iVO
HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor lOct.
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN
[robeer ze ....en ook Gij zult zeggen:
S)e Ttadazfanjcbck* fóncfaasta,
is onbetwistbaar cie oeste.
XXVIII.
SMEENGE.
JUouinciaal Tlieuws
GROOTSCHERMER
STOMPETOREN
HEILOO
SteuillelMt
DE FREGATVOGEL.
peerde houders der dollar-cbligatiën op de
ten of andere wijze tegemoet te komen. Men
spreekt o.a. over de mogelijkheid van een uit
gifte van nieuwe aandeden, in ruil voor de
dollar-obligatiën. Vermoedelijk is hierbij ech
ter de wensch de vader van de gedachte.
De geruchten omtrent een eventueele uit
gifte van nieuwe aandeden hebben een gun-
stigen invloed op het koersverloop van aan
deden Koninklijke uitgeoefend. Hierbij kwam
dat ook de berichten uit Amerika er op wij
zen, dat de strijd tegen de illegale productie
met alle kracht wordt voortgezet. Nadat het
Hoogste Gerechtshof de desbetreffende voor
schriften der Federale regeering in strijd met
de grondwet had verklaard, heeft de Senaat
reeds toegestaan*»wijzigingen in de wet aan
te brengen, waardoor het vervoer van onwet
tig geproduceerde petroleum tusschen de ver
schillende staten verboden kan worden. Hier
door denkt men toch het beoogde doel; een
beperking der petroleumproductie, te kunnen
bereiken.
Ook voor ander afdeelingen der Amster-
damsche beurs waren gunstige berichten
binnengekomen, die de markt op sommige
dagen een opgewekt aanzien verleenden. Zoo
konden verschillende fondsen profiteeren van
de prijsstijging van oliën en vetten en van de
toeneming der bedrijvigheid in de olie-in
dustrie. Deze moet zijn toe te schrijven aan
bestellingen uit Amerika, waar tengevolge
van de beperking van den katcenoogst en de
hierdoor ontstane vermindering der produc
tie van katoenpitten en katoenolie een zekere
schaarschte aan oliën schijnt te heerschen.
Indische cultuurondernemingen, zooals Han
delsver Amsterdam, Amsterdam-Rubber, Ko
loniale Bank enz., die ook bij de oliepalm-
cultuur geïnteresseerd" zijn, en die voor hun
palmolie-produtie dus hooger prijzen kunnen
maken, zijn krachtig in koers gestegen. Zeer
willig waren in het begin der week de aan-
deelen van maatschappijen, die direct belang
hebben bij oliën en veten, zooals Calvé-Del ft
en Unilever.
Ander industrieele waarden zijn eveneens
in koers verbeterd, zoo b.v. Papierfabriek v.
Gelder op de contingenteering van papier
hier te lande. Van Berkei's Patent waren na
de voorafgegane krachtige koersstijging in
reatie, terwijl aandeelen Philip's Patent wa
ren na de voorafgegane krachtige koersstij
ging in reactie, terwijl aandeelen Philips'
zich evenmin op het verhoogde koerspeil
konden handhaven. Suikeraandeel en werden,
evenals de aandeelen der Indische cultuur-
banken, behalve door de prijsstijging van
palmolie ook gunstig beïnvloed door een ver
dere prijsverhooging van Java-suiker voor
levering naar Britsch-Indië en China Hoewel
wat beter dan aan het eind van het vorige
jaar, zijn deze prijzen nog altijd niet vol
doende voor het dékken der productiekosten.
Men acht het onder de tegenwoordige om
standigheden echter reeds bevredigend, dat
de verkoopen regelmatig doorgaan, zij het
dan ook in betrekkelijk geringe hoeveelhe
den.
Rubber-aandeelen waren, in aansluiting
aan de algemeen gunstige stemming, goed
prijshoudend, hoewel de rubberprijs iets is
ingezakt. Tabaksaandeelen liepen tijdelijk in
koers terug. In scheepvaartaandeelen ging
iets meer om tct wat hoogere koersen, dank
zij de ietwat optimistischere verwachtingen
met het oog oo de a.s. internationale scheep
vaartconferentie.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
3 pCt. Nederland 03. 93 7/8;
2)4 pVt. N.W.S. 813/4. 831'8 83 1/16;
3%, pCt Gelderland 98. 981'4;
3)4 pCt. Rotterdam 961'8. 96 3/8;
4 '4 pCt. België 91 3/4. 92 3/8;
Youngleening 31 3/4, 33 3'8, 327/8;
Kon. Petroleum 140, 14654, 145;
Calvé-Delft 62, 651/4. 63 1/8;
Unilever 87 1/4, 93)4. 891/4:
Ned. Kabelfabriek 367, 374, 371;
Paoierfabr. van Gelder 44, 50, 48;
Philips' 234Vo, 225. 227%:
v. Berkei's Patent 53)4. 463'4, 48 1/4;
Koloniale Bank 35)4. 43, 42;
Hande'sver. Amsterdam 164. 172, 169;
Javasche Cu'tuur 80. 94. 92)4;
Amsterdam Rubber 99 3/4. 103. 100 3/4;
Deli Batavia Rubber 71 1/8, 73 3/4, 71 1/4;
Kali Bakar 135, 138. 137:
Deli Mij. 1504. 14414,, 148 3/4 147;
Deli Batavia Mij. 140, 134%. 136;
Ned. Scheepvaart Mii. 140, 31)4, 34)4;
Rotterdamsche Lloyd 28%, 31.
,k d.ze week nu weer eens een figuur
neem uit de wereld der cudere politiek, aan
neem ik er één van het stoerste gcs.acht der
parlementairiers.
Het woord van Cambronne de
Fransche generaal moge het gezegd hebben
of niet is het zijne.
La garde meurt,
ma is:
ne se rend pas.
Een menschenleeftijd bijna zit I iarmen
Smeenge in 't parlement. Alles bij elkaar
zoo'n jaar of vijf-en-veertig.
Een oude strijder. Een musketier. Sterk als
gewapend beton. Knoestig en ruig als een
oude knotwilg, en trouwhartig en arbeid
zaam als een zoon van het oude vaderland-
sche volk, dat zich met Oodsvertrouwen, een
pijp en een oorlam door alle moeilijkheden
heen sloeg. Groot, èn rechtop. Paraat en vol
toewijding. Schutspatroon van vak-onderwijs
en schippers. Beschermheilige van Schutte-
vaer
Het is'nu alweer wat jaartjes geleden, dat
ik,
Harmen Smeenge,
onzen eenge,
zooals het dankbare volk van Drenthe hem
noemde en noemt, in het Lagerhuis mee
maakte.
Dkn. op een avond in December, als een
zeker oegrootingshoofdstuk was afgedaan,
kwam er een volgend aan de beurt. „Aan de
orde is" zei de voorzitter „de begroo
ting van
„Van Smeenge!'' klonk het dan op de
perstribune.
Zoo heb ik, in euvelen moed, in één mijner
Earlementaire dagblad-overzichten eens de
egrooting van waterstaat genoemd en die
naam kreeg onder ons burgerrecht. Want de
begrooting van waterstaat was de begroo
ting van Smeenge. Hij kwam dan in z'n ele
ment.
Hij had al zitten wachten in z'n b-mkje, tot
het groote uur zou slaan. Algemeene be
schouwingen werden bij die begrootmg nim
mer gevoerd, maar bij de artikelen haalde de
heer van Meppel zijn hart op.
Als ik bij zulke gelegenheden den voorzit
ter hoorde, heb ik vaak gedacht aan een
treinconducteur, die aan een station, langs de
coupé loopt: Haarlem. Haarlem Haar
lem Haarlem Zoo ging het bij de ar
tikelen van Waterstaat: Smeenge..., Snuen-
geSmeengeSmeenge en als dun,
bij wijze van variatie, de afgevaardigde een
enkelen keer ook eens een speechje door een
ander had laten houden, kwam hij zc'f dade
lijk weer op de vlakte, ston.1 z'n rijzige ge
stalte in de bank, en de stem klonk.
De stemdie sterk was als de dave
rende Hoflandsche wind.
De stemdie door de zaal kon jagen
als een bruine bries over een vlakte.
Het liberalisme in ons land heeft weinig
strijders gehad, krachtiger, eerlijker en nu er
verdraagzaam dan deze eenvoudige kerel, die
zich altijd met hart en ziel aan de vrijzinni
ge zaak heeft gegeven. Hij was geen gene
raal, geen leider, geen staatsman van broede
allure, en hij heeft er zich ook nooit de pose
van gegeven. Maar hij stond toch altijd op
een belangrijke officiers-post. De zaak van
het gemeente-best, bezien krachtens zijn ster
ke vrijzinnige overtuiging, ging hem steeds
boven alles. Wat zijn hand te doen vond,
deed hij. De ontwikkeling van ons volks-on-
derwijs vond in hem een krachtigen, eerlijken
en toegewijden strijder. Den eenvoudigen in
den-lande, die recht hadden op steun in een
moeilijk bestaan, was hij een verdediger.
De figuur van Smeenge voert de herinne
ring terug naar een tijdperk onzer parlemen
taire historie, teen de positie der vrijzinnigen
nog heel anders was dan nu. Smeenge heen
de nabloei-periode van de parlementaire
macht der liberale partij meegemaakt wei
behaa'de kort na zijn intrede in het par.e-
ment de rechterzijde voor het eerst een meer
derheid, zoodat hij, na den val van den ouccn
Heemskerk, het eerste rechtsclie kabinet optie
den zag, maar daarna maakte hij toch het
ministerie-van Tienhoven mee, t ministerie
Roëll en vooral, het kabinet-Pierson-Borge-
sius.
Smeenge heeft deel mogen hebben aan den
grooten arbeid van laatstgenoemd kabinet.
De organieke wetten van het eerste-kabi-
net-Thorbecke en de sociale wetten van het
kabinet-Pierson-Borgesius waren beide en
ieder op-zich-zelf voorloopers van een nieu
we periode, 'n nieuwe strooming, een nieuwe
staats taak. In het tijdperk der eerste sociale
wetten werktg ook Smeenge mee. Als vrijzin
nig man. En als democraat. Aan dien tijd
roept z'n robuste figuur onze heugenis wak
ker. Mannen als Sméenge vormen den scha
kel met een verleden dat er moge daar
na nog zooveel depressie gekomen zijn
voor altijd een glorie zal blijven voor het
liberalisme in ons land.
In woelige dagen is Smeenge trouw op z'n
post geweest. Hij was een hard werker en
een slagvaardig strijder. Z'n redevoeringen
waren eenvoudig en zakelijk, als-hij-zelf.
Stecd9 op den man af. Hij improviseerde ge
makkelijk: vlot klonken z'n zinnen, uitge
sproken met het eigenaardige Noordelijke
accent, dat ook in Borgesius' speechen zoo
typisch kon rondspoken, door de zaal. Franje
zat er gewoonlijk aan zoo'n rede van Smeen
ge niet. Hij stapelde argumenten op elkaar,
en spaarde zijn stembanden niet.
Soms:
werd Harmen Smeenge boos-kwaad-nij-
dig. Dan begon z'n temperament op te spe
len. Dan werd z'n sterke stem tot een orkaan,
en het daverde, en het dreunde, en het geluid
rolde verschrikkelijk over de banken.
Z'n onverwoestbare liberale overtuiging
ging altijd gepaard met een sterk gevoel van
verdraagzaamheid. En als zoodanig óók
was hij, een echte drager van het zuiverste
vrijzinnige beginsel.
Tegenwoordig zit de heer Smeenge in den
Senaat. Hij blaast wat uit van een goede
dertig jaar arbeid „aan de overzijde van het
Binnenhof". Het is er rustiger. En, in den
avond van hun leven, hebben figuren als hij
er zeker meer relief dan ze bezitten zouden
in de tegenwoordige Tweede Kamer.
Voor mij i9 Harmen Smeenge het zinne
beeld van goede, oude Hollandsche deugden.
Van eenvoud. Van arbeidzaamheid. Van
trouw. Van een krachtige overtuiging. Van
openhartigheid en toewijding aan het opge
nomen werk.
En:
de begrooting van Smeenge moge dan
tegenwoordig weer gedegradeerd zijn tot de
begrooting van Waterstaat en in het Lager
huis moge daarvan het typische cachet zijn
ontnomen, sinds hij, die het hoofdstuk in z'n
vestjeszak had, werd overgeplant naar het
rustiger pension „aan de andere zijde"
de karakteristieke figuur van Smeenge wordt
toch door niemand, die haar in de Tweede
Kamer aanschouwen mocht, vergeten.
Zijn ruige en krachtige persoonlijkheid
verdient ons aller waardeering. Zij is zoo
echt-Nederlandsch.
Daarom meende ik die jaren geleden
op een andere plaats Smeenge heb geschetst
dat die schets ook in déze serie niet
mocht ontbreken.
D. HANS.
Woensdag vergaderde het plaatselijk
ziekenfonds „Concordia" ten huize van den
heer v. Truyen. Te ongeveer half acht
opende de voorzitter, de heer J. Kuijn, met
een woord van welkom, de bijeenkomst.
De secretaris, de heer Y. Molenaar, las
het jaarverslag voor, waaruit we het vol
gende mededeelen: Het aantal leden be
droeg 47. Aan 13 leden is totaal uitgekeerd
356.64. In totaal werden 67 weekuitkee-
ringen gedaan, n.1. 44 van 6, 3 leden
ontvingen de volle 10 weken uitkeering, 1
lid 9 weken, 1 lid 6 weken, 1 lid 5 weken,
2 leden 4 weken, 4 leden 2 weken en 1 lid
1 week.
De ontvangsten waren met inbegrip van
2107.81 reserve 1933 in totaal 2454.82.
De uitgaven waren 434.47.
Aan rente werd over 1934 72.31 ont
vangen. Ondanks de ingrijpende maatrege
len liep het bezit der vereeniging terug met
87.46.
Het jaarverslag sprak met veel waardee
ring over den in 1934 overleden penning
meester, den heer J. Wiedijk Pzn., die een
lange reeks van jaren op verdienstelijke
wijze de financiën der vereeniging had be
heerd.
Als stille hulde verhieven allen zich een
oogenblik van hun zetel.
Hierna wijdde de voorzitter nog eenige
vriendelijke woorden aan de nagedachte
nis van den voormaligen penningmeester.
Nadat de heeren A. Koste, en H. H. van
Truyen de rekening en de bescheiden van
den penningmeester, den heer A. Schermer,
in volmaakte erde hadden bevonden, werd
de rekening goedgekeurd.
Bestuursverkiezing.
Aftredend waren de heeren Y Molenaaj
en J. v. Tiel. Hoewel de heer P. Klinkhaniei
voorstelde t j acclamatie deze heeren te
herkiezen, werd tot stemming overgegaan
Eerstgenoemde werd met 18 en laatst ge
noemde met 16 stemmen herkozen. In de
vacature Wiedijk werd voorzien door de
benoeming van diens zoon A. Wiedijk met
12 stemmen.
De uitkeering werd vastgesteld als vorig
jaar.
Uitvoerig werd besproken het geval van
een lid, dat te veel uitkeering haa genoten
Bedoeld lid was echter genegen het te veel
ontvange op nader te regelen wijze terug te
storten. Een aanvraag van een oud-lid om
weder te worden toegelaten werd afgeweze.
daar de persoon in kwestie reeds 50 jaar
telde.
Bij de rondvraag kwamen nog eenige
interne zaken aan de orde, waarover nog
druk van gedachten werd gewisseld. Wel
bleek uit de verschillende discussies, dat
het voor een bestuur soms heel moeilijk is
alle gevallen juist te bekijken.
Hierna sloot de voorzitter met een woord
van dank voor de aangename besprekingen
de vergadering.
Donderdagavond vierde de afdeeling
van de Maatschappij tot Nut van '1 Alge
meen „Nieuw Leven", haar 10-jarig bestaan
in de aardig versierde zaal van café Renses.
Le voorzitter, de heer P. Leegwater, ver
heugde zich in zijn openingswoord over de
groote opkomst, en verwelkomde in het bij
zonder de oprichters der vereeniging. Verder
wijdde hij een woord aan den burgemeester
Huiser van Rheenen, die zich bereid had ver
klaard te helpen bij de trekking van de loten,
welke aan den man waren gebracht. Ook
over de komst van afgevaardigden van zus-
tervereenigingert uitte spr. zijn blijdschap
Werkte In den beginne de afdeeling op zeer
bescheiden schaal, met den groei van het
ledenaantal, was dat veranderd, en voerde
men zelfs groote tooneelstukken Op, waar
van spr. eenige titels noemde Verder las hij
een brief voor van mevr de wed. Kluit, de
echtgenoote van den eersten voorzitter,
onder wiens eminente leiding de afdeeling
was gaan groeien, die door ziekte verhin
derd was en van de presidente der Floralia-
en huisvlijtvereeniging mevr. KruimelStak-
man, die ook niet kon komen.
Daarop gaf spr. de rederijkerskamer „De
Roos" van Koedijk gelegenheid om „De
Violiers" ten tooneele te brengen Het stuk
viel zeer in den smaak, en dat men over de
spelers tevreden was, bewees de geweldige
ovatie, welke hen na het laatste bedrijf ge
bracht wrrd. Allen hebben hun moeilijken
taak met toewijding vervuld, het tooneelspel
van mevr. A. de Waal—Schipper als tante
Roos, was bijzonder te roemen. Burgemeester
van Rheenen, was de eerste, die de jubilee-
rende vereeniging kwam huldigen. In een
warmgestemde speech roemde hij den goe
den geest onder de leden, en hoopte, dat het
zoo mocht blijven. Hij dankte „De Roos" voor
hetgeen zij gegeven had, vond het een goede
greep van het bestuur, haar gekozen te heb
ben. Hij wenschte, dat „Nieuw Leven" een
lang leven beschoren moge zijn.
Spr deed zijn wensch vergezeld gaan van
een persoonlijke gave, in een enveloppe, en
sprak toen namen6 de vereeniging rloralia
eenige hartelijke woorden, waarna hij een
prachtige bloemenmand overreikte.
De heer Bkuw wenschte als voorzitter van
de zangvereeniging „Crescendo" geluk, en
betoogde, dat „Nieuw Leven" zich schitte
rend door de eerste periode, welke spr. de
moeilijkste noemde, had heengeslagen.
Toen kwam de voorzitter van ae tooneel-
vereeniging „Aurora", de heer Posch, op de
planken.
Spr. noemde het een prestatie, wat
„Nieuw Leven" verricht had. De afdeeling
voorziet in een behoefte, die niet gering te
schatten is. Spr. hoopte, dat zij nog lang
moge bestaan.
De heer Vader sprak voor de gymnastiek-
vereeniging. Spr. had met genoegen de uit-
noodiging aanvaard, omdat de leden der af
deeling, „Voorwaarts" steeds ter wille zijn
geweest. Hij hoopte dat dat zoo blijven zal.
Alle sprekers deden hunne wenschen van
een fraaie mand bloemen vergezellen.
Daarna kwam de heer L. Schuuring, die
feliciteerde namens de middenstand van
S'ompetoren. Spr. waardet rde de toewijding,
den middenstand in dezen moeilijken tijd be
wezen, door al de prijzen, in hun zaken te
koopen. En ciat waren er vele. Ook aan de
vrouwen der leden bracht spr. een woord van
hulde, daar zij vele avonden, als een tooneel-
stuk ingestudeerd moest worden, op verga
deravonden, en tijdens de voorbereidingen,
vele avonden alleen in huis gezelligheid
moeien zoeken. Spr. overhandigde, onder da
verend applaus een eigen gebakken taart, be
stemd voor de bestuursleden en hun cga'a.
Ten slotte dankte de heer Debets namens
de leden van het Nutsgezelschap het bestuur,
en beloofde, dat zij ook in de toekomst hun
beste krachten zullen blijven geven
Twee vrouwen van ae eerste bestuurs
leden, de damee Bennekes en de Groot hiel
pen den burgemeester bij de trekking der
ioten.
De eerste prijs, een rijwiel, viel ten deel
aan den heer K. Leegwatei uit Beemster, op
lot no. 637. Lot 110. 3 van den heer W. Booy
uit Stompetoren. bracht een wollen deken,
en de derde >rijs. een rijwiellantaarn op no.
166 viel den heer J. Dubbeld alhier ten deel.
De voorzitter dankte na afloop den spre
kers, de tooneelvereeniglng, die hij een tot
weerziens toeriep, den burgemeester, en de
winkeliers, die allen iets afstonden voor
de verlot'ng.
Hij hoopte, dat men onder de gezellige
tonen van de muziek van gebr. v. Meurs
prettig zou dansen, welke wensch men tot
laat in den nacht in vervulling liet gaan.
„Nieuw Leven" heeft een mooien feest
avond gegeven, die nog lang de deelnemers
heugen zal.
Het Onderlinge Veefonde hield Woens
dagavond een druk bezochte jaarvergade
ring in café Roozing. De directeur, de heer
P. Bakker, opende en heette welkom.
De toestand «0 de veehouderij is nog
steeds slecht Men belooft ons wel wat, doch
als er wat komt, is het resultaat van geen
beteekenis. Een lichtpuntje is, dat er meer
handel is, misschien is de tijd niet ver meer,
dat de algemeene toestand verbetert. Laten
we daar in 1935 op hopen.
De heer S. Akkerman bracht verslag uft
van de financiën. Alles was keurig In orde.
Toch zag 6pr. graag eenige posten beter om
lijnd waaraan uitgegeven, hoewel het totaal
bedrag verantwoord is.
De voorzitter zeide, dat men rekening zou
houden met de wenken.
De rekening en verantwoording luidde:
Omslag vee f 1936.36, afgekeurd vee f 192,
diversen 94.76, totaal 2926.12. De uit
gaven zijn: afgekeurd vee f 2236.75, geheind
geld terug 200, veearts 25, diversen
f 389.08, voordeelig saldo 75.29.
De penningmeester werd gedechargeerd.
Aan het verslag over het boekjaar ont
kenen we, dat de omslag f 283 pet f 100
bedraagt en 315 koeien en pinken zijn ver
zekerd tegen een bedrag van 46680. Er
zijn 34 dieren afgekeurd of aangehouden. De
opbrengst voor afgekeurde dieten was 500
meer dan het vorige jaar. In 1933, akius de
voorzitter, is het voorgekomen, dat niemand
een wrakke koe wiide hebben en men met de
bout zitten bleef.
Verleden jaar, aldus de voorzitter, is er
gesproken, dat er van bedrijfschade weinig
terecht kwam. Spr. had dat bestreden, omdat
hij het geval N. geen bedrijfsschade noemde.
Spr had de maatschappij „Ccres" coulant
genoemd en thans stelt een feit hem in het
gelijk. Bij den heer W. P. Swart heeft een
brand gewoed, wat zijn bedrijf voortzetten
uitsloot. Nu krijgt hij f 2 per week en per
koe uitbetaald, hoogstens 20 weken en niet
voor die 7 koeien die in de schuur staan en
door hem gevoederd en gemolken worden.
Daardoor ie bewezen dat men wat men
verleden jaar betwijfelde, gerust kan zijn.
De heeren P. Bakker en W. van Westtrcp
werden herkozen. In de rekening-commissie
1935 werden gekozen de heeren M. Zonne
veld en C. de Oroot.
Het bestuur deelde mede, dat het om
dat het een onderlinge vereeniging is de
goedkeuring moet hebben voor een uitzon
deringsgeval. Een lid woont straks in de
gemeente Akersloot. Stalt daar zijn koeien,
doch 's zomers loopen ze hier en ook het
voeder is in Heiloo gegroeid. Hoe te han
delen? Na een uitgebreide discussie wilde
men dit geval als een uitzondering be
schouwen en hem als lid handhaven.
Vergoeding voor den directeur. Dc „jaar-
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
48)
„Open de deur", zeide de gouverneur
plotseling. „Ik wil die schurken zien". En
Geraldi wierp de deur wijd open.
De rijzige gestalte en het bleeke, knappe
gelaat van den gouverneur van den staat
vertoonde zich plotseling aan het drietal
Edgar Asprey was al opgestaan, de ande
re twee schenen van plan als twee ineenge
doken honden op hem af te springen, toen
Asprey kalm zeide: „Heeren, zijne excellen
tie, gouverneur Thomas Fuiler!" En hij
boog voor den gouverneur!
Renr.ey wierp een blik over zijn schouder
en kreunde. Lachende Joe wendde zich
langzaam om en pakte de leuning van zijn
stoel beet. Hij zwaaide als een riet in den
wind op zijn stoel heen en weer, want op
dat oogenblik zag hij geheel zijn blijde toe
komst vernietigd, zijn levenswerk ongedaan
gemaakt en de gevangenis voor hem ge
opend. Hij trachtte te spreken, het bloed
steeg hem vuurrood naar het hoofd en hij
viel bewusteloos op den vloer.
„Til hem op", zeide de gouverneur, terwijl
Renney en Edgar Asprev door de andere
deur verdwenen. „De schurk was eens mijn
vriend. O, Geraldi, dit is een droevige dag
van vernedering voor mij, maar nog zullen
wij niet te laat zijn om gerechtigheid te la
ten gelden".
Geraldi had zich voorover gebogen en de
schouders van den gevallen inan gegrepen,
toen twee revolverschoten in de kamer er
naast weerklonken.
Geraldi en Thomas Fuller haastten zich
naar de deur en openden die; op den grond
vonden zij Renney in doodsstrijd liggen,
flij had nog de kracht om hijgend uit te
brengen: „Asprey die duivel is een sluip
moordenaar. God vergeve mij. Adieu, Ge
raldi!"
HOOFDSTUK XXXVIII.
In het huis van Rotert Asprey zat die
lang verbannen man in persoon, naast hem
zat zijn dochter, aan zijn andere zijde lag
zijn vrouw op een sofa. haar hand gedurig
voor het gelaat houdend, terwijl zij van tijd
tot tijd rilde, telkens als schaamtevolle her
inneringen bij haar opkwamen. En aan den
anderen kant van de kamer zat de gouver
neur van den staat, wiens tegenwoordigheid
aan dit tafereel beteekenis en duurzaam
heid verleende.
„Geraldi is een half uur te laat", zeide
Robert Asprey eindelijk. „Het is niets voor
hem om te laat te zijn".
„Ik hoop niet, dat hem iets overkomen
is'zeide Thomas Fuller. „Hij heeft veel
vijanden".
„Dat is zoo", zeide Asprey, „maar ik ken
er geen enkelen, die in staat zou zijn hem
vijf minuten op te houden laat staan een
half uur. U hebt hem nooit aan het werk
gezien".
„Integendeel", glimlachte de gouverneur.
„Ik reed eens van de hoofdstad hierheen
met dat wonderlijke jongmensch".
Toen zeide Louise langzaam: „Hij zal
niet komen".
„Hoe weet je dat, kind?" vroeg haar va
der.
„Vanmiddag zeide hij mij goeden dag",
antwoordde zij langzaam. „Hij zal van
avond niet hier zijn".'
Daarna was er een pauze.
„Zal hij niet terugkomen?" vroeg Ro
bert Asprey ernstig.
„Ik weet het niet", zeide het meisje. Zij
hief de oogen op en keek droomerig in het
vuur. „Ik weet het niet, en James ook niet".
De gouverneur en Robert Asprey wissel
den veelbeteekenende blikken, maar 't meisje
zat verdiept in het vuur te staren en in de
toekomst, die zij daarin scheen te zien.
„Waar hij ook is en waar hij ook heen
gaat", zeide Thomas Fuller tenslotte, „ik
hoop, dat hij geluk zal hebben zooals hij
ons allen dat gegeven heeft",
Intusschen wa3 Geraldi ver weg in de
woestijn; met zonsondergang was hij ver
trokken, na zijn paard flink te hebben afge
wreven. Hij had Lorenz de hand gedrukt,
had een bundel proviand klaar gemaakt,
een geweer en ammunitie genomen, Indi-
aansche moccassins aangetrokken en was
stil de stad uitgeslopen. Hij bereed liet
paard niet, het was tamelijk frisch, zelfs na
het zware werk van dien dag, maar Geral
di wilde het niet weer belasten; hij nam te
voet den weg naar het Zuiden op een suk
keldraf, zooals de Indianen doen, wanneer
zij een langen tocht in het vooruitzicht heb
ben.
Hij liep zonder ophouden voort, zonder
verandering van pas; het had geregend en
het zand was hard onder zijn voeten, maar
zacht genoeg om het geluid van zijn voet
stap te dempen. Als twee geesten liepen hij
en zijn paard tot de maan opging, toen
kwamen zij over den heuvel en daalden af
in een vlakke vallei, waardoor een kleine
rivier liep, door wilgen omzoomd.
Hier hield Geraldi halt om zijn paard te
drenken en terwijl zij een oogenblik tus
schen deze hoornen uitrustten, hoorden zij
een krachtige mannenstem over de vallei
zingen! Geraldi ging naar den zoom van
het hout en keek uit. Daarop zag hij een
man op een muilezel, die te onderkennen
was aan het knikken van den kop, terwijl 't
dier langzaam voortliep, daarna aan den
schuifelenden pas en eindelijk aan het klap
pen van de ooren.
Zij kwamen nader en Geraldi hoorde glim
lachend de woorden aan van een oud Mexi-
caansch lied, lang.geleden gezongen, toen
de Conquistadores vcor het eerst het keizer
ruk van Mont-zuma tot hun prooi verklaar
den. Dichter en dichterbij kwamen zij; de
maan stond nu hoog boven de oostelijke
helling van de kleine vallei en haar licht
viel in een breeden vloed over den ruiter
en zijn muilezel. En Geraldi zag een zwa
ren man, behaaglijk dik, het hoofd vroolijk
achterover geworpen en een gitaar in de
handen, vaardig bespeeld door geoefende
vingers.
Edgar Asprey!
Een revolver gleed in de hand van den
fregatvogel. Hij was op het punt met een
uitroep het pad op te loopen, klaar om te
vuren maar toen hield hem iets terug, een
gevoel van ontzag misschien voor het brein
en de onverschrokken handigheid en moed
van dezen harteloozen schurk. In elk ge
val. de zanger vervolgde zijn weg door de
vallei; hij werd tot 'n groot, zwart stilhouet,
dat op en neer wipte en ook dit verdoe
zelde in het schijnsel van de maan, maar de
stem vlood vol terug naar waar Geraldi
stond, soms luid en sterk, krachtig, dan da
lende tot gefluister, totdat het gezang zelf
vervaagde en de zwerver alleen bleef met de
Woestijn en de groote, zilveren kalmte v«d
de maan.
Toen floot hij zijn paard en Zuleik»*
kwam naar den oever, geruisehloos als
hert door het kreupelhout tredend. ZJJ
kwam bij hem en legde het hoofd op z'1»
schouder, terwijl hij de vallei afzag in
richting, waarin Edgar Asprey verdwenen
Was.
Toen ging hij verde in hetzelfde spoor.
(Slot).