iVO HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor lOct. UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN [robeer ze ....en ook Gij zult zeggen: S)e Ttadazfanjcbck* fóncfaasta, is onbetwistbaar cie oeste. XXVIII. SMEENGE. JUouinciaal Tlieuws GROOTSCHERMER STOMPETOREN HEILOO SteuillelMt DE FREGATVOGEL. peerde houders der dollar-cbligatiën op de ten of andere wijze tegemoet te komen. Men spreekt o.a. over de mogelijkheid van een uit gifte van nieuwe aandeden, in ruil voor de dollar-obligatiën. Vermoedelijk is hierbij ech ter de wensch de vader van de gedachte. De geruchten omtrent een eventueele uit gifte van nieuwe aandeden hebben een gun- stigen invloed op het koersverloop van aan deden Koninklijke uitgeoefend. Hierbij kwam dat ook de berichten uit Amerika er op wij zen, dat de strijd tegen de illegale productie met alle kracht wordt voortgezet. Nadat het Hoogste Gerechtshof de desbetreffende voor schriften der Federale regeering in strijd met de grondwet had verklaard, heeft de Senaat reeds toegestaan*»wijzigingen in de wet aan te brengen, waardoor het vervoer van onwet tig geproduceerde petroleum tusschen de ver schillende staten verboden kan worden. Hier door denkt men toch het beoogde doel; een beperking der petroleumproductie, te kunnen bereiken. Ook voor ander afdeelingen der Amster- damsche beurs waren gunstige berichten binnengekomen, die de markt op sommige dagen een opgewekt aanzien verleenden. Zoo konden verschillende fondsen profiteeren van de prijsstijging van oliën en vetten en van de toeneming der bedrijvigheid in de olie-in dustrie. Deze moet zijn toe te schrijven aan bestellingen uit Amerika, waar tengevolge van de beperking van den katcenoogst en de hierdoor ontstane vermindering der produc tie van katoenpitten en katoenolie een zekere schaarschte aan oliën schijnt te heerschen. Indische cultuurondernemingen, zooals Han delsver Amsterdam, Amsterdam-Rubber, Ko loniale Bank enz., die ook bij de oliepalm- cultuur geïnteresseerd" zijn, en die voor hun palmolie-produtie dus hooger prijzen kunnen maken, zijn krachtig in koers gestegen. Zeer willig waren in het begin der week de aan- deelen van maatschappijen, die direct belang hebben bij oliën en veten, zooals Calvé-Del ft en Unilever. Ander industrieele waarden zijn eveneens in koers verbeterd, zoo b.v. Papierfabriek v. Gelder op de contingenteering van papier hier te lande. Van Berkei's Patent waren na de voorafgegane krachtige koersstijging in reatie, terwijl aandeelen Philip's Patent wa ren na de voorafgegane krachtige koersstij ging in reactie, terwijl aandeelen Philips' zich evenmin op het verhoogde koerspeil konden handhaven. Suikeraandeel en werden, evenals de aandeelen der Indische cultuur- banken, behalve door de prijsstijging van palmolie ook gunstig beïnvloed door een ver dere prijsverhooging van Java-suiker voor levering naar Britsch-Indië en China Hoewel wat beter dan aan het eind van het vorige jaar, zijn deze prijzen nog altijd niet vol doende voor het dékken der productiekosten. Men acht het onder de tegenwoordige om standigheden echter reeds bevredigend, dat de verkoopen regelmatig doorgaan, zij het dan ook in betrekkelijk geringe hoeveelhe den. Rubber-aandeelen waren, in aansluiting aan de algemeen gunstige stemming, goed prijshoudend, hoewel de rubberprijs iets is ingezakt. Tabaksaandeelen liepen tijdelijk in koers terug. In scheepvaartaandeelen ging iets meer om tct wat hoogere koersen, dank zij de ietwat optimistischere verwachtingen met het oog oo de a.s. internationale scheep vaartconferentie. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 3 pCt. Nederland 03. 93 7/8; 2)4 pVt. N.W.S. 813/4. 831'8 83 1/16; 3%, pCt Gelderland 98. 981'4; 3)4 pCt. Rotterdam 961'8. 96 3/8; 4 '4 pCt. België 91 3/4. 92 3/8; Youngleening 31 3/4, 33 3'8, 327/8; Kon. Petroleum 140, 14654, 145; Calvé-Delft 62, 651/4. 63 1/8; Unilever 87 1/4, 93)4. 891/4: Ned. Kabelfabriek 367, 374, 371; Paoierfabr. van Gelder 44, 50, 48; Philips' 234Vo, 225. 227%: v. Berkei's Patent 53)4. 463'4, 48 1/4; Koloniale Bank 35)4. 43, 42; Hande'sver. Amsterdam 164. 172, 169; Javasche Cu'tuur 80. 94. 92)4; Amsterdam Rubber 99 3/4. 103. 100 3/4; Deli Batavia Rubber 71 1/8, 73 3/4, 71 1/4; Kali Bakar 135, 138. 137: Deli Mij. 1504. 14414,, 148 3/4 147; Deli Batavia Mij. 140, 134%. 136; Ned. Scheepvaart Mii. 140, 31)4, 34)4; Rotterdamsche Lloyd 28%, 31. ,k d.ze week nu weer eens een figuur neem uit de wereld der cudere politiek, aan neem ik er één van het stoerste gcs.acht der parlementairiers. Het woord van Cambronne de Fransche generaal moge het gezegd hebben of niet is het zijne. La garde meurt, ma is: ne se rend pas. Een menschenleeftijd bijna zit I iarmen Smeenge in 't parlement. Alles bij elkaar zoo'n jaar of vijf-en-veertig. Een oude strijder. Een musketier. Sterk als gewapend beton. Knoestig en ruig als een oude knotwilg, en trouwhartig en arbeid zaam als een zoon van het oude vaderland- sche volk, dat zich met Oodsvertrouwen, een pijp en een oorlam door alle moeilijkheden heen sloeg. Groot, èn rechtop. Paraat en vol toewijding. Schutspatroon van vak-onderwijs en schippers. Beschermheilige van Schutte- vaer Het is'nu alweer wat jaartjes geleden, dat ik, Harmen Smeenge, onzen eenge, zooals het dankbare volk van Drenthe hem noemde en noemt, in het Lagerhuis mee maakte. Dkn. op een avond in December, als een zeker oegrootingshoofdstuk was afgedaan, kwam er een volgend aan de beurt. „Aan de orde is" zei de voorzitter „de begroo ting van „Van Smeenge!'' klonk het dan op de perstribune. Zoo heb ik, in euvelen moed, in één mijner Earlementaire dagblad-overzichten eens de egrooting van waterstaat genoemd en die naam kreeg onder ons burgerrecht. Want de begrooting van waterstaat was de begroo ting van Smeenge. Hij kwam dan in z'n ele ment. Hij had al zitten wachten in z'n b-mkje, tot het groote uur zou slaan. Algemeene be schouwingen werden bij die begrootmg nim mer gevoerd, maar bij de artikelen haalde de heer van Meppel zijn hart op. Als ik bij zulke gelegenheden den voorzit ter hoorde, heb ik vaak gedacht aan een treinconducteur, die aan een station, langs de coupé loopt: Haarlem. Haarlem Haar lem Haarlem Zoo ging het bij de ar tikelen van Waterstaat: Smeenge..., Snuen- geSmeengeSmeenge en als dun, bij wijze van variatie, de afgevaardigde een enkelen keer ook eens een speechje door een ander had laten houden, kwam hij zc'f dade lijk weer op de vlakte, ston.1 z'n rijzige ge stalte in de bank, en de stem klonk. De stemdie sterk was als de dave rende Hoflandsche wind. De stemdie door de zaal kon jagen als een bruine bries over een vlakte. Het liberalisme in ons land heeft weinig strijders gehad, krachtiger, eerlijker en nu er verdraagzaam dan deze eenvoudige kerel, die zich altijd met hart en ziel aan de vrijzinni ge zaak heeft gegeven. Hij was geen gene raal, geen leider, geen staatsman van broede allure, en hij heeft er zich ook nooit de pose van gegeven. Maar hij stond toch altijd op een belangrijke officiers-post. De zaak van het gemeente-best, bezien krachtens zijn ster ke vrijzinnige overtuiging, ging hem steeds boven alles. Wat zijn hand te doen vond, deed hij. De ontwikkeling van ons volks-on- derwijs vond in hem een krachtigen, eerlijken en toegewijden strijder. Den eenvoudigen in den-lande, die recht hadden op steun in een moeilijk bestaan, was hij een verdediger. De figuur van Smeenge voert de herinne ring terug naar een tijdperk onzer parlemen taire historie, teen de positie der vrijzinnigen nog heel anders was dan nu. Smeenge heen de nabloei-periode van de parlementaire macht der liberale partij meegemaakt wei behaa'de kort na zijn intrede in het par.e- ment de rechterzijde voor het eerst een meer derheid, zoodat hij, na den val van den ouccn Heemskerk, het eerste rechtsclie kabinet optie den zag, maar daarna maakte hij toch het ministerie-van Tienhoven mee, t ministerie Roëll en vooral, het kabinet-Pierson-Borge- sius. Smeenge heeft deel mogen hebben aan den grooten arbeid van laatstgenoemd kabinet. De organieke wetten van het eerste-kabi- net-Thorbecke en de sociale wetten van het kabinet-Pierson-Borgesius waren beide en ieder op-zich-zelf voorloopers van een nieu we periode, 'n nieuwe strooming, een nieuwe staats taak. In het tijdperk der eerste sociale wetten werktg ook Smeenge mee. Als vrijzin nig man. En als democraat. Aan dien tijd roept z'n robuste figuur onze heugenis wak ker. Mannen als Sméenge vormen den scha kel met een verleden dat er moge daar na nog zooveel depressie gekomen zijn voor altijd een glorie zal blijven voor het liberalisme in ons land. In woelige dagen is Smeenge trouw op z'n post geweest. Hij was een hard werker en een slagvaardig strijder. Z'n redevoeringen waren eenvoudig en zakelijk, als-hij-zelf. Stecd9 op den man af. Hij improviseerde ge makkelijk: vlot klonken z'n zinnen, uitge sproken met het eigenaardige Noordelijke accent, dat ook in Borgesius' speechen zoo typisch kon rondspoken, door de zaal. Franje zat er gewoonlijk aan zoo'n rede van Smeen ge niet. Hij stapelde argumenten op elkaar, en spaarde zijn stembanden niet. Soms: werd Harmen Smeenge boos-kwaad-nij- dig. Dan begon z'n temperament op te spe len. Dan werd z'n sterke stem tot een orkaan, en het daverde, en het dreunde, en het geluid rolde verschrikkelijk over de banken. Z'n onverwoestbare liberale overtuiging ging altijd gepaard met een sterk gevoel van verdraagzaamheid. En als zoodanig óók was hij, een echte drager van het zuiverste vrijzinnige beginsel. Tegenwoordig zit de heer Smeenge in den Senaat. Hij blaast wat uit van een goede dertig jaar arbeid „aan de overzijde van het Binnenhof". Het is er rustiger. En, in den avond van hun leven, hebben figuren als hij er zeker meer relief dan ze bezitten zouden in de tegenwoordige Tweede Kamer. Voor mij i9 Harmen Smeenge het zinne beeld van goede, oude Hollandsche deugden. Van eenvoud. Van arbeidzaamheid. Van trouw. Van een krachtige overtuiging. Van openhartigheid en toewijding aan het opge nomen werk. En: de begrooting van Smeenge moge dan tegenwoordig weer gedegradeerd zijn tot de begrooting van Waterstaat en in het Lager huis moge daarvan het typische cachet zijn ontnomen, sinds hij, die het hoofdstuk in z'n vestjeszak had, werd overgeplant naar het rustiger pension „aan de andere zijde" de karakteristieke figuur van Smeenge wordt toch door niemand, die haar in de Tweede Kamer aanschouwen mocht, vergeten. Zijn ruige en krachtige persoonlijkheid verdient ons aller waardeering. Zij is zoo echt-Nederlandsch. Daarom meende ik die jaren geleden op een andere plaats Smeenge heb geschetst dat die schets ook in déze serie niet mocht ontbreken. D. HANS. Woensdag vergaderde het plaatselijk ziekenfonds „Concordia" ten huize van den heer v. Truyen. Te ongeveer half acht opende de voorzitter, de heer J. Kuijn, met een woord van welkom, de bijeenkomst. De secretaris, de heer Y. Molenaar, las het jaarverslag voor, waaruit we het vol gende mededeelen: Het aantal leden be droeg 47. Aan 13 leden is totaal uitgekeerd 356.64. In totaal werden 67 weekuitkee- ringen gedaan, n.1. 44 van 6, 3 leden ontvingen de volle 10 weken uitkeering, 1 lid 9 weken, 1 lid 6 weken, 1 lid 5 weken, 2 leden 4 weken, 4 leden 2 weken en 1 lid 1 week. De ontvangsten waren met inbegrip van 2107.81 reserve 1933 in totaal 2454.82. De uitgaven waren 434.47. Aan rente werd over 1934 72.31 ont vangen. Ondanks de ingrijpende maatrege len liep het bezit der vereeniging terug met 87.46. Het jaarverslag sprak met veel waardee ring over den in 1934 overleden penning meester, den heer J. Wiedijk Pzn., die een lange reeks van jaren op verdienstelijke wijze de financiën der vereeniging had be heerd. Als stille hulde verhieven allen zich een oogenblik van hun zetel. Hierna wijdde de voorzitter nog eenige vriendelijke woorden aan de nagedachte nis van den voormaligen penningmeester. Nadat de heeren A. Koste, en H. H. van Truyen de rekening en de bescheiden van den penningmeester, den heer A. Schermer, in volmaakte erde hadden bevonden, werd de rekening goedgekeurd. Bestuursverkiezing. Aftredend waren de heeren Y Molenaaj en J. v. Tiel. Hoewel de heer P. Klinkhaniei voorstelde t j acclamatie deze heeren te herkiezen, werd tot stemming overgegaan Eerstgenoemde werd met 18 en laatst ge noemde met 16 stemmen herkozen. In de vacature Wiedijk werd voorzien door de benoeming van diens zoon A. Wiedijk met 12 stemmen. De uitkeering werd vastgesteld als vorig jaar. Uitvoerig werd besproken het geval van een lid, dat te veel uitkeering haa genoten Bedoeld lid was echter genegen het te veel ontvange op nader te regelen wijze terug te storten. Een aanvraag van een oud-lid om weder te worden toegelaten werd afgeweze. daar de persoon in kwestie reeds 50 jaar telde. Bij de rondvraag kwamen nog eenige interne zaken aan de orde, waarover nog druk van gedachten werd gewisseld. Wel bleek uit de verschillende discussies, dat het voor een bestuur soms heel moeilijk is alle gevallen juist te bekijken. Hierna sloot de voorzitter met een woord van dank voor de aangename besprekingen de vergadering. Donderdagavond vierde de afdeeling van de Maatschappij tot Nut van '1 Alge meen „Nieuw Leven", haar 10-jarig bestaan in de aardig versierde zaal van café Renses. Le voorzitter, de heer P. Leegwater, ver heugde zich in zijn openingswoord over de groote opkomst, en verwelkomde in het bij zonder de oprichters der vereeniging. Verder wijdde hij een woord aan den burgemeester Huiser van Rheenen, die zich bereid had ver klaard te helpen bij de trekking van de loten, welke aan den man waren gebracht. Ook over de komst van afgevaardigden van zus- tervereenigingert uitte spr. zijn blijdschap Werkte In den beginne de afdeeling op zeer bescheiden schaal, met den groei van het ledenaantal, was dat veranderd, en voerde men zelfs groote tooneelstukken Op, waar van spr. eenige titels noemde Verder las hij een brief voor van mevr de wed. Kluit, de echtgenoote van den eersten voorzitter, onder wiens eminente leiding de afdeeling was gaan groeien, die door ziekte verhin derd was en van de presidente der Floralia- en huisvlijtvereeniging mevr. KruimelStak- man, die ook niet kon komen. Daarop gaf spr. de rederijkerskamer „De Roos" van Koedijk gelegenheid om „De Violiers" ten tooneele te brengen Het stuk viel zeer in den smaak, en dat men over de spelers tevreden was, bewees de geweldige ovatie, welke hen na het laatste bedrijf ge bracht wrrd. Allen hebben hun moeilijken taak met toewijding vervuld, het tooneelspel van mevr. A. de Waal—Schipper als tante Roos, was bijzonder te roemen. Burgemeester van Rheenen, was de eerste, die de jubilee- rende vereeniging kwam huldigen. In een warmgestemde speech roemde hij den goe den geest onder de leden, en hoopte, dat het zoo mocht blijven. Hij dankte „De Roos" voor hetgeen zij gegeven had, vond het een goede greep van het bestuur, haar gekozen te heb ben. Hij wenschte, dat „Nieuw Leven" een lang leven beschoren moge zijn. Spr deed zijn wensch vergezeld gaan van een persoonlijke gave, in een enveloppe, en sprak toen namen6 de vereeniging rloralia eenige hartelijke woorden, waarna hij een prachtige bloemenmand overreikte. De heer Bkuw wenschte als voorzitter van de zangvereeniging „Crescendo" geluk, en betoogde, dat „Nieuw Leven" zich schitte rend door de eerste periode, welke spr. de moeilijkste noemde, had heengeslagen. Toen kwam de voorzitter van ae tooneel- vereeniging „Aurora", de heer Posch, op de planken. Spr. noemde het een prestatie, wat „Nieuw Leven" verricht had. De afdeeling voorziet in een behoefte, die niet gering te schatten is. Spr. hoopte, dat zij nog lang moge bestaan. De heer Vader sprak voor de gymnastiek- vereeniging. Spr. had met genoegen de uit- noodiging aanvaard, omdat de leden der af deeling, „Voorwaarts" steeds ter wille zijn geweest. Hij hoopte dat dat zoo blijven zal. Alle sprekers deden hunne wenschen van een fraaie mand bloemen vergezellen. Daarna kwam de heer L. Schuuring, die feliciteerde namens de middenstand van S'ompetoren. Spr. waardet rde de toewijding, den middenstand in dezen moeilijken tijd be wezen, door al de prijzen, in hun zaken te koopen. En ciat waren er vele. Ook aan de vrouwen der leden bracht spr. een woord van hulde, daar zij vele avonden, als een tooneel- stuk ingestudeerd moest worden, op verga deravonden, en tijdens de voorbereidingen, vele avonden alleen in huis gezelligheid moeien zoeken. Spr. overhandigde, onder da verend applaus een eigen gebakken taart, be stemd voor de bestuursleden en hun cga'a. Ten slotte dankte de heer Debets namens de leden van het Nutsgezelschap het bestuur, en beloofde, dat zij ook in de toekomst hun beste krachten zullen blijven geven Twee vrouwen van ae eerste bestuurs leden, de damee Bennekes en de Groot hiel pen den burgemeester bij de trekking der ioten. De eerste prijs, een rijwiel, viel ten deel aan den heer K. Leegwatei uit Beemster, op lot no. 637. Lot 110. 3 van den heer W. Booy uit Stompetoren. bracht een wollen deken, en de derde >rijs. een rijwiellantaarn op no. 166 viel den heer J. Dubbeld alhier ten deel. De voorzitter dankte na afloop den spre kers, de tooneelvereeniglng, die hij een tot weerziens toeriep, den burgemeester, en de winkeliers, die allen iets afstonden voor de verlot'ng. Hij hoopte, dat men onder de gezellige tonen van de muziek van gebr. v. Meurs prettig zou dansen, welke wensch men tot laat in den nacht in vervulling liet gaan. „Nieuw Leven" heeft een mooien feest avond gegeven, die nog lang de deelnemers heugen zal. Het Onderlinge Veefonde hield Woens dagavond een druk bezochte jaarvergade ring in café Roozing. De directeur, de heer P. Bakker, opende en heette welkom. De toestand «0 de veehouderij is nog steeds slecht Men belooft ons wel wat, doch als er wat komt, is het resultaat van geen beteekenis. Een lichtpuntje is, dat er meer handel is, misschien is de tijd niet ver meer, dat de algemeene toestand verbetert. Laten we daar in 1935 op hopen. De heer S. Akkerman bracht verslag uft van de financiën. Alles was keurig In orde. Toch zag 6pr. graag eenige posten beter om lijnd waaraan uitgegeven, hoewel het totaal bedrag verantwoord is. De voorzitter zeide, dat men rekening zou houden met de wenken. De rekening en verantwoording luidde: Omslag vee f 1936.36, afgekeurd vee f 192, diversen 94.76, totaal 2926.12. De uit gaven zijn: afgekeurd vee f 2236.75, geheind geld terug 200, veearts 25, diversen f 389.08, voordeelig saldo 75.29. De penningmeester werd gedechargeerd. Aan het verslag over het boekjaar ont kenen we, dat de omslag f 283 pet f 100 bedraagt en 315 koeien en pinken zijn ver zekerd tegen een bedrag van 46680. Er zijn 34 dieren afgekeurd of aangehouden. De opbrengst voor afgekeurde dieten was 500 meer dan het vorige jaar. In 1933, akius de voorzitter, is het voorgekomen, dat niemand een wrakke koe wiide hebben en men met de bout zitten bleef. Verleden jaar, aldus de voorzitter, is er gesproken, dat er van bedrijfschade weinig terecht kwam. Spr. had dat bestreden, omdat hij het geval N. geen bedrijfsschade noemde. Spr had de maatschappij „Ccres" coulant genoemd en thans stelt een feit hem in het gelijk. Bij den heer W. P. Swart heeft een brand gewoed, wat zijn bedrijf voortzetten uitsloot. Nu krijgt hij f 2 per week en per koe uitbetaald, hoogstens 20 weken en niet voor die 7 koeien die in de schuur staan en door hem gevoederd en gemolken worden. Daardoor ie bewezen dat men wat men verleden jaar betwijfelde, gerust kan zijn. De heeren P. Bakker en W. van Westtrcp werden herkozen. In de rekening-commissie 1935 werden gekozen de heeren M. Zonne veld en C. de Oroot. Het bestuur deelde mede, dat het om dat het een onderlinge vereeniging is de goedkeuring moet hebben voor een uitzon deringsgeval. Een lid woont straks in de gemeente Akersloot. Stalt daar zijn koeien, doch 's zomers loopen ze hier en ook het voeder is in Heiloo gegroeid. Hoe te han delen? Na een uitgebreide discussie wilde men dit geval als een uitzondering be schouwen en hem als lid handhaven. Vergoeding voor den directeur. Dc „jaar- door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 48) „Open de deur", zeide de gouverneur plotseling. „Ik wil die schurken zien". En Geraldi wierp de deur wijd open. De rijzige gestalte en het bleeke, knappe gelaat van den gouverneur van den staat vertoonde zich plotseling aan het drietal Edgar Asprey was al opgestaan, de ande re twee schenen van plan als twee ineenge doken honden op hem af te springen, toen Asprey kalm zeide: „Heeren, zijne excellen tie, gouverneur Thomas Fuiler!" En hij boog voor den gouverneur! Renr.ey wierp een blik over zijn schouder en kreunde. Lachende Joe wendde zich langzaam om en pakte de leuning van zijn stoel beet. Hij zwaaide als een riet in den wind op zijn stoel heen en weer, want op dat oogenblik zag hij geheel zijn blijde toe komst vernietigd, zijn levenswerk ongedaan gemaakt en de gevangenis voor hem ge opend. Hij trachtte te spreken, het bloed steeg hem vuurrood naar het hoofd en hij viel bewusteloos op den vloer. „Til hem op", zeide de gouverneur, terwijl Renney en Edgar Asprev door de andere deur verdwenen. „De schurk was eens mijn vriend. O, Geraldi, dit is een droevige dag van vernedering voor mij, maar nog zullen wij niet te laat zijn om gerechtigheid te la ten gelden". Geraldi had zich voorover gebogen en de schouders van den gevallen inan gegrepen, toen twee revolverschoten in de kamer er naast weerklonken. Geraldi en Thomas Fuller haastten zich naar de deur en openden die; op den grond vonden zij Renney in doodsstrijd liggen, flij had nog de kracht om hijgend uit te brengen: „Asprey die duivel is een sluip moordenaar. God vergeve mij. Adieu, Ge raldi!" HOOFDSTUK XXXVIII. In het huis van Rotert Asprey zat die lang verbannen man in persoon, naast hem zat zijn dochter, aan zijn andere zijde lag zijn vrouw op een sofa. haar hand gedurig voor het gelaat houdend, terwijl zij van tijd tot tijd rilde, telkens als schaamtevolle her inneringen bij haar opkwamen. En aan den anderen kant van de kamer zat de gouver neur van den staat, wiens tegenwoordigheid aan dit tafereel beteekenis en duurzaam heid verleende. „Geraldi is een half uur te laat", zeide Robert Asprey eindelijk. „Het is niets voor hem om te laat te zijn". „Ik hoop niet, dat hem iets overkomen is'zeide Thomas Fuller. „Hij heeft veel vijanden". „Dat is zoo", zeide Asprey, „maar ik ken er geen enkelen, die in staat zou zijn hem vijf minuten op te houden laat staan een half uur. U hebt hem nooit aan het werk gezien". „Integendeel", glimlachte de gouverneur. „Ik reed eens van de hoofdstad hierheen met dat wonderlijke jongmensch". Toen zeide Louise langzaam: „Hij zal niet komen". „Hoe weet je dat, kind?" vroeg haar va der. „Vanmiddag zeide hij mij goeden dag", antwoordde zij langzaam. „Hij zal van avond niet hier zijn".' Daarna was er een pauze. „Zal hij niet terugkomen?" vroeg Ro bert Asprey ernstig. „Ik weet het niet", zeide het meisje. Zij hief de oogen op en keek droomerig in het vuur. „Ik weet het niet, en James ook niet". De gouverneur en Robert Asprey wissel den veelbeteekenende blikken, maar 't meisje zat verdiept in het vuur te staren en in de toekomst, die zij daarin scheen te zien. „Waar hij ook is en waar hij ook heen gaat", zeide Thomas Fuller tenslotte, „ik hoop, dat hij geluk zal hebben zooals hij ons allen dat gegeven heeft", Intusschen wa3 Geraldi ver weg in de woestijn; met zonsondergang was hij ver trokken, na zijn paard flink te hebben afge wreven. Hij had Lorenz de hand gedrukt, had een bundel proviand klaar gemaakt, een geweer en ammunitie genomen, Indi- aansche moccassins aangetrokken en was stil de stad uitgeslopen. Hij bereed liet paard niet, het was tamelijk frisch, zelfs na het zware werk van dien dag, maar Geral di wilde het niet weer belasten; hij nam te voet den weg naar het Zuiden op een suk keldraf, zooals de Indianen doen, wanneer zij een langen tocht in het vooruitzicht heb ben. Hij liep zonder ophouden voort, zonder verandering van pas; het had geregend en het zand was hard onder zijn voeten, maar zacht genoeg om het geluid van zijn voet stap te dempen. Als twee geesten liepen hij en zijn paard tot de maan opging, toen kwamen zij over den heuvel en daalden af in een vlakke vallei, waardoor een kleine rivier liep, door wilgen omzoomd. Hier hield Geraldi halt om zijn paard te drenken en terwijl zij een oogenblik tus schen deze hoornen uitrustten, hoorden zij een krachtige mannenstem over de vallei zingen! Geraldi ging naar den zoom van het hout en keek uit. Daarop zag hij een man op een muilezel, die te onderkennen was aan het knikken van den kop, terwijl 't dier langzaam voortliep, daarna aan den schuifelenden pas en eindelijk aan het klap pen van de ooren. Zij kwamen nader en Geraldi hoorde glim lachend de woorden aan van een oud Mexi- caansch lied, lang.geleden gezongen, toen de Conquistadores vcor het eerst het keizer ruk van Mont-zuma tot hun prooi verklaar den. Dichter en dichterbij kwamen zij; de maan stond nu hoog boven de oostelijke helling van de kleine vallei en haar licht viel in een breeden vloed over den ruiter en zijn muilezel. En Geraldi zag een zwa ren man, behaaglijk dik, het hoofd vroolijk achterover geworpen en een gitaar in de handen, vaardig bespeeld door geoefende vingers. Edgar Asprey! Een revolver gleed in de hand van den fregatvogel. Hij was op het punt met een uitroep het pad op te loopen, klaar om te vuren maar toen hield hem iets terug, een gevoel van ontzag misschien voor het brein en de onverschrokken handigheid en moed van dezen harteloozen schurk. In elk ge val. de zanger vervolgde zijn weg door de vallei; hij werd tot 'n groot, zwart stilhouet, dat op en neer wipte en ook dit verdoe zelde in het schijnsel van de maan, maar de stem vlood vol terug naar waar Geraldi stond, soms luid en sterk, krachtig, dan da lende tot gefluister, totdat het gezang zelf vervaagde en de zwerver alleen bleef met de Woestijn en de groote, zilveren kalmte v«d de maan. Toen floot hij zijn paard en Zuleik»* kwam naar den oever, geruisehloos als hert door het kreupelhout tredend. ZJJ kwam bij hem en legde het hoofd op z'1» schouder, terwijl hij de vallei afzag in richting, waarin Edgar Asprey verdwenen Was. Toen ging hij verde in hetzelfde spoor. (Slot).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10