De Zeeuwsche oestercultuur met den ondergang bedreigd. Dc «ter Geen bliksem-inslag op de „Uiver". tRumudamd Viaaq m Aanbod HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI. Donkere tijden in aantocht. Een nationaal bedrijf door natuurlijke vijanden belaagd. De wetenschap staat machteloos. duister tast. Luchtvaart Met volle snelheid tegen den grond gebotst liet officiëele onderzoek. INRIJ VERBODEN voor en de goede menschen uit de grut- terij geven hem weer een doos vol lek kers mee, die hij 's avonds voor de blik ken van den verbaasden Daan op zijn krib uitpakt. Daantje staat op het punt om met zijn „slaapje" voor goed af te rekenen, maar dan komt het meisje met den blauwen hoed in het spel, een meisje, dat Daantje al eens in den trein gezien heeft en waarop hij op het eerste gezicht verliefd is geworden. Hij is te bleu om haar aan te spreken, vooral omdat zij met den korporaal- fourier uit is, maar Toontje zal hem wel een handje helpen. Toontje en Daantje zien het meisje in een revue van Lou Bandy en daarna gaat de fourier er mee naar een chique gelegenheid, waar eigenlijk geen soldaten mogen komen. Daantje wil bij de deur al terugkeeren, maar Toontje duwt hem naar binnen en zet zich met Daantje brutaalweg bij den fourier en het meisje, waarop de fourier nijdig opstaat en weggaat. Daantje heeft „toevallig" geen geld bij zich, maar de grutterszoon is al gewend voor hem te betalen. Op het juiste mo ment meent Toontje een oom te zien, waar hij noodig even naar toe moet. Hij verdwijnt om niet meer terug te komen en dan rust op Daantje de heerlijke taak het meisje met den blauwen hoed naar huis te brengen. Het meisje, dat niet voor het eerst met een soldaat uit is, kiest een stil plantsoentje en 'n bankje, dat in de schaduw ligt, maar, dank zij de wijze lessen van juffrouw Pieterse, is Daantje zoo keurig netjes en zoo ver legen, dat het meisje hem bij de huis deur smalend een „dooie diender" noemt. Dat gebeurt evenwel als Daantje al weer naar het kamp is, waar hij Toontje opgewonden van zijn succes vertelt. Hij heeft evenwel vergeten te kijken waar het meisje woont en weet alleen, dat zij in een warenhuis in betrekking is. Toontje en hij gaan een heelen vrijen Zaterdagmiddag op zoek in de waren huizen om een meisje te vinden, dat Betsy heet en Toontje gedraagt zich daarbij zoo vrij, dat een deftige winkel chef de „heeren" aan de trap uitgeleide doet en weer naar de straat loodst. In het boek komt beter dan in de film uit hoe Toontje ten slotte aan Betsy's adres komt. Als hij dat weet, gaat Daantje weer uit vrijen en omdat Betsy al lang gezien heeft, dat de grutterszoon een gespekte portemonnaie heeft, is zij al lerliefst voor hem en breekt weldra het moment aan, dat Daantje serieus bij Pa en Ma op bezoek gaat om Betsy tot vrouw te vragen. Tevergeefs tracht Toontje, geholpen door de heele barak bemanning, dat te voorkomen. Er is een prachtige scène in het huis van het meisje, maar Daantje blijft haar trouw en neemt haar mee naar Purmer end, waar dit soldatenvlindertje kennis maakt met de degelijke ouders van Daantje Pieterse en met de nog degel ij ker vrienden van dit edele tweetal. Het is, zooals het boek het beschrijft: de kleine duikboot moet hier een paar zware pantserschepen aanvallen, en het soldatenmeisje, dat ook haar goede zij de heeft, begrijpt wel, dat het leven in een grutterij naast Daantje's moeder geen toekomst voor haar is. Op een ker mis in den Dierentuin komt het ten slotte tot een breuk tusschen Daantje en het meisje en Toontje verschijnt op het juiste oogenblik om zijn „slaapie" te troosten en hem er aan te herinneren dat de liefde van een soldaat alleen voor het vaderland bestemd is. Men heeft het boek niet overal ge volgd, maar er de voornaamste episodes uit weergegeven en men is er zeer zeker in geslaagd een humoristische film met zeer aantrekkelijken inhoud te maken. Lou Bandy is Toontje en men weet wel, dat hij er een allerleukst type van gemaakt heeft. Hij krijgt in deze film volop gelegenheid te toonen, dat hij niet alleen spelen maar ook zingen kan, hi.' heeft zijn eigen revue er in betrokken en hij geeft een alleraardigste scène waarin hij zelf naast zijn spiegelbeeld Toontje op de planken verschijnt Ro land Varno is de bedeesde nette Daan tje, de brave burgerzoon, die door het meisje Truus van Aalten het hoofd op hol gebracht wordt. Alleraardigst is deze Betsy met haar levenswijze oogen en haar altijd snoepend mondje en zi, weet meer van de soldaten af dan de sergeant-majoor en de kapitein samen Met Mathieu van Eysden is het viertal dat deze film draagt compleet en naast hen treden nog tal van Neder- landsche artisten op den voorgrond. Max Tak zorgde voor uitstekende mu ziek en „Het meisje met den blauwen hoed" zal zeker niet nalaten ook de harten van alle Alkmaarders te winnen, die een humoristische Hollandsche film weten te waardeeren. Wie zelf in dienst geweest is, zal de sfeer van zijn soldatentijd in deze film onmiddellijk terugvinden. Het soldatenleven met al zijn ups and downs, al zijn zonnige dagen en zijn politie-kamernachten is in deze film op treffende wijze weergegeven. Het voorprogramma brengt den be zoeker in een kwartiertje rond de ge- heele wereld en speciaal in Nederland (o.a. brug bij Nijmegen, rugby-wedstrijd Nederland—Duitschland); geeft Claude Hopkins en zijn orkest in „Geluksvogel en voorts een grappige teekenfilm. Ierseke, 4 Januari. Van verschillende zijden wordt onze Zeeuwsche oestercultuur be dreigd. Aan den eenen kant werpen de economische omstandigheden van de wereld, zooals van zelf spreekt, hun schaduw over dit luxe-bedrijf. Maar veel grooter nog is het ge vaar dat dit zoo bij uitstek natio nale bedrijf boven het hoofd hangt van de zijde van de natuur, die zich aan geen menschelijke overwegin gen stoort. Deze bedreiging is zoo groot, dat men bijna wel van een ramp mag spreken. Een epidemische ziekte maakt op groote schaal slachtoffers onder de die ren, een ziekte waartegen de weten schap met alles wat haar ten dienste staat nog geen afweermiddelen heeft gevonden. De telers staan er volslagen machteloos tegenover en moeten dage lijks steeds grooter wordende partijen wegwerpen, die ze dood uit de putten opvisschen. Juist de crisis tempert de gevolgen van deze ramp eenigszins, doordat de afzetmogelijkheden even eens aanzienlijk zijn verminderd, doch de sterfte onder de oesters breidt zicb steeds verder uit, zoodat het schijnt dat de ondergang voor de deur staat. Een oude kwaal. De ziekte, die thans in de oesterban- ken voortwoekert, is er geen van den laatsten tijd. Reeds dr. P. P. C. Hoek, die in 1902 als wetenschappelijk advi seur in visscherijzaken een rapport pu bliceerde over de oorzaken van den achteruitgang in hoedanigheid van de Zeeuwsche oester, geeft er een beschrij ving van. Toen had dr. Hoek evenwel perceelen gevonden, die tot een maxi mum van 10 pet. door deze ziekte waren aangetast, thans zijn er echter percee len, waarvan dit percentage 85 tot 95 bedraagt. In principe is deze ziekte dus niets nieuws, maar zij is wel op buitengewo ne wijze uitgebreid. Dit doet verwach ten, dat op den duur deze epidemie te rug zal zakken tot een normaler niveau, maar van vermindering is thans nog niets te merken. Integendeel: den laat sten tijd woedt de ziekté in onrustba rende mate. De liefhebbers van oesters behoeven zich bij het eten over deze kwaal even- w»l niet onrust te taste oester is even consumabel als haar gezonde zusje; de zieken zijn zelfs niet alleen niet schadelijk voor de gezond heid van den mensch, maar: ook de smaak heeft er niet onder te lijden. Aantasting van de schelp. Het is namelijk alleen de schelp, die wordt aangetast, terwijl de oester zelf volkomen gezond blijft. In het parel moer van de schelp (dus aan de binnen zijde, zoodat er van buiten zoolang de oester nog leeft niets van te zien is) ontstaan groenachtige zachte plekken, die eenigszins rubberachtig aanvoelen. Van den rand breiden zich deze plek ken uit naar het midden, waar de sluit spier aan de schelp vastzit. Als de ziek te zoo ver is voortgewoekerd, beteekent dit een onherroepelijken dood, daar het dier de schelp dan niet meer kan slui ten en zoodoende zijn natuurlijke be scherming tegen zijn vijanden mist. In Frankrijk kent men de zoogenaam de „maladie du pied", welke Nederland- sche importeurs ook op de Londensche markt hebben aangetroffen. Deze ziekte lijkt veel op de Nederlandsche, maar zij is in Frankrijk niet veel voorkomend. Men ziet zoo iets echter meer, ook bij menschelijke ziekten. Het verloop van de griep kan bijvoorbeeld uitstekend met deze schelpziekte vergeleken wor den: een reeds bestaande ziekte, die plotseling ernstige vormen aannam. Al leen, de oesters hebben er in veel erger mate van te lijden en ieder geval is hier doodelijk. Geen geneesmiddel. Terwijl deze oesterziekte voortwoedt, zoekt men tevergeefs naar een middel om haar te genezen of zelfs de uitbrei ding tot staan te brengen. Belangrijke onderzoekingen zijn op dit gebied ver richt door dr. B. Havinga te Amster dam, het hoofd van de afdeeling kust- visscherij, riviervisscherij en binnenvis- scherij van het Rijksinstituut voor bio logisch visscherij-onderzoek, in samen werking met dr. A. Grijns te Bergen op Zoom, den bacterioloog van het Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroo men. Op onze reis hebben we den laat ste in zijn laboratorium opgezocht, waar hij ons zeer welwillend over de kwalen der oesters heeft voorgelicht. De oorzaak van de schelpziekte is vol komen onbekend en met allerlei proe ven heeft men slechts een negatief re sultaat bereikt. Men heeft geen bacterie gevonden en geen schimmel kunnen aanwijzen, zelfs is het niet gelukt om gezonde oesters met de ziekte te be smetten. En toch woekert de kwaal in de oesterputten verder. De heeren Ha vinga en Grijns hebben zich in verbin ding gesteld met prof. dr. Johanna Wes- terdijk te Baarn, die op het gebied van schimmels een autoriteit is; zij meende iets te hebben gevonden, doch besmet- tingsproeven hebben wederom niets op geleverd, zoodat men nog steeds in het Nog meer belagers. Hier komt nog bij, dat de schelpziekte niet de eenige vijand is van de oester cultuur. Daar is nog de „slipper lim- pet" (crepidula fornicata), een slakje dat de oesters volledig overwoekert. Het is uit Amerika, waar het op onschade lijk niveau blijft, naar Engeland over gebracht en daar heeft het zich zoo ont wikkeld, dat geheele oesterbanken er eenvoudig door zijn vernietigd. Sinds eenige jaren komt het ook in Zeeland voor. Juist op de broedplaatsen ontwik kelt de slipper limpet zich geweldig, zoodat het de cultuur treft in het hart. Ook hiertegen bestaat geen afweermid del; de hoop is alleen gevestigd op een natuurlijken vijand, die de slipper weer kort houdt. Een nieuwe bedreiging vormt Frank rijk, dat na 1931 op de Londensche markt geen groote concurrent was we gens de groote sterfte onder de Fran- sche oesters, doch nu weer heel goede oesters exporteert. De Engelschen let ten speciaal op een goed uiterlijk en daarin is Frankrijk de Zeeuwen thans belangrijk de baas. Tenslotte werkt ook de crisis hier door, al heeft het lang geduurd, voordat men er hier iets van merkte, zoodat tot voor kort de prijzen en de afzet bevredigend waren. Zwaar getroffen. De oestercultuur wordt dus wel zwaar getroffen en in Ierseke is men zeer pessimistisch gestemd. Wij hadden nog een onderhoud met den gemeente secretaris, den heer G. O. Veenendaal, die ons bij ontstentenis van den burge meester, den heer H. C. J. Gunning, van den stand van zaken in het eens zoo welvarende dorp een uiteenzetting gaf. De uitvoer, die voor 3 jaren nog een bedrag van twee millioen gulden beliep, is in 1934 gezakt tot ongeveer een half millioen en verbetering is niet in zicht, eerder het tegendeel. De belastingen, die vroeger zeer laag waren, zijn tot het uiterste opgeschroefd. Van een steun regeling was tot voor kort geen sprake; men had het vorig jaar een werkver schaffing, waar een 30 man onderhoud vond, nu moet men ook daarvoor bij het rijk aankloppen. De gewone rijksuitkee- ringen zijn gebaseerd op de goede jaren, zoodat Ierseke wel diep in den put zit. En door de nieuwe financieele maat regelen van het rijk gaat men nog ver der achteruit. In de gouden dagen hebben de arbei ders hun geld uitgegeven en de kwee kers hebben hun winsten gebruikt om hun zaken uit te breiden. Dit geld is nu volkomen naar de maan. Het dorp be staat voor meer dan drie vierden van de oester- en mosselteelt, waarin bijna geen loonende arbeid is te vinden. Want in de mosselkweekerij is de toe stand al evenmin rooskleurig. De steun maatregelen van het rijk hebben geen goede uitwerking, doordat minimum prijzen alleen zijn vastgesteld voor het buitenland, terwijl op de binnenland- sche markt de concurrentie blijft be- stuan. Slechts enkele exporteurs varen er wel bij. Vraag naar goede oesters is er in het buitenland nog genoeg, maar men kan ze in Zeeland niet leveren. De schelp ziekte en de slipper zetten hun ver woestende werking voort. Het Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche wate ren doet ook wat het kan om den nood te lenigen: er is een belangrijke pacht- reductie verleend en zoo juist is toe stemming gegeven voor den uitzaai van oesters van vreemden oorsprong, het geen vroeger verboden was om het ras zuiver te houden. Vooralsnog ziet het er echter voor de oestertelers zeer donker uit, evenals voor de velen die er vroeger een goede verdienste in vonden. Armoede staat in Ierseke voor de deur en uitzicht op verbetering is er niet. In een persbijeenkomst gisteravond op het hoofdkantoor der K L M. waarbij ook de hee ren Sillevis, Geysendorffer en enkele andere K.L.M.-mannen tegenwoordig waren, deelde de heer Plesman, directeur der K.L.M., het volgende mede: De commissie, bestaande uit de heeren Sil levis, Geysendorffer, Behagp en Moes, welke met de Leeuwerik naar Rutbah Wells was gezonden, ten einde aldaar de oorzaken van de ramp van de Uiver te onderzoeken, is thans teruggekeerd en heeft heden bij de di rectie van de K.L.M. verslag uitgebracht. Zij is na voortgezet onderzoek ter plaatse tot de slotsom gekomen, dat aan de aanvan kelijke aanwijzingen, welke voor bliksem inslag bestonden, hun grond moet worden ontnomen. Deze waarnemingen duiden er evenzeer op, dat geen breuk van eenig deel tijdens de vlucht heeft plaats gehad, en dat evenmin de motoren hebben geweigerd. De commissie heeft moeten vaststellen, dat het vliegtuig in volle snelheid den grond reeft geraakt, waartoe de uitzonderlijk slech te weersomstandigheden ter plaatse aanlei ding moeten zijn geweest. Uit den toestand, waarin het toestel en ook de grond in de omgeving zich bevond, moet voorts worden afgeleid, dat het vliegtuig, nadat het tegen de aarde was gebotst, nog 100 Meter in de vliegrichting is vooruitge schoven en toen horizontaal een halven slag is omgedraaid. De rechtervleugel heeft bij den eersten aanslag het eerst den grond geraakt. De vliegrichting was toen West-Oost. De positie, waarin het vliegtuig is gevonden, was Oost- West. Bij den omzwaai moet de staart zijn afgebroken. Over den kop geslagen, zooals aanvanke- ijk werd bericht, is het toestel niet; het lag niet onderste boven. In de nabijheid van de plaats, waar het vliegtuig is neergekomen, bevindt zich een 60 Meter hoog duin, maar op de plek waar de ramp geschiedde, vos, zooals uit meege dachte foto's van de Royal Air Force blijkt, iet terrein vrij vlak. Aanvankelijk werd aan bliksem-inslag ge dacht, maar een nader onderzoek heeft uit gewezen, dat de gronden, waarop deze voor- 'oopige veronderstelling was gevestigd, niet steekhoudend waren. De antenne was intact, het onderzoek der kleeren van de slachtoffers wees evenmin op blikseminslag en ten slotte bleek ook uit de schouwing der lijken, welke te Bagdad heeft plaats gevonden door een dokter, die reeds meermalen lijkschouwing van door den bliksem getroffenen had ver richt, dat de inzittenden niet door den blik sem waren getroffen. De doodsoorzaak. Wat dan wel de oorzaak van de catastrofe is geweest, daarover is nog geen enkele vast staande mededeeling te doen, aldus de heer Plesman. Alles aan het toestel bevond zich nog in vliegstand. De piloten moeten dus niet het plan hebben gehad te landen. Daar het vliegtuig met een snelheid van 250 K M. vloog, toen het tegen den grond botste, moet worden aangenomen, dat de inzittenden door dien schok onmiddellijk zijn gedood en uit het tegelijkertijd opengescheurde toestel zijn geslingerd. De lijkschouwing heeft dan ook uitgewezen, dat de schok de oorzaak van den dood der slachtoffers is geweest. Na de botsing met den grond is het vlieg tuig in brand gevlogen. Of de piloten de laatste oogenblikken vóór de ramp hoog of laag gevlogen hebben, is niet bekend. Een officieele commissie van onderzoek? Er is sprake van, aldus de heer Plesman, dat er hier te lande nog een officieele com missie zal worden benoemd om te trachten aan de hand van de rapporten en gegevens de oorzaak van de ramp vast te stellen. De commissie van de K.L.M., welke ter plaatse een onderzoek heeft ingesteld, heeft alle be richtgevingen, radiostatistieken en verklarin gen van menschen uit de omgeving meege bracht, welke aan een eventueel te benoemen officieele commissie zullen worden overhan digd. Ook de gegevens van dr. ir. van der Maas staan dan te harer beschikking. De heer Plesman verzekerde, dat hij voor zich geen verklaring van de oorzaak van de ramp kan geven; hij zeide hieromtrent nog volkomen in het duister te tasten. Een roode cirkel met wit veld beteekent: gesloten voor alle ver keer in beide richtingen VERGEETACHTIG AMSTERDAM?" Hoe vergeetachtig de Amsterdammers zijn, blijkt wel uit de statistiek van <jen Amsterdamschen Gecontrolerden Parti. culieren Nachtveiligheidsdienst. In het, jaar 19Ö4 zijn 9077 rapporten uitgebracht door de beambten van dezen veiligheids, dienst en wel over openstaande ramen 2957, over op deuren gevonden sleutels 691, over openstaande ramen en hekken 2301, over brandende lichten 2632, over onbeheerde goederen en gevonden voor werpen 147. Verder betreffen twee rap porten het arresteeren van inbrekers twee het verijdelen van inbraken, twaalf het ontdekken van inbraken, twaalf het ontdekken van brand en het verleenen van assistentie, tien het waarschuwen voor gesprongen of loopende waterlei dingen en 206 de beschadiging van eigen dommen. BRUTALE DIEFSTAL. Juwelier bestolen. Gistermiddag omstreeks 1 uur is een juwelier aan den Haagweg te Rijswijk het slachtoffer geworden van een bru talen diefstal. In den loop van den ochtend had hij eenige malen bezoek gehad van een man, die voorgaf, een horloge te willen koopen. Tot een koop kwam het echter niet. Op genoemd uur schijnt de man echter na te voren de situatie goed in zich te hebben opgenomen weder om 'n bezoek aan een goudsmidswinkel te hebben gebracht. De juwelier, die zich in een vertrek achter den winkel be vond, hoorde nl. eenig geraas. Hij ging onmiddellijk naar voren, maar toen had de onbekend gebleven bezoeker den winkel reeds verlaten. Een onderzoek, dat de juwelier instelde, bracht aan het licht, dat de ongewenschte klant zich had meester gemaakt van een tableau met ongeveer 100 gouden ringen. De waarde van het gestolene was nog niet na te gaan. De dader had om zijn bezoek zoo oq. gemerkt mogelijk te doen geschieden, de bel van de winkeldeur buiten wer king gesteld. i De politie beschikt over een vrij vofr ledig signalement. fUi UI uitend Ze hen da Taa 1-1 ngéU M eest ft* betaling te roldeea. Een gebruikt FORNUIS zwart emaille 12,00, een klein BRANDKASTJE 20. VRIESMAN en Zn., Verdronkenoord 85. Telef. 2469. TE KOOP GEVRAAGD geheele of ge- dee'telijke INBOEDELS, tevens overal te ontbieden. P. VENNIK, Koningsweg 30. TE KOOP GEVRAAGD een goed en* derhouden moderne KINDERWAGEN. Brieven met opgaaf van kleur en prijs onder letter W 318 bur. v. d. blad. TE KOOP: 1 beste Schuiftafel, een mahonie Linnenkast, een 2-persoons eiken Waschtafel met marmeren blad. Voorts alle soorten Meubelen. P. VENNIK, Koningsweg 30. TE KOOP en zeer goede PIANO, merk TE KOOP een zeer goede PIANO, merk J. Hirschfeld, prijs 90, GEEST 18, Alkmaar. Duitsche kruissnarige piano g. a. n. 150, Studiepiano 25, Luidsprekers, Haarden, Bedden, Stoelen, Ratiné-meis- jesmantels 3, Japonnen 1.50 enz. DEKKER, Laat 182 TE KOOP: KALKMOLEN 10, 1 Jan Jaarsma HAARD 20, 1 UITDRAAI- HAARD 15, 1 KACHELTJE 4. SMEDERIJ Kooimeerlaan No. B 61. Goedwerkende Handnaaimachine 8 50, Singer 18.50, Victoria 20, eenige Handnaaimachines z. g. a. n. 16, Kleer makersmachine, enz. Koopjes. DEKKER, Laat 182. Gebruikte Meubelen: alle soorten voor crisisprijzen. Fornuizen, Bedden, Kar petten, Kachels, Mangels, Kinderwagens, Luidsprekers enz. J. L. SOSTMAN Jr., Verkooplokaal Ridderstraat 10. 49. De bergen waren hier allemaal zóó hoog dat overal sneeuw en ijs lag. Een inlander gaf Piet en Drein den raad om maar op een plank te gaan zitten en zich zoo naar beneden te laten glijden. Als alles meeliep kwamen ze op die manier wel ergens in Na- gasaki uit. Piet geloofde er niet veel van, want Naga- saki was nog aardig ver. 50. Maar de inlander scheen nog zoo dom niet te zijn. Met een ongelooflijke snelheid vlogen Piet en Drein voort, dwars door Tibet en China heen en ze hadden zelfs zoo'n vaart dat ze door de lucht over een groot water vlogen. „Wat is dat daar beneden?" riep Drein. „Dat is de Gele zee", schreeuwde Piet te rug. Op 't zelfde oogenblik voelde hij een verschrikke lijke schrik. Ze waren in Nagasaki aangekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8