Alkmaar l-Schagen I JUtMlMMS Smilieton HET PROGRAMMA VAN ZONDAG A.S. ZONDAG a.s. 2 uur DE DERDE KLASSERS DE VIERDE KLASSERS Langs de N.H.V.B.-velden. SPEEL NIET MET VUUR. Cinema Améripain. ROMAN SCANDALS. Een succesvolle reprise in het Alkmaarsch Bioscoop Theater. HET MEISJE MET DEN BLAUWEN HOED. VIctoria-Théater. DE FREGATVOGEL. B.F.C.Alcmaria Victrix (Francoi) Al cmaria: Rampen Bijlsma Ooms Burger v. d. Vall Lengers Plas Gerritse Peereboom de Jong Pesie Alkm. Boys—Helder (Coopman) Al km. Boys: H. Keesen Houtkooper Slikker Weel Koster Licht Indri Brouwer Kwadijk Boots de Grand Alkmaar—Schagen (Augustijn) Alkmaar: Duivenman pingerdis Ooms Schrier Baars Zwaan v.Os Kuijs Schoonhoven Kranenburg vd.Stok Terrein Westerweg. De Alkmaarsche Boys krijgen bezoek van „Helder" enzouden zich van de jongste nederlaag kunnen herstellen. Niet dat de wit- hemden zich zoo maar gewonnen zullen geven ofgewillige slachtoffers zouden zijn, integendeel. De Heldersche ploeg is werkelijk van een goed gehalte, dat onder vonden de rood-witten bij het eerste treffen in de Noordpunt. En toch,toch geven we de Westerweg- bewoners een heel goede kans juist omdat de withemden zoo'n aardig en sportief spel ten beste geven, een spel, dat met een zuiver evenwicht beantwoord zou kunnen worden. Een verdediging,die door resolute en vlugge aanvallen door de Boys wel te pas- seeren is en een verrassende aanval, die de Alkmaarders tot ongekende activiteit zal dwingen, maarwel te weerstaan is. Trekken we een conclusie naar de eerste ont moeting, dan zal men van een mooien kamp getuige kunnen zijn, waarbij de Alkmaarders bij wie Houikooper weer in de gelederen is opgenomen en een kleine omzetting zal plaats hebben een ietsje sterker kunnen spelen. Geven de rood-witten zich dan ook vol komen, dan zou een nieuwe zege niet uit blijven en waarbij tevens de kans behouden blijft. Komaan Alkmaarsche Boys! Met de volle 100 pet.,dan kan een overwinning niet uitblijven. Hollandia zal ook wel in de running willen blijven, doch krijgt het niet minder gemakkelijk daar Assendelft op bezoek komt en de witzwarten lieten juist in uitwed strijden bij sterke tegenstanders hun beste spel zien. Ontnamen zij niet de Boys en Volewijckers in eigen omgeving winst punten We hebben zoo'n idee, dat ook Hollandia er in eigen veste niet zonder kleer scheuren af zal komen. H. R. C. zal het wel weer tot een overwin ning brengen, daar K. V. V. stellig met ledige handen naar de Zaan wordt terug gezonden. Toch zullen de Krommenieërs zich geducht weren, omdat een nederlaag hen zoo bedenkelijk dicht bij de onderste plaats brengt. Een wedstrijd van zeer veel belang is de ontmoeting van De Meteoor tegen Zaandijk Weten de Zaandijkers te winnen, dan ver laten zij reeds de onderste plaats, op een beter doelsaldo Naar aanleiding van wat we van beide ploegen gezien hebben, zijn we geneigd, nu eens een zege voor de Zaankanters te voorspellen, al zullen de Am sterdammers geducht van zich afbijten. In de B-afdeeling voorspellen we een nieuwe overwinning voor D. W. V., daar de Nieuwendammers bezoek van Z. R. C. krijgen. Of Purmersteyn haar kleine kans zal kun nen behoucien? De uitwedstrijd naar D. J. K. bateekent voor de Purmerenders geen ge makkelijke opgaaf -en kon wel eens pun tenverlies brengen. S. D. Z. zou haar kleine kans nog kunnen behouden, door W. M S. in eigen veste te slaan. Ook dit meenen we te moeten be twijfelen. Halfweg klopt stellig het bezoekende Zee meeuwen, terwijl A. P. G. S. en O. D. E. de punten wel eens konden deelen. De groen-witte Alkmaarders krijgen be zoek van Schagen enzullen wel zoo ver standig zijn om te winnen en hun positie te versterken. Iets, wat ons geenszins onmoge lijk lijkt! Het is een voldongen feit, dat de Spartanen vaak een besten wedstrijd te zien gaven, doch ook de Alkmaarders hebben inmiddels getoond er te kunnen zijn. De groen-witten kunnen bij voorbaat op hardnekkigen tegenstand rekenen, doch wor den goede, vlugge envooral open aan vallen opgezet, wordt er resoluut verdedigd, dan blijven de winstpunten thuis en de kans wordt al bijzonder fraai omdat Nieuwe Niedorp bezoek krijgt van Succes en hier moeten spaanders vallen. Wie van beide win nen zal? Een punten verdeeling lijkt ons voor „Alkmaar" de beste oplossing! Texel zal eveneens haar positie kunnen versterken, want het wil er niet bij ons in, dat de Vronlanen in eigen huis de eilanders een voet dwars zullen zetten. Aan Vrone, om niet alleen onze voorspelling, doch tevens de leiders te weerstaan. Andijk krijgt bezoek van D.T.S. en hier verwaenten we een zege voor de thuisclub. In de B-afdeeling zou Beverwijk met de leiders gelijk kunnen komen, daar de bezoe kende Zilvermeeuwen wel aan het kortste eind zullen trekken. Rivalen, dat vorige week Meervogels in eigen nest verraste, zal met het bezoekende Zaanlandia wel raad weten, terwijl West- zaan zich in eigen huis tegen Verkade wel van de jongste nederlaag zal kunnen her stellen. Ook in den „Noord-Hollandschen" is een flink programma samengesteld, maar we vreezen dat Pluvius op onze Noordholland- sche velden zijn invloed dusdanig heeft doen gelden, dat weer heel wat wedstrijd-resu! taten zullen uitblijven. In de eerste klasse A hebben de leiders K.V.V. II het niet zwaar, daar de Krcmmenieërs bezoek krijgen van Q.S.C. III. Het moet al heel raar gaan als de K.V.V.-reserves het tegen de hekken sluiters niet tot een overwinning wisten te brengen. Z.F.C. IV krijgt het minder gemakkelijk, daar de rood-witten op bezoek gaan bij Zil vermeeuwen II. Weliswaar is Z.F.C. IV ster ker, maar derby's brachten vaak verras singen. K.F.C. IV moet in eigen veste W.F.C. IV partij geven en daar de Wormerveerders zich vorigen Zondag tegen de leiders ver dienstelijk hielden, wordt het voor de Kogers oppassen, om ook niet een punt kwijt te raken. Bergen gaat naar Zaandijk II en als de Bergenaren zich weer volop geven, dan ne men ze beide punten mee. Erg gemakkelijk zullen de „duinkanters" het niet krijgen, want op het Zaandijker terrein liggen an gels en voetklemmen. O.S.V. IV ontvangt C.S.V. I en we vree zen dat de Castricummers niet vee] plezier van hun reisje naar Oostzaan zullen bele ven. In de eerste klasse D zien we weer een zeer interessant program ma. Petten ga?t een bezoek brengen aan Succes II en waar ook de Wieringers nog een kans hebben, zal het er geducht spannen. Het zou ons niets verbazen als de Pettena- ren verlies boekten. H.R.C. III zou dan haar positie weer wat kunnen versterken, daar het bezoekende J. V. C. wel niet veel kans zal krijgen, al heb ben de Julianadorpers een zwak voor ge lijke spelen. De Racers zijn stellig op hun qui-vive. Helder III zou de bezoekende Watervo gels een ietsje uit de running kunnen bren gen, terwijl Schoorl tegen het bezoekende Heldersche Boys haar lot geheel in eigen hand heeft. De „duinbewoners" doen goed te winnen iets wat zeker kan, zoodat ook hun kans beter en die der Helcerschen slech ter wordt. De tweede klasse D brengt weer twee ontmoetingen. Koedijk krijgt bezoek van de Egmondsche Boys. Bei de ploegen zijn volkomen aan elkander ge waagd. Mogelijk doet terreinvoordeel de winst het meest naar de zijde van Koedijk overhellen. Aan de Egmonders, om er an ders over te denken. A.S.V. gaat een bezoek brengen aan D T. S. II en als de Sporters op hun tellen passen, boeken ze weer twee winstpunten. Tot een puntenverdeeling zullen ze het zeker kunnen brengen. De derde klasse D geeft een volledig programma te zien. Het leidende Alkmaarsche Boys IV gaat naar Ursem I, dat op eigen veld zeer moeilijk te kloppen is. Pakken de rood-witten echter geducht aan, dan kunnen ze zeker hun on geslagen record handhaven, zoo mogelijk een zwaar bevochten zege behalen. Bergen II krijgt het iets makkelijker, daar het bezoekende Akersloot geklopt kan wor den, maar het bezoek van Schoorl II aan C. S. V. II kon voor de runner uips wel eens nieuw puntenverlies bcteekenen, daar de Castricummers in eigen veste lastige tegen standers zijn. Alcmaria V zal het bezoekende Alk maar III de nederlaag toebrengen, of den ken de groen-witten evenals vorigen Zon dag te Schoorl weer een puntenverdee ling te kunnen halen? Egmondsche Boys II zendt Vrone II met ledige handen naar huis. In de vierde klasse E zullen de leiders Koedijk II wel weer een nieuwe overwinning aan hun totaal toe voegen, nu Alkmaarsche Boys VI op bezoek komt. Ook Oudorp I zal wel weer zegevieren, daar zeker Akersloot II in eigen huis gesla gen kan worden. Ook Alkmaarsche Boys V denken we een nieuwe zege toe, nu Oterleek op bezoek komt. Egmondsche Boys III zou het bezoeken de A. S. V. II e«.n voet dwars kunnen zetten, hoewel de Sporters zich geducht zullen we ren en Oudorp II zou het onderspit wel eens moeten delven tegen het bezoekende Ursem II. De man, die in deze aardige film met vuur speelt is een architect, die een prachtig huis en een charmant jong vrouwtje bezit. Er is dus voor hem heelemaal geen aan leiding om met vuur te spelen, vooral niet als men weet, dat dit vuur een zangeres van onbestemden leeftijd is, die niet zoozeer uit munt door lieftalligheid en charme dan wel door haar reputatie van als ster over alle mannen in haar omgeving een zeker dictator schap uit te oefenen. Op een moment, dat zij op straat wordt lastig gevallen om handteekeningen te zet ten, werdt haar handtaschje gestolen, maar dr. Kramer, de kunstzinnige, maar wat naïve architect, ontdekt het, geeft het haar terug en brengt de diva in zijn auto naar huis. Vanaf dat oogenblik is hij in haar macht, want Fraülein Bernhardt, de zange res, vindt den architect een gezelligen bege leider en noodzaakt hem telkens weer haar op haar fuifavondjes te vergezellen. Op het laatst weet de arme man geen geldig excuus meer te bedenken en ook doordat hij op een liefdadigheidsavond êen vleugelpiano als prijs wint op w^en avond hij zooge naamd een heerendiiiertje had komt mevr. Kramer al spoedig achter de waarheid en be sluit den man van wien zij houdt voor de keuze van een van beide vrouwen te stellen. Zij brengt een bezoek aan de zangeres en stelt deze voor, dat zij van haar man zal scheiden en dezen man aan haar de zan geres Sylvia Bernhardt zal overlaten. Zij noodigt de verraste zangeres, die dat voor stel ernstig opneemt bij haar thuis en ver haalt haar daar allerlei eigenaardigheden van haar echtgenoot opdat de zangeres daar mede als ze met hem getrouwd zal zijn, reke ning kan houden. De architect, die dat alles moet aanhooren, besluit wanhopig op reis te gaan, maar vrouwlief en de zangeres rei zen hem samen na en logeeren in hetzelfde hotel. Ten slotte treedt de zangeres daar in een weldadigheidsavond op en de architect maakt zich daarbij zoo verdienstelijk, dat hij voor haar manager aangezien wordt. Dan wordt de toestand hem ten slotte te machtig, Hij laat zich door zijn vrouwtje van zijn dwalingen overtuigen en keert gelukkig met de beste en knapste van het tweetal naar zijn eigen gezellige woning terug, waarna de zangeres zich de gril veroorlooft, op haar eigen manager verliefd te worden en deze als haar toekomstige echtgenoot te accepteeren. Paul Hörbiger, Tmde Marlen en Elga Brink geven in deze alleraardigste film knap samenspel te zien. Vooraf gaat veel binnen- en buitenlandsch nieuws, een screensong, een één-acter van een dame op middelbaren leeftijd, die haar tasch- jes verliest om onder de vinders naar een huwelijkscandidaat te zoeken en een leerzame film waarin verteld en op het doek getoond wordt hoe de film- en geluidsopnamen in den loop der laatste denig jaren tot ontwik keling zijn gekomen. Voornamelijk de opnamen van een dertig tal jaren geleden zijn bijzonder interessant en laten zien, dat er sindsdien in technisch opzicht wel iets veranderd en verbeterd is. Met de Kerstdagen heeft Roman San- dals in de Cinema Americain een zeer groot succes behaald. Maar toch zijn er in de feestweek velen geweest die geen kans hebben gezien Eddie Cantor in zijn Romeinsche creatie te zien. Deze kun nen nu dit verzuim herstellen, want voor drie dagen is de film teruggebracht naar het Alkmaarsch Bioscoop Theater en gisteravond waren er reeds zeer veel bezoekers. Roman Scandals is inderdaad 'n dol vermakelijke film en Eddie Cantor doet zich in de rijk opgezette film als een bekwame komische kracht kennen. Na zijn succes in Te Kid from Spain moet men deze film ook zien. Over de geschiedenis kunnen we kort zijn. Die is nog pas vermeld. Maar er is weer onbedaarlijk gelachen om den dwazen Eddie, wiens droom van het het oude Rome schitterend is weergege ven. We noemen in het bijzonder de groote scène „Young and Beautiful", waarin Eddie als de Oostersche schoon heidsspecialist optreedt en een welver diend succes behaald. Er zijn nog veel meer bijzondere scènes, die wij echter niet alle kunnen noemen. Maar die van het lachgas slaagde al heel goed. De wa genrennen zijn zeer sensationeel en men zag ze zoo nog zelden. Wie dus in 1934 de Roman Scandals heeft verzuimd, kan in 1935 zijn schade inhalen. Het voorprogramma brengt mooie journaals, een teekenfilm, een sensatie van autoracers, en een zeer mooie mu ziekfilm met zang en orgelspel van Lou White. De film van Eddie Cantor loopt maar dr:j dagen en wordt Maandag vervan gen door de reeds eerder vertoonde sen- sationeele film: Het Brood der Schande (Ihr Junge). AVONTUUR IN DE ZUID-EXPRESS. Bioscoop „Harmonie". Meer en meer gaan de tegenwoordige Lumina-films de aandacht trekken door haar voortreffelijke regie, haar uitstekende rolbe zetting en vooral ook door het feit, dat het scenario op verrassende wijze het publiek weet te boeien. In de film „Avontuur in de Zuid-Express", welke deze week in de „Har monie" draait, zit volop actie en geen mo ment wordt men, zooals dat zoo vaak bij Hollandsche films gebeurt, uit de sfeer ge trokken, waarin men door het spannende ge geven in opgenomen. Charlotte Susa! Hoe weinig zien we deze uitmuntende filmactrice op het witte doek en hoe groot zijn toch haar verdiensten, die haar stempelen tot de besten onder de vroe gere Ufa-sterren. Haar ongekunstelde spel is van groote waarde en het is juist daarom, dat wij het betreuren, dat Charlotte Susa zoo sporadisch optreedt. Een specialiteit van haar is wel het spelen voor de film in een trein en in dergelijke films viert zij dan ook altijd groote triompfen Zoo ook in deze film, waarin de sympathieke acteur Carl Ludwig Diehl haar partner is De Zuid-Express, op weg naar Italië ver voert een aantal personen, die door samen loop van omstandigheden met elkaar in nauw contact kotnen. In een slaap-coupé eerste klasse vinden wij de jonge eigenaresse van een luxe hotel aan de Rivièra, die naar haar woonplaats terugkeert. Zij kort zich den tijd met het spelen van gramofoonilateri, tot zij gezelschap krijgt van een graaf, die eveneens naar het Zuiden reist en die zijn gezelschap min of meer aan haar opdringt. Samen gaan zij naar het restauratie-rijtuig,, waar de kellner zich tegenover haar buiten gewoon gedienstig toont. Hier maken wij kennis met een vierde belangrijke persoon lijkheid, een professor, die zich speciaal op handlijnkunde en schedelmeting toelegt. Teruggekeerd in haar coupé, blijkt dat -1e juweelen van de dame gestolen zijn. Aan liet eerstvolgende station wordt een voor- loopig onderzoek ingesteld en gedurende het verhoor weet de graaf de verdenking op den kellner te vestigen, terwijl de professor een buitengewone belangstelling voor de handen en schedels van alle betrokken personen aan den dag legt en daardoor den goeden gang van zaken ten zeerste belemmert. De graaf neemt een particulier defectieve in dienst, die zich eveneens met het geval gaat bemoeien en het resultaat is, dat wij in het hotel den professor en den detective, beiden op zoek naar den dief, elkaar zich achtervolgen. De kellner, die intusschen zijn betrekking heeft verloren, is in het hotel als hulpportier aan genomen. De verdenking valt voortdurend op anderen, tot de professor eindelijk de op lossing vindt, die wij hier niet willen ver raden. Tusschen de eigenaresse van het hotel en den ex-kellner, die achteraf blijkt van goede afkomst te zijn en slechts door samenloop van omstandigheden gedwongen was, deze betrekking aan te nemen, ontwikkelt zich een idylle, die tot een gelukkig einde voert. Het voorprogramma mag er eveneens zijn. Wij noemen b.v. de buitengewoon aardige filmklucht „Het geluk van Rosmariën" met Fritz Grünbaum. En dan die aardige teeken film van Betty Boop, terwijl het buiten landsch nieuws (Fox en Paramount) het programma heel goed completeert. De Hollandsche fjlms volgen elkaar snel op, zoo snel, dat wij langzamer hand van 'n Hollandsche filmindustrie kunnen spreken. Na „Malle gevallen" van Hans Martin is nu „Het meisje met den blauwen hoed" van Jan Fabricius verfilmd en we kunnen niet anders zeg gen, dan dat, dank zij de medewerking van een aantal Hollandsche artisten, deze roman uit het soldatenleven tot ëen alleraardigste film is geworden. Men kent waarschijnlijk het boek van Fabricius, waarin hij het leven in zijn 'diensttijd beschrijft, het ruwe soldaten leven waarin toch ook weer zooveel hu mor en kameraadschap naar voren ko men. Hij heeft in „Het meisje met den blau wen hoed" twee bijzondere typen weer gegeven, den bedeesden Daantje Pieters, den grutterszoon uit een klein stadje en den pienteren Toontje, het manusje van alles uit het soldatenkamp, den onverza- digbaren Toontje, die er altijd op uit is te leenen zonder terug te geven, maar die ten slotte de clown van zijn barak js en onder wiens ruwe soldatenjas toch een warm hart klopt, als een kameraad een beroep op zijn hulp en brutaliteit komt doen. Toontje kent het klappen van de mi litaire zweep als geen ander. Hij weet precies wat hij doen moet om een drie dubbele portie eten te krijgen, om voor niks naar de revue te gaan en „Turmac- jes" en „Piraatjes" op kosten van zijn collega's uit de barak te kunnen rooken. Toontje is overal present waar wat te halen is en hij gelooft in een wonder van den hemel als daar plotseling Daantje Pieters, de grutterszoon, zoo groen als gras, de barak binnenstapt en zijn „slaapie" zal worden. Daantje komt niet alleen in de krib naaèt hem te sla pen, maar heeft bovendien allerlei doo- zen en koffers vol heerlijke etenswaren uit de grutterij van Pieters Sr. meege bracht, o.a. een doos vol delicatessen, die voor den kapitein bestemd is, omdat juffrouw Pieters gelooft, dat deze groot machtige door al die lekkernijen als een tweede vader over haar Daantje zal waken. Den eersten dag wordt er in barak ze ven kroten met schol gegeten. Toontje Verzamelt de afgekloven schollekoppen en als de kapitein den volgenden dag de doos van Daantje's ouders thuis krijgt, vindt hij er niets anders in dan een be schimmeld kuchje en een dertigtal af gekloven schollekoppen, terwijl de heele barak zich aan Daantje's fijne speullen te goed doet. Dat heeft Toontje op zijn geweten, maar Daantje verraadt hem niet en Toontje is daarvoor zoo dankbaar, dat hij, als al het lekkers op is, op eèn vrij en dag naar Purmerend gaat om Daan tje's ouders te bezoeken. Hij dóet zich daar als Daantje's vriend en beschermer door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 30) „Je kunt Joe Green zeggen, dat Robert Asprey op weg is om den gouverneur te spreken om gratie te verkrijgen voor den dood van Sam Lapaz vijf jaar geleden. Je weet van dien moord af?" „Alles". „Zeg aan Green, dat als hij dat voorko men kan, hij een flinke cheque van mij zal krijgen. Ken je hem genoeg om te weten, wat zijn prijs is?" „Die is hoog". „Natuurlijk, voor zooiets. Nu, Renney, ik laat het bedrag aan jou over. Ik kan vijf tigduizend dollars neertellen op het oogen blik, dat ik weet, dat de gouverneur gewei gerd heeft de zaak van Robert Asprey te nerzien. Zie zelf tot zaken te komen met Green en als je hem voor minder krijgen kunt, dan mag je het verschil houden". Renney knipperde met de oogen en slik te. „Ik heb het gehoord", zeide hij, „wat voor zekerheid kan ik krijgen, chef?" „Zekerheid, zekerheid?", riep Asprey uit, „man, je weet al genoeg om mij met één woord te ruïneeren". Renney knikte. ,Ga regelrecht naar de hoofdstad en zoek Green op. Mijn neef heeft de plaats mis schien al vóór jou bereikt, maar als je hard rijdt, zul je daar zijn, voordat er iets defi nitiefs gedaan is; bewerk Green!" „Heeft hij invloed op den gouverneur? Is de gouverneur ook een schurk?" „De gouverneur is zoo eerlijk als goud, een idioot, die zijn bed niet wil opmaken. Maar Green ging met hem school; hij ge looft in Green, alsof hij zijn broer was. Is dat duidelijk?" „Zoo klaar als de dag", grijnsde Renney. „Ga dan naar Sam Lorenz. Ik zal Je daar ontmoeten en dan zullen wij voor een paard zorgen". HOOFDSTUK XXIII. In zijn omzwervingen om de wereld had Geraldi menig fijn paard bereden, maar nooit een als Zuleikha: zij reed over de heu veis als de wind en scheen haar berijder eve goed in het oog te houden als den weg en Geraldi liet baar met groote snelheid gaan. Hij dacht aan de waarschuwing van den kleine pandhuishouder betreffende de gewil ligheid van het paard, maar was zelf geen slecht kenner van het uithoudingsvermogen van paarden. Daarbij, hij had snelheid noo- dig. Robert Asprey was direct van de ber gen naar de hoofdstad van den staat gere den en hoewel zijn weg de moeilijkste van de twee was, was hij toch korter dan die van Geraldi en waarschijnlijk zou hij de stad het eerst bereiken. Voor dat geval hadden zij een rendez- vouz afgesproken; Asprey behoefde daar echter niet voor onbepaalden tijd te wach ten, maar zou door gaan en trachten met den gouverneur in contact te komen Tien minuten spreken met dezen sterken en eer lijken man zou alles kunnen veranderen en het spel in de handen laten van Robert As prey, wat zijn neef Edgar ook zou trachten te deen. Maar het was hoog noodig, dat de bespieking en het resultaat er van geheim zouden blijven, anders zou Edgar Asprey, beangst door de eerste geruchten, met het grootste gedeelte van het fortuin van zijn neef kunnen vluchten Om al deze redenen waren snelheid, ge heimhouding en handigneid noodig en hoe wel Geraldi bereid was te bouwen op de kracht en den moed van zijn bondgenoot, wenschte hij toch ter plaatse te zijri, wan neer de troefde wateren waren bereikt Hij reed dus met grooten spoed voort en zag, dat hij de mijlen met ongelooflijk gemak en vlugheid achter zich liet. Tweemaal bij het oversteken van riviertjes de:d hij de merrie halt houden om haar op adem te laten ko men en haar af te wrijven. Daarna ging hij weer verder. Twee heuvelruggen hadden zij reeds be klommen en weder afgedaald en toen de zon onderging, liet Geraldi het bosch ach ter zich en' kwam aan een breeden wg, waarover hij snel rijden kon. Tenslotte be reikte hij een hoogte met een landelijk ho tel aan den rechten hand en links een uit zicht op de stad, beneden in het dal De stad lag uitgestrekt in een perfect verlicht patroon en de gele stralen flikkerden ver weg over de kalme oppervlakte van het meer, waaraan de stad gelegen was. Daar was het eindpunt, maar hier was het rendezvous. Hijzelf kende de plaats niet, maar Robert Asprey, die de streek goed kende, had deze plek gekozen. In een bosch hooge pijnboomen er dichtbij zouden zij elkander ontmoeten; wie er het eerst was, zou een uur wachten en. in geval her Geraldi zou zijn, moest hij blijven wachten en met tusschenpoozen van nog geen uur in het bosch komen Geraldi reed tusschen de boomen rond en gaf het fluitsignaal van drie korte stoo- ten. Toen er geen antwoord kwam, wachtte hij en probeerde het opnieuw, maar nog kreeg hij geen antwoord; daarop keerde hij weer naar het hotel terug. Voor zichzelf gaf hij er niets om, maar het paard was be zweet en hij verlangde er naar het af te koelen, te voeden en gestald te hebben; na zulk een behandeling zou het paard weer frisch zijn. Het was een groot, uitgestrekt en com fortabel uitziend hotel; hier kwamen de po litici van de hitte in ae kleine stad uitbla zen en gaven zich over aan den heerlijken koelen bergwind Zij waren er op dit oogen blik ook; luide stemmen weerklonken door de vensters van een privé-eetzaal, toen Ge raldi de binnenplaats achter het gebouw opreed De stal zag er eveneens groot en ruim uit. Hij nam het zadel af, vroeg om een zwa re deken, die hij over Zuleikha wierp en he- gon haar rond te leiden om af te koelen; zij volgde hem als een hond, stond stil als hij stil stond, liep als hij liep, zoodat het touw van het halster nooit strak stond. Zij was geen gewoon paard, maar scheen men- schelijk verstand te hebben in dat mooit hoofd. De lucht was kil en droog, met een weinig wind juist koud genoeg om het noodig te maken s*ie! te loopen, zoodat de hoeven van het paard in een in een regelmatig rhythme over de keien van de binnenplaats klonken. Een staljongen bood aan Zuleikha af te stappen, maar het aanbod werd afge slagen en hij keerde terug naar den groep pratende jongens aan de staldeur, waar een enkele lantaarns de duisternis van den stal deed uitkomen, vanwaar het stampen van paardenhoeven en het ruischen van hooi naar buiten drong. Een jongen kwam uit het hotel en voeg de zich bij de anderen; hij was erg opge wonden. „De duivel is los!" zeide hij. „Waar?" vroeg er een uit de groep. „Waar? Waar Lachende Joe is natuur lijk". „Is kolonel Green er dan vanavond?" „Zeker, een half uur geleden gekomen" „Ik heb zijn span niet gezien". „Hij kwam met meneer Loftus". „Dien schurk?" „Twee schurken, dat is een paar!" „Ik ga hooger", zeide de ipas aangeko mene. „Er is nog een stel oplichters, lui uit het Oosten, dat maken twee paar!" „Zijn dat ook gokkers?" „Die? Die zijn gladder dan olie; ze kun nen je zakken rollen, terwijl je ze goeden morgen wenscht". „Wat is er aan den gang?" „Er zal genoeg aan den gang zijn zoo dra zij kunnen gaan spelen". „Wat weerhoudt hen dan?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7