De Jaarbeurs-avond in ,,'t Gulden Vlies"
£atuU m Jmïh&OUIp
J-iidschciftm
brengt z'n burgerschap om hals, want daar
in is de vrijheid van beraadslaging volstrekt
verdwenen. In den corporatieven Staat is de
individueele gedachte van Thorbecke geheel te
niet gedaan. Aan Thorbecke dankt men de
gedachte van de persoonlijke vrijheid, de vrije
verantwoordelijkheid, het vrije initiatief, het
vrije staatsburgerschap, de vrijheid van
drukpers en de vrijheid van vergaderen.
Wanneer men dit moet missen, dan gaat men
weer terug naar de wereld van 100 jaar te
rug, naar de wereld van dwang. En daar
om, zoo eindigde spr., behoort Thorbecke
nog onder de groote levenden.
De volgende week, Maandag, behandelt
dr. Horreüs de Haas de figuur van Groen
van Prinsterer.
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS.
Telefoon 4359.
Voor werknemers uitsluitend geopend van
912 uur en op Maandag- en Donderdag
avond van 78 uur, voor vrouwelijk perso
neel bij voorkeur van 25 uur n.m. Bemid
deling voor werkgevers van 912 en van
25 uur n.m.
De directeur van bovengenoemd bureau
deelt mede, dat heden staan ingeschreven:
groep bouwvakken: 1 opz. teekenaar, 3
bouwk. opzichters, 4 waterbouwkundigen, 3
glas in loodzetters, 1 glazenwasscher, 1
steenbikker, 2 steenhouwers, 2 stratenmakers,
2 stratenm.-opperlieden, 1 stuc.-opperman, 2
tegelzetters, 8 betonwerkers, 40 opperlieden,
23 stucadoors, 63 metselaars, 104 timmerlie
den, 20 voegers, 73 schilders, 141 grondwer
kers;
groep metaalindustrie: 2 autogeenlas-
schers, 21 bankwerkers, 1 blikslager, 5 ca-
rosseriebouwers, 10 electriciens, 1 electro-
technicus, 2 fitters, 1 fraiser, 4 instrument
makers, 2 kernmakers/2 ketelmakers, 6 klin
kers, 7 loodgieters, 2 lijnwerkers, 13 machi
nisten, 2 machineteekenaars, 11 metaal
draaiers, 1 metaalvijler, 3 metaalslijpers, 22
monteurs, 1 orgelmaker, 2 plaatwerkers, 5
rijwielherstellers, 3 scheepsbouwers, 1
scheepstimmerman, 8 smeden, 2 scheepswerk-
tuigkundigen, 15 stokers, 1 tandtechniker, 1
tegenhouder, 1 voorslaander, 3 vuurwerkers,
6 wagenmakers, 1 werktuigbouwkundige, 11
ijzerwerkers, 1 zandbereider, 4 zandvormers,
groep voedings- en genotmiddelen: 46 si
garenmakers, 1 sigarensorteerder, 2 kisten-
plakkers, 3 tabaksbewerkers, 5 slagers, 4
koks, 1 chocoladebewerker, 18 bakkers, 2
bierbottelaars, 1 zuivelbereider;
groep boek- en steendrukkerijen: 5 letter
zetters, 2 drukkers; n
groep houtbewerking: 24 meubelmakers, 9
meubelstoffeerders, 11 mach. houtbewerkers,
3 kistenmakers, 1 borstelmaker, 1 beitser, 1
beeldhouwer, 1 biljartmaker, 1 kuiper;
groep landbouwbedrijven: 13 tuinlieden,
22 boerenarbeiders, 5 bloemisten;
groep handel: 17 vertegenwoordigers, 4
winkelbedienden
groep verkeerswezen: 49 chauffeurs, 6 koet
siers; 25 pakhuisknechts, 16 magazijnbedien
den, 8 kellners;
overige beroepen: 7 boekbinders, 1 was-
scher, 9 kleermakers, 2 rietwerkers, 5 schoen
makers, 1 zeilmaker, 2 port.huisknechten, 1
verfbereider, 1 kalkbrander, 3 huidenzouters,
4 incasseerders, 4 zakkenstoppers, 1 kapper,
2 ambtenaren ter secretarie, 1 electr.-techn.-
ingenieur, 1 klompenschilder, 1 tegelmaker,
10 kantoorbedienden, 4 administrateurs, 41
transport- en 293 los-arbeiders;
gedeeltelijk werkloos: metaalindustrie 40,
tabaksindustrie 18, overige beroepen 5;
jeugdige werkloozen beneden 18 jaar in
diverse beroepen: 42;
vrouwelijk personeel: 2 steno-typisten, 5
kantoorbedienden, 1 kinderjuffrouw, 4 win
keljuffrouwen, 1 fabrieksarbeidster, 9 dag
meisjes, 1 loopmeisje, 1 aank. naaister, 6
werksters.
Alkmaar, 16 Februari 1935.
De directeur voornoemd:
ED. VAN DEN HEUVEL.
De secr.-generaal der Jaarbeurs sprak
over: „Welk belang heeft de zakenman
bij de Jaarbeurs?"
De belangstelling miniem.
Uitgaande van de drie Alkmaarsche mid-
denstandsvereenigingen, n.1. de Alkmaarsche
vereeniging voor den handeldrijvenden en
industrieelen middenstand, de R.K. Midden-
standstandsvereeniging „De Hanze" en de
Christelijke Middenstandsvereeniging was
gisteravond in ,,'t Gulden Vlies" een jaar
beurs-avond georganiseerd, waarvoor de be
kende secr.-gen. der Kon. Ned. Jaarbeurs,
de heer Graadt v. Roggen, was uitgenoodigd
om een lezing met filmvoorstelling te hou
den .Als onderwerp had spreker gekozen:
„Welk belang heeft de zakenman bij de Jaar
beurs?"
De opkomst was teleurstellend, slechts ruim
dertig bezoekers vormden het aandachtig
gehoor van den heer Graadt v. Roggen. De
bestuursleden Termaat en Keysper van de
neutrale en kath. middenstandsvereenigingen
kwamen even kijken, maar vonden, de belang
stelling blijkbaar miniem, waarna zij ook
weer verdwenen. Na een kort inleidend woord
van den heer H o u w i n g, die bij ontsten
tenis der drie voorzitters de aanwezigen har
telijk welkom had geheeten, ving de spr. zijn
betoog aan.
De heer Graadt v. Roggen,
Secr.-gen. v. d. Jaarbeurs.
De heer Graadt v. Roggen begon
met erop te wijzen, dat het jaarbeurswezen in
Europa zich in de laatste bijna twintig jaren
dusdanig als een algemeen verschijnsel ont
wikkeld heeft, dat het in 't moderne zaken
leven een vaste plaats heeft ingenomen. Als
verschijnsel was de Leipziger Messe vóór
den oorlog de éénling, doch na den oorlog
heeft het jaarbeurswezen in korte spanne
tijds een algemeen, internationaal en univer
seel karakter gekregen. Het permanente ka
rakter van de Nederlandsche Jaarbeurs
dwingt thans den zakenman zich nauwgezet
rekenschap te geven van het belang, dat.
ieder voor zich, bij dezen nieuwen factor in
het handelsverkeer kan hebben. Spreker's
doel is het, aan de hand van de ervaringen,
in eigen land en in het buitenland op het ge
bied van het jaarbeurswezen opgedaan, aan
te toonen op welke wijze de zakenman van
het intermediair der Jaarbeurs het meest eco
nomisch en voordeelig gebruik kan maken.
Ter inleiding gaf de heer Graadt van
Roggen een overzicht van de historische ont
wikkeling van het jaarmarkt- en jaarbeurs
wezen. De jaarbeurzen, zooals wij die thans
kennen, zijn een schepping van den laatsten
tijd. Zij stammen rechtstreeks af van de
Leipziger Messe-van-vóór-den-oorlog.
In een, in groote lijnen gehouden overzicht
gaf de heer Graadt van Roggen een beschrij
ving van de ontwikkeling der oude jaar
markten, waar de goederen zelf in groote
kwantiteiten ter markt gebracht en verhan
deld werden, tot jaarbeurzen, waar de goe
deren slechts op monster worden verkocht.
De jaarmarkten zijn in den loop der yorige
eeuw alle als internationale markten ver
dwenen, behalve de Leipziger Messe, die het
langst het jaarmarkt-karakter kon handha
ven in verband met hare geographische lig
ging, als meest vooruitgeschoven economi
sche uitval- en invalpoort naar het Oosten.
In West-Europa echter zijn alle, in de Mid
deleeuwen zeer beroemde jaarmarkten de
een vroeger, de ander later teloor gegaan,
of teruggezonken tot de beteekenis van ge
westelijke, regionale markten of ontaard in
kermissen.
Nadat de heer Graadt van Roggen eenige
lantaarnplaatjes had laten zien, betrekking
hebbende op de oude jaarmarkten en de bui-
tenlandsche jaarbeurzen, wijdde spreker het
tweede gedeelte van zijn voordracht aan de
Utrechtsche Jaarbeurs. Hij wees er op, dat
na een strijd in industrieele kringen over de
vraag of de Nederlandsche Jaarbeurs na den
oorlog al dan niet een internationaal karak
ter moest dragen, de Jaarbeurs te Utrecht in
1921 opengesteld geworden js voor buiten-
landsche deelneming, een maatregel, die de
Nederlandsche industrie tot geen enkele ge
gronde klacht aanleiding heeft gegeven.
Spreker wees er op hoe door de medewerldng
van de industrie en handel een eerste jaar
beursgebouw opgericht werd, dat met een
nieuwen vleugel is uitgebreid, welk nieuw
jaarbeursgebouw bij de Voorjaarsbeurs 1930
in gebruik werd genomen. Het Nederland
sche Jaarbeursinstituut heeft zeer moeilijke
jaren doorgemaakt tijdens de economische
inzinking; het heeft zich niet alleen in storm
achtige tijden weten staande te houden, maar
in de laatste jaren heeft het zich krachtig
ontwikkeld, inwendig geconsolideerd, door de
groepsvorming in 't zakenleven verankerd,
zoodat thans de Nederlandsche Jaarbeurs
een vaste plaats heeft verkregen in het in
ternationale handelsverkeer. De ontwikke
ling van het jaarbeursinstituut heeft zich ge
manifesteerd in de uitbreiding van de per
manente huisvesting^ In 1930 kwam een
tweede jaarbeursgebouw tot stand en in 't
voorjaar 1932 werd het derde jaarbeursge
bouw in gebruik genomen. De voorbereiding
der aanstaande voorjaarsbeurs heeft, niet
tegenstaande nog steeds voortdurende
depressie, een gunstig verloop; de inschrij
vingen voor de groep Bouwmaterialen zijn
momenfwi reeds zoodanig, dat nu reeds voor
alle inschrijvingen plaats te kort is. De groe
pen Huishoudelijke artikelen en Voedings- en
Genotmiddelen hebben een uitbreiding on
dergaan. Meubelen zullen op de vierde en
vijfde verdieping aanwezig zijn, aan welke
afdeeling zich aansluiten de deelnemers met
textiel. Als nieuwe afdeeling zal een groep
Zuiderzee-industrieën deelnemen, waardoor
een collectief overzicht gegeven wordt van
de nieuwe industrieën, die door de droogleg
ging van een deel der Zuiderzee zijn ontstaan
Het handwerk zal vertegenwoordigd zijn
door collectieve inzendingen van de manden
makers, de smedenpatroons, de klompenma
kers en de modelmakers. Van buitenlandscbe
zijde toont zich een groote belangstelling
voor de komende voorjaarsbeurs, welke toe
uiting komt in de deelneming van een Bel
gische, Duitsche en Zwitsersche groep. Zoo
zet zich ook ter komende jaarbeurs de ge
stegen ontwikkeling van het jaarbeursinsti
tuut tot centrum van handel en nijverheid
voort. Besprekingen omtrent den terugkeer
van de groep Schoenen en leder gaan in d"
goede richting. Ook het buitenland laat zich
niet afschrikken door contingenteeringen en
andere invoerbelemmeringen.
Spr. toont vervolgens aan, dat juist in tij
den van economische depressie de jaarbeur
zen als schakel in het handelsverkeer, als
drijfkracht voor industrie en handel een bij
zondere rol te vervullen hebben, want in
tijden van crisis komt het vooral aan op ver
hoogde energie, op verscherpt intiatief, op
een zoo voordeelig mogelijk inkoopen en op
de mogelijkheid om zich zoo juist mogelijk te
kunnen oriënteeren. Voor deze functies bevat
de Jaarbeurs de voorwaarden.
Ten slotte vestigt spreker er de aandacht
op, dat het juiste gebruik van het jaarbeurs
instituut door den bezoeker geleerd moet
worden. Men is door de tentoonstellingen
gewoon alle exposities één voor één af te
loopen, maar dat is niet de manier om een
jaarbeurs te bezoeken. Een zakenman, die het
meeste profijt van zijn jaarbeursbezoek wil
trekken, moet zich op dit bezoek voorberei
den. En wel als volgt: hij beginne met zoo
spoedig mogelijk zien een catalogus aan te
schaffen. Heeft de zakenman den catalogus
ontvangn, dan kan hij dien, thuis zijnde
op zijn gemak bestudeeren. Hij ziet dan
welke firma's hij ter beurze zal treffen en
met welke artikelen zij uitkomen. Vervolgens
gaat hij, nog thuis zijnde, na, wat hij in de
naaste toekomst zoo ongeveer noodig heeft
dit om te voorkomen, dat, wanneer men on
voorbereid op de Jaarbeurs komt, men onder
suggestie te veel inkoopt. De zakenman make
aldus, aan de hand van den catalogus en
goed voor oogen houdend wat hij noodig
neeft en eventueel gebruiken kan, een soort
van plan de campagne en daarmede gewa
pend gaat hij naar de Jaarbeurs en onmid
dellijk naar de branche, waarbij' hij geïo
teresseerd is. Het bekomen van de reductie
op het reisbiljet wordt den zakenman zeer
gemakkelijk gemaakt.
Goed voorbereid ter Jaarbeurs komen is
een eerste vereischte voor succesvol zaken-
drijven. Een bezoek aan de Jaarbeurs is voor
den zakenman geen uitgangetje, geen ver
makelijkheid (zooals het bezoek aan een ten
toonstelling), maar het is een van de meest
ernstige en gewichtigste onderdeden van
iemands inkoofisysteemhet is voor den za
kenman een commercieele retraite, waarbij
hij geheel en al zijn gedachten kan en moet
concentreeren op den inkoop en de groote be
langen, die voor een man van zaken er bij
betrokken zijn, zijn waard, dat ze ernstig
worden gediend en behartigd.
De voordracht werd gevolgd door het ver-
toonen van de film der Koninklijke Neder
landsche Jaarbeurs, betrekking hebbende <r
de propaganda en gestie van het Neder latr
sche Jaarbeursinstituut.
Hierna dankte de heer Houw ing den
spreker voor zijn zakelijke en interessante
causerie, waarna hij de bijeenkomst sloot.
Afd. Alkmaar van den Ned.
Aannemersbond.
Namens het bestuur van de afdeeling hier
ter stede van den Nederl. Aann. Bond en van
den Patroonsbond voor de Bouwbedrijven in
Nederland, verzoekt men ons opname van
het ter jaarvergadering der bovengenoemde
afd. uitgebrachte verslag omtrent den toe
stand van bedrijf en handelingen der afd.
over het vereenigingsjaar 1934—1935.
Als gewoonlijk bij 't uitbrengen van 'n ver
slag der handelingen onzer afdeeling vraagt
ook de algemeene bedrijfstoestand en spe
ciaal die van ons bouwbedrijf de aandacht.
Datgene wat omtrent afdeelings- en bedrijfs
toestand moet gezegd worden kan niet van
opgewekten aard zijn. Onder welke omstan
digheden toch moest dit verslag worden uit
gebracht en werd voltooid 't 22ste jaar on
zer afdeeling? Zijn die omstandigheden niet
zoo, dat geen tegenspraak verwacht behoeft
te worden wanneer die toestand donkerder ge
noemd wordt dan in een der voorgaande ja
ren. De werkloosheidscijfers op een hoogte
als waarop wij ze niet kenden. De concurren
tie zoodanig dat elke mogelijkheid op redelij
ke winst verloren ging, ja, zelfs zoodanig, dat
van winst niet meer gesproken kan worden
doch beter van de meer of mindere grootte
van het verlies.
Mede als gevolg daarvan zien wij den een
na den ander onder onze bedrijfs-beoefenaren
het bijltje er bij neerleggen, niet omdat zij
bereikt hebben waarnaar zoo vele jaren hun
arbeid was gericht, n.1. om van de resultaten
van dien arbeid eens te mogen rusten, doch
omdat zij den strijd om het bestaan op deze
wijze niet meer konden volhouden daar zij
gaandeweg hun omzetten zagen verminderen
en de werken met verlies moesten opleveren.
Daarnaast echter zien wij opstaan een
nieuwe klasse van bedrijfsbeoefenaren, zij
werden aannemer bij de gratie van den han
del die dikwijls niet vraagt aan wie zij levert,
maar alleen of zij mag leveren en die elkaar
in dit opzicht zelfs de twijfelachtige posten
niet gunnen.
Ook is een groot deel onzer menschen tot
werkloosheid gedoemd. Zij vragen echter
geen steun aan de overheid, zij vragen
slechts: geeft ons werk, geeft ons de gelegen
heid ons kunnen, ons materiaal, dat renteloos
ligt, onze zaken in dienst van het toch al zoo
ingekrompen productie-proces te stellen, en
geeft aan ons de kans die nu maar al te veel
aan de Ned. Heide Maatschappij en aan uit
voering in eigen beheer, ten koste van de ge
meenschap wordt gegeven.
Daarnaast zien we de andere zooeven
reeds genoemde categorie van aannemers.
Wanneer een werk gereed is, al of niet met
goeden afloop (doch meestal doet dat er wei
nig toe) en er is weer niet direct een ander
geschikt object, dan is in veel gevallen Maat
schappelijk Hulpbetoon de kurk die hen den
resteerenden tijd doet drijvende blijven.
Welke tak van ons bedrijf kan zeggen, dat
de toestand nog bevredigend is? Moet de
bloei of althans de bedrijvigheid die wij al
leen nog in den eigenbouw zien, als zoodanig
worden aangemerkt? Maar als wij dan zien
en hooren wat gebouwd wordt en welke prij
zen ervoor worden gemaakt, dan wordt het
ons bang en vragen wijwaar moet dat heen?
Wanneer wij zien de toename van het aantal
woningen en de ontvolkihg van de oudere wo
ningen en stadsgedeelten, dan zien wij geen
gezonden groei als gevolg van werkelijke be
hoefte, doch slechts een kunstmatige door
verplaatsing van de gezinnen uit de oudere
woningen naar de nieuwere, die door de on
zinnig laag geconcurreerde bouwkosten meer
rwa te£en lageren prijs kunnen bieden.
Dat de grondprijzen op het tegenwoordige,
reeds enkele jaren geldende peil zijn blijven
staan, vindt zijn oorzaak in bovengenoemde
concurrentie, die de te hooge grondprijzen
rv, b^wkosten deed opheffen.
De groote aannemersbedrijven die zijn in
gericht en kapitaalkrachtig zijn tot het ma
ken van groote werken, zullen mogelijk met
een concurrentie zooals bij de kleinere niet
hebben te kampen, doch het ontbreken van
voldoende objecten ter uitvoering maakt ook
hier den toestand onhoudbaar,
Herstel- en onderhoudswerken worden tot
het meest noodzakelijke beperkt, ja, vee al na
gelaten. Eendeels uit onmacht maar ook veel
al met de gedachte dat het eerst goedkooper
moet worden doch meent men, dat 't met ma-
teriaalprijzen als van voor den oorlog en loo
nen die gedaald zijn tot het in verband me
de levenskosten laagst mogelijke peil, nog
goedkooper kan?
Zoo is de horizon donker voor het bedrijfs
leven maar ook voor dat van de organisatie
Met de gevolgen van de crisis in het eene,
zien wij ook het andere tot een zekere mat
heid terugvallen. Eendeels doordat verschei-
denen den strijd om het bestaan niet konden
volhouden of om finantieele redenen de con
tributie aan het lidmaatschap verbonden niet
meer konden betalen, anderdeels om door uit
treding uit den bond of door afzijdig te blij
ven staan, te kunnen parasiteeren ten aanzien
van de reëele verplichtingen aan het lidmaat
schap van de organisatie verbonden met als
gevolg dat arbeiders en leveranciers dikwijls
het kind van de rekening worden.
Het gevolg van een en ander ligt voor ae
hand. Hoe grooter het getal is dergenen die
buiten de organisatie staan, hoe moeilijker
het wordt voor hen die juist in het georgani
seerd zijn de eenige mogelijkheid zien tot
verkrijging van betere toestanden en be
staansmogelijkheid
Een verblijdend feit mag het worden ge
noemd, dat het afgeloopen jaar op organisa
tiegebied toch nog iets goeds heeft gebracht.
Een zaak, ook door onze afdeeling in het
verleden zoo warm voorgestaan, n.1. de fusie
tusschen den Ned. Aannemersbond en den
Patroonsbond voor de Bouwbedrijven in Ne
derland kwam in beginsel tot stand en is in
een dergelijk stadium, dat ontwerp-statuten
van den nieuwen bond reeds door beide
hoofdbesturen zijn aanvaard en alleen nog
wachten op bekrachtiging in de beide bin
nenkort te houden algemeene ledenvergade
ringen. Indien deze crisistijd iets goeds heeft
gebracht, dan is het dit, dat men meer dan
voorheen van de noodzakelijkheid werd door
drongen om deze zaak tot oplossing te bren
gen, ten eerste omdat voortbestaan der ver
deeldheid niet anders dan schade kon bren-
f;en en ten tweede, omdat men zich niet de
uxe meer kon permiteeren van twee bonden,
die beide nagenoeg hetzelfde willen en groo-
tendeels reeds uit dezelfde leden bestonden.
Na verslaggeving van verschillende meer
huishoudelijke werkzaamheden der afdeeling
in het afgeloopen jaar volgde in het verslag
een overzicht van de bedragen der aanbe
steedde werken in 1934, volgens „De Aan
nemer".
Kon in het vorige overzicht hieromtrent
voor 1933 een bedrag worden genoemd van
109.000.000, zijnde 19.000.000 hooger
dan in 1932, voor 1934 zijn deze bedragen
weder gedaald met 17.000.000 tot 92 mil
lioen.
Ten opzichte van 1930 b.v. met 185 mil-
lioen, beteekent dit een verlaging van rond
95.000.000. Hoewel door verlaging van
materiaal en arbeidsloon dit cijfer niet ge
heel juist is ten opzichte van de hoeveel
heid werk, staat dit toch niet in ver
houding tot de geweldige daling die hier valt
waar te nemen en die een beeld geeft van de
wijze waarop de crisis ook het bouwbedrijf
heeft getroffen.
En nog worden geen teekenen gezien die
wijzen op een verbetering van den toestand.
Ja, zelfs schijnen de moeilijkheden allerwe
gen grooter te worden.
Moeilijkheden voor maatschappij, voor be
drijf, voor organisatie. Moge echter juist
door die moeilijkheden een roep gaan door
de gelederen van allen wier levensonderhoud
in het bouwbedrijf ligt: „zoo mag het niet
langer".
Het besef moet levendig worden, dat in
deze moeilijke tijden juist in een aaneengeslo
ten staan van allen een rem moet worden ge
vonden voor het zelfvernietigingsproces wat
zich bezig is te voltrekken onder de rijen van
aannemers en bouwpatroons. Tot die een
heid op te roepen is mede doel van publicatie
dezer regelen, doch ook om aan velen de
oogen te openen voor de toestanden waaron
der het bouwbedrijf in dezen tijd verkeert en
om aller medewerking te vragen voor maat
regelen, bedoeld om voor hen wier levenson
derhoud in het bouwbedrijf ligt, de bestaans-
mogelijkheid te verbeteren.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol
gende voorwerpen als gevonden gedepo
neerd van 8 tot en met 14 Februari 1936: al-
oacca beursje; handschoen wollen; kinder-
-landschoentjepad vindersportemonnaie
huissleutel; zwarte muts met witte nopjes;
2 paar sokken; blauwe ceintuur; parapluie;
handwarmer; dameshandschoen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen
als gevonden aangegeven van 8 tot en met 14
Februar, 1935: P. de With, Wollebrandt-
straat, geldstukje; M. Oudes, Paijglop 11,
rieten mandje, ;nh. wol en kousen; K. Bloem-
raad, Kennemerstiaatweg 180, portemonnaie
inti. geld en vingerhoed; Genefaas, Berger-
weg 9 damestasch met inhoud; D Velthuis
Landstraat 49, zilveren oorbel; F. Korver'
Verdronkenoord 46, rijwielplaatje in étui;
Mevr. Schouten, Westerweg E 59, fantasie
armbandje met steentjes; A. Hoving, Boezem-
smgel 11, gouden speldje; Hoekstra, Lyceum-
i'rÏÏ r PfUnde ®uède taschJe met inhoud;
ihf pn P°P?lmanslaan 1, kinderhand-
Jü n:.Chr' va" der Vaart. Van der Woude-
a n'V0"nkrans 'n doosje; mevr. Lauril
wiC°?rStr^.,12, knot witte wol; N. van
Sokl'pr an a J' !7, actetasch met inhoud;
C.Blokker, Overdiestraat 17, mnziekstemmer
H. Dekker, Baanpad 23, sleuteltje; G. Nie^
rog, Hcllew* 39. Heil» belaiiigmerk in
etui lh. van Son, Lindegracht 37 alninr».
muts met klep, J Dekker, N.euwpoortsK
rijwie gerecdschapstascfi; F Rempt, Schou
kastraat 9, apir.omuts; J. Duits, le Tuin
dwarsstraat 29. ceintuurtje; M. MeimaS
AerScTeien°i0rd K 1a7'( boodschaPPentasch;
schoenP bombaI.dstee£ 13, dameshand:
schoen, P. Visser, Fnescneweg 12, dames-
C hU< r8eri' °-eSt 7a' belas,inRmerk;
Böttvlr H Geestersingel 21, babywantje
jXouwm'raf'' «-w*-
.Wanneer men weder in het bezit is van
Mooie
tanden zijn
de
aantrekkelijkste
bekoring
der jeugd
LISTERINE
TANDPASTA
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
INSCHIJYTNGEN HANDELS
REGISTER 12—19 FEBRUARI 1936.
Nieuwe zaken:
CaetricumN. V. Bouw- en Exploitatie
Maatschappij „De Horn", Dorpsetraat 15.
Limmen: M. S. J. Schilder, Rijks
straatweg B 81, winkel in rijwielen en
reparatie-inrichting.
Wijzigingen
Bergen: Café „Hilbrand" (eig. J. Boon),
Dorpsstraat 25. Overgegaan aan: G. J. B.
J. Nieuwendijk.
Callantsoog: J. Toes, Groote Keeten,
B 49, timmerbedrijf. Overgegaan aan: H.
Toes.
Den Helder: Café „De Valk" (eig.
vr n WeeldeStins), Koningsplein 1.
Overgaan aan: J. G. Sanderse.
Limmen: R. K. Ondersteuningefonds
„St. Jozef", Rijksstraatweg B 57. Be
stuurswijziging.
Noordscharwoude: Onderling Hulpbe
toon, Molenkade 10. Bestuurswijziging.
De Rijp: T. Dammes, Tuinstraat 425,
bakkerij. Overgegaan aan: J. J. Honingh.
DE PLATTELANDSUITZENDINGEN
VAN DE V.A.R.A.
Ir. Louwes voor de microfoon.
Op Woensdagavond 20 Februari a s
om 7.30 uur zal ir. S. Louwes spreken
in de serie plattelandsuitzendingen van
de V.A.R.A.
Ir. Louwes zal de verschillende brie
ven bespreken, die hij ontving naar aan
leiding van zijn lezing over de uitvoe
ring der landbouwcrisiswet
maal weer goed verzorgd en het nummer be
vat eenige fraaie gekleurde platen. Verhalen
en novellen zijn er van E. V. H. Baldwin,
van Rudolf van Weert, die zijn interessante
mededeelingen over 't vergaan van de Morro
Castle besluit, van Maximiliaan Bernd, van
William Hamilton Osborne en van F. L.
White.
Het maandblad geeft verder o.a. een arti-
cel over „Een tegenslag voor de V.V.V.
Utrecht" van de hand van dr. W. P. Hubert
van Blyenburgh en een bijdrage over Flora
1935, het bloemenparadijs, dat -in Heemstede
gaat verrijzen.
Marineschetsen uit de 90er jaren, Zeil-
schipnieuws en verder wetenswaardigs °P
zee- en luchtvaartgebied besluiten dit nutn
mer,
Behoudt ze met
Tweemaal per dag
LUterime gebruiken
is een gewaarborgde
verzorging
Groote tube 50 eeota
Kleine tube 25 eeote
10.000.000 geestdriftige gebruikers 1
oeer de geheel* wereld
Panorama thans met Ons Land tot één
blad vereenigt vertelt bij vele illustraties
een en ander over den paarlkoning van Ja
pan. De bekende folklorist D. J. van der Ven
verhaalt van het geitenfeest van Broekhuizen-
vorst en wat daarbij zoo al voorvalt. Er zijn
interessante foto's van het sigarenmaken,
waarbij' het handwerk weer in eere komt.
Van Nijmegen'sgrooten bruggenbouw wordt
in woord en beeld een indruk van den stand
der werkzaamheden gegeven. Joris van den
Bergh verhaalt bij fraaie afbeeldingen een
en ander over kunstrijden en kunstijsbanen.
De filmresencent bespreekt de film British
agent. De dames- en sportrubrieken zijn dit
Ons Nederland.
Het is het Rijnland, die typische streek
tusschen Leiden en Woerden, waarvoor het
Februarinummer van „Ons Nederland" spe
ciaal de aandacht vraagt in een aantal aan
trekkelijke artikelen, verlucht met attractieve
ot°s De burgemeester van Alphen en
Woerden en de gemeente-secr. van Bodegra
ven stonden interessante bijdragen af voor
deze voornaamste streekplaatsen. H. A
Meerum Terwogt geeft aardige Rijnland-
•mpressies en Han G. Hoekstra schrijft over
„Mijn kennismaking met den Rijn".
Ons Zeewezen.
Het Februari-nummer van „Ons Zee
wezen" opent met een artikel van H. Graan-
dijk over Sibolga en zijn baai (Sumatra);
verder brengt dit nummer het slot van het
zeer lezenswaardig artikel over de Log, dat
met fraaie illustraties is verlucht, en een be
schrijving van een gedeelte van de reis van
de K XVIII door een der officieren van ge*
noemde onderzeeboot.