Deanti-rev. Kamerkieskring Den Helder
ALKMAARSCHE COURANT.
HET GEHEIMZINNIGE LANDHÜÏS
feuilleton
Gemeenteraden
Stad en Omgeving.
Openbare vergadering in de Geref. Kerk
te Alkmaar.
Rede van den leider der partij.
HOORN
Deze Zaterdagmiddag gehouden vergade
ring mag flink bezocht genoemd worden: ae
kerk was zoo goed als geheel bezet; er waren
vele menschen van buiten.
Vóór den aanvang werd onder begeleiding
vas het orgel gezongen Ps. 89 7, alsmede
verschillende vaderlandsche liederen, waar
na op verzoek van den voorzitter, den heer
L. H a r m s uit Zaandam, nog werd gezon
gen Ps. 84 3. Deze las daarna voor Ps.
124 en 125 en ging vervolgens voor in ge
bed. Hij sprak daarna een welkomstwoord,
mededeelende dat deze vergadering was in
de plaats gesteld van de gewone bijeenkomst,
een wijziging in de gewoonte, omdat de ver
gadering dezen keer door de op handen zijn
de staten- en raadsverkiezingen belangrijker
was dan anders. Spr. constateerde met vol
doening, dat er in Alkmaar meer leven in de
a.-r. kringen is gekomen en sprak den wenscll
uit, dat ook in Den Helder meer licht mag
worden ontstoken.
Spr. dacht terug aan de rede van dr
Colijn hier ter stede vóór de laatste Kamer
verkiezingen. Veel is er sinds dien gebeurd,
maar niet veel verbeterd. Van verschillende
kanten wordt strijd gevoerd tegen de regee
ring en het a.-r. beginsel, maar laat dit
zei spr. voor ons juist een reden zijn op te
wekken tot waardigen bezielenden strijd.
Op spr.'s voorstel werd besloten een tele
gram te sturen aan dr. Colijn, waarin zegen
werd toegewenscht voor zijn arbeid in het be
lang van land en volk.
Na het zingen van „Dat 's Heeren zegen
op U daal'kreeg
de leider der a.-r. partij,
de heer J. S c h o u t e n, het woord.
Deze begon met op te merken, dat er over
het algemeen slechts weinig over de samen
stelling van Staten en gemeenteraden wordt
gesprokenwel hoort men veel over de lands-
politiek en de hoop wordt geuit, dat de Sta
tenverkiezingen een veroordeeling zullen
geven van de richting waarin de landsregee-
ring gaat. Dit is reeds een bewijs van de ver
warring van onzen tijd.
Tal van politieke partijen spreken uitslui
tend over het regeeringsbeleid in plaats van
over het provinciaal bestuur, waarop wij
vooral thans onze aandacht gericht hebben,
cok al met het oog op de samenstelling van
de Eerste Kamer. Het is onze roeping om
met inspanning van alle krachten er toe
mede te werken, dat ons volk op de juiste
manier wördt voorgelicht en te wijzen op de
waarde van de critiek.
Daarom wilde spr. niet nagaan, welke fou
ten in de laatste vier jaren aan het provin
ciaal bestuur hebben gekleefd; hij wilde dat
overlaten aan hen, die zich in de provinciale
zaken meer hebben ingewerkt. Spr. zou den
algemeenen toestand willen bezien.
Men moet Nederland niet zien als een
zelfgenoegzaam land, dat alleen met zich
zelf te maken heeft, maar als een land, dat ten
nauwste is betrokken bij het wereldgebeuren
Alles wat er ter wereld gebeurt, heeft in
vloed op onze welvaartsbronnen en op de
uitzichten voor de naaste toekomst. En er ge
beurt nogal veel wat ons ontzaggelijke
schade gerokkent. Spr. wees op Rusland en
op Italië (dat het oude keizerrijk wil herstel
len), op Duitschland (dat naar de middel
eeuwen terug gaat), op Engeland (dat on
danks alle democratie ongerustheid in de
wereld brengt), op Amerika (dat bewijst dat
elk gevaarlijk experiment het leven schaadt),
en op België (waar men niet ernstig onder
het oog durft te zien, wat de tijdsomstandig
heden vragen.) De ontwikkeling van den toe-
stand in al deze landen bewijst, dat er veel
dreigt; bij dit alles heeft Nederland groot
belang.
Van alle zijden wordt gepoogd het Neder-
landsche volk de meening bij te brengen, dat
wat in ons land gebeurt, het tegendeel is van
wat zou kunnen en moeten gebeuren.
Wat de verschillende politieke partijen ten
deze verrichten, werd door spr. nagegaan.
De S.D.A.P. gaat zooveel mogelijk in tegen
wat de regeering meent te moeten doen met
het oog op de tijdsomstandigheden. Zij wij
zen steeds af wat de regeering noodig oor
deelt en meenen een jaar later, dat die maat
regelen wel genomen moeten worden. Zij ko
men in dit opzicht steeds een jaar achter
aan. En in ander opzicht juichen zij weer te
vroeg (spr. wees hierbij o.a. op de juich
tonen van destijds over de maatregelen van
den Amerikaanschen president, welke jubel
is gestaakt, nu gebleken is, dat die experi
menten weinig succes hadden.) Maar van
erkenning van te laat komen of te vroeg
juichen is geen sprake bij de soc.-dem. Thans
wijzen zij weer op Scandinavië, waar men
volgens hen de crisis op veel betere wijze be
strijdt dan in ons lana. Maar zei spr.
het zal wel niet lang meer duren of wij
hooren ook daar niet meer over, want het zal
wel blijken, dat de methoden van Scandina-
nië gevaarlijk zijn voor de werkelijkheid.
Straks zullen de soc-dem. ook wel weer Bel
gië als voorbeeld willen aanwijzen met zijn
samenwerking tusschen r.k. en socialisten,
een samenwerking, die naar spr.'s overtui
ging sterk „rammelt" en zeker tot verrassin
gen zal leiden.
Uit alles blijkt, dat de soc.-democratie
leeft van de critiek op de regeering en dat zij
niet in staat is aan te geven, hoe het anders
en beter moet.
De Chr. Dem. Unie verkeert in de positie
van een klein roeibootje, dat is gebonden aan
een zeekasteel. Dit is de S.D.A.P.. welker
activiteit de werkzaamheid der Chr. Dem.
Unie bepaalt. Wat vandaag door Albarda
wordt gedecreteerd, wordt morgen voor 99
pet. door van Houten overgenomen. In wat
de C. D. U. propageert in betrekking tot de
defensie, financiën, de koloniën, enz. komt
men tot de overtuiging, dat haar z.g. prin
cipe lijnrecht ingaat tegen het a.r. beginsel
ten aanzien van staat en maatschappij. Ver
schillende dwaalleeringen hebben grooten in
vloed in de C. D. U. en men brengt kerk en
wereld, christendom en maatschappij in een
verkeerde positie ten opzichte van de historie.
De Staatk. Geref. Partij heeft op 7 Febr.
haar jaarvergadering gehouden, waarin ds
Kersten een openingsrede uitsprak, waarin
hij zei, dat de a.r. de vijanden zijn van de
oude beproefde waarheden, „versjacheraars
van ons calvinistisch volk". Spr. meende, dat
de haat van ds. Kersten tegen zijn vroegere
5eestverwanten wel erg moet zijn, en als zóó
e belijders van het christendom in Neder
land andere belijders te lijf gaan, mogen wij
wel bidden, dat God het positieve christen
dom niet van al zijn invloed zal berooven.
Spr. stelde vast, dat duizenden in deu lande
zich het recht aanmatigen te spreken over
onze bewindslieden (de ministers dr. Colijn
en De Wilde in het bijzonder), van wie men
beweert, dat het te verwonderen mag zijn,
dat men een zóó dom en ongunstig stelletje
aan de regeering bracht. Spr. stelde hier*
tegenover vast, dat het ministerie zijn uiter
ste best heeft gedaan om tegemoet te komérL
aan de nooden van ons volk, al zal menigeen
niet met alles .wat gedaan werd, ingenomen
zijn.
Maar wat hebben de heeren critici gedaan
om de nooden des volks te leeningen? Niets,
en als zij geroepen werden, trokken zij zich
terug (spr. memoreerde hetgeen gebeurde te
Amsterdam). Spr. wees er hierbij op, dat de
Engelsche soc.-democratie nooit is door
drenkt geweest met het marxisme en dat ook
de Scandinavische soc.-democratie heel an
ders is dan de Nederlandsche. Als Albarda
had gedaan wat de leiders der Britsche en
Scandinavische soc.-democraten deden, zou
hij al lang geroyerd zijn geworden.
Ir. Mussert, de leider der N.S.B., roept op
zich los te maken van de politieke partijen,
die volgens hem het land hebben verscheurd.
Zijn positie is zóó, dat hij geheel alléén de
candidaten zijner partij noemde voor de Sta
ten en gemeenteraden Dit is zuiver de wil
van den enkeling! Onwaarachtig vond spr.
de meening, dié de N.S.B. in woord en ge
schrift verspreidt, als zou zij het christendom
willen beschermen. Hij merkte op, dat het
program der N.S.B. bijna eensluidend is met
dat der Duitsche nationaal-socialisten. En
onjuist is het, dat men in Nederland zou
kunnen doen wat in Duitschland mogelijk
bleek. Het program van Mussert heeft niets
ontvangen van het Nederlandsche volks
karakter in de beste beteekenis van het woord.
Speciaal punt 17 van het program der N.S.
B. werd door spr. naar voren gebracht; het
beteekent, zei hij, dat in Nederland zou wor
den herhaald (als Gcd "niet"verhoedt, dat de
N.S.B. hier tot de macht 'komt), wat in
Duitschland is gebeurd. Öan zal niet wor
den aanvaard, wat God wll^inaar wat de
mensch wil. Spr. vermaSiïae óm het program
van ir. Mussert te bezien in Calvimstischen
geest. Onbegrijpelijk is het, dat de N.S.B.-
ers het Wilhelmus nog kunnen zingen, het
staat (blijkens programpunt 17) tegenover
hun eigen beginselen.
Wij moeten als a.r. onze positie goed zien,
zei spr. Wij zijn door het ministerie geens
zins beroofd van het recjit om rekening te
houden met het a.r. inzicht in de landspoli-
tiek. Wij hebben de volle vrijheid, maar dan
de vrijheid der gebondenheid; dat is ander»
dan de vrijheid van Mussert, van Houten of
van de soc.-dem., zij prediken de vrijheid der
ongebondenheid.
De wereldpolitiek brengt* ons land in on
telbare moeilijkheden en gevaren, die echter
door onze regeering worden gezien. Zij
roept ons volk daarom op tot samenwerking
en medewerking tot behoud van het schip van
staat. En nu moet het de historische princi-
pieele roeping der anti-rev. zijn om de werke
lijkheid te zien en met beslistheid achter de
regeering te staan. Wat er zal komen, weten
wij niet. Wij weten alleen, dat men overal
meent, dat er geen uitkomst in de wereld is
zonder herstel van de otidë machtsverhoudin
gen van vóór 1914. Te raidden van dit alles
voelt de anti-revolutionnair slechts één steun
punt: het geloof aan Ood.
Nuchter en werkzaam en waakzaam gaan
wij in dat geloof de verkiezingen weer in.
(Applaus.)
Aan het einde der rede werden staande
twee coupetten van het Wilhelmus gezongen.
De heer H a r m s bracht den heer Schou
ten hartelijk dank voor zijn bezielend betoog,
de hoop uitsprekend, dat deze nog lang als
leider der a.r. gespaard zal mogen blijven.
Slotwoord.
Ds. T e r 1 o u w, herv. predikant te Alk
maar, sprak een slotwoord, waarin hij zeide
aan te nemen het woord,te mogen voeren on
der geestverwanten, „al. zijn wij kerkelijk
veelal gescheiden."
Eigenlijk vond spr. het niet goed, dat een
predikantaan politiek doet, maar hij wilde niet
ontkennen, dat ook predikanten op dat ter
rein een roeping kunnen hebben. Echter, zij
dienen daarbij voorzichtig te zijn, omdat
veler hart gesloten blijft vopr den predikant,
die aan politiek doet.
Onjuist noemde spr. dé stelling „her
vormd, dus chr.-historisch", tenzij zij worde
aangevuld met „dus anti-revolutionnair".
Spr. ging hierop nader in. De scheidslijn
gaat niet langs de kerken, maar dwars er
doorheen.
Met als uitgang Spreuken 29 18 gaf
sjpr. een persoonlijk getuigenis. Hij zag in
dit woora een profeet, die in persoonlijk con
tact staat met God. Profetie wordt in onzen
tijd te veel gemist, hoewel de a.s. partij nog
duizenden telt en telken jare vele nieuwe lid
maten tot de kerken toetreden. Echter, levend
geloof is er te weinig, tot schade van de
geestelijke goederen van.het volk. Er dreigt
veel gevaar van buiten (dok van .mede-chris
tenen) en gevaar van binden; En daartegen
moet de profetie aan kracht winnen, tot bé-
Hbifd 'en nerstel van den invloed en de kracht
der a.r. partij. Dat zal -kunnen, als hare
leden leven uit een levend geloof Zoder den
geest der profetie zal er verdeeldheid en ver
warring komen, terwijl de ware profetie een
heid brengt en kracht om te strijden tegen
den gezamenlijken vijand
Spr. haalde de rede aan van prof. Severijn
op de vergadering van a.c. voormannen in
Utrecht, waarin tegen verbrokkeling stelling
werd genomen en hij sprak de hoop uit, dat
dit woord ingang vindè.
Laten wij ophouden anderen te beschuldi
gen, zei spr., maar de hand in eigen boezem
steken en onze fouten erkennen en in de toe
komst pogen ze te vermijden. Er is te veel
praat-christendom en te weinig daad-chris-
tendom.
Tot het belijden van schuld in dezen en tot
het bidden om levend gcloofwekte spr. oj>.
Gezamenlijk werd gezongen Ps.
waarna ds. Terlouw de bijeenkomst
met dankzegging.
sloot
Haiis, kom terug bij je ouders
Je wensch is vervuld:
Wij hebben een abonnement genomen op de
11<
ci piuauuuisi ocjjici ui. 111. v. j.
Sutton, alt. 1.20 J. Muscant en zijn
orkest. 2.-20 Het Schotsche Studio
orkest, mmv. A. Samuei, sopraan
3.35 Or.pl. 4.20 Lezing. 4.40
Strijkkwartet mmv. B. Thurstan, so
praan. 5.35 BBC-dansorkest o. 1. v.
H. Hall. 6.20 Ber. 6.50 Bach-kora-
len. 7.10 Fransche lezing. 7.40
Gr.pl. 7.50 Causerie. 8.20 Dottie
Ditties, gevar. progr. 8.30 Best Sel-
lers, populair concert. 8.55 „Four
fouls in fanatsy", gevar progr. 9.20
Gr.pl. 9.50 Ber. 10.10 en 10.20 Le-
zing. 10.40 Italiaansche balletmu
ziek olv. Robinson. 11.35—12.20
Lew Stone en zijn band.
IVCWUliUUUlg it.AV—1U.4V,
Brussel VI. 16.20-18.20, D.sender -
18.20—19.35, Beromünster 19.35— O
21 40, Leipzig 21.40-23.20, Wee-
nen 23.20-24.-.
Lijn 4: Parijs 8.058.50,
Deutschlandsender 9.35—10.35,
Droitwich 10.35—11.05, Lond Reg.
11.05— 11.20, Droitwich 11.20—
15.20, Lond. Reg. 15.20—16.20,
Keulen 16.2017.50, Etroitwich
17.50—18.20, Keulen 18.20—18.50
Lond. Reg. 18.50—20.55, Droit
wich 20.55-21.50, Lond. Reg.
21.50—22.40 en Droitwich 22.40—
24.-.
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Prietsley, door H. A. C. S.
55)
„Ik bedoel, dat u het heel gemakkelijk
zoudt kunnen koopen". En ik knipte met
mijn vingers en zag naar haar gezicht en
hoe het Betrok, ,,'t Is alles verhypothekeerd.
Rossett is nu arm, erg arm. U zoudt hem
kunnen uitkoopen, hem weg krijgen, zonder
dat het u in ongelegenheid brengt. Tenslot
te zijn die Rossetts daar lang genoeg ge
weest".
„Ik zou er niet van droomen zoo iets te
doen. Het idee zelf! Arme mr. Rossett!" Zij
was erg verontwaardigd. „Ik zou nooit één
rustigen nacht in het huis doorbrengen,
wanneer ik zoo iets gedaan had. En dan
zoo'n gedistingeerde oude familie ook, een
van onze allerbeste!"
„Ja", zei ik, „het is erg goed bloed".
Echter zou het niet heel lang duren, verze
kerde ik haar, voor iemand hen er uit zou
draaien, 't Was slechts een kwestie van
maanden. Alles zou weg moeten. Had zij de
mooie oude schatten van het huis gezien?
Neen, dat had ze niet. Op dat oogenblik
kwam Marjorie binnen en ik vertelde haar
met een luide stem, met opzet nadrukkelijk,
dat mr. Masham nooit de schatten van
Farthing Hall had bekeken.
„Hoe grappig, dat je dat juist zegt!" riep
Marjorie, ter wij! zij een brief te voorschijn
haalde en hem in de hoogte stak, opdat wij
hem zouden bekijken. Hij was van Rossett,
die ons alle drie ten eten vroeg, voor mor
genavond. Alles hangt, geloof ix, van mor
genavond af en Farthing Hall en wan
neer je er over gaat nadenken terecht zal
ons Trafalgar zijn. Ruim den rommel aan
jouw kant op en wacht dan op den postbode.
Je ROBERT.
P.S. Ik heb zooeven Rossett's briefje beke
ken. Wat voor poot schrijft hij? Je weet het
opeens, nietwaar? groote onregelmatige
letters, dikke streepen, doorhalingen enzoo-
voort. Nu, het is een feit, dat hij een erg
net, klein, sierlijk, vrouwelijk schrift schrijft,
evenals iemand in „Persuasim". Zoo'n
soort wereld is het nu vreemd als een kwal.
20 Jermyn Street.
Beste Bob,
Enkele dagen geleden schreef je mij den
langsten brief van je leven. Ik maak je mijn
compliment, door nu den langsten van de
mijne te schrijven den langsten, dien ik
ooit aan eenig menschelijk wezen schrijven
zal, behalve aan Jean en zij maakt eigen
lijk ook geen uitzondering, omdat ik het
plan heb, wanneer wij eenmaal getrouwd
zijn, nooit van haar gescheiden te Blijven
voor langer dan vier en twintig uren.
Dit zal een lange brief worden, omdat ik
geloof, dat het den climax en finale van
mijn geheele avontuur beschrijft. Er moeten
nog een of twee kleinigheden opgehelderd
worden Jean moet bijvoorbeeld haar be
spottelijk engagement met dien mijnheer uit
het Noorden afbreken, en iets moet voor den
ouden man Rossett worden gedaan, maar
de gebeurtenissen van twee uren geleden (ik
schrijf dezen brief in mijn éigen kamer 't
is juist even na middernacht) maken een
eind aan mijn avontuurlijke bestaan. Je
zult hooren.
De laatste dagen zijn erg moeilijk ge
weest. De jonge Rossett allereerst, is een
groote zorg geweest Hij gaat kapot onder
de behandeling van Mulligan. Ik kreeg er
gisteren bij hem uit, heel duidelijk, dat hij
het laatste jaar twee documenten vervalsch-
te, om het een of ander in bezit te krijgen,
dat hij zich voorstelde aan een andere par
tij te verkoopen en tenslotte ook verkocht.
Mulligan heeft de documenten. Hij was
ook in een erg onaangenaam spel van Mul
ligan betrokken en moest de kastanjes uit
het vuur halen het e$n of andere .dobbel
spel, begreep ik. Hij betuigt, dat hij volko
men en volstrekt misselijk is van de geschie
denis. Of het alleen een kwestie van de
druiven, die zuur zijn, is, weet ik niet, maar
ik verbeeld mij, dat er iets behoorlijks in
den jongen is hoe kan het anders bij
Jean's broer? Als een vrouw, die een ster
ken geest heeft, hem maar met haar beide
handen vastpakte! Maar waar is de vrouw,
die zichzelf plagen zou met zulk een crea
tuur?
Ik trachtte hem te overtuigen, dat Mulli
gan niet zoo iets verschrikkelijks is, als hij
zich voorstelt, dat hij slechts een vieze. winó.
zak van een bullebak is, waar je makkelek
De gemeenteraad heeft een vergadering
gehouden onder leiding van burgemeester
mr. Leemhorst.
Afwezig de heeren Boldingk en Bossert.
De hoofdschotel van deze vergadering
vormde de salarisherziening, waarbij tevens
in behandeling komt het amendement-Betlem
(wethouder), hetwelk aldus luidt:
Voor de groepen I tot en met IV van de
werklieden de maximtim-week, resp. jaar-
loonen te bepalen op f 30— f 1560; f 31—
1612; 32-ƒ 1664; 31716.
Dit voorstel wijiet af van het voorstel van
de meerderheid van B. en W., welke deze
loonen 1 lager aangeven.
Het voorstel-Betlem geeft aan, wat in het
0. O. is aangenomen.
Nadat de heer Betlem het amendement
heeft toegelicht, wordt het woord gevoerd'
door de heeren Hendriks (s.-d.); van Bockx-
meer (r.-k.); v. d. Plas (c.*h.) en Dorhout
(v.-d.), waarbij blijkt dat de onderscheidene
fracties, met uitzondering van de v.-b., zich
met het amendement van den heer Betlem
kunnen vereenigen.
De voorzitter en wethouder Spaander ver
dedigde het voorstel van B: en W., omdat
naar hun meening de loonen volgens aan
drang der regeering niet mogen uitsteken
doorheen prikken kunt, maar twee vervalsch-
te documenten zijn aardig concrete dingen
en gisteravond zat hij op mijn vuile sofa en
begroeide ïaar met zijn neete iranen.
Hij schijnt nu tot niets in staat dan tot
huilen. Zijn zenuwen zijn nu heusch heele-
maal in de war; of waren 't, tot op de won
derlijke gebeurtenissen van dezen avond,
waarvan ik je nu ga vertellen.
Maar er is in ieder geval dit zeer behoor
lijke aan hem: hij haat de gedachte aan de
gevangenis, natuurlijk dat is vrij natuur
lijk maar erger voor hem is de schok,
dien het schandaal geven zal aan den fami
lietrots van zijn vader. Hij haat den ouden
man, maar respecteert dien trots in hem;
niet voor zichzelf natuurlijk hij zegt her
haaldelijk, dat hij wenscht, dat hij nooit fa
milie had gehad haar hij heeft precies ge
noeg verbeelding om zich in te denken, dat de
hartstocht bij zijn vader een groote harts
tocht is, iets grooters en fijners dan iets,
dat hij zelf heeft.
Mijn andere moeilijkheid is die met Jean
geweest. Zij heeft zich gedurende de laatste
dagen opgewerkt tot een toestand van
krankzinnigheid, met het oog op haai
broer. Hij wil haar niets vertellen en, oin
hem recht te doen: hij tracht zich te ver
mannen, wanneer hij bij haar is. Maar zij
kent hem goed genoeg om te begrijpen, dat
hij een booze angst heeft over iets of
iemand, en dat zij in het donker verkeert,
maakt het, natuurlijk, des te zwaarder voor
haar.
Ik ben niet in staat geweest haar iets te
vertellen dat zij mij moet vertrouwen, dat ik
er alien moed op heb, dat ik de zaak redden
boven die in het vrije bedrijf. Voorts zal
door aanneming van het amendemert-Betlerfi
voor den dienst 1 April t.m. 31 Dec. 1935 een
tekort ontstaan van f 1200.
Het eindresultaat van de besprekingen
was, dat het amendement van den heer Bet
lem met 12 tegen 1 stem (van den heer
Spaander) werd aangenomen.
Hierna werd de geheele salarisverordening
zonder hoofdelijkt stemming aangenomen,
waarbij de regeling van het O. O. volledig
is doorgevoerd.
Tevens komt aan de orde een voorstel tot
aststelling van een verordening op het ven
ten in de gemeente Hoorn.
De heer Smits )r.-k.) achtte het een groot
Sebrek, dat deze ontwerp-verordening buiten
e middenstandsvereenigirigen tot stand is
gekomen, die er ten nauwste belang bij
hebben.
Spr. diende een amendement in, waarbjj
de middenstandsorganisaties in deze ver
ordening worden ingeschakeld.
Het amendement werd verworpen met
5—8 stemmen. Vóór de 5 katholieken.
De heer van Boxmeer (r.-k.) zei, dat door
de bepaling van den leeftijdsgrens van 18
jaar, verschillende personen gedupeerd zou
den worden, die thans mogen venten
Na eenige discussie werd besloten, de be
paling aan te vullen met deze strekking, dat
aan de wensch van den heer v. B. om be
paalde personen hun vergunning te laten
behouden, zal worden voldaan.
zal dien ik, tot vanavond, niet had. Maar
haar moed en dapperheid zijn van de mooi
ste soort. Ik heb jou gezegd, dat zij ouder
wetsch is jij hebt net zelf gemerkt. Zij
heeft oude idee's, oude manieren, oud ge
loof en ai wat ik kan zeggen is, dat zij haar
zóó prachtig ten dienste staan, dat, als de
moderne, cocktail-verzwelgende heldin-met
even goed zijn, ik mijn hoed voor ze at-
r.eem.
Niettemin is zij wanhopend angstig. Ik
heb tenminste dit om mij mee te troosten,
dat, als ik niet naast haar stond, zij over
haast, gek, dapper iets zou doen, dat waar
schijnlijk beiden, haar zelf en haar broer, in
de een of andere noodlottige bei oerc igheid
zou brengen. Zij is even moedig als Musso-
lini Ik kan mij voorstellen, dat zij bij je
moderne, cocktail-verzelgende heldin-met-
kort-geknipte haren een sul zou lijken. Zij
heeft nooit van Freud gehoord, nooit een re
gel van Aldous Huxley gelezen, en is met
niemand van de familie van mrs. Charlus
intiem. Ik pas bij haar en zij past bij mij.
Zij is, moet ik er bijvoegen, zich nauwe
lijks bewust van het bestaan van onzen
vriend Mulligan of was het niet tot
vanavond. Zij had hem tweemaal ontmoet
en hij maakte heelemaal geen indruk op
haar. Hij is eenvoudig een vriend van haar
broer, die vriendelijk is geweest voor dat
veel Belovend jongmensch en dus is zij hem
dankbaar. Of juister gezegd zij was
het tot vanavond. Ik geloof, dat zij hem nu
beter kent.
Wordt vervolgd.