Alkmaar l-Schagen I
JUtMlMMS
Smilieton
HET PROGRAMMA VAN
ZONDAG A.S.
ZONDAG a.s. 2 uur
DE DERDE KLASSERS
DE VIERDE KLASSERS
Langs de N.H.V.B.-velden.
SPEEL NIET MET VUUR.
Cinema Améripain.
ROMAN SCANDALS.
Een succesvolle reprise in het
Alkmaarsch Bioscoop Theater.
HET MEISJE MET DEN BLAUWEN
HOED.
VIctoria-Théater.
DE FREGATVOGEL.
B.F.C.Alcmaria Victrix (Francoi)
Al cmaria:
Rampen
Bijlsma Ooms
Burger v. d. Vall Lengers
Plas Gerritse Peereboom de Jong Pesie
Alkm. Boys—Helder (Coopman)
Al km. Boys:
H. Keesen
Houtkooper Slikker
Weel Koster Licht
Indri Brouwer Kwadijk Boots de Grand
Alkmaar—Schagen (Augustijn)
Alkmaar:
Duivenman
pingerdis Ooms
Schrier Baars Zwaan
v.Os Kuijs Schoonhoven Kranenburg vd.Stok
Terrein Westerweg.
De Alkmaarsche Boys krijgen bezoek van
„Helder" enzouden zich van de jongste
nederlaag kunnen herstellen. Niet dat de wit-
hemden zich zoo maar gewonnen zullen
geven ofgewillige slachtoffers zouden
zijn, integendeel. De Heldersche ploeg is
werkelijk van een goed gehalte, dat onder
vonden de rood-witten bij het eerste treffen
in de Noordpunt.
En toch,toch geven we de Westerweg-
bewoners een heel goede kans juist omdat
de withemden zoo'n aardig en sportief spel
ten beste geven, een spel, dat met een zuiver
evenwicht beantwoord zou kunnen worden.
Een verdediging,die door resolute en
vlugge aanvallen door de Boys wel te pas-
seeren is en een verrassende aanval, die de
Alkmaarders tot ongekende activiteit zal
dwingen, maarwel te weerstaan is.
Trekken we een conclusie naar de eerste ont
moeting, dan zal men van een mooien kamp
getuige kunnen zijn, waarbij de Alkmaarders
bij wie Houikooper weer in de gelederen
is opgenomen en een kleine omzetting zal
plaats hebben een ietsje sterker kunnen
spelen.
Geven de rood-witten zich dan ook vol
komen, dan zou een nieuwe zege niet uit
blijven en waarbij tevens de kans behouden
blijft. Komaan Alkmaarsche Boys! Met de
volle 100 pet.,dan kan een overwinning
niet uitblijven.
Hollandia zal ook wel in de running
willen blijven, doch krijgt het niet minder
gemakkelijk daar Assendelft op bezoek komt
en de witzwarten lieten juist in uitwed
strijden bij sterke tegenstanders hun beste
spel zien. Ontnamen zij niet de Boys en
Volewijckers in eigen omgeving winst
punten We hebben zoo'n idee, dat ook
Hollandia er in eigen veste niet zonder kleer
scheuren af zal komen.
H. R. C. zal het wel weer tot een overwin
ning brengen, daar K. V. V. stellig met
ledige handen naar de Zaan wordt terug
gezonden. Toch zullen de Krommenieërs zich
geducht weren, omdat een nederlaag hen
zoo bedenkelijk dicht bij de onderste plaats
brengt.
Een wedstrijd van zeer veel belang is de
ontmoeting van De Meteoor tegen Zaandijk
Weten de Zaandijkers te winnen, dan ver
laten zij reeds de onderste plaats, op een
beter doelsaldo Naar aanleiding van wat
we van beide ploegen gezien hebben, zijn
we geneigd, nu eens een zege voor de
Zaankanters te voorspellen, al zullen de Am
sterdammers geducht van zich afbijten.
In de B-afdeeling voorspellen we een
nieuwe overwinning voor D. W. V., daar de
Nieuwendammers bezoek van Z. R. C.
krijgen.
Of Purmersteyn haar kleine kans zal kun
nen behoucien? De uitwedstrijd naar D. J. K.
bateekent voor de Purmerenders geen ge
makkelijke opgaaf -en kon wel eens pun
tenverlies brengen.
S. D. Z. zou haar kleine kans nog kunnen
behouden, door W. M S. in eigen veste te
slaan. Ook dit meenen we te moeten be
twijfelen.
Halfweg klopt stellig het bezoekende Zee
meeuwen, terwijl A. P. G. S. en O. D. E. de
punten wel eens konden deelen.
De groen-witte Alkmaarders krijgen be
zoek van Schagen enzullen wel zoo ver
standig zijn om te winnen en hun positie te
versterken. Iets, wat ons geenszins onmoge
lijk lijkt! Het is een voldongen feit, dat de
Spartanen vaak een besten wedstrijd te zien
gaven, doch ook de Alkmaarders hebben
inmiddels getoond er te kunnen zijn.
De groen-witten kunnen bij voorbaat op
hardnekkigen tegenstand rekenen, doch wor
den goede, vlugge envooral open aan
vallen opgezet, wordt er resoluut verdedigd,
dan blijven de winstpunten thuis en de kans
wordt al bijzonder fraai omdat Nieuwe
Niedorp bezoek krijgt van Succes en hier
moeten spaanders vallen. Wie van beide win
nen zal? Een punten verdeeling lijkt ons voor
„Alkmaar" de beste oplossing!
Texel zal eveneens haar positie kunnen
versterken, want het wil er niet bij ons in,
dat de Vronlanen in eigen huis de eilanders
een voet dwars zullen zetten. Aan Vrone,
om niet alleen onze voorspelling, doch tevens
de leiders te weerstaan.
Andijk krijgt bezoek van D.T.S. en hier
verwaenten we een zege voor de thuisclub.
In de B-afdeeling zou Beverwijk met de
leiders gelijk kunnen komen, daar de bezoe
kende Zilvermeeuwen wel aan het kortste
eind zullen trekken.
Rivalen, dat vorige week Meervogels in
eigen nest verraste, zal met het bezoekende
Zaanlandia wel raad weten, terwijl West-
zaan zich in eigen huis tegen Verkade wel
van de jongste nederlaag zal kunnen her
stellen.
Ook in den „Noord-Hollandschen" is een
flink programma samengesteld, maar we
vreezen dat Pluvius op onze Noordholland-
sche velden zijn invloed dusdanig heeft doen
gelden, dat weer heel wat wedstrijd-resu!
taten zullen uitblijven.
In de eerste klasse A
hebben de leiders K.V.V. II het niet
zwaar, daar de Krcmmenieërs bezoek krijgen
van Q.S.C. III. Het moet al heel raar gaan
als de K.V.V.-reserves het tegen de hekken
sluiters niet tot een overwinning wisten te
brengen.
Z.F.C. IV krijgt het minder gemakkelijk,
daar de rood-witten op bezoek gaan bij Zil
vermeeuwen II. Weliswaar is Z.F.C. IV ster
ker, maar derby's brachten vaak verras
singen.
K.F.C. IV moet in eigen veste W.F.C. IV
partij geven en daar de Wormerveerders
zich vorigen Zondag tegen de leiders ver
dienstelijk hielden, wordt het voor de Kogers
oppassen, om ook niet een punt kwijt te
raken.
Bergen gaat naar Zaandijk II en als de
Bergenaren zich weer volop geven, dan ne
men ze beide punten mee. Erg gemakkelijk
zullen de „duinkanters" het niet krijgen,
want op het Zaandijker terrein liggen an
gels en voetklemmen.
O.S.V. IV ontvangt C.S.V. I en we vree
zen dat de Castricummers niet vee] plezier
van hun reisje naar Oostzaan zullen bele
ven.
In de eerste klasse D
zien we weer een zeer interessant program
ma. Petten ga?t een bezoek brengen aan
Succes II en waar ook de Wieringers nog
een kans hebben, zal het er geducht spannen.
Het zou ons niets verbazen als de Pettena-
ren verlies boekten.
H.R.C. III zou dan haar positie weer wat
kunnen versterken, daar het bezoekende J.
V. C. wel niet veel kans zal krijgen, al heb
ben de Julianadorpers een zwak voor ge
lijke spelen. De Racers zijn stellig op hun
qui-vive.
Helder III zou de bezoekende Watervo
gels een ietsje uit de running kunnen bren
gen, terwijl Schoorl tegen het bezoekende
Heldersche Boys haar lot geheel in eigen
hand heeft. De „duinbewoners" doen goed
te winnen iets wat zeker kan, zoodat ook
hun kans beter en die der Helcerschen slech
ter wordt.
De tweede klasse D
brengt weer twee ontmoetingen. Koedijk
krijgt bezoek van de Egmondsche Boys. Bei
de ploegen zijn volkomen aan elkander ge
waagd. Mogelijk doet terreinvoordeel de
winst het meest naar de zijde van Koedijk
overhellen. Aan de Egmonders, om er an
ders over te denken.
A.S.V. gaat een bezoek brengen aan D
T. S. II en als de Sporters op hun tellen
passen, boeken ze weer twee winstpunten.
Tot een puntenverdeeling zullen ze het zeker
kunnen brengen.
De derde klasse D
geeft een volledig programma te zien. Het
leidende Alkmaarsche Boys IV gaat naar
Ursem I, dat op eigen veld zeer moeilijk te
kloppen is. Pakken de rood-witten echter
geducht aan, dan kunnen ze zeker hun on
geslagen record handhaven, zoo mogelijk
een zwaar bevochten zege behalen.
Bergen II krijgt het iets makkelijker, daar
het bezoekende Akersloot geklopt kan wor
den, maar het bezoek van Schoorl II aan
C. S. V. II kon voor de runner uips wel eens
nieuw puntenverlies bcteekenen, daar de
Castricummers in eigen veste lastige tegen
standers zijn.
Alcmaria V zal het bezoekende Alk
maar III de nederlaag toebrengen, of den
ken de groen-witten evenals vorigen Zon
dag te Schoorl weer een puntenverdee
ling te kunnen halen?
Egmondsche Boys II zendt Vrone II met
ledige handen naar huis.
In de vierde klasse E
zullen de leiders Koedijk II wel weer
een nieuwe overwinning aan hun totaal toe
voegen, nu Alkmaarsche Boys VI op bezoek
komt.
Ook Oudorp I zal wel weer zegevieren,
daar zeker Akersloot II in eigen huis gesla
gen kan worden. Ook Alkmaarsche Boys V
denken we een nieuwe zege toe, nu Oterleek
op bezoek komt.
Egmondsche Boys III zou het bezoeken
de A. S. V. II e«.n voet dwars kunnen zetten,
hoewel de Sporters zich geducht zullen we
ren en Oudorp II zou het onderspit wel
eens moeten delven tegen het bezoekende
Ursem II.
De man, die in deze aardige film met vuur
speelt is een architect, die een prachtig huis
en een charmant jong vrouwtje bezit.
Er is dus voor hem heelemaal geen aan
leiding om met vuur te spelen, vooral niet
als men weet, dat dit vuur een zangeres van
onbestemden leeftijd is, die niet zoozeer uit
munt door lieftalligheid en charme dan wel
door haar reputatie van als ster over alle
mannen in haar omgeving een zeker dictator
schap uit te oefenen.
Op een moment, dat zij op straat wordt
lastig gevallen om handteekeningen te zet
ten, werdt haar handtaschje gestolen, maar
dr. Kramer, de kunstzinnige, maar wat
naïve architect, ontdekt het, geeft het haar
terug en brengt de diva in zijn auto naar
huis. Vanaf dat oogenblik is hij in haar
macht, want Fraülein Bernhardt, de zange
res, vindt den architect een gezelligen bege
leider en noodzaakt hem telkens weer haar
op haar fuifavondjes te vergezellen. Op het
laatst weet de arme man geen geldig excuus
meer te bedenken en ook doordat hij op een
liefdadigheidsavond êen vleugelpiano als
prijs wint op w^en avond hij zooge
naamd een heerendiiiertje had komt mevr.
Kramer al spoedig achter de waarheid en be
sluit den man van wien zij houdt voor de
keuze van een van beide vrouwen te stellen.
Zij brengt een bezoek aan de zangeres en
stelt deze voor, dat zij van haar man zal
scheiden en dezen man aan haar de zan
geres Sylvia Bernhardt zal overlaten. Zij
noodigt de verraste zangeres, die dat voor
stel ernstig opneemt bij haar thuis en ver
haalt haar daar allerlei eigenaardigheden
van haar echtgenoot opdat de zangeres daar
mede als ze met hem getrouwd zal zijn, reke
ning kan houden. De architect, die dat alles
moet aanhooren, besluit wanhopig op reis
te gaan, maar vrouwlief en de zangeres rei
zen hem samen na en logeeren in hetzelfde
hotel.
Ten slotte treedt de zangeres daar in een
weldadigheidsavond op en de architect
maakt zich daarbij zoo verdienstelijk, dat hij
voor haar manager aangezien wordt. Dan
wordt de toestand hem ten slotte te machtig,
Hij laat zich door zijn vrouwtje van zijn
dwalingen overtuigen en keert gelukkig met
de beste en knapste van het tweetal naar zijn
eigen gezellige woning terug, waarna de
zangeres zich de gril veroorlooft, op haar
eigen manager verliefd te worden en deze als
haar toekomstige echtgenoot te accepteeren.
Paul Hörbiger, Tmde Marlen en Elga
Brink geven in deze alleraardigste film knap
samenspel te zien.
Vooraf gaat veel binnen- en buitenlandsch
nieuws, een screensong, een één-acter van een
dame op middelbaren leeftijd, die haar tasch-
jes verliest om onder de vinders naar een
huwelijkscandidaat te zoeken en een leerzame
film waarin verteld en op het doek getoond
wordt hoe de film- en geluidsopnamen in
den loop der laatste denig jaren tot ontwik
keling zijn gekomen.
Voornamelijk de opnamen van een dertig
tal jaren geleden zijn bijzonder interessant
en laten zien, dat er sindsdien in technisch
opzicht wel iets veranderd en verbeterd is.
Met de Kerstdagen heeft Roman San-
dals in de Cinema Americain een zeer
groot succes behaald. Maar toch zijn er
in de feestweek velen geweest die geen
kans hebben gezien Eddie Cantor in zijn
Romeinsche creatie te zien. Deze kun
nen nu dit verzuim herstellen, want
voor drie dagen is de film teruggebracht
naar het Alkmaarsch Bioscoop Theater
en gisteravond waren er reeds zeer veel
bezoekers.
Roman Scandals is inderdaad 'n dol
vermakelijke film en Eddie Cantor doet
zich in de rijk opgezette film als een
bekwame komische kracht kennen. Na
zijn succes in Te Kid from Spain moet
men deze film ook zien.
Over de geschiedenis kunnen we kort
zijn. Die is nog pas vermeld. Maar er is
weer onbedaarlijk gelachen om den
dwazen Eddie, wiens droom van het
het oude Rome schitterend is weergege
ven. We noemen in het bijzonder de
groote scène „Young and Beautiful",
waarin Eddie als de Oostersche schoon
heidsspecialist optreedt en een welver
diend succes behaald. Er zijn nog veel
meer bijzondere scènes, die wij echter
niet alle kunnen noemen. Maar die van
het lachgas slaagde al heel goed. De wa
genrennen zijn zeer sensationeel en men
zag ze zoo nog zelden.
Wie dus in 1934 de Roman Scandals
heeft verzuimd, kan in 1935 zijn schade
inhalen.
Het voorprogramma brengt mooie
journaals, een teekenfilm, een sensatie
van autoracers, en een zeer mooie mu
ziekfilm met zang en orgelspel van Lou
White.
De film van Eddie Cantor loopt maar
dr:j dagen en wordt Maandag vervan
gen door de reeds eerder vertoonde sen-
sationeele film: Het Brood der Schande
(Ihr Junge).
AVONTUUR IN DE ZUID-EXPRESS.
Bioscoop „Harmonie".
Meer en meer gaan de tegenwoordige
Lumina-films de aandacht trekken door haar
voortreffelijke regie, haar uitstekende rolbe
zetting en vooral ook door het feit, dat het
scenario op verrassende wijze het publiek
weet te boeien. In de film „Avontuur in de
Zuid-Express", welke deze week in de „Har
monie" draait, zit volop actie en geen mo
ment wordt men, zooals dat zoo vaak bij
Hollandsche films gebeurt, uit de sfeer ge
trokken, waarin men door het spannende ge
geven in opgenomen.
Charlotte Susa! Hoe weinig zien we deze
uitmuntende filmactrice op het witte doek en
hoe groot zijn toch haar verdiensten, die
haar stempelen tot de besten onder de vroe
gere Ufa-sterren. Haar ongekunstelde spel is
van groote waarde en het is juist daarom,
dat wij het betreuren, dat Charlotte Susa
zoo sporadisch optreedt.
Een specialiteit van haar is wel het spelen
voor de film in een trein en in dergelijke
films viert zij dan ook altijd groote triompfen
Zoo ook in deze film, waarin de sympathieke
acteur Carl Ludwig Diehl haar partner is
De Zuid-Express, op weg naar Italië ver
voert een aantal personen, die door samen
loop van omstandigheden met elkaar in
nauw contact kotnen. In een slaap-coupé
eerste klasse vinden wij de jonge eigenaresse
van een luxe hotel aan de Rivièra, die naar
haar woonplaats terugkeert. Zij kort zich
den tijd met het spelen van gramofoonilateri,
tot zij gezelschap krijgt van een graaf, die
eveneens naar het Zuiden reist en die zijn
gezelschap min of meer aan haar opdringt.
Samen gaan zij naar het restauratie-rijtuig,,
waar de kellner zich tegenover haar buiten
gewoon gedienstig toont. Hier maken wij
kennis met een vierde belangrijke persoon
lijkheid, een professor, die zich speciaal
op handlijnkunde en schedelmeting toelegt.
Teruggekeerd in haar coupé, blijkt dat -1e
juweelen van de dame gestolen zijn. Aan
liet eerstvolgende station wordt een voor-
loopig onderzoek ingesteld en gedurende het
verhoor weet de graaf de verdenking op den
kellner te vestigen, terwijl de professor een
buitengewone belangstelling voor de handen
en schedels van alle betrokken personen aan
den dag legt en daardoor den goeden gang
van zaken ten zeerste belemmert. De graaf
neemt een particulier defectieve in dienst, die
zich eveneens met het geval gaat bemoeien
en het resultaat is, dat wij in het hotel den
professor en den detective, beiden op zoek
naar den dief, elkaar zich achtervolgen. De
kellner, die intusschen zijn betrekking heeft
verloren, is in het hotel als hulpportier aan
genomen. De verdenking valt voortdurend
op anderen, tot de professor eindelijk de op
lossing vindt, die wij hier niet willen ver
raden.
Tusschen de eigenaresse van het hotel en
den ex-kellner, die achteraf blijkt van goede
afkomst te zijn en slechts door samenloop
van omstandigheden gedwongen was, deze
betrekking aan te nemen, ontwikkelt zich een
idylle, die tot een gelukkig einde voert.
Het voorprogramma mag er eveneens zijn.
Wij noemen b.v. de buitengewoon aardige
filmklucht „Het geluk van Rosmariën" met
Fritz Grünbaum. En dan die aardige teeken
film van Betty Boop, terwijl het buiten
landsch nieuws (Fox en Paramount) het
programma heel goed completeert.
De Hollandsche fjlms volgen elkaar
snel op, zoo snel, dat wij langzamer
hand van 'n Hollandsche filmindustrie
kunnen spreken. Na „Malle gevallen"
van Hans Martin is nu „Het meisje met
den blauwen hoed" van Jan Fabricius
verfilmd en we kunnen niet anders zeg
gen, dan dat, dank zij de medewerking
van een aantal Hollandsche artisten,
deze roman uit het soldatenleven tot
ëen alleraardigste film is geworden.
Men kent waarschijnlijk het boek van
Fabricius, waarin hij het leven in zijn
'diensttijd beschrijft, het ruwe soldaten
leven waarin toch ook weer zooveel hu
mor en kameraadschap naar voren ko
men.
Hij heeft in „Het meisje met den blau
wen hoed" twee bijzondere typen weer
gegeven, den bedeesden Daantje Pieters,
den grutterszoon uit een klein stadje en
den pienteren Toontje, het manusje van
alles uit het soldatenkamp, den onverza-
digbaren Toontje, die er altijd op uit is te
leenen zonder terug te geven, maar die
ten slotte de clown van zijn barak js en
onder wiens ruwe soldatenjas toch een
warm hart klopt, als een kameraad een
beroep op zijn hulp en brutaliteit komt
doen.
Toontje kent het klappen van de mi
litaire zweep als geen ander. Hij weet
precies wat hij doen moet om een drie
dubbele portie eten te krijgen, om voor
niks naar de revue te gaan en „Turmac-
jes" en „Piraatjes" op kosten van zijn
collega's uit de barak te kunnen rooken.
Toontje is overal present waar wat te
halen is en hij gelooft in een wonder
van den hemel als daar plotseling
Daantje Pieters, de grutterszoon, zoo
groen als gras, de barak binnenstapt en
zijn „slaapie" zal worden. Daantje komt
niet alleen in de krib naaèt hem te sla
pen, maar heeft bovendien allerlei doo-
zen en koffers vol heerlijke etenswaren
uit de grutterij van Pieters Sr. meege
bracht, o.a. een doos vol delicatessen,
die voor den kapitein bestemd is, omdat
juffrouw Pieters gelooft, dat deze groot
machtige door al die lekkernijen als een
tweede vader over haar Daantje zal
waken.
Den eersten dag wordt er in barak ze
ven kroten met schol gegeten. Toontje
Verzamelt de afgekloven schollekoppen
en als de kapitein den volgenden dag de
doos van Daantje's ouders thuis krijgt,
vindt hij er niets anders in dan een be
schimmeld kuchje en een dertigtal af
gekloven schollekoppen, terwijl de heele
barak zich aan Daantje's fijne speullen
te goed doet.
Dat heeft Toontje op zijn geweten,
maar Daantje verraadt hem niet en
Toontje is daarvoor zoo dankbaar, dat
hij, als al het lekkers op is, op eèn vrij
en dag naar Purmerend gaat om Daan
tje's ouders te bezoeken. Hij dóet zich
daar als Daantje's vriend en beschermer
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
30)
„Je kunt Joe Green zeggen, dat Robert
Asprey op weg is om den gouverneur te
spreken om gratie te verkrijgen voor den
dood van Sam Lapaz vijf jaar geleden. Je
weet van dien moord af?"
„Alles".
„Zeg aan Green, dat als hij dat voorko
men kan, hij een flinke cheque van mij zal
krijgen. Ken je hem genoeg om te weten,
wat zijn prijs is?"
„Die is hoog".
„Natuurlijk, voor zooiets. Nu, Renney, ik
laat het bedrag aan jou over. Ik kan vijf
tigduizend dollars neertellen op het oogen
blik, dat ik weet, dat de gouverneur gewei
gerd heeft de zaak van Robert Asprey te
nerzien. Zie zelf tot zaken te komen met
Green en als je hem voor minder krijgen
kunt, dan mag je het verschil houden".
Renney knipperde met de oogen en slik
te.
„Ik heb het gehoord", zeide hij, „wat voor
zekerheid kan ik krijgen, chef?"
„Zekerheid, zekerheid?", riep Asprey uit,
„man, je weet al genoeg om mij met één
woord te ruïneeren".
Renney knikte.
,Ga regelrecht naar de hoofdstad en zoek
Green op. Mijn neef heeft de plaats mis
schien al vóór jou bereikt, maar als je hard
rijdt, zul je daar zijn, voordat er iets defi
nitiefs gedaan is; bewerk Green!"
„Heeft hij invloed op den gouverneur? Is
de gouverneur ook een schurk?"
„De gouverneur is zoo eerlijk als goud,
een idioot, die zijn bed niet wil opmaken.
Maar Green ging met hem school; hij ge
looft in Green, alsof hij zijn broer was. Is
dat duidelijk?"
„Zoo klaar als de dag", grijnsde Renney.
„Ga dan naar Sam Lorenz. Ik zal Je
daar ontmoeten en dan zullen wij voor een
paard zorgen".
HOOFDSTUK XXIII.
In zijn omzwervingen om de wereld had
Geraldi menig fijn paard bereden, maar
nooit een als Zuleikha: zij reed over de heu
veis als de wind en scheen haar berijder eve
goed in het oog te houden als den weg en
Geraldi liet baar met groote snelheid gaan.
Hij dacht aan de waarschuwing van den
kleine pandhuishouder betreffende de gewil
ligheid van het paard, maar was zelf geen
slecht kenner van het uithoudingsvermogen
van paarden. Daarbij, hij had snelheid noo-
dig. Robert Asprey was direct van de ber
gen naar de hoofdstad van den staat gere
den en hoewel zijn weg de moeilijkste van
de twee was, was hij toch korter dan die
van Geraldi en waarschijnlijk zou hij de stad
het eerst bereiken.
Voor dat geval hadden zij een rendez-
vouz afgesproken; Asprey behoefde daar
echter niet voor onbepaalden tijd te wach
ten, maar zou door gaan en trachten met
den gouverneur in contact te komen Tien
minuten spreken met dezen sterken en eer
lijken man zou alles kunnen veranderen en
het spel in de handen laten van Robert As
prey, wat zijn neef Edgar ook zou trachten
te deen. Maar het was hoog noodig, dat de
bespieking en het resultaat er van geheim
zouden blijven, anders zou Edgar Asprey,
beangst door de eerste geruchten, met het
grootste gedeelte van het fortuin van zijn
neef kunnen vluchten
Om al deze redenen waren snelheid, ge
heimhouding en handigneid noodig en hoe
wel Geraldi bereid was te bouwen op de
kracht en den moed van zijn bondgenoot,
wenschte hij toch ter plaatse te zijri, wan
neer de troefde wateren waren bereikt Hij
reed dus met grooten spoed voort en zag,
dat hij de mijlen met ongelooflijk gemak en
vlugheid achter zich liet. Tweemaal bij het
oversteken van riviertjes de:d hij de merrie
halt houden om haar op adem te laten ko
men en haar af te wrijven. Daarna ging hij
weer verder.
Twee heuvelruggen hadden zij reeds be
klommen en weder afgedaald en toen de
zon onderging, liet Geraldi het bosch ach
ter zich en' kwam aan een breeden wg,
waarover hij snel rijden kon. Tenslotte be
reikte hij een hoogte met een landelijk ho
tel aan den rechten hand en links een uit
zicht op de stad, beneden in het dal De
stad lag uitgestrekt in een perfect verlicht
patroon en de gele stralen flikkerden ver
weg over de kalme oppervlakte van het
meer, waaraan de stad gelegen was.
Daar was het eindpunt, maar hier was
het rendezvous. Hijzelf kende de plaats
niet, maar Robert Asprey, die de streek
goed kende, had deze plek gekozen. In een
bosch hooge pijnboomen er dichtbij zouden
zij elkander ontmoeten; wie er het eerst
was, zou een uur wachten en. in geval her
Geraldi zou zijn, moest hij blijven wachten
en met tusschenpoozen van nog geen uur
in het bosch komen
Geraldi reed tusschen de boomen rond
en gaf het fluitsignaal van drie korte stoo-
ten. Toen er geen antwoord kwam, wachtte
hij en probeerde het opnieuw, maar nog
kreeg hij geen antwoord; daarop keerde hij
weer naar het hotel terug. Voor zichzelf
gaf hij er niets om, maar het paard was be
zweet en hij verlangde er naar het af te
koelen, te voeden en gestald te hebben; na
zulk een behandeling zou het paard weer
frisch zijn.
Het was een groot, uitgestrekt en com
fortabel uitziend hotel; hier kwamen de po
litici van de hitte in ae kleine stad uitbla
zen en gaven zich over aan den heerlijken
koelen bergwind Zij waren er op dit oogen
blik ook; luide stemmen weerklonken door
de vensters van een privé-eetzaal, toen Ge
raldi de binnenplaats achter het gebouw
opreed De stal zag er eveneens groot en
ruim uit.
Hij nam het zadel af, vroeg om een zwa
re deken, die hij over Zuleikha wierp en he-
gon haar rond te leiden om af te koelen;
zij volgde hem als een hond, stond stil als
hij stil stond, liep als hij liep, zoodat het
touw van het halster nooit strak stond. Zij
was geen gewoon paard, maar scheen men-
schelijk verstand te hebben in dat mooit
hoofd.
De lucht was kil en droog, met een weinig
wind juist koud genoeg om het noodig
te maken s*ie! te loopen, zoodat de hoeven
van het paard in een in een regelmatig
rhythme over de keien van de binnenplaats
klonken. Een staljongen bood aan Zuleikha
af te stappen, maar het aanbod werd afge
slagen en hij keerde terug naar den groep
pratende jongens aan de staldeur, waar
een enkele lantaarns de duisternis van den
stal deed uitkomen, vanwaar het stampen
van paardenhoeven en het ruischen van
hooi naar buiten drong.
Een jongen kwam uit het hotel en voeg
de zich bij de anderen; hij was erg opge
wonden. „De duivel is los!" zeide hij.
„Waar?" vroeg er een uit de groep.
„Waar? Waar Lachende Joe is natuur
lijk".
„Is kolonel Green er dan vanavond?"
„Zeker, een half uur geleden gekomen"
„Ik heb zijn span niet gezien".
„Hij kwam met meneer Loftus".
„Dien schurk?"
„Twee schurken, dat is een paar!"
„Ik ga hooger", zeide de ipas aangeko
mene. „Er is nog een stel oplichters, lui uit
het Oosten, dat maken twee paar!"
„Zijn dat ook gokkers?"
„Die? Die zijn gladder dan olie; ze kun
nen je zakken rollen, terwijl je ze goeden
morgen wenscht".
„Wat is er aan den gang?"
„Er zal genoeg aan den gang zijn zoo
dra zij kunnen gaan spelen".
„Wat weerhoudt hen dan?"
(Wordt vervolgd).