Damp©
flxtgeiiiksch Overzicht
^Buitenland,
Jilnutieuws
Wederom een interview met Hitier.
Da verhouding tusschen Duitschland
en Polen.
Ean interessant vraaggesprek.
Adolf Hitier heeft gisteren den
Berlijnschen correspondent van de
„Gazeta Polska" te Warschau,
Kazimierz Smogorzewski het vol»
gende onderhoud toegestaan:
Vraag: Bij ons, Polen, wordt niets hooger
geacht dan gloeiende, tot alle offers bereide,
vaderlandsliefde. Vandaar mijn bewonde
ring voor Uw persoon, mijnheer de rijkskan
selier. Hiermede sta ik tevens reeds in het
kernpunt van onze wederzijdsche betrekkin
gen in het heden en het verleden. U hebt n.1.
een nieuwen, dieperen, patriottischen geest
geschapen, dat van de eerste tot de laatste
bladzijde „Mein Kampf" doordringt en in het
Duitsche volkswezen en zijn gevoelswereld
een verandering te voorschijn geroepen heef'
die bij ons, Polen, begrip en sympathie heeft
gevonden en zoo de mogelijkheid heeft ge
schapen van de Duitsch-Poolsche verzoe
ning. Is het veroorloofd, mijnheer de rijks
kanselier, met het oog op Uw vroeger geuite
meening aan te nemen, dat de nationaal
socialistische politiek een definitieven streep
gezet heeft onder de politiek jegens Polen
van vroegere tijden? Het is thans een jaar
geleden, sedert wij de nieuwe richting in
onze wederzijdsche betrekkingen hebben in
geslagen. Zou Uwe Excellentie in verband
met den datum van 26 Januari 1934, waar
op de Duitsch-Poolsche verklaring onder
teekend werd, eenige woorden over de
Duitsch-Poolsche verhouding aan mijn dag
blad willen afstaan?
Antwoord: De nationaal socialistische
politiek berust op het gedachtenbezit van de
nationaal-socialistische idee De rassenleer
van de nationaal socialistische idee wijst de
z.g. denationalisatie principieel af. Zij ziet
in deze gewelddadige annexatie van vreemd
volksgoed veel meer een verzwakking van
het eigen volkswezen dan een versterking.
De door ons ingeslagen politiek van respec
teering der aan onze grenzen levende vreem
de volken is derhalve in den hoogsten graad
in overeenstemming met het gedachtenbezit
van onze beweging en daarmede van onze
innigste overtuiging. Wij denken niet voort
te zetten, wat vroegere eeuwen aan fouten
hebben begaan. Een uitdrukking van dezen,
onzen wil, is de poging tot reorganisatie van
de betrekkingen van het Duitsche volk tot
het Poolsche. De practische ervaring van
den laatsten eeuw heeft bovendien getoond,
dat de werkelijk waardevolle elementen toch
niet, of toch zeer moeilijk en zeer langzaam
kunnen worden gedenationaliseerd. De winst
strekt zich bijna alleen uit over de wankele
en daarmede meestal minderwaardige ver
schijningen. De verovering daarvan moet
echter in geen geval worden beschouwd als
een nut, daar het in geen verhouding staat
tot het daarmede verbonden leed en de ge
varen. Ik zie derhalve een wederzijdsche
nationaliteitenbescherming als een der na
strevenswaardigste doeleinden van een supe
rieure staatsleiding. Het is echter duidelijk,
dat een zoodanige politiek slechts verwerke
lijkt kan worden onder wederzijdsch begrip.
Vraag: Hoe is de verhouding van den na
tionaal socialistischen eenheidsstaat tegen
over eigendommelijkheden van stam en
land? Streeft het naar uitwisschen of ver
sterk® daarvan? Is het juist, dat U, mijn
heer de rijkskanselier, in den loop van dit
jaar de landen wilt doen opgaan in rijks
gouwen?
Antwoord: De nationaal socialistische
staat is een eenheidsstaat in de constateering
en handhaving van een enkele souvereiniteit.
Hij zal tot dit doel alles uit den weg ruimen,
wat menschen kunstmatig hebben opgericht
en alles respecteeren, wat door de natuur
gegeven is.
Het is derhalve niet ons voornemen bijv.
de eigen aard van de afzonderlijke stammen
van ons volkswezen kunstmatig of zelfs met
geweld uit te w»schen of op te heffen. Zij
vormen de bouwsteenen van ons volk. Zij
bepalen het cultureele innerlijke leven van
ons rijk. Des te meer echter zullen wij die
verschijningen uitroeien, die in de treurigste
tijd® van dynastieke baatzuchtigheid als
scheidene factoren binnen ons volk zijn op
gericht. Daarbij zal als eindresultaat een
geleding van het rijk volgens doelmatige en
allen deel® van ons volk ten goede komende
gezichtspunten van zelf ontstaan.
De nationaal socialistische partij heeft reeds
lang voor 't overnemen van de macht in haar
innerlijk® opbouw een zoodanige, moderne
indeeling, in overeenstemming met onze
teg®woordige behoeft®, tot stand gebrach*
De gewijzigde overdracht daarvan op de
latere staatsgeleding van het rijk zal met dc
noodige correcties in den loop van den tijd
vanuit de levende ontwikkeling vanzelf
plaats vind®.
Vraag: Wordt de kwestie van de Interne
constitutie definitief door het Leidersbegin
sel vastgelegd?
Wij buitenlanders lez® en hooren zoo dik
wijls van e® ontstande Duitsche orde, van
de verhouding der partij tot den staat, wat
moet® wij onder deze termen verstaan? Wij
worden geleid door den w®sch te geraken
tot e® duidelijk begrijpen van deze verhou
ding® en in welken zin is het eerste punt
van het nationaal socialistische program,
dat het slechts een „tijdaprogram" is te ver
staan?
Antwoord: Gij hebt gelijk: het Leidersbe
ginsel is reeds thans in de geheele consti
tutie van het rijk zoo goed als vastgelegd
De orde waarover gij spreekt is reeds aan
wezig. Dat is de in 16 jaar lang werken ge
vormde en gegroeide nationaal socialistische
partijZij is jn de plaats gekomen van de
vroegere partljenversplinterlng en beheerscht
als vertegenwoordigster van den Duitschen
volkswil het geheele Duitsche rijk. De ver
werkelijking van de doelstelling der natio
naai socialistische beweging leiat tot een zoo
volslagen eenheid tusschen partij en staat,
dat haar program daarmede eens als ver
werkelijkt en in de verwerkelijking als strijd-
taak daarmede als beëindigd kan worden be
schouwd.
Vraag: Wat de economische politiek be
treft zijn het niet de moeilijkheden, die uit de
teg®woordige crisis voortvloeien, waarover
wij vragen willen stellen, veeleer houdt ons
bezig de verhouding van landbouw en in
dustrie in het nationaal socialistische
Duitschland. Hoe zal die in de toekomst
worden?
Antwoord: Onze economische politiek
heeft zich een reeks groote taken gesteld. Dc
werkzaamheden worden echter bepaald door
de door ons aangetroffen algemeene situatie
D.w.z.: wij vonden ruim 6H millioen werk-
loozen, een voor volslagen ruïneering staand
hoerendom en een aan absolute verwoesting
en vernieling overgeleverde middenstand.
E)eze catastrophale toestand dwong ons de
te nemen afweermaatregelen op. Wij kunnen
reeds thans met trots net succes van onze
actie constateeren. Alle cijfers van ons econo
mische leven ondergaan een gunstige ont
wikkeling en stijging. Het beslissende echter
was: het is ons gelukt dé natuurlijke daad-
krachtigheid, besluitvaardigheid en arbeids
vreugde van ons volk op de gelukkigste wijze
tot lev® te brengen.
Het particuliere initiatief, dat essentieel
is voor iedere succesvolle economische poli
tiek, hebben wij ontlast van de verlammende
boei® van het vroegere regime. Door een
nieuwe grootsch opgezette ordening in den
landbouw zoowel aïs in de industrie weer
levenskrachtig gevormd, millioen arbeiders
e® werkplaats verzekerd, vooral echter daar
mede den staat betrouwbare steunen voor
zijn nationale existentie gegeven. Ons toe
komstige werk zal e® voortzetting zijn van
het gepresteerde.
Vraag: In de buitenlandsche politiek is de
openbare meening gericht op Duitschlands
standpunt inzake de verschillende pactvoor-
stellen. Zou het voorbarig zijn deze vraag
te stellen?
Antwoord: U zult begrijpen, dat inzake
de verschillende pactvoorstellen op het
ocgenblik te minder in het openbaar iets kan
worden gezegd, daar de desbetreffende be
spreking voor een deel nog maar slechts
begonnen is, Slechts dit eene moet ik steeds
herhalen:
l,. Duitschland wil met al zijn naburen in
vrede leven en het is bereid alles wat
daartoe noodig is grootmoedig in te wil
ligen.
2. Duitschland zal nooit meer afstand doen
van zijn rechtsgelijkheid.
3, Wij kunn® onder een internationale sa
menwerking niet verstaan het op ons
nemen van ondoorzichtige verplichtingen
met consequenties, die ten slotte zonder
in het oog houden van de nationale Duit
sche belangen ons daarheen zouden leiden
waar wij uit eigen vrij® wil niet heen
willen gaan, n.L naar e >l oorlog.
Vraag: Hoe moeten wij staan tegenover
het steeds weerkeerend gerucht, dat Duitsch
land weer toetreedt tot den Volkenbond?
Antwoord: Wij zijn uit den Volkenbond
getreden wegens nietnakoming van de ons
toegestane en beloofde rechtsgelijkheid. Wij
denken er niet aan in de toekomst nog eens
in den Volkenbond te marchandeeren over
onze rechtsgelijkheid, maar wij zijn vastbe
sloten in geen bond terug te keeren, wanneer
wij niet gelijkgerechtigd zijn. Dat is, gelijk ik
reeds eenmaal met nadruk heb betoogd,
e® „voorwaarde", maar een vanzeifspre-
endheid. Dat het vroegere regime in
Duitschland daarvoor geen begrip toonde,
moet het thans zeer zwaar boeten. Het is
door de natie absoluut uit den weg geruimd.
Men moet echter niet gelooven, dat ik, of
wie ook, dom genoeg zijn om juist die fout
weer te maken, die onzen voorgangers naast
velen anderen, maar toch hoofdzakelijk, den
nek gebrojsen heeft,
Vraag: Mag ik mij veroorloven nog een
vraag te stellen, die mij als schrijver steeds
zeer in het bijzonder heeft bezig gehouden,
n.L wie van de groote geesten van het verle
den een doorslag-gevenden invloed in letter
kundig opzicht op uwe excellentie heeft uit
geoefend?
Antwoord: Het is zeer moeilijk het aantal
van die geesten op te tellen, die voor iedere
roote idee reeds in het verleden bevruchten-
ie bijdragen hebben geleverd. Ons geheele
aanschouwingsbeeld ontstaat voor een over
weldigend groot gedeelte uit de resultaten
van het geestelijke werk van het verleden en
voor een zeer klein deel op grond van eigen
inzichten. Het beslissende is slechts het door
de groote geesten van vroegere tijden overge
leverde gedachten goed, verstandig en doel
matig te ordenen en de daaruit voortvloeien,
de logische consequenties te trekken. Want
waartoe dienen alle inzichten wanneer men
niet den moed bezit zich daar ook van te be
dienen? Doordat wij uit een ontzaggelijke
hoeveelheid geestelijke en wetenschappelijke
ideeën en inzichten de practische politieke
consequenties trokken, hebben wij de volko
men steriel geworden traagheid overwonnen
en ons nationale leven een nieuwen, en naar
mijn overtuiging, besllssenden vlucht gege-
v®.
Overigens verheugt het mij thans na een
[aar van gereorganiseerde Duitsch-Poolsche
betrekkingen te mogen wijz® op het vrucht
bare van deze ontwikkeling. Het is ons ge
lukt een der historisch belangrijkste correcties
tijdig uit te voeren, N.1. e® correctie van de
dwaling, dat tusschen de beide volkeren een
vijandschap als een soort erfenis steeds aan
wezig is geweest en daarmede voor de ge
heele toekomst moet bestaan. Ik geloof in te
gendeel, dat ondanks al het moeilijke, wat
tusschen de beide landen ligt, zij in het be
lang van gemeenschapelijk behoud juist van
de Europeesche cultuur tot een oprechte sa
menwerking verplicht zijn. Het nationaal-
verdrijft alle
verkoudheden
door inwrijving
IDoos30,Pot5Qct en inademing
bdoi ftlynAauit riiwikt ióyoecL"
socialistische regime in Duitschiapd zal niets
achterwege laten, wat in staat kan zijn deze
sam®werking te bevorderen en langzaam
om te zetten in een voortdur®de vriend
schap. De dag van heden geeft mij de recht
vaardiging meer dan ooit te gelooven aan de
verwerkelijking van een zoodanig® wcnach.
HAUPTMANN MOET ANTWOORDEN
Hoe kwam hij aan het losgeld?
Hauptmann, die kort na de opening van
de behandeling van gisteren weder door de
■verdediging voor het getuig®hekje werd
geroepen, streed met verbeten vertwijfeling,
om de jury en den rechter ervan te overtui
gen, dat hij het kind van kolonel Lindbergh
niet had ontvoerd.
De beklaagde ontkende met groote heftig
heid, dat hij de ontvanger van het voor den
baby betaalde losgeld is geweest.
„Niet ik, aldus verklaarde hij, ben dc oor
spronkelijke eigenaar geweest van de voor
het kind betaalde 50.000 dollars, doch Isi
dor Fisch".
Op de vraag van rechter Trenchard:
„Zijt ge ooit in Hopewell geweest?" ant
woordde Hauptmann met een vast en duide
lijk: „Ne®".
Op de vraag van den voorzitter: „Hebt u
den eerstgeboren zoon van kolonel Lind
bergh ontvoerd?" klonk wederom het korte
en vaste „neen" van Hauptmann.
Gedurende het geheele verhoor observeer
de de groote menigte, welke in de rechts
zaal aanwezig was, Hauptmann met ge
spannen aandacht. Het eenige teeken, waar
door men op het gelaat van den beklaagde
kon lezen, dat hij zenuwachtig was, was net
knipperen van de leden over zijn dicht in de
kassen weggezonken oogen.
Hauptmann, wiens blikken door de gehee
le zaal dwaalden, vermeed met opzet, kolo
nel Lindbergh in het gelaat te zien, die op
slechts zeven meter afstand van hem geze
ten was.
Bij zijn verdere verhoor loochende Haupt
mann beslist, dat hij hef losgeld van den
gevolmachtigde van kolonel Lindbergh, dr.
Condon, in ontvangst genomen haa. „Ik
ken dr. Condon in het geheel niet en neb
hem nooit gezien", verklaarde hij.
Hierop greep de hoofdverdediger van
Hauptmann, Railly. in het verhoor in, en
stelde o.a. vragen betreffende Hauptmann's
betrekkingen tot Isidor Fisch. Over deze be
trekkingen verklaarde Hauptmann; „Kort
voordat Isidor Fisch naar Duitschland te
rugkeerde, heeft hij-mij twee koffers en een
klein pakje gegeven. Hij zeide mij, vooral
op het. kleine pakje te pass®. Ik sloot <de
koffers en het pakje weg in een kleine kamer
waarin zich huisgerei bevond".
Op de vraag van de rechter,, of hij de inhoud
van de koffers en 't pakjéi'gekend "had, ant
woordde Hauptmann, dat mem daaromtrent
aanvankelijk niets bekend was geweest. La
ter had hi] echter, toen hij toevallig het ka
mertje betrad, de koffers naar zijn garage
gebracht en den inhoud ervan onderzocht.
Betreffende zijn finanrieele positie legde
Hauptmann de volgende verklaring af:
„Tegen het einde van het jaar 1929 be
droeg mijn vermogen in totaal negendui
zend dollars". Hier onderbrak Railly den
beklaagde en wilde weten, wanneer hij
Fisch had leeren kennen.-
Hauptmann antwoordde: „Ik geloof of
in het begin Maart, of begin April 1932.
Daar ik toen op de beurs gespeculeerd had
en geld verdiend had, kon ik Fisch, die mij
geld ter leen vroeg, achthonderd dollars
ter beschikking stellen".
Hierop werd de beklaagde verhoord be
treffende de ladder, die in de nabijheid van
het huis van Lindbergh was gevonden.
Hauptmann werd voor de eerste maal tij
dens zijn verhoor sarcastisch, toen hij de
vraag beantwoorden meest, of hij een lad
der kon maken. Glimlachend antwoordde
hij: „Ik ben toch timmerman". Hij ontken
de echter beslist, dat hij de ladder, die bij de
ontvoering was gebruikt, gemaakt had.
DE MISSIS*TPPM)VERSTROO-
MINGEN.
Duizenden dakloos.
Het nantal dooden ten gevol
ge van de ontzettende overstroo
mingen in de Boven-Mlsslssip-
pidelta bedraagt tot dusverre 25.
Achttienduizend personen zijn
dakloos. Talrijke kleine steden
treffen voorzorgsmaatregelen te
gen het dreigende hooge water.
Honderden vluchtelingen zijn
door de ijzige koude lijdende
aan influenza en longontste
king. Men vreest, dat een grlep-
opldomle zal uitbreken.
ZWENDELAAR TER DOOD
VEROORDEELD.
Het hoogste gerechtshof In Rusland heeft
den zwendelaar Leff, die enorme oplichtin
gen In staatsondernemingen heeft gepleegd
en den staat daardoor heeft benadeeld, ver
oordeeld tot den dood door den kogel.
KOEIBYSJEFF OVERLEDEN.
Belangrijk Sovjet-functlonnaris.
Het hoofcomité der communistische partij
in Rusland maakt bekend, dat gistermiddag
te half drie Koeibyajeff, lid van het politieke
bureau, plaatsvervangend voorzitter van den
raad van volkscommissarissen en voorzitter
der commissie voor staatscontrole, aan
hartsclerose is overleden.
Koeibysjelf was een der belangrijkste man
nen van de Sovjet-Unie, behoorde tot de
scheppers vas het eerste vijfjarenplan en on
derschci^lde zich bijzonder bij (jen opbouw
der zware industrie.
In verband met zijn overlijden heeft de
regeering der Sovjet-Unie besloten, het
zevende congres der Sovjet-Unie uit te stel
len tot 28 Januari.
DE PRINSES EN DE JOURNALIST.
Alkmaarsch Bioscoop-Theater.
Deze week draait in het A. B. T. bo
vengenoemde spannende sensationeele
film, welke niet alleen de toeschouwers
weet te boelen, doch ook tal van komi
sche momenten bezit. In de hoofdrollen
spelen Lee Tracy en Gloria Stuart, resp.
als journalist en prinses. Op waardige
wijze hebben ze hun rol weergegeven,
vooral Lee Tracy heeft den journalist op
buitengewone wijze In deze film uitge
beeld. Op aardige wijze steekt hij vaak
z'n collega's den loef af, om vooral maar
te zorgen dat het persbureau waarvoor
hij werkt, 't eerst de belangrijke nleuw-
tf.i kan doorgeven aan de couranten
Tracy heeft echter een zwak voor mooie
vrouwen, en als hij door z'n chef er
op uit gestuurd wordt voor een of ander
belangrijk evenement, ls hij altijd bij
een van deze kennisjes.
Na enkele gebeurtenissen uitgezocht
en gerapporteerd te hebben, krijgt Tracy
een opdracht, waarin hij als Journalist
een belangrijke rol is gaan spslen.
Een Staatssecretaris met een Prinses
zijn op bezoek ln Amerika, hij moet
hen nagaan en zoonoodlg Intervie
wen. Gelegenheid in Amerika is er
niet meer, daar ze plotseling naar Euro
pa terugkeeren. Tracy reist dan ook
naar Europa, en weet, eenmaal daar
zijnde, met de Prinses in aanraking te
kotpen, waar hij door z'n innemendheid
zoo bij haar ln den smaak valt, dat het
er in 't geheel niet op lijkt dat deze twee
in de wereld ver van elkaar verwijderd
staan. Heel vertrouwelijk gaat hij met
haar om, waardoor hij veel nieuws aan
z'n bureau kan doorgeven, al zijn er toch
nog enkele berichten bij die door z'n
c '.lege van hem worden afgesnoept.
Maar het sensationeelste.bericht is toch
voor hem, wat hij door handigheid het
eerst ontdekt, n.1. een neef van de Prin
ses vindt hij stervend in een kast, die op
't laatste oogenblik nog vertelt, dat er op
de Prinses ook een aanslag gepleegd zal
worden.
Op het nippertje is het hem, na veel
moeite gelukt dit te verhinderen, waarin
natuurlijk ook de liefde een woordje
mee sprak, want samen vluchten ze dan
uit het land van de Prinses, waarna het
alras blijkt dat ze niet meer buiten
elkaar kunnen.
Een vlot gespeelde film van begin tot
eind, die de bezoekers zeker zal voldoen.
Vooraf gaan een Journaal uit binnen-
en buitenland, een teekenfilmpje, Won-
derspelingen der natuur, welke ver
schillende exceptioneele dingen uit het
leven laat zien, en een komisch 2-acter-
tje „Het verwende neefje".
FANNY.
In bioscoop Harmonie.
Emil Jannings! E® naam die op de bios
coopbezoekers electriseerend werkt die
onafscheidelijk verbonden is aan verschillen
de groote films. In Bioscoop Harmonie
loopt van morgen (Zondag) af tot en met
Woensdagmiddag e® film, waarmee deze
groote onder de grooten nieuwe lauweren
toevoegde aan de vele, die hij in den loop
der jaren reeds veroverde. Ongetwijfeld zul
len ook uit Alkmaar en omgeving op een van
bovengenoemde dagen vel® hun schred®
richten naar dc Harmonie, om te geniet®
van het inderdaad sublieme spel, dat in
„Fartny" te zien wordt gegeven.
Emil Jannings is de waard Petersen van
het café „De zwarte walvisch" aan de haven,
een man met e® week hart en tegelijkertijd
pvlieg®d karakter, soms zelfs een bruut,
N eig®lijk om niets en niemand geeft dan
>m zijn zoon Martin, in wi® hij zijn opvol-
5ér ziet als kastelein. Maar de jongen voelt
aar heelemaal niet voor, want zijn hart
trekt naar de zee en naar verre landen Op
een dag wordt het verlangen hem te machtig
en jiij besluit met zijn meisje Fanny Jurg®s,
te spreken. Deze begrijpt, dat hij op zee
thuis hoort en houdt hem niet tegen. Zij
brengt hem in den waan, dat zij het heele
maal niet erg vindt en dat zij er bovendien
over denkt met den reeder Pannies te trou-
wen. Martin laat zich daarop aanmonsteren
voor een reis naar Australië. Na zijn vertrek
is de oude Petersen een gebroken man, doch
hij wil het voor de menschen niet weten en
doet alsof de heele geschiedenis hem niet
aangaat. Al zijn liefde draagt hij nu over op
Fanny, die hij als zijn dochter beschouwt
Weken gaart voorbij en nog is er geen briet
van Martin en heimelijk loopt vader den
postbode tegemoet. Eindelijk komt de lang
verwachte brief. Petersen sluit op klaarlich
ten dag zijn zaak, haalt Fannv en uit den
brief lezen zij. dat Martin voorloopig niet
terugkomt. Hee'emaal aan het eind staat één
zinnetje voor Fannv: „of zii al met Pannks
getrouwd ls". Petersen dicteert direct e®
antwoord; in den brief schrijft Fanny, dat
zij nog niet met Pannies getrouwd is, doch
zich misschien spoedig met hem zal verlo
ven Intusschen zit Pannies bij haar moeder
en herhaalt voor de zooveelste maal zijn
aanzoek om de hand van Fanny Zij kan een
ter niet met htm trouwen, want ze zal moe
der worden. Tenslotte bes'uit zij Pannies
de volle waarheid te vertellen. Nu toont
deze zijn groote liefde en achting voor haar
H j vraagt haar nogmaals tm huwelijk en
ditmaal zegt zij „ja". Pannies is overgeluk
kig, hij heeft steeds naar een zoon verlangd
en nu zal zijn liefste wensch in vervulling
gaan. De oude Petersen is woedend, want hij
beschouwt Fanny als zijn schoondochter en
het kind Is zijn kleinkind. Hij ziet echter In,
i i i l"oora"cn oplossing is en
egt zich er bij neer op voorwaarde, dat het
kind naar hem en naar Martin genoemd
zal worden en dat het hem grootvader zal
noemen.
Inleen donkere stormachtige nacht keert
Martin terug. Petersen is bulten zich zelve
van vreugde Als hij later echter in Martin'*
kamer kom kijken, vindt hij het vertrek leeg
Hij begrijpt, dat zijn jongen naar Fanny is,
wien man juist op reis is. Fanny en Martin
o
om
hebben een ernstig onderhoud met elkaar.
Hij eischt het kind op en verlangt, dat zij
met hem meegaat, doch Fanny weigert. Te
vergeefs tracht Petersen hem het verkeerde
van zijn verlangen onder het oog te
brengen; Martin weigert het huis te verla
ten. Plotseling tredt Pannies binnen. Hij
begrijpt de toedracht der zaak en laat het
aan Fanny over te beslissen, Van het kind
kan hij eenter geen afstand doen. Fanny
heeft haar besluit reeds genomen: zij blijft
bij haar man en het kind. Martin respecteert
haar besluit en brengt terwille van het kind
het groote offer hij vertrekt om op verre
zeeën vergetelheid te zoeken.
Ziehier de korte inhoud van deze schitte
rende speelfilm, waarin Emil Jannings zijn
groote talent® heeft gelegd. Men moet de
vele mooie trekjes zien, om de film naar
waarde te schatt® en die mooie trekjes
zijn er zeer vele. Verschlllmde spelers van
groote kracht staan Emil Jannings ter zlide
en samen hebben zij met „Fanny" e® film
gemaakt, zooals er slechts zoo nu en dan e®
tot stand komt.
Het voorprogramma geeft na het Journaal
een gekleurde teekenfilm, e® Interessante
screen-song en „Opa de ijzervreter", waarin
een oude oorlogsveteraan door een komische
toevalligheid een paar spoorwegdievm ont
maskert.
IN DE HAVEN VAN SAN
FRANCISCO.
Victori a-Theater.
De laatste film van de groote actrice
Mary Dressler ls er een van een bijson
der gehalte. Bijzonder ln haar rake ty
peering van het zleleleven van een
vrouw en moeder, die haar man en zoon
belden voor zich blijft opeischen, on
danks de onoverkomenlijke kloof, die
tusschen belde laatsten ls ontstaan.
In de film „De haven van San Fran-
clsco" zien we Mary Dressler en Wal-
lace Beery in een weergaloos spel, dat
eigenlijk geen spel meer is, doch werke
lijkheid. Zelden zagen wij een zoo ont
roerend en diep-menschelijk gegeven op
zulk een voortreffelijke wijze uitgewerkt
als in de film, die deze week in het Vic-
toria-theater draait en ongetwijfeld
groote successen zal boeken.
In de machtige en allesbeheerschende
haven aan de Westkust van Amerika, in
de haven San Francisco met haar ru
moerige bedrijvigheid leven op een oude
sleepboot Anny en Teddy, die, ondanks
hun vele ruzies en kiftpartijen, toch in
elkaar opgaan, omdat de liefde hen nu
eenmaal tot een menschenpaar heeft ge
bracht. Want Teddy is een goed zee
man, maar ook met de jeneverflescb kan
hij uitstekend opschieten. En vooral dit
laatste is een voortdurende bron van er
gernis voor de hardwerkende, ja zwoe
gende sleepbootkapiteine, want ln wer
kelijkheid ls Anny meer kapitein dan
Teddy.
Naast haar groote zorg voor het za
kenleven, ls de toekomst van haar zoon
als het ware haar levensideaal. Daarin
wil ze haar schoonste droom verwezen-
l'""t zien en iDderdaad, na verloop van
Jaren is haar zoon een beroemd ka^'tefn
©d één van de grootste passagierssche
pen van Amerika.
Tot zoover gaat alles goed, doch dan
gaat haar zoon Alex trouwen met een
vroeger jeugdvriendinnetje, en als de
eerste ontmoeting op min of meer on
verkwikkelijke wijze (van den kant van
vader Teddy) op een déb&cle is uitgeloo-
pen, wordt de kloof tusschen vader en
zoon grooter en grooter.
Hoe echter alles op volkomen logische
wijze weer in het reine komt, willen we
nu niet aan het papier toevertrouwen.
Dat ls juist de prachtige moraal van
deze rolprent en daarover wlhen we dan
ook het stilzwijgen bewaren.
Dat deze film een groote belangstelling
verdient is zeker en we meenen door de
ze korte uiteenzetting dit wel overduide
lijk kenbaar gemaakt te hebben. Laat
dus de ietwat somber-klinkende titel u
niet afschrikken, de Inhoud van de film
is er een, die kan wedijveren met de
sterkste speelfilms van den laatsten tijd.
Voor hét binnen- en bultenlandsch
nieuws, dat actueel en boeiend is, een
woord van aanbeveling, evenals voor de
sportfilm over de auto-races. Minder
zijn we ingenomen met de filmklucht
„De binnenhuis-architect", omdat deze
staat in het teeken van onsmakelijke
grappenmakerij. Maar ongetwijfeld vol
doet een dergelijke film nog een zeker
deel van de bioscoop-bezoekers.
De hoofdfilm vergoedt alles en daar
om zal niemand spijt hebben, een gang
naar het VIctoria-theater te hebben on
dernomen.
CINEMA AMERICAIN.
Onder -noeders vleugels.
Een buitengewone film.
De directie van de Clnema-Americaln Wed'
deze week de bezoekers inderdaad iets bij
zonders. Nu wij de film „Onder Moeders
leugels met Katharine Hepburn in de
hoofdrol hebben gezi®, kunnen wij ons zeer
goed voorstellen, dat deze ontroerend mooie
Llm in de groote buitenlandsche hoofdste
den maanden aanéén in hetzelfde theater
wordt vertoond. Katharine Hepburn! Deze
naam was voor de meeste Alkmaarsche
bioscoop-liefhebbers tot nu toe e® klank
Doch als men haar als Jo in deze film
hieft gezien, zal m® deze buitengewone
actrice een plaats onder de allereersten
geven. Maar het is niet alleen deze actrice
die de film draagt, elke rol in dit werk
wordt op de meest voortreffelijke wijze ge
speeld.
Hoevelen zullen bij het zi® van deze film
terugdenken aan den tijd, dat zij het boek
van Louise M. Alcott zoo praentig vonden.
Het gezin van moeder Mare, haar vier
dochters en de tante. Prachtig is dit weer*
gegeven. En hoe juist worden de vier doch
ters met hun verschillende karakters voor
gesteld.
De temperam®tvolle Jo, wier geheeie
wezen vol leven is, werd een triomf voor
Katharine Hepburn. Zeldzaam zooals zij
deze figuur heeft aangevoeld. Dan komt dc