JUcfU^iaAeit
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
1UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
Weer een volledig programma.
INTERVIEW.
Kantongerecht te Alkmaar.
Zware opgaaf voor R.C.H. en V.U.C.
De kans van Go Ahead, het gevaar voor Viteue,
Alcmaria op bezoek bij B.F.G
Alkmaarsche Boys ontvangt Helder enmoet
winnen. Alkmaar zou Schagen kunnen kloppen.
XXV. -
Ik ben deze week bij niemand minder
geweest dan bij Koning Willem de
Tweede.
Ja maar.1"
„Stil, stil. Ik weet óók wel dat hij
dood is. Al een heelen tijd. Maar u weet
toch ook dat z'n standbeeld op het Bui
tenhof staat? Welnu dh&r heb ik
'm geïnterviewd".
Misschien kijkt deze of gene lezer een
tikje verwonderd, dat ik met een stand
beeld gesproken heb. Voor die verba
zing is geen reden. U hebt misschien
onlangs wel gelezen, dat een Engelsche
dame in een groot Londensch blad een
interview met Koningin Wilhelmina
heeft gepubliceerd. Dat was louter fan
tasie. Maar als die Engelsche dame een
gesprek voerde met een Koningin, die
er n i e t bij was, waarom zou ik dan
niet een standbeeld mogen interviewen,
dat er w 1 bij was? Want in den vóór
avond-schemer van een December dag
ben ik naar het Buitenhof gegaan, en
heb gesproken met den Oranjevorst.
Sprekende standbeelden zijn, in onzen
tijd van volmaakte techniek, heelemaal
niets bijzonder meer. Een peuleschil
voor iemand, die de truc begrijpt.
Willem II staat hier nu weer een paar
jaar, en het is niet meer dan billijk, dat
ik eens ging hooren hoe het hem er be
viel. Wat deksels, we schreeuwen te
genwoordig moord en brand over de
rechtspositie van levende bruggewach-
ters en turfschippers, en dat is prachtig,
maar moeten we daarom onze doode
Koningen vergeten?
Zoo stond ik in den schemer van een
vooravond naast het forsche standbeeld
en keek naar hem op.
„Majesteit", vroeg ik „hoe be
valt u deze plaats?"
„Het is maar zoo-zoo", was het
antwoord. Ik schrok er van.
„Majesteit...!"
„Ja zeker. Ik begrijp niet, dat ik
niet een halven slag wordt omge
draaid."
„U zegt.
„Maar ziet u dan niet, dat ik
eigenlijk verkeerd sta? Ze
hebben mij met m'n gezicht naar den
Hofweg geplaatst. Het gevolg daarvan
is natuurlijk, dat ik met m'n rug na r
den Hofvijver en naar den Vijverberg en
naar den Kneuterdijk sta. Nu is dat al
niet beleefd tegenover de menschen,
die van die richting komen, en die alle
maal tegen mijn rug en met permis
sie tegen den bil van mijn ros aan
kijken. En het is niet prettig voor mij
ook, want ik zie niets van hetgeen er
achter mij gebeurt."
„Inderdaad".
„Is het niet zoo? Waarom comman-
deeren ze niet rechts uit de flank, halt?
Da., sta ik veel practischer en prettiger.
Dan keeren m'n paard en ik onzen ,'U?
naar den dooden muur van 't Binnenhof,
dan staan we precies in het front voor
alles wat van links en van rechts komt,
dan kan ik den heelen omtrek overzien,
en dan kijk ik ook niet meer tegen die
halve afbraak daar op den Hofweg
aan".
„Majesteit!"
„Ja zeker. Waarom moet ik, al ben
ik dan ook maar een ex-koning, eeuwig
tegen die houten hulp-gebouwen kij
ken? Tusschen twee haakjes: kunt u
mij ook zeggen, wanneer daar het Pa
leis der Natie komt?"
Ik zweeg beschaamd en constateer
de, dat de koning mij begon te inter
viewen, inplaats van ik hem.
„U weet toch, wat ik bedoel?"
vroeg Zijne Majesteit.
„Zeer zeker, goede Koning. Ik weet
dat in 1863, bij het gouden feest van
onze onafhankelijkheid, besloten is, een
nieuw parlements-gebouw te stichten,
en ik weet, dat er reeds veèl later pla fi
ne i waren, om het nieuwe gebouw te
doen komen langs den Hofweg. Maar er
komt niets van, Majesteit! Er is geen
geld!"
„Dat is fraai. Reden te meer om
mij een halven-slag om te draaien, dan
behoef ik mij niet voortdurend te
ergeren".
„En bevalt het u overigens hier
wel?"
„Och ja. Een beetje eenzaam na
tuurlijk. Als ik met m'n gezicht naar
het Buitenhof stond, kon ik tenminste
af-en-toe Jan de Witt nog eens zien,
maar dat is nu ook uitgesloten Nu u
hier toch b&nt: u weet natuurlijk, dat er
hier' dag in dag 'uit veel Kamerleden
passeeren. Enfin, daar is nu eenmaal
niets aan te doen en ik kijk er maai
zoo'n beetje overheen. Maar kunt u mij
ook zeggen: ik zag hier in de latere ja-
r. - nog al eens een mijnheer voorbijko
men, een beetje klein, een beetje gezet,
in fantasie-costuum, af en toe met een
regenjas, maar eeuwig z'n hoed in z n
ha^d>!,Weet u al, wien ik bedoel? Dat is
vlug. 'tls toch geen Kamerlid?
„Neen!"
"oi" 'tWas of de Koning verlicht
zuchtte.
,,'tWas een minister. De minister
van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw. Tegenwoordig lid van den Raad
van State".
Er scheen een trilling door het for
sche standbeeld te gaan.
Wèt?"
„Ja zeker, majesteit. Vindt u het
zoo erg?"
Even hing er een gespannen zwijgen
om het monument.
„Een minister? Wat ben ik blij,
dat ik maar een standbeeld ben. Hadt u
vroeger van Hall moeten zienen
Luzacen Donker Curtiusen De
Kempenaer. D k t waren ministers.
Echte ministers. In 't zwart meneer In
't deftigste, duurste, zwarte laken. Met
stropdas. En hoogen hoed. Een wandel
stok met zilveren knop. Dat waren figu
ren, waar het gezag duimen dik boven
op lag".
„Majesteit, met verlof, minister
Kan was een voortreffelijk bewindsman,
die in het parlement alle mogelijke pot
jes mocht breken".
„Een minister behoort in 't zwart,
met hoogen hoed!" zei de Koning ge
streng, en ik verzweeg maar, dat
zulke ministers uit de mode zijn.
„Er zitten vrouwen ook in de
Staten-Generaal, hè?" vroeg de Koning.
Zeven, Majesteit!" En toen liet ik
mij ontvallen: „Waaronder één jon
genskop!"
„Een wit?"
„Een jongenskop", zei ik aarze
lend. „Dat is een vrouw met kort haar,
net zooals een man!"
De staart van het koninklijk peerd
scheen te trillen.
Vroeger hadden we mannen met
lange haren" zei de Koning.
„Dat waren geleerden. Of dichter^.
En dat stond
We zwegen. Ik durfde den Koning niet
storen in z'n gepeins.
Plotseling vroeg hij:
„Hoe staat Jan de Witt?"
„Met z'n gezicht naar den Vijver
berg, Majesteit!"
„Zie je wel? Dien hebben ze toch
ook niet dwars gezet? Waarom mij >!an
wel! Hij heeft een reuzen-uitzicht. Zeker
een paar vriendjes in den Gemeente
raad. Toen destijds op den Hofvijver de
feesten werden gevierd voor mijn lieve
achter-kleindochter Juliaantje, gebeur
de alles achter mijn rug. Als ik hnde s
stond, mijnheer, zou de stroom van
links en rechts langs mij heentrekken
en dat zou veel gezelliger zijn, want
dan stond ik precies in het front. Z"1
verwaarloozen me hier een beetje. Al
die taxi's om me heen met d'r lawaai is
toch ook al niet erg gedistingeerd. Wilt
u eens moeite voor me doen?"
Wie kan een Koning iets weigeren?
Ik zeker niet. Dus breng ik den wensch
van Zijne Majesteit over.
En: ik voel er de billijkheid van.
Want inderdaad staat de Koning ver
keerd. Er zal natuurlijk wel het een of
ander motief zijn aan te voeren voor
deze plaatsing, maar ik geloof toch ook,
dat het aardiger zou zijn om hem een
halven-slag óm te draaien.
„Zeg eens", vroeg de vorst mij
nog, „waar gaan toch in de zomer
maanden altijd die honderden kinderen
naar toe, die hier passeeren?"
„Naar de Gevangenpoort, Ma
jesteit", zei ik.
„Nog altijd naar de Gevangen
poort? Dat'was in mijn tijd ook al zoo.
Is dat nog steeds de grootste attrac
tie van mijn oude hofstad?"
Met eenige schaamte moest ik het
bekennen.
Toen ben ik maar weggegaan, en ik
liet den Koning alleen in de duisternis
van den avond.
D. HANS.
ONOORDEELKUNDIG OPTREDEN
VAN EEN CONTROLEUR.
De bejaarde veehouder Jan K. had in
zijn land 'n 5-tal vrouwelijke vaarskal
veren, van welke gehoornde dames hij
op 25 October, toen de controleur der
Vee-Centrale Kuiper van Schagerbrug
zich aan de boerderij vervoegde voor
onderzoek, hij slechts van drie exem
plaren het door de regeering voorge
schreven identiteitsbewijs kon toonen,
waaruit volgde dat hij het recht miste
de niet geïdentificeerde vaarzen in zijn
bezit te houden, zoodat de controleur de
vrijheid nam, deze vaarzen in beslag te
nemen. Heel erg prettig was de ver
houding juist niet, want de oude heer
K. beweerde pertinent deze bewijzen
niet noodig te hebben, omdat bedoelde
vaarzen het eigendom waren van zijn
zoon, die een stuk land van vader huur
de en de vaarzen dus onder de hoede
van den ouden heer had gebracht.
Voor deze vaarzen was reeds meerma
len aan de Centrale een bewijs, alsmede
het verzoek deze vaarzen te willen
schetsen, dat wil zeggen, op papier uit te
teekenen, tevergeefs aangevraagd.
De inbeslagname van bedoelde vaar
zen had dan plaats met medewerking
van den rijksveldwachter de Weijze,
omdat de controleur, die nu niet be
paald als een vriend des huizes werd
beschouwd, onaangenaamheden vrees
de
Deze capsie bleef dan ook niet uit, en
wie weet wat er nog onder deze tegen
strijdige elementen zou hebben plaats
gevonden, indien de rijksveldwachter
zulks niet had weten te verhinderen.
Niettemin werd tegen den ouden vee
boer proces-verbaal opgemaakt wegens
overtreding der voorschriften van de
Vee-Centrale en hij stond dan ook he
den terecht, als raadsman en verdedi
ger bijgestaan door mr. Winkel van
Hoorn, die deze Vee-Centrale-wetgeving
met deszelfs duisterheden goed onder
de knie had weten te krijgen.
In de eerste plaats werd dan gehoord
de bejaarde verdachte, die het voor
recht genoot te mogen gaan zitten. Ilij
verklaarde, dat de twee over-complete
vaarzen het eigendom waren van zijn
zoon, sinds 5 jaar huurder van 3 bun
ders land, op welk land deze vaarzen
echter niet bepaald bleven grazen, doch
met,het andf\;e .vee vrijelijk over-vader'
eigendom rondliepen.
Hierop verscheen als eerste getuige
de controleur Kuiper, welke heer ver
slag gaf van zijn bevindingen en zijn
proces-verbaal nader toelichtte. Hij had
geassisteerd door den rijksveldwachter,
de vaarzen in beslag genomen en die
laten wegen, waarbij werd geconsta
teerd dat de dieren 190 en 210 kilo zou
den hebben gewogen. Bij latere beschou
wing begon de controleur echter te twij
felen en liet alsnu de vaarzen op de
Waag te Schagen nog eens officieel
door den waagmeester overwegen en
bleek deze wicht 193 en 190 K G. te zijn
De controleur was echter bij deze we
ging niet persoonlijk tegenwoordig ge
weest, hoewel hij in zijn ambtseedig
proces-verbaal wel dien schijn had aan
genomen, iets wat hem door den ambte
naar van het Openbaar Ministerie zeer
kwalijk werd genomen, want, redeneer
de mr. Tack, waar moet ik dan het be
wijs vandaan halen.
De controleur verklaarde voorts door de
zoons van den verdachte zeer onaangenaam
te zijn behandeld. Zij hadden gedreigd hem
in de sloot te zullen duwen of te gooien, ge-,
tuige was zelfs handgemeen geworden en
men had zijn boord vernield en hem toege
roepen: „Als de rijksveldwachter er niet was
verzopen we je" en al dergelijke liefelijkheden
meer.
Uit het voortgezette verhoor bleek, dat Kui
per zich reeds vroeger bij den heer K had
vervoegd. Hij kon toen geen aanstelling tro
nen en werd dus geweigerd. Later had hij
zich voorzien van een machtiging van den
burgemeester. Men kan zich dus denken, dat
de stemming tusschen de heeren wel wat ge
laden was.
In velband met de uitlatingen van den
controleur werd ook nog eens speciaal ge
hoord de rijksveldwachter de Weijze. Door
dezen werd verklaard, dat de controleur niet
door de heeren K. en Zoenen was geprovo
ceerd, doch dit, dat hij nog vóór er iets van
beteekenis was voorgevallen, reeds een boks
houding had aangenomen. Door tijdig in te
grijpen, had de Weijze erger kunnen voorko
men, doch hij achtte het optreden van den
controleur absoluut onjuist.
Hierop werd ook nog gehoord de secretaris
der vee-centrale, de ingenieur Deckers, die
verklaarde, dat de controleur Kuiper kon
worden beschouwd als een goed ambtenaar
doch wat agressief in zijn optreden, waar
over hem dan ook een bemerking was ge
maakt. Hierna was zijn optreden heel wat
meer gematigd.
De ambtenaar gaf de meening te kennen,
dal eenige controle op den controleur niet
ontewenscht sch -en te zijn.
Wat betreft het ontbreken van het legiti
matiebewijs voor de vaarzen, de veehouders
ïadden een kaart ontvangen, waarop als
datum der sluiting van de aangifte was ge
steld 1 November 1934. .Later was die ter
mijn weer verkort tot 15 Augustus. Den vee
houders was zulks echter niet speciaal mede
gedeeld, doch men had zich bepaald tot het
geven van een persbericht in eenige land
bouwbladen en de staatscourant (die geen
boer ooit onder de oogen krijgt).
De ambtenaar achtte het tenlaste gelegde
'eit wel strafbaar, hoewel hij zelf zijn stel
ing niet sterk noemde. Strafbaar was echter
de houder van het niet geïdentificeerde vee en
als zoodanig kon worden beschouwd de ver
dachte, die bedoelde vaarzen had gelogeerd
en in pension genomen.
Wat de strafmaat betrof, van eenig agres
sief optreden van den kant des veehouders
was niets gebleken. Integendeel, het stond bij
den ambtenaar zelfs wel vast, dat de contro
leur zelf agressief en ontactisch was opge
treden. Zooals hij zich had aangesteld kon
inderdaad niet door den beugel. Het had er
veel van, dat hier de controleur zelf onder
controle moest worden gesteld. Voorts becri-
tiseerde de ambtenaar het onjuiste proces
verbaal en vermeende ten slotte, dat een boe
te van 15 subs. 10 dagen hier voldoende
was.
Mr. Winkel besprak uitvoerig de moeilijk
heden die de veehouders ondervinden met be
trekking tot de identiteitsbewijzen; hij liet
vooral het licht schijnen op de omstandig
heid, dat de veehouders in den waan waren
gebracht, dat de aangifte kon plaats hebben
tot 1 November, terwijl onvoldoend is bekend
gemaakt, dat deze datum was vervroegd op
15 Augustus.
Pleiter was dan ook van meening, dat de
inbeslagname op 25 October onrechtmatig
was geweest.
Ook stelde pleiter de vraag of de organisa
tie wel had medegewerkt om het den land
bouwers gemakkelijk te maken. Pleiter was
er echter ten stelligste van overtuigd, dat
verdachte alles in het werk had gesteld, om
aan zijn verplichting te voldoen. De veehou
der deed alles, maar de Centrale deed niets!
Pleiter achtte hier dan ook geen schuld
aanwezig en vermeende, dat ontslag van
rechtsvervo'ging zou moeten volgen.
Bovendien stond naar de meening van plei
ter het gewicht niet vast. Een der vaarskal
veren zou hebben 'n gewicht van 210 k.g. en
deze vaarzen vallen buiten de aangifte. Plei
ter verlangde dus ten aanzien van dat kalf
althans teruggave en ontslag van rechtsver
volging voor den verdachten veehouder.
Mr. Tack verzocht den kantonrechter de
zaak te wi'len aanhouden ten einde een rap
port van Deckers af te wachten met betrek
king tot de gedane weging te Schagen.
Pleiter achtte dez- aanhouding echter on-
gewenscht en verzette zich daartegen.
De kantonrechter zal op Vrijdag 18 Jan
schriftelijk vonnis wiizen.
en toonde hij een kaart, waaruit moest
blijken dat hij wel aangesloten was
Voorts beriep de verdachte zich op le
omstandigheid, dat het feit was gecon
stateerd op 10 September, terwijl de ter
mijn van aangifte was 1 Nov. Van eeni
ge vervroeging was den heer van E.
niets bekend.
Gevorderd werd 15 boete of 10 dagen
hec' tenis. Ook hier zal de kantonrechter
op 18 Januari e.k. schriftelijk vonnis
wijzen.
SINT BUREAUCRATIUS.
Een Invalide verdachte, de heer Jac.
H, veehandelaar te Bergen, die slechts
over één been beschikt, strompelde ge
steund op kruk en stok, naar voren, ten
einde zich te verantwoorden wegens
overtreding der voorschriften der vee
centrale, aangezien hij verzuimd had 2
kalveren aan te geven.
De heer H. erkende zulks, hij is klein
veehandelaar en had 2 graskalveren
voor den handel ingekocht. Eén was «>r
half lam en het andere wou niet groeien.
Het was natuurlijk zijn bedoeling deze
wrakke beestjes op de eerstvolgende
markt zoo mogelijk met winst weer
van de hand te doen.
Gelukkig was het gezonde verstand
bij ambtenaar en rechter niet zoek en
de ongelukkige broodvechter werd na
daartoe strekkend requisitoir met vlag
en wimpel vrijgesproken.
Voetbal.
OOK EEN VEEHOUDER DIE ER
IN LIEP.
De heer W. F. G van E., agent van
een bierbrouwerij te Schagen, was ook
door de veecontróie aan den haak ge
pikt, omdat hij, hoewel niet erkend of
aangesloten bij de crisisveeorganisatie,
in het bezit was gevonden van 6 niet ge-
identificeerde vaarskalveren.
Deswege terecht staande, achtte de
heer van E het ten laste gelegde onjuist
DE EERSTE KLASSERS
Ziezoo, er is weer eens een volledig pro-
gramma samengesteld en als de weergoden
ons nu niet in den steek laten zijn we weer 'n
goede afwerking te wachten.
Na dezen voetbal-Zondag zouden we zelfs
in enkele afdeelingen zoover gevorderd zijn,
dat ten aanzien van de onderste en bovenste
plaatsbezetting een juister conclusie te trek
ken zal zijn. Ja, zelfs in het Oosten zou het
„degradatie-vraagstuk" reeds opgelost kun
nen zijn, indien <ie hekkensluiters zouden ver
liezen en het Apeldoornsche A.G.O.V.V. in
eigen veste slechts voor een winstpunt zorg
zou kunnen dragen.
In het Westen
duurt de spanning op ongekende wijze voort
Een merkwaardige strijd wordt hier gestre
den tusschen de beide leidende ploegen en
de beide lijdende ploegen. Zoo zal Feijenoord
bezoek krijgen van RCH en wel zoo verstan
dig zijn te winnen, om den kleinen voor
sprong op Ajax te doen behouden. Toch die
nen de Rotterdammers op hun qui-viye te
zijn, want als Krom c.s. de kans krijgen,
dan
Ajax staat er al net eender voor als haar
grootste concurrent. De Amsterdammers krii-
jen bezoek van V.U.C. en we vreezen, dat de
Tagenaars eveneens met ledige handen huis
waarts gaan.
H.F.C. zal zich wel iets meer veilig willen
stellen, doch de ontvangst van V.S.V. betee-
<ent nu bepaald geen makkelijke opgaaf,
daar de Velzenaren wel geducht van zich al
zullen bijten. Toch geven we de volgelingen
van onzen nationalen doelwachter wel een
kans.
D.H.C. zal nog wat in the running blij
ven, daar het bezoekende Overmaas wel te
doppen is.
Xerxes zal in Den Haag bij A.D.O. wel
een heftige poging doen cm de onderste
plaats wat te ontloopen. Erg gemakkelijk
zullen Lagendaal c.s. het wel niet krijgen,
mogelijk brengen ze het tot een puntenver-
deeling.
In de B-afdeeling hebben de leidende ploe
gen het niet gemakkelijk. H.B.S. zal zeker op
eigen terrein tegen Hermes-D.V.S. alles in
iet werk stellen om het nog eens tot een nut
tige overwinning te brengen, daar de winst
punten zeer we'kom zullen zijn. Toch vree
zen we dat de Hagenaars aan het kortste
eind zullen trekken.
Haarlem krijgt het ook niet gemakkelijk,
daar een bezoek gebracht moet worden aan
D.F.C., dat maar al te vaak voor een verras
sing zorg draagt en de Haarlemmers konden
er wel eens niet zonder kleerscheuren af ko
men.
De Koogers gaan naar Sparta en nu zij
nog een zeer goede kans hebben, zullen zij
zeker hun beste beentje voor zetten. De Rot
terdammers zijn echter vooral in eigen
veste geen gemakkelijke tegenstanders,
zocdat K.F.C. wel eens een veer zou kunnen
aten.
Z.F.C.D.W.S. wordt een „monster-wed
strijd" en daar beide ploegen nog een kleine
kans hebben zu'len ze ongetwijfeld geducht
van leer trekken. Hoe de uitslag zal verlui
den? Mogelijk geeft terrein-voordeel voor de
Zaandammers den doorslag.
Stormvogels ontvangt Exce'sior en de
Tmuidenaren zullen wel hun uiterste best
oen de onderste plaats te cntloopcn, het
welk hun mogelijk lukken zal.
Het Oosten
brengt zeer belangrijke en aantrekkelijke ont
moetingen. Go ahead gaat naar P. E. C. en
zal het wel niet gemakkelijk krijgen. Toch
stellen we voldoende vertrouwen in Hal le
c.s dat ze het zeker tot een puntenverdeling
zullen brengen.
De grootste concurrent Heracles
krijgt het niet minder gemakkelijk en mag
Enschedesche Boys in eigen vaste partij
geven. Hier komen de b^oekers er zeker
niet zonder kleerscheuren af, daar de Boys
vooral in eigen omgeving zeer lastige tegen
standers zijn.
Zal Vi;esse reeds nu tot het spelen van
degradat:e-wedstrijden gedoemd zijn? Om
het bezoekende .Enschede", dat reeds „bin
nen" is, te kloppen, zal wel niet gemakkelijk
gaan. Bij een Arnhemmer nederlaag zou de
strooha'm reeds breken, indien A. G O. V V
in eigen huis tegen Z. A. C. gelijk wist te
spelen, wat geenszins onmogelijk is.
Tubantia en Wageningen, twee gelijk
waardige ploegen, zouden de winstpun-en
wel eens kunnen deelen waardoor beiden
buiten gevaar komen te staan.
Het Zuiden.
In het Zuiden gaat de strijd om het kam
pioenschap hoofdzakelijk nog tusschen P S.V
en N. A. C., waai bij de „lich tmenschen" wel
de grootste kans hebben. De tocht naar
Juliana is voor de Eindhovenaren wel geen
walk-over, doch zij zullen het zeker tot een
goed einde weten te brengen en... hun
mooie positie versterken.
Ook N. A. C. geven we een goede kans op
beide winstpunten, daar in eigen omgeving
gespeeld zal worden tegen M. V. V. De
Maastrichtenaren zullen dan ook wel met
ledige handen huiswaarts gaan.
N. O. A. D. zou zich van de fatale plaats
kunnen werken, door het bezoekende Bleijer-
lxide te slaan. Doch ook de bezoekers zijn
nog lang niet veilig en zullen zich dus
eveneens geducht weren.
Toch geven we de Tilburgers de beste
kans.
Longa krijgt bezoek van Eindhoven en
ook hier zullen de gastheeren zich wel vol
doende veilig willen stellen. Een der winst
punten gaat zeker niet verloren.
Het Noorden.
Velocitas zal weer iets dichter bij de be
geerde plaats komen, daar verwacht mag
worden dat Achilles in eigen veste geslagen
zal worden.
Ook G. V. A. V. kan nog in de running
blijven, al zullen deze Groningers het tegen
't bezoekende Leeuwarden wat zwaarder
krijgen. Toch rekenen we op een zege voor
de thuisclub
Be-Quick stuurt Friesland wel met ledige
handen huiswaarts en Frisia zou op eign
terrein wel eens tegen H. S. C. het onderspit
moeten delven. Resumeerende. me enen we,
dat in deze afdeeling ten aanzien van den kop
en den staart wel niet veel verandering zal
komen.
DE TWEEDE KLASSERS
Reeds dadelijk bemerken wc, dat Alcmaria
op bezóek gaat bij B.F.C., waarvan eertijds
in de kaasstad gewonnen werd met 3—0
en een betrekkelijk gemakkelijke zege.
De twee opeenvolgende nederlagen brach
ten de withemden wat op achter, doch
kansloos zijn de kaasmenschen nog geens
zins!
Bij de Bussummers is er ook sindsdien een
kleine verandering naar voren getreden,
maar hier beteckende het meestal winst, zoo
dat het nu echter geducht oppassen wordt
voor de diverse tegenstanders.
Alcmaria zal natuurlijk eveneens op ge-
duchten tegenstand kunnen rekenen, doch
speelt men het bekende spel enmet wat
veel enthousiasme, dangelooven we dat
beide winstpunten naar de kaasstad zullen
verhuizen.
Blauw Wit krijgt een zeer goede gelegen
heid om wat te kunnen uitloopen, daar ver
wacht mag worden, dat het bezoekende O.
S V. geslagen zal worden. Er is nog iets
anders! De Zebra's kennen de kracht van
O.S.V. en zullen tevens revanche willen ne
men van de te Oostzaan geleden nederlaag.
O.V.V.O. gaat naar Hercules en daar
deze Utrechtenaren geducht in het nauw
zitten, zullen de gasten geducht moeten op
passen, want het kon wel :ens gebeuren, dat
de Amsterdammers een ount zouden moeten
laten.
Hilversum ontvangt A.F.C. en waar het
hier twee gelijkwaardige ploegen betreft,
verwachten we een puntenverdeeling.
En ten slotte Kinheim—D.0 S. Beide
ploegen spe'en nogal met een zekere wissel
valligheid, al brengen de Velzenaren het er
over het algemeen wat beter af. Ook nu
kon het terreinvoordeel voor hen wel eens
een gunstigen doorslag brengen.
In de B-afdeeling staat een „lijvig" pro
gramma vastgesteld. Z.V.V. moet naar E.
D. O. Beide ploegen hebben een zeer goede
kans, jade Zaandammers zelfs de beste,
maarna den komenden Zondag kon er wel
eens niet veel verschil meer tusschen zitten,
want we geven de Haarlemmers de beste
kans.
Van evenveel be'ang is de ontmoeting
BremendaalZeeburpia. De gastheeren
doen het voorbeeldig dit seizoen, een reden
des te meer, om ben ook nu de meeste winst
toe te denken. Doch als de Zeehurgianen
verliezen is hun kans grootendeels verkeken en
juist daarom zullen ze hardnekkigen tegen
stand bieden.
Ook het treffen Velox—'t Gooi is van
evenveel belang. De verliezer komt een stuk
op achter. Zou 't Oooi? 't Is mogelijk!
Doch de Utrechtenaren zullen geducht van
zich afbijten.
W.F.C. kri'gt bezoek van T.O.O. en zal
zich door een overwinning wel wat veilig
stellen. Ook de Spartaan zal tegen het be
zoekende West-Frisia een dergelijke poging
doen, doch de Enkhuizenaren zullen even
eens het gevaar var. een nederlaag niet
onderschatten.