zouden wij dit idee op hand slag kunnen aannemen". Wantrouwig gaf Lorenz Geraldi een hand bijna alsof hij verwachtte dat deze zou branden als vuur, maar nauwelijks hadden de handpalmen elkander aange raakt, of hij trok zijn hand terug met den uitroep: „Jij bent een van hen! Je behoort bij hen!" Geraldi nam een andere sigaret. „Je ziet het nu zelf". „Ik ben een gek en een vader en een grootvader van gekken!" kermde de eige naar van den winkel. „Ik had het kunnen weten, ik had het ten minste kunnen raden". „Dat had je werkelijk wel kunnen doen Kom, zend nu eerst die andere lui weg". „AH ze tenminste niet kunnen helpen", zeide .de ander zorgzaam. „Er zijn heel handige lui onder". „Natuurlijk", antwoordde Geraldi, „maar niet handig genoeg voor mij in deze """'ge legenheid. En doe mij nu een plez r en maak wat voort met wat ik nccd'g 1 in het bijzonder met het paard. Je hebt een paar goede dieren hier, meen ik". „Ik kan je een paard geven voor de woestijn of een voor de bergen". „Geef mij een paard voor beide". „Dat is moeilijk", zeide Lorenz teleurge steld. „Je hebt een grijs paard hier met zwarte vlekken, dat zal het juiste voor mij zijn". Lorenz zuchtte. „Als je van dat paard afweet, dan weet je alles", zeide hij. „Ik zal het dadelijk zadelen". HOOFDSTUK XXI. Een uur lang werkten zij samen; de kleine hoekkamer van het pandhuis was bezaaid met pruiken, afgeknipte haren en flesschen haarverf. Eindelijk ging Geraldi voor den spiegel staan en bekeek zichzelf zorgvuldig, eerst aan de eene zijde en teen aan ae ande re. Zijn haar was goudblond en viel op zijn schouders neer op de oude wijze van de In dianen, die nog wel gevolgd wordt, doch uit de mode geraakt. Een blonde, korte kne vel versierde zijn bovenlip en zijn wenk brauwen hadden dezelfde kleur. Hij scheen tevreden met zijn uiterlijk en zette met een zwaai een sombrero op van het hooge Mexicaansche model, versierd met gouden en zilveren banden. Hij droeg ook een Mcxicaansch baadje, glinsterend van rijk borduursel en langs den naad van zijn broek waren zilveren schelpjes gehecht in een blinkende rij. Zijn pistoolkoppel was van witte geitenhuid en de holsters waren van hetzelfde leer, terwijl de parelmoeren kolven van een paar kostbare pistolen er uit staken. Het costuum werd voltooid door van lange sporen voorziene rijlaarzen. „Is het zoo goed?" vroeg Geraldi. De oude man bekeek hem met de half ge sloten oogen van een kenner. „Het is net een beetje te mooi om waar te zijn", zeide hij. „Wacht eens even". Hij zocht wat tus- schen zijn flesschen en verzocht Geraldi daarop om weer te gaan zitten. Een half uur lang was hij nog zorgvuldig aan het werk en toen hij klaar was, stond Geraldi op en zag in den spiegel een gelaat, dat niet het zijne was. Een lidteeken liep van het voorhoofd over het linker oog; het oog lid zelf was heel weinig beschadigd en dan liep het lidteeken over de wang, breeder wordend en dieper het vleesch samentrek kend, totdat het plotseling bij de kin spits toeloopend eindigde. Het was niet zoozeer een verminking als wel een kenmerk van vechtlustige neigingen op het knappe gelaat van Geraldi. „Glimlach nu eens", zeide de oude man. Geraldi deed het en de spieren van zijn wang vertrokken het nieuwbakken lidtee ken. „Zoo is het beter", zeide Lorenz beslist. „Je hebt een eigen, bijzonderen glimlach en deze nieuwe grijns is juist scheef genoeg om hem niet te herkennen. Ik geloof niet dat velen je zullen kennen, als je niet te veel praat". „Ik ben een Mexicaan", zeide Geraldi in zuiver Spaansch. „Ik heb niet de Engel sche spraak, behalve een paar woorden hier en daar". „Dat maakt het perfect", zeide de oude man. „Het is niet de toon van iemand's stem, welke zoo vaak wordt herkend, maar de manier van spreken, zijn woordenkeus en zijn zinsbouw, waar het op aankomt. Je bent nu af, Geraldi, of ze moesten je onder een microscoop leggen". „En nu het paard". De oude mart ging spijtig naar den ach terkant van den winkel, gevolgd door zijn metgezel; daar bukten zij door een zijdeur hoewel er geen opening in den muur te zien was en liepen door een gang, welke plotseling toegang gaf tot den achterkant van een schuur, waar een zoete hooilucht hing. Aan den anderen kant van een hoog tusschenschot stonden een menigte paarden en Gera'di herkende de plaats als aie van den grootsten huurstal van de stad. Aan deze zijde echter waren maar zes boxts en ir. een der middelste zag hij het paard, dat hij wenschte. Lorenz deed het halster af en leidde het dier bij de manen naar buiten Het paard was zwaar gevlekt, de plekken zwart sche nen bij de knieën tezamen te vloeien, want van daaraf waren de beenen als zwart ge- nolijst; de hoeven waren ook puur ebben hout, evenals de neus. waarmede het dier langs Lorenz' schouder wreef. De kleine man bekeek het met doffe oogen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6