DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Indische toegrooltng. Serieweeh 23 Febr.-2 Maart M. Meijer Zoon. Twee jaar nat. soc. bewind in Duitschland. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f O '5. contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Ho. 39 DN nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 15 Februari 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Tweede Kamer Groote rede van minister Colijn. Er moeten nog groote bedragen gevonden worden. Verschillende cultures hebben de verliesperiode achter zich. Weer salarisverlagingen. Eerste Kamer De begrooting van buitenlandsche zaken. De Belgische enclaves. Het Saargebied. Verdragen met andere landen. De Volken bond. T>jaqdiiksdi het Duitsche volk is niet nat. socialis tisch, maar gaat er mee accoord. Het Duitsche volk is Dui.schI Wat vandaag de aandacht trekt,.. Wilt gij waar voor Uw geld, Wacht lot MEIJER serieprijzen meldt. ALKMAARSCHE COURANT. Minister Colijn heeft ruim twee uur ge sproken ter verdediging van de Indische be grooting. Hij wees erop, dat de regeering het uitga- vencijfer sedert het vorige jaar van 350 mil lioen gulden tot driehonderd millioen gul den heeft verlaagd. Echter is de hoop, dat de middelen het dit jaar tot 270 millioen zou den kunnen brengen, niet verwezenlijkt. Het is maar 250 mililoen geworden. Trekt men van het tekort van 50 millioen het overschot van den buitengewonen dienst af, dan houdt men een tekort van 40 millioen. Z.Exc. ver deelde het in 2 maal 20 millioen. Het eerste twintigtal moet zijn bestemd, om verdere stij ging van schuld te voorkomen, en het tweede twintigtal om hervatting van de normale schulddelging mogelijk te maken. Als ver dere doeleinden noemde Z.Exc. een verlaging van de op het bedrijfsleven drukkende lasten, een beëindiging van de verschuiving van ver plichtingen van het heden naar de toekomst en een versnelde delging van de veel te zwa re Indische schuld. Maar voordat wij zoo ver zijn, dat het laatste doel bereikt is, zal er (dit gaf de bewindsman zelf te kennen) nog een poosje verloopen Minister Colijn wil de schuld niet annu- leeren. Iets anders zal niemand van hem hebben verwacht. Ook wijst hij een overne ming van schuld door Nederland af. En te- fen een terugkeerende. rechtstreeksche uit- eering van Nederland aan Indië heeft Z Exc. hetzelfde bezwaar als dr. Rutgers: ge vaar voor aantasting van de Indische autono mie. Beiden, de één als minister, de ander als gouverneur, hebben ervaring op dit punt ten aanzien van Suriname. Dit gewest krijgt zulk een uitkeering. Het mag, zeide de be windsman, geen gulden uitgeven zonder toe stemming van den minister van financiën. De eerste 20 millioen, die noodig zijn, wil de minister in de eerste plaats trachten te vinden door verdere bezuinigingen. Op alle begrootingsposten, welke ervoor vatbaar zijn, zal vijf percent moeten worden bezuinigd, waarvan 3 percent verkregen zal moeten worden op de salarissen, hetzij door afvloeiing of door salarisverlaging. (Z.Exc Jirefereert het laatste, omdat daarbij de werk- oosheid niet nog grooter zal worden ge maakt.) Van verschillende kanten is opge merkt, dat de salarissen verdere verlaging nauwelijks zouden kunnen verdragen, maar de minister verklaarde, dat de landssa'aris- sen in Indië 17 tot 25 percent onder het peil van 19251929 zijn. terwijl de salarissen in het particuliere bedrijf ginds 50 tot 65 per cent daaronder zijn! Een door de sociaal-democraten bepleit uit voerrecht op olie acht. Z.Exc. verkeerd, omdat de petroleummaatschappijen, die in Indië werken, ook elders in de wereld werken en zij haar productie in Indië zouden beperken om ze elders, waar zij geen uitvoerrecht be hoeven te betalen, te vergrooten. Daarentegen is de bewindsman niet onder alle omstandigheden tegen een (hed-n ook nog door mr. Joekes (v.d.) bepleit) fiscaal uitvoerrecht op rubber. De wenschehikheid ervan hangt, zeide Z.Exc., ervan af of men bij een bepaalden kostprijs winst op het pro duct kan maken. Van Mang is 's minister verklaring, dat verscheidene Indische ondernemingscultures de verlieslatende periode achter zich hebben. (Van wirst kan nog niet worden gesproken Met de su'ker is het nog erg s'echt gesteld Op 18 Februari zal de regeering in den volksraad mededeelingen doen omtrent stap pen welke zullen worden ondernomen ter ver betering van de suikerpositie. De Ind. sui kerproductie moet gehalveerd worden. Daar bij te handelen in overeenstemming met al de tegenstrijdige belangen, welke hierbij be trokken zijn, noemde de bewindsman een heidensch werk! Hij gebruikte die uitdrukking nog een keer, namelijk toen hij sprak over pogingen, welke onze ondernandelingsdelegaties steeds moe ten doen om den Indischen expori wat te ver grooten. Een seconde, nadat onze gedelegeer den hierover zijn gaan praten, vraagt de we derpartij, wat zij dan in Indië mag gaan in voeren! Dit gebruikte Z.Exc. ook als argument te gen de door den heer van Poll (r.k.) heden in een rede nog weer bepleitte economische eenheid tusschen Nederland en Indië. Al gaan wij elkaar bevoorrechten, wij kunt.en maar weinig van elkaar afnemen; andere landen willen voorts ook bij ons invoeren en lukt hun dit niet, dan laten zij onzen uitvoer niet toe. De bewindsman liet ook doorschemeren, dat, als wij den Japanschen export naar In dië sterk zouden beletten om onzen eigen uit voer te bevoordeelen, dit de spanningen in 't Verre Oosten ongewenscht zou doen toene men. Na de bestrijding van den minister (m:t wien mr. Joekes (v.dhet heden eens bleek), is er van 's heeren Van Poli's denkbeeld tiet veel overgebleven. Wij kregen nog te hooren, dat een commis sie van ambtenaren en technici onderzoekt, hoe hier Javasuiker kan worden ingevoerd, zonder dat onze eigen bietenboeren er de dupe van worden. Op verzoek van minister Steenberghe zal minister Colijn een vertegenwoordiger van het moederlandsche bedrijfsleven in Indië aanstellen om daar researchwerk te verrich ten ten bate van onze industrieelen, enz. Bij een bespreking van den poiitieken toe stand gaf de bewindsman te kennen, dat hij de instelling van den Volksraad nog altijd als een fout beschouwt, omdat men daar kri tiek oefent, zonder de gekritiseerde regeering te kunnen vervangen. Maar, liet hij erop vol gen, de gevolgen van een staatkundige fout zijn niet zoo gemakkelijk weg te wisschen als wat men op een lei schrijft. In verband met de vele conflicten in den laatsten tijd tus schen regeering en volksraad erkende hij, dat een regeeringsgemachtigde wel eens wat meer tact had kunnen toonen, maar hij merk te anderzijds op, dat de volksraad ook niet zonder schuld was. Zeer waardeerend liet hij zich over den gouverneur-generaal uit, wiens beleid, vooral in het voorloopig ver slag, aan sterke kritiek is onderworpen. Dinsdag a.s. vangen de replieken aan. Bij de voortzetting van het debat over de begrooting van buitenlandsche zaken hebben de heeren Van Lanschot (r.k.) en De Savor- nin Lohman (c.h.) de regeering gewaar schuwd, geen overeenkomst inzake een nieu we regeling van de verhouding met België te sluiten, zonder zeker te zijn van de in stemming van volk en volksvertegenwoordi ging. Prof. Lohman betoogde, dat Neder land geen concessies moet doen om België te bewegen, een tegemoetkomender houding aan te nemen. Mr. Heerkens Thijssen (r.k.) be pleitte inzonderheid een oplossing van de kwestie der vele Belgische enclaves. De heeren Kranenburg (v.d.) en Lohman drongen erop aan, dat ons land zal vasthou den aan zijn traditie van een zelfstandig heidspol itiek, waarbij zijn houding niet wordt bepaald door die van andere landen. De hee ren Knottenbelt (lib.) en Van Lanschot we zen het denkbeeld van een non-agressiever drag met Duitschland (trouwens ook met an dere landen) af. En prof. Anema (a.r.) ried aan, voorzichtig te zijn met het luchtpac4. dat aan onze zelfstandigheidspolitiek een eind zou kunnen maken. Maar het luchtpact is een moeilijke zaalk. Mr. Van Lanschot merkte op, dat een land zijn neutraliteit in de lucht moeilijk offectief kan handhaven Hij verklaarde, dat het ons een zekere ge rustheid kan geven, dat het in Engelands eigen belang is, ons als zelfstandigen staat te kunnen blijven beschouwen. Mr. Briët (a.r.) was niet te spreken over het feit, dat Hollandsche troepen hebben medegewerkt aan de handhaving van de orde in het Saargebied. Zijn partijgenoot prof Anema dacht er anders over, evenals de hee ren Van Lanschot en Knottenbelt. De heeren Briët, Anema, Van Lanschot en Steger (r.k.) keurden het stemmen door onze regeering te Genève tegen de toelating van Rusland tot den Volkenbond goed, maar de heeren Kranenburg, Knottenbelt en Polak (s.d.) hadden liever gezien, dat Nederland zich er niet tegen had verzet, dat de Volken bond meer universeel werd gemaakt. Mr. Knottenbelt betoogde, dat ons land moet medewerken aan de bestudeering van het vraagstuk eener vorming van een inter nationale politiemacht ten dienste van den Volkenbond. Daar moet het z.i. heen. Mr. Van Lanschot wenscht een onderzoek naar de particuliere wapenfabricage. Prof. Lohman verklaarde, dat de regeeringspers- dienst meer moet doen tegen onjuiste voor stellingen, welke de buitenlandsche pers van ons land geeft En de heer De Jong (r.k.) bepleitte een versterking van ons consulaire corps, ter betere voorlichting van den han del. Morgen komt de minister aan het woord. (Van onzen Berlijnschen correspondent). Zelden zal in de wereldgeschiedenis de situatie van een groot volk zoo uiterst moeilijk te beoordeelen geweest zijn als in die landen, die, gelijl Sovjet-Rusland en Hitler-Duitschland, zich meer of minder goedwillig geschikt hebben onder de dicta tuur van één enkele groep, die onder aan voering van een feitelijk onbeperkt heer- scher, alle verantwoordelijkheid draagt, maar daarom ook geen enkele verantwoor ding schuldig meent te zijn. De berichtgeving over Duitschland sedert de omwenteling van 30 Januari 1933 be hoort daarom stellig tot de moeilijkste pro blemen, niet alleen op zuiver-journalistiek vakgebied, maar ook wat betreft de inter nationale verhoudingen, welke tot op zekere hoogte door deze berichtgeving beheerscht worden. Wij hebben daarover op deze plaats de laatste maanden openlijk gezegd, wat wij meenden, gezegd behoorde te worden; en wij willen hier herhalen, dat wij evenmin de wel zeer eenzijdige en vaak minderwaardig- vijandige „voorlichting" van zekere niet- Duitsche organen der openbare meening in hun berichtgeving over Duitschland wen- schen te dekken, als het naïeve protest-ge- schrijf van buitenlandsche bezoekers, die na een verblijf van eenige dagen of uren reeds gereed staan met bon oordeel, dat in het Derde Rijk alles botertje-tot-den-boom is, en de booze pers haar lezers over Duitschland niets dan schandelijke onwaarheden heeft voorgezet. Neen, zóó eenvoudig mag men zich van de dingen werkelijk niet afmaken, noch in loven- den, noch in veroordeelenden zin. Het Duit sche volk heeft sinds 1914 ontzaglijk veel doorgemaakt. Het is onder tallooze beproe vingen een groot volk gebleven, een volk met alle eigenschappen, die menschelijk zijn maar vooral ook met goede nobele eigen schappen, die zeker op ons, naburige Neder landers, willen we eerlijk zijn, een diepen indruk behooren te maken en ons met op rechte bewondering behooren te vervullen. Het komt mij van Berlijn uit gezien voor, dat deze onze plicht Jegens het groote buur- volk door ons verzet tegen zekere staatkun dige en cultureele ontwikkelingen die ik j nog altijd voor een overgangstoestand houd wat al te zeer in het gedrang gekomen is. Het wil mij toeschijnen, dat wij al te snel ge neigd geweest zijn, politieke verschijnselen met volkseigenschanpen te verwarren, „volk" te lezen, waar „partij" of „beweging" ge schreven stond, en ons door verbluffende plebisciet-resultaten al te voorbarig hebben laten verleiden, overweldigende toestemming voor cultureel afwaartsche neigingen te con- stateeren, waar slechts vaderlandslievende bereidwilligheid voor een krdchtige weder geboorte op te merken viel. De nationaal-socialistische beweging van Adolf Hitier is voor het Duitsche volk de stormachtige reactie op een hoogst onpopu laire democratische ontwikkeling geweest en heeft haar verbijsterend succes te danken gehad aan een hardnekkig-koppige voorbe reiding tot in kleinste onderdeelen, gepaard aan een ten slotte elke sterke protestbewe ging naar boven persende verwarring en oneenigheid bij de neerschende machten, nier in de laatste plaats als gevolg van een vol komen onbegrijpelijk nebrek aan inzicht in die Europeesche hoofdsteden, op welke de stervende democratie in Duitschland haar laatste hoop gezet had. Het Duitsche volk is alleen maar Duitsch. Nog heden, na twee jaren van nationaal- socialistische practijk, is dit Duitsche volk evenmin werkelijk nationaal-socialistisch als het ooit werkelijk Marxistisch zou geworden zijn. Het is alleen maar Duitsch. En Duitsch zijn beteekent: veel zin voor tucht, orde, dis- cipline; veel neiging tot zwoegen zonder morren; veel liefde voor uniform en militair vertoon; groote bereidwilligheid tot over schatting der eigen nationale beteekenis en in verband daarmee neiging tot pralen, tot uiterlijkheid, tot superlatieven en records; en vooraleen merkwaardige geneigdheid, eenmaal aanvaarde beginselen in de prac- tijk zonder compromissen door te voeren, ook a'1 is het goede beginsel door dogmatische hardnekkigheid reeds lang tot onzin en ge- Vastehen°onsnde nationaal-socialisten, die aan de bestuurstafel zitten, de dingen ook heden en zeker nog morgen, zoo voor alsof nu werkelijk de vroeger utopisch genoemde eenheid bereikt is, en de omvorming van vrij wel alle Duitschers tot aanhangers en ver dedigers van de Hitleriaansche „wereldbe schouwing" nog slechts een kwestie van tijd; schilderen ze ons het Derde Rijk als een snelle overgang naar den volkomen Heil staat, de thans opgroeiende jeugd als „Nieuw Sparta" en het toekomstige Duitsche Rijk als 'n voorbeeldige gemeenschap van nationaal-altruïsten, weerbaar tot den laat sten man, eerlijk als de beste „koninklijke koopman", dapper en opofferend, eerst volkskameraad en dan pas eenling, dan voelen ze in stille oogenblikken van inkeer waarschijnlijk zelf wel, dat ze het onmoge lijke beloven om toch maar gelijken tred te houden met een lawineachtige ontwikkeling, die met de practische doorvoerbaarheden geen rekening gehouden heeft; en die nu dwingt tot een grootspraak, waarvan men de tweesnijdige gevaarlijkheid ten deze on dervindt. Dit nationaal-socialisme is niet in de Duitsche massa's normaal gegroeid, het is slechts door die massa's die er heden om den drommel niet overal geestdriftig mee instem men, maar het aan een critiek onderwerpen, die voor de buitenlandsche nauwelijks onder doet, aanvaard als het scherpste zwaard, dat in een wel algemeen gevoelde noodzake lijkheid om zich zijn oude plaats in het wereldgebeuren te heroveren, nu eenmaal ter beschikking stond. Dat men daarmee het risico van deze nieuwe ideologieën mede aanvaardde, is den gemiddelden Duitscher natuurlijk niet maar zoo dadelijk bewust ge worden. Hij is, als massa, gaan meeloopen met een groepje hartstochtelijken. En door dat massale meeloopen bood hij zichzelf het verlokkende beeld van een grootsche volks beweging, van een eenheid, wa^r hem de voorloopers al die uiterlijkheden toonden en al die zichtbare en hoorbare kietelingen brachten, waarnaar zijn nationaal-aange- boren ijdelheid al te lang vergeefs gesnakt had. De rest is allernieuwste geschiedenis. Zuivering in de leiding. De massa der Duitschers rolt nog voort in de nieuwe banen, die de Hitlerbeweging gewezen heeft. In de gelederen der aanvoer ders echter is in deze twee korte jaren reeds meer gewijzigd, aangepast, gezuiverd, ver schoven, ontmaskerd, geëxcuteerd en met pensioen gezonden dan men voor mogelijk zou gehouden hebben. Maar het ware on voorzichtig, aan een en ander nu weer over dreven beteekenis te hechten. De ontwikke ling is gegroeid in nationalistischen, staats- kapitalistischen, niet in socialistischen zin. De dikkoppen in de hoogere leiding geraken op den achtergrond. De gematigden komen vaster te zitten en verheugen zich in de hooge bescherming van de gewapende macht. De hoogste leiding op het midden van de wip heeft gezorgd voor tegenwicht door „de partij". De partij, die niet over het schietgeweer, maar over de schrijfmachine van den Staat te beschikken heeft. En die zich nog heel goed weet te herinneren, hoe indertijd de Kapp-contra-revolutie niet al leen door de algemeene werkstaking maar ook door het lijdelijk verzet der ministeries ten doode gedoemd werd. In deze twee nationaal-socialistische ja ren is grondige arbeid verricht. Positief, en negatief. Waarbij ik onder negatief rang schik de vernietiging yan elke aan de Hit lerbeweging vijandige" mogelijkheid van or ganisatie. Die het schier ondenkbaar maakt, dat heden ten dage de ontevreden nationale socialisten onder de „oude strijders", de on- dergrondsche boringen van de mannen om Hugenberg, de nog altijd niet uitgestorven Schleicherianen onder de echte conservatie ven, de in de diepste lagen voortwoeke rende marxisten of welke andere revolteeren- de groepjes eenige kans op succes zouden hebben. Het Duitsche volk van heden is niet na- tionaal-scialistisch, maar het gaat om zoo te zeggen accoord met het nationaal-socia lisme als „pushing power". En het is in die stemming bereid, te aanvaarden, dat straks het cultureele leven nog verder afzakt, de sinds Januari met 370 000 gevallen toege nomen werkloosheid nog grooter offers van de gemeenschap verlangt, hst dictatoriaal bewind voortgaat, zijn boeken en kasover zichten te publiceeren, die vaak in krasse tegenstelling scHjnen met verminderde koopkracht, onvoldoende loonen en salaris sen, stijgende prijen en dagelijks dreigender gebrek aan grondstoffen. Want dit Duitsche volk is een dapper volk, dat echte vader landsliefde kent en echte dankbaarheid aan zijn leiders, zoolang het van hun onbaat zuchtigheid overtuigd is. En het is een volk, Twee jaar nat. soc. bewind in Duitschland. (Dag. Overzicht). Do strenge koude in Hongarije heeft vele slachtoffers geëischt. (Bui tenland). Griekenland versterkt zijn gren zen. (Buitenland). Muiterij onder de Mandsjoerijsclie militairen? (Buitenland). Motie van wantrouwen tegen de Engelsche regeering verworpen. (Buitenland). Na Hauptmann's ter dood-veroor deeling. (Buitenland). Nogmaals het geheimzinnige dra ma te Slagharen. (Binnenland). Vier arrestaties te Den Haag in verband met den diefstal van 1200. (Binnenland). De Saartroepen komen morgen terug. (Binnenland). Het Belgisch koningspaar naar Nederland? (Binnenland.) Internationale hoteldief te Den Haag gevat. (Binnenland). Benadeelt Rusland landen, die tegen haar toelating in den Volken bond stemden? (Binnenland.) Witte spatborden voor rijwielen verplicht? (Binnenland.) Zijn er ingrijpende bezuinigingen op komst? (Binnenland). Taak van veldwachter en mare chaussee gescheiden? (Binnenland.) Een Duitsche communist te Am sterdam gearresteerd. (Binnenland.) Ontevreden bakkers gooien in Amsterdam tal van ruiten van bondsgebouwen in. (Binnenland.) Interview met den regeerings- commissaris over de Centrale crisis- controle-dienst. (Land- en Tuin bouw.) (Zie verder eventueel laatste berichten). dat dweept met consequentie, met grondig heid tot de dood er op volgt, als het zijn moet. Het Duitsche volk volgt thans Adolf Hitier, al is het ook nimmer als geheel het met diens nationaal-socialisme eens geweest. Voor de „oude strijders" is Hitier niet radicaal genoeg, voor de conservatieven is hij de man van eenvoudige afkomst, die nimmer respect zal kunnen afdwingen; voor de generaals, op weinige uitzonderingen na, de man, die het nooit verder dan tot onder officier gebracht heeft; voor de eens-mar xistische arbeiders de „fijn" gewordene met de luxe-auto's en de keurige uniformen; voor de vrome roomsch-katholieken de afval lige, wiens totale staat de Actio Catholica en de pauselijke almacht in de verdrukking gebracht heeft; voor de vrijzinnigen de dwingeland, die het Duitsche volk zijn vrij heid van drukpers, van vereeniging en ver gadering, zijn internationaal cultureel peil en zijn artistieke en andere reputaties geno men heeft; voor de „Duitsch-geloovigen" de weifelaar, die in kerkelijke dingen geen partij heeft willen kiezenvoor de monarchisten de alleenheerscher, die de eenige werkelijke hin derpaal is voor den zoozeer gewenschten terukeer der gekrootiden. En toch: negentig procent? Ja, ondanks alles: negentig procent! Om dat te begrijpen, moet men Duitsch land kennen. Duitschland, met zijn machtig, alles overheerschend patriottisme, dat in tijden van onderdrukking vuur en vlam kan zijn voor het allerhoogste: het vaderland! Voor dezen Duitscher, niet voor de „intellec- tueele" groepjes, oie meer me* het hoofd dan met het hart te rade gaan, maar voor den gemiddelden Duitscher, die zijn vaderland lief heeft en deze categorie is in alle niet internationaal georiënteerde stroomin gen ten slotte verre in de meerderheid is deze man Hitier een soort Verlosser, een door God aan het volk geschonkene. Hij zal dat blijven, ook nog in tijden (die wellicht komen zullen) waarin hij zal moeten beken nen, dat vele dingen zich heel anders ont wikkelen, dan hii het volk voorspeld had. Zijn voorspellingen zijn, evenals zijn idealen, in hoofdzaak geen export-artikel en stellig onbruikbaar voor andere volken; maar als ze een stap voorwaarts zouden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1