DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Duitschland en de buitenlandsche pers.
Qaqdiiksch 0veezicht
iBuitenland
Redevoering van Hess.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENt
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 8 2 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur.' C. KRAK.
Zaterdag 6 April 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Duitschland is boos, maar is zelf de schuldige;
het zweeg, toen het moest spreken.
De Duitscher weet niets.
De Duitsche pers zwijgt over
eigen toestanden.
Egocentrisch.
De conferentie te Stresa.
Vermoedelijke voorstellen van
Mussolini.
Voorbereiding der Engelsche
regeering.
VERGIFTIGING DER TWEE
DUITSCHE VROUWEN.
Zelfmoord-hypothese vindt steun.
„Niet spreken over den oorlog".
Waf vandaag de
aandacht trekt,..
DE „ROODE" TROEPEN IN DE
PROVINCIE KWEITSJOU.
Een succes der „rooden". Op-
marsch naar Kweijang.
WERVELSTORM IN AMERIKA.
NIEUW SKLAREK-PROCES
ALKMAARSCHE COURANT.
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Voor wien het nog niet mocht weten: we
beleven bewogen .tijcjen tegenwoordig. En we
zouden er aan kunnen toevoegen: Duitsch
land staat weer eens in het centrum van deze
bewogenheid.
Men zal van mij Nederlander, die nu
al bijna twintig jaren in de Duitsche hoofd
stad als journalist werkzaam is en steeds be
reid is geweest, met streng volgehouden ob
jectiviteit het Duitsche volk, waarin hij tal-
jooze vrienden gewonnen heeft, onder zeer
verschillende omstandigheden steeds recht te
doen wedervaren wel willen aannemen,
dat het tegenwoordig nogal wat zelfbeheer-
sching vereischt, .van Duitschland uit alleen
de waarheid te dienen en het eigen volk eer
lijk voor te lichten.
Want Duitschland zelf maakt het den
vreemden berichtgever uiterst moeilijk!
Om een enkel voorbeeld te noemen: op een
der gewichtigste oogenblikken in de interna
tionale politiek, terwijl aller oogen op
Duitschland gevestigd zijn, komen twee En
gelsche ministers naar Berlijn om met Adolf
Hitier van gedachten te wisselen en informa
ties in te winnen. Het gaat daarbij om groote
Europeesche belangen, ja het is niet overdre
ven als we zeggenhet gaat daarbij om de
vraag, of ons werelddeel in de naaste toe
komst den vrede geconsolideerd zal zien of
naar een nieuwen bloedigen en onzinnigen
oorlog toestuurt.
Berlijn heeft tegenwoordig niet minder
dan vier officieele bureaux, die de opdracht
hebben, contact met de buitenlandsche pers
té onderhouden. Te weten- de aloude persaf-
deeling van het Departement van Buiten
landsche Zaken, de afdeeling buitenlandsche
?ers van het Ministerie voor Propaganda en
blksvoorlichting, de afdeeling buitenland
sche pers van het „Aussenpolitische Amt"
van rijksleider Alfred Rosenberg, en het
bureau voor de buitenlandsche persafdeeling
der Hitlerbeweging onder leiding van dr
Hanfstaengl.
Men zou nu meenen, dat het der Duitsche
regeering met zulke kostbare perscentrales
niet moeilijk behoorde te zijn, in zulke kri
tieke dagen de vreemde volken tot op zekere
hoogte te verrassen met juiste informaties
over het Duitsche standpunt, althans er voor
te zorgen, dat tallooze onjuise berichten en
gevaarlijke onzin, die door onverantwoorde
lijke buitenlandsche berichtgevers waar
schijnlijk zouden worden uitgestrooid, zoo
goed mogelijk verhinderd zou worden door
het verstrekken van authentieke inlichtingen!
Haar wat geschiedde? Er geschiedde niets,
of zoo goed als niets. De „perschef der rijks-
regeering" staatssecretaris Funk bleef al
deze dagen even onzichtbaar als zijn minister
dr. Josef Göbbels. Zijn persbureau beriep
geen enkele conferentie, ofschoon zeker 40 of
50 bekende journalisten uit het buitenland
den vasten staf van ongeveer 150 in Berlijn
wonende nog was komen versterken. Het
persbureau-Rosenberg, dat zich anders door
interessante voordrachtavonden zoo verdien
stelijk pleegt te maken, speelde verstoppertje.
Het bureau-Hanfstaengl heeft zich zooveer
op den achtergrond gehouden, dat men de
heeren pas na het bezoek der Engelschen
onder weliswaar zeer gezellige omstandig
heden begroeten kon, maar reeds te laat om
nog van hun eventueele politieke activiteit
gebruik te kunnen maken En het de laatste
jaren door de andere drie centrales volko
men op den achtergrond gedrongen pers
bureau van buitenlandsche zaken verstrekte
weliswaar povere inlichtingen, maar slechts
aan een tien- of twaalftal persoonlijke
vriendjes uit het groote journalistenleger
met negatie van alle anderen. Terwijl liet
bureau van den rijkskanselier zelf blijkbaar
alleen maar inlichtingen verstrekt aan den
berichtgever van de Londensche „Daily
Mail", sinds dit blad zich bereid verklaard
heeft, fascistische stroomingen in Engeland
te ondersteunen en zijn correspondent in Ber
lijn Ward Price zich het persoonlijk vertrou
wen van Hitier veroverd schijnt te hebben.
En desondanks is men er in Berlijnsche
regeerrngskringen verbitterd over, dat ook
ditmaal weer zoo weinig objectiefs in de bui
tenlandsche pers over de actueele situatie
verschenen is!
Het regime der nazi's.
Het is zeker een zaak van het allergrootste
belang, dat in deze woelige jaren een volk
als het Duitsche en een regime als dat der
Nationaal socialisten in het buitenland naar
waarheid beoordeeld en beschreven wordt.
Maar het is daarom ook een bijna Euro-
peesch belang te noemen, dat in Berlijn een
perspolitiek gevoerd wordt, die zulk een eer
lijke berichtgeving mogelijk maakt,
Ik zou over deze dingen in deze rubriek
stellig niet schrijven, indien ik er mij niet van
bewust was, dat in Nederland de vraag; hoe
Hitiers Derde Rijk den Nederlandschen lezer
geschilderd wordt, niet een zoo groote rol
speelde in de argumenten en tegenargumen
ten der Hollandsche politieke groepen. Het
lijkt mij van beteekenis, dat de lezer in Ne
derland zich altijd weer de omstandigheid
voor oogen houdt, dat het nationaal-socialis
tische regime overal waar het opduikt, een
radicaal einde maakt aan de mogelijkheid
voor den staatsburger, den enkeling en
wel in- en buiten het betrokken land om
zich een eigen oordeel op grond van juiste
feiten over de ontwikkeling der dingen in
zulk een dictatoriaal geregeerden staat te
vormen.
Onlangs schreef ik over de situatie in de
Duitsche journalistiek. Men weet, dat in
Duitschland geen enkel dagblad of ander
publicistisch orgaan meer verschijnt, dat an
ders dan in zeer bedekte termen een poging
tot eigen oordeel kan wagen; en dat het
overgroote deel der bladen hetzij uit werke
lijke overtuiging dan wel uit angst, anders
verboden te worden, ook wel uit echte vader
landsliefde, die inziet, dat men tegenwoor
dig moet meeroeien, ook al zou men gaarne
een eigen oordeel uitspreken, eenvoudig alle
critiek laat varen, niets afdrukt, wat der
regeering minder aangenaam zou kunner.
zijn, en alles looft, wat van officieele zijde
verkondigd wordt.
Het voordeel is, dat onvruchtbare kanker
stemmingen, die natuurlijk niet te onder
drukken zijn, althans niet door de drukpers
versterkt en tot nadeel van het heerschend
regime aangedikt kunen worden; het nadeel
echter is, dat elk gerucht geloofd wordt en
onzinnige afmetingen aanneemt, en dat der
bevolking elke mogelijkheid van controle en
van eventueel afkeurend votum ontnomen
wordt. Want ook de zoogenaamde jaarlijk-
sche „geheime" plebiscieten, die de regeering
in Berlijn met veel zelfverheerlijking als „be
wijs van werkelijke democratie" pleegt te or-
ganiseeren, zijn ten slotte geen eerlijke moge
lijkheden voor het volk om zich te uiten. Om
dat de vragen, waarover dit plebisciet toege
laten wordt, met bijzondere listigheid zijn op
gesteld, en het volk ter beoordeeling van
deze vragen slechts beschikt over het offi
cieele materiaal, dat dictatuur hem, met ver
zwijgen van alle voor haar ongewenschte fei
ten en overwegingen, ter beschikking pleegt
te stellen.
De doorsnee-staatsburger weet niet meer
wat er in zijn land voorvalt, weet ook niet
objectief, hoe het buitenland over zijn staat
en zijn politiek denkt, en de journalistieke be
richtgever weet nauwelijks meer en kan, wil
hij den zwakken tak, waarop hij zit, niet zelf
afzagen, vaak niet eens dat, wat hij toch te
weten gekomen is, in zijn buiteniandsch blad
laten afdrukken. De Duitsche bladen zijn tot
een caricatuur op de eerlijke reportage ge
worden en worden door honderdduizenden
vrceger-geestdriftige krantenlezers niet eens
meer ingekeken. In alle Duitsche gouwen
hebben de B„asler Nachrichten", de Temps,
de Nederlandsche, Deensche, Belgische,
Duitsch-Tsjechische bladen, voor zoover ze
niet al lang verboden zijn, vaak meer lezers
dan de eigen hoofdstedelijke en provinciale.
Men stort zich op kerkelijke weekbladen, die
tenminste in hun kolommen nog een eigen
meening durven neerschrijven. En men leeft
voort in een stemming van „laisser aller", in
de hoop dat „alles sal reg' kom" en „Hitier
wird schon machen".
Men hoort de redevoeringen van mannen
als Schacht, Darré, Göbbels en de andere
profeten, die, in strijd met alle traditie, dit
maal nu eens wèl in eigen land geëerd zijn.
Maar hoe het er met de Duitsche financiën,
met de productie, met den uitvoer, nu wer
kelijk uitziet, weet de staatsburger evenmin
als de buitenlandsche correspondent. Midden
in den officieelen vrede is Duitschland een
staat in oorlogstoestand. Men verbiedt alles
en nog wat. Nu weer zijn uitingen, ook in
persoonlijke gesprekken, over de reorganisatie
van de staathuishouding, over de toekomstige
indeeling van het Rijk in gouwen, ja zelfs
over benoemingen of ontslagen in de ministe
ries streng verboden als landverraad of
hoogverraad.
Alles, wat hier geschiedt is „a prendre ou
a laisser". Waarbij laisser dan zelfs voor
oppositioneele dominees en pastoors de
verzekerde bewaring beteekent.
En dan verwondert men zich in Duitsch
land over „weinig begrip van het buiten
land", over „eenzijdige voorlichting", over
„gebrek aan sympathie", - -
Men is egocentrisch als nimmer te voren.
Niet in alle Duitsche kringen, maar dan toch
in de meeste. Men keert met versnelden pas
terug naar de mentaliteit van 1900—1913,
toen de typische doorsnee-Duitscher het ge
voel had, dat ergens in Saksen de as der aar
de zat, en heel de wereld om Duitschland
wentelde. En het tragische is, dat zeer, zeer
veel goeds en nobels, dat de omwenteling
van 1933 gebracht heeft, onder al die nadee-
len alhans wat het buitenlandsche oordeel
betreft dreigt bedolven te worden.
Het Derde Rijk wordt weer, vat het Twee
de zoolang geweest is, maar nu blijkbaar bij
gebrek aan links-politiek tegenwicht, een
Soldatenstaat, een staat in tweekwartsmaat,
waarbij de trom aangeeft, dat het linkerbeen
naar voren gebracht moet worden. Dat ware
niet erg, als men zich buiten Duitschland
maar voor oogen wilde houden, dat de Duit-
scher-in-uniform belangrijker vindt, dat zijn
gelederen zuiver gericht staan, dan dat zijn
kanonnen met scherp geladen worden. Als
hij dat nu verzekert, gelooft het geen mensch.
Omdat hij zelf met zijn geheimzinnigheid en
zijn onderdrukking der persvrijheid het ver
trouwen in zijn verzekeringen stuk geslagen
heeft.
Var. welingelichte zijde wordt ge
meld, dat Mussolini reeds mede-
deeling heeft gedaan voor eenige
voorstellen voor de conferentie der
drie mogendheden te Stresa en bij
geruchte verluidt, dat deze voor
stellen reeds onderweg zijn naar
de Engelsche- en Fransche regee
ring. Men gekort, dat Mussolini
voor Stresa het volgende program
ma op het oog heeft:
1) De houding van Engeland, Frank
rijk en Italië tegenover het eenzijdige
optreden van Duitschland zal worden
vastgesteld, m. a. w. de politieke wegen
moeten worden bepaald, die de drie
mogendheden zullen volgen, wanneer
het Fransche beroep op de buitengewo
ne zitting van den Volkenbondsraad te
Geneve ter sprake komt;
2) Een beslissing over een gemeen
schappelijk front der drie mogendheden
tot verwezenlijking van het Engelsch—
Fransche communiqué van Februari;
Hiertoe behoort een onderzoek van
de geheele Europeesche situatie, zooals
deze is gebleken uit de rapporten van
Simon en Eden over hun besprekingen
te Berlijn, te Moskou Warschau en
Praag;
3) De kwestie der Oostenrijksche
onafhankelijkheid en de beste middelen
om deze te handhaven;
4) Overweging van de mogelijkheid
ot wijziging van bepaalde voorwaar-
len in de vredesverdragen met Oosten
rijk, Hongarije en Bulgarije.
Een bevestiging van de juistheid van deze
voorstellen was nog niet te krijgen, doch
het staat wel vast, dat zoowel het program
van Londen als het optreden van Duitsch
land een groote rol zal spelen op de confe
rentie te Sresa.
Het vierde voorstel tot wijziging der vre
desverdragen met Oostenrijk, Hongarije en
Bulgarije, zou beteekenen, dat Mussolini
den staten, die geen eenzijdige maatregelen
tot wijziging van deze verdragen hebben ge
nomen, daarvoor eenige gunsten wil toeken
nen.
Volgens de Daily Telegraph zouden deze
gunsten hierin bestaan, dat genoemde sta
ten bevrijd zouden worden van de militatire
clausules in hun verdragen. Oostenrijk heeft
tot nog toe geen officieele eischen tot weder
invoering van den algemeenen dienstplicht
aan de orde gesteld, doch in sommige
kringen gelooft men, dat de Oostenrijksche
regeering de zaak in de komende Volken
bondszitting ter sprake zal brengen.
Ook de voorbereiding der Engelsche re
geering van de conferentie van Stresa is in
vollen gang. Eden heeft zich met Sir John
Simon en Mac Donald in verbinding gesteld
om een kort vooriooipig rapport van zijn
reis naar Moskou, Waschau en Praag uit te
brengen.
De zitting <an het volledige kabinet vindt
Maandag piaats, waarbn Eden rijn officieel
rapport zal uitbrengen. In het Lagerhuis
zal Simon waarschijnlijk Maandag meedee-
len, wie Engeland te Stresa zullen vertegen
woordigen. Dinsdag zal hij in het parle
ment een verklaring af leggen over het be
zoek van Simon en Eden aan de genoemde
Europeesche hoofdsteden.
Omtrent den waarschijnlijken inhoud van
het rapport van Eden weet de Daily Tele
graph o.a. te melden, dat de Lord-zegelbe.
waarder tijdens zijn rondreis tot de overtui
ging is gekomen, dat Europa nog steeds
voldoende tijd heeft om den toekomstigen
vrede te organiseeren. Het gevaar, dat
Europa plotseling in vlam wordt gezet, is
geenzins zoo groot als men algemeen heeft
wijsgemaakt.
De oppositie van Polen kan waarschijnlijk
worden overwonnen en ook is het in het
geheel nog niet zeker dat Duitschland ten-
Hotte zijn huidig standpunt zal blijven hand
haven. Eden heeft in geen der landen, die hij
sedert het vertrek uit Berlijn heeft bezocht,
eenige agressieve militaire bedoeling kunnen
vaststellen. Overal wenschte men ernstig de
organisatie van den vrede. Engeland kon
Europa helpen dit doel te bereiken, dat de
grondslag is der Britsche politiek. Voor-
waarde daartoe is, dat Engeland zich in de
tvekomst even oprecht en vastberaden toont
Eden zal verder vermoedelijk op grond
van zijn besprekingen verklaren, dat men de
keus heeft tusschen verschillende grondslagen
waarop het Europeesche veiligheidswerk
zal worden gebouwd. Hierdoor wordt de
mogelijkheid geschapen rekening ermede te
houden dat landen als Polen en Duitschland
bezwaar maken tegen het tot nog toe in
overweging genomen systeem van weder
zijdsche steunverleening.
Het is echter niet aanbevelenswaardig
deze plannen in bijzonderheden uit te wer
ken, voordat zij een duidelijker vorm hebben
aangenomen.
De voorstellen, die Mussolini te Stresa zal
indienen, maken het o.a. noodzakelijk, dat
een nauwkeuriger definitie wordt gegeven
van artikel 16 van het Volkenbondspact, ter
wijl bovendien Europa moet worden gezien
als een ondeelbare eenheid.
Het gerechtelijk-geneeskundig onderzoek
naar den dood van dr. Fabian en mevrouw
Wurm, dat aanvankelijk was bepaald op 8
April, is, naar Reuter meldt, na een confe
rentie van de ambtenaren van de Special
Branch van Scotland Yard uitgesteld tot
10 April
Mathilda Wurm was, naar volgens Reuter
gemeld wordt, de weduwe van Emanuel
Wurm, die na de revolutie onderstaats
secretaris was. Zij maakte deel uit van den
Rijksdag, maar als Jodin en socialiste meende
zij Duitschland te moeten verlaten.
De met het onderzoek belaste ambtenaren
van Scotlanu Yard zijn van meening, dat de
vrouwen bevreesd waren, dat zij naar
Duitschland zouden moeten terugkeeren.
want haar verblijfsvergunning voor Groot
Brittanmë was bijna afgeloopen en het ant
woord der autoriteiten op haar verzoek om
verlenging nog niet ontvangen.
Een vriend van de beide Duitsche vrouwen,
die te Bloomsbury dood zijn aangetroffen,
heeft medegedeeld!, dat hij in haar woning
brieven heeft gevonden waarvan de strek
king doet besluiten tot zelfmoord.
De plaatsvervanger van Hitier, Rudolf
Hess heeft ter gelegenheid van de verkie
zing in Danzig een redevoering gehouden,
waarin hij o m. zeide:
De groote vraag bij deze verkiezingen is
voor de Danzigers: „Wilt gij U aanpassen
bij het vaderland, bij Duitschland?"
Overgaande tot de buitenlandsche politiek
maakte spreker zeer duidelijke toespellingen
op het vonnis van Kowno, dat volgens hem
slechts het gevolg was van het tijdens het
vroegere systeem verloren aanzien van
Duitschland in de wereld. Toch heeft
Duischland zijn middelen niet zoo ter be
scherming zijner zonen gebruikt als Frank
rijk, Engeland, Italië in een gelijk geval
zouden hebben gedaan, daaruit blijkt de
vredeswil van Hitier. Duitschland legt zich
deze enorme reserve op om den vrede van
Europa niet in gevaar te brengen, maar ook
in de verwachting, dat de garanten van het
recht in dit gebied eindelijk, ook in het be
lang van den vrede, hun verplichtingen zul
len nakomen.
Voortgaande zeide spreker: Kan men het
Duitschland kwalijk nemen, dat het met de
grootste reserve staat tegenover alle plan
nen, waarbij Duitschland internationale ver
plichtingen op zich moet nemen, zonder
waarborg, dat de deelgenooten hun eigen
verplichtingen beter zullen nakomen dan
van 1918 tot heden bij de ontwapening?
De politieke leiders van het derde rijk
zijn er trotsch op, dat het program van het
nat. socialisme thans in de daad kan wor
den omgezet. Dat is het verschil met de
Russische leiders, die hun program, de we
reldrevolutie niet kunnen uitvoeren. Maar
als zij dit toch willen, kunnen zij moeilijk
deelgenooten zijn van verdragen, waarbij
Duitschland zich kan aansluiten.
De pogingen der Engelsche staatslieden
Duitschland en de buitenlandsche
pers. (Dag. Overzicht).
De aanstaande conferentie te
Stresa. (Buitenland).
Na de Saar het Memelgebied.
(Buitenland).
Zware pakhuisbrand te Rotter
dam. (Binnenland).
Tragisch ongeval te Amsterdam.
(Binnenland).
Crisis-steunbeschikkingen 1935.
(Land- en Tuinbouw).
Ernstige dijkdoorbraak nabij Gou
da. (Binnenland).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
een duurzame vredesbasis te scheppen zul
len, naar Duitschland hoopt, tot succes lei
den, ook al voelt het lichten twijfel over de
begeleidende omstandigheden van de reis
naar Moskou.
Al kunnen wij moeilijk besluiten tot ver
dragen met een staat, die de wereldrevolu
tie wil, dan maken wij er toch aanspraak
op, dat dit berust op bezorgdheid voor de
Europeesche cultuur. Want als wij een ver
drag sluiten, kan de wereld er op vertrou
wen, dat wij het onvoorwaardelijk zullen in
acht nemen. Het Duitschland, dat thans
verdragen sluit is een Duitschland, dat zijn
eer boven alles stelt. In dit verband wees
spreker op het verdrag met Polen. Sol
dateske mannen hebben de kracht den vrede
in de daad om te zetten. Het is nuttiger
voor den vrede, te studeeren en van den
vrede te spreken dan dagelijks in de wereld
pers de gevaren van een dreigenden oorlog
te toonen. Duitschland speelt niet met deze
gedachte.
Spreker besloot met te zeggen, dat de over
winning van het nat. socialisme in Danzig
een nationale overwinning zou zijn.
Uit Hongkong wordt gemeld, dat de op-
marsch der communisten in de Zuid-Chinee-
sche provincie Kweitsjou voortduurt. De re
geeringstroepen, die onder het opperbevel
van maarschalk Tsjiang Kai-sjek staan, heb
ben Woensdag een ernstige nederlaag ge
leden, zij werden tot den terugtocht ge
dwongen.
Donderdag zijn nieuwe gevechten onf-
s'aan, ongeveer 90 K.M. voor Kweijang, dc
hoofdstad van de provincie. Gisterochtend
waren de communisten nog slechts 25 K.M.
van Kweijang verwijderd. De strijd duurt
voort.
Naar officieel wordt toegegeven, hebben
de regeeringstroepen op hun terugtocht
meer dan 3000 dood en verloren.
Alle buitenlanders te Kweijang hebben aan
zegging gekregen, naar de stad Ngansjoen
te vertrekken.
Nader wordt nog gemeld:
De verliezen der regeeringstroepen van
wie drieduizend man sneuvelden, werden toe
gebracht, toen zij zich over een afstand van
dertig mijl terugtrokken.
De voorposten van de Communistische
troepen bevinden zich thans op slechts zes
tien mijl van Kweijang, een stad van 100.000
inwoners. Gisteravond hadden verwoede ge
vechten plaats, die vanmorgen opnieuw in
zetten.
Tsjiang Kaisjek, de opperbevelhebber der
regeeringstroepen, heeft persoonlijk de lei
ding; hij heeft alle beschikbare manschappen
in het veld gebracht, om te trachten den op-
marsch van de Communisten te stuiten.
Gisteren leek het, alsof het hem gelukt
was het „roode" leger tot staan te brengen,
na een gevecht dat zes uren duurde, maar
blijkbaar heeft hij het onderspit moeten del
ven. Het schijnt dat alle zendelingen Kwei
jang reeds verlaten hebben
In West Texas heeft een met regen en ha
gel gepaard gaande wervelstorm te Quema-
dotal aanzienlijke schade aangericht. Hon
derden huizen zijn verwoest. Een man werd
gedood; er zijn een paar honderd gewonden
De gebroeders Leo en Willy Sklarek, die
zooals men zich zal herinneren tot 4 jaar
tuchthuisstraf zijn veroordeeld, welke straf
zij thans ondergaan in Brandenburg (Ha-
vel), zullen binnenkort zich in een nieuw
proces moeten verantwoorden. Het gaaf
daarbij om groote belastingontduikingen
tot een totaal bedrag van 60.000 R.M. Deze
verduisteringen zouden zijn gepleegd met
behulp van valsche boekingen