VIERVOUDIG GOUDEN JUBILEUM. J&mnadand HeuilCetm ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 4 JANUARI 1935 Stad en Omgeving Een woord tot het gouden paar. KOLENDAMP-VERGIFTIGING IE GOES. Heer en dame in levensgevaar. GEHEIME STOKERIJ IN AMSTERDAM. Op heeterdaad betrapt. De inval. ONGENOODE GASTEN Vrachtauto rijdt kamer in. DE RADIO-CENSUUR, WINTERHULP VAN DE N. S. B. ONZE VLOOT EN DE HEER PAUL KOSTER. GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT. EEN GELUKKIGE GEMEENTE. BRAND TE GRONINGEN. DE „WILDE BUSDIENSTEN". Verlaten op den afsluitdijk. AARDSCHOKKEN IN LIMBURG. Ruiten rinkelden. NU DE MIST IS OPGETROKKEN. Schiermonnikoog uit zijn isole ment verlost. DE FREGATVOGEL. (Wordt vervolgd). Het echtpaar J. Dammes aan het Zwarte Kerkje te Zuidschermer vierde heden zijn gouden huwelijksfeest op on vergetelijke wijze. Daarvoor was alle reden aangezien de heer Dammes tevens het feit herdacht, waarop hij voor 50 jaar werd benoemd tot koster en ont vanger der Ned. herv. gemeente aan het Zwarte Kerkje en bovendien was het 50 jaar geleden, waarop hij zich aldaar als schilderspatroon vestigde. Reeds dagen te voren mocht het echt paar ondervinden, dat het zich in de sympathie van velen mag verheugen. Dit kwam tot uiting in een groot aantal bloemstukken en felicitaties, de wappe rende driekleur van alle woningen in de omgeving en de eerepoort voor den in gang van het kerkje, waarin heden een aparte dienst werd gehouden, die geleid werd door ds.' Heep uit Stompetoren. De verschillende bloemsttukken op en voor het koorhek gaven aan den dienst een feestelijk karakter. En het was bij zonder opvallend, dat dit kerkje, waar in gewoonlijk voor een klein gehoor het evangelie wordt verkondigd, ditmaal .geheel met belangstellenden, w.o. de burgemeester van Oterleek, de heer Huyser van Reenen, was gevuld. De dienst ving aan met gezang 2 het eerste vers. Hierna ging ds. Heep voo in gebed, waarna, begeleid door orgelspel, het 7e vers van psalm 97 werd gezongen. Hierop las de prediker psalm 128 ver zen 17. Tot tekstwoord had ds. Heep gekozen het 5e hoofdstuk van Genesis 1, 26, 27. De gedachte aan de broosheid van ons leven, zoo betoogde ds. Heep, heeft voor ons allen iets weemoedigs en het wordt voor een groote zegen gehouden te komen tot hooge ouderdom en niet zon der reden, omdat het leven overal vol leven is. Ook dan wanneer de teleurstel ling en smart, die geen mensch kan ont gaan, elkander op volgen. Toch heeft het tegenovergestelde wel eens plaats. Er zijn levensmoeden die naar het einde verlangen, maar zij be lmoren gelukkig tot de uitzonderingen. Levensmoeheid is een ziekte en even eens een bewijs, dat iets hapers aan onze zedelijke veerkracht, aan ons geloof en onze liefde. In het algemeen heeft den ouden dag voor ons allen iets eerbiedswaardigs. Bij alle volkeren wordt het voor een voor naamste plicht gehouden om den ouder dom met een zekere waardeering te ont zien en te behandelen. Er kan iets eervols gelegen zijn langen tijd zijn kracht te hebben bewaard en er is reden tot schande en zelfverwijt wan neer men door buitensporigheid of on matig leven reeds op jeugdigen leeftijd'n ouden man of vrouw schijnt. Toch mag men niet vergeten, dat onze groote Meester op jeugdigen leeftijd is gestor ven. Er is iets dat hooger staat dan een lang leven n.1. of men goed geleefd heeft. Spr. trad hierop in een beschouwing over de aartsvaders, waarvan men niets anders weet dan dat zij geboren werden en lang hebben geleefd. Jezus werd slechts 33 jaar, omdat hij met de menschen niet mee wilde wan delen. Wie met God wandeld moet dik wijls tegen den stroom in, heeft het kruis te dragen, verbruikt meer kracht en leeft korter. Vandaar dat velen liever met Methuzalem leven dan met Jezu6. De vraag is wat men onder een geze- genden ouderdom verstaat. Wij zijn overtuigd dat een christen een hoogere wensch moet koesteren, dan een kalm leven te leiden. Wanneer men leeft vol gens plicht en geweten, is het in '-•ooge mate onwaarschijnlijk dat de rust niet ernstig verstoord zal worden. Voor een gezegenden ouderdom is het noodig dat men den zegen heeft ervaren van dè liefde die men schenkt en ont vangt. Velen die lang hebben geleefd, hebben vergeten in dit leven te leven. Hierop werd gezang 73 verzen 3 en 7 gezongen, terwijl inmiddels gecollec teerd werd voor het jubileerende echt paar. Gezegend zijn alleen, zoo vervolgde ds. Heep, die grijsaards, die wandelen met God, al is hun leven niet zonder zorgen en minder kalm geweest. Zij hebben zich gewaagd in den heiligen strijd van het leven. Hun kruis, hun last is hen lief geworden. Het hangt van het moeilijk leven af, dat wij ons bewust zijn geworden en het bewuste naar buiten uitdragen. Een oogens^hijnlijk kalm leven kan echter ook zijn een leven van stille plichtsbetrachting en al heeft men maar één draadje toegevoegd aan het groote weefsel der wereldgeschiedenis dan heeft men net vergeefs geleefd. Dezulken waren niet rustig omdat zij ongevoelig waren voor het leed dat zij moesten dragen of anderen zagen dragen, maar omdat zij wisten dat hun toekomst in veilige handen is en zullen in het einde van hun leven kunnen zeggen: „ik heb den goeden strijd gestreden, maar het geloof behouden." Geve God u en mij zulk een gezegen- den ouderdom. Ds. Heep zich hierop tot den heer en mevrouw Dammes richtende, vervolgde: samen hebt gij gedurende 50 jaar lief en leed vereend gedragen. Ook zijn u na tuurlijk vele teleurstellingen, verdriet spaard gebleven en toch, niettegenstaan- en krankheden in al die jaren niet be de dat alles hebt gij dezen dag op dezen plaats feestelijk willen herdenken in het gebouw waaraan gij officieel verbonden zijt. In het huis des gebeds hebt gij met uw kinderen en kleinkinderen God wil len danken voor alle zegeningen u 50 jaren lang geschonken. Mogen die zege ningen u ook in uw later leven niet ont houden worden. Moge u beschoren zijn een levensavond in werkzaamheid en goede gezondheid. Wij, die hier aanwezig zijn, felicitee- ren u alleen reeds door onze tegenwoor digheid en geven daardoor te kennen onze achting en eerbied voor u, die gij gedurende 50 jaar verworven hebt en verdient. Een achting en eerbied die, naar wij hopen, nog langen tijd zal blij ven. Als gij eenmaal heengaat, moge dan de gemeente kunnen zeggen: „zij hebben een gezegenden ouderdom bereikt". De dienst werd hierop beëindigd met het zingen van gezang 94 vers 1. Na afloop vereenigde men zich in de versierde schilderswerkplaat, waar ge legenheid was om het gouden paar ge luk te wenschen. In een feestelijke stemming werd het feest hierop in familie- en vrienden kring gevierd. Te Goes heeft zich een geval van ko lendampvergiftiging voorgedaan. Gister nacht gevoelden de heer en mevrouw Blom in de Kamperfoeliestraat zich on wel, waarom zij terstond de hulp van een gen "esheer inriepen. Deze zou des morgens terug keeren. Toen hij echter te ongeveer tien uur in den ochtend weer aanbelde, kreeg hij geen gehoor. Hij riep daarop de hulp van de politie in. Door het uitbreken van een deur ver schafte deze zich toegang tot het huis. Men vond op de slaapkamer den man en de vrouw bewusteloosè Beider toestand was zoo ernstig, dat overbrenging naar het ziekenhuis noodzakelijk was. Per ziekenauto werden zij daarop naar het ziekenhuis vervoerd, waar terstond ge tracht werd het bewustzijn terug te brengen. Des middags begonnen beiden weer teekenen van leven te geven, maar men achtte hun toestand nog zeer be denkelijk. De oorzaak is waarschijnlijk kolen- dampvergftgng, daar in de kamer een haard brandde en in het huis beneden een zware kolendamp hing. De onlangs ingestelde douane-recherche dienst die reeds verschillende smokkelzaken aan het licht bracht heeft Woensdagavond wederom een goede vangst gedaan. In een perceel aan de Passeerdersgracht te Amsterdam heeft deze dienst n.1. een clande stiene branderij voor het stoken van dranken ontdekt, toen deze in volle werking was. De destilleerderij is in beslag genomen; de eige naar werd op heeterdaad betrapt toen hij bezig was met het bereiden van het gedestil leerd. De man heeft een volledige bekentenis afgelegd. Het was den douane-recherchedienst reeds eenigen tijd bekend, dat aan kleine firma's dranken werden verkocht waarop geen ac cijns was betaald. De kwaliteit van deze dranken was zeer slecht. Na langdurige onderzoekingen kwam men te weten dat zich in een pand aan de Passeerdersgracht vermoedelijk een geheime branderij bevond waarvan deze dranken waarschijnlijk afkomstig waren. Toen men nu Woensdag j.1. voldoende gegevens had om met succes een inval te kunnen doen, toog de inspecteur van den recherchedienst met eeni- ge ambtenaren en politiemannen van het bu reau Leidscheplein naar het pand. Te voren had men een plan opgemaakt om den eige naar der branderij, zoo mogelijk, op heeter daad te betrappen. Ongeveer half vier was het, toen twee amb tenaren via een aangrenzend perceel naar het dak van het perceel no. 5 klauterden en daar door het zolderraam plotseling voor den man stonden die juist bezig was met zijn geheime branderij Vrijwel tezelfdertijd hadden ook aan de voorzijde van het huis twee ambtenaren het huis betreden die op hetzelfde moment op den zolder verschenen. De verraste destillateur legde een volledige bekentenis af. Hij werd naar het politiebu reau aan het Leidscheplein overgebracht waar proces-verbaal tegen hem werd opge maakt. De geheele installatie alsmede ver schillende ingrediënten voor de vervaardi ging der dranken werden onmiddellijk in be slag genomen en naar het Oost-Indische Huis vervoerd. Gisteravond reed een groote vracht auto van de boterfabriek „Nooitgedacht" tegen de boerenhofstede van den land bouwer Wijnmans, gelegen tusschen Raamsdonk-dorp en Raam6donksveer. De voorgevel werd geheel ingedrukt, zoodat de zware wagen in de voorkamer terecht kwam. Gelukkig bevonden de bewoners zich in het achtergedeelte van het huis. De chauffeur bekwam eenige hoofd wonden. De schade is aanzienlijk. Daar de weg ter plaatse zeer smal is, onder vond het verkeer eenige vertraging. Kapitein ter zee H. Ferwerda, com mandant van het vliegveld De Kooy bij Den Helder, zou gisteravond in het al- gemeene programma, dat door de A. V. R. O. werd verzorgd, een rede houden over „Ons volk en de marine". De uit zending heeft echter niet plaats gehad, aangezien de algemeene programma commissie er bezwaar tegen had. Gistermiddag is op de Nieuwe Markt te Rotterdam een volksoploop en eenig rumoer ontstaan, toen een wagen van de N. S. B. verscheen, versierd met een groot bord: Winterhulp, van welken wagen uit men levensmiddelen wilde uitreiken. Communisten hebben door geschreeuw, opdringen en verspreiding van communistische manifesten, even- tueele gegadigden van den wagen verre gehouden. Toen de heer C. Frenay, ex- communist en ex-fascist, op de Nieuwe Markt verscheen, namen de debatten een dergelijken omvang aan, dat de po litie het beter vond ze onbeslist te be ëindigen. De Nieuwe Markt is schoon geveegd en de winterhulp-wagen naar stal gegaan. In het orgaan van de vereeniging Onze Vloot lezen wij dat het hoofdbe stuur vdn deze vereeniging het nemen van een conclusie door den algemeenen raad en een verdere behandeling van de enquête te Washington inzake de particuliere wapenindustrie overbodig acht, nu de heer Paul Koster, wiens naam in verband met deze enquête is genoemd, ontslag heeft genomen als eerelid van Onze Vloot. Het hoofdbestuur wil hierbij niet na laten de bijzondere verdiensten van den heer Koster, wiens bemoeiingen tot op richting van Onze Vloot hebben geleid, in herinnering te brengen. De ambtenaren te Gouda hebben in samenwerking met de gemeentelijke politie van Reeuwijk een inval gedaan bij J. van H., een werklooze, wonende aan den Platteweg, alwaar een volledig distilleertoestel met bijbehooren en voorraad in beslag is genomen. Een en ander is naar het belastingkantoor te Gouda gebracht. Proces-verbaal is op gemaakt. De gemeente Ootmarsum verkeert in de ge lukkige omstandigheid, dat zij haar belastin gen voor het belastingjaar 1935 resp. '35/'36 niet behoeft te verhoogen. Evenals het vorige jaar zullen de volgende belastingen worden geheven: resp. 40 en 20 opc. op de hoofd sommen der gebouwde en ongebouwde eigen dommen; 80 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting; 50 opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting en 20 op centen op de hoofdsom der gemeentefonds belasting. Met deze belastingheffing kan een reëel sluitende begrooting worden verkregen, zonder dat een extra uitkeering uit het werk- loosheidssubsidiefonds moet worden ge raamd of beschikt moet worden over een ge deelte van een reeds gevormde reserve. De werkloosheid in de gemeente is betrekkelijk gering. De gemeente zorgt zoo noodig steeds voor productieve werkverschaffingsobjecten. Gisteravond om half zeven is door onbekende oorzaak brand ontstaan in een loods van de helling aan den Pa- terswoldschenweg te Groningen, die door de heeren Bodewes en Detmers wordt gebruikt voor reparatie van zgn. opduwbootjes en als bergplaats van machinerieën, benzine en olie. De loods, die in eigendom toebehoort aan de hee ren Schrage en v. d. Goot, is geheel af gebrand. Ook de inhoud ging verloren. De brandweer wist een paar huisjes, die de vorige week juist waren ont ruimd, te bewaren. De inventaris van de loods was verzekerd voor 11.000. Aan het rollend verkeer over den afsluit dijk naar beide ricthingen komt zoo nu en dan de justitie te pas. Het is tijdens de laat ste dagen meer dan eens voorgekomen, dat de ambtenaar van het O.M. bij het kanton gerecht te Leeuwarden, geassisteerd door de commandanten van de Kon. Marechaussee te Leeuwarden en Makkum, eenige bussen midden op den afsluitdijk aanhield, proces verbaal tegen de ondernemers opmaakte, de bussen in beslag nam ende reizigers in de kou liet staan. Deze autodiensten waren in de laatste maanden snel populair geworden. Wel reden de bussen van deze „wilde diensten" niet ge regeld, maar als ze reden hadden ze groot succes, want het publiek laat zich gaarne vervoeren met deze comfortabele bussen, die over het traject AmsterdamLeeuwarden ongeveer even snel doen als de trein. Daar komt dan vooral bij, dat de busondernemer slechts twee gulden, een andere niet meer dan 1.50 voor de rit Amsterdam- Leeuwarden berekent, terwijl de tocht met het spoor derde klasse meer dan het dubbele kost. Wie wel eens op den weg verkeert, heeft tal van malen kunnen opmerken, dat deze „wilde" autobusdiensten vol passagiers za ten, terwijl de Ato, namelijk de officieele spoordienst AlkmaarLeeuwarden, maar heel weinig publiek vervoert. Voeg daar dan bij, dat de Ned. Spoorwegen hun diensten honderden reizigers zien aftappen door het autobusverkeer-zonder-concessies, dan valt het te begrijpen, dat er van hoogerhand is ingegrepen in dit systeem van „wilde" diensten. Het is intusschen wel wenschelijk, dat er nu eens een gezaghebbende uitspraak komt, zoodat men weet wie er wel met recht, en wie er niet een autobusdienst van Amsterdam op Friesland en omgekeerd mag onderhouden. Hedenochtend omstreeks half vijf zijn in midden-Limburg één of twee aardschokken gevoeld. Uit verscheidene plaatsen werden ons hieromtrent berichten gezonden. Te Roer mond voelde men eenige minuten voor half één een schok, die vijf tot zes seconden aan hield. De meeste inwoners werden uit hun slaap gewekt. Hier en daar rinkelden ruiten en andere losstaande voorwerpen. Te Venlo werden kort na elkaar twee schokken waar genomen, waarvan de eerste het sterkst was. Ook hier bleven de gevolgen beperkt tot het rinkelen van ruiten enz. Voorts werden de schokken gevoeld te Heel, Heythuizen, Weert, Baarloo en tusschengelegen dorpen. De rijksveerboot, die gisteravond Schier monnikoog niet kon bereiken wegens den dichten mist, is vanmorgen te vier uur te Oostmahorn teruggekeerd. Van vijf uur gis termiddag is de boot dus buiten gebleven. Daar de mist thans is opgetrokken, kon de dienst hersteld worden. GRAFSCHENNIS. Gistermorgen werd ontdekt, dat op het r.k. kerkhof in Den Dungen (N.Br.), op erger lijke wijze grafschennis was gepleegd. Ongeveer tien grafkruisen waren omge trokken. Het gebeurde heeft in de gemeente groote verontwaardiging gewekt. door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 29) Op dezen avond zat neef Edgar weer aan de piano, toen hem een briefje werd overhandigd. „Er is een man om mij te spreken, lieve Olivetta", zeide hij. „Wil je mij toestaan hem hier alleen te ontvangen of zal ik hem in de bibliotheek laten en Louise lastig vallen?" Mevrouw Asprey .verliet de kamer en schrok in de gang terug, toen zij het stuur- sche gelaat van Renney zag. Deze trad bin nen, aarzelend op den drempel. Neef Edgar stond met de hand op de piano geleund; hij glimlachte tegen Renney, maar zijn glim lach was niet prettig om te zien. „Hij is hier geweest, is het niet?" vroeg Renney, de situatie volkomen begrijpend. „Hij is hier geweest", antwoordde de dikke man. Hij trommelde met zijn weeke vingers op de piano en wachtte af. „Een paard kan niet eiken ren winnen", zeide Renney somber. „Ik dacht, dat ik de zen ren al in den bak had, ik ging al wat langzamer en Geraldi passeerde mij bij den eindpaal, dat is alles!" „Hij haalde je in, hè?" Ja „Waar?" „Bij Asprey's woning". Neef Edgar keek werkelijk zwart; hij be- heerschte echter de woede die in hem op rees en begon met zijn geruischloozen tred heen en weer te loopen. Renney zette zich schrap voor de uitbarsting, de beenen uit elkander, het hoofd voorover gebogen. Hij had iets van den bulldog in zijn karakter en hij wilde niet wijken, maar vroeg een voudig; „Wel, ik kwam om rapport uit te brengen, ik geloof, dat dit zoowat alles is". Neef Edgar kon nog geen antwoord ge ven; hij ging voor de piano zitten en sloeg eenige accoorden aan, met gebogen hoofd nadenkend. Toen wendde hij zich op de kruk om. „Kom hier". Renney kwam naderbij. „Wat is er gebeurd?" „Ik had Asprey tegen den muur met mijn revolver op zijn hoofd gericht. Dat jong lag dood langs den spoorweg, dat dacht ik tenminste. Wel, hij was niet dood, hij kwam in de deuropening achter mij en schoot het wapen uit mijn hand". Hij stak zijn rechterhand uit en verwijder de een zakdoek, welke er om gewikkeld was Tusschen duim en wijsvinger was een wond zichtbaar en aan den rug van de hand was een rood-en-blauwe plek. „Je kunt nu geen wapen meer hanteeren", merkte neef Edgar op. „Niet?" grijnsde Renr.ey, „dat idee heeft al eens een man het leven gekost! Mijn lin ker is even goed als mijn rechterhand". Hij bewees dit door een revolver met de linker hand ergens vandaan te tooveren en dade lijk weer te doen verdwijnen. „Het heeft tijd en oefening gekost om dat te doen", merkte hij op. Neef Edgar keek toen en nam goede nota. „Renney", zeide hij, „geef toe dat je een idioot geweest bent door dien man Ge raldi te onderschatten". „Onderschatten, je zuster!" antwoordde de bandiet. „Ik wist, dat hij glad was, niet zoo glad als het uitkwam, maar handig ge noeg. Wel, hij sloop mij eenvoudig voorbij. Ik zat hem achterna, zooals ik nog nooit een man heb nagezeten. Ik dacht, dat ik hem van het dak van een spoorrijtuig had geschoten, ik zag hem er af vallen; de he mel weet, wat een man meer zou kunnen doen. Daarvóór had ik hem al in een ge vangenis doen opsluiten, maar er zijn geen gevangenissen gemaakt om hem vast te houden, de hel zou er aan te pas moeten komen, naar het schijnt". Neef Edgar luisterde, overwoog en was gerust gesteld. „Renney", zeide hij, „er zijn menschen, die nooit een mislukking excusee- ren. Ik ben niet zoo; integendeel, ik geloof, dat ik je van nu af aan meer kan vertrou wen dan tevoren". „Chef", zeide Renney langzaam, „ik weet niet hoe het uit te drukken, maar als ik Ge raldi te pakken kon krijgen, dan zou ik be reid zijn het volgende oogenblik te accep teeren wat voor mij is weggelegd". Er lag een rustige overtuiging in dit gezegde, wel ke geheel bevredigde. Edgar Asprey knikte. „Je wilt het spoor dus ook verder volgen?" vroeg hij. „Ik wensch niets anders". „Dan zal ik je zeggen hoe dat spoor te kruisen; die twee zijn natuurlijk op weg naar den gouverneur". „Zoo? Dan zal ik ze daar wel te pakken krijgen". „Als je zonder ophouden rijdt, een paard is vlugger dan een trein van hier naar de hoofdstad. Ik zal je een paard geven en een brief". „Ik ga dadelijk op weg". „Wacht even. Neem eens aan, dat je Ge raldi ontmoet, Renney. Wat zou je met hem kunnen doen?" „Hem dooden, chef, zoo zeker als „Ben je daar zoo zeker van?" Renney dacht na; alles wel beschouwd was er geen reden om zoo optimistisch te zijn. „Neen", gaf hij eindelijk toe. „Ik weet het niet, ik ben bereid de kans te wagen, dat is alles. Hoe bet zal uitpakken, kan ik niet raden: ik denk, dat de kansen gelijk zullen zijn „Zoo mag ik het hooren", antwoordde Asprey „Opsnijden is goed voor gekken. En dan, nu je niet zekerder kunt zijn, hebben wij een tweeden man noodig". „Juist, dat zou beter zijn". „Ken je lui, die we kunnen huren?" „Ik ken er genoeg, maar geen jongens, die in een geval als dit zouden kunnen hel pen". „Waarom niet? Waarom niet? Is die Ge raldi van ijzer? Is hij niet te treffen met looden kogels?" „Misschien wel, ik weet het niet, maar dat wil ik wel zeggen, niet elke mannetjes putter, die je in het vuur brengt, zal met nem in contact komen. Het gemakkelijkste in de wereld is een bende te bevechten". „Goed dan, wat stel je dan voor?" „Ik zal het overdenken. Wat kan ik be talen?" „Hoeveel heb je noodig?" „Met een duizend kan ik het klaarspelen met elk van de lui, die ik ken". „Zooveel kun je krijgen". „Ik heb nu alleen nog maar het paard noodig om te kunnen vertrekken". „Er is nog iets anders om op te wachten, dat is de brief, dien ik je zal meegeven", „Goed, ik zal wachten". „Ben je al eens in de hoofdstad ge weest?" „Zeker, ik heb daar twee jaar gewoond". „Ken je de politici?" „Allemaal". „Je bent een tijdlang bij Bill Sandy Johnson in dienst geweest, hè?" „Ja". „Nu, Renney, dit is een zaak, die mij kan maken en breken, begrijp je? En het is een boodschap, die ik niet met de post kan zen den, die moet persoonlijk worden overge bracht". „Je bent begonnen mij te vertrouwen, ga maar verder", antwoordde Renney. „Wie is de baas van de bende in de hoofdstad?" „De Gouverneur". „Natuurlijk; staat er iemand achter den gouverneur?" „Ja, hij heeft een vriend". „Zijn naam?" „Lachende Joe Green". „Ken je dien?" „Als een boek". „Ga dan naar Joe Green en zeg hem, dat je van mij komt". „Zal dat voor hem waarde hebben?" „Zooveel", zeide Asprey kalm, „dat je geen geld op tafel behoeft te leggen; mijn belofte zal voldoende zijn". „Dat klink goed".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9