De „Vrijheidsbond" in vergadering bijeen.
MET DE SNIP NAAR DE WEST.
WARMENHU1ZEM
lahgehduk
BEEMSTER
DE RIJP
Binnenland
Doel, streven en actie der Liberale partij.
Voor inkrimping der steunverleening
aan bedrijfsleven en werkloozen.
'rf' er
van Lidth de Jeude
EERSTE KIEVITSEI VOOR
H. M. DE KONINGIN.
Geraapt te Hijdaard.
NIEUW-MALTHUSIAANSCHE BOND.
TWEE BRUIDJES GEDUPEERD.
Boerderijbrand te Groesbeek.
Luchlvaarl
Siem v. d. Molen schrijft een roman
van de „Snip".
Fragment uit zijn boek.
Siem v. d. Molen
Poets met wat goeds,
met I VOROL, de
ivoor tandpasta
Per tube 40 en 60 et, doos 20 ct.
Tijde lijk
een tube Amilda mat eream
gratis ter kennismaking.
Wat Mijnhardt maakt is goed
De R.K. kiesvereeniging alhier hield de
zer dagen een vergadering in het Patronaats
gebouw. De voorzitter, de heer Jn. de Groot,
opende met den chr. groet.
Als ingekomen stuk las de voorzitter een
schrijven voor van den secretaris van den
Rijkskring Den Helder, naar aanleiding van
de verkiezing van de Prov. Staten op 14 April
a.s.
Voor den gemeenteraad zijn de volgende
candidaten ingekoedend: K. Molenaar, Joh.
de Groot, W. Dekker, C. Beemsterboer, W.
Molenaar Jr., Jn. Ligthart, A. de Groot Jacz
Jn. de Groot Jacz., P. Tesselaar Gz., A. Nan-
nes, Ambr. Groot, P. Mosch Dzn. en C. Roo-
z endaal.
Daar de rondvraag niets opleverde sloot
de voorzitter de vergadering met den chr.
groet.
'Dat de nood onder de broodvisschers
in het Geestmerambacht groot is blijkt
wel uit het feit, dat de vergadering der
visscherevereeniging, welke anders al
tijd 's middags werd gehouden, thans
's avonds zal plaats vinden, omdat
het grootste deel der visschers in de
werkverschaffing is tewerk gesteld.
De Oosthuizerweg.
De Oosthuizerweg in de Beemster vanaf
Middenweg tot den dijk bij Schermerhorn
verkeert op het ooger.blik in slechten staat.
In verband met den aanleg van den nieu
wen hoofdweg moet thans het verkeer naar
Alkmaar over dezen weg plaats hebben.
De A.N.W.B. en de K.N.A.C. hebben nu
aan het wegbestuur verzocht een spoedige
verbetering van dit weggedeelte te willen
bevorderen
Dr. G. Jebbirik. f
Op 52-jarigen leeftijd is te De Rijp
overleden dr. G. J. Jebbink.
De overledene, die ongeveer 13 of 14 jaar
in deze gemeente practiseerde, was bij de
bevolking zeer gezien.
Ofschoon hij sinds enkele weken lijdende
was heeft de dood nog plotseling een einde
aan dit werkzame leven gemaakt.
Zaterdag en gisteren is te Am
sterdam de algemeene vergadering
gehouden van de Liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond".
De goedbezochte vergadering
werd geleid door mr. M. H. de Boer
inplaats van den voorzitter van den
Bond, mr. W. C. Wendelaar, die
door ziekte verhinderd was.
In zijn openingswoord herinnerde de voor
zitter aan het overlijden van ir. J. Kalff, die
op zoo eervolle wijze deel heeft uitgemaakt
van het kabinet. De leiding der partij was
verheugd, toen jhr. ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude geroepen werd tot minister van water
staat, omdat wij weten, hoe groot zijn be
kwaamheden zijn en tevens welk een goed en
overtuigd liberaal hij is. Het verheugt spr.,
dat de minister deze vergadering bijwoont.
Vervolgens gaf spr. eenige politieke beschou
wingen. Deze regeering is opgetreden met
een tweeledig doelzij zou trachten het bud
getair evenwicht te herstellen en het gezag
der overheid, dat in de laatste jaren al te
zeer had geleden te versterken. De liberalen
onderschreven met volkomen instemming dit
programma. Het is geen wonder, dat de libe
ralen de tegenwoordige regeering met groo-
te voldoening begroetten. Toch valt het niet
te ontkennen, dat de algemeene voldoening
van toen wel eenigszins is getemperd. Men
dient echter niet te vergeten, dat de ontwik
keling van de conjunctuur de regeering wei
nig wind in de zeilen heeft gegeven. Wat het
herstel van het budgetair evenwicht betreft,
meen ik aldus spr. dat daaraan inder
daad belangrijk werk is verricht. Doch de
vraag blijft, of het tempo waarin de regeering
zich aan het bezuinigingswerk heeft gezet
wel blijk geeft van haar zoo menigmaal uit
gesproken vast besluit de gaafheid van onze
gulden te handhaven. Van een wezenlijke ver
sobering van den staatsdienst is nog steeds
een voornemen. Wel is de indiening van een
bezuinigingsontwerp meermalen toegezegd,
maar deze toezegging is nog steeds niet in
gelost. Alleen loonsverlaging zal oplossing
van de moeilijkhedeiTfcunnen geven. De libe
ralen hebben reeds jaren geleden de afwij
zing van elke niet-noodzakelijke overheids
bemoeiing de betrachting van uiterste zuinig
heid bij den publieken dienst en de instand
houding van een klein, doch goed gesala
rieerd ambtenarencorps voorgestaan. Gaar
ne wordt erkend, dat de versterking van het
gezag der overheid krachtig is ter hand ge
nomen. Meer dan ooit is in dezen tijd samen
werking van allen met allen noodig. In één
opzicht -zijn onze wenschen niet vervuld. Nog
steeds is het mogelijk, dat volksvertegenwoor
digers, die zoowel krachtens het Nederland-
sche Staatsrecht als volgens hun eed gebon
den zijn om de wetten des lands en het alge
meen belang te behartigen, ongestraft van
hun positie misbruik maken om de grondsla
gen van den staat te ondermijnen.
Wat de toekomst aangaat, is er naar mijn
meening, aldus spr., geen enkele reden, deze
regeering, die in haar buitengewoon moei
lijke taak de steun en medewerking van alle
goedgezinde Nederlanders noodig heeft, en
daarop ook aanspraak kan maken, ons ver
trouwen op te zeggen. Dat beteekent niet, dat
wij haar blindelings zullen volgen. Enkele
punten in het bijzonder treden op den voor
grond, in de eerste plaats onze vrijheid. Vrij
heid is onbestaanbaar zonder recht. Waak
zaamheid voor het behoud van onze staat als
rechts-staat is juist in dezen tijd bijzonder
geboden. De gecompliceerde en voortdurend
wisselende economische verhoudingen en de
iisch van een krachtig gezag vragen wel eens
maatregelen, die snel genomen moeten wor
den of onvoorzien zijn. Niet altijd is er vol
doende tijd, om zich de bevoegdheid tot het
nemen van die maatregelen te verschaffen en
en is de verleiding groot, om het met de be-
voegdheidsvraag niet zoo nauw te nemen.
Toch meent spr., dat daarmee niet mag wor
den getransigeerd, vooral niet, omdat al te
gemakkelijke usurpatie door regeerders van
niet verleende bevoegdheden den weg baant
tot dictatuur. Een andere overweging voor de
toekomst zal moeten zijn, of niet iets moet
worden gedaan om de, voortdurende afbraak
van het openbare onderwijs te keeren, terwijl
het bijzonder onderwijs even welig als voor
hen blijft tieren.
Ook de defensie vraagt onze aandacht. De
toestand in Europa laat niet toe, onverschil
lig te staan tegenover de handhaving onzer
onafhankelijkheid. Misschien zal de noodza
kelijke bezuiniging onze weermacht ook niet
kunnen sparen. Maar van tevoren dient men
te weten, dat de liberalen daarbij niet verder
zullen gaan dan vereenigbaar is met de
handhaving van het weerbaarheidspeil.
Indien het juist is, dat de ontwikkeling
van het maatschappelijk en politiek leven is
gegaan langs de lijnen, die de liberalen het
eerst hebben vooruitgezien, en dat Neder
land thans en regeering heeft, zooals de libe
ralen die vroeger hebben gewenscht, dan
moet het wel verwondering wekken, dat hun
politiek bij de andere partijen niet meer In
stemming heeft gevonden. Geen partij in ons
land wordt zoo heftig bestreden als de onze.
Wij echter kunnen er trotsch op zijn, dat de
liberale politiek de wereld welvaart heeft ge
bracht, en het geestelijk peil van de mensch-
heid heeft verheven. Wij willen vrije libera
le Nederlanders zijn en blijven, ons verhef
fend door eigen kracht en eigen strijd en
steunend op eigen verantwoordelijkheid.
Misschien zullen wij het niet bereiken,
maar wij kunnen ervoor strijden, want
om met Thorbecke te spreken niemand
heeft zijn ideaal in de hand, maar waarheen
stuurt hij, die het niet in het oog houdt?
De vergadering liet een daverend applaus
hooren, nadat spr. zijn rede had beëindigd,
waarna het Wilhelmus werd gezongen.
Na deze openingsrede stelt de voorzitter
voor een telegram te zenden aan H.M. de ko
ningin, waarin de onverbrekelijke trouw van
de leden van den Vrijheidsbond wordt uitge
sproken. (Hartelijk applaus.)
Voorts deelde de voorzitter mede, dat van
mr. Wendelaar een telegram was ontvangen,
waarin hij de Vrijheidsbond een goede ver
gadering toewenscht. Een telegram van ant
woord werd gezonden, waarin een spoedig
algeheel herstel werd uitgesproken.
Het woord
was daarna
aan den minis
ter van water
staat, jhr. ir.
O. C. A. van
Lidth de Jeude
Spr. dankte
voor het wel
kom hem toe
geroepen en
erkende, dat
hem een zware
last op de
schoudlers is
gelegd, toen hij
benoemd werd
als opvolger
van wijlen mi
nister Kalff.
Spr. is het niet
ons met hen
die beweren,
lat de liberale
;artij zich lie
ver afzijdig
had moeten
houden, want
dan zou de
partij haar invloed op den gang van zaken
hebben prijsgegeven. Met de belangen en
wenschen van de partij behoort toch reke
ning te worden gehouden. Het is echter nood
zakelijk, dat wij in eigen kring, zei spr., dui
delijk formuleeren, wat wij wenschen, opdat
de liberale begrippen niet vervagen. Het is
aan de algemeene vergadering de juiste for
mule te vinden, waarop instemming wordt
gevonden van het liberaal voelend Neder
land. Twee bondgenooten, zegt spr., heeft
de liberale partij: de ontvankelijkheid van
ons nationaal karakter voor de liberale le
vensbeschouwing en de ongunst der tijden
die velen de oogen opent.
Spr. hoopt, dat deze vergadering die juiste
formule zal vinden. Men zegt, zoo besloot
spr., dat we ons thans in de ebbe bevinden.
Spr. hoopt, dat de liberale partij in den
vloedstroom met volle zeilen Nederland zal
binnenvaren. (Applaus.)
Hierna heette de heer Walrave Boissevain
namens de afdeeling Amsterdam de vergade
ring welkom. Het jaarverslag, uitgebracht
door dr. H. J. Pippel, vermeldt o.m., dat het
aantal afdeelingen op 31 Dec. j.1. bedroeg
362. Van de 362 afdeelingen hebben 212 hun
aantal leden opgegeven. Zij telden 22172 le
den. In het afgeloopen jaar werden zes nieu
we afdeelingen gesticht. Daarna werd aan
den penningmeester, den heer S. v. d. Bergh,
decharge verleend van zijn beheer.
De vergadering ging daarna over tot huis
houdelijke besprekingen.
Op deze vergadering zijn bij de
stemming voor de vervulling van
vier vacatures in het hoofdbestuur
gekozen, mej. mr. E. C. van Dorp,
mr. A. N. Molenaar, prof. mr. C. W.
de Vries en A. A. Barendregt.
In huishoudelijke vergadering is het beleid
der Kamerfracties besproken, waarbij tevens
werd gediscussieerd over eenige moties be
treffende de economische politiek. De behan
deling van het rapport der commissie-De
Boer werd gedelegeerd aan den partijraad.
Een motie-Heemstede, handelende over de
cumulatie, werd met algemeene stemmen aan
genomen. Een door de afdeeling Amsterdam
ingediende motie over de landsverdediging
werd aangenomen, evenals een motie van de
afdeeling-Den Haag tot behoud van het par
lementaire stelsel en een motie van de afdee-
ling-Wassenaar over de door de partij te voe
ren actie, waarover bij Kamerfracties, hoofd
bestuur en partijvergadering absolute een
stemmigheid bleek te bestaan.
Het hoofdbestuur zal thans overwegen, op
welke wijze het best de verschillende sugges
ties kunnen worden verwezenlijkt.
Aan de spanning die ieder jaar op
het Friesche platteland heerscht, wie
het eerste kievitsei zal vinden, i6 een
eir.de gekomen. De heer J. Hingst te
Hijdaard was de gelukige die in de lan
derijen onder genoemde plaats het eer
ste ei opraapte, hetwelk aan H. M. de
Koningin werd opgezonden.
De strijd was dit jaar wel bijzonder
scherp, want enkele uren later vond de
heer Douma te Offingawier, het tweede
ei. Dit werd, zooals gebruikelijk, aan
den Commissaris der Koningin in Fries
land gezonden.
De Nieuw-Malthusiaan6che Bond heeft
Zaterdagavond in „Kras" te Amsterdam
een algemeene vergadering gehou len
onder leiding van den heer J. N. Goud,
algemeen voorzitter. Het verslag van den
secretaris, den heer G. J. Selier, ver
meldt o.m. dat het aantal afdeelingen in
het afgeloopen jaar gestegen is tot 41,
terwijl het ledental in stijgende lijn is.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester wijst een bedrag aan
van 19621 aan inkomsten en uitgaven
en een saldo van 5713.
De jaarverslagen werden goedgekeurd.
De, aftredende bestuursleden werden
herkozen.
In de Zondag voortgezette vergade
ring werden huishoudelijke zaken be
handeld.
Zondagmorgen, terwijl de meeste be
woners ter kerke waren, ontstond, waar
schijnlijk door kortsluiting, brand in het
achterhuis van de boerderij van de we
duwe Binnenhei. Het geheele pand
brandde af. Het vee kon worden gered.
De uitzetten van de beide dochters, die
na Paschen in het huwelijk zullen tre
den, zijn evenals de verdere inboedel,
verloren gegaan. De schade wordt door
verzekering gedekt.
UITVERKOOPEN EN OPRUIMEN
IN HET WINKELBEDRIJF.
Een adres van den Kon. Ned.
middens andsbond over het be
treffende wetsontwerp.
De indiening van het wetsontwerp inzake
regeling betreffende het uitverkoopen en op
ruimen in het winkelbedrijf is door het
hoofdbestuur van den Kon. Ned. midden
standsbond met groote voldoening ont
vangen, aldus een adres van dezen bond
daar hiermede voldaan wordt aan een
reeds jarenlang in middenstandskringen ge-
koesterden wensch.
Het hoofdbestuur beveelt evenwel eenige
wijzigingen én aanvullingen ter overweging
aan.
In de eerste plaats is het hoofdbestuur
van meening, dat het aanbeveling verdient,
van het begrip „winkelbedrijf" in art. 2 van
het wetsontwerp een omschrijving te geven,
welke overeen zou kunnen stemmen met die
van het begrip „winkel" in art. 1 der Win
kelsluitingswet 1936
In dit verband is het van belang, de in
dacht erop te vestigen, dat art. 2, zooal^lit
thans luidt, de mogelijkheid open laat, dat
door marktkooplieden een groote opruiming
wordt georganiseerd.
In de tweede plaats acht het hoofdbestuur
het gewenscht, dat naar analogie van art.
3 t.o.v. de opruimingen in art. 6 wordt be
paald, dat de Kamer van Koophandel en
Fabrieken bepaalde benamingen kan voor
schrijven, waaronder bedoelde uitverkoopen
mogen worden aangekondigd.
Vervolgens acht het hoofdbestuur het ge
wenscht, dat in het wetsontwerp waarbor
gen tegen misbruiken in verband met oprui
mingen worden gegeven voor de periode,
gedurende welke de opruimingen zonder
vergunning zijn toegestaan.
Dit zou kunnen worden bereikt door aan
artikel 12 een sub c toe te voegen, luidende:
„mondeling of bij geschrifte eenige onware
mededeelingen te doen, welke kan strekken
tot misleiding van het publiek of tot nadeel
van concurrenten"
Aangezien het twijfelachtig is, of art. 6
wel voldoende beteugeling van het euvel der
z.g. vliegende winkels biedt, ware deze on
zekerheid op te heffen door de toevoeging
van een vijfde lid, luidende:
„Behoudens bijzondere omstandigheden
ter beoordeeling van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken, wordt de vergunning,
bedoeld in het eerste en tweede lid, slechts
verleend, indien de aanvrager kan aantoo-
nen, dat de winkelnering tenminste geduren
de één jaar in het perceel, waarvoor de ver-
gunning zal gelden, voor den verkoop van
dezelfde goederen is uitgeoefend".
Verder is het hoofdbestuur van oordeel,
dat in art. 6 een bepaling opgenomen dient
te worden, waarin de Kamer van Koophan
del en Fabrieken tevens de bevoegdheid
wordt gegeven om een eenmaal verleende
vergunning in te trekken, wanneer van de
gegeven vergunning niet op bonafide wijze
gebruik wordt gemaakt. Hierbij dient aan te
sluiten de bevoegdheid om in geval van het
houden van een uitverkoop of opruiming, in
strijd met de bepalingen dezer wet, deze te
stuiten.
Teneinde de opsporing van overtredingen
te vergemakkelijken en te doen geschieden
door personen, die met het bedrijfsleven be
kend zijn, ware het gewenscht, dat ook aan
ambtenaren der Kamers van Koophandel
en Fabrieken opsporingsbevoegdheid kan
worden verleend. Daartoe waren artikel 16
van het wetsontwerp aan te vullen
Tenslotte zou het bestuur art. 10 van het
wetsontwerp aldus gewijzigd willen zien,
dat de daarin bedoelde commissie zal fun-
geeren als een commissie van advies en be
slissing over de al of niet verleening van
een vergunning wordt overgelaten aan het
bureau Kamer met beroep op de voltallige
vergadering.
Hierbij wordt aangenomen, dat van de
desbetreffende besluiten van de Kamer in
gevolge art. 22 van de wet op de Kamers
van Koophandel, nog beroep open staat op
den minister.
Zulks acht de Kon. Ned. middenstands
bond zeer gewenscht.
BRAND TE BEMMEL.
Gistermiddag te ongeveer half één is
brand uitgebroken in de kapitale boerderij
en tuinderij van den heer Ebben te Bemmel,
Het huis stond in een oogwenk in lichter
laaie. Het geheele complex brandde tot den
grond toe af. Van den inboedel kon niets
worden gered. De brand is veimoedelijk ver
oorzaakt door vonken uit een autogeen-lasch-
apparaat
Het beroep van den vlieger inspi
reert tot schrijven. Het K.L.M.-
corps telt onder zijn leden reeds
de bekwame auteurs Viruly en Van
Veenendaal en als dritte im Bunde
kondigt zich thans aan de marco
nist van de „Snip", de heer S. v.
d. Molen.
In het boek „Alles O. K.
Draaien!", dat binnenkort te Am
sterdam zal verschijnen, beschrijft
Van der Molen den tocht van de
„Snip" naar West-Indië. Dank zij
de welwillendheid van den uitgever
was de Tel. in staat reeds thans een
fragment van Van der Molen's
spannend verhaal te publiceeren.
Het is het gedeelte, waarin hij zijn
indrukken weergeeft van Schiphol
in den donkeren, stormachtigen
nacht van het vertrek.
Wij nemen hieronder het frag
ment over en laten dus onzen stad
genoot Siem v. d. Molen aan
woord:
het
Als een nieuwe vogel was de „Snip" van
Waalhaven naar Schiphol gekomen. Waar
eens gezellige,'gemakkelijke stoelen stonden,
waren nu groote, roodbruine benzinetanks,
de kaartentafel, de radio-instal'atie. Ook
ramen waren er niet meer in de cabine,
waar die gezeten hadden, was nu linnen ge
plakt met „Holland-West-Indië" op den bui
tenkant; 20 kilo glas was er zoo nog afge
haald. Ook de W.C. was er uitgesloopt en de
W. C.-deur en een groot gedeelte van hel
plafond van de cabine. Hoe lichter het vlieg
tuig, hoe meer benzine er meegenomen zou
kunnen worden, het werd tot op halve onsjes
afgemikt.
En zoo brak eindelijk de groote dag aan
De proefvluchten warer. alle vlot verloopen,
zelfs met een gewicht van ruim negen dui
zend kilo was de „Snip" nog als een veertje
de lucht ingegaan, de radio werkte perfect,
we waren, wat er bij schijnt te hooren, ge
filmd door Polygoon, we hoefden dus nog
maar in te stappen om te kunnen vertrekken
De laatste dag thuis was lan? en verve
lend. De meest noodzakeliike afscheidsvisites
waren al 'n paar dagen tevoren afgewerkt,
je koffers waren allang gepakt, stonden
klaar om zoo maar mee genomen te kunnen
worden en 't liefst was je nu ook maar met
een vertrokken. Ja, zoo^n laatste dag thuis
kan vervelend zijn; als je vrouw iedere keer,
wanneer ze merkt, dat je naar haar kijkt,
probeert te glimlachen en het 'e'kens half
mislukt; waardoor je maar weer grapjes
tracht te maken om haar wat op te vrool ij
ken, zonder daarvoor zelf in de stemming
te zijn. Als je rusteloos door het huis loopt
tc dazen; je bent klaar, je wilt weg. De reis-
zenuwen hebben je te pakken, komen pas tot
rust, als je vertrokken bent.
Nee, zoo'n laatste dag, als je 's avonds
laat pas "ertrekt
Maar ook aan dezen dag kwam een einde;
't werd negen uur, tien uur, half elf, daar
kwam de wagen. We gingen naar Schiphol.
Een Schiphol, dat alleen nog maar als
iets verwards, als iets krankzinnig verwards
in mijn herinnering voortleeft, waaruit
een paar felle, vlijmscherpe, diep-
plotseling
ingegrifde, alleenstaande beelden te voor
schijn komen. Beelden, die telkens weer op
duiken, als ik terugblik aan dezen chaos van
niet te ontwarren gebeuren. Aan het Schip
hol van dien nacht
Gestaag valt een alles doordringende
regen, doet je tot op je botten verkillen en
maakt groote plassen op het platform, waar
in het felle schijnsel van schijnwerpers en
Jupiterlampen grillig weerkaatst wordt
Drommen menschen loopen je voorbij, men-
schen, die je nog nooit gezien hebt, die je
misschien nooit meer zien zult, met zware
jassen aan en hoogopstaande kragen voor
den regen en den ijzigen wind, die over 't veld
blaast. Ze hebben onwezenlijke gezichten als
witte vlekken tusschen het zwart van hun
jassen en hoeden. Ze stappen voorzichtig
over de plassen heen, loopen door en blijven
dan weer staanze gapen je aan al die witte
vlekken, ze zeggen wat tegen je en lachen
dan. Je hoort de klank van hun woorden,
het klinkt vriendelijk en aanmoedigend, maar
al die woorden rennen en duikelen over el
kaar heen en je zegt maar ja en merci en
weer ja en je schudt handen, handen han
den.
De witte vlekken gaan weer verder, maar
er komen weer anderen, tientallen, honder
den, duizenden, het begint je te duizelen, het
lijkt een verwarde droom, maar door dat
alles heen voel je scherp en duidelijk die
klein hand op je arm, die daar al uren
schijnt te rusten, die je arm probeert vast te
houden als om nooit weer los te laten En als
je opkijkt, blik je in een paar betraande
oogen en kijk je naar een mond, die tracht te
lachen en zachtjes: „Fijn, hè?" zegt.
Wat probeerde je dapper te zijn in dat
warmbenauwde opgepropte rookerige restau
rant, waar een op en neer deinend geroeze
moes van verwarde stemmen was en witte
kellnerjassen heen en weer flitsen door de
grauwe rook, je maakte zelfs nog een grapje
tegen dien langen ober, die onze koffie
bracht. Ja, vliegersvrouwen moeten dapper
zijn
In een dichte massa verdringen de men
schen zich om het toestel. Ze sleepen je hier
naar toe, ze sletpen je daar naar toe, je
schudt weer handen, je praat met een minis
ter, met een generaal en het dringt alles
nauwelijks tot je door.
Dan plotseling sta je met z'n vieren op
een rij, met Hondong, Van Balkom, Stolk en
als mokerslagen hameren de woorden van je
baas op je in, van je directeur. Ieder woord
treft doel, dringt door tot in je diepste bin
nenste, doet je kaken krachtig op elkaar zet
ten. Weg, alle sentimentaliteit, weg alle an
dere gedachten; er is alleen nog maar de
vlucht, die je nu gaat beginnen, niets, niets
anders; geen vrouw, geen huis, alleen maar
de komende vlucht.
En zijn woorden bijten zich in je vast, blij
ven de hele reis bij je. Gauw nog een lange,
laatste zoen, een paar bemoedigende woor
den en dan de machine in. Dicht die cabine
deur!!
Nee, nog één komt er aansnellen, klimt het
vliegtuig binnen. „Bijna zouden jullie me ont
snappen, maar dat lukt jullie zoo maar niet
Hij schudt handen. „Goede reis, Hondong,
hou je maar taai, ouwe rakker. Goeie reis,
Van Balkom, Stolk, Van der Molen". Dan
kan de deur dicht, ook deze laatste, die af
scheid van ons nam, ook Beekman is weg-
De motoren daveren, maar worden over
stemd door spreekkoren van honderden men
schen, die de naam van Hondong brullen.
Zelfs het gieren en loeien van de wind wordt
overstemd, het regent nog steeds met gewel
dige vlagen. Daar staat m'n vrouw, ik kan
haar net zien uit het overgebleven raampje in
de cabine. Ze wuift en lacht en huilt tegelijk-
Ze staat net onder een straal water, die
van den vleugel afdruipt, 't Moet met stralen
haar hals inloopen; het plenst op haar bont
jas, de jas. waar ze altijd zoo zuinig op is>
ze merkt het niet, ze huilt en lacht en wuift;
Als een vurige flits schiet Schiphol voorbij,
als wij nog een keer langszwieren, dan be
gint een donker dreigende nacht, we zij"
vertrokken, onze jeugddroomen worden be-
waarheid, het leven begint.