HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS ïlJShSir8**^^ Ik kan m'i zelfs jou behS ni Voor den «eest ha'en, JUaoinciaal Tlieum SeuiCletoti De aanstaande verkiezingen. Voor de aanstaande verkiezingen stelden B. en W. voor hét stembureau voor district I te vestigen in de raadszaal en dat voor district II in het gebouw achter het café Ot- tink, waar men meer beschut zit dan in het vroeger daarvoor bestemde lokaal. Goedge- Als leden voor het bureau in het eerste district stelden B. en W. voor: ambshalve voorzitter de burgemeester, leden de heeren I Visser en M. Mulder; plaatsvervangende leden de heeren P. Hart en A. Sloof; voor district II: voorzitter de heer W. Visser, leden de heeren J. Kramer en A. Groen; plaatsvervangers de heeren M. Oud en A. Schuur. De heer Mulder bedankte voor zijn aanwijzing, met het oog op zijn aftreden als raadslid. Hij had de functie nu al 16 jaar waargenomen. Gaarne zou hij zien, dat zijn fractie ook voortaan in het hoofdstembureau en een stembureau vertegenwoordigd was. Devoorzitter deed een poging om den heer Mulder te bewegen op zijn besluit terug te komen, maar had! daarmee geen succes, waarna in de plaats van dezen werd aangewezen de heer Hart, die daarmee ge noegen nam. De heer Smit werd aangewezen als diens plaatsvervanger. Het heele voorstel van B. en W. werd hier op goedgekeurd. Weigering betaling electrischen stroom. Door de heeren Hart en Mulder was de vraag ingediend, of het juist was, dat zij, die weigerden bij te betalen op hun strooni- rekening als de gegeven garantie niet was verbruikt, van die betaling vrijgesteld wer den en of zij, die wél betaalden, dan ook restitutie kregen. Devoorzitter antwoordde, dat deze kwestie behoort tot de competentie van B. en W. Zij beslissen op verzoeken om vrijstelling van de betaling. Gaan belanghebbenden met die beslissing niet accoord, kan kunnen zij zich tot den raad wenden. De heer Har fvond diriden juisten weg, omdat nu eenmaal is besloten, dat zal moe ten worden bijbetaald. Maar nu hoort men beweren, dat zij, die deze betaling weigeren, daarvan worden vrijgesteld. Spr. en de heer Mulder wenschten nu te weten of deze be wering op waarheid berust. Devoorzitter antwoordde ontken nend. De heer Hart merkte nog op, dat men gaat doorredeneeren, alsof er geen recht is Hoe zit het nu? Spr. noemde van een rij na men, die men hem had medegedeeld, de hee ren Wagemaker en P. Blom. Eerstgenoemde zou zijn vrijgesteld na weigering, de ander zou hebben betaald. Spr. vroeg nu afwikke ling van de kwestie door B. en W. en daarna bericht aan den raad, cm te kunnen nagaan of men hem „beduveld" heeft. Als dit zoo mocht blijken te zijn, zou hij tegen herha ling wel maatregelen nemen. Ook de heer Groen sprak over deze kwestie. Hij had klagers gewezen op het raadsbesluit, zooals dit is aangeplakt en ge publiceerd in de bladen. Deze bekendmaking moet volgens spr. voldoende zijn. De heer Smit vroeg of de betrokken per sonen nog een aanschrijving ontvangen. De voorzitter vona de verplichting daartoe twijfelachtig. De hooge personeele belasting. De heer Hart wees erop, dat ook ae caféhouders ernstige nadeelen van de heer- schende crisis ondervinden. Eén hunner zal wegens de hooge lasten, die hij moet beta len, zijn zaak tegen Mei a.s. sluiten. Spr. vroeg of het mogelijk is, dat belanghebben den een herschatting vragen voor de perso neele belasting. Devoorzitter antwoordde bevesti gend, maar het zal hun niet veel geven, want zij staan reeds op het wettelijk minimum. De heer Hart vroeg voor belanghebben den de medewerking van B. en W. bij een verzoek om verlaging. Devoorzitter zeide, dat het college daar niets aan kan doen. De gaskachels in de school. De heer Kramer vroeg naar de gas kachels in de school. Devoorzitter antwoordde, dat zij wel voldoen, voorzoover zij tot heden ge plaatst zijn. Als zij alle zijn geplaatst, zal worden nagegaan of het gebruik misschien nog iets zuiniger kan. Gaat de heer Hart mee naar Den Haag? De heer Mulder vroeg of de voorzitter van de afdeeling van den Tuindersbond nu a.s. Zaterdag ook mag meegaan ter audiën tie naar Den Haag. Devoorzitter deelde mede, dat op het verzoek daartoe antwoord is gevraagd tegen heden(Vrijdag)ochtend. Hierna werd de openbare vergadering ge sloten. i KOEDIJK Door de afd. Koedijk van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling werd in het lo kaal van den heer M. K. de Weerd, een open bare Heijermansherdenkingsavond gehouden, waarvoor groote belangstelling bestond. De leiding van dezen avoncï was bij den heer P. Hart. Deze opende met een woord van wel kom en wees op het eenjarig bestaan. Men telt 40 leden, die al een arbeiaersavondschool in het leven hebben geroepen en nu een Heijermansavond houden, met als spreker de heer H. J. van Wieling, die begon de jonge vereeniging te feliciteeren. Hij gaf nu een be spreking over Heijermans als schrijver voor de s.d.a.p. Hij was als tooneelschrijver nr. één, omdat zijn stukken een diepen inhoud hebben. Spr. noemde Droomkoninkje en schetste het werken van het tooneel voor de menschheid en het uitbeelden van toestanden uit de samenleving. Hij wees op Allerzielen, dat als niet-godsdienstig door sommige bur gemeesters wordt veroordeeld. Spreker gaf hieruit eenige fragmenten, waarbij de figuren van pastoor Nansen en Bronk naar voren komen met Rita daar tusschen, wat met span ning gevolgd werd. Na een kleine pauze volgden enkele Falk- landjes. Daar de heer Van Wieling vertrekken moest, dankte de voorzitter hem voor het ge- bodene van dezen avond en riep hem een tot weerziens toe. (Applaus.) Door den voorzitter werd nog gewezen op de aanwezigheid van den onderwijzer van de Arbeidersavondschool en een 70-tal boeken om bij ruiling te lezen. Spr. wekte verder de aanwezigen op om deze nuttige vereeniging te steunen. Het was een mooie en leerzame avond. Woensdagmiddag werd door de afd. Koedijk van den N.T.B. een demonstratie ge houden door de gemeente, waar een belang rijk aantal vrouwen en mannen aan deel namen. Te 2 uur ging het bestuur der afd. naar B. en W. om verdere besprekingen te houden. De demonstranten werd vrijheid ge geven in het café Groot te verpoozen. De voorzitter deed na afloop der conferentie mededeelingen van het besprokenen ten ge meentehuize. B. en W. zullen een aanvraag doen om den voorzitter der afdeeling op audiëntie mede tegenwoordig te doen zijn Zaterdag 23 Februari des morgens 10 uur zal de audiëntie plaats hebben bij den regeeringscommissaris Valstar. Wanneer hei noodig is, zal de tuinbouw een onderhoud aanvragen. Hierna sprak het hoofdbestuurs lid Hoogland een opwekkend woord om ook de actie te steunen zooals in Maas en Waal, waarvoor in Zuidscharwoude een. vergade- ring was. Wij hebben te strijden voor een be staan. Wij kunnen niet altijd van steun leven. Daarom zal er nog meer gestreden moeten worden. De voorzitter werkte nog op om een krach tige actie te voeren en achtte de medewerking der vrouwen noodig. Men moet zich laten ontmoedigen door de thuisblijvers. Vele leden boden hun medewerking aan. OUDE NIEDORP Woensdag werd te Oude Niedorp door den Bond voor Staatspensionneering een pro- paganda-avond gehouden. Spr. was ds. Schermerhorn over het onderwerpde groote reis der menschheid. Spr. las een gedicht uit een Duitsche bun del, getiteld: Spoorweggelijkenis, van Erich Kessner. Dit was voor spr. aanleiding ge weest tot inspiratie voor de door hem te hou den rede Gelijk men in het gedicht niet kwam tot een einde, zei spr., komt men ook bij de groo te reis der menschheid niet tot een einde. Het begin der menschheid is volgens de geloovi- gen gelegen in het paradijs. De menschen hebben echter nasporingen gedaan en kwa men daarbij tot de conclusie, dat de mensch heid, zooals volgens den bijbel niet 6000 jaar bestaat en in 6 dagen is geschapen, maar lOO.OOOen jaren, zonder schepping, doch door ontwikkeling. Dit zou, volgens spr., verband houden met het evolutieproces der mensch heid. In den loop der eeuwen rees de mensch heid op uit den dierstaat. De menschen had den hét vefmogen om scheppend te leven. De mensch had gelijke Wapenen als de dieren om zich te handhaven, doch daarbij een scheppenden voorsprong. Ook kon de mensch gebruik maken van list, waardoor hij zich kon handhaven tegenover de voorhistorische dieren. De oorspronkelijke mensch kon niet spreken, doch wist dit te ontwikkelen. Daar- na besprak spreker hoe een mensch tenslotte is voortgekomen uit een ééncellig leven, waaruit tenslotte alles voortgekomen is. Vol gens spr. zal er eeuwig strijd bestaan. Hier door heeft tenslotte de evolutie der mensch heid plaats. Die wordingsgeschiedenis legt voor ons vast, dat alles gedreven wordt door den geest der menschen. De ontwikkeling zal gepaard gaan met de redelijkheid. Wat goed is, behaalt overwinning. In ieder mensch is geloof in evolutie, zich openbarende in het heelal. Wanneer wij menschen niet gelooven. dat de wereld van tegenwoordig zich niet wijzigt, dan is er geen redding. Er komt ten slotte een wereld zonder ellende, door voort durende stijging der evolutie. De kortzichtig heid der menschen maakt dat ze zich niet plaatsen voor levensvraagstukken. De men schen beperken zich meestal tot het zien van hun eigen bestaan. Zij denken niet aan het lot hunner medemenschen. Zij stellen hun leven niet in dienst der gemeenschap. Om dit wei te doen is gemeenschapsgevoel noodig. Wij moeten daarbij niet op een afstand van el kaar blijven en medewerken tot het levenspro ces, maar met hart en ziel dat proces verwe zenlijken. Reactie is een factor in 's menschen ge schiedenis en prikkelt tot actie. Verscheidene menschen echter voelen ook niet, dat krach ten de evoltie beheerschen. Een deel der men schen ziet naar wat is geweest (reactie), an deren daarentegen zien het gaan naar een bepaald doel (actie). De menschen willen lie ver niet herinnerd worden aan de leugen waarin zij leven. Kapitalisten en nog vele an deren hebben een gemakkelijk leven. Weer anderen leven in de diepste ellende. Eerstbe- doelden voelen dit en willen liever niet aan de werkelijkheid herinnerd worden. Hierin ligt de grond om de dingen te zien zooals ze werkelijk zijn. Spr. noemde het kapitaal moreel verwer pelijk. Zelfopvoeding en zelfverheffing zal tenslotte leiden tot overwinning. Aan den eenen kant bestaat de bestaans- strijd, aan den anderen kant de behoefte om zedelijk te groeien. Nu is het zaak om te be reiken wat he goede is. De waarde van de mensch lig in wat hij innerlijk heeft, zijn geestelijke kwaliteiten. Spr.'s geloof daarin, grondt zich in de menschelijke solidariteit. Spr. vond het moeilijk om het kapitalisme weg te krijgen. Hij had al eens gehoord, dat machines weg moesten. Dit zou dan .leiden tot verbetering van de toestanden. Dit is vol gens spr. absoluut onjuist. De machines zijn een zege voor de menschheid, als ze maar op de goede manier worden gebruikt. De reis der menschheid, vervolgde spr., gaat altijd door eti komt nimmer aan een eind. Hoe, vroeg spr. zich af, zal het zijn als het einddoel eenmqal bereikt is. Zou dit be geerlijk zijn. Nee, zei'spr,, omdat dan elk streven weg is. Het strijden doet leven. De allergrootste vreugde bij dit strijden is ten slotte 't weten, dat we in onszelf een over winning hebben behaald en verkeerde nei gingen uitbannen, een enkel leven is waarde loos. De geestelijke traagheid der menschen is één van de belemmeringen der vooruitgang. Het doel van het leven is, ernstig en diep te leven, met het volle besef van het leven zelf. De meeste menschen echter weten niet waar om ze leven. Het leven van velen is een wan- hopigen strijd. Zij zien steeds anderen die in grooen overvloed leven. Wij bestaan allen, maar we leven niet alleen. Het leven kunnen we bereiken door te weten wat onze taak is in de gemeenschap. Wij moeten van ons leven iets maken. Het naast is het voor een mensch wanneer hij stervende is, de gedachte, niet te hebben geleefd. Velen vinden het leven doelloos. Bij even dieper doordenken wordt het leven de openbaring van de groote we reld. De zin van het leven is, om zoo waar achtig mogelijk te zijn. Naar aanleiding van de woorden van den voorzitter merkte spr. vervolgens op, dat het een schande is om de arme menschen die in de maatschappij hebben meegewerkt zoo er- VERPLEEGSTER DRIEMAAL GEVALLEN. gerlijk op hun ouden dag, aan hun lot over te laten. Alle menschen hebben dezelfde be hoeften en dus dezelfde rechten. Hij achtte het streven van den bond uitstekend en zei- de, dat het doel moet leiden op grond van het geen hij in zijn rede had gezegd, tot absolute opheffing van armoede. Juist in dezen tijd verliezen de menschen hun geloof in verbe tering. Ze willen terug naar de oude idee. Er zal volgens hen een Mess:as, een redder, moeten komen. Het geloof in ^en redden, een dictator, zooals Hitier en Mussolini. Spr. noemde dat onzin. Het is alleen mogelijk door eigen werk nieuw te bouwen. In het volk moet het initiatief daarvoor en de daad daar toe, leven. De voorzitter sloot de vergadering en merkte na gehouden rondvraag op, dat 15 nieuwe leden zich voor den bond hadden op gegeven. HEILOO De afdeeling Schagen van bovengenoem- den bond hield Dinsdag een propaganda- avond waaraan welwillende medewerking verleenden de Schager Orkestvereeniging en het dameskoor, beide onder leiding van den heer Jb. I. Hovenier uit Bergen. De be langstelling was niet bevredigend te noe men, de zaal was ten halve gevuld, toen de voorzitter der afdeeling, de heer H. Wou denberg, den avond opende. Als spreker trad op ds. N. J. C. Schermerhorn, die tot onderwerp van zijn rede had gekozen: De groote reis der menschheid. Ds. Schermerhorn ving zijn rede aan met een gedicht van den j'ongen Duitschen dich ter Erich Kessel, die in zijn pennevrucht het leven van den mensch vergelijkt met een trein, welke steeds doorrijdt zonder dat de reizigers weten waarheen. Slechts af en toe stopt de trein om enkelen uit te laten die dan afstappen op het perron der doodën. Denkers en strijders, droomers en slapers, zij allen zullen eens moeten uit stappen; zij allen hebben het zelfde doel. Spr. ging in den breede alle reizigers na, om tot de slotconclusie te komen, dat de strijders zijn de opbouwers van een betere wereld, de menschen waarop men zal moeten rekenen. Spr. riep allen op ten strijd, hier dan meer in het bijzonder om te kunnen ge raken tot een verbannen van het oud en arm. Steun aan den ouderdom is slechts een kleine vergoeding voor al wat werd gedaan in een lang en moeilijk leven. De aanwezigen brachten den spreker een warm applaus na beëindiging van zijn boeiende rede. Het zou ons te ver voeren, uitvoerig te bespreken, datgene, wat de Orkestvereeni ging en het dameskoor ons bracht Laten we volstaan met te verklaren, dat het ge- bodene zeer goed was en een dankbaar ap plaus steeds weer opklonk. In de jaarvergadering van de Coöp. Land- en Tuinoouwvereen. „Akkerbouw" bleek, dat de omzet van kunstmest belangrijk was verlaagd, doordat in de Wieringermeer zelf een coöperatie was gesticht. De totale omzet der vereeniging bedroeg 53.916.69 (buiten de Wieringermeer), terwijl er 11000 minder schuld te boeken viel. De totale winsten hebben bedragen 7502.77; de totaal-verliezen 5141.90; zoodat er een saldo winst is ad. 2360.87. 23) ,Ik vind £et echter heel moeilijk aan je te fh vnnr" VS weer zoover gekomen, dat jij voor mij iets onwerkelijks geworden bent behalve dat je een nog al lange neus en een ^de" kin hebt-'t is heelemaal niet iinZ 5 iedereen is thans zoo voor mij, Mnds gisteravond. Ik ben bezig aan jou te schrijven, niet in jouw belang of tot jouw vermaak, maar alleen, omdat deze wonder- a?iLe -',n^ei]'wanneer ik ze op papier zet, duidelijker feiten zullen schijnen. Ik vroeg gistermorgen, voor ik ging wandelen, aan i rump, of hij nooit, ondanks zijn pessimis tische filosofie, gevoeld had, dat het goed was om te leven. Ja, antwoordde hij, dat had hij eens gevoeld, en het was bij die ge legenheid een zeer gevaarlijke toestand; hij was blij, dat hij het heelemaal uit zijn sy steem had weggewerkt. Hij sprak er over, alsof het bof of mazelen waren. Ik vroeg hem echter, bij welke gelegenheid het ge weest was; ik verwachtte, dat hij zinspelen zou op zijn eerste ontmoeting met mrs. Trump. Maar niets daarvan. Hij zei. dat de eenige gelegenheid, welke hij zich herinne ren kon, waarbij hij wezenlijk het gevoel ge had had, dat het goed was om te leven, ge weest was, toen hij vernam, dat zijn schoon vader op zee was verdronken. Hij legde mij uit, dal hij geen wrok had gehad tegen zijn schoonvader, maar dat deze een zóó onaan genaam mensch was geweest, tegelijk zóó gezond, dat, gezien zijn levensopvatting, hij er zeker van was, dat hij dezen mensch voor eeuwig en altijd bij zich zou houden, terwijl hij zijn biertjes opdronk en zijn eten at, en hem razend maakte met zijn dronken vroolijken aard en zijn voortdurende aardige geldleeningen. De schoonvader was echter naar Ramsgate gegaan, voor een verzetje, was in een klein bootje gaan varen en ver dronken. Toen hij de tijding kreeg, had mr. Trump werkelijk het gevoel gehad, dat het goed was te leven; 't was, zei hij, een gul den dag geweest. Mijn dag, gisteren, was ook een gulden dag en om redenen, die dat durf ik mij verbeelden beter zijn dan die van mr. Trump. Maar eerst moet ik je wat meer vertellen van mijn vriendschap met Rossett; deze is snel aan het groeien, 't Is niet zoo, dat hij aan mij behoefte heeft, maar meer zoo, dat hij behoefte heeft aan een soort van vat, waarin hij een stroom van dronken, zelfvol daan, hevig egoïsme kan laten afvloeien. Ik heb nooit van zijn leven zoo'n onverdraag lijken egoïst leeren kennen. Ieder, die eenig karakter heeft, is natuurlijk een egoïst, en, wanneer het karakter wat beteekent, kan je dat egoïsme vergeven, en je er zelfs over ver heugen, maar het afschuwelijkste, dat er in de wereld is, is een egoïsme zonder karakter. Rossett is geen persoonlijkheid; hij is alleen maar een geweldige, overloopende massa van hartstochten, wreedheden en domheden, maar behalve deze heeft hij het pathos van een dier, dat in een strik gevangen is. Zijn bewegingen zijn als van iemand, die hevige verborgen pijn lijdt, maar hij weet niet waarom, hij weet inderdaad niets. Hij gelooft, dat hij een prachtig creatuur is, een soort van Gevangen Prometheus en, als hij zich maar kan bevrijden, zal hij de wonder baarlijkste dingen doen. Hij heeft een ver achting voor ieder en alles; zijn woorden vloed is vol van verhalen, hoe hij beter is dan die of die. Zijn eenige groote kwaliteit is zijn liefde voor dezen grond, die hem iets van 'n mysterie verleent, alsof hij een boom was, die voortdurend in den storm staat, of een huis, dat op het punt is van in elkaar te val len, of een rivier, die tot een brullenden stroom is geworden en zijn kracht voelt, maar niet weet, wat er mee aan te vangen. Ik geloof, dat hij hoe langer hoe wanho- pender wordt, ten deele omdat hij van drank is doortrokken, ten deele omdat hij allerlei soort van financieele moeilijkheden heeft en geen uitweg ziet, ten deele ómdat hij zich werkelijk verlaten gevoelt, op dezelfde ma nier als een dier in den dierentuin. Ik heb 'n afkeer van hem en zou van hem weg willen vluchten naar den versten uithoek der we reld, ware Jean er niet, maar ik weet, dat zij in een steeds toenemend gevaar is, tengevolge van zijn buien en wildheid. Ik heb het gevoel, dat het niet te laat is wan neer er maar iemand was die de zorg ovei hem op zich zou nemen; had hij geld genoeg en 'n hem overdonderende geweldige vrouw, die hem ordelijk en sober zou maken, dan zou hij geloof ik, veranderen in een van die er nog al goed uitziende, domme en pedante oude heeren, die voldoend afgerost door een hardvochtige vrouw, zoó getemd zijn, dat zij een zeker soort maatschappelijk fatsoen heb ben bereikt. Kon ik maar zoo'n vrouw vin den, dan zou Jean vrij zijn! En nu het groote feit van mijn leven. Eer gisteravond, tusschen vijf en zes, op den weg tusschen hier en Farthing Hall, praatte ik met Jean! Ik liep opeens tegen haar aan. men schijnt in dit geheimzinnige dal altijd opeens tegen elkaar aan te loopep; zij liep vlug en rende bijna tegen mij aan. Zoodra ik mij bewust werd, dat zij het was, en merk- het, dat zij het plan had mij voorbij te loo pen, met een nogal stijf buiginkje en zon der een woord, bleef ik vóór haar staan en dwong haar stil te staan. Ik vertelde haar, dat ik dagen er op gewacht had met haar te spreken en dat ik met haar wou spreken en toen ontdekte ik, dat, hoe zij het ook mocht verbergen, zij blij was mij te zien. En toen ik dat wist, was ik zóó gelukkig, dat de we gen, het riviertje en de beschaduwde heu vels omgetooverd werden in iets wonder baars. Ik verloor mijn hoodfd niet, ik zei geen van de dingen, waarop ik mij dagen lang had voorbereid, om ze haar te zeggen; al leen daar en toen, zonder veel woorden, ver telde ik haar, dat ik haar, van het eerste oogenblik af, dat ik haar in den schouwburg zag, had liefgehad, dat ik haar met opzet gevolgd was, dat ik mij er niet over schaam de het te doen en dat zoo lang ik voelde, dat ik van eenig nut voor haar kon zijn, ik in haar nabijheid zou blijven, of zij het prettig vond of niet, dat ik haar niet hinderen of verontrusten wou, maar dat ik er was en er wilde blijven. Zij zei geen onnoodige dingen, geen onzin, dat ik bijvoorbeeld brutaal was, dat zij aan haar vader zou vertellen, dat ik een schurk en een bandiet was, niets van dien aard. Zij zei eenvoudig, dat ik mijn tijd verknoeide, dat zij, zooals ik wist, geëngageerd was, dat zij van niemand hulp noodig had, dat het haar speet, dat ze laat was en gaan moest. Ik vroeg haar toen of zij zooveel vrienden had, dat zij 't zich veroorlooven kon 'n goe den te verliezen. Zij antwoordde, terwijl ze erg vlug sprak, maar mij aankeek met een wonderlijk soort vriendelijkheid, alsof ze blij was, ondanks haar zelf, dat ik gezegd had wat ik zei, dat het leven hdar geen ge legenheid gaf om vrienden te maken, dat zij mij erg bedankte en hoopte, dat ik niet in zoo'n stille plaats, zonder dat het nut had, zou blijven. Ik antwoordde, dat het niet zonder nut was, en dat, zoolang zij daar was, ik er ook zou zijn. Zij zei toen iets, dat voor mij zóó prachtig was om te hooren, dat ik het, sindsdien, steeds bij mijzelf her haald heb. Haar woorden waren ongeveer zoo: ,,'f is voor ons hopeloos om vrienden te zijn; ik had soms behoef ie er een te heb ben, maar lang geleden realiseerde ik mij, dat ik, wat ik te doen heb, alleen kon doen onder zekere voorwaarden. U weet niets van mij af, U zoudt mij heelemaal niet belang rijk vinden, indien u mij beter kende en u moet mij niet beter leeren kennen. Maar ik zou graag willen zeggen - ik heb sinds gisteravond steeds gewenscht het te zeggen dat het heerlijk was dat iemand tegen mij sprak, zooals u het deedt. Ik zal hét nooit vergeten, en zal u altijd dankbaar zijn, maar, als u het voelt, zooals u zegt, als u werkelijk mij wenscht te helpen, laten we elkaar dan, als het u blieft, niet meer zien. Als u mij wenscht te helpen, ga dan morgen weg en vergeet mij, er is heelemaal geen hoop op iets anders". Toen keek ze mij aan, alsof zij mij werke lijk voor het eerst zag en behoefte had zich mij in haar geheugen te prenten. Het was donker, en we konden elkaar slechts met moeite zien. Ik zei alleen: „wat u mij vraagt is onmogelijk, maar ik zal u niet hinderen, ik zal alleen wachten tot u mij noodig zult hebben". Daarna gingen wij uit elkaar. Be grijp je nu, waarom ik gelukkig ben? Je toegenegen MARK. (Wordt vervolgd Een demonstratie. Omdat zij verstijfd was door rheumatiek „Drie maanden geleden," schrijft een verpleegster, „wa6 ik volkomen verstijfd door rheumatiek. Het was inderdaad zoo erg, dat wanneer ik op een divan of bed ging liggen om te rusten, ik niet meer op kon staan of twee menschen moesten me helpen, en mijn voeten moesten opgetild worden om ze op een stoel te leggen. Ook heb ik drie keer een leelijken val gedaan, toen ik eens alleen uitging. Mijn linkerbeen, van de heup af naar beneden, leek geheel onbruik baar te worden. Op 't laatst moest ik met iemand loopen en nog een stok ge bruiken. Ik placht uren lang in mijn kamer te zitten huilen, omdat ik niet werken kon, en ten slotte kon ik zelfs mijn eigen haar niet meer doen. Een kennisje bezocht me eens en zei: „Oh, zuster, probeer toch eens Kruschen Salts!" Ik liet dadelijk een flacon ha'en en 't resultaat is eenvoudig wonderlijk. Nu kan ik allerlei dingen doen, die ik drie maanden geleden niet kon. Ik kan loopen, dansen, springen en weer echt van 't leven genieten." Zuster M: Enkele ingrediënten van Kruschen Salts drijven het overtollig urinezuur, de oorzaak der rheumatiek, uit het lichaam. Andere zouten in Kruschen voorkomen dat dit kwaadaardig zuur zich ooit weer in Uw organisme kan ophoopen. Kru schen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting in begrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpak king de naam Rowntree Handels.. Maat schappij Amsterdam voorkomt De feestavond van „Eensge zindheid". 'Woensdagavond gaf het fanfarecorps „Eensgezindheid" voor een volle zaal de jaarlijksche uitvoering. Dat was in derdaad zoo, want jong Eensgezindheid, het jongste jeugdclubje zou een paar nummers geven en daarna zou hun een vaandel worden aangeboden. Tot goed begrip van een en ander zij gemeld, dat Eensgezindheid twee jeugdcorpsen heeft, waarvan de jongste, bestaande uit 19 leden maar een 10 weken oefent. Doch directeur Meijns is een wonder- mensch die ons groote corps in de eere- afdeeling bracht, de andere jeugdclub met reuzenschreden doet vooruit gaan en zoowaar is geslaagd om bij deze kin deren (kinderen van 10 12 jaar) als muziekkennis bij te brengen. Alles bijeen genomen was het een feestavond en de heer W. Bruul, die den avond opende, glunderde toen .orize hoop daar zat, want 't is bekend welk warm hart hij „Eensgezindheid" toedraagt. De heer BruuL bracht .dank aap zoo- velen die Eensgezindheid steunen. Toen het vorig jaar de" tweede jeugdgroep werd opgericht moesten er instrumenten zijn. Ja, hoe aan geld te komen? Maar weer een beroep op de burgerij doen? Ja, want er was geen andere oplossing en het resultaat der collecte heeft de verwachting verre overtroffen, waarvoor spr. dank bracht. Daarna releveerde spr. de werkzaamheden over het afge- loopen jaar en de behaalde prijzen welke van dien aard zijn dat men in de afdee ling uitmuntendheid is overgegaan Zich tot de jongelui wendend, zeide spr., dat hij voor hun een verrassing heeft. Een vriend biedt een „eigen" vaandel aan en de eerste een eerste prijs en een me daille te Halfweg behaald, hangt er reeds aan. De Heer G. Wilbrink, die daarvoor een spontaan applaus ontving, zette het mooie vaandeltje in den standaard. Het vaandel, waarop met goudletter „Jong Eensgezindheid" staat en waarboven het wapen van Hoiloo, op donkeren ach- tergroqd is geborduurd, is zeer fraai. De heer Bruil bracht den heer G Wil brink dank. Zonder een der vrienden van Eensgezindheid te kort te doen meende spr. toch een woord van dank te moeten brengen an Jan Kilmbrink, wien ook niets te veel is en die zich met hart en ziol geeft voor het jeugd corps. Na een bijzonder dankwoord van den heer A. Meijus, directeur, kon het spel beginnen. De avond werd gevuld met muziek van het corps en Jong Eensgezindheid. Het viel ons op hoe de eerste jeugdclub is vooruit gegaan. Over ons corps kunnen we wel zwijgen. De groote aandacht waarmede men de nummers volgde (en welke zware nummers) was het beste bewijs hoe men hun werk op prijs stelt. Na afloop was er bal. 'In ons bericht over het bedanken van den heer Joh. J. Vahl als raadslid hebben we gezegd dat we niet zoo ze ker waren van den steun der chrtetelijk- historischen. De christ. hist. kiesver- eeniging maakt ons er op attent dat dit onjuist is. Dit is inderdaad zoo, we be doelden de anti-revolutionnairen. Ook maakt men ons er op attent dat de heer Vahl in 1931 heeft gezegd dat het de laatste keer was dat hij zich herkiesbaar stelde. SCHAGEN Bond voor Staatspensionneering. ANDIJK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7