8
Een praatavond met Fedde Schurer.
Wat de Chr. Dem. Unie is en wil.
HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS
SÉad en Omgeving.
Het kapitalisme heeft een chaos
van de wereld gemaakt.
y
Bijeenkomst van de Chr. Dem.
Unie, eld. Alkmaar.
De heer Schurer een het
Zeuiltetm
Kamer van Koophandel.
Deze bijeenkomst, gisteravond gehou-
d.n in Waakt en Bidt, was goed bozocht;
ook eenige dames waren aanwezig. De
heer W. K. Bos ging voor in gebed en
sprak daarna een openingswoord, het
welk hij aanving met het uitspreken van
de beste wenschen voor het spoedig
geheel herstel van den voorzitter der af-
deeling, den heerVlsser. Spr. heette hier
na de aanwezigen welkom, speciaal den
heer Fedde Schurer uit Amsterdam, en
zette dan het doel van den avond uiteen:
het uitbouwen van de democratie op
chriötelijken grondslag.
woord.
De heer Schurer, het woord ver
krijgende, zelde in het kort te zullen uit
eenzetten wat en wie de chr. dem. zijn.
Hij begon met te zeggen, dat de C. D. U.
niet bepaald bij een christelijke groep of
kerk behoort. Wij willen in het politieke
leven de beginselen van het evangelie
richtsnoer en drijfkracht doen zijn. Wij
wenschen dat heel ons publieke leven
zich onder de wet Gods zal stellen als
levensbeginsel, dat ons leidt en schraagt
en stuwt, „Het God lief hebben boven
alles" wil méér zeggen dan het op een
Zondagmorgen aan Hem denken; het
wil zeggen: niet ik maar wij het
middelpunt in harmonie met God. De
maatschappij is in lijnrechten strijd met
Gods liefde-eisch, de levenshouding van
ons menschen is niet naar God gericht
maar op het ik.
Spr. ging na hoe door de ontwikkeling
der techniek en de uitbreiding der in
dustrie de vrijheid van het individu zich
kon botvieren met geldelijken vooruit
gang als doel, niet vragend hoe de wer-
ke- daarbij vaak werd uitgebuit en zelfs
vrouwen- en kinderarbeid werd geëischt.
Door deze verkeerde inrichting der
maatschappij ontstonden de crisee, met
al® gevolg vernietiging van oogsten
eenerzijds en armoede aan den anderen
kant, God geeft voor allen genoeg, maar
wij menschen heb'>on het verkeerd ver
deeld, hebben door het kapitalistisch
ideaal een chaos van de wereld gemaakt.
Het kapitaal werd een afgod.
Dit stelsel is in volslagen strijd met
het evangelie. De heer Smeenk, lid der
Tweede Kamer, spreekt dit tegen in zijn
brochure, de maatschapij is volgens
hem geen stelsel, zij is gegroeid tot wat
zij is. Spr. wilde erkennen, dat met eer
bied mag worden gesproken van de
historie, maar volgens hem staat het
vast, dat het in de wereld toch wel an
ders en beter kan, mits wij de liefde en
der gemeenschapszin maar als richt
snoer nemen.
De laatste Jaren hebben ons wei ge
leerd, dat de practische waarheid voor
he evangelie ook ln het publieke leven
ons moet lelden. Wij moeten erkennen,
dat het kapitalisme Is vastgeloopen en
dat het beginsel van het individualisme
heeft afgedaan. De geschiedenis heeft ge
leerd, dat de ethische weg de eenlg prac
tische le.
De arbeidersklasse heeft in de laatste
eeuw grooten vooruitgang gemaakt, ook
door het ethisch besef. Het kapitalisme
ontwikkelt thans ongekende kracht om
haar positie te behouden en het vindt
daarbij veel aanhangers.
Reactionnair noemde spr. het, als
men, zooals Nationaal Herstel dat wil,
d^ wereld wil herstellen met beëindiging
van wat genoemde organisatie noemt
„eenzijdige bevoorrechting der arbei
dersklasse, vergiftigd door den klassen
strijd," Spr. keurde dit sterk af. De loo-
nen der arbeiders zijn in vele gevallen
reeds erg laag en als men de wereld wil
opbouwen en wil streven naar eenheid
en samenwerking, is het doel van Na
tionaal Herstel en allen die er zóó over
denken als deze partij, onjuist en un
fair, De strijd der arbeiders om zich te
uit het Engelsch van Hugb Walpole
en J. B. Prietaley, door H. A. CS.
34)
Dat maakte mij gek. Ik schreeuwde tegen
hem, zooiets van dat hij een beest van een
vader was en een vuile ploert, en toen kwam
hij op mij af. Hij gooide een tafel omver en
al de snuisterijen rinkelden over den grond
't Was geen waardige geschiedenis. Hij
greep mij om mijn middel, en wij viele samen
op den grond. Vreemd genoeg was ik boven
Wat een eigenaardige dingen merk je op in
een gevecht! Ik probeerde mijn knie te du
wen in zijn naakte buik, en over hem heenkij
kend, terwijl ik al de kracht, die ik had (wat
niet veel was) te hulp riep, zag ik zoo'n be
spottelijk Victoriaansch Chinesisch Pagode-
ding, half gebroken, een groene mandarijn,
die met zijn hoofd tegen mij knikte. Ik her
inner mij dien mandarijn levendiger dan iets
anders van het heele geval. Ik had echter
niet veel tijd om te deuken. Rossett had
dijen, dikker en harder dan ijzer, en hij hief
zich op en slingerde mij van zich af. Mijn
neus bloedde, en dat maakte mij boos. Ik
richtte mij op mijn knieën op en had juist
tijd om te bukken, voor hij mij treffen kon
met een groote rose en groene porseleinen
vaas, die juist langs mijn hoofd heen vloog
en tegen den muur kapot sloeg. Wij kwamen
samen overeind. Ik weet niet waarheen de
verzetten tegen liet in onze dagen opper
machtige kapitalisme (dat de '°°nen
drukt, sociale maatregelen afbreekt,
enz.) Is een goede strijd.
Het is betrekkelijk gemakkelijk te
zeggen, dat men oogsten moet vernieti
gen en veo afslachten, enz., maar is dat
geen Kosmiflche misdaad, zonde tegen
Gods heerlijke gaven? Wordt de bijbel
niet verlaagd, als men beweert, dat het
afslachten van drachtig vee daarin niet
vei boden i»?
Als wij de maatschappij hebben leeren
zien als zondig in haar beginsel, weten
wij dat wij ons er tegen moeten verzet
ten. Samen als chr.-democraten kunnen
wij dat beter dan als eenlingen.
Spr. ontkende, dat de C. D. U. onmo-
gdijke eischen zou stellen. Is b.v. staats
pensioen onmogelijk?De duizenden arme
ouden worden nu onderhouden door de
minst draagkrachtigen, die echter door
de omstandigheden der laatste jaren
voortdurend moeilijker aan de hierdoor
gestelde eischen kunnen voldoen. Neen,
wij zijn er niet mee af met te zeggen,
dat er thans geen geld zou zijn voor
onze arme ouden van dagen. Thans meer
dan ooit klemt de eisoh van staats
pensioen.
Spr. kon niét aannemen, dat er geen
geld is tot het op behoorlijk peil brengen
van den „steun", gezien het feit, dat men
durft te beweren, dat er wel geld zou
zijn voor het sterk maken van de vloot
ter beveiliging van Indië en ons eigen
land. En dit moet gebeuren als een aller
eerste noodzakelijkheid, zegt kapitein
Fürstner. Maar spr. begreep niet waar
het geld daarvoor zou moeten worden
gevonden. De nood en de ellende zijn zóó
hoog gestegen, dat van de minst kapi
taalkrachtigen niets meer mag worden
afgenomen. Integendeel I En toch zou
dat moeten gebeuren, als de vlootuit-
breiding zou doorgaan. Spr. verdedigde
daartegenover een kapitaalheffing ter
voorziening ln sociale nooden. De vrees
van kapitaalvlucht deelde hij niet.
De kwestie van ontwapening wilde
sj.. niet opportunistisch, maar als be
ginsel bezien: God moet het middelpunt
:iju van de samenleving. Niet ik of mijn
klasse of de staat is het voornaamste,
maar God. Wie nu den modernen oorlog
aanvaardt, stelt den staat als het hoog
ste, ter verdediging waarvan elk mid
del welkom is. En dit middel is na den
oorlog van 1014 wel satanisch gebleken
(spr. dacht aan de „kooplieden des
doods", de mannen van de oorlogsindus
trieën; aan den oorlog die geen zedelijk
heid kent; aan het woord van den Fran-
ache» generaal, die zei, dat men even
goed kan pogen de hel te humanieeeren
als den oorlog; aan het vreeselijke van
gifgassen, en veel meer.) De fout is, dat
men ln den oorlog een technische kwes
tie ziet en die wil overlaten aan „des
kundigen". Spr. betoogde, dat wij een
zuiveren deskundige hebben ln ons ge
weten, dat ons den oorlc;; doet verfoeien,
op grond van Gods liefde. De Volken
bond zal niets kunnen bereiken voor den
wereldvrede, zoolang de volken ze'f het
besef niet hebben, dat God den oorlog
veroordeelt. Verschrikkelijk vond spr.
het, dat men ln orthodoxen krfng liever
den oorlog heeft dan de wanorde, die
misschien zou kunnen ontstaan door af
wijzing van den strijd met moordwerk
tuigen.
Gedachtenwisielintf,
De heer T h s i n g vroeg hoe de heer
Schurer dacht over de binnonlandsche
rust. Spr. was wel tegen afslachting
van drachtig vee, maar vond toch dat
beperking van den veestapel noodlg is,
gezien het feit dat die sterk is toegeno
men. Nationale ontwapening vond spr.
onjuist, hij was vóór internationaal op
treden in dezen. Verder vroeg spr. nog
's heeren Schurer's meening over de
vergoeding van de Kamerleden, de bur
gerwacht en den landstorm en de verde
diging van Indië en van het moederland.
De heer Schurer wilde de orde bin
nen de staatsgrenzen bewaren; hij was
tegen een oorlogsleger maar vóór een
blauwe kamerjapon verdwenen was, maar
zijn pyama lag op den grond en nij had
geen steek aan, éehalve de beenen van zijn
pyama, die om zijn enkels hingen. Nu ik er
op terugkijk, lijkt 't mij, dat 't dwaaste, wat
ik ooit in mijn leven zag, wa9, dat schoppen
van hem tegen zijn hielen om de pyama
kwijt te raken, terwijl hij tusschen het ge
broken porselein danste en de maan hem
bescheen. Het verhaal van een stier in een
porseleinwinkel! Hij was niet in goede con
ditie, stel ik mij voor anders zou hij mij
vermorzelt hebben. Maar hij bleef daar een
oogenblik staan, zijn buik glimmend van
zweet, terwijl zijn borst zwoegde. Toen nam
hij een omgevallen stoel op en slingerde dien
naar mij toe. Ik kon geen vat op hem krij
gen; hij was glibberig door het zweet, daar
om greep ik in zijn haar en toen waggelden
wij rond, terwijl het porselein en de spillen
overal neervielen.
Toen voelde ik dat mijn zintuigen mij in
den steek lieten. Ik kon niets meer zien. Ik
dacht, dat de drie heuvels de kamer binnen
dansten, de maan boven op ze en er was een
groot geloei in de kamer (ik werd tegen zijn
hart aangedrukt en hij snoof als een bruin-
visch). Ik trachtte mij vast te grijpen aan
zijn dij, maar kon hem niet nouden. Ik
dacht, dat ik sterven ging. Zijn oogen staar
den in de mijne en de punt van zijn neus
had, op een wonderlijke manier, zenuwtrek
kingen. Ik herinner mij aat, omdat ik door
het letten daarop gered werd. Ik kon dat
trekken van dien neus niet verdragen en
greep hem daarom vast. Ik had eindelijk i'eis
om vast te houden en mijn- andere hand
duwde ik tegen zijn mond.
politieleder Eu daarmee zijn toch bur
gerwacht en bijzondere vrijwillige land
storm niet te vereenzelvigen Is de poli
tie niet sterk genoeg, welnu, er zijn
i. enschen voldoende, die graag laarbij
zouden willen worden benoemd De aan
wezigheid van gewapende korpsen werkt
prikkelend. Het gezegde, dat de burger
wacht en B. V. L. zullen optreden alleen
bij binnenlandsche onlusten, beteekent
ln de meeste gevallen dat zij wapens zul
len zijn in handen der kapitalisten. Spr.
haalde hierbij aan de bekende circulaire
van de Arnhemsche burgerwacht en
dacht ook aan de relletjes ln den Jor-
daan te Amsterdam, waar door wan
hoop gedreven menschen dwaze dingen
deden. Daartegen had niet de burger
wacht moeten optreden; men had liever
de politie moeten uitbreiden.
Spr. ging voort met te zeggen, dat zeer
zeker de veestapel te groot Is, maar het
ergste ls, dat wij het tragische, den
chaos niet meer voelen van afslachting.
Het kamerlidmaatschap behoeft niet
zooveel salaris te geven dat men ln weel-
do baadt, maar de vergoeding moet
waarborgen, dat he' ambt geen bijbaan
tje wordt.
Wat onze koloniën betreft, onze ex-
pansiezucht uit de 17e eeuw kan wel
eens een last worden. Het streven naar
zelfstandigheid van de inlanders had
spr.'s sympathie en de regeering dien
de naar wegen te zoeken om dat streven
te verwerkelijken. De wijze waarop wij
Indië hebben verworven (spr. herinner
de aan het optreden van Jan Pietersz.
Coen) maakt het noodzakelijk dat bezit
te likwideeren.
De verdediging van Nederland ge
schiede niet op gewelddadige manier,
n aar op de wijze waarvan Gandhl ons
een voorbeeld gaf: geweldloos, waarmee
hij zulk een gr >ote kracht ontwikkelde.
Groote geestelijke discipline ie daarvoor
noodlg, misschlei kan de noodzaak
oaarbij helpen, omdat ieder zal kunnen
begrijpen, dat Nederland terzake van be
wapening nooit gelijken tred kan hou
den met de ons omringende landen. Het
is niet alleen practisch maar bovenal
ethisch om van het geweld af te zien.
Spr. voelde het meest voor Internatio
nale ontwapening, maar dat kan alleen
I ais er een nieuwe geest over de wereld
komt, die een andere levenshouding
brengt. En als die geest in Nederland
optreedt, mag dan een christelijke regee
ring leger en vloot handhaven? Wie
oorlog erkent als zonde, moet het dur
ven wagén met God alleen. Oorlog loopt
uit op vernietiging van have en goed en
van de beschaving. Spr. haalde in dit
verband een en ander aan uit de bro
chure van den kapitein van den Berg,
die de noordelijke provinciën, als zijnde
onverdedigbaar, bij een eventueelen aan
val onbewoonbaar wil maken. Spr. ver
klaarde zich ook hierom vóór afschaf
fing van het militairisme.
De heer Jansen kon er in meegaan
voor Nederland over te gaan tot ontwa
pening, maar kan Indië onverdedigd
worden gelaten? Spr. geloofde, dat de
roep om vrijheid in Indië voortkomt uit
vei keerde bron. Indië heeft geen één
volk, maar misschien wel vijftig rassen.
Het streven „los van Holland" schreef
apr. toe alleen aan Moskou, dat door het
dringen naar vrijheid voor de onder
drukte volken den kolonialon mogendhe
den een slag hoopt toe te brengen, die
kan leiden tot wereldrevolutie. Spr. was
vóór uitbreiding van de vloot, hoewel hij
zich anti-militairlst noemde.
De heer Schurer zag in Moskou
niet de schuldige, het streven naar vrij
heid leefde al in Indië vóór de Russi
sche revolutie. Tegenover de bewering,
dat Indië niet één volk heeft, stelde spr.,
dat Nederland ln zijn vrijheidsoorlog
bestond uit verschillende staatje», die
zich door den nood samen verbonden.
Do volken van Azië ontwaken en doen
een beroep op het hun van God gegeven
natuurrecht. Ale wij dat ontkennen,
richten wij ons tegen onze eigen geschie
denis (onze strijd tegen Spanje ontstond
ook door den drang naar vrijheid.)
Spr. geloofde, dat er in Indië een
chaos zal komen, als er morgen volledi
ge vrijheid kwam. Daarom moet met de
leiders aldaar worden overlegd hoe men
het best de onafhankelijkheid kan bren
gen.
Als Nederland een vloot zou moeten
hebben, die ln staat zou zijn Indië te
verdedigen, zou het er één moeten zijn
Tot mijn verbazing gaf hij plotseling mee
en zonk op den grond. Ik was boos op hem.
Ik lag daar een oogenblik, terwijl ik zijn
naakten glibberigen arm vasthield. Wij lage
daar heel rustig, alsof wij vrienden waren
en ik hoorde het water van een omgegooide
vaas op den vloer druppelen. Toen richtte ik
mij overeind. Hij was niet dood. Hij lag
daar, en hij knorde een beetje. Ik sloop weg,
tusschen het gebroken porselein door naar
buiten en hier ben ik. Een bespottelijk ge
vecht. Hij was blijkbaar dronken. Ik weet net
niet; ik ben te moe voor iets.
MARK.
Telegram van:
MARK FRENCH
aan
ROBERT NEWLANDS.
Vertrek vanmorgen naar Londen.
MARK.
Telegram van
ROBERT NEWLANDS
aan
MARK FRENCH.
Je Marjorie brief zooeven aangekomen
Kom vanavond. Haal mij af laatsten trein
Keswick zoo mogelijk.
ROBERT.
©o®®©©® Jladi&prOQMMMUl ae'*!0Of
Vrijdag 8 Maait.
HILVERSUM, 1875 M. (8 12
4-8 en 11—12.— VARA, de
AVRO van 12.—4.en de VPRO
van 8.—11.— uur). 8 Orgelspel
Joi.an Jong. 8.30 Gr.pl, 10.Mor
genwijding (VPRO). 10.15 Deel. J.
Lemaire. 10.30 Or.pl. 11.— Verv.
deel. 11.15 Zang Jo Hekkert—van
Eysden, sopraan. 11.45 Or.pl. 12.—
Rembrandt-Theaterorkest o.l.v, D.
Hartogs en Almelo's Dubbelman-
nenkwartet olv. A. E. P. Somer
1.45 Verv. Almelo's Dubbelman-
nenkwartet. 2.— Leo Riemens: En-
rlco Carusa (met gr.pl.) 2.40 Or.
pl. 3.— VioolrecitaT v. d. Woude.
Aan den vleugel E. Veen. 4.— Zen
derwisseling. 4.05 Kniples. 5
Kinderuurtje. 5.30 De Notenkra
kers olv. D. Wins. 6.— J. Huy,
saxofoon en R. Schoute, piano. 6.10
E. Walis-en zijn orkest. 6.40 Rep.
van de Zesdaagsche te Antwerpen
door J. Broeksz (gr.pl.) 7.— Zang
Albert de Booy. 7.30 C. v. d. Len
de: Wetten van dezen tijd. 7 50 Or.
pl. 7.57 Herhaling SOS-ber. 8.—
Ds. j. W. van Nieuwenhuyzen:
Godsdienstige vormen en gebruiken
in het huisgezin. 8.30 Concert L
Bogtman, bariton en J. Hijman,
piano. 9.— Dr. J. C. A. Fetter: Va
der- en moederreligie. 9.30 Verv.
concert. 10.— Vrijz. Oodsd. Pers
bureau en Vaz Dias. 10.15 O. van
Tussenbroek: Moderne woning
inrichting. 11.— Jazzmuziek (gr.
pl.) 11.30-12.— Or.pl.
HUIZEN, 301 M (KRO-uitz)
(Alg. progr.) 8.—9.15 en 10.
Or.pl. 11.30—12.— Voor zieken en
ouden van dagen. 12.15 Or.pl. 1.—
Orkestconcert en gr.pl. 3.45 Pauze.
4 Zang en voordr. 5.— Causerie
5.30 Schlagermuziek en gr.pl. 7.15
Causerie. 7.35 Or.pl. 8.— Vaz
Dias. 8.05 Orkestcoikert m. m. v.
vioolsolist. 9.— Voordr. 9.15 Verv.
concert. 10.— Gr.pl. 10.15 Popu
lair concert. 10.30 Vaz Dias en
gr.pl. 10.45 Populair concert. 1115
—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.20 Orgel
spel R. New. 11.50 Voor de scho
len. 12.15 Trocadero-Cinema-orkest
olv. A. van Dam. 12.50 BBC-dans-
orkest olv. H. Hall. 1.35 Concert o.
1 v. Joh. Hoek. 2.20 Voor de scho
len. 3.35 Schotsche Studio-orkest.
4.35 E. Colombo en zijn orkest.
5.35 B. Wilson's orkest. 6.20 Ber.
6.50 en 7.10 Lezing. 7.30 Handel-
concert. 7.50 Operaconcert m.m.v.
solisten, koor en orkest olv. S Ro-
binson. 8.50 „The Ocean", symph
van Rubinstein olv. Sir Öranville
Bantesk. 9.50 Ber. 10.20 Lezing.
10.40 Solistenconcert. 11.3512.20
Roy Fox en zijn band.
RADIO-PARIS. 1648 M. 7.20 en
8 20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv.
Gaillard. 8.20 „Durand, bijoutier",
spel van Marchand. 10.50 Dansmu
ziek.
KALUNDBORO, 1261 M..1120
-1.20 Concert olv. H. Andersar
2.— Zang en piano. 2.20—4.20
Concert uit rest. Wivex 7.30 Orgel-
concert O. Ringberg. 7.50 Raoio-
tooneel. 9.50 BBC-dansorkest o.l.v.
H. Hall. 10.20—11.50 Dansmuziek.
KEULEN. 456 M- 5.20 OrpL
6.35 Or.pl. 10.10 Zang en piano.
11.20 Orkestconcert olv. SchrMer.
12 35 Kwintetconcert. 1.35 OrpL
3 20 Orkestconcert en solisten. 5.10
Concert. 6.20 Blaasconcert. 7.35
Uit Koningsbergen: Fragm. „To-
randot", Jensen. 8.20 Voordr. 10.20
—11.20 Uit Hamburg: Nedersak-
sisch Symph.-orkest.
ROME, 421 M. 8.05 Oen! Sadero.
zang en O. ArnaldL piano. 9,20
Radiotoonecl. 9.50 Gevarieerd pro-
gramma.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.;
12.20 en 1.30-2 20 L. Langlots'
orkest. 5.20 J. Rutten's orkest. 6 35
Benoit-concert. 7.35 en 8.20 Or pl.
8.35 Hoorspel. 9.20 Salonorkest.
1030—11.20 Dansmuziek. 484 M.:
12 20 Or.pl. 12.40 Zang. 12.50
Salonorkest. 1.40 Vocale duetten
I.50—2.20 Or.pl. 5.20 Symph -con
cert mmv. zangsoliste. 6.35 Gr.pl.
7 35 Pianorecital. 8.20 Voor oud
strijders. 9.35 Zang. 9.45 Voor oud
strijders. 10.30 Or.pl. 10,45-11-20
Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.35 Fragm. uit Ad. lensen'a
opera „Turandot" olv. Seldler. 8.20
Mfirz, maandoverzicht. 9.20 en
10.05 Ber. 10.20—11 50 Or.pl.
RADIO-
OEMEENTELHKE F
DISTRIBUTIE.
Lijn 1Hilversum
Liin 2: Huizen.
Lijn 3: Deutschl s. 8.05—8.20,
Keulen 9.20—11.20, Kalundborg
11.20—12.05, Parijs Radio 12.05—
12.35, Brussel (VL) 12.35—14.20,
Kalundborg 14.20-15.20, Keulen
15 2017.10, Lond. Reg. 17.10—
17.20, Brussel Fr. 17.20—18,20.
Keulen 18.20—18.50, Weenen lê.W
—19.35, Keulen 19.35—20.20,
Brussel Fr. 2020—21.35, Lond
Reg. 21.35-22.20, Lelpzig 22.20
-24.-.
Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50,
DeutschLs. 9.35—10.35, Droitwich
10.3511.05, Lond. Reg. 11.05—
11.20, Droitwich 11.2013.35,
Lond. Reg. 13.35 -15.35, Droit
wich 15.35—18.50, Lond. Reg.
1850—20.20, Luxemburg 20.20— jji
22.40, Droitwich 22.40-24.—. X
8
®0090000000000000000000000000é
v*.n de grootte nis die van Japan en
dat zou voor ons land een onmogelijk
heid zijn. Maar ook al zou het kunnen,
dan mag het nog niet. Spr. verwee? naar
da behandeling der Indische begrooting
l*r de Tweede Kamer, en merkte op, dat
do regeering, die de verantwooidelljk-
held aanvaardt van een bewln.1 over 60
millioen menschen, het geld voor een
groote vloot beter zou Kunnen besteden
aan de goedo verzorging der bevolking
in Indië, Dat zou een ethisch verdedi
gingsmiddel zijn.
De heer Z IJ 1 m a n vond de burger
wacht en den B. V. L. een goedkoope
hulp voor de politie, voor welker uitbrei
ding geen geld aanwezig ls.
Do heer Schurer vond deze rede
neering verkeerd, evengoed als hij af
keurde het „werken voor steun." Als er
te weinig politie is, moet zij worden uit
gebreid en mag men daarvoor geen
amateurs nemen. Dat stelsel werkt gees
telijk ook verkeerd, omdat het twee
volksdeelen tegenover elkaar stelt.
De voorzitter sloot hierna de bij
eenkomst op de gebruikelijke wijze
waarop na dankzegging, waarin de heer
Schurer voorging, de vergadering
uiteen ging.
„De Bruine Stier".
Qarrowdale.
Beste Mark,
Kan het dwazer? Ik bracht den nacht
door in dezelfde kamer, waarin jij de laatste
paar weken geleefd hebt. Hier zijn nog
twee Phillips Oppenheim's, die jij Achterliet,
een half pakje sigaretten en vier potlood
schetsen van een meisjeskop (Jean?), wat
alles aan jou herinnert. De ham (maar niet
de eieren), die ik zooeven voor ontbijt had,
moet voor jou gekocht zijn, en niet voor mij.
En nu ben je in Londen. Ik weet dat, niet,
omdat ik een der brieven of telegrammen
die het bericht er van geven, ontvangen heb
en die je gestuurd moet hebben, toen je met
een vaart het land doortrok, maar omdat
Trump het mij hier, gisteravond, verteld
heeft.
Begrijpt je, wat er gebeurd is? Jouw brief
over Marjorie, die enkele dagen vertraging
had, kreeg ik eergisteren, met de tweede
post. Ik maakte ineens de zaken op Peartree
Lodge in orde en vertrok gistermorgen vroeg
naar Keswick, nadat ik, natuurlijk, een tele
gram had verzonden. Gisteren joeg ik in 'n
opgewonden stemming, den geheelen dag
door Engeland - terwijl de regen tegen de
coupéraampjes zwiepte en ik hield mijzelf
bezig met denkbeeldige gesprekken, die ik
met Marjorie en jou voerde. Het was al don
ker, toen ik in Keswick aankwam, 't Was
voor mij een teleurstelling jou niet aan het
station te vinden, maar daar het een gemee
ne avond was, natter dan ooit, terwijl gewei
Rijwielpad langs den Heldersche-
weg?
De gistermiddag ten stadhuize gehouden
vergadering van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Hollands Noorderkwar
tier mocht zich verheugen in een ongewone
belangstelling van de zijde der leden: op
slechts één na (de heer Blaauboer) waren
allen aanwezig.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter, den heer S. W. A r n t z, waren aan
de orde de
ingekomen stukken.
a. Mededeelingen van het departement
van waterstaat en van het provinciaal be
stuur van Noordholland, dat bij aanleg en
verbetering van wegen aandacht zal worden
besteed aan de kleur van het wegdek.
De heer Orondsma juiente dit toe,
maar kwam meteen terug op een reeds eerder
naar voren gebrachten wenk, n.1. om een
witte streep over het midden van den weg te
doen aanbrengen,
De v o o r z i t t e r prefereerde een witte
streep aan de zijkanten. Het gevaar om met
een tegenligger in botsing te komen was dan
z.i. minder groot.
De s e c r e t a r I s zei, dat de A.N W.B
dige windvlagen door de spleten tusschen
de heuvels bliezen, kon ik jou moeilijk er
een verwijt van maken, dat je er niet was.
Indien ik de gevoelige man was dien ik schijn
te zijn, dan zou ik vannacht in Keswick ge
bleven zijn. Maar ik had den dwazen oude
prikkel naar avonturen in mijn hoofd en was
vast besloten „de Bruine Stier" te bereiken.
Vier taxichauffeurs dachten er niet over
naar Garrowdale te rijden, maar de vijfde
een yan die jongens, die altijd een sigaret
in den hoek van hun mond hebben, en er ab
soluut nutteloos uitzien, maar die, met ple
zier. met hun wagen tot vóór de poorten van
de hel zouden rijden sprong beslist van
vreugde op bij de gedachte. Ik ging voor zit
ten, naast hem (het was het minste, wat ik
doen kon) en samen trokken wij door een
zwarte, natte Odyssee. Jij weet, hoe 't is bij
daglicht naar Garrowdale te rijden, dus kan
je je misschien voorstellen wat voor een
tocht wij gisteravond hadden, door wind en
regen. Het nam twee uren, met tusschen de
bedrijven pauzes wegens magneet-moei
lijkheden. De held van het stuk (zijn naam
is George Shepherd) trok er zich geen zier
van aan. Zijn lievelingszin is: „U weet wat
het is!" en, hoe erger het was, des te vroo-
lijker deed hij het uitkomen. Ik heb besloten,
dat ik liever een boek zou schrijven over Ge
orge Shepherd en „U weet wat het is" dan
over de „Hersenschim van het Romanticis
me".
(Wordt vervolgd