Radio«Amaleurlsme.
Hoofdagent schoot zijn chef dood.
Hoe 't kwam, dat de gedegradeerde hoofdagent den
commissaris van politie te Schiedam neerschoot.
20 jaar geëischt.
WAT HET BEOOGT I
Zooals we in ons nummer van
gisteren reeds in 't kort meldden,
heeft gisteren voor de Rechtbank te
Rotterdam terecht gestaan de 46-
jarige gedegradeerde hoofdagent
van politie uit Schiedam, die op 1
December j.1. zijn commissaris, den
heer F, Ellenberger, in zijn bureau
heeft doodgeschoten. Moord, subsi
diair doodslag wordt ten laste ge
legd. Er was buitengewoon veel
belangstelling voor deze zaak.
Reeds vroeg stonden honderden
menschen voor den ingang van de
publieke tribune. De gereserveerde
tribune, die 50 tot 60 plaatsen telt,
was geheel bezet. Het aantal pers
plaatsen was aanmerkelijk uitge
breid.
In de rechtszaal bevond zich 'n verkleind
houten model van het interieur van het Schie-
damsche politiebureau. Uitgestippeld was,
hoe de verdachte naar het bureau van zijn
chef was gewandeld, en waar de kogelgaten
waren gekomen.
De verdachte werd bijgestaan door twee
verdedigers, mr. K. W. Zieleman en mr. A.
de Wilde. Er waren 19 getuigen gedagvaard,
onder wie de deskundigen dr. E. C. van Rijs-
sel en dr. J. J. van Straaten, benevens de heer
H. Stülemeyer, die tijdens den aanslag burge
meester van Schiedam was. Alvorens de
openbare behandeling van de zaak te begij
nen, vertoefde de rechtbank geruimen tijd in
raadkamer.
Verdachte komt binnen.
Toen om tien uur de verdachte onder toe
zicht van drie rijksveldwachters werd binnen
gebracht, trad een diepe stilte in.
De president begon met een verhoor van
den verdachte, die kalm en correct antwoord
de. Wat hij zich herinnerde, zei hij vrijuit.
Ik heb niet gericht, begon hij, ik heb in
het wilde weg geschoten.
President: Wat is er nu eigenlijk gebeurd?
Verdachte: Ik ben ten onrechte gedegra
deerd, wegens een politieschandaal te Schie
dam.
President: Ja, ja, maar de feiten.
Verdachte: Toen ik binnenkwam, had ik
mijn zenuwen niet meer in bedwang. Ik moet
mij nog bij den inspecteur van dienst gemeld
hebben, maar dat weet ik niet meer. Binnen
moet ik van mijn revolver gebruik gemaakt
hebben.
President: Kunt u geen duidelijker be
schrijving geven van het gebeurde?
Verdachte deed vervolgens een relaas, van
wat zich in de dagen vooraf afgespeeld had.
Hij had zich de smadelijke behandeling van
het verwijderen der distinctieven sterk aan
getrokken. Hij was bier gaan drinken. Het
ergste vond hij, dat hij als gedegradeerde
dienst moest gaan doen aan het bureau Bin-
nenhavenweg, een centrumdistrict.
President: Hebt u die degradatie aan den
commissaris geweten
Verdachte: Ja, maar ik heb eeuwig spijt,
van wat ik gedaan heb.
Op verzoek van den president gordde ver
dachte vervolgens zijn koppel om en trok hij
de jas aan, zooals hij deze gedragen had ten
tijde van het misdrijf.
De verdachte demonstreerde, hoe hij de re
volver getrokken had.
PresidentU weet, ebt dit door de deskun
digen niet waarschijnlijk wordt geacht.
Verdachte: Ik ben niet met koel overleg en
beraden te werk gegaan. Ik deed het in een
opwelling. Dag en nacht heb ik steeds voor
mijn chef gereed gestaan.
Mr. van Lookeren Campagne, rechter: Wat
was u van plan, toen u de kamer van den
commissaris binnenstapte?
Verdachte (schouderophalend): Och, dat
kan ik niet zeggen.
De strafmaat.
De president las vervolgens de schriftelijke
verklaring voor, die de verdachte bij aen
rechter-commissaris heeft afgelegd. Het bleek
een nauwkeurige opsomming te zijn van wat
zich achtereenvolgens had afgespeeld. De op
dracht om als gewoon agent dienst te doen
op de Groenmarkt, een druk punt, voerde
hij aan als een tentoonstelling aan de schand
paal. Iedereen kende hem in Schiedam, hij
deed al 24 jaar dienst in de stad. Dit vond
hij een veel te zware straf.
Daarna las de president een rapport voor
van inspecteur E. N. N. Dasoul. Hierin wordt
medegedeeld, dat verdachte gedurende het
laatste half jaar herhaaldelijk misbruik had
gemaakt van sterken drank. Ook was er een
rapport van commissaris Ellenberger aan
den burgemeester. Daarin werden laakbare
handelingen tegenover superieuren geconsta
teerd. De instructie om zich van sterken
drank te onthouden, had hij in den wind ge
slagen. De commissaris achtte straf noodza
kelijk. Verdachte had blijk gegeven de hem
eens verleende onderscheiding in den vorm
van promotie tot hoofdagent niet meer waar
dig te zijn. Een ander rapport maakte mel
ding van het feit, dat verdachte zich voor het
vervoer van krankzinnigen meer liet uitbeta^
len dan waar hij recht op had. Verdachte ont
kende deze feiten niet. Wel zeide hij nooit
dronken te zijn geweest, al dronk hij dan wel
eens een borrel.
Het getuigenverhoor.
Nadat het verhoor van verdachte een uur
in beslag had genomen, werd dr. E. C. van
Rijssel als eerste getuige gehoord. Deze had
de doodsoorzaak van den heer Ellenberger
vastgesteld. Het hart en de kaak waren door
een kogel getroffen. Het hartschot was doo-
delijk, dit schot was van boven af gericht.
De kogel had den rug op een lagere plaats
verlaten dan hij de borst was binnengedron
gen, vermoedelijk is dit doodelijk schot dus
gelost, toen de commissaris nog in zijn bu
reaustoel zat. Daarna moet het slachtoffer
nog ongeveer tien minuten hebben geleefd.
Ook het kaakschot moet gelost zijn, toen de
commissaris nog in zijn stoel zat. Deze ver
klaring is van belang, omdat verdachte is
blijven ontkennen, dat hij gericht heeft op
den commissaris. Hij zou alleen maar in het
wilde weg geschoten hebben volgens eigen
verklaring. Het is dus een bezwarende om
standigheid, dat juist de eerste twee schoten
het hart en het hoofd getroffen hebben.
Dr. A. D. de Leeuw gaf soortgelijke ver
klaringen. Hij had het slachtoffer in sterven
den toestand leunend tegen den muur achter
den bureaustoel aangetroffen. Dr. J. M. Kolff
had het moordwapen onderzocht. Het func-
tionneerde behoorlijk.
Agent L. J. Vis, die tijdens den aanslag in
de kamer van den commissaris was, gaf een
relaas van het gebeurde. Hij achtte het niet
geheel onmogelijk, dat verdachte zijn revol
ver reeds gereed had onder zijn overjas, toen
hij binnenkwam. Hij moet in dat geval wel
heel snel gehandeld hebben. Er zijn drie
schoten vlak achter elkaar gelost.
Agent L. Hagestein bevestigde dit. Ver
dachte was uiterst kalm, toen hij binnen
kwam. Hij gebruikte niet zijn handen om de
deur achter zich te sluiten. Hij duwde haar
dicht met de linker elleboog. In de linker
hand hield hij een papier.
Inspecteur E. M. H. Katoel vertelde nog
eens nauwkeurig, wat er gebeurd was. Get.
verklaarde, dat de commissaris verdachte
lang de hand boven het hoofd heeft gehou
den. Strikt noodig was het niet geweest om
hem in het centrum der stad te werk te stel
len. Het was niet gebruikelijk, dat het lagere
politiepersoneel met gewapende revolvers in
geopende zak liepen. Er bestonden geen
voorschriften daaromtrent. Verdachte was in
dienst kort aangebonden, maar zeer correct
en vriendelijk tegenover zijn superieuren en
minderen. Zijn eergevoel was sterk ontwik
keld.
De weg naar het huis van be
waring
Rechercheur H. J. Lugtenburg legde ver
klaringen in denzelfden geest af. Getuige
had verdachte naar het huis van bewaring
gebracht. Tijdens den rit had verdachte ge
sproken over een eventueel behoud van zijn
pensioen, en over de vraag, hoeveel straf hij
zou krijgen. Getuige kreeg den indruk, dat
verdachte zich weinig van het gebeurde heeft
aangetrokken.
Inspecteur J. A. Blomsma heeft kort voor
den aanslag een normaal kalm gedrag bij
den verdachte geconstateerd.
De psychiater, dr. K. Penoen, deelde mede,
dat de verdachte een ebo-centrisch karakter
had. Hij is stil, en moet zijn moeilijkheden
zelf verwerken. Hij was ten deele onverschil
lig. Hij hield zich niet streng aan de normen.
Hij was ietwat eigengerechtigd. De teleur
stellingen stapelden zich op en tenslotte
President: Moet hij hebben rondgeloopen
stond hij er bijna onvoorbereid tegenover.
met het plan zijn chef te dooden?
E>e psychiater: Hij had geen behoefte zijn
hart uit te storten, wat hij zeide, deed hij ter
verdediging. De toestand was tegen Decem
ber onhoudbaar voor hem geworden. Er
moest iets gebeuren heeft hij aan spr. ver
klaard. Ook heeft verdachte op den ochtend
van den aanslag met zelfmoordplannen rond
geloopen.
Wraak?
President: Was er sprake van wraak?
Psychiater: Ja, het geheel is op te vatten
als een daad van wraak.
Mr. de Moor: Heeft de alcohol hem beïn
vloed?
Psychiater: Hij was geen alcoholist. Maar
de alcohol heeft in het algemeen wel een ver-
standverminderende werking.
President: Was de aanslag een soort ex
plosie of een doelbewuste handeling?
Psychiater: Hij wist niet precies, wat
hij deed. Zijn toestand was zeer critek.
Vervolgens trad oud-burgemeester H.
Stülemeyer naa,r voren, die mede ver
telde, welke feiten hem in aanraking
hadden gebracht met verd. De man kon
niet zonder controle werken. De bij
baantjes brachten hem buiten controle.
Dat heeft hij niet kunnen verdragen.
Maar ook andere oorzaken maakten den
commissaris ontevreden over dezen
man.
Het requisitoir.
In zijn requisitoir sprak de officier
woorden van deelnemiqg jegens den
heer Ellenberger, wiens uitnemende
kwaliteiten als mensch en politiechef
door spr. werden gereleveerd.
Uitvoerig schetste spr., wat uit de ge-
tuigenverhooren is komen vast te staan.
Verdachte was trotsch op zijn streepen;
hij had ze dan ook eerlijk verdiend. Hij
was een correct en beleefd politie
dienaar. Hij kreeg verschillende bij
baantjes, die extra-vergoedingen ople
verden. Hij genoot in dienstverband
groote vrijheid en het volste vertrou
wen van zijn chef.
In 1934 is het misgeloopen. Hij ging
zich slecht gedragen, en als hij ter ver
antwoording werd geroepen ontkende
hij de feiten of beloofde beterschap. Hij
ging over tot een gedrag, dat van een
politieman niet kan worden getolereerd.
Op 23 November werd den verdachte
medegedeeld, dat hij zou worden gede
gradeerd. Op 1 December was dat dus
geen nieuws voor hem. Het motief tot
zijn daad kan dus niet de eenvoudige
mededeeling zijn.
Het verwijderen van de distinctieven
door den politie-kleermaker heeft den
verdachte zeer aangegrepen. Dit ge
schiedde evenwel in het belang van de
goede orde.
Vooral het vooruitzicht dat hij op het
drukke plein de Koemarkt dienst moest
doen, heeft dezen man verbitterd. Dat
was de zwaarste straf, die men hem kon
aandoen. Wellicht heeft de commissaris
daarmee willen te kennen geven, dat het
uit moest zijn met alle weekhartigheid
tegenover dezen agent. Zijn chef had
hem ook kunnen ontslaan.
Met voorbedachte raad?
Heeft hij zijn daad gepleegd met voor
bedachten rade?, ging spr. voort. De
Hooge Raad neemt voorbedachten raad
alleen aan, als de pleger van een nood
lottige daad van te voren in kalm over
leg zich rekenschap heeft gegeven van
wat hij zou gaan doen. Dat ontkent nu
de verdachte. Zijn gedrag gedurende
den ochtend sluit kalm overleg niet uit.
Uit zijn gesprekken met de menschen,
die hij ontmoette, valt af te leiden, dat
hij zich tot kort voor zijn misdaad geen
duidelijk beeld had gevormd van wat hij
zou gaan doen.
Psychologisch moet de daad ver
klaard worden uit de overweging van
den verdachte, dat nu zijn laatste steun,
de vriendschap met den commissaris,
hem was weggevallen, hij radeloos was
geworden.
De voorstelling van zaken, zooals ver
dachte die geeft, moet naar het rijk der
fabelen worden verwezen. De revolver is
niet uit het foudraal gegrepen. Die moet
uit de rechterbuitenzak van 's mans
overjas zijn gekomen. Voor hij de kamer
binnentrad moet hij het plan hebben
gehad den commissaris te dooden.
De officier acht, na zorgvuldige afwe
ging aller omstandigheden voorbedach
ten raad bewezen.
De verdediger, mr. K. W. Zieleman,
schetste uitvoerig de vernedering van de
degradatie, waarvan de invloed op ver
dachte zich moeilijk laat indenken. Spr.
riep de clementie van de rechtbank in.
De verdachte merkte ten slotte nog op,
dat hij groote sijpt had van zijn daad.
Hij had den commissaris altijd als zijn
eigen broer beschouwd.
De uitspraak is bepaald op 16 April.
Gezien de misdadige antecedenten, eischtte
de officier tegen verdachte drie jaar gevan
genisstraf.
Mej. mr. J. P. Pool deed een beroep op de
rechtbank om H., die 23 jaar oud is, clemen
tie te straffen.
£omU en JxiinBouw
EXTRA-TEELTVERGUNNING VOOR
GEKEURD POOTGOED OOGST
1935.
Personen, wier totaal bedrijf in 1933 groo-
ter was dan acht H.A., kunnen bij de afdee-
ling Tuinbouw van de Landbouw-Crisis-Or-
ganisatie te Alkmaar, een aanvullende teelt-
vergunning aanvragen voor de teelt van
pootgoed van vroege rassen.
In totaal zullen zij echter niet meer vroege
aardappelen mogen telen dan twee-derde van
de oppervlakte, welke in 1933 met vroege
aardappelen beteeld was.
De aanvullende teeltvergunning wordt al
leen verstrekt wanneer de telers zich verplich
ten al hun vroege aardappelen voor de keu
ring van den Nederl. Algemeene Keurings
dienst aan te bieden.
Verder mogen zij van al hun aardappelen,
vóór 1 Augustus slechts in de consumptie
brengen (onverschillig of de velden goed- of
afgekeurd wordende maat boven 55 m.m.
-oS proAV apqnt jaq J8njjjj uauiaqu; nt Sou
vierd.
£uchtvaact
DE POSTVLUCHTEN OP INDIE.
Do Oehoe is te Bandoeng geland.
I.
ZIJN MOEDER BESTOLEN.
Meer dan zesduizend gulden in
café's verbrast.
De landarbeider B. H. uit Noordwijk,
thans ged., stond voor de Haagsche recht
bank terecht wegens drie feiten. Op de eerste
plaats legde de dagvaarding hem diefstal
van een konijn ten laste. Voorts heeft hij in
December, nu wijlen notaris Wagenmaker
uit Noordwijk opgelicht voor een bedrag van
75.
H. kwam daartoe met een briefje, dat hij
met den naam van zijn moeder onderteeken-
de en waarin den notaris verzocht werd ge
noemd bedrag als voorschot op rente te ver
strekken. Verdachte kreeg daarop een schuld
bekentenis mede, welke door zijn moeder
moest worden onderteekend, doch welke hij
zelf valschelijk teekende. In den namiddag
kwam hij daarmee terug, waarop uitbetaling
volgde.
Ook heeft H. een rijwiel, dat hij in huur
had, te eigen bate verkocht.
H. bekende de hem ten laste gelegde feiten.
Uit het verder verhoor bleek, dat verdachte
zijn moeder reeds herhaaldelijk heeft besto
len en o.m. ook belangrijke bedragen van
haar spaarbankboekje ten onrechte heeft ge-
ind.
Het O.M., waargenomen door jhr. mr. van
Asch van Wijck, zeide, dat aan H. slechts
drie van de vele door hem bedreven misdrij
ven ten laste zijn gelegd. Spr. betoogde, dat
verdachte jarenlang op misdadige wijze zijn
familie heeft opgelicht, zonder dat de justitie
er in gemoeid werd. In totaal werd de familie
voor 5300 bestolen. Uit 'n geldkistje van
zijn moeder, die weduwe is, stal hij 600
Ook ontvreemde hij sieraden. In totaal is een
bedrag van 630Ö zoek geraakt, welk geld
in café's e.d. werd verbrast. Er waren tijden,
dat H. in één week 100 a 150 gulden in een
café uitgaf.
I
Zoo langzamerhand zijn er
voorteekenen te zien, die erop
wijzen, dat ook onze groote
Nederlandsche radio-industrie
zich eindelijk er aan gaat
„wagen" radiotoestellen in den
handel te gaan brengen, die be
halve de gewone omroepgolven
ook nog zullen zijn uitgerust
met een speciaal kortegolf-
bereik.
De doorsnede omroepluister-
aar zal zich afvragen wat hier
van nu eigenlijk wel het voor
deel is. Voor hem maakt het
gebied der aethertrillingen bene
den 200 M. niet veel meer uit
dan een soort van onbeken 1,
braak liggend gebied, zooiets als
Amazone-gebied voor den ont
dekkingsreiziger, waar wel een
paar morse-zenders werken en
waar o.a. de Phohi zijn uitzen
ding pleegt te doen. Maar veel
meer dan dat weet hij er ook
niet van. Hoe kon het ook an
ders! Op „zijn" toestel kon hij
die korte golven niet ontvan
gen; dus wat hij er over hoorde,
waren niet meer dan vage ge
ruchten, die meestal voor hem
ook niet de minste interesse op
leverden. Maar nu de tijd gaat
komen, dat ieder die een radio
toestel gaat koopen, dit voorzien
zal vinden van een speciaal ul
tra kortegolf bereik, wordt het
eindelijk eens tijd dat ook de
„omroepluisteraar" tenminste
iets afweet van datgene wat zich
daar onder die 200 M. afspeelt
en zich eenigszins het „hoe en
waarom" kan realiseeren.
Wanneer die toestellen binnen afzien
bare tijd zullen verschijnen (ook van
Europeesche merken zijn er al geduren-
den langen tijd zoodanige toestellen in
den handel) moeten we niet gaan den
ken dat hiermee door de Nederlandsche
industrie iets geheel nieuws wordt ge
presteerd. De maar al te veel gewraakte
Amerikaansche radioindustrie maakte
ongeveer 5 jaar geleden dergelijke toe
stellen al kant en klaar voor den han
del. Maar het ligt niet in onze bedoeling
hier de vaak dl te chauvinistische arti-
keien over onze Nederlandsche radio-
in tustrie te gaan becritiseeren!
Dat zoogenaamde Ultra-kortegolfge-
bied houdt voor den leek meestal iets
geheimzinnigs en ondefinieerbaars in.
Voor hem is het de verpersoonlijking
van raadselachtige toestellen, vaak met
de meest vreemdsoortige spoelen, iets
waarbij de grootste stilte in acht dient
te worden genomen en de minste bewe
ging voldoende is om het opgevangen
signaal weer te doen verdwijnen.
Neen luisteraar! Ddt „kinderschoen-
tijdperk" is de industrie en het amateu
risme reeds lang ontwassen. U zult on
dervinden dat er heusch geen duivels
kunstenarij voor noodig is om een of
andere Amerikaansche ultrakortegolf-
zender op te sporen.
Het afstemmen.
Wel zult u bemerken dat het „afstem
men" van een ultrakortegolfzender iets
meer moeilijkheden plevert dan dit het
geval is met een langegolfzender. Laten
we bijvoorbeeld eens aannemen dat het
ui rakortegolf bereik verdeeld is in twee
bereiken n.1. van 15 tot 60 en van 55- tot
200 M. Dit is een golfbereik, dat voor
den oppervlakkigen beschouwer een
aantal „meters' vertegenwoordigt van
ca. 185.
Wanneer we de zaak echter wat die-
T>er technisch zouden gaan beschouwen,
zou aan het licht komen dat we alle
omroepzenders zouden kunnen opber
gen in een golfbereik tusschen 17 en 20
M. en dan behoeven we ze bij lange na
niet zoo dicht bij elkaar te stoppen als
thans het geval is. Wanneer we dan ver-
de overwegen, dat één golfbereik op
he. ook voor TJ(tra) K(orte) G(olf) be
reik geschikte radiotoestel al gauw
strekt van bijv. 15 tot 30 M. dan is het
begrijpelijk dat de afstemmingen in dat
gebied heel wat critischer zullen zijn,
dan het geval is in het 'ange golf-gebied.
Wat er te hooren is.
En nu: „Wat is er dan eigenlijk te
hooren?
Tn de eerste plaats wordt het ultra
kortegolfgebied zeer intendef benut
voor vele commercieele doeleinden, als
financieele instellingen, persdiensten en
regeeringsdiensten, als marine, tele
graaf etc. Al deze instellingen maken
vrijwel uitsluitend gebruik van de zoo
genaamde telegrafie-zenders, welke
naar wij veronderstellen den leek-luis-
teraar geen interesse inboezeme Bo
vendien zijn de omroeptoeste'.len meest
al nooit voorzien van een inrichting om
'ce telegrafie-signaler goed te ontvan
gen. Van deze categorie kortegolfzen-
ders kunnen we dus gevoegelijk afstap
pen.
Dan komen we tot de tweede catego
rie n.1. de telefonie-zenders. Hiervan is
het aantal legio en de verscheidenheid
is al zeer uitgebreid.
Onmiddellijk kunnen we een groote
lijn trekken en deze zenders in twee
groote groepen verdoelen, n.1. de om
roepzenders en ie amateurzenders.
Wat de omroepzenders betreft, kun
nen we ook al weer vrij kort zijn. Hier
voor geldt meestal hetzelfde als het ge
val is met de lange golfomroepzenders.
Vaak ook worden deze zenders van re-
gceringsvvege gebouwd, speciaal om de
Europeesche luisteraars in de koloniën
va- muziek en ontspanning te voorzien,
Wo behoeven alleen maar te noemen de
PHOHI en verschillende Engelsche en
Duitsche U K G.-zenders. Deze zenders
zijn vaak voorzien van zoogenaamde
„gerichte" antenne-sy6temen, waarmee
men een verhoogde straling in de rich
ting van het bedoelde koloniale gebied
beoogt.
En zoo komen we dan eindelijk tot
datgene, waarover wij hier eens een uit
eenzetting wilden geven n.1. de amateur
zenders in het bijzonder en het amateu
risme in het algemeen.
Het amateurisme.
Tn de eerste plaats is de algemeene op
vatting over de juiste beteekenis van het
w jord „amateur" nogal uiteenloopend.
Er is een categorie, die in een winkel
een bouwschematje koopt, waarop punc
tueel nauwkeurig alle aan te leggen ver
bindingen en op te stellen onderdeelen
voorkomen, aan de hand waarvan dan
een „radiotoestel" wordt samengesteld,
ongeveer in den trant als waarop een
kind een „huisbouwt met behulp van
zijn blokkendoos. Dit wordt ook vaak
aarnteurisme genoemd, doch feitelijk
mag het daarop niet den minsten aan
spraak maken. Het komt steeds neer op
een goedig nakauwen van klaargemaak
te kost. Over deze soort amateurs willen
w het dan hier ook niet hebben. Méér
interesseert ons hier de andere catego
rie, n.1. diegenen die in hun vrijen tijd
gelegenheid vinden tot het zoeken en
bestudeeren van nieuwe wegen in de
radio-ontvang- en zendtechniek en dit,
hetzij met ontvangers, hetzij met zen
ders .aan de practijk toetsen. De juiste
'j van het bier bedoelde amateurisme
blijkt wellicht nog duidelijker uit het
feit, dat tot deze categorie niet alleen
beliooren diegenen, die hun vrijen tijd
voor deze liefhebberij benutten en
dus overdag andere werkzaamheden
hebben doch een groot gedeelte hier
van is ook overdag in het radiovak
werkzaam en vindt in zijn vrijen tijd
nog genoeg bezigheid in zijn vak „als
amateur". Uit den aard der zaak vinden
we hieronder dan ook vele ingenieurs
en technici.
In een tweede artikeltje hopen we
speciaal deze 'aatste groep en hun
prestaties eens was uitvoeriger te he
spreken.