DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De „Leeuwerik" van de K. L. M. verongelukt. Zeven personen op slag gedood. Een nieuwe nationale ramp. De piloten Soer en Prillwitz, de werktuigkundigen Weiman en Wingelaar, de marconist v. d. Klein en de passagiers Mr. W. de Vlugt Jr. uit Amsterdam en h. L, A. Briel uit Arnhem om het leven gekomen. No. 83 Dit nummai bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 8 April 1935 137e Jaargang het eerste bericht. Een ooggetuige vertelt. Schiphol rouwt. Op Waalhaven. Een nationale ramp. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Als een donderslag uit den helderen hemel kwam Zater dagavond het bericht, dat het K.L.M.-toestel de „Leeuwerik" was verongelukt. Het was slechts een sober en kort telegram, dat de ontstel lende tijding bracht: „Een Nederlandsch verkeers- „vliegtuig van de lijn Praag „Amsterdam is bij Brillon, „halverwege Kassei en Dort- „mund, verongelukt. De ieden „der bemanning en de beide „passagiers zijn om het leven „gekomen." Even later werd bekend, dat die bemanning bestond uit Piet Soer, commandant, Prillwitz, tweede bestuurder, Weiman, werktuigkundige, en v. d. Klein, marconist. Pas veel later werd bekend, dat nog een tweede werktuig kundige, Wingelaar, aan boord was geweest. Toen werden ook de namen der verongelukte passagiers bekend: W. de Vlugt uit Am sterdam en H. L. A. Briel uit Arnhem. In totaal waren dus zeven dooden bij deze ramp te be treuren. Het onheilbrengende bericht liep Zater dagavond als een loopend vuurtje door de stad, en overal groepte men samen voor de winkels, die onze bulletins hadden opgehan gen. Want het spreekt welhaast vanzejf, dat wij direct na het bekend worden van deze ramp onze maatregelen troffen, om het nieuws te publiceeren. Wel was de geheele zetterij in diepe rust gedompeld, maar weldra stond men achter de letterbokken en werden de regels gevormd. En na betrekkelijk korten tijd kon het eerste bulletin de deur uit, waar bij wij de medewerking kregen van een vier tal jongelui, die spontaan zich aanboden, om de stad te doorkruisen. Na het eerste bulletin kwam het tweede met enkele bizonderheden en na dit tweede zou een derde gekomen zijn, wanneer niet de nacht nabij ware geweest. Intusschen stond de telefoon geen moment stil. Voortdurend, gedurende eenige uren werden wij opgebeld en steeds weer trof het °ns, hoe men de „geruchten" bijna niet wilde gelooven. Daaruit bleek reeds het medeleven met de ramp, die de KLM. trof. Een mede leven, dat overal in den lande te merken was. Laten wij echter niet afdwalen, maar lie ver de berichten in de volgorde van binnen komen hier weergeven, opdat men een over zicht kan krijgen over het gebeurde. De eerste berichten. De Leeuwerik, een Fokker VII, behoorende tot de bekende serie, waartoe ook de Uil en andere behooren, was in dienst gesteld op de juist geopende lijn Amsterdam—Praag juist een week geleden had Piet Soer, welbe kend door de Pelikaan-vlucht, een officieel gezelschap naar Praag gebracht en dezelfde- Piet Soer zou thans zijn tweede retourvlucht maken naar Amsterdam, om zijn week-end thuis door te brengen. Zoo was het ook ge regeld: de Tsjechische piloten reisden des Zaterdags huiswaarts, de Hollandsche even eens. En de Zaterdagavond en Zondag wa ren dus voor den huiselijken kring. Zoo was het plan. Zoo zou het gebeurd zijn. Maar toen kwam het bericht, dat wij hier boven reeds mededeelden. En daarna kwam De h. L. M. machine Fokker F XII, de „Leeuwerik". het tweede telegram, rechtstreeks van de K.L.M. Het luidde: De Leeuwerik, bestuurd door P. Soer, van Praag op weg naar Amsterdam, is Zaterdagmiddag om 2.20 A.T. bij Bril lon, 80 K.M. van Dortmund, veronge lukt. De uit vier (later bleek het vijf te zijn) personen bestaande bemanning en twee passagiers zijn om het leven geko men. Om 12.34 uur A.T. was het toestel uit Halle vertrokken. Om 1.35 uur bevond het zich 10 K.M. ten Noorden van Kas sei, dus juist op de route Halle—Leip- zigEssen en 4 minuten later meldde het aan Keulen, dat de antenne werd in gehaald wegens onweer. Om 2.20 uur A.T. werd het toestel ge vonden. De heeren Pattist en v. d. Meulen van de K.L.M. zijn direct naar de plaats van het ongeluk vertrokken. Uit de tijden zou af te leiden zijn, dat het ongeluk gebeurd is vrij spoedig na het inha len der antenne, zoodat hier weer gesproken kan worden van een ramp, door de natuur elementen veroorzaakt. Dat laatste blijkt trouwens wel uit een relaas, dat een ooggetuige gaf. Sneeuwstormen heerschten Toen het ongeluk gebeurde, zoo luidt het relaas, woedde er boven de streek een zeer zware sneeuwstorm, die in dichtheid zeer on gelijk was, maar toch in de minst hevige mo menten niet meer dan ten hoogste 200 meter zicht maakte. Waarschijnlijk is het aan deze omstandigheid toe te schrijven, dat de Leeuwerik midden in de vluent tegen een berg is aangevlogen. Het ongeluk gebeurde op een afstand van ongeveer 25 K.M. van het plaatsje Brillon, van waar de plaats van de ramp per auto in een half uur rijden bereikbaar was. De berg, waartegen de Leeuwerik is opgevlogen, is de Burgberg nabij het gehucht Roesenbech in het Sauerland. De streek is daar buitenge woon eenzaam, zoodat het ongeveer een kwartier duurde, alvorens degenen, die het vreeselijke ongeluk zagen gebeuren, ter plaatse konden zijn. Afschuwelijk schouwspel. Het was een afschuwelijk schouwspel, dat zich daar voordeed. De Leeuwerik was na de Juist een week «releden: Plet Aoer ral de „Leeuwerik" voor de eerste keer naar Praag brengen botsing over den kop geslagen en in brand gevlogen. Dichtbij het bosch aan den voet van den berg was het toestel neergevallen en geheel uitgebrand Van de prachtige F XII was niets meer over dan het kromgetrokken ijzeren geraamte en verkoolde resten van het houtwerk en de bekleedingsstoffen. De drie motoren zaten nog in het geraamte, maar waren geheel vernield. Ook de bagage was zoo goed als geheel door het vuur verteerd, met uitzondering van een aantal sieraden, die in een der koffers hadden gezeten en het vuur hadden weer- staan. De sieraden hadden echter geen bui tengewoon groote waarde. Merkwaardigerwijze werden midden tus- schen de verbrande resten nog een aantal vrijwel geheel gespaarde papieren gevonden, waaruit de identiteit van het toestel kon wor den vastgesteld. Een deerniswekkend schouwspel boden de lijken der inzittenden. Geen hunner had kans gezien, uit het brandende vliegtuig te ont snappen, waarschijnlijk, doordat het reeds, vóór het in brand vloog, over den kop was geslagen. De lijken waren geheel verkoold en volkomen onherkenbaar. De eerst aankomenden waarschuwden on middellijk de politie te Brillon die ru'm een half uur nde ramp ter plaatse verscheen onder leiding van den Landrat van het district, den heer Heinrich Janson. Deze con stateerde, dat geen hulp meer geboden kon worden en liet de nog rookende puinhoop onder politiebewaking stellen. Onmiddellijk waarschuwde hij daarna de „Fluchwache" van Dortmund,. die in den loop van den avond personeel naar de plaats van de ramp zond, terwijl ook onderzoekingsambtenaren zich van Dortmund naar de plaats van het ongeluk begaven, waar zij ongeveer om 7 uur arriveerden. In afwachting van hun komst liet men de lijken van de slachtoffers en de puinhoop van het toestel onaangeroerd. Al leen werden er nog eenige foto's gemaakt. De lijken werden in den loop van den avond nog naar Roesenbech overgebracht. Groote verslagenheid heerschte op Schip hol, toen wij daar Zaterdagavond tegen half acht arriveerden. Het bericht van de ramp met de „Leeuwerik" was daar, althans wat de bijzonderheden betreft, pas vrij laat be kend geworden en het was te begrijpen da:, door de nerveuze spanning, waarin men ver keerde, er weinig tijd overbleef om de journa listen, die hier, in een geheele andere stem ming dan zoovele malen bij bijzondere ge beurtenissen op het gebied der luchtvaart het geval is geweest, elkander ontmoetten, te woord te staan op de tegemoetkomende wijze, welke den chefs van de verschillende diensten der Amsterdamsche luchthaven eigen is. Verschillende piloten, die het vreeselijk nieuws in den loop der uren vernomen had den, stonden in de groote hall van het sta tionsgebouw en op andere plaatsen bij elkan- dr en zij voerden hun gesprekken op fluiste renden toon. De heeren Thomson, chef der K L.M. op Schiphol en Aler, chef van den vliegtechnischen dienst, deden met bedrukte gezichten hun plicht. Geruimen tijd werd ge confereerd over de maatregelen, welke men in verband met deze noodlottige gebeurtenis onmiddellijk noodig achtte en voortdurend was er dan ook het telefonisch contact met de leiding te Den Haag. Overigens vonden de diensten geregeld voortgang; het terrein was over zijn gansche oppervlakte zichtbaar in het schijnsel der landingslichten. Vliegtuigen kwamen en vliegtuigen gingen met het zware geronk van hun motoren Plicht boven alles Op Waalhaven heerschte Zaterdagmiddag en -avond al een even groote verslagenheid, als op Schiphol. Er was, toen het bericht daar bekend werd, nog een groote bedrijvig heid op het veld, want de dienst was nog in vollen gang. En het bedrijf ging door, on- De ontwikkeling der techniek heeft prac- tisch de wetten der zwaartekracht uitgescha keld De mensch vliegt en hij tilt in zijn steeds grooter wordende machines duizen den kilo's en brengt ze in weinige uren zoo ver, dat men het begrip vam tijd en ruimte verliest en de eens ontzagwekkend groote wereldbol binnen afzienbaren tijd geen af standen van beteekenis zal hebben. Vin dag tot dag werken menschelijke her senen om dat alles nog te volmaken, om de veiligheid te verzekeren en de snelheid te ver- grooten. Wij zijn de beheerechers der tucht, wij vliegen zoo hoog en zoo snel, dat geen vo gel, hoe groot en hoe sterk ook, zich in het luchtruim met ons kan vergelijken. Maar het is of onzichtbare goden zoo nu en dan hun ontstemming laten blijken. Wind en regen, hagel en sneeuw zijn hun wapenen en soms spannen zij samen en trekken den menschelijken vogel verraderlijk in een hin derlaag. Dan ratelt de donder, dan schiet de blik sem vurige treffers, dan giert de orkaan, dan belemmeren mist en regen het zicht, dan grijpt een onzichtbare vuist den vliegenden mensch en werpt hem te pletter. Dan krijgen de radio-stations geen ant woord meer en wijst een brandende ruïne de plaats waar dappere mannen een vreesel ijken dood vonden. Nooit sterker dan bij dergelijke gebeurte nissen beseffen wij aan hoevele gevaren de pioniers onzer luchtvaart nog altijd zijn blootgesteld en nooit sterker dan bij derge lijke rampen beseffen wij ook hoe onversaagd al die stoere, dapper kerels dag in dag uit weer hun leven wagen. Op het moment, dat een machine te pletter valt, staan tientallen andere gereed te ver trekken en geen lid der bemanning zal een oogenblik aarzelen te doen wat zijn plicht is. Het is die koppige vasthoudendheid, het is die koelbloedigheid, die met de steeds verder gaande techniek eens misschien het steeds dreigend gevaar der elementen zal breken. Maar op dit oogenblik gaat de weg naar succes nog over de lijken van vele dap peren. Weer heeft een zware slag ons land en ons volk getroffen, weer is gebleken, dat er nog onzichtbare krachten zijn waartegen geen menschelijk vernuft is opgewassen. Wij leven in een tijd van groot gebeuren. Wij hebben de ontwikkeling van de lucht vaart meegemaakt, wij hebben gejubeld bij prachtige resultaten, wij hebben gerouwd bij ongelukken, die wij als nationale rampen ge voeld hebben. Na de Uiver, thans de Leeuwerik. Er is rouw in de harten van alle Neder landers, die met dit vreeselijk gebeuren me deleven. Hoe verdeeld wij in politiek- of gods dienstig oogpunt ook zijn mogen, dit voelen wij als iets dat ons allen heeft getroffen. Onze gedachten zijn bij ouders, die hun kin deren verloren, bij kinderen, die vader nooit meer zien wederkeeren. Hulde aan de dapperen, die in vredestaak op het veld van eer zijn gevallen. In het boek onzer historie zullen hun namen worden op- geteekend opdat het nageslacht zal weten wie hun leven waagden om Nederland in het we- .eld-luchtverkeer een vooraanstaande plaats te doen innemen. danks het ontstellende bericht, dat gekomen was. Maar er hing een gedrukte stemming over het veld. En niemand kon het zich goed voorstellen, dat de Leeuwerik niet meer terug zou komen. Men kende de Leeuwerik zoo goed op Waalhaven. Was niet het toestel in Decem ber daar klaar gemaakt voor de spoed-reis naar het wrak van de Uiver? En was het nauwelijks een week geleden niet geheel ge reviseerd voor den dienst op Praag? Zeker, Waalhaven kende de Leeuwerik goed. „De Leeuwerik, zoo zeide Focli, de haven meester van Waalhaven, is het Nederland* sche vliegtuig van de pas eenige dagen ge leden geopende lijn Amsterdam—Rotterdam —Praag. Het toestel had vanmiddag te 3.20 ■A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1