Rede Zuid-Afrikaansche gezant. HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS Op de propaoandavergadering afd. Alkmaar Nat. Jongeren-Verbond. Slad en Oméevinü. De kracht van de Zuid* Afrikaansche taal. In de met Oranje en vaderlandsche vlaggen gesierde groote zaal >an De Unie had gisteravond de aangekondigde groote propagandavcrgadering plaats van het N. J. V, afd. Alkmaar, wr.ar als spreker optrad dr. H. D. van Brookhui- zon, gezant te Den Haag, van de Unie van Zuid-Afrika. Dezen werd bij zijn binnenkomen de vaandelgroet gebracht, terwijl staande het Transvaalsche volks lied werd gezongen, waarop volgde een couplot van het oude Wilhelmus. Deze belde liederen werden op de piano bege leid door mevr. dr. HamOudegeest uit Haarlem, die jaren lang in Transvaal woonde en dr. van Broekhulzen nog ken de uit dion tijd. De voorzitter van het afdelingsbestuur, de heer P. Termast, heette alle aanwezigen hartelijk welkom, speciaal den spreker van den avond en den heer en mevr. van Kin schot. Dank bracht spreker aan den heer Verschoor voro de medewerking om deze vergadering voor te bereiden. Spr. herinnerde aan den eed van trouw aan koning en vaderland, afgelegd twee jaren geleden te Delft en beloofde, dat de N.J.V dezen eed gestand zal doen, nu en in de toekomst. Hierna kwam dr. van Broekhuizen aan het woord. Hij vond het een voorrecht op deze verga dering te spreken en nam aan, dat ieder net een voorrecht zal achten te behooren tot het Nederlandsche volk, dat in het verleden zoo groot was. Oij zijt nog jong, zei spr. maar ook ons land is nog jong 'en zijn taal eveneens. Zij is echter voor mij de mooiste, die er bestaat. In die taal ging spr. voort. De geboorte van een volk is moeilijk, ook die van de Nederlandsche natie in den 80- jarigen oorlog was moeilijk, maar toen is een groot volk geboren, grooter dan welk ook. Het Nederlandsche volk mag dankbaar terug zien op wat Oranje voor het land is geweest en nog is. Ook Z.-Afrika voelt dank baarheid voor Oranje; spr. stelde vast, dat koningin Wilhelmina ook „banje" veel voor zijn land heeft gedaan. Nog steeds is de Prince-vlag de vlag van Z.-Afrika en daarnaast is er nog de Z.-Afri- kaansche vlag. Over dat heele land heeft eenmaal de Nederlandsche vlag gewaaid, geplant door Jan van Riebeek, tot de annexa tie in 1806 was de Princevlag d e vlag. Spr. herinnerde aan de reis van den prins van Wales door Z.-Afrika en vertelde dan, dai men daar slechts wat beteekent als men voor zijn land en volk in de gevangenis heeft gezeten en goed rugby kan spelen. Ook spr. had die dubbele eer genoten en vertelde smakelijk van zijn gesprek met den Engel schen koning en zijn verblijf daarna in de gevangenis Trotsch was hij voor zijn land te hebben gevangen gezeten, en hij meende, dat het de taak is van het N.J.V. om de eer der natie hoog te houden en daarvoor zoo noodig gaarne in gevangenschap te gaan. Op humoristische wijze vertelde spr. van de annexatie in 1806 van zijn land. welke zou zijn geschied „uit liefde „Ons is toen Britsch onderdaan gewor", ging spr. voort, en uit het contract daarover haalde hij aan, dat de Nederlandsche taal zou worden ge respecteerd, zij zou de officieele taal zijn. Maar dat duurde niet lang, de tractaten werden al gauw „vodjes papier" en daar van hebben wij er al heel weel. Men zegt dan; gewijzigde omstandigheden. De predikanten kregen opdracht in het Engelsch te preeken, maar velen van hen wa- ren die taal niet machtig, evenmin als bijna alle bewoners van het land. Spr. vertelde van zijn eigen moeilijkheden op school, waar het Hollandsch spreken was verboden. Vermakelijk was het te hooren, hoe weinig de predikanten zich aan de proclamatie stoorden en hoe moeilijk de controle daar over was voor den gouverneur van de Kaap kolonie, doordat het land zoo uitgestrekt is (250.000 mijlen), dat men drie weken per ossenkar moest reizen om naar een kerk te komen. In 1835 weigerden de Boeren zich verder te onderwerpen aan de Engelschen en gin gen zij „trekken". Spr. ging na hoe eertijds in de Kaapkolo nie geen Kaffers woonden, slechts Bosclijes- manen, later verdrongen door Hottentotten Van het noorden kwamen toen de Kaffers der boeren invallen op de bezittingen loen de Boeren in 1835 wegtrokken, gin gen er 54000 families op stap, Spr. schilder de wat het beteekent alles achter te laten, huis en erf en alles waaraan herinneringen verbonden zijn. Maar zij gingen de wildernis in, hoewel zij wisten dat daar groote horden barbaren waren en vele wilde dieren. En deze „trek", die drie jaar duurde, heeft de Boe ren bewaard voor de Westcrschc bescha ving. Vol vertrouwen op Ood gingen zij en zij bewaarden hun godsdienst, dank zij het feit, dat er predikanten waren, onder hen die wegtrokken. De Engelschen noemden de Boeren rebel len, maar deze rebellen wisten wat zij deden. Zij formeerden zich aanstonds tot een paar renublieken: Transvaal en Oranje Vrijstaat. Toen in 1806 bij de annexatie de Zuid- Afrikaners afgesneden waren van alle con tact met Nederland en zij slechts heel weinig in staat waren een Nederlandsche preek te hooren (wegens de verre afstanden) en ook overigens bijna geen Nederlandsch kon wor- den gesproken, omdat men te ver van zijn naaste buren woonde (meermalen zes uren te paard) verleerde men allengs veel van die taal en er bleef over een taal, welke het meest verwant was aan wat Jan van Riebeek had gebracht. Die taal ontwikkelde zich tot een schrijven zooals men spreekt. In dit verband was net vermakelijk te hooren, hoe spr. een lesje gaf in taai-vereenvoudiging. Deze spreek-schrijftaal was een prachtig wapen tégen het Engelsch en zij wordt gesproken in de heele Linie van Zuid-Afrika, wat be wijst dat zij geen dialict is: een Afrikaner in Kaapstad spreekt precies zooals de man in Pretoria of in Boelawayo (een afstand als van Amsterdam naar Rome en zelfs tot Rus land). Wij kunnen echter niet zonder het Neder landsch, zei spr., onze litteratuur is nog zoo klein, wij putten veel uit uw mooie littera tuur. Spr. vergeleek de Nederlandsche, Duit- sche en andere bijbels met elkaar en zei, dat de Zuid-Afrikaner het meest heeft aan den Nederlandschen Statenbijbel, die ter wille van de bevordering van het Afrikaansch in die taal is overgezet, waaraan ook spr heeft meegewerkt. Het grootste deel van het Afri kaansche volk is nog verwant met den Ne derlandschen stam en daarom willen wij graag van Nederland hebben, wat wij kun nen krijgen. Spr. herinnerde aan het meeleven van Hol- land met den vrijheidsstrijd in Zuid-Afrika, de geest van vrijheid, die toen over die lan den waaide, vond weerklank in Nederland, waar in dien tijd de vaderlandsliefde taan de, en daarmee nebben de Zuid-Afrikaansche republieken ook veel gedaan voor het oude moederland. De taalstrijd heeft in Zuid-Afrika veel goeds gedaan voor het volk. hij maakte het sterk en taai. Er zijn wel menschen met „scharnier-ruggen", speciaal dames, die „in de mode" willen zijn, zooals zij immers 'ook om de mode hun rokken korter maken en de haren, het sieraad der vrouw, afknippen, maar tegenwoordig spreekt men overal (ook zelfs in het parlement) Afrikaansch. Deze taal is nu gelijkberechtigd aan hetEngelsch, en de Zuid-Afrikaners zijn er trotsch op, evenals op hun verleden. Zij leeren ook nog wel Engelsch, en zoo groeien zij op bij twee talen. Zoo zal het moeten blij ven twee volken met twee talen naast en met elkaar in goede harmonie, zonder dat de een wat van den ander zal mogen eischen wat tornt aan zijn geest en beginsel Zang en pianospel ter afwisseling. Na een korte pauze ving de vergadering weder aan met zang van mej. T. Vos (met pianobegeleiding van haar zuster mej. G. Vos). Er werden een viertal aardige Afri kaansche liedjes gegeven, die voorafgegaan werden door een korte verklaring. De beide jongedames oogstten veel bijval, het woord van dank van den heer Termaat was wei verdiend. Z.-Afrika is vrij. Dr. van Broekhuizen was dankbaar voor de mooie liedjes en vertelde dan van 1914, toen hij de eer had gevangen te zitten en ge neraal Christiaan de Wet pas goed had lee ren kennen. Deze had grooten moed getoond en daarmee de harten gewonnen van zijn me degevangenen, die allen hun doodvonnis ver- wachtten. In die gevangenis had spr. mee gedaan aan een „hongerstaking". Veel indruk maakte de manier waarop dr. van Broekhui zen van dezen tijd vertelde en van de wijze waarop ten slotte behoorlijk eten verstrekt werd. Van dien tijd dateert een gedicht aan generaal de Wet (7 Januari 1915), hetwelk door spr. werd voorgelezen. Het is wonderlijk, zei spr., wat in zulk een gevangenis (kleine cel met cementvloer, geen sterren ie zien en slechts nu en dan een zon nestraal) in een mensch omgaat. Spr. was dankbaar voor het Gods vertrouwen en den humor waarvan Chr. de Wet toen blijk gaf en waarmee hij een voorbeeld was voor de an deren. Ontroerd vertelde spr. van den hel dendood van den echten Afrikaner Fourie en van de marteling die het was geweest toen het vonnis over spr. en de zijnen van dag tot dag werd uitgesteld. De groote ontwaking van het volk kwam in die dagen naar aanlei ding van die rechtszaken, toen vierduizend vrouwen optrokken en hun trouw betoonden aan het volk. Toen werd eigenlijk reeds gegrondvest de vrijheid van Zuid-Afrika, die echter pas in 1926 officieel werd verkregen, waarbij werd uitgesproken dat Zuid-Afrika alleen door de Engelsche kroon aan Engeland is gebonden, zoodat het land zijn eigen wetten en verdra gen heeft, zijn eigen gezanten aanwijst, die zich aandienen als vertegenwoordiger van den koning van Zuid-Afrika en zijn eigen volkslied (een nieuw lied, dat het oude, hier bekende, waarschijnlijk zal vervangen). Spr. las dit gevoelvolle gedicht voor, evenals nog een ander product "van Afrikaanschen bodem, waaruit durf en ernstige wil spreekt om trouw te blijven aan God en zijn land. Spr. wenschte, dat het Nederlandsche volk zóó zal zijn en blijven, opdat het trotsch blijft op wat koningin Wilhelmina deed, toen zij wijlen president Kruger op een Neder landschen oorlogsbodem naar ons land liet overbrengen. Spr. was daar oprecht dank baar voor en trok het land door, om daar van te getuigen. (Daverend applaus.) In eenige hartelijke woorden zegde de heer Termaat den spreker dank voor zijn rede. De heer F. K. Lotgering, districtslei der in Noordholland van het N.J.V., meende, dat naast de rede van dr van Broekhuizen geen ander propagandistisch woord op zijn plaats was. Spr. constateerde, dat het Zuid- Afrikaansche volk,jal is het nog jong als natie, sterk en ge»nd is en zijn plaats met eere bezet. Spr. wijdde vervolgens eenige gevoelvolle woorden ana de nagedachtenis van den gis teren overleden heer Idenburg, een man met groote werkkracht en groote liefde voor zijn volk en zijn land. Krachtig wees spr. op het doel van het N.J V. (samenwerking tot het brengen van de eenheids-gedachte in ons land met eerbie diging van elkaacstVertuiging. Diverse we gen worden gewezen naar een goede toe komst. Wij richtenrfns alleen op de historie en scharqn ons roi^om onze vlag en achter ons vorstenhuis, waarmee wij de banden hechter willen <Jo«i zija. Nederland zij een eenheid, zijn pfaafs 'te midden van andere naties met eerr •innemend. Spr. wekte de joègeren op tot toetredjng tot het N.J.V. en vnjeg van' ae ouderen steun voor den opbouw van land en volk tot groote eenheid. f Na een dankwoord van den voorzitter werd de vergadering besloten met het zingen van het zevende couplet van het Wilhelmus „Mijn schilt ende betrouwen", waarop volgde een „Leve de koningin" en „Leve Zuid-Afri ka". Dr. van Broekhuizen had bij zijn ver trek de luide toejuichingen van de aanwezi gen in ontvangst te nemen. JUouiitciaat Tlieuws STOMPETOREN Een N.S.B.-vergadering. Eenige leden van de N.S.B. hadden Woensdagavond in café Renses een verga dering belegd. Zeer weinigen hadden aan den oproep gehoor gegeven. De heer Scholtens leidde met een kort woord den spreker, mr. van Leeuwen uit Alkmaar, in. Deze wees op de critiek en de kwaadsprekerij waaraan de N.S.B. bloot sLat, doch naar spr. meening moet veel wat rot is, opgeruimd worden, om plaats te ma ken voor de nieuwe gemeenschapsgedachte Het algemeen belang moet het groepsbelang vervangen, het nationaal-socialisme erkent geen onderscheid van klassen, allen die wil len werken hebben daar recht van bestaan, de anderen wil men desnpeds brengen in concentratiekampen. Spr. streed tegen de JxuilteUm uit het Engelsch van Hugb Walpole en J. B. Prietsley, door H. A. C. S. 29) Trump kwam terug met de twee boeken, gracieus werd afscheid genomen, de uitnoo* diging herhaald en aangenomen, en de Sun- beam stortte zich weer de ruimte in. Trump maakte slechts één opmerking. „De kwestie hij haar is", zei hij, „dat zij te vroolijk is". Nu het andere. Erg kort. Erg wonderlijk. Juist was ik van een middagwandeling thuis gekomen (in de buurt van Farthing Hall, wil ik bekennen), toen er op mijn deur geklopt werd en Trump zijn hoofd naar bin nen stak, om te vragen, of ik mr. Rossett een oogenblik wilde ontvangen. Welken mr. Rossett, vroeg ik. „De jonge". „Ja, het is goed", zei ik, mijn nieuwsgie righeid ging geweldig omhoog. Een oogen blik later was de jonge Rossett in mijn ka mer, heelemaal als een jongmensch uit Die- kens, aan de knop van een rijzweep. Ik vroeg hem niet om te gaan zitten, ik bood hem niets te drinken aan. Ik wachtte. Hij keek zuur, maar was blijkbaar bang om vriehdelijk te zijn. Hij momipelde iets over mijn hulp om hem thuis te krijgen den vori- gen avond (wat een misselijk, leverkleurig slappe jonge bandiet is hij!) en zweepte zichzelf toen op om op de eigenlijke zaak te komen. Hij zat ellendig in de knoei. Ik was den vorigen avond fatsoenlijk tegen hem ge weest. Hij zat verduiveld, ja verduiveld in de knoei. Kon ik hem helpen? Ik staarde hem verbluft aan. Hij wisf niet, hoe hij het draaien moest. Zijn vader (en hier kreeg zijn gezicht een bijzonder ge len glans) mocht er niets van weten. Ik vroeg hem toen of het geld was? Ja, zei hij, dat was het gedeeltelijk. Zou ik hem, voor een week of twee maar, wat willen lee- nen? Zou ik hem tweehonderd pond willen leenen? De brutaliteit er van overduvelde me. Hij zag, dat ik verbaasd was en toen zei hij, met 'n allerberoerdste poging om zoogenaamd vertrouwelijk te grijnzen was ik niet ver liefd op zijn zuster? Ais dat zoo was en onder gentlemen gaat het eerlijk toe in dien ik hem een zetje gaf, wel, dan zou hij mij er een geven. Ik stond op en hij er vandoor. Dat was al wat er gebeurde. Eén blik in mijn rich ting en hij was de deur uit en de trap af. Ik hoorde de deur van het logement achter hem dichtslaan. Wel, wat zeg je daarop? Is dat niet een charmante broer, die mijn Jean heeft? En raak ik niet netjes in de Rossett- zaken betrokken? Ik moet ophouden. Deze is lang genoeg geworden. Wacht nog maar één dag en jij zult weten of Marjorie in Lambdale is of niet. Je je toegenegen MARK, P.S. Later. Ik heb juist een wonderbaar lijk uur met Jean gehad. Hier, in deze zelf de kamer Ik zal morgen schrijven Wat een geluk voor mij wat een ongelooflijk ge luk! The Heretics, Regency Street, W. I. Beste Mark, Ik ga jouw brief opeens beantwoorden, om twee redenen. De eerste is, dat ik be hoefte heb je een stuk van mijn ziel te geven (waarom geven wij alleen de onplezierige stukken weg?) Laat ik 'n paar zinnen uit je laatsten brief citeeren: „zal het goed voor Marjorie zijn om van jouw innerl ij ken drang te weten? Za! zij later niet altijd tegenover jou bi de meerderheid zijn? Wanneer jullie weer bij elkaar bent, zou ik er, als ik jou was, mijn mond over houden'Denk jij, dat je aan bisschop Proudie aan het schrijven bent? Is dit jouw begrip van den huwelijk- schen staat? meerderheid? mond hou- den? Jij kunt mooi daar zitten, te midden van die prachtige heuvels, bewerend, dat je verliefd bent, en toch zoó glad, zóó ordinair schrijven over de teerste en verrukkelijkste der menschel ijke verhoudingen het is on- gelooflijk! Als je zoo bent, als groen hout, hoe zal je dan zijn als het dorre? Zal ik zeggen, waarom je zulke dwaasheid aan mij fkunt schrijven, en toch, in de dadelijk daar op volgende paragraaf, dol zijn als Shake- sptares Romeo? Jij geeft jezelf bloot wan aantijging, dat het programma van de N. S.B van Hitier is overgenomen, en las dat voor Holland geldig, voor, waarin niet veel wordt beloofd, doch de aanhangers op hun E licht gewezen wordt. Spr. pleitte voor een rachtiger staatsbestuur en hekelde de mar garine-industrie, welke het gebruik van roomboter belet en zoodoende den veehouder nekt. Wel zag spr. een bezwaar in het ver- groote aantal werkloozen, doch naar zijn meening zouden die ongeveer 2000 arbeiders wel weer een anderen werkkring vinden. Doch de minister wil het niet en maakt cri- siswetten, die spr. bespottelijk noemde. Uitvoeripr ging hij de wetgeving na vanaf het jaar 1800 tot nu toe, las eenige citaten van minister Colijn uit de Handelingen voor en bccritiseerde de houding van baron de Vos van Steenwijk, thans voorzitter van de Eerste kamer, die op 23 April 1924 geen malsch oordeel over dc Volkvertegenwoordi ging had uitgesproken. Uit vrees voor gevangenisstraf of boete wilde mr. van Leeuwen alleen maar zeggen, dat het tegenwoordige regeeringsstelsel nier meer voldoet. De N.S.B. wil wel een volk vertegenwoordiging, maar deze moet haar werk verrichten uit louter liefde voor haar medemenschen. Cumilatie van functies en pensioenen wil men daar beslist niet. De heer C. Madderom vroeg, wat de N.S B. doet voor loon- en prijspeil in de beschutte en onbeschutte bedrijven. Naar aanleiding van eenige vragen van mevr. v. d. Wal de Boer gaf eerst de heer Scholtens antwoord Daarna zette mr. van Leeuwen de idee van den corporatieven staat uiteen, gaf voorbeel den daarvan uit Italië, waar men van een moeras een gebied voor veeteelt had gemaak1, waar men volgens die idee te werk ging. De vraag van mevr. v. d. Wal de Boer, hoe men met de oppositie in den fasistischen staat zou te werk gaan, loste spr. op door te antwoorden, dat die minderheid gedwongen moest worden. Op het gezegde van de vraagster, dat alles zoo gemakkelijk wordt voorgesteld, maar dat men niet alleen een natie is, maar rekening moet houden met de mogendheden in Euro pa, zei spr., dat dat een kleinigheid was. Als men maar geschikte lieden naar het buiten land stuurde, kwam alles terecht, en men vond de vraagster eigenwijs toen zij be- beweerde, dat Duitschiand moeilijkheden met het sluiten der grenzen had bewerkstelligd, want, aldus mr. Leeuwen, Duitschiand wil graag zijn erts leveren, tegen onze tuinbouw producten. Doch Nederland kon en moest zichzelf redden, een bewering die mevr. v. cl. Wal niet onderstreepte, daar ten tijde van den vrijhandel de bloei van Nederland groo ter was. Eens werd men het niet. De heer Jb. de Boer dacht, dat het contributievraagstuk een beletsel zou ziin om toe te treden, maar dat bleek onjuist. Mr. van Leeuwen gaf den heer Madderom ten antwoord, dat deze het doel van de N.S.B. niet goed begreo». Deze wil de zich nog eens oriënteeren. Eenige perso nen verlieten de zaal, toen men aan het slot het Wilhelmus zong. HEILOO Op de kiezerslijst van dit jaar komen voor: voor de Tweede Kamer 3455, voor de Prov. Staten 3358 en voor den gemeenteraad 2990 kiezers. De L. T. B. hield gisteravond een openbare vergadering die matig was bezocht. Sprekers waren rector Boonekamp, algemeen adviseur en de heer Poelman uit Beverwijk De eerste spreker bewoog zich op geeste lijk terrein. Hij zette uiteen dat men zijn werkzaamheden (en daar behoorde zeer ze ker bij het belang van zijn vak) moest te baat nemen, om aan Ood aangenaam te zijn en daarmede hiernamaals een loon te krijgen. De laatste spreker uitte een klacht dat men zoo weinig voor den L.T.B. gevoelt. Dat brengt ook de ma'aise mee en waar or.ze voormannen niet alles bereiken wat wenschelijk en ook noodig is (spr. gaf dat volmondig toe) dan meent men dat de lei ding niet op de hoogte van den tijd is en draait men den L. T. B.. zeer zeker ten on rechte, den rug toe. Beide sprekers hadden een aandachtig gehoor. Door notaris mr. W. J. v d Heide te Alkmaar werd Dinsdagavond in „De Rus tende Jager'' aangeboden een woonhuis met schuren, broeikas en perceelen bouwterrein aan de Zevenhuizerlaan en Spanjaardlaan, eigendom van C. de Ruijier. Voor deze ver- kooping bestond groote belangstelling en de prijzen waren aan den hoogen kant. In bod werden gebracht 11 perceelen bouwtenein aan de Zevenhuizerlaan, waar van 7, elk groot 5 aren, 3 elk groot 2.G8 aren en 1 groot 4.08 aren, 2 perceelen elk groot neer je over mij praat als over „den op zijn gemak gestelden, zelfvoldanen, gelukkig ge trouwden Robert Newlands". Onder in je kinderlijke ziel zit de overtuiging, dat Mar jorie en ik geen reëele menschen zijn, geheel en al verschillend van jou en je Jean. Jij verbeeldt je heusch, dat, wanneer een man en een vrouw naar het altaar gaan of naar het stadhuis, zij in een oogwenk veranderd worden en dat zij daarna automatisch „op hun gemak gesteld, zelfvoldaan, gelukkig getrouwd" worden. Neen. zulke menschen bestaan alleen maar in ae verbeelding van kinderen. En jij, beste Mark, bent een kind De tweede reden, dat ik opeens aan je schrijf, is om in het licht te stellen, dat ik nog altijd rondspook in deze club (waar ze mij beginnen te naten) wachtend op nieuws over een vrouw, die een kennis van mij is Haar naam zeer wonderlijk -- is niet Ros sett: hij is Newlands, Marjorie Newlands. Zij is een vrouw van in de dertig, met bruin, redelijk lang haar, grijze oogen, een paar sproeten en een kleine, maar zeer geestige neus. Haar stem als ze zich zou verwaar digen tot je te spreken je zult het ont dekken, is zeer muzikaal en vroolijk en vol van modulaties, die je met geen mogelijkheid kunt hopen te begrijpen voor je ongeveer veertig bent. Zij is zeer goed (d.w.z. duur) opgevoed, maar heeft de welvoegelijkheid gehad alles er van te vergeten. Zij be schouwt het leven al3 een komedie, met klei ne romantische entre-actes, en voelt mis schien nogal neiging om zichzelf te beschou BOERENVROUW KON NIET MELKEN Vingers stijf van rheumatiek. Het middel hielp in een maand. Hoeveel last een boerenvrouw kan hebben van een onbruikbare hand, blijkt uit den volgenden brief: „Ik had rheumatiek in de gewrichten van mijn vlngere. Mijn middelvinger was zoo verschrikkelijk gezwollen en ont stoken, dat lk deze niet kon buigen. Ik help met het melken van 10 of 11 koeien, dus was me dit een vreeselijke last. Op raad van iemand kocht ik een flacon Kruschen Salts en nam eiken morgen voor het ontbijt een halve theelepel in warm water. Binnen twee weken was de vinger minder stijf en minder gezwollen. Ik ging door met de kuur (lk wreef er ook een zalf op), en na een maand kon ik weer melken. Ik voel me innerlijk ook veel beter." A. C. P. Kruschen Salts spoort de inwendige organen aan tot krachtiger werking. Urinezuur en afvalstoffen, die zich mochten hebben opgehoopt en de aan leiding Uwer rheumatiek zijn, worden verwijderd. Gezwellen en pijnen verdwij nen, stijve ledematen worden weer nor- tr aal en ge voelt U weer gezond en lenig als voorheen. Kruschen Salts is uitsluitend ver krijgbaar bij alle aptohekers en drogisten 0.90 en 1.60 per flacoh, omzetbelas ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket de flesch, zoowel als op de buitenver pakking de naam Rowntree Hande's Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. uitkomen, waarop de eerste den heer A. Schrooder en de laatsten den heer H- Nijdam Lzn. zullen plaatsen. Men zal bij loting be palen, wie de eerste op de lijst zal zijn. LANGENDIJK *De r.-k. zangvereeniging St. Caeci'ia hield Woensdagavond haar jaarverga dering in hotel De Burg. Uit het jaarverslag stippen we aan, dat het ledental ongeveer 60 bedroeg. De vereeniging is dit jaar toegetreden tot den r.-k. Bond van Zangvereenigingen Zij heeft deelgenomen aan twee concoursen, waar zij belangrijke resultaten bereikte. Vol gend jaar hoopt de vereeniging haar 25- jarig bestaan te herdenken, waarbij de wensch wordt uitgesproken, dat door het be halen van een eersten prijs, de vereeniging dan in de Eere afdeeling zal zijn gekomen. De penningmeester deed daarna rekening en verantwoording van zijn gehouden beheer. De ontvangsten hadden 738,35, dc uitgaven 717,78 bedragen. Alzoo is er een batig saldo van 20,57. Namens de kascommissie adviseerde de heer J. Bruin tot goedkeuring der rekening, wat dan ook geschiedde. Als bestuurslid werd herkozen de heer L. Dignam, die de benoeming aannam. Meegedeeld werd, dat er de laatste weken 6 nieuwe leden zijn toegetreden tot den R.K. van Zangvereenigingen. Bij de besprekingen over het a.s. concours en de uitvoering deelde de voorzitter mee, dat dit op 26 Mei en 2 J[uni te Alkmaar zal wor den gehouden. Caecilia zal uitkomen in de afd. Uitmuntendheid. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der vereeniging zal dit feestelijk worden herdacht, o a. door het eventueel houden - van een concours. Men zal nog inlichtingen inwinnen over de kosten. Wat de uitvoering betreft, deze werd op Zondag bepaald; o.a. zal 't oratorium „Die Jahreszeiten" worden ten gehoore gebracht. Donateurskaarten zijn strikt beperkt tot leden van 't gezin. wen als de producent van het bijzondere stuk, waarin zij een rol speelt. Ik vermoed, dat zij, als een zuiver raspaard, meer ver stand, werkelijk verstand, heeft dan jij en ik (en ik weet niet hoeveel Rossetts en Trumps) bij elkaar, maar aan den anderen kant, om dat zij op en top 'n vrouw is, heeft zij niet denzelfden kijk als wij en kan bij tijden won derlijk ongevoelig en weinig nauwgezet zijn. Zij is een beetje wantrouwend tegenover mannen en hun kleine maniertjes, voorna melijk omdat haar vader een gruwelijk oude egoïst was en zij lang genoeg met hem leef de om hem door te hebben. (En nu zeg jij, natuurlijk, dat zij lang genoeg met mij ge leefd heeft om mij door te hebben. Mogelijk. Maar je moest den ouden heer gekend heb ben, zeer charmant en met een neiging om geestig te zijn, maar geweldig zelfzuchtig, innerlijk zoo onverzettelijk als een slag schip). Zij is veel meer toegeeflijk jegens vrouwen, ofschoon ze 'n antipathie heeft te gen hun honderd en één barrières en hegge tjes, en, omdat zij zoo dom-onlogisch zijn, en zij werkelijk de voorkeur geeft aan het gezelschap van mannen. Zij is zeer, zeer be schaafd, ons waarschijnlijk ongeveer twee duizend jaren vooruit, maar toch houdt ze er nogal van om kalm oorspronkelijk te zijn: zij zou een boom kunnen zijn, maar niet een aap. (Wordt vervolgd) 4.50 aren aan de Spanjaardlaan, een woon huis met tuin 10.08 aren en een daarop staande broeikas, voor afbraak. De eerste 7 perceelen stonden in bod op resp. 670, 680, 670, 650. 660, f 660 en f 650, ae 3 elk 2.88 aren op resp. f 565, f 563 en 580, die van 4.08 aren op f 730. De 2 per ceelen aan de Spanjaardlaan op 980, woon huis met 10.08 aren grond op 2950 eni broeikas (voor afbraak verkocht) op 220. Alle perceelen, behalve het woonhuis met grond en broeikas, werden gemijnd door K. de Bakker c.s. Heiloo voor ƒ8068. De geheele combinatie, in bod op 11238, werd niet gemijnd Daarna werd aangeboden een woonhuis voor alle doeleinden geschikt, aan den Rijks straatweg bij Tuindorp, eigendom van den heer D. de Ruijter, Alkmaar, groot 4.20 aren. Kooper de heer B. Strooker te Alkmaar voor 5000. Naar we vernemen, zullen de Christelijk- Historischen en Anti-Revolutionnairen bij de a.s. gemeenteraadsverkiezing met een lijst

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7