DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE DRANKWET IN BESPREKING.
2JaqctijAsch
De nationaal-socialistische
feesten in Duitschland.
De waterstaats-
begrooting.
De 25 punten van Adolf hitier.
-
N 0.49 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 27 Februari 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Tweede Kamer
Hoewel geheelonthouder, erkent minister
Slotemaker de Bruine den nood der
koftiehuishouders.
De ondernemers-overeenkomsten.
Eerste Kamer
Aandrang tot verkeersorde-
ning en .lagere spoorweg
tarieven. De Uiver-ramp
en vlieggevaren.
Wat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 95.
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Den Haag, 26 Februari.
De heer Wijnkoop (c.p.) had aan de Kamer
verlof gevraagd om de regeering te interpel-
leeren over haar voornemens ten aanzien
van den noodtoestand in het mijngebied.
Aanvankelijk stelde voorzitter Ruys de Bee-
renbrouck voor, dit verzoek niet toe te staan,
omdat de beslissing over de loonsverlaging
van de mijnwerkers tot April is uitgesteld
en de zaak kan worden besproken bij een
contingenteeringswetsontwerp, dat over
eenigen tijd aan de orde komt. Na eenig
debat verzachtte de president zijn voorstel
en maakte ervan: uitstel van de beslissing
over 's heeren Wijnkoop's verzoek. De laat
ste legde zich daarbij neer en in dezen geest
besloot de Kamer.
Vervolgens werd een wetsontwerp goed
gekeurd. dat de aanspraken op wachtgeld
regelt van de oud-secretarissen en ambtena
ren bij de gezondheidscommissiën, welke in
den bezuinigingsstorm het leven hebben
moeten laten.
Mr. Var. Dijkstra (a r) had er nog al wat
juridische bedenkingen tegen en betoogde
voorts, dat de regeering minder vrijgevig
moest zijn met wachtgeld tegenover men-
schen, van wie de opgeheven betrekking
feen hoofd-, maar bijbetrekking is. Minister
lotemaker de Bruine zou dit overwegen.
Toen is een wijziging van de drankwet
aangenomen. Zij staat in verband met een
arrest van den hoogen raad, volgens het
welk de vergunninghouder, in tegenstelling
tot den houder van een zgn. verlof A. niet
verplicht is, den verkoop van zwak-alcoholi-
sche dranken op zijn naam en voor zijn reke
ning uit te oefenen. Een van de belangrijk
ste doeleinden der drankwet van 1931 was
echter het tegengaan van de verpachtingen
Door het arrest kan dit doel niet ten volle
tot zijn recht komen, zoo zullen de toestan
den, waaraan de wetgever in 1931 een eind
heeft willen maken, herleven.
De thans aangenomen wijziging stelt bui
ten twijfel, dat ook hij, die, op grond van
het bezit van een vergunning, het verlofsbe-
drijf uitoefent, verplicnt is, dit uitsluitend op
zijn naam en voor zijn rekening te doen en
het recht dus niet meer verpachten mag.
Van alle kanten werd erop aangedrongen,
dat de drankwet leesbaarder zou worden
gemaakt. Het is verschrikkelijk, zooveel ar
tikelen als naar elkaar verwijzen. Men komt
er nooit uit. Minister Slotemaker de Bruine
is echter niet verder gegaan, dan tot de be
lofte, dat er een technische herziening vati
de wet komt, maar deze breed opgevat.
Hij zal met spoed een novelle doen voorbe
reiden en een adres van den nijverheids-
raad over den nood in het hotel-café-restau
rantbedrijf ernstig overwegen. Ik ben wel
geheel-onthouder, zeide Z. Exc-, maar deze
nood maakt grooten indruk op mij, omdat er
zooveel gezinnen bij betrokken zijn.
De heeren Boon (lib.) en Kortenhorst (r.k)
vonden het wetsontwerp niet urgent en het
verpachtingsgevaar niet ernstig. Ook maak
ten zij zich over het alcoholverbruik niet on
gerust. Doch mevrouw Bakker—Nort (v.d
en de heeren Suring (r.k.). Van der Heide
(s.d.) en Smeenk (a.r.) stemden met het
wetsontwerp in. Echter wenschten allen een
langen overgangstermijn voor de zaken, die
hebben geprofiteerd van de vrijheid, welke
het arrest van den hoogen raad haar heeft
gegeven en die haar door deze wetswijziging
zal worden ontnomen. Z. Exc. had een over
gangstermijn voorgesteld tot 1 Juli 1936,
maar mr. Boon verdedigde een amendement
om er 1 Mei 1938 van te maken. De minis
ter maakte er toen in zijn wetsontwerp 1
Mei 1937 van Mr. Boon trok zijn amende
ment in.
Met 40 tegen 39 stemmen (een dubbeltje
op zijn kant) heeft de Kamer een amende
ment-Boon verworpen om den Volksbond
tegen drankmisbruik en dergelijke organisa
ties, die geen winstoogmerk nastreven, van
betaling van het verlofsrecht vrij te stellen
De bewindsman, hoe vurig geheelonthouder
hij ook is, ontried dit amendement, omdat
het z.i. den indruk zou maken, alsof de re
geering niet overtuigd was van den nood der
koffiehuisbedrijven, die wel winst ten doel
hebben.
Nu behandelt de Kamer het wetsontwerp
betreffende algemeen verbindend en onver
bindend verklaren van ondernemersovereen
komsten.
Dit zijn overeenkomsten tusschen personen,
die een bedrijf uitoefenen in een tak van han
del en nijverheid en tusschen zulke personen
en hun organisaties. Deze overeenkomsten
betreffen economische verhoudingen en ver
plichtingen.
De minister van economische zaken nu
kan volgens de voorgestelde wet, onder voor
waarden, telkens bij algemeenen maatregel
van bestuur te stellen, ondernemersovereen
komsten algemeen verbindend verklaren, als
zij voor de economische verhoudingen in den
bedrijfstak overwegende beteekenis hebben
of kunnen hebben en het algemeen belang
verbindendverklaring vereischt.
De verbindendverklaring geldt voor alle
personen ten aanzien van handelingen, wel
ke onder de overeer komsten vallen, maar de
minister is bevoegd, uitzonderingen te ma
ken.
Degene, voor wien een ondernemersover
eenkomst verbindt, is verplicht, zich eraan te
houden tegenover ieder, die bij de nakoming
een redelijk belang heeft.
Soortgelijke bepalingen als voor verbin
dendverklaring bevat het wetsontwerp voor
onverbindendverklaring.
Ook hier de conditie, dat het algemeen
belang ze moet eischen. En ook voor de on
verbindendverklaring worden telkens bij be
stuursmaatregel voorwaarden gesteld Voorts
mag men 'n ander niet rechtens of economisch
in zijn vrijheid beperken ten aanzien van
wat onder een onverbindend verklaarde
overeenkomst zou vallen.
Er kan geen terugwerkende kracht aan
(on)verbindendverklaring worden verleend.
Maar overeenkomsten, te kwader trouw aan
gegaan in het vooruitzicht van (on)verbin-
dendverklaring, zijn nietig.
Over de bovengenoemde en andere, uit de
nieuwe wet voortvloeiende, algemeene maat
regelen van bestuur zal een vaste commissie
van den economischen raad advies aan den
minister uitbrengen. In deze commissie zul-
len, behalve leden van den economischen
raad, leden van den nijverheidsraad en van
den middenstandsraad zitting hebben, als
mede vertegenwoordigers van arbeiders-vak-
centrales. De commissie is verplicht om, al
vorens advies uit te brengen, zich op haar
beurt te laten adviseeren door de belang
hebbenden uit den bedrijfstak en door den
bedrijfsraad, als deze bestaat.
Komt iemand .-en verplichting, uit (on)-
verbindendverklaring voortvloeiende, niet na,
dan is hij verplicht tot schadevergoeding,
waarvan de rechter eventueel de grootte kan
bepalen. Maar wie handelt in strijd met een
verplichting, uit onverbindendverklaring
voortvloeiende, wordt bovendien bedreigd
met straf, nl. met een boete van ten hoogste
10.000.
Er zal een commissie worden ingesteld,
die op de naleving van (on)verbindendver-
klaring toezicht zal moeten houden. Deze
commissie en haar ambtenaren zullen be
voegd zijn, onderzoekingen in te stellen en
daarbij gebouwen binnen te treden, boeken
en bescheiden in te zien enz.
Mr. Rutgers van Rozenburg (c h.) of
schoon niet enthousiast over het wetsont
werp, was bereid om het als het zekere wij
zigingen onderging, te aanvaarden. Met
name wenscht hij, dat het een tijdelijk karak
ter zal krijgen. Mr Westerman (n. h.) vrees
de, dat het consumentenbelang niet voldoen
de beschermd zou zijn in verband met het
gevaar voor prijs/erhooging door onder-
nemersovereenkomsten Ook achtte hij de
burgerrechtelijke sanctie, tot uiting komende
in de schade vergoedingsbepaling onvol
doende. Ir Albarda (s. d.) en mr. Goseling
S. k.) hebben het wetsontwerp gesteund.
e eerste als een, zij het vreesachtigen, stap
op den weg naar zijn doel van bediijfsorga-
nisatie. De tweede meende, dat de contrac
tanten meer betrokken moeten worden bij de
procedure der verbindendverklaring. De
voorzitter der katholieke staatspartij hakte
nog al wat op de liberalen (zonder hen te
noemen), van wie velen weinig of niets voor
dit wetsontwerp voelen, en zelfs op minister
Colijn (eveneens zonder hem te noemen), die
onlangs in de Eerste Kamer heeft verklaard,
dat het individualisme van ons volk het af-
keerig doet staan tegenover een te ver gaande
ordening. Mr. Goseling merkte d-oogjes op,
er niet zeker van te zijn, of, als men over
het individualisme van ons volk sprak, dit
bevorderlijk zou zijn /oor een wederzijdsch
begrip!
De vergadering moest worden verdaagd,
omdat er geen sprekers meer waren inge
schreven. Dit komt bij belangrijke wetsont
werpen vaker voor. Allen zeggen dan tegen
allen: „Na U"!
Den Haag, 26 Februari.
Bij de behandeling van de wateistaatsbe-
grooting in den senaat hebben de heeren Ter
Haar (c. h.) en Moltmaker (s. d.) herinnerd
aan het droevige verscheiden van minister
Kalff. De heer Moltmaker bepleitte verkeers-
ordening en lagere spoorwegtarieven en
kwam op voor de belangen van het perso
neel
Met mr. Knottenbelt (lib.) besprak hij het
vraagstuk der tramwegen Ook brak de heer
Moltmaker een lans voor verbetering van de
spoorwegovergangen te Utrecht. De heer
Andriessen (r. k.) klaagde over den tragen
ging van zaken bij bet werkfonds. Mr.
Smeenge (lib.) vestigde weer eens de aan
dacht op hei gevaar der onbewaakte over
wegen. De heeren Janssen de Limpens (r. k.)
en Ter Haar drongen aan op totstandbren
ging van een algemeene verkeerswet en
maakten voorts met den heer Moltmaker
massa s opmerkingen over de onveiligheid
van het verheer allerlei voorzieningen wen
schende in die algemeene verkeerswet. De
heer Ter Haar betoogde voorts dat in het
belang van Amsterdam spoedig sluiswerken
bij Wijk-bij-Duurstede moeten worden ge
maakt.
De heeren Oudegeest (s. d.), Ter Haar en
Moltmaker bespraken de „Uiver" ramp, aan
dringende op publicatie van het desbetref
fende rapport. Volgens den heer Oudegeest
hoort het publiek te weinig van de gevaren
der vliegerij b.v. van den doodsangst van
Parmentier bij Albury. Dr Heerkens Thijssen
(r. k.) wil herkenningsteekenen voor dooven
en blinden in het verkeer. Prof De Savornin
Lohman (c. h.) en jhr. Van Sasse van IJsselt
(r. k.) bepleitten verbetering der afwatering
van West-Noordbrabant en van de verbin
dingen van Zeeuwsch-Vlaandcen, dat zich te
veel op België oriënteert. De minister is nog
niet aan het woord geweest.
Zooals wij reeds gemeld hebben,
zijn Zondag in München de feesten
begonnen ter herinnering aan den
dag, waarop 15 jaar geleden in de
groote zaal van het Hofbrauhaus
Hitier de 25 punten van zijn pro
gram uiteenzette.
Hoewel wij een en ander reeds in
vorige nummers hebben opgenomen,
meenen wij toch, dat een overzicht
uit de N.R.G dienstig kan zijn, om
dat daarin de beroemde 25 punten
zoo duidelijk naar voren komen.
De eerste feestredenaar, staatsminister
Adolf Wagner, betoogde, dat die 25 pun
ten sedertdien niet zijn veranderd. „Geen
woord is in den loop der jaren daaraan toe
gevoegd, en geen woord is erin geschrapt.
Zij zullen ook steeds onveranderd blijven,
want tot besluit van het program is inder
tijd verkondigd, dat de leiders van de partij
met hun leven voor de verwezenlijking ervan
volgens deze punten zouden instaan" Aldus
sprak Wagner. Men moet hopen, dat dit met
het „leven instaan" niet al te letterlijk zal
worden opgevat. Zoo consequent heeft nog
nooit de leider van een beweging kunnen
zijn. Hitier zelf is het niet en kan het ook
niet zijn, op alle economische en sociale
hoofdpunten. De aanwijzing van dr. Schacht
tot economischen dictator in het Rijk is op
dit punt zoo duidelijk, dat zij iedere verdere
redeneering daarover overbodig maakt. Dit
zal blijken uit het overzicht, dat wij hieron
der zullen geven over de 25 geloofsartikelen
van het nationaal-socialisme, die, wat het
niet anti-semietische gedeelte betreft, ook
door onze nationaal-socialisten vrijwel
nauwkeurig zijn overgenomen.
Hitier zelf heeft de onveranderlijkheid der
25 punten als een practische aangelegenheid
beschouwd, die volstrekt niet op hun onfeil
bare formuleering berust. Hij behandelt dit
onderwerp in Mein Kampf, met de openhar
tigheid omtrent agitatorische techniek, die
dit geschrift waarschijnlijk tot het beste leer
boek der demagogie maakt, dat de politieke
litteratuur heeft opgeleverd.
Hitier nu zegt (blz 511) van de 25 pun
ten: „Zij zijn bestemd om in de eerste plaats
den man uit het volk in grove trekken een
voorstelling te geven van hetgeen de be
weging wil" Verder betoogt hij: „Daar het
zoogenaamde program der beweging wat
zijn uiteindelijke doeleinden betreft, wel on
voorwaardelijk juist is, maar bij de formulee
ring rekening moest worden gehouden met
psychologische momenten, kan in den loop
van den 'tijd zeer wel de overtuiging ont
staan, dat sommige beginseelen misschien
anders gesteld moesten worden, een betere
formulering noodig haddeen. Een poging
daartoe zal echter meestal noodlottige gevol
gen hebben. Want daarmede wordt iets. dat
onwrikbaar zou zijn, aan de discussie uitge
leverd die, zoodra van een enkel punt de
religieus dogmatische vastlegging weggeno-
men is. niet zoo maar een nieuwe, betere, en
bovenal gesloten vaststelling op zal leveren,
maar veeleer eindelooze debatten en alge
meene verwarring tengevolge zal hebben
Op deze wijze behandelt hij, zuiver prac-
tisch, dit gegeven verder, waarbij hij dan nog
deze opmerking maakt: „Tenslotte bestaai.
bij de oppervlakkigheid van de menschen het
groote gevaar, dat zij in de zuiver uiterlijke
formuleering van een program de eigenlijke
taak van een beweging zien. Daardoor treden
dan de wil en de kracht tot het strijden voor
de idee zelf op den achtergrond; de activiteit,
die zich naar buiten moest richten, word:
dan verbruikt in den strijd om het program
in de partij zelf
Hier volgt nu een overzicht van de 25 arti
kelen. De partij eischt:
1. Aaneensluiting van alle Duitschers tot
een Groot-Duitschland.
2. Rechtsgelijkheid, opheffing der vredes
verdragen van Versailles en St. Germain.
3. Land en bodem (koloniën) tot voeding
van het Duitsche volk en tot vestiging
van het overschot der bevolking.
4. Slechts volksgenooten kunnen staatsbur
gers zijn Volksgenoot is, wie van Duit-
schen bloede is Daarom kan geen Jood
volksgenoot zijn.
5. Wie geen staatsburger is, zal als gast,
onder een wetgeving voor vreemdelingen,
kunnen leven.
6. Het recht, om over leiding en wetten van
den staat te besilssen, heeft slechts de
staatsburger. Daarom mogen openbare
ambten, van welken aard ook, in rijk,
bondsstaat of gemeente, slechts door
staatsburgers worden bekleed. Bestrij
ding van de corruptie veroorzakende
methode van het parlementarisme, posten
slechts van partijstandpunt te bezetten,
zonder acht te slaan op karakter en be
kwaamheid
7. De staat moet eerst voor den staatsbur
ger zorgen. Als het niet mogelijk is, alle
staatsburgers aan den kost te helpen,
moeten de niet-staatsburgers uit het land
worden gezet.
8. Immigratie van niet-Duitschers moet
worden geweerd. Alle niet-Duitschers,
die na 2 Augustus 1914 in het land zijn
gekomen, moeten dit verlaten.
9. Gelijke rechten en plichten voor alle
staatsburgers.
10. Eerste plicht van den staatsburger gees
telijk en lichamelijk te werken. De bezig
heid ira? niet in strijd zijn met de belan
gen van het algemeen, maar moet daarin
passen.
11 Afschaffing van inkomsten zonder werk
en moeite, verbreking van de rente-sla-
vernij.
12. Oorlogswinsteen moeten volledig ont
eigend worden.
13. Alle ondernemingen, die een maatschap
pij vormen, moeten aan den staat komen.
14. Aandeel in de winst in de groote onder
nemingen.
15. Grootscheepsche uitbreiding van de
ouderdomsrente.
16. Schpping en handhaving van een gezon
den middenstand De warenhuizen moe
ten aan de gemeenschap komen en goed
koop aan kleine winkeliers worden ver
huurd. Krachtige bevoordeeling van de
kleine ondernemers bij leveranties aan
staat of gemeente.
17. Een „bodemhervorming" naar de natio
nale behoefte; wetgeving tot onteigening
zonder betaling van grond ten algemee
nen nutte Afschaffing van nacht, en ver
hindering van alle speculatie in grond
18 Meedoogenlooze vervolging van hen, die
het algemeen schaden. Doodstraf tegen
sociale misdadigers, woekeraars, zwen
delaars, enz., onverschillig van welk ras.
Italië versterkt de grenzen in
Oost-Afrika. (Buitenland).
Drietal minderjarige inbrekers te
Huizen gearresteerd. (Binnenland)*
De autobus-oorlog. Binnenland).
Zoon schiet op zijn vader te Stiens.
(Binnenland).
Pleziervaartuig in de Caraibische
zee gekenterd; zes personen gedood.
(Buitenland),
De reis van de K 18. (Binnenland.)
De affaire met den Zandvoort-
schen bankier. (Binnenland.)
Prof. dr. D. v. Gulik f. (Binnen
land.)
Collecte Nat. Koningin-Moeder-
Herdenkir.gsfonds. (Stad.)
Onze gemeentelijke gasfabriek.
(Artikel.)
(Zie verder e vent veel tnetrtc
berichten).
19. Vervanging van het materialistische Ro-
meinsche recht door een Duitsch recht.
20 Uitbreiding van het volksonderwijs. De
programma's van alle inrichtingen voor
opleiding moeten met de praktijk in over
eenstemming worden gebracht. Heel
jong beginnen met staatkundig onder
wijs. Opleiding van begaafde kinderen
van arme ouders op staatskosten.
21. Bescherming van moeder en kind. Ver
bod van arbeid voor jeugdige personen.
Sport en gymnastiek verplicht. Sterke
steun van staatswege aan vereenigingen
voor lichamelijke opvoeding.
22. Afschaffing van het beroepsleger, schep
ping van een volksleger.
23. Alle redacteuren en medewerkers van
Duitsche bladen moeten volksgenooten
zijn. Niet-Duitsche bladen mogen zonder
uitdrukkelijke toestemming van de over
heid niet verschijnen. Zij mogen niet in
het Duitsch worden gedrukt. Geen niet-
Duitscher mag financieel bij Duitsche
kranten betrokken zijn. Wetten tegen voor
het volksleven schadelijke richtingen in
kunst en litteratuur.
24. Vrijheid van go* dsdiensten in den staat,
voor alle richtingen die niet staatsgevaar
lijk zijn en niet in strijd komen met het
Germaansche gevoel voor zedelijkheid en
moraal. De partij staat op het standpunt
van een positief christendom, zonder zich
aan een bepaalden godsdienst te binden.
Zij bestrijdt den joodsch-materialistischen
geest en is overtuigd dat het volk op den
duur slechts gezond kan worden op den
grondslag van algemeen belang vóór
eigenbelang.
25. Stichting van een groote, centrale macht
in het Rijk. Onvoorwaardelijk gezag van
het centrale, politieke parlement over het
geheele Rijk en zijn organisaties. Vorming
van Kamers voor standen en beroepen, tot
uiwerking van de algemeene rijkswetten
voor de verschillende bondsstaten. De
leiders der partij beloven, desnoods hun
leven ervoor wagend, zonder eenige aar
zeling te zorgen voor de uitvoering van
deze punten.
Deze punten hebben over het geheel wei
nig toelichting noodig. De lezer kent wel de
toepassing of niet toepassing, voor zoover zij
niet behooren tot de sociale ideologie van vrij
wel iedere partij. De.eischen betreffende het
„volksgenootschap" zijn nog scherper uitge
voerd dan zij in 1920 zijn gesteld, van de
onteigeningswetten echter is totnogtoe niets
gekomen. Of de rijksweer algeheele vervan
ging van het beroepsleger door het volksle-
S^, w€"scht, lijkt twijfelachtig. Men is wer
kelijk bezig een strijd te voeren tegen perso
nen, die ondanks ongeschiktheid door karak
ter en bekwaamheid op allerlei posten zijn
gekomen om hun invloed in hun partij, maar
deze strijd wordt nu haast uitsluitend ge
voerd tegen lieden, die door de nat.-soc. re
volutie naar boven zijn gekomen. Belangwek
kend uit internationaal gezichtspunt is voor
al eisch 3, die van koloniën. Dit beteekent
nog niet, dat het nationaal-socialisme de oude
koloniën terugverlangt al brengt de eisch
van opheffing der vredesverdragen dit mede.
Zij zullen wel mede bedoeld zijn. Maar voor
al is daarbij gedacht aan grondgebied in
Oost-Europa, in Rusland in het bijzonder.
Hitier heeft dat in Mein Kampf toegelicht.
In dat boek toont hij geen belangstelling
voor overzeesche koloniën, zoolang er op ko
loniaal gebied nog zooveel in Europa door
Duitschland moet worden nagestreefd. La
ter, als rijkskanselier, heeft hij nog hieraan
vastgehouden. Men krijgt echter sterk den
indruk, dat daarin in den laatsten tijd ver
andering gekomen is, waarschijnlijk onder
den invloed van de oude conservatieve krin
gen, dragers van de imperialistische idealen
van voor den oorlog, die nu weer zoo duide
lijk groote macht verkregen hebben.