De Zeeuwsche oestercultuur
met den ondergang bedreigd.
Dc «ter
Geen bliksem-inslag op de „Uiver".
tRumudamd
Viaaq m Aanbod
HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI.
Donkere tijden in aantocht.
Een nationaal bedrijf door
natuurlijke vijanden belaagd.
De wetenschap staat
machteloos.
duister tast.
Luchtvaart
Met volle snelheid tegen den grond
gebotst
liet officiëele onderzoek.
INRIJ VERBODEN
voor en de goede menschen uit de grut-
terij geven hem weer een doos vol lek
kers mee, die hij 's avonds voor de blik
ken van den verbaasden Daan op zijn
krib uitpakt.
Daantje staat op het punt om met zijn
„slaapje" voor goed af te rekenen, maar
dan komt het meisje met den blauwen
hoed in het spel, een meisje, dat Daantje
al eens in den trein gezien heeft en
waarop hij op het eerste gezicht verliefd
is geworden.
Hij is te bleu om haar aan te spreken,
vooral omdat zij met den korporaal-
fourier uit is, maar Toontje zal hem wel
een handje helpen. Toontje en Daantje
zien het meisje in een revue van Lou
Bandy en daarna gaat de fourier er mee
naar een chique gelegenheid, waar
eigenlijk geen soldaten mogen komen.
Daantje wil bij de deur al terugkeeren,
maar Toontje duwt hem naar binnen en
zet zich met Daantje brutaalweg bij den
fourier en het meisje, waarop de fourier
nijdig opstaat en weggaat.
Daantje heeft „toevallig" geen geld bij
zich, maar de grutterszoon is al gewend
voor hem te betalen. Op het juiste mo
ment meent Toontje een oom te zien,
waar hij noodig even naar toe moet. Hij
verdwijnt om niet meer terug te komen
en dan rust op Daantje de heerlijke taak
het meisje met den blauwen hoed naar
huis te brengen. Het meisje, dat niet
voor het eerst met een soldaat uit is,
kiest een stil plantsoentje en 'n bankje,
dat in de schaduw ligt, maar, dank zij
de wijze lessen van juffrouw Pieterse,
is Daantje zoo keurig netjes en zoo ver
legen, dat het meisje hem bij de huis
deur smalend een „dooie diender"
noemt.
Dat gebeurt evenwel als Daantje al
weer naar het kamp is, waar hij Toontje
opgewonden van zijn succes vertelt. Hij
heeft evenwel vergeten te kijken waar
het meisje woont en weet alleen, dat zij
in een warenhuis in betrekking is.
Toontje en hij gaan een heelen vrijen
Zaterdagmiddag op zoek in de waren
huizen om een meisje te vinden, dat
Betsy heet en Toontje gedraagt zich
daarbij zoo vrij, dat een deftige winkel
chef de „heeren" aan de trap uitgeleide
doet en weer naar de straat loodst. In
het boek komt beter dan in de film uit
hoe Toontje ten slotte aan Betsy's adres
komt. Als hij dat weet, gaat Daantje
weer uit vrijen en omdat Betsy al lang
gezien heeft, dat de grutterszoon een
gespekte portemonnaie heeft, is zij al
lerliefst voor hem en breekt weldra het
moment aan, dat Daantje serieus bij Pa
en Ma op bezoek gaat om Betsy tot
vrouw te vragen. Tevergeefs tracht
Toontje, geholpen door de heele barak
bemanning, dat te voorkomen.
Er is een prachtige scène in het huis
van het meisje, maar Daantje blijft haar
trouw en neemt haar mee naar Purmer
end, waar dit soldatenvlindertje kennis
maakt met de degelijke ouders van
Daantje Pieterse en met de nog degel ij
ker vrienden van dit edele tweetal. Het
is, zooals het boek het beschrijft: de
kleine duikboot moet hier een paar
zware pantserschepen aanvallen, en het
soldatenmeisje, dat ook haar goede zij
de heeft, begrijpt wel, dat het leven in
een grutterij naast Daantje's moeder
geen toekomst voor haar is. Op een ker
mis in den Dierentuin komt het ten
slotte tot een breuk tusschen Daantje en
het meisje en Toontje verschijnt op het
juiste oogenblik om zijn „slaapie" te
troosten en hem er aan te herinneren
dat de liefde van een soldaat alleen voor
het vaderland bestemd is.
Men heeft het boek niet overal ge
volgd, maar er de voornaamste episodes
uit weergegeven en men is er zeer zeker
in geslaagd een humoristische film met
zeer aantrekkelijken inhoud te maken.
Lou Bandy is Toontje en men weet
wel, dat hij er een allerleukst type van
gemaakt heeft. Hij krijgt in deze film
volop gelegenheid te toonen, dat hij niet
alleen spelen maar ook zingen kan, hi.'
heeft zijn eigen revue er in betrokken
en hij geeft een alleraardigste scène
waarin hij zelf naast zijn spiegelbeeld
Toontje op de planken verschijnt Ro
land Varno is de bedeesde nette Daan
tje, de brave burgerzoon, die door het
meisje Truus van Aalten het hoofd
op hol gebracht wordt. Alleraardigst is
deze Betsy met haar levenswijze oogen
en haar altijd snoepend mondje en zi,
weet meer van de soldaten af dan de
sergeant-majoor en de kapitein samen
Met Mathieu van Eysden is het viertal
dat deze film draagt compleet en
naast hen treden nog tal van Neder-
landsche artisten op den voorgrond.
Max Tak zorgde voor uitstekende mu
ziek en „Het meisje met den blauwen
hoed" zal zeker niet nalaten ook de
harten van alle Alkmaarders te winnen,
die een humoristische Hollandsche film
weten te waardeeren.
Wie zelf in dienst geweest is, zal de
sfeer van zijn soldatentijd in deze film
onmiddellijk terugvinden.
Het soldatenleven met al zijn ups and
downs, al zijn zonnige dagen en zijn
politie-kamernachten is in deze film
op treffende wijze weergegeven.
Het voorprogramma brengt den be
zoeker in een kwartiertje rond de ge-
heele wereld en speciaal in Nederland
(o.a. brug bij Nijmegen, rugby-wedstrijd
Nederland—Duitschland); geeft Claude
Hopkins en zijn orkest in „Geluksvogel
en voorts een grappige teekenfilm.
Ierseke, 4 Januari.
Van verschillende zijden wordt
onze Zeeuwsche oestercultuur be
dreigd. Aan den eenen kant werpen
de economische omstandigheden van
de wereld, zooals van zelf spreekt,
hun schaduw over dit luxe-bedrijf.
Maar veel grooter nog is het ge
vaar dat dit zoo bij uitstek natio
nale bedrijf boven het hoofd hangt
van de zijde van de natuur, die zich
aan geen menschelijke overwegin
gen stoort. Deze bedreiging is zoo
groot, dat men bijna wel van een
ramp mag spreken.
Een epidemische ziekte maakt op
groote schaal slachtoffers onder de die
ren, een ziekte waartegen de weten
schap met alles wat haar ten dienste
staat nog geen afweermiddelen heeft
gevonden. De telers staan er volslagen
machteloos tegenover en moeten dage
lijks steeds grooter wordende partijen
wegwerpen, die ze dood uit de putten
opvisschen. Juist de crisis tempert de
gevolgen van deze ramp eenigszins,
doordat de afzetmogelijkheden even
eens aanzienlijk zijn verminderd, doch
de sterfte onder de oesters breidt zicb
steeds verder uit, zoodat het schijnt dat
de ondergang voor de deur staat.
Een oude kwaal.
De ziekte, die thans in de oesterban-
ken voortwoekert, is er geen van den
laatsten tijd. Reeds dr. P. P. C. Hoek,
die in 1902 als wetenschappelijk advi
seur in visscherijzaken een rapport pu
bliceerde over de oorzaken van den
achteruitgang in hoedanigheid van de
Zeeuwsche oester, geeft er een beschrij
ving van. Toen had dr. Hoek evenwel
perceelen gevonden, die tot een maxi
mum van 10 pet. door deze ziekte waren
aangetast, thans zijn er echter percee
len, waarvan dit percentage 85 tot 95
bedraagt.
In principe is deze ziekte dus niets
nieuws, maar zij is wel op buitengewo
ne wijze uitgebreid. Dit doet verwach
ten, dat op den duur deze epidemie te
rug zal zakken tot een normaler niveau,
maar van vermindering is thans nog
niets te merken. Integendeel: den laat
sten tijd woedt de ziekté in onrustba
rende mate.
De liefhebbers van oesters behoeven
zich bij het eten over deze kwaal even-
w»l niet onrust te
taste oester is even consumabel als haar
gezonde zusje; de zieken zijn zelfs niet
alleen niet schadelijk voor de gezond
heid van den mensch, maar: ook de
smaak heeft er niet onder te lijden.
Aantasting van de schelp.
Het is namelijk alleen de schelp, die
wordt aangetast, terwijl de oester zelf
volkomen gezond blijft. In het parel
moer van de schelp (dus aan de binnen
zijde, zoodat er van buiten zoolang de
oester nog leeft niets van te zien is)
ontstaan groenachtige zachte plekken,
die eenigszins rubberachtig aanvoelen.
Van den rand breiden zich deze plek
ken uit naar het midden, waar de sluit
spier aan de schelp vastzit. Als de ziek
te zoo ver is voortgewoekerd, beteekent
dit een onherroepelijken dood, daar het
dier de schelp dan niet meer kan slui
ten en zoodoende zijn natuurlijke be
scherming tegen zijn vijanden mist.
In Frankrijk kent men de zoogenaam
de „maladie du pied", welke Nederland-
sche importeurs ook op de Londensche
markt hebben aangetroffen. Deze ziekte
lijkt veel op de Nederlandsche, maar zij
is in Frankrijk niet veel voorkomend.
Men ziet zoo iets echter meer, ook bij
menschelijke ziekten. Het verloop van
de griep kan bijvoorbeeld uitstekend
met deze schelpziekte vergeleken wor
den: een reeds bestaande ziekte, die
plotseling ernstige vormen aannam. Al
leen, de oesters hebben er in veel erger
mate van te lijden en ieder geval is hier
doodelijk.
Geen geneesmiddel.
Terwijl deze oesterziekte voortwoedt,
zoekt men tevergeefs naar een middel
om haar te genezen of zelfs de uitbrei
ding tot staan te brengen. Belangrijke
onderzoekingen zijn op dit gebied ver
richt door dr. B. Havinga te Amster
dam, het hoofd van de afdeeling kust-
visscherij, riviervisscherij en binnenvis-
scherij van het Rijksinstituut voor bio
logisch visscherij-onderzoek, in samen
werking met dr. A. Grijns te Bergen op
Zoom, den bacterioloog van het Bestuur
der visscherijen op de Zeeuwsche stroo
men. Op onze reis hebben we den laat
ste in zijn laboratorium opgezocht, waar
hij ons zeer welwillend over de kwalen
der oesters heeft voorgelicht.
De oorzaak van de schelpziekte is vol
komen onbekend en met allerlei proe
ven heeft men slechts een negatief re
sultaat bereikt. Men heeft geen bacterie
gevonden en geen schimmel kunnen
aanwijzen, zelfs is het niet gelukt om
gezonde oesters met de ziekte te be
smetten. En toch woekert de kwaal in
de oesterputten verder. De heeren Ha
vinga en Grijns hebben zich in verbin
ding gesteld met prof. dr. Johanna Wes-
terdijk te Baarn, die op het gebied van
schimmels een autoriteit is; zij meende
iets te hebben gevonden, doch besmet-
tingsproeven hebben wederom niets op
geleverd, zoodat men nog steeds in het
Nog meer belagers.
Hier komt nog bij, dat de schelpziekte
niet de eenige vijand is van de oester
cultuur. Daar is nog de „slipper lim-
pet" (crepidula fornicata), een slakje
dat de oesters volledig overwoekert. Het
is uit Amerika, waar het op onschade
lijk niveau blijft, naar Engeland over
gebracht en daar heeft het zich zoo ont
wikkeld, dat geheele oesterbanken er
eenvoudig door zijn vernietigd. Sinds
eenige jaren komt het ook in Zeeland
voor. Juist op de broedplaatsen ontwik
kelt de slipper limpet zich geweldig,
zoodat het de cultuur treft in het hart.
Ook hiertegen bestaat geen afweermid
del; de hoop is alleen gevestigd op een
natuurlijken vijand, die de slipper weer
kort houdt.
Een nieuwe bedreiging vormt Frank
rijk, dat na 1931 op de Londensche
markt geen groote concurrent was we
gens de groote sterfte onder de Fran-
sche oesters, doch nu weer heel goede
oesters exporteert. De Engelschen let
ten speciaal op een goed uiterlijk en
daarin is Frankrijk de Zeeuwen thans
belangrijk de baas. Tenslotte werkt ook
de crisis hier door, al heeft het lang
geduurd, voordat men er hier iets van
merkte, zoodat tot voor kort de prijzen
en de afzet bevredigend waren.
Zwaar getroffen.
De oestercultuur wordt dus wel
zwaar getroffen en in Ierseke is men
zeer pessimistisch gestemd. Wij hadden
nog een onderhoud met den gemeente
secretaris, den heer G. O. Veenendaal,
die ons bij ontstentenis van den burge
meester, den heer H. C. J. Gunning, van
den stand van zaken in het eens zoo
welvarende dorp een uiteenzetting gaf.
De uitvoer, die voor 3 jaren nog een
bedrag van twee millioen gulden beliep,
is in 1934 gezakt tot ongeveer een half
millioen en verbetering is niet in zicht,
eerder het tegendeel. De belastingen,
die vroeger zeer laag waren, zijn tot het
uiterste opgeschroefd. Van een steun
regeling was tot voor kort geen sprake;
men had het vorig jaar een werkver
schaffing, waar een 30 man onderhoud
vond, nu moet men ook daarvoor bij het
rijk aankloppen. De gewone rijksuitkee-
ringen zijn gebaseerd op de goede jaren,
zoodat Ierseke wel diep in den put zit.
En door de nieuwe financieele maat
regelen van het rijk gaat men nog ver
der achteruit.
In de gouden dagen hebben de arbei
ders hun geld uitgegeven en de kwee
kers hebben hun winsten gebruikt om
hun zaken uit te breiden. Dit geld is nu
volkomen naar de maan. Het dorp be
staat voor meer dan drie vierden van
de oester- en mosselteelt, waarin bijna
geen loonende arbeid is te vinden.
Want in de mosselkweekerij is de toe
stand al evenmin rooskleurig. De steun
maatregelen van het rijk hebben geen
goede uitwerking, doordat minimum
prijzen alleen zijn vastgesteld voor het
buitenland, terwijl op de binnenland-
sche markt de concurrentie blijft be-
stuan. Slechts enkele exporteurs varen
er wel bij.
Vraag naar goede oesters is er in het
buitenland nog genoeg, maar men kan
ze in Zeeland niet leveren. De schelp
ziekte en de slipper zetten hun ver
woestende werking voort. Het Bestuur
der visscherijen op de Zeeuwsche wate
ren doet ook wat het kan om den nood
te lenigen: er is een belangrijke pacht-
reductie verleend en zoo juist is toe
stemming gegeven voor den uitzaai van
oesters van vreemden oorsprong, het
geen vroeger verboden was om het ras
zuiver te houden. Vooralsnog ziet het er
echter voor de oestertelers zeer donker
uit, evenals voor de velen die er vroeger
een goede verdienste in vonden.
Armoede staat in Ierseke voor de deur
en uitzicht op verbetering is er niet.
In een persbijeenkomst gisteravond op het
hoofdkantoor der K L M. waarbij ook de hee
ren Sillevis, Geysendorffer en enkele andere
K.L.M.-mannen tegenwoordig waren, deelde
de heer Plesman, directeur der K.L.M., het
volgende mede:
De commissie, bestaande uit de heeren Sil
levis, Geysendorffer, Behagp en Moes, welke
met de Leeuwerik naar Rutbah Wells was
gezonden, ten einde aldaar de oorzaken van
de ramp van de Uiver te onderzoeken, is
thans teruggekeerd en heeft heden bij de di
rectie van de K.L.M. verslag uitgebracht.
Zij is na voortgezet onderzoek ter plaatse
tot de slotsom gekomen, dat aan de aanvan
kelijke aanwijzingen, welke voor bliksem
inslag bestonden, hun grond moet worden
ontnomen.
Deze waarnemingen duiden er evenzeer
op, dat geen breuk van eenig deel tijdens de
vlucht heeft plaats gehad, en dat evenmin de
motoren hebben geweigerd.
De commissie heeft moeten vaststellen, dat
het vliegtuig in volle snelheid den grond
reeft geraakt, waartoe de uitzonderlijk slech
te weersomstandigheden ter plaatse aanlei
ding moeten zijn geweest.
Uit den toestand, waarin het toestel en ook
de grond in de omgeving zich bevond, moet
voorts worden afgeleid, dat het vliegtuig,
nadat het tegen de aarde was gebotst, nog
100 Meter in de vliegrichting is vooruitge
schoven en toen horizontaal een halven slag
is omgedraaid.
De rechtervleugel heeft bij den eersten
aanslag het eerst den grond geraakt. De
vliegrichting was toen West-Oost. De positie,
waarin het vliegtuig is gevonden, was Oost-
West. Bij den omzwaai moet de staart zijn
afgebroken.
Over den kop geslagen, zooals aanvanke-
ijk werd bericht, is het toestel niet; het lag
niet onderste boven.
In de nabijheid van de plaats, waar het
vliegtuig is neergekomen, bevindt zich een
60 Meter hoog duin, maar op de plek waar
de ramp geschiedde, vos, zooals uit meege
dachte foto's van de Royal Air Force blijkt,
iet terrein vrij vlak.
Aanvankelijk werd aan bliksem-inslag ge
dacht, maar een nader onderzoek heeft uit
gewezen, dat de gronden, waarop deze voor-
'oopige veronderstelling was gevestigd, niet
steekhoudend waren. De antenne was intact,
het onderzoek der kleeren van de slachtoffers
wees evenmin op blikseminslag en ten slotte
bleek ook uit de schouwing der lijken, welke
te Bagdad heeft plaats gevonden door een
dokter, die reeds meermalen lijkschouwing
van door den bliksem getroffenen had ver
richt, dat de inzittenden niet door den blik
sem waren getroffen.
De doodsoorzaak.
Wat dan wel de oorzaak van de catastrofe
is geweest, daarover is nog geen enkele vast
staande mededeeling te doen, aldus de heer
Plesman. Alles aan het toestel bevond zich
nog in vliegstand. De piloten moeten dus
niet het plan hebben gehad te landen. Daar
het vliegtuig met een snelheid van 250 K M.
vloog, toen het tegen den grond botste, moet
worden aangenomen, dat de inzittenden door
dien schok onmiddellijk zijn gedood en uit
het tegelijkertijd opengescheurde toestel zijn
geslingerd. De lijkschouwing heeft dan ook
uitgewezen, dat de schok de oorzaak van den
dood der slachtoffers is geweest.
Na de botsing met den grond is het vlieg
tuig in brand gevlogen.
Of de piloten de laatste oogenblikken vóór
de ramp hoog of laag gevlogen hebben, is
niet bekend.
Een officieele commissie van
onderzoek?
Er is sprake van, aldus de heer Plesman,
dat er hier te lande nog een officieele com
missie zal worden benoemd om te trachten
aan de hand van de rapporten en gegevens
de oorzaak van de ramp vast te stellen. De
commissie van de K.L.M., welke ter plaatse
een onderzoek heeft ingesteld, heeft alle be
richtgevingen, radiostatistieken en verklarin
gen van menschen uit de omgeving meege
bracht, welke aan een eventueel te benoemen
officieele commissie zullen worden overhan
digd. Ook de gegevens van dr. ir. van der
Maas staan dan te harer beschikking.
De heer Plesman verzekerde, dat hij voor
zich geen verklaring van de oorzaak van de
ramp kan geven; hij zeide hieromtrent nog
volkomen in het duister te tasten.
Een roode cirkel met
wit veld beteekent:
gesloten voor alle ver
keer in beide richtingen
VERGEETACHTIG AMSTERDAM?"
Hoe vergeetachtig de Amsterdammers
zijn, blijkt wel uit de statistiek van <jen
Amsterdamschen Gecontrolerden Parti.
culieren Nachtveiligheidsdienst. In het,
jaar 19Ö4 zijn 9077 rapporten uitgebracht
door de beambten van dezen veiligheids,
dienst en wel over openstaande ramen
2957, over op deuren gevonden sleutels
691, over openstaande ramen en hekken
2301, over brandende lichten 2632, over
onbeheerde goederen en gevonden voor
werpen 147. Verder betreffen twee rap
porten het arresteeren van inbrekers
twee het verijdelen van inbraken, twaalf
het ontdekken van inbraken, twaalf het
ontdekken van brand en het verleenen
van assistentie, tien het waarschuwen
voor gesprongen of loopende waterlei
dingen en 206 de beschadiging van eigen
dommen.
BRUTALE DIEFSTAL.
Juwelier bestolen.
Gistermiddag omstreeks 1 uur is een
juwelier aan den Haagweg te Rijswijk
het slachtoffer geworden van een bru
talen diefstal.
In den loop van den ochtend had hij
eenige malen bezoek gehad van een
man, die voorgaf, een horloge te willen
koopen. Tot een koop kwam het echter
niet. Op genoemd uur schijnt de man
echter na te voren de situatie goed
in zich te hebben opgenomen weder
om 'n bezoek aan een goudsmidswinkel
te hebben gebracht. De juwelier, die zich
in een vertrek achter den winkel be
vond, hoorde nl. eenig geraas. Hij ging
onmiddellijk naar voren, maar toen
had de onbekend gebleven bezoeker den
winkel reeds verlaten. Een onderzoek,
dat de juwelier instelde, bracht aan het
licht, dat de ongewenschte klant zich
had meester gemaakt van een tableau
met ongeveer 100 gouden ringen. De
waarde van het gestolene was nog niet
na te gaan.
De dader had om zijn bezoek zoo oq.
gemerkt mogelijk te doen geschieden,
de bel van de winkeldeur buiten wer
king gesteld. i
De politie beschikt over een vrij vofr
ledig signalement.
fUi UI uitend Ze hen da
Taa 1-1 ngéU M eest ft*
betaling te roldeea.
Een gebruikt FORNUIS zwart emaille
12,00, een klein BRANDKASTJE 20.
VRIESMAN en Zn., Verdronkenoord
85. Telef. 2469.
TE KOOP GEVRAAGD geheele of ge-
dee'telijke INBOEDELS, tevens overal
te ontbieden.
P. VENNIK, Koningsweg 30.
TE KOOP GEVRAAGD een goed en*
derhouden moderne KINDERWAGEN.
Brieven met opgaaf van kleur en prijs
onder letter W 318 bur. v. d. blad.
TE KOOP: 1 beste Schuiftafel, een
mahonie Linnenkast, een 2-persoons
eiken Waschtafel met marmeren blad.
Voorts alle soorten Meubelen.
P. VENNIK, Koningsweg 30.
TE KOOP en zeer goede PIANO, merk
TE KOOP een zeer goede PIANO, merk
J. Hirschfeld, prijs 90,
GEEST 18, Alkmaar.
Duitsche kruissnarige piano g. a. n.
150, Studiepiano 25, Luidsprekers,
Haarden, Bedden, Stoelen, Ratiné-meis-
jesmantels 3, Japonnen 1.50 enz.
DEKKER, Laat 182
TE KOOP: KALKMOLEN 10, 1 Jan
Jaarsma HAARD 20, 1 UITDRAAI-
HAARD 15, 1 KACHELTJE 4.
SMEDERIJ Kooimeerlaan No. B 61.
Goedwerkende Handnaaimachine 8 50,
Singer 18.50, Victoria 20, eenige
Handnaaimachines z. g. a. n. 16, Kleer
makersmachine, enz. Koopjes.
DEKKER, Laat 182.
Gebruikte Meubelen: alle soorten voor
crisisprijzen. Fornuizen, Bedden, Kar
petten, Kachels, Mangels, Kinderwagens,
Luidsprekers enz. J. L. SOSTMAN Jr.,
Verkooplokaal Ridderstraat 10.
49. De bergen waren hier allemaal zóó hoog dat
overal sneeuw en ijs lag. Een inlander gaf Piet en
Drein den raad om maar op een plank te gaan zitten
en zich zoo naar beneden te laten glijden. Als alles
meeliep kwamen ze op die manier wel ergens in Na-
gasaki uit. Piet geloofde er niet veel van, want Naga-
saki was nog aardig ver.
50. Maar de inlander scheen nog zoo dom niet te
zijn. Met een ongelooflijke snelheid vlogen Piet en
Drein voort, dwars door Tibet en China heen en ze
hadden zelfs zoo'n vaart dat ze door de lucht over
een groot water vlogen. „Wat is dat daar beneden?"
riep Drein. „Dat is de Gele zee", schreeuwde Piet te
rug. Op 't zelfde oogenblik voelde hij een verschrikke
lijke schrik. Ze waren in Nagasaki aangekomen.