Rede Zuid-Afrikaansche gezant.
HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS
Op de propaoandavergadering afd.
Alkmaar Nat. Jongeren-Verbond.
Slad en Oméevinü.
De kracht van de Zuid*
Afrikaansche taal.
In de met Oranje en vaderlandsche
vlaggen gesierde groote zaal >an De
Unie had gisteravond de aangekondigde
groote propagandavcrgadering plaats
van het N. J. V, afd. Alkmaar, wr.ar als
spreker optrad dr. H. D. van Brookhui-
zon, gezant te Den Haag, van de Unie
van Zuid-Afrika. Dezen werd bij zijn
binnenkomen de vaandelgroet gebracht,
terwijl staande het Transvaalsche volks
lied werd gezongen, waarop volgde een
couplot van het oude Wilhelmus. Deze
belde liederen werden op de piano bege
leid door mevr. dr. HamOudegeest uit
Haarlem, die jaren lang in Transvaal
woonde en dr. van Broekhulzen nog ken
de uit dion tijd.
De voorzitter van het afdelingsbestuur,
de heer P. Termast, heette alle aanwezigen
hartelijk welkom, speciaal den spreker van
den avond en den heer en mevr. van Kin
schot. Dank bracht spreker aan den heer
Verschoor voro de medewerking om deze
vergadering voor te bereiden.
Spr. herinnerde aan den eed van trouw
aan koning en vaderland, afgelegd twee
jaren geleden te Delft en beloofde, dat de
N.J.V dezen eed gestand zal doen, nu en in
de toekomst.
Hierna kwam
dr. van Broekhuizen aan het
woord.
Hij vond het een voorrecht op deze verga
dering te spreken en nam aan, dat ieder net
een voorrecht zal achten te behooren tot het
Nederlandsche volk, dat in het verleden zoo
groot was.
Oij zijt nog jong, zei spr. maar ook ons
land is nog jong 'en zijn taal eveneens. Zij is
echter voor mij de mooiste, die er bestaat. In
die taal ging spr. voort.
De geboorte van een volk is moeilijk, ook
die van de Nederlandsche natie in den 80-
jarigen oorlog was moeilijk, maar toen is een
groot volk geboren, grooter dan welk ook.
Het Nederlandsche volk mag dankbaar
terug zien op wat Oranje voor het land is
geweest en nog is. Ook Z.-Afrika voelt dank
baarheid voor Oranje; spr. stelde vast, dat
koningin Wilhelmina ook „banje" veel voor
zijn land heeft gedaan.
Nog steeds is de Prince-vlag de vlag van
Z.-Afrika en daarnaast is er nog de Z.-Afri-
kaansche vlag. Over dat heele land heeft
eenmaal de Nederlandsche vlag gewaaid,
geplant door Jan van Riebeek, tot de annexa
tie in 1806 was de Princevlag d e vlag.
Spr. herinnerde aan de reis van den prins
van Wales door Z.-Afrika en vertelde dan,
dai men daar slechts wat beteekent als men
voor zijn land en volk in de gevangenis
heeft gezeten en goed rugby kan spelen. Ook
spr. had die dubbele eer genoten en vertelde
smakelijk van zijn gesprek met den Engel
schen koning en zijn verblijf daarna in de
gevangenis Trotsch was hij voor zijn land te
hebben gevangen gezeten, en hij meende, dat
het de taak is van het N.J.V. om de eer der
natie hoog te houden en daarvoor zoo noodig
gaarne in gevangenschap te gaan.
Op humoristische wijze vertelde spr. van
de annexatie in 1806 van zijn land. welke
zou zijn geschied „uit liefde „Ons is toen
Britsch onderdaan gewor", ging spr. voort,
en uit het contract daarover haalde hij aan,
dat de Nederlandsche taal zou worden ge
respecteerd, zij zou de officieele taal zijn.
Maar dat duurde niet lang, de tractaten
werden al gauw „vodjes papier" en daar
van hebben wij er al heel weel. Men zegt
dan; gewijzigde omstandigheden.
De predikanten kregen opdracht in het
Engelsch te preeken, maar velen van hen wa-
ren die taal niet machtig, evenmin als bijna
alle bewoners van het land. Spr. vertelde van
zijn eigen moeilijkheden op school, waar het
Hollandsch spreken was verboden.
Vermakelijk was het te hooren, hoe weinig
de predikanten zich aan de proclamatie
stoorden en hoe moeilijk de controle daar
over was voor den gouverneur van de Kaap
kolonie, doordat het land zoo uitgestrekt is
(250.000 mijlen), dat men drie weken per
ossenkar moest reizen om naar een kerk te
komen.
In 1835 weigerden de Boeren zich verder
te onderwerpen aan de Engelschen en gin
gen zij „trekken".
Spr. ging na hoe eertijds in de Kaapkolo
nie geen Kaffers woonden, slechts Bosclijes-
manen, later verdrongen door Hottentotten
Van het noorden kwamen toen de Kaffers
der boeren invallen op de bezittingen
loen de Boeren in 1835 wegtrokken, gin
gen er 54000 families op stap, Spr. schilder
de wat het beteekent alles achter te laten,
huis en erf en alles waaraan herinneringen
verbonden zijn. Maar zij gingen de wildernis
in, hoewel zij wisten dat daar groote horden
barbaren waren en vele wilde dieren. En deze
„trek", die drie jaar duurde, heeft de Boe
ren bewaard voor de Westcrschc bescha
ving. Vol vertrouwen op Ood gingen zij en
zij bewaarden hun godsdienst, dank zij het
feit, dat er predikanten waren, onder hen
die wegtrokken.
De Engelschen noemden de Boeren rebel
len, maar deze rebellen wisten wat zij deden.
Zij formeerden zich aanstonds tot een paar
renublieken: Transvaal en Oranje Vrijstaat.
Toen in 1806 bij de annexatie de Zuid-
Afrikaners afgesneden waren van alle con
tact met Nederland en zij slechts heel weinig
in staat waren een Nederlandsche preek te
hooren (wegens de verre afstanden) en ook
overigens bijna geen Nederlandsch kon wor-
den gesproken, omdat men te ver van zijn
naaste buren woonde (meermalen zes uren
te paard) verleerde men allengs veel van die
taal en er bleef over een taal, welke het meest
verwant was aan wat Jan van Riebeek had
gebracht. Die taal ontwikkelde zich tot een
schrijven zooals men spreekt. In dit verband
was net vermakelijk te hooren, hoe spr. een
lesje gaf in taai-vereenvoudiging. Deze
spreek-schrijftaal was een prachtig wapen
tégen het Engelsch en zij wordt gesproken
in de heele Linie van Zuid-Afrika, wat be
wijst dat zij geen dialict is: een Afrikaner in
Kaapstad spreekt precies zooals de man in
Pretoria of in Boelawayo (een afstand als
van Amsterdam naar Rome en zelfs tot Rus
land).
Wij kunnen echter niet zonder het Neder
landsch, zei spr., onze litteratuur is nog zoo
klein, wij putten veel uit uw mooie littera
tuur. Spr. vergeleek de Nederlandsche, Duit-
sche en andere bijbels met elkaar en zei, dat
de Zuid-Afrikaner het meest heeft aan den
Nederlandschen Statenbijbel, die ter wille
van de bevordering van het Afrikaansch in
die taal is overgezet, waaraan ook spr heeft
meegewerkt. Het grootste deel van het Afri
kaansche volk is nog verwant met den Ne
derlandschen stam en daarom willen wij
graag van Nederland hebben, wat wij kun
nen krijgen.
Spr. herinnerde aan het meeleven van Hol-
land met den vrijheidsstrijd in Zuid-Afrika,
de geest van vrijheid, die toen over die lan
den waaide, vond weerklank in Nederland,
waar in dien tijd de vaderlandsliefde taan
de, en daarmee nebben de Zuid-Afrikaansche
republieken ook veel gedaan voor het oude
moederland.
De taalstrijd heeft in Zuid-Afrika veel
goeds gedaan voor het volk. hij maakte het
sterk en taai. Er zijn wel menschen met
„scharnier-ruggen", speciaal dames, die „in
de mode" willen zijn, zooals zij immers 'ook
om de mode hun rokken korter maken en de
haren, het sieraad der vrouw, afknippen,
maar tegenwoordig spreekt men overal (ook
zelfs in het parlement) Afrikaansch. Deze
taal is nu gelijkberechtigd aan
hetEngelsch, en de Zuid-Afrikaners zijn
er trotsch op, evenals op hun verleden. Zij
leeren ook nog wel Engelsch, en zoo groeien
zij op bij twee talen. Zoo zal het moeten blij
ven twee volken met twee talen naast en met
elkaar in goede harmonie, zonder dat de een
wat van den ander zal mogen eischen wat
tornt aan zijn geest en beginsel
Zang en pianospel ter afwisseling.
Na een korte pauze ving de vergadering
weder aan met zang van mej. T. Vos (met
pianobegeleiding van haar zuster mej. G.
Vos). Er werden een viertal aardige Afri
kaansche liedjes gegeven, die voorafgegaan
werden door een korte verklaring. De beide
jongedames oogstten veel bijval, het woord
van dank van den heer Termaat was wei
verdiend.
Z.-Afrika is vrij.
Dr. van Broekhuizen was dankbaar voor
de mooie liedjes en vertelde dan van 1914,
toen hij de eer had gevangen te zitten en ge
neraal Christiaan de Wet pas goed had lee
ren kennen. Deze had grooten moed getoond
en daarmee de harten gewonnen van zijn me
degevangenen, die allen hun doodvonnis ver-
wachtten. In die gevangenis had spr. mee
gedaan aan een „hongerstaking". Veel indruk
maakte de manier waarop dr. van Broekhui
zen van dezen tijd vertelde en van de wijze
waarop ten slotte behoorlijk eten verstrekt
werd. Van dien tijd dateert een gedicht aan
generaal de Wet (7 Januari 1915), hetwelk
door spr. werd voorgelezen.
Het is wonderlijk, zei spr., wat in zulk een
gevangenis (kleine cel met cementvloer, geen
sterren ie zien en slechts nu en dan een zon
nestraal) in een mensch omgaat. Spr. was
dankbaar voor het Gods vertrouwen en den
humor waarvan Chr. de Wet toen blijk gaf en
waarmee hij een voorbeeld was voor de an
deren. Ontroerd vertelde spr. van den hel
dendood van den echten Afrikaner Fourie en
van de marteling die het was geweest toen
het vonnis over spr. en de zijnen van dag tot
dag werd uitgesteld. De groote ontwaking
van het volk kwam in die dagen naar aanlei
ding van die rechtszaken, toen vierduizend
vrouwen optrokken en hun trouw betoonden
aan het volk.
Toen werd eigenlijk reeds gegrondvest de
vrijheid van Zuid-Afrika, die echter pas in
1926 officieel werd verkregen, waarbij werd
uitgesproken dat Zuid-Afrika alleen door de
Engelsche kroon aan Engeland is gebonden,
zoodat het land zijn eigen wetten en verdra
gen heeft, zijn eigen gezanten aanwijst, die
zich aandienen als vertegenwoordiger van
den koning van Zuid-Afrika en zijn eigen
volkslied (een nieuw lied, dat het oude, hier
bekende, waarschijnlijk zal vervangen). Spr.
las dit gevoelvolle gedicht voor, evenals nog
een ander product "van Afrikaanschen bodem,
waaruit durf en ernstige wil spreekt om
trouw te blijven aan God en zijn land.
Spr. wenschte, dat het Nederlandsche volk
zóó zal zijn en blijven, opdat het trotsch
blijft op wat koningin Wilhelmina deed, toen
zij wijlen president Kruger op een Neder
landschen oorlogsbodem naar ons land liet
overbrengen. Spr. was daar oprecht dank
baar voor en trok het land door, om daar
van te getuigen. (Daverend applaus.)
In eenige hartelijke woorden zegde de
heer Termaat den spreker dank voor zijn
rede.
De heer F. K. Lotgering, districtslei
der in Noordholland van het N.J.V., meende,
dat naast de rede van dr van Broekhuizen
geen ander propagandistisch woord op zijn
plaats was. Spr. constateerde, dat het Zuid-
Afrikaansche volk,jal is het nog jong als
natie, sterk en ge»nd is en zijn plaats met
eere bezet.
Spr. wijdde vervolgens eenige gevoelvolle
woorden ana de nagedachtenis van den gis
teren overleden heer Idenburg, een man met
groote werkkracht en groote liefde voor zijn
volk en zijn land.
Krachtig wees spr. op het doel van het
N.J V. (samenwerking tot het brengen van
de eenheids-gedachte in ons land met eerbie
diging van elkaacstVertuiging. Diverse we
gen worden gewezen naar een goede toe
komst. Wij richtenrfns alleen op de historie
en scharqn ons roi^om onze vlag en achter
ons vorstenhuis, waarmee wij de banden
hechter willen <Jo«i zija. Nederland zij een
eenheid, zijn pfaafs 'te midden van andere
naties met eerr •innemend.
Spr. wekte de joègeren op tot toetredjng
tot het N.J.V. en vnjeg van' ae ouderen steun
voor den opbouw van land en volk tot groote
eenheid. f
Na een dankwoord van den voorzitter
werd de vergadering besloten met het zingen
van het zevende couplet van het Wilhelmus
„Mijn schilt ende betrouwen", waarop volgde
een „Leve de koningin" en „Leve Zuid-Afri
ka". Dr. van Broekhuizen had bij zijn ver
trek de luide toejuichingen van de aanwezi
gen in ontvangst te nemen.
JUouiitciaat Tlieuws
STOMPETOREN
Een N.S.B.-vergadering.
Eenige leden van de N.S.B. hadden
Woensdagavond in café Renses een verga
dering belegd. Zeer weinigen hadden aan
den oproep gehoor gegeven.
De heer Scholtens leidde met een kort
woord den spreker, mr. van Leeuwen uit
Alkmaar, in. Deze wees op de critiek en de
kwaadsprekerij waaraan de N.S.B. bloot
sLat, doch naar spr. meening moet veel wat
rot is, opgeruimd worden, om plaats te ma
ken voor de nieuwe gemeenschapsgedachte
Het algemeen belang moet het groepsbelang
vervangen, het nationaal-socialisme erkent
geen onderscheid van klassen, allen die wil
len werken hebben daar recht van bestaan,
de anderen wil men desnpeds brengen in
concentratiekampen. Spr. streed tegen de
JxuilteUm
uit het Engelsch van Hugb Walpole
en J. B. Prietsley, door H. A. C. S.
29)
Trump kwam terug met de twee boeken,
gracieus werd afscheid genomen, de uitnoo*
diging herhaald en aangenomen, en de Sun-
beam stortte zich weer de ruimte in. Trump
maakte slechts één opmerking. „De kwestie
hij haar is", zei hij, „dat zij te vroolijk is".
Nu het andere. Erg kort. Erg wonderlijk.
Juist was ik van een middagwandeling
thuis gekomen (in de buurt van Farthing
Hall, wil ik bekennen), toen er op mijn deur
geklopt werd en Trump zijn hoofd naar bin
nen stak, om te vragen, of ik mr. Rossett
een oogenblik wilde ontvangen. Welken mr.
Rossett, vroeg ik. „De jonge".
„Ja, het is goed", zei ik, mijn nieuwsgie
righeid ging geweldig omhoog. Een oogen
blik later was de jonge Rossett in mijn ka
mer, heelemaal als een jongmensch uit Die-
kens, aan de knop van een rijzweep. Ik
vroeg hem niet om te gaan zitten, ik bood
hem niets te drinken aan. Ik wachtte. Hij
keek zuur, maar was blijkbaar bang om
vriehdelijk te zijn. Hij momipelde iets over
mijn hulp om hem thuis te krijgen den vori-
gen avond (wat een misselijk, leverkleurig
slappe jonge bandiet is hij!) en zweepte
zichzelf toen op om op de eigenlijke zaak te
komen. Hij zat ellendig in de knoei. Ik was
den vorigen avond fatsoenlijk tegen hem ge
weest. Hij zat verduiveld, ja verduiveld in
de knoei. Kon ik hem helpen?
Ik staarde hem verbluft aan. Hij wisf
niet, hoe hij het draaien moest. Zijn vader
(en hier kreeg zijn gezicht een bijzonder ge
len glans) mocht er niets van weten. Ik
vroeg hem toen of het geld was? Ja, zei hij,
dat was het gedeeltelijk. Zou ik hem,
voor een week of twee maar, wat willen lee-
nen? Zou ik hem tweehonderd pond willen
leenen?
De brutaliteit er van overduvelde me. Hij
zag, dat ik verbaasd was en toen zei hij, met
'n allerberoerdste poging om zoogenaamd
vertrouwelijk te grijnzen was ik niet ver
liefd op zijn zuster? Ais dat zoo was en
onder gentlemen gaat het eerlijk toe in
dien ik hem een zetje gaf, wel, dan zou hij
mij er een geven.
Ik stond op en hij er vandoor. Dat was
al wat er gebeurde. Eén blik in mijn rich
ting en hij was de deur uit en de trap af. Ik
hoorde de deur van het logement achter hem
dichtslaan. Wel, wat zeg je daarop? Is dat
niet een charmante broer, die mijn Jean
heeft? En raak ik niet netjes in de Rossett-
zaken betrokken? Ik moet ophouden. Deze
is lang genoeg geworden. Wacht nog maar
één dag en jij zult weten of Marjorie in
Lambdale is of niet.
Je je toegenegen MARK,
P.S. Later. Ik heb juist een wonderbaar
lijk uur met Jean gehad. Hier, in deze zelf
de kamer Ik zal morgen schrijven Wat een
geluk voor mij wat een ongelooflijk ge
luk!
The Heretics,
Regency Street, W. I.
Beste Mark,
Ik ga jouw brief opeens beantwoorden,
om twee redenen. De eerste is, dat ik be
hoefte heb je een stuk van mijn ziel te geven
(waarom geven wij alleen de onplezierige
stukken weg?) Laat ik 'n paar zinnen uit je
laatsten brief citeeren: „zal het goed voor
Marjorie zijn om van jouw innerl ij ken drang
te weten? Za! zij later niet altijd tegenover
jou bi de meerderheid zijn? Wanneer jullie
weer bij elkaar bent, zou ik er, als ik jou
was, mijn mond over houden'Denk jij, dat
je aan bisschop Proudie aan het schrijven
bent? Is dit jouw begrip van den huwelijk-
schen staat? meerderheid? mond hou-
den? Jij kunt mooi daar zitten, te midden
van die prachtige heuvels, bewerend, dat je
verliefd bent, en toch zoó glad, zóó ordinair
schrijven over de teerste en verrukkelijkste
der menschel ijke verhoudingen het is on-
gelooflijk! Als je zoo bent, als groen hout,
hoe zal je dan zijn als het dorre? Zal ik
zeggen, waarom je zulke dwaasheid aan mij
fkunt schrijven, en toch, in de dadelijk daar
op volgende paragraaf, dol zijn als Shake-
sptares Romeo? Jij geeft jezelf bloot wan
aantijging, dat het programma van de N.
S.B van Hitier is overgenomen, en las dat
voor Holland geldig, voor, waarin niet veel
wordt beloofd, doch de aanhangers op hun
E licht gewezen wordt. Spr. pleitte voor een
rachtiger staatsbestuur en hekelde de mar
garine-industrie, welke het gebruik van
roomboter belet en zoodoende den veehouder
nekt. Wel zag spr. een bezwaar in het ver-
groote aantal werkloozen, doch naar zijn
meening zouden die ongeveer 2000 arbeiders
wel weer een anderen werkkring vinden.
Doch de minister wil het niet en maakt cri-
siswetten, die spr. bespottelijk noemde.
Uitvoeripr ging hij de wetgeving na vanaf
het jaar 1800 tot nu toe, las eenige citaten
van minister Colijn uit de Handelingen voor
en bccritiseerde de houding van baron de
Vos van Steenwijk, thans voorzitter van de
Eerste kamer, die op 23 April 1924 geen
malsch oordeel over dc Volkvertegenwoordi
ging had uitgesproken.
Uit vrees voor gevangenisstraf of boete
wilde mr. van Leeuwen alleen maar zeggen,
dat het tegenwoordige regeeringsstelsel nier
meer voldoet. De N.S.B. wil wel een volk
vertegenwoordiging, maar deze moet haar
werk verrichten uit louter liefde voor haar
medemenschen. Cumilatie van functies en
pensioenen wil men daar beslist niet.
De heer C. Madderom vroeg, wat de N.S
B. doet voor loon- en prijspeil in de beschutte
en onbeschutte bedrijven. Naar aanleiding
van eenige vragen van mevr. v. d. Wal de
Boer gaf eerst de heer Scholtens antwoord
Daarna zette mr. van Leeuwen de idee van
den corporatieven staat uiteen, gaf voorbeel
den daarvan uit Italië, waar men van een
moeras een gebied voor veeteelt had gemaak1,
waar men volgens die idee te werk ging.
De vraag van mevr. v. d. Wal de Boer,
hoe men met de oppositie in den fasistischen
staat zou te werk gaan, loste spr. op door te
antwoorden, dat die minderheid gedwongen
moest worden.
Op het gezegde van de vraagster, dat alles
zoo gemakkelijk wordt voorgesteld, maar dat
men niet alleen een natie is, maar rekening
moet houden met de mogendheden in Euro
pa, zei spr., dat dat een kleinigheid was. Als
men maar geschikte lieden naar het buiten
land stuurde, kwam alles terecht, en men
vond de vraagster eigenwijs toen zij be-
beweerde, dat Duitschiand moeilijkheden met
het sluiten der grenzen had bewerkstelligd,
want, aldus mr. Leeuwen, Duitschiand wil
graag zijn erts leveren, tegen onze tuinbouw
producten. Doch Nederland kon en moest
zichzelf redden, een bewering die mevr. v. cl.
Wal niet onderstreepte, daar ten tijde van
den vrijhandel de bloei van Nederland groo
ter was.
Eens werd men het niet. De heer Jb. de
Boer dacht, dat het contributievraagstuk een
beletsel zou ziin om toe te treden, maar dat
bleek onjuist. Mr. van Leeuwen gaf den heer
Madderom ten antwoord, dat deze het doel
van de N.S.B. niet goed begreo». Deze wil
de zich nog eens oriënteeren. Eenige perso
nen verlieten de zaal, toen men aan het slot
het Wilhelmus zong.
HEILOO
Op de kiezerslijst van dit jaar komen
voor: voor de Tweede Kamer 3455, voor de
Prov. Staten 3358 en voor den gemeenteraad
2990 kiezers.
De L. T. B. hield gisteravond een
openbare vergadering die matig was bezocht.
Sprekers waren rector Boonekamp, algemeen
adviseur en de heer Poelman uit Beverwijk
De eerste spreker bewoog zich op geeste
lijk terrein. Hij zette uiteen dat men zijn
werkzaamheden (en daar behoorde zeer ze
ker bij het belang van zijn vak) moest te
baat nemen, om aan Ood aangenaam te
zijn en daarmede hiernamaals een loon te
krijgen. De laatste spreker uitte een klacht
dat men zoo weinig voor den L.T.B. gevoelt.
Dat brengt ook de ma'aise mee en waar
or.ze voormannen niet alles bereiken wat
wenschelijk en ook noodig is (spr. gaf dat
volmondig toe) dan meent men dat de lei
ding niet op de hoogte van den tijd is en
draait men den L. T. B.. zeer zeker ten on
rechte, den rug toe. Beide sprekers hadden
een aandachtig gehoor.
Door notaris mr. W. J. v d Heide te
Alkmaar werd Dinsdagavond in „De Rus
tende Jager'' aangeboden een woonhuis met
schuren, broeikas en perceelen bouwterrein
aan de Zevenhuizerlaan en Spanjaardlaan,
eigendom van C. de Ruijier. Voor deze ver-
kooping bestond groote belangstelling en de
prijzen waren aan den hoogen kant.
In bod werden gebracht 11 perceelen
bouwtenein aan de Zevenhuizerlaan, waar
van 7, elk groot 5 aren, 3 elk groot 2.G8 aren
en 1 groot 4.08 aren, 2 perceelen elk groot
neer je over mij praat als over „den op zijn
gemak gestelden, zelfvoldanen, gelukkig ge
trouwden Robert Newlands". Onder in je
kinderlijke ziel zit de overtuiging, dat Mar
jorie en ik geen reëele menschen zijn, geheel
en al verschillend van jou en je Jean. Jij
verbeeldt je heusch, dat, wanneer een man
en een vrouw naar het altaar gaan of naar
het stadhuis, zij in een oogwenk veranderd
worden en dat zij daarna automatisch „op
hun gemak gesteld, zelfvoldaan, gelukkig
getrouwd" worden. Neen. zulke menschen
bestaan alleen maar in ae verbeelding van
kinderen. En jij, beste Mark, bent een kind
De tweede reden, dat ik opeens aan je
schrijf, is om in het licht te stellen, dat ik
nog altijd rondspook in deze club (waar ze
mij beginnen te naten) wachtend op nieuws
over een vrouw, die een kennis van mij is
Haar naam zeer wonderlijk -- is niet Ros
sett: hij is Newlands, Marjorie Newlands.
Zij is een vrouw van in de dertig, met bruin,
redelijk lang haar, grijze oogen, een paar
sproeten en een kleine, maar zeer geestige
neus. Haar stem als ze zich zou verwaar
digen tot je te spreken je zult het ont
dekken, is zeer muzikaal en vroolijk en vol
van modulaties, die je met geen mogelijkheid
kunt hopen te begrijpen voor je ongeveer
veertig bent. Zij is zeer goed (d.w.z. duur)
opgevoed, maar heeft de welvoegelijkheid
gehad alles er van te vergeten. Zij be
schouwt het leven al3 een komedie, met klei
ne romantische entre-actes, en voelt mis
schien nogal neiging om zichzelf te beschou
BOERENVROUW KON NIET MELKEN
Vingers stijf van rheumatiek.
Het middel hielp in een maand.
Hoeveel last een boerenvrouw kan
hebben van een onbruikbare hand, blijkt
uit den volgenden brief:
„Ik had rheumatiek in de gewrichten
van mijn vlngere. Mijn middelvinger was
zoo verschrikkelijk gezwollen en ont
stoken, dat lk deze niet kon buigen. Ik
help met het melken van 10 of 11 koeien,
dus was me dit een vreeselijke last. Op
raad van iemand kocht ik een flacon
Kruschen Salts en nam eiken morgen
voor het ontbijt een halve theelepel in
warm water. Binnen twee weken was de
vinger minder stijf en minder gezwollen.
Ik ging door met de kuur (lk wreef er
ook een zalf op), en na een maand kon ik
weer melken. Ik voel me innerlijk ook
veel beter." A. C. P.
Kruschen Salts spoort de inwendige
organen aan tot krachtiger werking.
Urinezuur en afvalstoffen, die zich
mochten hebben opgehoopt en de aan
leiding Uwer rheumatiek zijn, worden
verwijderd. Gezwellen en pijnen verdwij
nen, stijve ledematen worden weer nor-
tr aal en ge voelt U weer gezond en lenig
als voorheen.
Kruschen Salts is uitsluitend ver
krijgbaar bij alle aptohekers en drogisten
0.90 en 1.60 per flacoh, omzetbelas
ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket
de flesch, zoowel als op de buitenver
pakking de naam Rowntree Hande's
Maatschappij, Amsterdam, voorkomt.
uitkomen, waarop de eerste den heer A.
Schrooder en de laatsten den heer H- Nijdam
Lzn. zullen plaatsen. Men zal bij loting be
palen, wie de eerste op de lijst zal zijn.
LANGENDIJK
*De r.-k. zangvereeniging St. Caeci'ia
hield Woensdagavond haar jaarverga
dering in hotel De Burg.
Uit het jaarverslag stippen we aan,
dat het ledental ongeveer 60 bedroeg. De
vereeniging is dit jaar toegetreden tot
den r.-k. Bond van Zangvereenigingen
Zij heeft deelgenomen aan twee concoursen,
waar zij belangrijke resultaten bereikte. Vol
gend jaar hoopt de vereeniging haar 25-
jarig bestaan te herdenken, waarbij de
wensch wordt uitgesproken, dat door het be
halen van een eersten prijs, de vereeniging
dan in de Eere afdeeling zal zijn gekomen.
De penningmeester deed daarna rekening
en verantwoording van zijn gehouden beheer.
De ontvangsten hadden 738,35, dc uitgaven
717,78 bedragen. Alzoo is er een batig
saldo van 20,57. Namens de kascommissie
adviseerde de heer J. Bruin tot goedkeuring
der rekening, wat dan ook geschiedde.
Als bestuurslid werd herkozen de heer L.
Dignam, die de benoeming aannam.
Meegedeeld werd, dat er de laatste weken
6 nieuwe leden zijn toegetreden tot den R.K.
van Zangvereenigingen.
Bij de besprekingen over het a.s. concours
en de uitvoering deelde de voorzitter mee, dat
dit op 26 Mei en 2 J[uni te Alkmaar zal wor
den gehouden. Caecilia zal uitkomen in de
afd. Uitmuntendheid.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
der vereeniging zal dit feestelijk worden
herdacht, o a. door het eventueel houden -
van een concours. Men zal nog inlichtingen
inwinnen over de kosten. Wat de uitvoering
betreft, deze werd op Zondag bepaald; o.a.
zal 't oratorium „Die Jahreszeiten" worden
ten gehoore gebracht. Donateurskaarten zijn
strikt beperkt tot leden van 't gezin.
wen als de producent van het bijzondere
stuk, waarin zij een rol speelt. Ik vermoed,
dat zij, als een zuiver raspaard, meer ver
stand, werkelijk verstand, heeft dan jij en ik
(en ik weet niet hoeveel Rossetts en Trumps)
bij elkaar, maar aan den anderen kant, om
dat zij op en top 'n vrouw is, heeft zij niet
denzelfden kijk als wij en kan bij tijden won
derlijk ongevoelig en weinig nauwgezet zijn.
Zij is een beetje wantrouwend tegenover
mannen en hun kleine maniertjes, voorna
melijk omdat haar vader een gruwelijk oude
egoïst was en zij lang genoeg met hem leef
de om hem door te hebben. (En nu zeg jij,
natuurlijk, dat zij lang genoeg met mij ge
leefd heeft om mij door te hebben. Mogelijk.
Maar je moest den ouden heer gekend heb
ben, zeer charmant en met een neiging om
geestig te zijn, maar geweldig zelfzuchtig,
innerlijk zoo onverzettelijk als een slag
schip). Zij is veel meer toegeeflijk jegens
vrouwen, ofschoon ze 'n antipathie heeft te
gen hun honderd en één barrières en hegge
tjes, en, omdat zij zoo dom-onlogisch zijn,
en zij werkelijk de voorkeur geeft aan het
gezelschap van mannen. Zij is zeer, zeer be
schaafd, ons waarschijnlijk ongeveer twee
duizend jaren vooruit, maar toch houdt ze
er nogal van om kalm oorspronkelijk te zijn:
zij zou een boom kunnen zijn, maar niet een
aap.
(Wordt vervolgd)
4.50 aren aan de Spanjaardlaan, een woon
huis met tuin 10.08 aren en een daarop
staande broeikas, voor afbraak. De eerste 7
perceelen stonden in bod op resp. 670,
680, 670, 650. 660, f 660 en f 650,
ae 3 elk 2.88 aren op resp. f 565, f 563 en
580, die van 4.08 aren op f 730. De 2 per
ceelen aan de Spanjaardlaan op 980, woon
huis met 10.08 aren grond op 2950 eni
broeikas (voor afbraak verkocht) op 220.
Alle perceelen, behalve het woonhuis met
grond en broeikas, werden gemijnd door
K. de Bakker c.s. Heiloo voor ƒ8068. De
geheele combinatie, in bod op 11238,
werd niet gemijnd
Daarna werd aangeboden een woonhuis
voor alle doeleinden geschikt, aan den Rijks
straatweg bij Tuindorp, eigendom van den
heer D. de Ruijter, Alkmaar, groot 4.20 aren.
Kooper de heer B. Strooker te Alkmaar voor
5000.
Naar we vernemen, zullen de Christelijk-
Historischen en Anti-Revolutionnairen bij de
a.s. gemeenteraadsverkiezing met een lijst