Een terugblik over 1934.
Stad en Omgeving
Voor handel en bedrijf in Hollands Noorder
kwartier over het geheel een zeer moeilijk jaar.
Rede van den voorzitter der K. v. K
!huiUetm
DE FREGATVOGEL.
prij-
Toch
naar
welk
Hedenmiddag vergaderde de K. v. K. voor
Hollands Noorderkwatier ten stadhuize
Na de opening sprak de v o o r z i 11 e r,
de heer S. W. A r n t z, evenals vorige ja
ren. een nieuwjaarsrede uit.
Hij begon met op te merken, dat deze taak
hoe langer hoe naargeestiger wordt, want
ook nu zijn er zeer weinig feiten te noemen,
die hoopvol kunnen stemmen. Weliswaar
vielen er hier en daar teekenen waar te
nemen, die op ontspanning wezen, maar in
het algemeen* bleef de gemeenschap onder
zware zorgen gebukt gaan.
Als een ernstig ongunstige factor blijft
men ook beschouwen de tot dusver nog veel
te onvoldoende aanpassing van ons kosten-
peil aan dat van andere landen.
Wij leven in een nieuwen tijd met gansch
andere richtsnoeren dan die wij tot dusverre
hebben gekend en waaraan de aanpassing
uiterst traag en moeizaam blijkt te gaan.
Dit aanpassingsproces leidde tot gewijzig
de productiemethoden, tot veranderde opvat
tingen met betrekking tot den grondslag,
waarop het bedrijfsleven zich behoort te ont
wikkelen, en de tot de industrialisatie van tot
dusver in hoofdzaak agrarische gebieden en
de gedeeltelijke re-agrariseering van sterk ge
industrialiseerde gebieden.
Het moge al waar zijn, dat het dieptepunt
van de depressie sinds einde 1932 gepas
seerd is hetgeen aan toevallige omstan
digheden of kunstmatige stimuleering te
danken kan zijn een feit blijft het, dat het
bedrijfsleven nog in een uiterst zorgwekken-
den toestand verkeert.
Verontrustend is ook nog steeds het groote
aantal der handarbeiders en intellectueele
werkkrachten, dat tevergeefs een beroep op
de arbeidsmarkt doet.
Onze exporthandel en onze nijverheid wor
den steeds meer gekortwiekt of zijn in vele
gevallen reeds geheel vleugellam geslagen,
en de terugslag daarvan wordt maar al te
zeer in de kringen van verkeer, bankwezen,
middenstand en vele andere bedrijfsgroepen
gevoeld.
Er wacht ons in de komende jaren nog een
harde strijd; niet slechts om te trachten te
behouden wat ons nog is overgebleven aan
volkswelvaart, aan arbeidsgelegenheid, aan
handel en industrie, doch ook om te probee-
ren het verloren terrein te herwinnen.
Omtrent de uitkomsten van eenige belang
rijke bedrijfstakken in ons district deelde
spr. o.m. mede:
Grove tuinbouwproducten.
De aanvang van het winterseizoen was
voor de verbouwers van gove tuinbouwpro
ducten niet slecht. In Duitschland en andere
landen en ook in ons eigen land was de af
zet der verschillende koolsoorten voldoende,
met uitzondering van Frankijk, dat door
abnormaal hooge invoerrechten den invoer
ten zeerste bemoeilijkte en in vele gevallen
zelfs geheel onmogelijk maakte.
Voor den handel is deze beginperiode in
het algemeen ook niet ongunstig geweest. De
warme Aprilmaand was echter zoowel voor
de tuinbouwers als voor de handelaren een
geduchte tegenvaller. De laatste voorraden
kenden slechts tegen zeerl age prijzen koo-
pers vinden.
De uienhandel is in het geheele winter
seizoen lusteloos gebleven met lage prijzen.
Een ander bijproduct, de winterpeen, kon
een goeden prijs opbrengen. Hierin is door
de vorst echter nogal wat bederf gekomen
De inmaakfabrieken hebben hun voorraden
vrijwel geheel tot bevredigende prijzen kun
nen plaatsen. Het prijsverloop der vroege
aardappelencampagne is niet ongunstig ge
weest, alhoewel het beschot voor vele tuin
ders te klein was.
Een groote ontnuchtering voor de expor
teurs was echter ongetwijfeld het plotseling
stopzetten der afrekeningen met Duitsch
land en het in werking treden van het ver
drag, dat onze regeering met dat land sloot,
waardoor de gestorte gelden vrijwel geblok
keerd werden. Bij alle reeds bestaanae risi
co's, welke aan de exporteurs van Duitsch
land bekend waren, was er allerminst op ge
rekend, dat de Nederlandsche regeering een
voor de exporteurs dermate ongunstig ver
drag zou afsluiten.
Voor de overige maanden van 1934
er zoowel voor den handel als voor
tuinbouw weinig goeds te vermelden.
valt
den
De tomaten uit de warme kassen hebben
een geenszins loonenden prijs gemaakt. Het
product uit de niet verwarmde kassen gaf
eveneens een slechte opbrengst te zien. De
vroege- en herfst-witte-kool kon aan de in
maakfabrieken tegen redelijke prijzen worden
geleverd; ook hiervan was echter het beschot
voor vele tuinders te klein. Alle andere
zomer- en herfstproducten moesten, ofschoon
de aanvoeren aan de veilingen zeer klein
waren, tegen lage prijzen worden verkocht.
Voor de tuinders langs de duinstreek, in de
omgeving van Alkmaar, Heiloo en Castri-
cum is de aardbeiencampagne redelijk ge
weest.
De boonen waren duur, maar het beschot
was vrijwel over de geheele linie slecht te
noemen.
De afgifte van consenten voor uitvoer van
groenten naar landen, die contingenteering
nebben ingevoerd, werd geheel ten genocge
der exporteurs is geregeld.
Landbouw.
Het jaar 1934 was voor de veehouderij een
zeer moeilijk jaar. De vele exportbelemme
ringen zijn voor ons land, dat voor zijn zui
vel, varkens en schapen voornamelijk op
export is aangewezen, noodlottig.
Vele regeeringsmaatregelen worden geno
men om den toestand te verbeteren, waarvoor
de landbouw ongetwijfeld dankbaar moet
ziin. Deze brengen evenwel bij de uitvoering
allerlei moeilijkheden voor de bedrijven met
zich mede.
Voegt men hierbij de nadeelen van de
droogte, welke tot in Juli duurde en op den
hooivoorraad een zeer ongunstigen invloed
uitoefende, dan heeft men in het kort den
toestand geschetst.
Intusschen blijft er weinig hoop op ver
betering, gezien de algemeene verdwazing
en de economische inzinking.
Met den eigenlijken graanbouw is het
wat beter gesteld. Het droge zomerweer
bracht groote opbrengsten en voor die gra
nen, waarvoor de regeering hare medewer
king verleende en maatregelen trof, behoor- j
lijke prijzen, zoodat daar meer reden tot
tevredenheid bestaat.
Kaashandel.
De gestadige vermeerdering in de wereld-
zuivelproductie, die gepaard ging met een
voortdurende toeneming van den wereldhan
del in boter en kaas, heeft Nederland, dat
vroeger bijna een monopolistische positie in
den handel innam, teruggedrongen tot een
minder belangrijk exportland.
Wanneer wij het feit voor oogen houden,
dat de overige kaas-exeporteerende rijken
eveneens moeten worstelen om hun produc
ten te plaatsen en dat het door het samen
stel van beschermende bepalingen schier on
mogelijk is de kaasjes over de grenzen te
laten rollen of daarvoor betaling te verkrij
gen, zal het geen verwondering wekken, dat
onze export weer aanmerkelijk is gedaald en
de prijzen nog circa 10 lager waren dan
die van 1933. De uitvoer van Edammer 40+
kaas bedroeg in de maanden Jan./Nov.
1932 18.312 ton, waarde f 9.627.000 tesen
16.707 ton en 8.245.000 waarde in 1933
en 15.868 ton en 7.355.000 waarde in
1934.
De aanvoer ter Alkmaarsche kaasmarkt
bedroeg in 1933: 5192 stapels wegende
'5.494.524 kilo, in 1934 4644 stapels wegen
de 5.149.468 kilo.
Bloembollenkweekerij en handel.
Ook thans moest weder volgens de door
de regeering ingevoerde saneering gehan
deld worden en werden er, zoowel voor bin
nen- als buitenland, minimumprijzen vastge
steld voor de hoofdartikelen hyacinthen, tul
pen en narcissen.
Gezien de ervaringen van het vorige jaar,
waren deze prijzen iets hooger gesteld dan
in 1933, aangezien ze toen nauwelijks den
cultuurprijs hadden benaderd en men bij dd
export-centrale rekening hield met de door
de saneering ingekrompen hoeveelheden te
veld staande bloembollen. Desondanks bleef
er toch nog een zeker percentage onverkocht,
welk overschot werd veroorzaakt door het
buitengewoon beste gewas. Dit overschot
wordt door het vak overgenomen en vernie-
tigd en zal met een zeker percentage worden
uitbetaald. Alhoewel over de saneering ver
schillend wordt geoordeeld, meent men toch
algemeen, dat een totale inzinking werd
voorkomen en een ongemotiveerde uitbreiding
der cultuur tegengegaan, die een gevolg zou
zijn geweest van de slechte resultaten van
de andere tuinbouwproducten.
Voor crocussen en bijgoed waren de
zen vrij, ze waren echter niet hoog.
ontwikkelde zich een levendige vraag
deze artikelen uitgezonderd irissen,
artikel zeer zeker voor het vak belangrijk is.
Amerika nam meer af dan het vorige jaar,
ook met Engeland was dit het geval. Zweden
nam weder zijn gewone kwantum, terwijl
Denemarken door verdere contingenteering
ongeveer de helft minder nam dan in 1933
Naar Oostenrijk, Hongarije en Polen werd
zeer weinig uitgevoerd, terwijl Frankrijk
zijn gewone kwantum nam, hoewel de con
tingenteering ook hier veel stagnatie veroor
zaakte.
Over het geheel genomen zal er in 1934
circa 2 millioen kilogram bloembollen méér
zijn geëxporteerd dan in 1933.
Ook dit jaar werd door de exporteurs
wederom koersverlies geleden, echter niet
zoo veel als in het vorige jaar.
De export vanuit Breezand en Anna-Pau-
lowna was dit jaar constant, terwijl het ge
was daar buitengewoon goed was te noe
men. De export uit Limmen en Heiloo was
weder iets grooter dan het vorige jaar, ter
wijl het gewas op de beste gronden hier bui
tengewoon goed was en op de hooger ge
legen gronden iets minder.
Over het algemeen kan gezegd worden,
dat de cultuur, alhoewel niet winstgevend,
toch loonend is geweest, terwijl, wat den han
del betreft, de uitkomst zal afhangen van het
verloop der betalingen uit het buitenland.
Gecondenseerde melk en melk
poeder.
De exporthandel in deze producten stuitte
opnieuw op groote moeilijkheden. Eenerzijds
was de productie van melk in Nederland stij
gend, terwijl anderzijds de export, tengevol
ge van de voortschrijdende contingenteerin-
gen naar de oude afzetgebieden sterk ver
minderde. Daardoor ontstond op de enkele
overgebleven „vrije markten" een sterke con
currentie, waar 't voor de Hollandsche leve
ranciers uiterst moeilijk was zich te hand
haven tegen de exporteurs uit Denemarken,
Engeland, Amerika, Canada en Australië,
die door valuta-verhoudingen een belang
rijken voorsprong hebben, terwijl daarnaast
de Engelsche en Canadeesche melk ook nog
de voordeelen geniet van „voorkeur-invoer
rechten".
Visscherij en vischhandel te Den
Helder en naaste omgeving.
Ook omtrent deze bedrijven valt nog geen
verbetering te vermelden. De ongunstige uit
komsten van het vorige jaar hebben zien her
haald, vangsten en prijzen vooral waren on
voldoende. Ook dit jaar is gebleken, dat de
afsluiting van de Zuiderzee voor Den Hel
der, wat de haring-, ansjovis-, garnalen- en
botvangst betreft, funeste gevolgen heeft. De
vangst van haring en ansjovis heeft zich
verplaatst naar den Oever langs den afsluit
dijk, tot nog oostelijker dan Harlingen, ter
wijl op garnalen niet intensief gevischt kon
worden wegens gebrek aan export.
De sardijn-(sprot)-vangst is dit jaar
wederom totaal mislukt. De garnalendroge-
rijen hebben ook weinig kunnen produceeren
en zijn eveneens met Overheidssteun gaande
gebleven.
Alikruiken zijn er ook heel weinig gevan
gen. Wulken konden voldoende gevangen
worden, maar bleven op betrekkelijk lage
prijs. Mosselen werden alleen voor eenden-
voer gevischt. De zeegrasoogst leverde ook
(8.—10.— en
KRO van 8
dit jaar weer niets op.
De Noordzeevisscherij is voornamelijk
door de grootste botters en kotters met
krachtige motoren uitgeoefend. Eenige daar
van hebben, ondanks de lage vischprijzen,
toch nog een loonend bedrijf kunnen maken.
Kleinere Noordzeekustvaartuigen hebben
niet loonend kunnen visschen, de vangsten
waren niet voldoende om, bij de over 't alge
meen lage prijzen, hun kosten goed te maken
Het totaal bedrag der aan den gemeente-
vischafslag te Den Helder verkochte visch
is wel niet minder dan het vorige, zeer on
gunstige jaar, maar geeft helaas geen ver
betering te zien.
Het is te begrijpen, dat de vischhandel bij
deze slechte uitkomsten der visscherij niei
rooskleurig kon zijn.
De vooruitzichten zijn nog verre van gun
stig. Onze regeering, die bekend is met den
noodtoestand in de visscherij en den visch
handel, treft evenwel maatregelen om te
trachten hierin verbetering te brengen. Met
dit doel werd een visscherij-centrale opge
richt, welke ondervedeeld is in commissies,
welke verschillende groepen omvatten, die bij
de visscherij en den vischhandel zijn betrok
ken. Opmerkelijk is het, dat de handel daarin
niet is vertegenwoordigd, op welke leemte
door de K. v. K. de aandacht der regeering
werd gevestigd.
Donderdag 3 Januari.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz., Alg progr.) 8.— Gr.pl. 9.—
Ensemble Lismonde. 10.— Mor
genwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30
Verv. concert. 11.Orgelconcert
P. van Egmond Jr., mmv. V. Bin
nendijk, alt. 12.— Tuschinski's Se
lect Salonorkest olv. Max Tak. 1.45
Vioolrecital C. Moerman. Aan den
vleugel E. Veen. 2.— Voor de
vrouw. 2.30 Verv. vioolrecital. 2.44
Zang door P. C. Brederode. 3.—
Deel. K. Kleyn. 3.30 Verv. zang.
4.Pianorecital R. Regnard. 4.30
Causerie Max Tak. 5.30 Kovacs
Lajos en zijn orkest en gr.pl. 7.30
Kapt. ter Zee H. FerwerdaOns
Volk en de Marine 8Vaz Dias.
8.05 Gr.pl. 8.15 „Orpheus', opera
van Gluck (verkorte uitvoering), m.
m. v. solisten, koor olv. H. van Wie
link en het Omroeporkest olv. A. v.
Raalte. 9.30 Noord-Amerikaansche
gr.pl. 10.— Omroeporkest o.l.v. A.
v. Raalte. 11.— Vaz Dias. 11.10
Uit Astoria, Amsterdam: Ensemble
Pali. 11.30—12.— Wiener Ensem
ble uit Astoria te A'dam.
HUIZEN, 301 M.
2.-12.- NCRV.de
10.en 11.—2.uur). 8.9 15
en 10.Gr.pl. 1015 Morgen
dienst olv. ds. J. J. van Petegem.
10.45 en 11.— Gr.pl. 1130
12.Godsd. halfuur. 12.15 Or
kestconcert en gr.pl. 2.Cursus
fraaie handwerken. 3.3.45 Gr.pl.
4.Bijbellezing dr. J. H. Gun
ning JHzn., mmv. bariton en orgel.
5.Handenarbeid v. d. jeugd.
5.30 Gr.pl. 5.55 Arnhemsch Strijk
kwartet en gr.pl. 7.15 Gr.pl. 7.30
Weekoverzicht. 8.Vaz Dias. 8 05
Kampliedjes door Groep 8 Ned.
Padvinders afd. Utrecht en gr.pl.
9.— Lezing L. W. J. v. Hasselt
9.30 Gr.pl. 10.Vaz Dias. 10.05
—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.25 Gr.pl.
12.05 Rutland Square en New
Victoria-orkest olv. N. Austin. 1.20
Gr.pl. 2.20 BBC-Northern Orkest
olv. T. H. Morrison. 3.20 Vesper.
4.10 Gr.platen. 5.05 Orgelspel S.
Gunn. 5.35 BBC-dansorkest olv. H.
Hall. 6.20 Ber. 6.50 Cembalo
recital Alice Ehlers. 7.20 Zang o.
1. v. S. Robinson. 8.35 Verrassings
programma. 8.50 Pianorecital Moi-
seitwitsch. 9.30 „Soft iights and
sweet music", variété-progr. 9.50
Ber. 10.20 Kerkdienst. 10.35 Lvra-
kwartet en deel. 11.3512.20 Lou
Preager en zijn orkest.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.20 Gr.pl. 12.50 Pascalorkest
5.20 „Britannicus", spel van Ra-
cine 9 05 Nat. Orkest olv. Inghel-
brecht. 10 50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 1120
1.20 Concert uit rest. Ritz, 2 50
—4.50 L. Preii's orkest. 7 30
Weensche operettemuziek. 8.40 Om
roeporkest olv. Mahler. 9.Or.pl.
9 25 Omroepsymphonieorkest o.l.v.
Mahler. 10.15—11.50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl,
6 35 Orkestconcert. 10.30 Zang en
piano. 11.20 Omroepkleinorkest o.
v. Eysoldt. 3.20 Omroepklein
orkest olv. Klosz. 5.05 Zang. 6.50
Gr.pl. 8.05 Berlijnsch Philh. orkest
olv. Zaun. 9.50 „Die wilde Jagd
zieht übers Land", spel van Petry,
muziek van Fehres, mmv. het Om
roeporkest en -koor olv Kfihn. 10.35
Radiokwintet. 11.201.20 Concert.
ROME, 421 M» 8.05 Or.pl. 9.20
Gevarieerd programma.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-:
12.25 Omroepkleinorkest olv. Wal
pot. 1.30—2.20 Gr.pl. 5.20 Kerst
programma. 8.20 Hoorspel. 8.50
Gr.pl. 9.20 Symph.-concert. 10.30—
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Omroeporkest o. 1. v. Gason.
I.30—2.20 Omroeporkest olv. Ga
son en gr.pl. 5.20 en 6.35 Gr.pl.
8.20 Salonorkest olv. Walpot. 8.50
Gr.pl. 9.35 Omroeporkest olv. Ga
son, mmv. zangsoliste. 10.30
II.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.30 „Saarland-Saarland"
Rijkszending olv. P. Laven. 8.05
Berlijnsch Philh. orkest olv. F.
Zaun, mmv. W. Stech, piano. 9.20
en 10.05 Ber. 10.20 Omroeporkest
uit Frankfort olv. Rosbaud, mmv.
M. Osswald, tenor. 11.201.20
Concert.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 7.—1220,
Parijs 12.20-14.20, Lond. Reg
14.20—17.20, Brussel VI. 17.20—
18.50, Brussel (Fr.) 18.50—19.35,
Weenen 19.35-20.50, Parijs 20.50
—21.05, Weenen 21.05—24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8 50,
Droitwich 10.3511.06, Lond. Reg.
11.05—12.05, Droitwich 12.05
18.50, Lond. Reg. 18.50-19.40,
Droitwich 19.40—21.50, Lond. Reg.
21.50—22.20, Droitwich 22.20—
22.35, Lond. Reg. 22.35—24.—.
Bankbedrijf.
Het jaar 1934 verliep voor het bankbedrijf
vrijwel hetzelfde als het vorige jaar.
Verschillende conversies kwamen de effec
tenprovisie ten goede; voor het overige vloei
den de winstbronnen maar zeer matig, nu er,
door dezen slechten gang van zaken, zoo
weinig zaken te doen vallen.
De rentevoet-voet voor gelden op langen
termijn onderging nagenoeg geen wijziging
De prolongatie-rente noteerde vrijwel het
geheele jaar onafgebroken 1
Bouwbedrijf.
Het bedrijf werd zeer zwaar getroffen door
de ongunstige tijdsomstandigheden. Behalve
een zekere bedrijvigheid in den zoogenaain-
den eigenbouw, vërtoonde de algemeene toe
stand een treurig beeld.
De werkloosheid-cijfers voor de groep
bouwbedrijven spreken in dit opzicht ook
duidelijke taal. Het totaal cijfer der aanbe
stedingen, dat in October 1933 ruim tien
millioen gulden bedroeg, was volgens de
„Aannemer" in October 1934 slechts 4 5
millioen gulden.
De werken, die nog voor uitvoering in
aanmerking kwamen, leverden, ten gevolge
van de ongebreidelde concurrentie, door
gaans geen mogelijkheid op een redelijke
verdienste op.
De prijs van vele materialen, welke voor
het bouwbedrijf noodig zijn, beweegt zich om
en nabij de noteeringen van de vóóroorlog-
sche jaren, terwijl de loonen, in vergelijking
met de achter ons liggende jaren, circa 30
zijn verminderd. Een en ander wettigt de ge
dachte, dat er in de naaste toekomst geen be
langrijke prijsdalingen meer zullen plaats
vinden, zoodat het uitstellen van de uitvoe
ring van bouw- of uitbreidingsplannen, in de
verwachting o min afzienbaren tijd mogelijk
nóg goedkooper te zullen kunnen bouwen,
niet gerechtvaardigd schijnt.
Pluimveeteelt en eierhandel.
De pluimveeteelt ondervond geducht den
invloed van de slechte tijdsomstandigheden.
De export van eieren naar Engeland bleek
zelfs met een regeeringstoeslag van K ets
per ei voor de meeste kwaliteiten geenszins
loonend.
De gemiddelde eierprijzen, welke in 1933
reeds aanmerkelijk beneden ae 3 cents lagen,
daalden in 1934 nog verder.
In het algemeen zijn de resultaten van het
pluimveebedrijf in 1934 onbevredigend ge
weest.
Middenstand.
Ook de middenstandsbedrijven kunnen niet
op een gunstig jaar terugzien. Door de
steeds geringer wordende koopkracht der be
volking, zoowel in de stad als in de omge
ving, zijn de omzetten zeer verminderd.
Daartegenover bleven de bedrijfsonkosten
nog steeds op een hoog peil, terwijl deze in
vele gevallen door nieuwe fiscale maatrege
len, zooals de omzetbelasting, zelfs hooger
werden. Door tal van crisismaatregelen
wordt bovendien de administratieve romp
slomp steeds grooter. Daarnaast maakt de
scherpe concurrentie met het grootwinkelbe
drijf en de coöperatie de bestaansmogelijk
heid van vele middenstandsbedrijven steeds
moeilijker.
Wieringermeerpolder.
De werkzaamheden in den Wieringermeer-
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
27)
„Een fijne haan wat voor kleur, v„.d
je?"
„Een jonge kleur, naar ik hoop", glim
lachte de pandhuishouder.
„Wit dus; geef ons een witten haan, Sam
Lorenz".
De oude man glimlachte niet meer, maar
draaide zenuwachtig op zijn stoel en keek
daarop nadenkend zijn metgezel aan, alsof
er een dubbele beteekenis in diens laatste
woorden lag opgesloten, een beteekenis van
het grootste gewicht.
„Een witte haan dus", zeide de fregatvo-
gel. „Gewoonlijk hebben zij het malschte
vleesch, hè? Maar hij moet in elk geval
zwarte pooten hebben".
De kleine man luisterde met open mond
„Je ziet, dat ik veeleischend ben", glim
lachte Geraldi. „Een witte haan met zwarte
pooten wil ik hebben en met een koraalioo-
den kam met zwart doorschoten
De pandhuishouder sprong van zijn stoel
op, alsof hij het niet langer kon uithouden;
hij beefde.
„Wie heeft je dat geleerd?'' vroeg hij
„Als je zoo de wereld doorkruist, pik je
hier en daar wel eens wat op over goede
kookkunst".
„Geef mij een teeken", drong de oude
man aan.
„Maar je bent het met mij eens over dien
haan?"
„Ja, ja!" Hij stampte op den grond van
ongeduld.
„Wel, dan zouden wij dit idee op hand
slag kunnen aannemen".
Wantrouwig gaf Lorenz Geraldi een
hand bijna alsof hij verwachtte dat deze
zou branden als vuur, maar nauwelijks
hadden de handpalmen elkander aange
raakt, of hij trok zijn hand terug met den
uitroep: „Jij bent een van hen! Je behoort
bij hen!"
Geraldi nam een andere sigaret. „Je ziet
het nu zelf".
„Ik ben een gek en een vader en een
grootvader van gekken!" kermde de eige
naar van den winkel. „Ik had het kunnen
weten, ik had het ten minste kunnen raden".
„Dat had je werkelijk wel kunnen doen
Kom, zend nu eerst die andere lui weg".
„AH ze tenminste niet kunnen helpen",
zeide .de ander zorgzaam. „Er zijn heel
handige lui onder".
„Natuurlijk", antwoordde Geraldi, „maar
niet handig genoeg voor mij in deze """'ge
legenheid. En doe mij nu een plez r en
maak wat voort met wat ik nccd'g 1 in
het bijzonder met het paard. Je hebt een
paar goede dieren hier, meen ik".
„Ik kan je een paard geven voor de
woestijn of een voor de bergen".
„Geef mij een paard voor beide".
„Dat is moeilijk", zeide Lorenz teleurge
steld.
„Je hebt een grijs paard hier met zwarte
vlekken, dat zal het juiste voor mij zijn".
Lorenz zuchtte. „Als je van dat paard
afweet, dan weet je alles", zeide hij. „Ik
zal het dadelijk zadelen".
HOOFDSTUK XXI.
Een uur lang werkten zij samen; de kleine
hoekkamer van het pandhuis was bezaaid
met pruiken, afgeknipte haren en flesschen
haarverf. Eindelijk ging Geraldi voor den
spiegel staan en bekeek zichzelf zorgvuldig,
eerst aan de eene zijde en teen aan ae ande
re. Zijn haar was goudblond en viel op zijn
schouders neer op de oude wijze van de In
dianen, die nog wel gevolgd wordt, doch
uit de mode geraakt. Een blonde, korte kne
vel versierde zijn bovenlip en zijn wenk
brauwen hadden dezelfde kleur.
Hij scheen tevreden met zijn uiterlijk en
zette met een zwaai een sombrero op van
het hooge Mexicaansche model, versierd
met gouden en zilveren banden. Hij droeg
ook een Mcxicaansch baadje, glinsterend
van rijk borduursel en langs den naad van
zijn broek waren zilveren schelpjes gehecht
in een blinkende rij. Zijn pistoolkoppel was
van witte geitenhuid en de holsters waren
van hetzelfde leer, terwijl de parelmoeren
kolven van een paar kostbare pistolen er
uit staken. Het costuum werd voltooid door
van lange sporen voorziene rijlaarzen.
„Is het zoo goed?" vroeg Geraldi.
De oude man bekeek hem met de half ge
sloten oogen van een kenner. „Het is net
een beetje te mooi om waar te zijn", zeide
hij. „Wacht eens even". Hij zocht wat tus-
schen zijn flesschen en verzocht Geraldi
daarop om weer te gaan zitten. Een half
uur lang was hij nog zorgvuldig aan het
werk en toen hij klaar was, stond Geraldi
op en zag in den spiegel een gelaat, dat
niet het zijne was. Een lidteeken liep van
het voorhoofd over het linker oog; het oog
lid zelf was heel weinig beschadigd en dan
liep het lidteeken over de wang, breeder
wordend en dieper het vleesch samentrek
kend, totdat het plotseling bij de kin spits
toeloopend eindigde. Het was niet zoozeer
een verminking als wel een kenmerk van
vechtlustige neigingen op het knappe gelaat
van Geraldi.
„Glimlach nu eens", zeide de oude man.
Geraldi deed het en de spieren van zijn
wang vertrokken het nieuwbakken lidtee
ken.
„Zoo is het beter", zeide Lorenz beslist.
„Je hebt een eigen, bijzonderen glimlach en
deze nieuwe grijns is juist scheef genoeg
om hem niet te herkennen. Ik geloof niet
dat velen je zullen kennen, als je niet te
veel praat".
„Ik ben een Mexicaan", zeide Geraldi
in zuiver Spaansch. „Ik heb niet de Engel
sche spraak, behalve een paar woorden
hier en daar".
„Dat maakt het perfect", zeide de oude
man. „Het is niet de toon van iemand's
stem, welke zoo vaak wordt herkend, maar
de manier van spreken, zijn woordenkeus en
zijn zinsbouw, waar het op aankomt. Je
bent nu af, Geraldi, of ze moesten je onder
een microscoop leggen".
„En nu het paard".
De oude mart ging spijtig naar den ach
terkant van den winkel, gevolgd door zijn
metgezel; daar bukten zij door een zijdeur
hoewel er geen opening in den muur te
zien was en liepen door een gang, welke
plotseling toegang gaf tot den achterkant
van een schuur, waar een zoete hooilucht
hing. Aan den anderen kant van een hoog
tusschenschot stonden een menigte paarden
en Gera'di herkende de plaats als aie van
den grootsten huurstal van de stad. Aan
deze zijde echter waren maar zes boxts en
ir. een der middelste zag hij het paard, dat
hij wenschte.
Lorenz deed het halster af en leidde het
dier bij de manen naar buiten Het paard
was zwaar gevlekt, de plekken zwart sche
nen bij de knieën tezamen te vloeien, want
van daaraf waren de beenen als zwart ge-
nolijst; de hoeven waren ook puur ebben
hout, evenals de neus. waarmede het dier
langs Lorenz' schouder wreef. De kleine
man bekeek het met doffe oogen.
(Wordt vervolgd).