Amsteidamsche ïBeucs TOESTAND MOR. SCHIOPPA. HET VROOLIJKE WEEUWTJE. Reprise van de A. O. O. V Land- en Tuinbouw De bijzondere beteekenis van de Landbouw voor het economische leven. De derde en laatste lezing. geldboete willen eischen, doch gezien de houding van verdachte en de late verklaring van een getuige a décharge was hij op dit besluit teruggekomen. Arrest 2 Februari. De pauselijke internutius mgr. Schioppa heeft een minder rustige nacht doorgebracht De hartwerking blijft echter goed. De behandelende geneesheer meent, dat wanneer verdere complicaties, waarvoor de patiënt in dit stadium vatbaar blijft, zich niet voordoen, de prognose gunstig gesteld kan worden. Pilmmeuws HARMONIE. „De Zesdaagsche". Joe Brown heeft gisteravond weer velen doen schaterlachen niet zijn dolle streken als zesdagenrenner. Het geheel is een allergenoeglijkste film, die niet zal nalaten iedereen gedurende een uur te amuseeren en zeer zeker de lachspie ren danig zal doen werken. Voor bet uitvoerige verslag over deze film kunnen wij verwijzen naar ons desbetreffend artikel onder Filmnieuws in onze Vrij dagavond-editie. Van het uitgebreide voorprogramma kunnen wij o m. noemen een alleraardig ste sketch getiteld: „De Jantje» op stap" en verder een paar aardige screensongs. Publicaties Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge meenteblad van Alkmaar zijn opgenomen de besluiten van den Raad dier gemeente van 8 Maart en 18 October j.1., waarbij zijn vastge steld: Verordeningen tot wijziging van de verordening, regelende de recht*- positie van het onderwijzend perso neel aan het Gymnasium, de Han delsschool en de Handelsavond school voor handels- en kantoorbe dienden (Gemeentebladen Nrs. 1435 en 1436). Deze verordeningen zijn heden afgekondigd en gedurende drie maanden ter gemeente secretarie ter lezing gelegd. Zij zijn aldaar tevens in afdruk, tegen betaling der kosten verkrijgbaar. Alkmaar, 21 Januari 1935. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. föucQecÜike Stand GEBOREN: Heinrich August, z. van Henrich Sünder en Dorothea Westerhof. Lambertus An tonius Jozef, z. van Antonius Venverloo en Elisabeth Donders. Matthias Fedor, z. van Jozef Bartkowiak en Anna Wulf. Hendrika Alida, d. van Cornelis Blankendaal en Cor- nelia Komen. Elisabeth Wilhelmina, d. van Antonius Bruin en Jansje Zuiderduijn OVERLEDEN: Izaak de Jong, 67 jaar. Thijs Appel, 82 jaar. Freóerik de Vries, 58 jaar. Geert Kleiterp, 40 jaar. Petrus Groot, 5 jaar. Jxxmeel Het succes van de vorige keer keft het bestuur van de Alkmaarsche Operette- en Orkestvereeniging genoopt de beroemde operette van Franz Léhar „Het vroolijke Weeuwtje" wederom ten tooneele te bren gen, een reprise, die volkomen gerechtvaar digd is. En wederom is de opvoering hier van een succes geworden. Dit te meer, omdat thans aan de fouten van de vorige opvoering de noodige aandacht was geschonken, zoo dat èn spel èn de muzikale begeleiding op een hooger plan stonden. Reeds toen wezen we op de zware eischen, welke aan een dilettantengezelschap gesteld worden, als het deze operette voor het voet licht wil brengen. Daarom, heelemaal foutloos was het ook gisteravond niet, maar daartegenover staan de moed en de ongetwijfeld sterke wilskracht van spelers en orkest om de groote moeilijk heden te overwinnen, die ons de kleine hiaten doen vergeven. Wij meenen thans niet weer in détails te moeten treden, de inhoud mag genoegzaam bekend verondersteld worden. O. i. had het tempo wel wat meer opge voerd kunnen worden Vooral het verwisse len van personen, die in samenspel- en zang met Graaf Darnlo (G. A. de Boer) moesten treden, ging vaak nog te traag. Mevr. Mole naarv. Vliet was het Jolige Weeuwtje en zij heeft zich ook weer kranig door haar moeilijke rol heengeslagen, evenals de heer Vóórhaar, in wien zij met den heer de Boer waardige partners had. De overige hoofdpersonen vulden goed aan en zoo is ook deze avond, bijgewoond door een talrijk publiek, heel goed geslaagd. Ook het orkest o.l.v. Jac. Jansen heeft hierin zijn verdiend aandeel. Wij zijn bij voorbaat benieuwd wat de A. O. O. V. ons als volgend nummer zal doen laten zien en hooren. Met trots mag zij op de uitvoering van het „Jolige Weeuwtje" terugzien. van Maandag 21 Januari 1935. OPGAVE VAN NOORDHOLLANDSCH LAND^OUWCREDIET N. V. (Ontvangen per draadlooze telefoon). koers van heden te: 1931 1934 1934 1934 A 1930 STAATSLEENINGEN. 4 NederL 4 4 Ned-Indië 4 5 Duitschland Idem met kettingverklaring BANKINSTELLINGEN. Amsterd Bank Handel Mpij. Cert. r. 1000 Koloqiale Bank Ned. Ind Handelsbank Rotterd. Bank INDUSTR. OND. BINNENL. Alg Kunstzijde Unie v. Berkels Patent Calvé Delft Cert. Nederl. Ford ex 40 afst. Pbilips Gloeil. Gem. Bezit Unilever INDUSTR. OND. BUITENL. Am. Smelting Anaconda Bethleh. Steel Cities Service Steel comm. U. S. Leather CULTUUR MAATSCH. H. V. A Java Cultuur Ned. Ind. Suiker Unie Vorstenlanden Dito actions MIJNBOUW. Alg Explor. Mij. Boeton Redjang Lebong t PETROLEUM. Dordtsche Petr. Kon. Petr. Perlak Continental Oil Shell Union a RUBBERS. Amsterd. Rubber Deli Bat. Rubber Hessa Rubber Oostkust Serbadjadi lnterc. Rubber SCHEEPVAARTEN. Kon. Ned. Stoomboot Scheepvaart Unie TABAKKEN. Deli Batavia Oude Deli Senembah AMER. SPOORWEGEN. Atchison Topeka Southern Railw. Cert. Union Pacific §Noteering per 50. fExclaim. 'Exdividend. Vorige koers 101*/< 101»/« 101»/i« 1019/u 31-/4 38-/4 1017/g 29'/8 35'/, 67'/, 93-/4 32 53'/, 63-/4 245 234'/, 878/g 2D%, S 07/g 19'/, 1 23Vi6 3'/8 J 64-/4 80 76 17V8 10.50 13:'/, 49 163'/a 1147/8 140 86 lOVis 45/lö 99»/18 71«/i6 95"/, 31-/4 63'/, l,8/w 5»/i« 31 V, 150", 139 143'/, 308/8 8»/8 64s/8 pl.m. 1.80 32»/, 39'/, 307, 381/8-1 697, pl.m. 1.45 10178 33-i/g 30 Va 69-V, pl.m. 2.00 667, -5 657,-6 234'/, 90'/, 7 201/is 237s 168 77'/, 17'/, 137 48 165 !«*-»/, 877, 107,8 4'/, 103'/, 97 64'/, 234'/, 89* 90 7Vi6 20-1/16 165-6'/, 76-'/, 29J-30 377,- 69-7, 327, 65-»/, 232* 3* 89/ 78 7 Vis 20-i/ie 164 81 75 16'/, pl.m. 2.15 337, 69-1/, 64'/,-5 89»/, 7 Vis 20 1/16 165 168/g 142-1/, 105/w 102'/,-* 71»/4 1417,-J 141'/,-2 101* 2* 63»/, lU/l6 33V,-4 33'/, 33'/.V, 151 139 40 1447, 64'/, 149'/, 138 9 47, 102 98 l13/i« 147* 8* PROLONGATIE Vorige koer* WISSELKOERSEN AMS 1 New-York Londen Berlijn Parijs Brussel (Belga) Bazel Kopehnagen Stockholm Oslo Madrid Italië NIET OFFICIEEL. 1 pCt. Heden 1 pCt. Vorige Koers op koers heden 2 uur 1-4815/ie 1.487/, en 7.26*/t 59.38 59.37'/, 9.768/8 9.767, 34.57 34.56 47.92 47.92 32.37 32.40 37.35 37 40 36.40 36 40 20.20 20.23 12.65 12.65 Dr. ir. Dijt uit Texel gaf heden in het Noord'hollandsch Koffiehuis te Schagen, voor de Vereeniging van oud-leerlingen der Rijks- landbouwwinterschool, zijn derde en laatste lezing in dit seizoen, die bestond over een verhandeling, getiteld: De bijzondere betee kenis van den landbouw voor het economi sche leven. De bijeenkomst was ook ditmaal (fruk be zocht. De voorzitter, de heer P. Blauboer Gz., opende ook ditmaal met een woord van dank aan den inleider en een speciaal woord van welkom tot den landbouwconsulent ir. Lie- nesch en de ere-leden ir. Smeding en ir. de Vries en Visser. Voorts heette spr. nog welkom de heeren P. Stapel, voorzitter der Hbll. Maatsch. van Landbouw, D. de Boer, oud-voorzitter dier Maatschappij, P. Brugmaitn, voorzitter van Holl. Noorderkwartier en de dames van de oud-leerlingen van het landbouwonderwijs. Ir. Dijt ving zijn betoog aan met er op te wijzen, dat de voorzitter de eerste vergade ring heeft geopend met er op te wijzen, dat verwacht werd, dat spr. de economische on derwerpen zou behandelen in lijnrechte te genstellingen met de bestaande opvattingen. U zult wel gemerkt hebben aldus spr. dat ik echter zoveel mogelijk mijn best heb gedaan, de economische werkelijkheid te ge ven. Ik heb gemeend, de zaken zoo objectief mogelij'k te moeten weergeven, zonder al te veel mijn persoonlijke meening op den voor grond te stellen, maar voor deze derde en laatste vergadering heeft u gevraagd, of ik over de bestaande landbouwpolitiek mijn meening wil zeggen. In dit verband zal dus mijn rede vandaag meer subjectief zijn en een persoonlijk karak ter krijgen. Toch zal ik trachten zooveel mo gelijk objectief te blijven. De beteekenis van het landbouw-economi- sche leven wordt door den stedeling en den plattelander verschillend gezien. Er bestaan verschillende misverstanden over de plaats, welke de landbouw in het economische leven inneemt. Deze misver standen liggen niet alleen op het gebied van de door stedelijke invloed gevoerde politiek, maar ook op het gebied van de plattelands bevolking. Eenerzijds bestaat de opvatting in de stad, dat, nu in het verloop der laatste eeuw de verhouding van de deelen van de bevolking, welke zich met de meer agrarische en die welke zich met de niet-agrarische pro ducten bezig houden, steeds meer verschuift in de richting in het niet-agrarische deel, ook daarmee de belangrijkheid van de beteekenis van den landbouw afneemt. Anderdeels be staat de opvatting, dat de landbouw als het fundament in het economisch leven moet worden beschouwd en dat een welvarende samenleving gegrondvest moet zijn op een welvarende boerenstand. Noch de eerste, noch de tweede opvatting is geheel juist. Ik hoop in het vervolg van mijn voordracht te kunnen aantoonen, dat nu de landbouwrelatie minder schijnt te be- teekenen, juist de landbouw als statisch ele ment in een dynamische maatschappij hoe langer hoe gewichtiger rol gaat spelen. Voorts hoop ik duidelijk te maken, dat een welvarende boerenstand moeilijk bestaan kan zonder dat het stad en industrie goed gaat; alzoo, dat er een sterke wederzijdsche ge bondenheid is tusschen de belangen van stad en land. Dat een welvarende boerenstand onmis baar is voor de bestendiging van onze sa- merlezing in verhand met de gezinsvorming, is reeds uitgekomen in mijn eerste voor dracht. De boerenstand als ververscher van het stedelijke bloed is een onmisbare factor, waarvan de beteekenis zelfs erkend wordt door economen, die zich overigens als tegen standers van de boeren plegen voor te doen Uit een oogpunt van handhaving van het ras speelt de boerenstand doorloopend een groote rol. verval van den boerenstand zou ten slotte verval van het geheele volk mee brengen. Dat de economische toestand ten platte lande dus redelijk blijft, is. alleen hier om van buitengewone beteekenis. Dat men de beteekenis van het platte land in de steden vaak heeft onderschat, blijkt ook hieruit, dat in de groote stedelijke pers tot voor korten tijd stukken werden geplaatst, waaruit op te maken viel, dat men aldus rede neerde' „De beschaving zetelt in de stad en niet op het platteland. De boeren zijn er voor ons, niet wij voor hen" Uit deze mentaliteit is verklaarbaar, dat men de landbouwcrisis bij het uitbreken als niet ernstig voor de samenleving beschouwde en in de crisis vaak een middel zag om zich te verrijken ten koste van den boerenstand. In Nederland is deze mentaliteit wel heel sterk doorgedrongen en komt ook in onze crisis-politiek steeds weer uit. Abstract economisch gezien is het juist, dat het relatieve belang van den landbouw afneemt. In een primitieve samenleving is landbouw hoofdzaak, industrie bijzaak. Hoe meer ontwikkeling, hoe grooter uitbreiding van industrie en stad. Het fundamentele blijft echter toch steeds in zoover de land bouw. dat „een ieder, zelfs de koning, van het land wordt gevoed". Zonder auto's, bioscopen, schilderijen, enz kan men Igwo. zonder brood ntet. Dit is ze.fs duidelijk gebleken in oorlogstijd. Er wordt door stedelijke economen er vooral op gewezen, dat vernietiging van koopkracht van de landbouwers niet van grooten invloed kan zijn op de indus.neele bedrijvigheid, omdat het percentage van ae industrieele productie, wat door de agra rische bevolking wordt opgenomen, zoo klein is Hoewel dit juist is. moet men niet ver „eten dat in crisis als de tegenwoordige, het steeds de grondstoffenprodjicenten zijn, die de grootste klappen krijgen Nu is het merk waardige, dat de grondstoffenproductie voor het allergrootste deel wordt gevormd door agrarische voortbrengselen en voor een veel kleiner do-1 door industrieele goederen Dit geeft reeds een sterke aanwijzing, waarom toch een der zwaartepunten van het crisis verschijnsel bij de agrarische productie moet worden gezocht. Economisch is de groote beteekenis van den landbouw in den tegenwoordig sterk gespecialiseerde wereld vooral gelegen in geheel. D.w.z. bij tekorten duurt het vele jaren, voor de productie zich voldoende in krimpt. In het begin van de vorige eeuw, de groote starheid van den landbouw als toen de vraag naar verschillende producten nog betrekkelijk elastisch was, leverde dit voor de samenleving als geheel weinig be zwaar op. Bij lage prijzen werd weer ge consumeerd, bij hooge prijzen minder. In de tweede helft van de vorige eeuw werden de bezwaren bij te groote productie grooter, er was echter een aanpassingsmogelijkheid in zoover, dat bij de toenemende welvaart de veredelde productie werd toenam en ten slotte het teveel toch van de zijde van de consump tie werd opgenomen. Echter nam de agra rische productie als geheel, ondanks de lage prijzen, tusschen 1884 en 1900 toe. In het tegenwoordige tijdvak wordt de starheid van het agrarische productieappa raat voor den landbouw in het bijzonder, doch van het geheele economische leven in het algemeen tot een ramp. Toen de oorlog van 1914/'18 ten einde was, was de omvang van de landbouw productie te gering voor de vraag. En als direct gevolg van den oorlog, èn tengevolge van het uitvallen van Rusland als graan- exporteerend land, bestond er een tekort aan allerlei goederen, die op 6 8 pet. was te taxeeren. Mede hierdoor ontstonden de bui tengewoon hooge prijzen tot 1920, waardoor de voortbrenging iets sneller werd gestimu leerd, dan voor den oorlog het geval was Toch duurde het tot 1927 a 1928 eer de om vang der productie zoodanig was, dat men weer kan spreken van een evenwicht. Daarna volgde eens iets te groote omvang van de graan-, katoen-, koffie- en suikerproductie, die mede tengevolge van den grooten oogst (per H.A.) van 1928 aanleiding gaf tot de toe neming der voorraden en het dalen der prijzen. De terugslag hiervan op de in dustrie, op den handel, op de handelspolitiek, op de werkloosheid is U bekend. Het ge heele productieapparaat, dat in labiel even wicht verkeerde is tengevolge van de scherpe prijsdaling in elkaar geploft. De aanpassing door grootere consumptie heeft niet snel ge noeg plaats. Door de grootere welvaart, die de groote massa's hebben in vergelijking met vorige eeuwen, is de elasticiteit en de vraag van verschillende producten afgenomen. Door de chaos ontstaan geen nieuwe werk en productiegelegenheden en nu zien we, dat ten slotte de conproductie niet van de kant van de commissie wordt overwonnen, maar te niet zal worden gedaan voor een belangrijk deel door afbraak van het produc tieapparaat, dus door restrictie, die gedeelte lijk gedwongen is door regeeringsmaat- regelen, gedeeltelijk gedwongen door totale verarming van den boerenstand in verschil lende deelen van de aardbol. Typisch in verband met de autarchie-ten- denzen is de restrictie van de goederen productie juist in die streken, welke in het algemeen de betreffende goederen het goed koopst voortbrengen, b.v. in de graanexport- landen vermindert het graanareool, op Java is de suikerindustrie vernietigd, in de Ver. Staten gaat die katoenproductie achteruit, terwijl men in Nederland bloembollen, koeien en groenten vernietigd en allerlei res- trictiemaatregelen toepast op die producten, welke door de natuur voor ons land zijn aangewezen. Op dezelfde wijze kunnen wij conclu- deeren, dat brieven een paar jaar, wanneer de omvang der agrarische productie weer te klein zal zijn door het tekert sterk stijgende prijzen zijn te verwachten, welke eenige jaren kunnen aanhouden, omdat daarmee gepaard gaande hausse-bewegingen in de industrie zijn te verwachten. Door de starheid van de agrarische voortbrenging zal dan de uit breiding weer betrekkelijk traag gaan met ten slotte weer overproductie, crisis, enz. Zeer belangrijk is nu de beteekenis van de landbouw voor het economische leven in verband met de z.g. ordeningsplannen". De gedachte van ordening van het bedrijfs leven neemt sterk toe en het groote gevaar van de gedachte voor het platteland is, dat de „ordenings"-plannen allemaal door ste delingen worden uitgebroed. In de industrie hebben we in het verloop van de laatste eeuw een sterke concentratie voor ettelijke takken van productie kunnen opmerken, waarbij door trust- en kartelvorming nationaal en internationaal tot op zekere hoogte prijs- en productieregelend kan worden opgetreden. Er is een streven om deze regelingen, die slechts denkbaar zijn voor enkele industriëele producten, ook op den landbouw toe te passen. De landbouw (waaronder ook te verstaan veeteelt en tuinbouw) leent zich hiertoe in het geheel niet. Een van de hoofd zaken voor den boer is, dat hij zijn vrijheid van bewegen beh'udt om zijn bedrijf zoo rendabel mogelijk te maken. Hij heeft te doen met weersinvloeden, met veeziekten, enz., waardoor nimmer de omvang van de productie vooruit is te bepalen. Regeling in de productie uit een centraal punt, waarbij den landbouwers wordt voorgeschreven wat en hoeveel ze mogen voortbrengen moet daarom alleen reeds voeren tot onvoorziene verrassingen. We zien hierbij nog af van de ontzettende corruptie en demoralisatie, welke aan dit systeem onherroepelijk verbonden zijn. Dit door stedelijke invloeden beheersch. te stelsel wordt op het oogenblik in Neder land ingevoerd, waarbij we nu reeds, zoowel op economisch als op moreel gebied de bols- jewisatie van Nederland kunnen waarne men. Bij dit stelsel verliest men ieder respect voor God en de natuur en ontziet men zich niet drachtig? koeien af te slachten. Dat dit in een beschaafd land als Nederland in de 20ste eeuw mogelijk is gebleken is verbazing wekkend. In Rusland, waar de bolsjewisatie nog iets radicaler is toegepast, doch waar men de voortbrenging wilde stimuleeren, is ook het tegendeel bereikt, van wat men beoogde. Door het breken van den boerenstand als stand is daar de veestapel tusschen 1928 en 1932 catastrophaal achteruit gegaan. Er zijn jaren noodig voor men dit weer kan in. halen, omdat zooals een bekend, Ameri- kaansdi econoom zeide men o.a. wel een 5-jarig paard in één seconde kan dooden, doch 5 jaar en 11 maanden noodig heeft om weer een dergelijk paard voort te brengen. Ten slotte behandelde de spreker de moge lijkheid om zonder internationale samenwer king voor de boeren in Nederland een houd bare toestand in het leven te roepen. Hij zag die alleen door middel van steun in contan ten, wat echter niet in het systeem van de regeering past. Hij betoogde, dat zonder internationale samenwerking een streven voor een welvarende toestand ten plattelande moest leiden tot verval der groote steden en achteruitgang van den internationale han del en dus tot blijvende werkloosheid. Wan neer stad en platteland beide tot duurzame welvaart willen komen is niet alleen natio nale solidariteit, doch ook internatinale samenwerking noodig. Om hiertoe te komen dient men vooral kennis te nemen van de volledige werkelijk heid. Daarna is het mogelijk, indien men althans door de juiste geest is bezield te komen tot blijvende verbetering, zooals door spreker bij verschillende andere gelegenhe den in woord en geschrift is bewezen. We moeten het algemeen belang breed leeren zien, we moeten daarbij het bijzonder van den landbouw voor ons economische leven in acht nemen, de natuur zooveel mo gelijk tegemoet komen, de pogingen tot bolsjewisatie van den boerenstand bestrijden. Alleen een geestesgesteldheid, die bereid is stappen te doen in verheffenden zin, zal in de toekomst die instellingen kunnen verwer kelijken, waarbij zoowel het platteland als de stad tot blijvende welvaart geraken. CASTRICUM (Januari). Geboren: Gerrit, z. van J. E>oekes en T. Baart. Johannes Hendrikus, z. van M. L. H. M. Marcker en C. M. Janssen. Overleden: Guurtje Hoek, 65 jaar, wonende te Westzaan. Cornelis de Vries, 78 jaar, weduwnaar van C. Zonneveld. Macktbecicftim DE VEEMARKT. ALKMAAR, 20 Jan. 1935. Op de heden gehouden veemarkt waren aanvoer en prij zen als volgt: 62 Vette koeien 110-—- 215; 4 Kalveren (vette) 40—85, per K.G. 60—90 cent; 34 Nuchtere kalveren (slacht) 6—15; 226 Vette varkens (zware) per K.G. 3236 ct. Handel goed. N.V. EIERVEILING NOORDHOLLANDS NOORDERKWARTIER. ALKMAAR, 19 Jan. 1935. Op de heden gehouden eiereenveiling waren 140.000 stuks kipeieren aangevoerd, waarvan de prij zen als volgt: 56—58 2.40—2.60, 58— 60 2.402.80, 60—62 2.502.90, 62—64 2.70-ƒ 3.10, 64—66 3—3.40, kleine 2.20-/ 2.50. BROEK OP LANGENDIJK, 21 Jan. '35. Aanvoer en prijzen waren heden als volgt: 11000 K.G. Roode kool 2.50—4-70, doorschot 2.10—3.60; 18000 K.G. Gele kool 1 1.30; 20000 K.G. D. witte kool 0.70-/ 1.40; 13000 K.G. Uien: Nep 2.20; Drielingen 1.50—1.80; Gele uien 2.202.60; Grove uien 2.50— 2.70; 8600 K.G. Peen 0.90—f 1.20, alles per 100 K G. AMSTERDAMSCHE VEEMARKT. AMSTERDAM, 21 Jan. 1935. Op de he den gehouden veemarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: 463 vette koeien, le kw. 5762 cent, 2e kw. 4855 cent, 3e kw. 40 47 cent per K.G. slachtgewicht106 melk- en kalf koeien 150—200; 124 Vette kalveren, le kw. 4450 cent, 2e kw. 3843 cent, 3e kw. 30—37 cent per K.G. levend ge wicht; 83 Nuchtere kalveren 47.50; 42 Schapen en Lammeren: schapen 12— 15 en lammeren 1012; 648 Varkens, vleeschvarkens 90—110 K.G. 3940 cent, zware varkens 38—39 cent en vette varkens 37—38 cent per K.G. slachtgewicht; 38 Paarden 60—100. Ter veemarkt waren 4 wagons geslachte runderen uit Denemarken ar-~:vc:rd. NOORDSCHARWOUDE, 19 Jan. '35. 15800 K.G. Uien: uien f 2.402.70, drie lingen 1.30—1.60, grove 2.40— 2.60, gele npe 2.602.70; 8800 K.G. Peen 0.90—1.30, kleine Peen 60—80 cent; 3800 K.G. Kroten 0.70-ƒ 1.50; 153000 K.G. Roode kool 1.90-/ 5.50, doorschot 1.20-/ 4.20; 41600 K.G. Gele kool 1 1.50, doorschot 1—/ 1.10; 97800 K.G. Deensche witte kool 0.70 1.60, doorschot 0.70—1 50, alles per 100 K.G. Advedeatiën Inplaats van kaarten. Geboren in St. Elisabeth-Zieken- huis Alkmaar, KLAAS, Zoon van K. STAMMIS J. STAMMIS—DE BOER. H. H. Waard Zd., 19 Jan. 1935. Bezoekdagen van l'/2 tot 3 uur. Geboren EI ISABETH WILHELMINA, dochter van ANTON BRUIN. J. BRUIN—ZUIDERDUIJN. Alkmaar, 20 Jan. 1935. Inplaats van kaarten. JAAP LANGEREIS en GREET LANGEREIS— v. d. MOLEN geven met vreugde kennis van ELISE's geboorte. Hoorn, 20 Januari 1935. (Tjjdel. Stadsziekenhuis Hoorn.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 3