DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een „Saargebied" in België.
Minister Colijn over het kolenvraagstuk
flaqeliiktch 0veezicht
^Buitenland
Het landbouw-crisisfonds aanvaard.
Nogmaals de nieuwe
spelling.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
cn Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooi uitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse oummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1-25, elke rerfel meer f
contracten rabat. Groote letlers naar plaatsruimte.
Brieven lianen aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ho. 64 Dit nummei bestaat nit i bladen. Directenri C, KRAK.
Zaterdag 16 Maart 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Zitting Tweede Kamer
Eerste Kamer
Verdedigers van min.
Marchant.
Agitatie in Eupen, Malmedy en St. Vith.
huiszoekingen bij Duitsche propaganda
leiders.
BELGIE WIL GEEN TWEEDE
PLEBISCIET.
Het plebisciet door Duitschland
niet aanvaard.
De rejjeering grijpt in.
Om een nieuw plebisciet.
De Belgische openbare meening.
Wat vandaag de
aandacht trekt
NA DEN GRIEKSCHEN OPSTAND.
Kondylis over de bestraffing
der opstandelingen.
Het onderzoek voor de krijgs
raden.
ALKMAARSCHE COURANT.
es
Den Haag, 15 Maart.
Met 63 tegen 9 stemmen heeft de Ka
mer de begrooting van het landbouw
crisisfonds aangenomen. Tegen hebben
gestemd de communisten, de staatkun
dig-gereformeerden en de heeren Snee
vliet (r.s.) en Vervoorn (platteland).
Ds. Kersten motiveerde de stemmen
zijner fractie, door met name de afslach
ting van het vee af te keuren, en mr.
Vervoorn merkte op, dat de begrooting
meer het karakter droeg van een onder
linge waarborgmaatschappij, dan van
een steunverleening. Hij achtte de las
ten ervan voor de boeren grooter dan de
voordeelen.
De verlenging van de steenkolencon-
tngenteering heeft de Kamer zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd, met
aanteekening, dat de communisten en
de heer Sneevliet tegen waren.
Wij noemen hier in één adem twee
elementen, die zich vanmiddag tegen
over elkaar als vuur en water hebben
gedragen. De heer Sneevliet, Trotzkiïst,
ging te keer tegen „de officiëele com
munisten", die in Rusland in de mijnen
kapitalen zouden hebben verknoeid,
zooals hij het uitdrukte. Daarop plaat
ste de heer De Visser de wel zeer onver
kwikkelijke interruptie: „Bedoel je de
vijf duizend gulden, die jij nog altijd
krijgt?" De heer Sneevliet zeide, op zulk
een smadelijke interruptie niet te ant
woorden, en de voorzitter, na zich het
stenogram te hebben laten voorleggen,
besliste, dat de ontoelaatbare interruptie
uit de Handelingen zou worden ge
schrapt. Vermoedelijk was 's heeren De
Visser's interruptie een toespeling op
's heeren Sneevliet's tractement als Ka
merlid, maar zulk een tractement ont
vangt de heer De Visser zelf ook en men
k--. er den één zoo min als den ander
een verwijt van maken. Of zit er wat
anders achter, dateerende uit den tijd,
dat de heer Snee.vliet nog deel uitmaak
te van het bestuur der communistische
partij en de heeren, althans voor de bui
tenwereld, vrienden waren?
Verschillende sprekers hebben als hun
meening te kennen gegeven, dat de loo-
nen der mijnwerkers niet nog meer
kunnen worden verlaagd. De directies
der particuliere mijnen hebben het
voornemen geuit, de loonen met tien
percent te verlagen, hetgeen veel beroe
ring heeft verwekt. De verlaging is toen
tot 1 April uitgesteld en nu is de Rijks
bemiddelaar aan het werk. Hangende
de onderhandelingen, verklaarden de
regeering en de meeste Kamerleden, dat
men op de loonkwesties niet te veel
moest ingaan. Intusschen heeft de heer
Wijnkoop (c. p.) een motie voorgesteld
tc.. gunste van volledige intrekking van
de verslechteringen in de arbeidsvoor
waarden der mijnwerkers, evenals van
gegeven ontslagen en ten gunste van
werkweken van zeven en zes uren, met
gelijkblijvend weekloon. Dat minister
Colijn verklaarde, zulk een motie, werd
zij aangenomen, niet te kunnen uitvoe
ren, zal geen verwondering wekken.
Goedkeuring van de motie lijkt overi
gens niet heel waarschijnlijk!
Dr. Colijn voerde bij dit wetsontwerp
het woord als „oud-minister van Water
staat ad interim". Juist sedert heden
middag hebben wij weer een minister
van Waterstaat. Dr. Colijn was het gis
teren nog, toen het debat begon, en
uaarom beantwoordde hij met minister
^teenberghe de afgevaardigden. Minis
ter Colijn heeft den stoot gegeven tot
®t!chting van een centraal verkoopkan
toor, vnl. ter verbetering van den afzet
fan kolen in het binnenland. Komen de
mijnen en anderen, wien het aangaat,
met vrijwillig tot vorming van een ver
koopcentrale, dan zal de regeering hen
ertoe dwingen. Er zal ook een zekere
regeling van de productie mede gepaard
gaan en rekening zal worden gehouden
met de belangen van wie tot dusverre
kolen uit het buitenland betrokken. Zoo
eenvoudig is de zaak dus niet. Overi
gens stelt minister Colijn zich er geen
Panacee van voor. Trouwens, hij drukte
zich nog al somber uit over de toekomst
van ons mijngebied. Wel overtreft,
dank zij onzen handelsonderhandelaars,
onze koleninvoer onzen kolenuitvoer
maar weinig meer, maar de stookolie is
een geducht concurrent van de kolen
geworden. En een internationale kolen-
regeling, welke uitkomst zou kunnen
brengen, komt, aldus Z. Exc., in afzien-
baren tijd niet tot stand. Blijkt een cen
traal verkoopbureau niet te helpen, dan
zal de regeering verdere maatregelen
nemen, maar zij zal niet gaan in de rich
ting van het door de sociaal-democraten
gewenschte „kolenschap". Z. Exc. ver
telde nog, dat de Staatsmijnen geen be
zwaar hebben tegen instelling van een
bedrijfsraad voor de mijnindustrie, een
zaak, welke overigens onder minister
Slotemaker de Bruine ressorteert De
aandacht verdient zijn mededeeling, dat
er niet minder dan 650 millioen gl 1. be
legd is in electriciteitsbedrijven in ons
land. Hij is er niet gerust op, dat er ge
noeg op wordt afgeschreven. En wat het
succes van een eventueele prijsverlaging
van electriciteit betreft, was hij veel
minder optimistisch dan ir. Bongaerts
(r.k.); volgens minister Colijn geeft men
allicht de voorkeur aan een Dieselmo
tor.
Bij deze contingenteering zijn ook stik-
stofhoudende meststoffen betrokken.
De heeren Schulthüis (v. d.), J. ter
Laan (s. d.) en Van Kempen (lib.) uitten
in verschillenden toonaard ongerustheid
over prijsstijging daarvan. Volgens den
heer J. ter Laan betalen de boeren twee
millioen per jaar meer dan noodig is.
Minister Steenberghe ontkende, dat de
stikstofhoudende meststoffen in Dene
marken zooveel goedkooper zouden zijn
dan hier, maar beloofde, het prijsver
loop nauwlettend te blijven nagaan.
Z. Exc. heeft voorts een commissie, die
de kolenprijzen voor hem controleert.
Worden die te hoog, dan zal de bewinds
man een beetje meer invoer binnen
laten.
Den Haag, 15 Maart.
Bij de voortzetting van het onderwijs
debat, dat nog niet is afgeloopen, heb
ben de heeren Kranenburg (v. d.) en De
Zeeuw (s.d.) een gelijke behandeling van
openbaar en bijzonder onderwijs ten
aanzien van de concentratie bepleit De
heer De Jong (r.k.) kwam voor het bij
zonder onderwijs op, betoogende, dat het
reeds groote klassen heeft en er weinig
bij te bezuinigen valt.
Voor de rest van het debat was het
grootendeels weer spelling, wat de klok
slaat. Prof. Kranenburg verklaarde, dat
de spellingkwestie hem niet tot emotie
kon opvoeren. Hij achtte 's ministers op
treden staatsrechtelijk juist en merkte
op, dat de voorstanders van De Vries en
Te Winkel hun verlies moeten nemen.
Hij verdedigde den bewindsman tegen
over wie hem zijn studentikoze uitdruk
kingen kwalijk nemen, zeggende, dat
Z. Exc. jeugdig, strijdvaardig en afkee-
rig van „deftighedens" is. Toen hij ver
klaarde, dat anderen de zaak hadden
opgewerkt tot een staatsrechtelijk
vraagstuk, interrumpeerde prof. Loh-
man: „Nu tot een debat, straks tot een
daad". Wat er voor een daad te gebeu
ren staat? Men spreekt over een motie,
welke zal worden ingediend. Laat ons,
ook in het vooruitzicht van een daad,
onze gemoedsrust bewaren.
Minister Marchant genoot nog andere
bescherming dan van zijn partijgenoot.
De heer De Jong steunde hem, vertel
lende, dat de grootvader van het lid jhr.
Michiels van Kessenich al over de ver
eenvoudigde spelling in den senaat het
woord had gevoerd! Zoo ziet men: voor
geslachten kwijnden henen en wij
bloeien op hun graf; maar de spelling
kwestie blijft.
Ook de heer Serrarens (r.k.) viel den
bewindsman bij, één van diens tegen
standers noemende „een hoogleeraar
met een Brabantschen naam en Sicili-
aansch temperament". Daarmee bedoelt
de heer Serrarens blijkbaar zijn partij
genoot prof. Van Ginneken. Het spel
lingverschil doorkruist de politieke par
tijen.
De heer Serrarens, de veranderingen,
welke de taal ondergaat, besprekende,
noemde de taal „een zee met eindelooze
deining". Ja, de heef Serrarens kent zijn
Kloos! Aardig was, dat hij prof. Lohman,
die had gezegd, dat spellingprofessoren
het over spellingveranderingen niet
eens zijn, tegemoet voerde, dat staats
rechtprofessoren het ook niet altijd over
staatsrechtveranderingen eens zijn De
heer De Zeeuw keurde 's ministers be
slissing, buiten de Staten-Generaal om,
niet goed, maar had op de nieuwe spel
ling niet tegen.
De Eerste Kamer is nog niet uitge
speld. Volgende week voortzetting.
Voor- en tegenstanders zeiden, dat er
tegenwoordig wel belangrijker proble
men zijn dan de spelling. Maar onder-
tusschen doen zij het debat uitdijen tot
ongekenden omvang. Over de vraag, hoe
onze landgenooten aan werk en brood
kunnen komen, praat de Eerste Kamer
soms korter.
(Van onzen Brusselschen correspondent).
De Belgische autoriteiten hebben opnieuw
last met het geannexeerde gebied Eupen—
Malmedy—St. Vith, dat een bevolking telt
van een 60.000 tal personen. Men weet, dat
dit Duitsche gebied door het verdrag van
Versailles werd afgestaan aan België, als
vergoeding voor de plundering van de Belgi
sche bosschen, en ook wel om militaire rede
nen. Het verdrag stelde vast, dat een referen
dum moest worden gehouden onder de bevol
king, die zich moest uitspreken vóór of tegen
België. Het referendum had plaats, in 1920,
terwijl in de drie kantons een uitzonderlijk re
giem was ingevoerd, onder de dictatuur van
eneraal Baltia. Al degenen, die zich tegen
annexatie desannexatie heette het offi
cieel verzetten, moesten hun naam in een
register komen schrijven. Er waren slechts
300 inwoners hiervoor te vinden en de Vol
kenbond heeft, nl onderzoek van verscheidene
Duitsche memorandums, de Belgische souve-
reiniteit over het gebied definitief verklaard.
Nooit is het plebisciet in de drie kantons
door de Duitschers als definitief aanvaard
geworden, alhoewel men toch moeilijk kan
aannemen, dat slechts 300 personen op 60000
den moed zouden hebben te protesteeren te
gen de annexatie, indien er waarlijk een
krachtige beweging van verzet onder de nieu
we Beigen leefde. De waarheid zal wel zijn,
dat de bevolking, na den uitputtenden oorlog,
wat onverschillig was geworden en slechts
rust en vrede wou, met stoffelijke welvaart,
en dat zij dit eerder van Belgische dan van
Duitsche zijde verwachtte. Wie waarlijk het
Duitsche vaderland boven alles lief had, zou
er niet voor geaarzeld hebben zijn naam in
het boek te komen schrijven, al stelde hij zich
dan wellicht ook bloot aan moeilijkheden.
Dit beteekent echter niet, dat alles in orde
was met dit plebisciet. Het was n.1. niet ge
heim. Op zich zelf is dat reeds voldoende om
den uitslag slechts onder voorbehoud te aan
vaarden. Velen in België meenen, dat de toen
malige regeering beter had gehandeld meer
waarborgen van onpartijdigheid te verschaf
fen. Den dag na de opheffing van het spe
ciaal regiem in de drie kantons, waarop de
bevolking dus kon beschikken over al de vrij
heden, die in de Belgische grondwet zijn ge
schreven, is de propaganda voor een nieuw
plebisciet begonnen, gesteund met Duitsch
geld en geleid van uit Aken en Keulen
Het resultaat van de volksuitspraak in het
Saargebied heeft de propaganda in het ge
annexeerde gebied opnieuw hevl er dan ooit
doen oplaaien en het is om deze reden dat
de rechterlijke autoriteiten van het parket-ge
neraal te Luik, waartoe het gebied behoort,
en van het parket van eerste instantie te Ver-
viers, met medewerking van een 100-tal gen
darmen een grootscheepsche actie hebben op
touw gezet om het gebied te zuiveren van de
ongewenschte elementen, die in elk dorp en
in elke gemeente agitatie verwekken tegen het
gevestigde gezag. Het is de opvallende bru
taliteit waarmee de propaganda in de laatste
maanden werd gevoerd, die tot het ingrijpen
heeft geleid. Het heeft meer dan plaatselijke
beteekenis, want het wijst er op dat men van
Be'gische zijde geneigd is een einde te maken
aan de lankmoedigheid ten opzichte van de
Duitsche propaganda.
De oorzaak voor het ingrijpen was het ver
moeden, dat de Duitschgezinde propagandis
ten, met geld van over de grens, de jeugd van
het geannexeerde gebied op Hitleriaanscheu
voet organiseerden en dat dus de wet van 29
Juli 1934 op de partijmilities werd overtre
den. Bovenalen ging het er om voldoende-
overtuigend materiaal in handen te krijgen
om een actie in te spannen tegen de leiders
van de beweging, die de Belgische nationali
teit hebben sedert 1920 en hiervan gebruik
maken om vrij propaganda te voeren voor het
nat.-socialisme. Er is namelijk sedert 26 Juli
1934 een wet van kracht, waardoor de Belgi
sche nationaliteit kan ontnomen worden aan
degenen, die deze hebben verkregen en zich
haar onwaardig toonen. Het beroepshof heeft
te Luik en er is slechts één geval van cassa
tie mogelijk, nl. het geval, waarin de
belanghebbende zou bewijzen, dat hij als
Belg geboren werd.
Het was een kleine bezetting, die werd uit
gevoerd. Alle telefoonverbindingen werden
afgesneden in de kantons en op alle plaatsen
werd tegelijkertijd opgetreden. Wat werd ont
dekt is eigenlijk niet buitengewoon sensatio
neel. Er werden Hitleriaansche uitrusting
stukken ontdekt. Er werden photo's gevonden,
die de leiders van de nat.-socialistische bewe
ging in het geannexeerde gebied voorstellen
in Hitleriaansch uniform. In de redactiekan
toren van de „Landbote" en van de „Eupener
Zeitung" werden documenten in beslag ge
nomen, o.m. artikels die door Duitsche pro-
paganda-diensten rechtstreeks waren inge
stuurd. Al deze papieren zullen het wel mo
gelijk maken, dat een 20-tal dezer leiders
beroofd zullen worden van de Belgische na
tionaliteit en over de grens zullen worden
gezet als ongewenschte vreemdelingen.
Zoo is op het oogenblik de practische kant
van de zaak Het is echter waarschijnlijk, dat
de Duitsche propaganda in het geannexeerde
gebied nog wel andere middelen zal weten
te vinden om haar denkbeelden te versprei
den. Geheel deze propaganda gaat slechts
over één punt: er moet een nieuw plebisciet
komen, want het referendum van 1920 was
slechts een schijnreferendumeen nieuw ple
bisciet zal het Duitsch karakter van de drie
kantons bewijzen, die opnieuw naar Duitsch
land moeten gaan. Dit wordt op alle tonen
lig
hierover te beslissen, in casu het beroepshof
gezongen in dé verschillende organen, die in
net gebied worden uitgegeven, met den steun
van geld uit Duitschland en waartegen
slechts één pro-Belgisch dagbladorgaan
staat, n.1. de „Grenz-Echo". Bovendien kan
men dit ook steeds weer lezen in de Duitsche
pers uit Aken en Keulen, die tegen lagere
prijzen dan in de stad waar zij worden ge
drukt in het kleinste dom te verkrijgen zijn.
De Duitschsprekende bevolking van het ge
bied kan trouwens ook niets aanvangen met
de Vlaamsche noch met de Fransche pers uit
Brussel, wegens het taalverschil.
Voor de Belgische regeering is van een
tweede plebisciet "een sprake. Het eerste
werd door de algemeene vergadering van den
Vo'kenbond, na onderzoek van de Duitsche
bezwaren, goedgekeurd. Bovendien heeft
Duitschland zich verbonden, bij de ondertee-
kening van het Locarnoverdrag, in niets de
Belgische grenzen te willen wijzigen. Dit
wordt te Brussel definitief geacht.
De vraag is echter of Duitschland gelijk
heeft te beweren, dat de Duitsche bevolking
van de drie kantons niets liever wenscht dan
naar Duitschland terug te keeren. Wij door
kruisten herhaaldelijk het gebied van de drie
kantons. Al kan van het kanton Malmédy
worden getuigd, dat het een Waalsch karak
ter heeft, dit beteekent nog niet dat de bevol
king niet Duitsch-gezind zou zijn. Van Eupen
en St. Vith kan niets anders worden gezegd
dan dat er veel is, dat de bevolking scheidt
van de andere Belgisch0 bevo'kingsgroepen.
In de eerste plaats de taal raet de daaruit
voortvloeiende vervreemding ten opzichte van
alle Staatsbesturen en openbare Belgische
'ichamen. Deze vervreemding is volstrekt on
betwistbaar. Stoffelijk hebben de gebieden
niets anders dan gewonnen bij de scheiding,
want de Belgische regeering heeft zorgen ge
had voor deze nieuwe Belgen, die de oude
keizerlijke regeering nooit kende. De wel
vaart is er meer dan verdubbeld. Het ant
woord op de vraag hangt dan ook af van de
andere vraag, of de bewoners van het ge
naaste gebied de oude eultureele banden en
be'an"en sterker achten dan het materieele
belang van voorspoed en vooruitgang.
Wat de Be'gische openbare ineening betreft
zou het verkeerd zijn te beweren, dat deze
buiiengewoon geestdriftig is over de „weer
gevonden broeders". Men beschouwt het ge
val meer uit practisch oogpunt. Dat Duitsch
land een stuk van zijn gebied heeft moeten
afstaan, zoo zegt de doorsnee Belg, is rede
lijk Het Du'tsche leger heeft ons genoeg ge
plunderd En als er militaire redenen zijn
dan is dit ook redelijk. Onze veiligheid gaat
voor alles. In rechte is, met het Locarno-ver
drag, de zaak afgedaan en al de Duitsche
Een „Saargebied" in België. (Dag.
Overzicht).
Verlenering van Franschon mili
tairen diensttijd. (Buitenland).
Mislukte stratosfeertocht van
Wiley Post. (Luchtvaart).
De F 36 maakt .heden een rond
vlucht boven Nederland. (Lucht
vaart).
De invoer van rijwielen en onder-
deelen is met ingang van 1 Maart
j.1. voor een tijdvak van 5 maanden
gecontingenteerd. (Binnenland).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
De gemeenteraad van Bergen be
sloot een bevredigende oplossing te
zoeken voor den herbouw van het
oude huis. (Gemeenteraden).
(Zie verder eventueel laniaée
berichten).
ZIJ, DIE ZICH MET
1 APRIL A.S. VOOR
MINSTENS 3 MAAN
DEN OP DIT BLAD
ABONNEEREN, ONT-
VANGEN DE TOT
DIEN DATUM VER-
SCHIJNENDE NUM
MERS FRANCO
EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
i—
propagandisten moet men maar over de grens
zetten of op een of andere wijze onschadelijk
maken. Doch indien de bevolking in België
niet kan aarden en als 's lands essentieele
belangen niet worden geschaad, ja dan
Kortom, de doorsnee-Belg maakt van de
kwestie geen geloofs-artikel en hij zou wel
nooit in het vuur loopen om de „weergevon
den broeders" te behouden.
De Grieksche minister van oorlog, gene
raal Kondylis, heeft in een onderhoud met
een specialen verslaggever van de „Evening
Standard" te Athene het volgende ver
klaard:
„Zoolang ik hier zit kan niemand er aan
denken, dat koning George van Griekenland
terugkeert".
Kondylis ontkende, dat de regeering de
uitlevering zou eischen der gevluchte opstan
delingen. Zij zullen bij verstek door militaire
gerechtshoven veroordeeld w°rden. Wanneer
zij terugkeeren wordt het vonnis ten uitvoer
gelegd. Keeren zij echter niet terug, dan zal
de regeering niets ondernemen om hen in
handen te krijgen. Op de vraag of de opstan
delingen doodgeschoten zouden worden, ant
woordde Kondylis: Zij zullen bestraft wor
den, maar de regeering heeft niet den wensch
bloed te vergieten".
Het onderzoek der krijgsraden heeft reeds
eenige bijzonderheden aan het licht gebracht
over de voorbereidingen van den opstand.
Deze voorbereidingen werden geleid dooi een
z.g. republikeinsche organisatie, welke tot
doel had de regeering-Tsaldaris ten val te
brengen.
Deze organisatie had te Athene en Piraeus
750 cellen. De leider der organisatie was
een persoonlijke vriend van Venizelos, gene
raal Papoelos, die eveneens is gearresteerd.
De leden ontvingen ook wapens, om. z.g.
degenstokken. Tegelijkertijd werd propagan
da gevoerd onder de officieren en onder-offi
cieren van leger en vloot.
De leuze was, dat de republiek zich in ge
vaar bevond.
Toen de voorbereidingen voldoende gevor
derd waren, begaf Venizelos zich van Athene
naar Kreta.
Er is een plan gevonden voor de verove
ring van Athene.
Venizelos had groote financieele beloften
gedaan en ook promoties toegezegd.