Damp© flxtgeiiiksch Overzicht ^Buitenland, Jilnutieuws Wederom een interview met Hitier. Da verhouding tusschen Duitschland en Polen. Ean interessant vraaggesprek. Adolf Hitier heeft gisteren den Berlijnschen correspondent van de „Gazeta Polska" te Warschau, Kazimierz Smogorzewski het vol» gende onderhoud toegestaan: Vraag: Bij ons, Polen, wordt niets hooger geacht dan gloeiende, tot alle offers bereide, vaderlandsliefde. Vandaar mijn bewonde ring voor Uw persoon, mijnheer de rijkskan selier. Hiermede sta ik tevens reeds in het kernpunt van onze wederzijdsche betrekkin gen in het heden en het verleden. U hebt n.1. een nieuwen, dieperen, patriottischen geest geschapen, dat van de eerste tot de laatste bladzijde „Mein Kampf" doordringt en in het Duitsche volkswezen en zijn gevoelswereld een verandering te voorschijn geroepen heef' die bij ons, Polen, begrip en sympathie heeft gevonden en zoo de mogelijkheid heeft ge schapen van de Duitsch-Poolsche verzoe ning. Is het veroorloofd, mijnheer de rijks kanselier, met het oog op Uw vroeger geuite meening aan te nemen, dat de nationaal socialistische politiek een definitieven streep gezet heeft onder de politiek jegens Polen van vroegere tijden? Het is thans een jaar geleden, sedert wij de nieuwe richting in onze wederzijdsche betrekkingen hebben in geslagen. Zou Uwe Excellentie in verband met den datum van 26 Januari 1934, waar op de Duitsch-Poolsche verklaring onder teekend werd, eenige woorden over de Duitsch-Poolsche verhouding aan mijn dag blad willen afstaan? Antwoord: De nationaal socialistische politiek berust op het gedachtenbezit van de nationaal-socialistische idee De rassenleer van de nationaal socialistische idee wijst de z.g. denationalisatie principieel af. Zij ziet in deze gewelddadige annexatie van vreemd volksgoed veel meer een verzwakking van het eigen volkswezen dan een versterking. De door ons ingeslagen politiek van respec teering der aan onze grenzen levende vreem de volken is derhalve in den hoogsten graad in overeenstemming met het gedachtenbezit van onze beweging en daarmede van onze innigste overtuiging. Wij denken niet voort te zetten, wat vroegere eeuwen aan fouten hebben begaan. Een uitdrukking van dezen, onzen wil, is de poging tot reorganisatie van de betrekkingen van het Duitsche volk tot het Poolsche. De practische ervaring van den laatsten eeuw heeft bovendien getoond, dat de werkelijk waardevolle elementen toch niet, of toch zeer moeilijk en zeer langzaam kunnen worden gedenationaliseerd. De winst strekt zich bijna alleen uit over de wankele en daarmede meestal minderwaardige ver schijningen. De verovering daarvan moet echter in geen geval worden beschouwd als een nut, daar het in geen verhouding staat tot het daarmede verbonden leed en de ge varen. Ik zie derhalve een wederzijdsche nationaliteitenbescherming als een der na strevenswaardigste doeleinden van een supe rieure staatsleiding. Het is echter duidelijk, dat een zoodanige politiek slechts verwerke lijkt kan worden onder wederzijdsch begrip. Vraag: Hoe is de verhouding van den na tionaal socialistischen eenheidsstaat tegen over eigendommelijkheden van stam en land? Streeft het naar uitwisschen of ver sterk® daarvan? Is het juist, dat U, mijn heer de rijkskanselier, in den loop van dit jaar de landen wilt doen opgaan in rijks gouwen? Antwoord: De nationaal socialistische staat is een eenheidsstaat in de constateering en handhaving van een enkele souvereiniteit. Hij zal tot dit doel alles uit den weg ruimen, wat menschen kunstmatig hebben opgericht en alles respecteeren, wat door de natuur gegeven is. Het is derhalve niet ons voornemen bijv. de eigen aard van de afzonderlijke stammen van ons volkswezen kunstmatig of zelfs met geweld uit te w»schen of op te heffen. Zij vormen de bouwsteenen van ons volk. Zij bepalen het cultureele innerlijke leven van ons rijk. Des te meer echter zullen wij die verschijningen uitroeien, die in de treurigste tijd® van dynastieke baatzuchtigheid als scheidene factoren binnen ons volk zijn op gericht. Daarbij zal als eindresultaat een geleding van het rijk volgens doelmatige en allen deel® van ons volk ten goede komende gezichtspunten van zelf ontstaan. De nationaal socialistische partij heeft reeds lang voor 't overnemen van de macht in haar innerlijk® opbouw een zoodanige, moderne indeeling, in overeenstemming met onze teg®woordige behoeft®, tot stand gebrach* De gewijzigde overdracht daarvan op de latere staatsgeleding van het rijk zal met dc noodige correcties in den loop van den tijd vanuit de levende ontwikkeling vanzelf plaats vind®. Vraag: Wordt de kwestie van de Interne constitutie definitief door het Leidersbegin sel vastgelegd? Wij buitenlanders lez® en hooren zoo dik wijls van e® ontstande Duitsche orde, van de verhouding der partij tot den staat, wat moet® wij onder deze termen verstaan? Wij worden geleid door den w®sch te geraken tot e® duidelijk begrijpen van deze verhou ding® en in welken zin is het eerste punt van het nationaal socialistische program, dat het slechts een „tijdaprogram" is te ver staan? Antwoord: Gij hebt gelijk: het Leidersbe ginsel is reeds thans in de geheele consti tutie van het rijk zoo goed als vastgelegd De orde waarover gij spreekt is reeds aan wezig. Dat is de in 16 jaar lang werken ge vormde en gegroeide nationaal socialistische partijZij is jn de plaats gekomen van de vroegere partljenversplinterlng en beheerscht als vertegenwoordigster van den Duitschen volkswil het geheele Duitsche rijk. De ver werkelijking van de doelstelling der natio naai socialistische beweging leiat tot een zoo volslagen eenheid tusschen partij en staat, dat haar program daarmede eens als ver werkelijkt en in de verwerkelijking als strijd- taak daarmede als beëindigd kan worden be schouwd. Vraag: Wat de economische politiek be treft zijn het niet de moeilijkheden, die uit de teg®woordige crisis voortvloeien, waarover wij vragen willen stellen, veeleer houdt ons bezig de verhouding van landbouw en in dustrie in het nationaal socialistische Duitschland. Hoe zal die in de toekomst worden? Antwoord: Onze economische politiek heeft zich een reeks groote taken gesteld. Dc werkzaamheden worden echter bepaald door de door ons aangetroffen algemeene situatie D.w.z.: wij vonden ruim 6H millioen werk- loozen, een voor volslagen ruïneering staand hoerendom en een aan absolute verwoesting en vernieling overgeleverde middenstand. E)eze catastrophale toestand dwong ons de te nemen afweermaatregelen op. Wij kunnen reeds thans met trots net succes van onze actie constateeren. Alle cijfers van ons econo mische leven ondergaan een gunstige ont wikkeling en stijging. Het beslissende echter was: het is ons gelukt dé natuurlijke daad- krachtigheid, besluitvaardigheid en arbeids vreugde van ons volk op de gelukkigste wijze tot lev® te brengen. Het particuliere initiatief, dat essentieel is voor iedere succesvolle economische poli tiek, hebben wij ontlast van de verlammende boei® van het vroegere regime. Door een nieuwe grootsch opgezette ordening in den landbouw zoowel aïs in de industrie weer levenskrachtig gevormd, millioen arbeiders e® werkplaats verzekerd, vooral echter daar mede den staat betrouwbare steunen voor zijn nationale existentie gegeven. Ons toe komstige werk zal e® voortzetting zijn van het gepresteerde. Vraag: In de buitenlandsche politiek is de openbare meening gericht op Duitschlands standpunt inzake de verschillende pactvoor- stellen. Zou het voorbarig zijn deze vraag te stellen? Antwoord: U zult begrijpen, dat inzake de verschillende pactvoorstellen op het ocgenblik te minder in het openbaar iets kan worden gezegd, daar de desbetreffende be spreking voor een deel nog maar slechts begonnen is, Slechts dit eene moet ik steeds herhalen: l,. Duitschland wil met al zijn naburen in vrede leven en het is bereid alles wat daartoe noodig is grootmoedig in te wil ligen. 2. Duitschland zal nooit meer afstand doen van zijn rechtsgelijkheid. 3, Wij kunn® onder een internationale sa menwerking niet verstaan het op ons nemen van ondoorzichtige verplichtingen met consequenties, die ten slotte zonder in het oog houden van de nationale Duit sche belangen ons daarheen zouden leiden waar wij uit eigen vrij® wil niet heen willen gaan, n.L naar e >l oorlog. Vraag: Hoe moeten wij staan tegenover het steeds weerkeerend gerucht, dat Duitsch land weer toetreedt tot den Volkenbond? Antwoord: Wij zijn uit den Volkenbond getreden wegens nietnakoming van de ons toegestane en beloofde rechtsgelijkheid. Wij denken er niet aan in de toekomst nog eens in den Volkenbond te marchandeeren over onze rechtsgelijkheid, maar wij zijn vastbe sloten in geen bond terug te keeren, wanneer wij niet gelijkgerechtigd zijn. Dat is, gelijk ik reeds eenmaal met nadruk heb betoogd, e® „voorwaarde", maar een vanzeifspre- endheid. Dat het vroegere regime in Duitschland daarvoor geen begrip toonde, moet het thans zeer zwaar boeten. Het is door de natie absoluut uit den weg geruimd. Men moet echter niet gelooven, dat ik, of wie ook, dom genoeg zijn om juist die fout weer te maken, die onzen voorgangers naast velen anderen, maar toch hoofdzakelijk, den nek gebrojsen heeft, Vraag: Mag ik mij veroorloven nog een vraag te stellen, die mij als schrijver steeds zeer in het bijzonder heeft bezig gehouden, n.L wie van de groote geesten van het verle den een doorslag-gevenden invloed in letter kundig opzicht op uwe excellentie heeft uit geoefend? Antwoord: Het is zeer moeilijk het aantal van die geesten op te tellen, die voor iedere roote idee reeds in het verleden bevruchten- ie bijdragen hebben geleverd. Ons geheele aanschouwingsbeeld ontstaat voor een over weldigend groot gedeelte uit de resultaten van het geestelijke werk van het verleden en voor een zeer klein deel op grond van eigen inzichten. Het beslissende is slechts het door de groote geesten van vroegere tijden overge leverde gedachten goed, verstandig en doel matig te ordenen en de daaruit voortvloeien, de logische consequenties te trekken. Want waartoe dienen alle inzichten wanneer men niet den moed bezit zich daar ook van te be dienen? Doordat wij uit een ontzaggelijke hoeveelheid geestelijke en wetenschappelijke ideeën en inzichten de practische politieke consequenties trokken, hebben wij de volko men steriel geworden traagheid overwonnen en ons nationale leven een nieuwen, en naar mijn overtuiging, besllssenden vlucht gege- v®. Overigens verheugt het mij thans na een [aar van gereorganiseerde Duitsch-Poolsche betrekkingen te mogen wijz® op het vrucht bare van deze ontwikkeling. Het is ons ge lukt een der historisch belangrijkste correcties tijdig uit te voeren, N.1. e® correctie van de dwaling, dat tusschen de beide volkeren een vijandschap als een soort erfenis steeds aan wezig is geweest en daarmede voor de ge heele toekomst moet bestaan. Ik geloof in te gendeel, dat ondanks al het moeilijke, wat tusschen de beide landen ligt, zij in het be lang van gemeenschapelijk behoud juist van de Europeesche cultuur tot een oprechte sa menwerking verplicht zijn. Het nationaal- verdrijft alle verkoudheden door inwrijving IDoos30,Pot5Qct en inademing bdoi ftlynAauit riiwikt ióyoecL" socialistische regime in Duitschiapd zal niets achterwege laten, wat in staat kan zijn deze sam®werking te bevorderen en langzaam om te zetten in een voortdur®de vriend schap. De dag van heden geeft mij de recht vaardiging meer dan ooit te gelooven aan de verwerkelijking van een zoodanig® wcnach. HAUPTMANN MOET ANTWOORDEN Hoe kwam hij aan het losgeld? Hauptmann, die kort na de opening van de behandeling van gisteren weder door de ■verdediging voor het getuig®hekje werd geroepen, streed met verbeten vertwijfeling, om de jury en den rechter ervan te overtui gen, dat hij het kind van kolonel Lindbergh niet had ontvoerd. De beklaagde ontkende met groote heftig heid, dat hij de ontvanger van het voor den baby betaalde losgeld is geweest. „Niet ik, aldus verklaarde hij, ben dc oor spronkelijke eigenaar geweest van de voor het kind betaalde 50.000 dollars, doch Isi dor Fisch". Op de vraag van rechter Trenchard: „Zijt ge ooit in Hopewell geweest?" ant woordde Hauptmann met een vast en duide lijk: „Ne®". Op de vraag van den voorzitter: „Hebt u den eerstgeboren zoon van kolonel Lind bergh ontvoerd?" klonk wederom het korte en vaste „neen" van Hauptmann. Gedurende het geheele verhoor observeer de de groote menigte, welke in de rechts zaal aanwezig was, Hauptmann met ge spannen aandacht. Het eenige teeken, waar door men op het gelaat van den beklaagde kon lezen, dat hij zenuwachtig was, was net knipperen van de leden over zijn dicht in de kassen weggezonken oogen. Hauptmann, wiens blikken door de gehee le zaal dwaalden, vermeed met opzet, kolo nel Lindbergh in het gelaat te zien, die op slechts zeven meter afstand van hem geze ten was. Bij zijn verdere verhoor loochende Haupt mann beslist, dat hij hef losgeld van den gevolmachtigde van kolonel Lindbergh, dr. Condon, in ontvangst genomen haa. „Ik ken dr. Condon in het geheel niet en neb hem nooit gezien", verklaarde hij. Hierop greep de hoofdverdediger van Hauptmann, Railly. in het verhoor in, en stelde o.a. vragen betreffende Hauptmann's betrekkingen tot Isidor Fisch. Over deze be trekkingen verklaarde Hauptmann; „Kort voordat Isidor Fisch naar Duitschland te rugkeerde, heeft hij-mij twee koffers en een klein pakje gegeven. Hij zeide mij, vooral op het. kleine pakje te pass®. Ik sloot <de koffers en het pakje weg in een kleine kamer waarin zich huisgerei bevond". Op de vraag van de rechter,, of hij de inhoud van de koffers en 't pakjéi'gekend "had, ant woordde Hauptmann, dat mem daaromtrent aanvankelijk niets bekend was geweest. La ter had hi] echter, toen hij toevallig het ka mertje betrad, de koffers naar zijn garage gebracht en den inhoud ervan onderzocht. Betreffende zijn finanrieele positie legde Hauptmann de volgende verklaring af: „Tegen het einde van het jaar 1929 be droeg mijn vermogen in totaal negendui zend dollars". Hier onderbrak Railly den beklaagde en wilde weten, wanneer hij Fisch had leeren kennen.- Hauptmann antwoordde: „Ik geloof of in het begin Maart, of begin April 1932. Daar ik toen op de beurs gespeculeerd had en geld verdiend had, kon ik Fisch, die mij geld ter leen vroeg, achthonderd dollars ter beschikking stellen". Hierop werd de beklaagde verhoord be treffende de ladder, die in de nabijheid van het huis van Lindbergh was gevonden. Hauptmann werd voor de eerste maal tij dens zijn verhoor sarcastisch, toen hij de vraag beantwoorden meest, of hij een lad der kon maken. Glimlachend antwoordde hij: „Ik ben toch timmerman". Hij ontken de echter beslist, dat hij de ladder, die bij de ontvoering was gebruikt, gemaakt had. DE MISSIS*TPPM)VERSTROO- MINGEN. Duizenden dakloos. Het nantal dooden ten gevol ge van de ontzettende overstroo mingen in de Boven-Mlsslssip- pidelta bedraagt tot dusverre 25. Achttienduizend personen zijn dakloos. Talrijke kleine steden treffen voorzorgsmaatregelen te gen het dreigende hooge water. Honderden vluchtelingen zijn door de ijzige koude lijdende aan influenza en longontste king. Men vreest, dat een grlep- opldomle zal uitbreken. ZWENDELAAR TER DOOD VEROORDEELD. Het hoogste gerechtshof In Rusland heeft den zwendelaar Leff, die enorme oplichtin gen In staatsondernemingen heeft gepleegd en den staat daardoor heeft benadeeld, ver oordeeld tot den dood door den kogel. KOEIBYSJEFF OVERLEDEN. Belangrijk Sovjet-functlonnaris. Het hoofcomité der communistische partij in Rusland maakt bekend, dat gistermiddag te half drie Koeibyajeff, lid van het politieke bureau, plaatsvervangend voorzitter van den raad van volkscommissarissen en voorzitter der commissie voor staatscontrole, aan hartsclerose is overleden. Koeibysjelf was een der belangrijkste man nen van de Sovjet-Unie, behoorde tot de scheppers vas het eerste vijfjarenplan en on derschci^lde zich bijzonder bij (jen opbouw der zware industrie. In verband met zijn overlijden heeft de regeering der Sovjet-Unie besloten, het zevende congres der Sovjet-Unie uit te stel len tot 28 Januari. DE PRINSES EN DE JOURNALIST. Alkmaarsch Bioscoop-Theater. Deze week draait in het A. B. T. bo vengenoemde spannende sensationeele film, welke niet alleen de toeschouwers weet te boelen, doch ook tal van komi sche momenten bezit. In de hoofdrollen spelen Lee Tracy en Gloria Stuart, resp. als journalist en prinses. Op waardige wijze hebben ze hun rol weergegeven, vooral Lee Tracy heeft den journalist op buitengewone wijze In deze film uitge beeld. Op aardige wijze steekt hij vaak z'n collega's den loef af, om vooral maar te zorgen dat het persbureau waarvoor hij werkt, 't eerst de belangrijke nleuw- tf.i kan doorgeven aan de couranten Tracy heeft echter een zwak voor mooie vrouwen, en als hij door z'n chef er op uit gestuurd wordt voor een of ander belangrijk evenement, ls hij altijd bij een van deze kennisjes. Na enkele gebeurtenissen uitgezocht en gerapporteerd te hebben, krijgt Tracy een opdracht, waarin hij als Journalist een belangrijke rol is gaan spslen. Een Staatssecretaris met een Prinses zijn op bezoek ln Amerika, hij moet hen nagaan en zoonoodlg Intervie wen. Gelegenheid in Amerika is er niet meer, daar ze plotseling naar Euro pa terugkeeren. Tracy reist dan ook naar Europa, en weet, eenmaal daar zijnde, met de Prinses in aanraking te kotpen, waar hij door z'n innemendheid zoo bij haar ln den smaak valt, dat het er in 't geheel niet op lijkt dat deze twee in de wereld ver van elkaar verwijderd staan. Heel vertrouwelijk gaat hij met haar om, waardoor hij veel nieuws aan z'n bureau kan doorgeven, al zijn er toch nog enkele berichten bij die door z'n c '.lege van hem worden afgesnoept. Maar het sensationeelste.bericht is toch voor hem, wat hij door handigheid het eerst ontdekt, n.1. een neef van de Prin ses vindt hij stervend in een kast, die op 't laatste oogenblik nog vertelt, dat er op de Prinses ook een aanslag gepleegd zal worden. Op het nippertje is het hem, na veel moeite gelukt dit te verhinderen, waarin natuurlijk ook de liefde een woordje mee sprak, want samen vluchten ze dan uit het land van de Prinses, waarna het alras blijkt dat ze niet meer buiten elkaar kunnen. Een vlot gespeelde film van begin tot eind, die de bezoekers zeker zal voldoen. Vooraf gaan een Journaal uit binnen- en buitenland, een teekenfilmpje, Won- derspelingen der natuur, welke ver schillende exceptioneele dingen uit het leven laat zien, en een komisch 2-acter- tje „Het verwende neefje". FANNY. In bioscoop Harmonie. Emil Jannings! E® naam die op de bios coopbezoekers electriseerend werkt die onafscheidelijk verbonden is aan verschillen de groote films. In Bioscoop Harmonie loopt van morgen (Zondag) af tot en met Woensdagmiddag e® film, waarmee deze groote onder de grooten nieuwe lauweren toevoegde aan de vele, die hij in den loop der jaren reeds veroverde. Ongetwijfeld zul len ook uit Alkmaar en omgeving op een van bovengenoemde dagen vel® hun schred® richten naar dc Harmonie, om te geniet® van het inderdaad sublieme spel, dat in „Fartny" te zien wordt gegeven. Emil Jannings is de waard Petersen van het café „De zwarte walvisch" aan de haven, een man met e® week hart en tegelijkertijd pvlieg®d karakter, soms zelfs een bruut, N eig®lijk om niets en niemand geeft dan >m zijn zoon Martin, in wi® hij zijn opvol- 5ér ziet als kastelein. Maar de jongen voelt aar heelemaal niet voor, want zijn hart trekt naar de zee en naar verre landen Op een dag wordt het verlangen hem te machtig en jiij besluit met zijn meisje Fanny Jurg®s, te spreken. Deze begrijpt, dat hij op zee thuis hoort en houdt hem niet tegen. Zij brengt hem in den waan, dat zij het heele maal niet erg vindt en dat zij er bovendien over denkt met den reeder Pannies te trou- wen. Martin laat zich daarop aanmonsteren voor een reis naar Australië. Na zijn vertrek is de oude Petersen een gebroken man, doch hij wil het voor de menschen niet weten en doet alsof de heele geschiedenis hem niet aangaat. Al zijn liefde draagt hij nu over op Fanny, die hij als zijn dochter beschouwt Weken gaart voorbij en nog is er geen briet van Martin en heimelijk loopt vader den postbode tegemoet. Eindelijk komt de lang verwachte brief. Petersen sluit op klaarlich ten dag zijn zaak, haalt Fannv en uit den brief lezen zij. dat Martin voorloopig niet terugkomt. Hee'emaal aan het eind staat één zinnetje voor Fannv: „of zii al met Pannks getrouwd ls". Petersen dicteert direct e® antwoord; in den brief schrijft Fanny, dat zij nog niet met Pannies getrouwd is, doch zich misschien spoedig met hem zal verlo ven Intusschen zit Pannies bij haar moeder en herhaalt voor de zooveelste maal zijn aanzoek om de hand van Fanny Zij kan een ter niet met htm trouwen, want ze zal moe der worden. Tenslotte bes'uit zij Pannies de volle waarheid te vertellen. Nu toont deze zijn groote liefde en achting voor haar H j vraagt haar nogmaals tm huwelijk en ditmaal zegt zij „ja". Pannies is overgeluk kig, hij heeft steeds naar een zoon verlangd en nu zal zijn liefste wensch in vervulling gaan. De oude Petersen is woedend, want hij beschouwt Fanny als zijn schoondochter en het kind Is zijn kleinkind. Hij ziet echter In, i i i l"oora"cn oplossing is en egt zich er bij neer op voorwaarde, dat het kind naar hem en naar Martin genoemd zal worden en dat het hem grootvader zal noemen. Inleen donkere stormachtige nacht keert Martin terug. Petersen is bulten zich zelve van vreugde Als hij later echter in Martin'* kamer kom kijken, vindt hij het vertrek leeg Hij begrijpt, dat zijn jongen naar Fanny is, wien man juist op reis is. Fanny en Martin o om hebben een ernstig onderhoud met elkaar. Hij eischt het kind op en verlangt, dat zij met hem meegaat, doch Fanny weigert. Te vergeefs tracht Petersen hem het verkeerde van zijn verlangen onder het oog te brengen; Martin weigert het huis te verla ten. Plotseling tredt Pannies binnen. Hij begrijpt de toedracht der zaak en laat het aan Fanny over te beslissen, Van het kind kan hij eenter geen afstand doen. Fanny heeft haar besluit reeds genomen: zij blijft bij haar man en het kind. Martin respecteert haar besluit en brengt terwille van het kind het groote offer hij vertrekt om op verre zeeën vergetelheid te zoeken. Ziehier de korte inhoud van deze schitte rende speelfilm, waarin Emil Jannings zijn groote talent® heeft gelegd. Men moet de vele mooie trekjes zien, om de film naar waarde te schatt® en die mooie trekjes zijn er zeer vele. Verschlllmde spelers van groote kracht staan Emil Jannings ter zlide en samen hebben zij met „Fanny" e® film gemaakt, zooals er slechts zoo nu en dan e® tot stand komt. Het voorprogramma geeft na het Journaal een gekleurde teekenfilm, e® Interessante screen-song en „Opa de ijzervreter", waarin een oude oorlogsveteraan door een komische toevalligheid een paar spoorwegdievm ont maskert. IN DE HAVEN VAN SAN FRANCISCO. Victori a-Theater. De laatste film van de groote actrice Mary Dressler ls er een van een bijson der gehalte. Bijzonder ln haar rake ty peering van het zleleleven van een vrouw en moeder, die haar man en zoon belden voor zich blijft opeischen, on danks de onoverkomenlijke kloof, die tusschen belde laatsten ls ontstaan. In de film „De haven van San Fran- clsco" zien we Mary Dressler en Wal- lace Beery in een weergaloos spel, dat eigenlijk geen spel meer is, doch werke lijkheid. Zelden zagen wij een zoo ont roerend en diep-menschelijk gegeven op zulk een voortreffelijke wijze uitgewerkt als in de film, die deze week in het Vic- toria-theater draait en ongetwijfeld groote successen zal boeken. In de machtige en allesbeheerschende haven aan de Westkust van Amerika, in de haven San Francisco met haar ru moerige bedrijvigheid leven op een oude sleepboot Anny en Teddy, die, ondanks hun vele ruzies en kiftpartijen, toch in elkaar opgaan, omdat de liefde hen nu eenmaal tot een menschenpaar heeft ge bracht. Want Teddy is een goed zee man, maar ook met de jeneverflescb kan hij uitstekend opschieten. En vooral dit laatste is een voortdurende bron van er gernis voor de hardwerkende, ja zwoe gende sleepbootkapiteine, want ln wer kelijkheid ls Anny meer kapitein dan Teddy. Naast haar groote zorg voor het za kenleven, ls de toekomst van haar zoon als het ware haar levensideaal. Daarin wil ze haar schoonste droom verwezen- l'""t zien en iDderdaad, na verloop van Jaren is haar zoon een beroemd ka^'tefn ©d één van de grootste passagierssche pen van Amerika. Tot zoover gaat alles goed, doch dan gaat haar zoon Alex trouwen met een vroeger jeugdvriendinnetje, en als de eerste ontmoeting op min of meer on verkwikkelijke wijze (van den kant van vader Teddy) op een déb&cle is uitgeloo- pen, wordt de kloof tusschen vader en zoon grooter en grooter. Hoe echter alles op volkomen logische wijze weer in het reine komt, willen we nu niet aan het papier toevertrouwen. Dat ls juist de prachtige moraal van deze rolprent en daarover wlhen we dan ook het stilzwijgen bewaren. Dat deze film een groote belangstelling verdient is zeker en we meenen door de ze korte uiteenzetting dit wel overduide lijk kenbaar gemaakt te hebben. Laat dus de ietwat somber-klinkende titel u niet afschrikken, de Inhoud van de film is er een, die kan wedijveren met de sterkste speelfilms van den laatsten tijd. Voor hét binnen- en bultenlandsch nieuws, dat actueel en boeiend is, een woord van aanbeveling, evenals voor de sportfilm over de auto-races. Minder zijn we ingenomen met de filmklucht „De binnenhuis-architect", omdat deze staat in het teeken van onsmakelijke grappenmakerij. Maar ongetwijfeld vol doet een dergelijke film nog een zeker deel van de bioscoop-bezoekers. De hoofdfilm vergoedt alles en daar om zal niemand spijt hebben, een gang naar het VIctoria-theater te hebben on dernomen. CINEMA AMERICAIN. Onder -noeders vleugels. Een buitengewone film. De directie van de Clnema-Americaln Wed' deze week de bezoekers inderdaad iets bij zonders. Nu wij de film „Onder Moeders leugels met Katharine Hepburn in de hoofdrol hebben gezi®, kunnen wij ons zeer goed voorstellen, dat deze ontroerend mooie Llm in de groote buitenlandsche hoofdste den maanden aanéén in hetzelfde theater wordt vertoond. Katharine Hepburn! Deze naam was voor de meeste Alkmaarsche bioscoop-liefhebbers tot nu toe e® klank Doch als men haar als Jo in deze film hieft gezien, zal m® deze buitengewone actrice een plaats onder de allereersten geven. Maar het is niet alleen deze actrice die de film draagt, elke rol in dit werk wordt op de meest voortreffelijke wijze ge speeld. Hoevelen zullen bij het zi® van deze film terugdenken aan den tijd, dat zij het boek van Louise M. Alcott zoo praentig vonden. Het gezin van moeder Mare, haar vier dochters en de tante. Prachtig is dit weer* gegeven. En hoe juist worden de vier doch ters met hun verschillende karakters voor gesteld. De temperam®tvolle Jo, wier geheeie wezen vol leven is, werd een triomf voor Katharine Hepburn. Zeldzaam zooals zij deze figuur heeft aangevoeld. Dan komt dc

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6