lIEVAARLIJK SPEL
i Stad ett Omgeving,
JladUipf4QCCUilM(l
De heer H. Sneevliet
spreekt.
2eui£letm
REDE VOOR DE N.S.B.
Door den heer Paardekooper in
het Gulden Vlies.
"Als gevolg van verkiezingswerkzaamheden
was de zaal gisteravond minder druk dan
zeker vele bezoekers verwacht zullen hebben
Er waren dezen keer nogal wat soc.-dem
aanwezig.
De heer H. S c h o 11 e n s sprak een kort
openingswoord, o.a. mededeelende, dat na
afloop aaii de leden een mededeeling zou
worden gedaan.
De heer P aardekooperuit Am
sterdam, die hierop het woora kreeg, begon
te spreken over het pas verspreide socialis
tische verkiezingsblad „Kleurt Noordholland
rood", waarin verschillende vragen aan de
N.S.B. werd gesteld. Spr. zou die vragen
(van dr. Banning) beantwoorden.
De eerste vraag was: „zult gij (Mussert)
critiek toelaten, gesteld dat gij de macht
krijgt?" Spr. zeiae nadrukkelijk, dat het niet
twijfelachtig is of de N.S.B. de macht krijgt,
„wij zullen die veroveren" (langs den wetti
gen weg). Critiek en bestrijding zal worden
toegelaten, maar de critici zullen voortdl#
rend minder in aantal worden uit overtui
ging van het goede van de N.S.B. voor ons
land. En als er dan toch nog critici blijven,
zal hun bestrijding slechts worden toege
staan voorzoover zij de macht en de eer van
den staat niet aantast.
De tweede vraag (in verband met mili
tairisme) beantwoordde spr. met te zeggen,
dat de zonde van een militairisme hier eigen
lijk niet bestaat, maar dat het nog veel meer
zonde is ons land het slagveld van Europa te
doen zijn. De kerk, een instelling uit open
baring, staat buiten den staat, ook buiten den
nat. socialistischen staat, en gewetenscon
flicten inzake militairen dienst zullen daar
in niet voorkomen.
Door het „socialistisch gebazel, waardoor
de menschen den kop kwijtraakten" zijn de
menschen op verkeerd spoor gebracht en de
nat.-soc. zullen hen terugbrengen, en voor
zoover zij op den duur blijven dwalen, zullen
zij moeten leeren.
Spr. steide vast, dat de N.S.B. het christe
lijk geloof zal hoog houden. Wat er in
Duitschland gebeurt (waarheen vaak ver
wezen Wordt) zal niet allemaal goed zijn,
maar zeker is, dat wij niet weten wat daar
voorvalt en wat daar wordt verstaan onder
kerkstrijd wij kunnen dat daarom niet be
grijpen noch beoordeelen. Ons leidend begin
sel staat er borg voor, dat wij het christen
dom hoog houden.
Datzelfde beginsel is de drijfveer van al
ons doen en streven. Wij stellen het tegen
over wat anderen belijden.
Op grond hiervan bestreed spr. den klas
senstrijd. Het bestaan van een proletariaat
en een internationalen strijd van de arbei
dersklasse erkende spr. niet.
De liberale partij kan geen beginsel aan
geven. Spr. gaf het aan als: „de enselingert
zijn in beginsel vrij en oppermachtig". Echter
de vrijheid van den enkeling doet vreemd aan
(spr. noemde als voorbeeld een zuivelboer
en de Zuivelcentrale). Zeer enkele enkelingen
waren oppermachtig onder het liberalisme.
Spr. noemde nog een paar zaken, die de
liberalen in hun program zouden kunnen
voeren alle welke hij bestreed. Echter, hij
wilde nagaan wat de liberalen thans propa-
geeren en dan merkte hij op, dat Oranje in
de tweede plaats wordt genoemd, iets waar
spr. het niet mee eens kan wezen, want
Oranje moet nummer één zijn en blijven.
Of het onder het liberale bewind wel zoo
veel beter ging dan nu, trok spr. heel sterk in
twijfel en hij noemde verschillende dingen
(geregeld terugkeerende werkloosheid, ontvol
king platteland, enz.) ter staving van zijn be
toog.
De liberale geest van heden werd door
spr. op humoristische wijze aan den kaak ge
steld: het liberalisme is als een automaat,
men kan er zoogenaamd alles krijgen. Vol
gens de liberalen is de staat er voor den
mensch, alles voor den enkeling maar
onze tijd heeft wel geleerd, dat het anders is
en dat de wil van den enkeling moet worden
onderworpen aan dien van de gemeenschap.
Het program der a.-r. partij besprekend,
merkte spr. op, dat daar veel in voorkomt,
wat ook de N.S.B. wil. En in de r.k. staats
partij is het evenzoo. Desalniettemin staan
beide partijen vlak tegenover de N.S.B. Het
is zooals ir. Mussert zei van beide kan
ten een poging om de natie haar graf te
laten delven.
Spr. herinnerde aan de groote betooging te
Amsterdam van onlangs en gaf verschillen
de gesprekken weer, gehoord in de rijen der
tegenstanders, die langs den weg stonden ge
schaard en waarin de beginselen der N.S B
nog zoo slecht niet beoordeeld werden.
Dat de leiders der N.S B. betaaia zouden
worden, zooals tegenstanders (de Vrijheids
bond) pogen te doen gelooven, ontkende spr,
zeer nadrukkelijk, en deze verdachtmaking
heeft dien bond in Amsterdam den naam ge
geven van „Joodsche Invalide".
Het beginsel der chr.-hist. en dat der N.S
B. loopt niet zoover uiteen. Eerstgenoemde»
weten echter, dat zij het niet kunnen uitvoe
ren, „omdat zij (tiaar een politieke partij
zijn", wij zullen het doen.
Het woord van Mussert, dat nieuwe wel
vaart zal worden opgebouwd, vindt alom
weerklank en blijft hangen, de leuzen der
politieke partijen worden vergeten. De N S.
B. zal er komen, maar het kan nog jaren du
ren, d.w.z. de huidige regeering en zij die
na haar zullen komen, zullen nog meer kun
nen doen en nalaten tot nadeel van land en
volk; ons volk zal nog meer dan tot dusver
verdeeld worden en het gevaar, dat dreigt in
het Oosten, zal toenemen. Als wij Indië niet
kunnen behouden, beteekent dit armoe en ver
val en misschien het begin van het wegvagen
van Nederland uit de rij der onafhankelijke
staten.
Als het zoover komt, is het onze schuld,
omdat wij niet in staat waren het volk te
redden.
Het Monster, dat Nederland bedreigt, is
druk in de weer: belasting- en regeeringsbe-
moeiïng bij alles. Spr. schetste het gevaar
voor executie en den rem bij het uitoefenen
van bedrijven. Het monster heeft gouden
schijn, verspreidt een kelderlucht, is slijmerig,
enz., kronkelt zich in allerlei bochten, heeft
een zevental wachters (de politieke partijen),
die het moeten verdedigen tegen een onge-
wapenden zwarten ridder en zijn strijdknaap
gekomen om het monster te verdelgen. Ech
ter hij zal het winnen en de wachters hun
wapenrusting uittrekken en hen een zwart
hemd ervoor in de olaats geven, het Neder-
landsche volk bevrijden van zelfzucht en ver
dere ondeugden. Dan zal het volk weer kun
nen werken voor eigen behoeften; geen voed
sel zal meer vernietigd worden; geen boter
zal tegen te lagen prijs over de grens gaan
ons volk zal weer in waarheid kunnen leven
in een goedgeordenden staat.
De strijd zal zwaar zijn. Men slaat ons,
waar men kan (spr. noemde voorbeelden),
maar wij zullen doorzetten, want onze taak
zal nog zwaarder worden. Met onze over
winning zal ons werk pas beginnen, maar
het zal gemakkelijker vallen, omdat wij dan
met groote aantallen zullen zijn.
Gij moet kiezen, zei spreker, of gij wilt be-
hooren tot één der zeven wachters of niet. De
socialisten zullen hun beginsel voor een
schotel linzenmoes te koop aanbieden, zij
zullen een compromis aangaan met andere
partijen en zullen een goeden steun zijn van
het huidige stelsel. En de andere partijen
zullen hetzelfde doen. Ook zij zullen het
demo-liberalisme steunen, d.w.z. het stelsel
van hebzucht en haat.
Fel trok spr. op tegen het stelsel van het
socialisme, aat hij laf en lamlendig mate
rialisme noemde in zijn „vrijheid, vrede en
welvaart".
Daartegenover stelde spr. het beginsel der
N.S.B. Het is mogelijk om te komen tot den
door haar gepredikten organischen staat
zelfs in den chaos van het heden. Het recht
op arbeid bestaat en daarom de plicht op
goed werk, zoo goed als ttrgelijk is.
Spr. was overtuigd, dat allen, die nu nog
tegenstanders zijn van de N.S.B., haar stel
lingen zullen aanvaarden, omdat zij zullen
inzien niet anders te kunnen. Allen zullen
werken in het belang van de gemeenschap en
een drievoudig imperium: Nederland in
Europa, Azië en Amerika. Men zal strijden,
eerlijk en overtuigd, voor eenheid en órde,
voor het heil van het vaderland, dat niet is
een object voor grondspeculanten, maar dat
leeft in het hart.
Met een krachtig „Hou Zee" eindigde spr.
zijn gloedvol en vaak humoristisch betoog,
dat herhaaldelijk door handgeklap werd on
derbroken.
Van enkele uitroepen van blijkbaar niet-
N.S.B:ers had hij geen notitie genomen.
Schriftelijke vragen.
In de pauze, gedurende welke gecolpor
teerd werd met nat.-socialistische lectuur,
werden eenige schriftelijke vragen ingediend,
welke, nadat er een collecte was gehouden ter
bestrijding der verkiezingskosten, door den
heer Paardekooper uitvoerig werden beant
woord.
„Hoe kan de N.S.B. beslist de macht ver
overen, als de kerkelijke partijen er tegen
zijn; schrijver dezes ondervindt nogal tegen
werking, althans mondeling" was de eerste
vraag. Ja, antwoordde spr., die laatste toe
voeging is al het antwoord. Als de kerkdij
ken de daden zien van de N-S.B.'ers, die zij
nu nog voor moordenaars en knechters der
kelk houden, zullen zij erkennen, dat er toch
veel goeds in hun strven zit, dat zij goed
willen en dat in daden weten 0111 te zetten.
Uiteindelijk zullen zij zien, dat de leiding
toekomt aan de menschen, die het christen
dom in waarheid willen toepassen.
In antwoord op een vraag naar het ver
wachtte aantal stemmen, zei spr., dat het de
N.S.B.erom gaat te weten hoeveel procent
der Nederlanders de gedachte der N.S.B
aanhangt wel is dit een slechte graad
meter, maar het is er toch één. Woensdag
avond zullen wij feest vieren, voorspelde
spr.
Oevraagd werd nog of in den N.S.B.-staat
de ongewenschte vreemdelingen ook gevoed
zullen worden. Op sarcastische wijze gaf
spr. een ontkenning,
ln het antwoord op een andere vraag zei
spr., dat de socialisten in Duitschland tot
de eersten behóórden, die meevochten, maar
die ook een nieuwen staat poogden op te rich
ten op de fundamenten van het ingestorte
rijk. Spr. ontkende, dat het in Zweden zoo
goed gaat met de socialistische regeering:
ook daar zijn zetels door haar verloren, een
bewijs dat andere gedachten doordringen
Een andere vraag gaf spr. aanleiding ft-
betoogen, dat niet mag worden doorgegaan
met het kapot-maken van den export naar In
dië. Dit zal immers tot gevolg hebben, dat
de stroom van Japansche goederen naar In
dië steeds breeder zal worden en aldus zal
bewerken, dat Japan vasten voet krijgt in ons
Insulinde. Spr. schetste een en ander van
het Japansche systeem van onderdrukking,
waaruit hij de overtuiging putte, dat den in
landers veel ergs te wachten staat als Ind'ë
zal worden losgelaten door Nederland. De
taak van Nederland is daar zwaar. Lang
zaam maar zeker zal Indië moeten worden
gesloten voor de Japansche concurrentie en
ae daardoor ontstaande duurte moet worden
bestreden door het zoeken van nieuwe cul
tures. Het huidige Nederland doet niets tot
verheffing van Indië; dat zal alleen een nat.-
socialistisch geregeerd Nederland kunnen,
ten bate niet alleen van de acht mlllioen
eigen inwoners, maar ook van de 58 mil-
licen inlanders. Agressieve bedoelingen heb
ben wij allerminst, wij willen geen veroverin
gen maken, maar achten het voor ons land
en ook voor Europa van belang te houden
wat wij hebben er zal een nieuw Europa
komen, waarin de afzonderlijke staten zich
scharen achter hun leiders, opdat niet verlo
ren ga het geestelijk goed der vaderen,
Spr. eindigde met een gedichtje, dat gezon
gen kan worden op de wijze van „Turf in je
ransel".
Met het staande zingen van het eerste cou
plet van het Wilhelmus en een driewerf her
naald „Hou Zee!" werd de bijeenkomst be
sloten.
„Tegen fascisme".
Gisteravond sprak in de „Dancing"
van de Harmonie het Rev. Soc. Tweede
Kamerlid H. Sneevliet voor de R. S.
A. P. afd. Alkmaar. De zaal was meer
clan vol en velen moesten teleurge
steld worden.
In zijn openingswoord heette de voor
zitter, de heer W. v. d. W a 1, de tal
rijke aanwezigen wefkoni en deed me
dedeeling van een ingekomen brief van
de S. D. A. P„ afd. Alkmaar, dat zij geen
gebruik vvenschte te maken van de gebo
den gelegenheid om in debat met den
spreker te treden. Daar de N. S. B. op de
zen avond een tegenvergadering had be
legd, nam spreker aan, dat ook deze
paHij niet met den spreker van gedach
ten wilde wisselen.
Hierna betrad onder applaus de heer
Sneevliet het podium, die zich als on
derwerp voor dezen rvond gekozen had:
De gevaren van het fascisme en
de gevaarlijke illusies.
Spreker begon zijn betoog met de
vraag te stellen: welke beteekenis moe
ten wij Rev. Soc. aan de aanstaande ver
kiezing voor de prov. staten toekennen?
Is deze verkiezing dan wel zoo belang-
r'jk? immers, de prov. staten hebben
Woensdag 17 April.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.— „Orvitropia" olv. J. v. d.
Horst, J. v. d. Horst, viool, J. Jong,
piano en gr.pl. 9.— De Notenkra
kers olv. D. Wins. 9.30 P. J. Kers
Jr.; Onze keuken. 10.— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
dp Continubedr.: E. Polak, lezing,
N. de Klijn, viool, J. Jong, orgel,
Dubbel-X-en8embie olv. C. Steyn,
Gaby Ehrliardt, zang en VARA-
tooneel olv. W. van Cappellen.
12.De Zonnekloppers olv. Cor
Steyn. 12.45 Or.pl. 1.1.45 De
Flierefluiters olv. E. Walis, mniv.
A. de Booy, zang. 2.— Voor de
vrouw. 2.15 Kniples. 3.— Voor de
kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.— E. Walis
en zijn orkest, mmv. Esther Philip-
se. zang. 6.45 Sportuitz. 7.— Zang:
Flora Collina. 7.30 Dr. B. H.
Sajet: De vooruitgang van de ge
neeskunde. 7.50 11. Wiggelaar,
viool. J. Vogel, piano. 8.— Herh.
SGS-ber. 8 03 Vaz Dias en VARA-
varia. 8.10 Or.pl. 8.20 „Het ver
raad der intellectueelen", spel van
B. v. Deilen, mmv. het VARA-too-
neel olv. W. van Cappellen 9.30
Fragm. „Eine Nacht in Venedig",
Strausz, mmv. VAR/ oikest olv. H.
de Groot en solisten. 10.30 Vaz
Dias. 10.35 VARA-orkest oiv. H.
de Qroot, mniv. 3 piano-solisten
11.Orgelspel C. Steyn. 11.30
12.— Gramofoonplaten.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz)
8.Schriftlezing, meditatie. 8.15
—9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. P. N. Kruyswiik. 11.— En
semble v. d. Horst. 12.15 Gr.pl
12.30 Ensemble v. d. Horst. 1.15
Zang door F. Dieleman, bas, a. d.
vleugel: H. Hulshoff. 2.15 Or.pl.
3 Chr. Lectuur. 3.30—3.45 Or.
nl 4.Orgelspel L. Blaauw 5.
Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur
6 30 Afgestaan. 7.Ned. Chr.
Persbureau. 7.15 Orpl. 7.30 Tech
nische causerie. 8.— Vaz Dias.
8.05 Kamerorkest der H O.V., olv.
M. Adam. (Om 8.25 uitslag van de
Prov. Staten verkiezingen). 9.Z.
E. dr. H. D. v. Broekhuizen: Paul
Kruger. 9.30 Gr.pl. 9.45 Vaz Dias
9.50 Celler-Passion door de Chr.
Gem. Zangver. „Soli Deo Gloria"
olv. A. Vranken, het HOV-kamer-
orkest, W. Snoeks, tenor. F. Bal,
bas en V. v. Bers, tenor. 11.11 30
Or.pl. In de pauze van het avond
progr.: Uitslagen v. d. Prov. Staten
Verkiezingen.
DR0ITW1CH, 1500 M.9 20 Voor
lezing. 9.35—9.50 Morgenwijding
10.20 Or.pl. 11.05 Orgelspel Q.
Maclean. 11.50 Ch. Manning en
zijn orkest. 12.50 Orgelconcert O.
H. Peasgood. 1.35 Or.pl, 2.10
Pianorecital M. Harvey§amuel
2 35 Sted. orkest Bournemouth olv.
R Austin, mmv. A. Sala, cello.
4 05 Western Studio-orkest olv.
Thomas. 4.35 Het Chr. Ernesco
kwintet. 5.20 Ber. 5.50 en 6.05
Causerie. 6.25 Bachconcert. 6.50
BBC-dansorkest olv. H. Hall. 7.35
BBC-orkest olv. Sir Hamilton Har-
ty mmv. I. Kohier, piano. 8 50 Ber.
9.20 „The April Revua", met mu
ziek van J. Strachey. 10.2011.20
Sydney Kyte en zijn band.
RADIO-PARIS, 1648 M. 6.20 cn
7.20 Or.pl. 11.35 Orkestconcert 0
1 v. Touche. 7.20 „La Travlata"
opera van Verdi.
KALUNDBORO, 1261 M. 11.20
—1.20 Concert uit rest. Ritz. 2.20
4.05 Concert uit rest. Wivex. 7.20
Delibes-concert olv. Reesen. 8.35
Oneretteliederen. 9.35—10.20 Deen-
scne muziek olv. Reesen.
KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl.
6.35 Orkestconcert. 11.20 Omroep-
kieinorkest olv. Eysoldt en piano
duetten. 1.35 Zang. 3.20 Vlooi en
piano. 4.20 Uit Frankfort: Om
roeporkest olv. Hess en orkest olv.
Hauek. 6.20 Or.pl. 8.05 Om
roeporkest olv. Buschkötter. 9.50
Or.pl. 10.20 Keulsch strijkkwartet.
ROME, 421 M.
van Mozart.
8.20 „Requiem",
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
1120 0r.pl. 12.30—1.20 Omroep
orkest olv. Douliez. 4.20 De Boeck-
concert. 5.05 Or.pl. 5.35 Kamer
muziek. 6.35 Or.pi. 7.20 Pianoreci
tal. 7.40 Hoorspel. 8.40 Omroep
orkest olv. Douliez. 9.30—10.20
Dansmuziek. 484 M.: 11.20 Om
roeporkest olv. Douliez. 12.30—1.20
Or pl. 4.20 Dansmuziek. 5.20 Zang.
5 50 Or.pl. 6.20 Orgelconcert. 7.50
Matthaus-Passion van H. Schuetz.
8.50 en 9.30—10.20 Or.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M 7.35 Rijkszending: Fuehrung
und Gefolgschaft. 8.05 Berl. Phil
harmonisch orkest olv. H. Zilcher.
9 20 en 10.05 Ber. 10.20—11.20
Concert uit Kiel.
OEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Deutschl.s. 8.10 05,
Lond. Reg. 10.05—11.20, Keulen
11.20-13.50, Lond. Reg. 13.50—
16.30, Keulen 16.30—17.50, Brus
sel Fr. 17.50-18.20, Leipzig 18.20
—18.50, Droitwich 18.50—19.20,
Pariis Radio 19.20—24.
Lijn 4: Droitwich 9.20—17-20,
Moiala 17.2017.50, Lond. Reg.
17.5019.10, Beromunster 19.10—
21.20, Droitwich 21.20-23.20,
Weencn 23.20—24.—.
e genlijk de meest beperkte beteekenis,
zij vergaderen slechts 12 dagen per jaar.
I et zou dus volkomen logisch zijn, In
dien er voor deze verkiezing een zwak
kere belangstel'ing bestond, dit te meer,
daar door het crisis-beleid van Colijn ie
macht van de prov. staten geheel is be
knot. Wij zien Immers, dat Den Haag
de richtlijnen aangeeft en dat er van
provinciale autonomie niets is overge
bleven. Wij zien slechts hoe minister
De Wilde tegen den wil van Prov. Sta
ten tot een verlaagde salarisvaststelling
overgaat. Ergerlijk Is bet te eonstatee-
rer. dat men op de Haagsche bureaux
met peuterige nauwkeurigheid op alle
kleintjes toeziet, maar dat men in de
hoogere regionen afschuwelijke cumu
latie toestaat (Roermond!)
In dit verband wees spreker ook op
een artikel in de „Groene Amsterdam
mer", waarin gezegd wordt, dat we
teruggekeerd zijn tot den tijd van 100
jaar geleden, tot den tijd van de regee
ring van Willem I.
Indien wij dit alles eens chronologisch
nagaan, dan is het eerste teeken van
verscherpt Staatsgezag duidelijk te be
speuren in de houding van de regeering
na het gebeurde op de Zeven Provinciën.
En dit is sinds deze gebeurtenis steeds
ui'idelijker aan het licht getreden. En
zij, die daartoe hebben medegewerkt, zijn
niet alleen de regeeringspartijen, doch
ook de soc. dem. hebben meegewerkt
aan de afbraak van de democratie
door haar op zoo burgerlijke wijze te
beschermen.
Daarom is het voor ons Rev. Soc. ar
beiders (ontstaan uit een fusie van O. S.
P. en R. S. P. Red.) zaak om geen
enkel strijdterrein te verwaarloozen en
daarom ook zijn de a.s. verkiezingen
voor ons van groot belang.
Deze verkiezing is de eerste gelegen
heid om de balans op te maken over de
afbraak-politiek van Colijn.
En in de tweede plaats hebben we af
te rekenen met den Hitler-knecht Mtls-
sert, om te zien hoevsr deze man met
zijn reserve-troep van het groot-kapitaal
vordering heeft gemaakt. Deze doods
vijand van. de toekomst en den vooruit
gang is al voldoende motief voor den
wf ren socialist om kleur te bekennen.
Hij streeft naar de alleenheerschers-
1 laats op valsche, misleidende sugges
ties.
Spreker las daarna voor het ant
woord van een 68-jarigen tuinder uit
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
8)
„Het is ellendig. Als die vervloekte aan-
deelen maar de hoogte in gingen", zei mijn
heer Hallam bedrukt. Een paar duizend
gulden zou alles veranderen, maar we kun
nen net zoo goed over duizenden sipreken".
Furber luisterde ingespannen. Hl] schaam
de zich niet voor zijn luistervink spelen. Hij
was alleen verlangend zooveel mogelijk in
lichtingen op te doen.
„Heb je mevrouw Cameron alles verteld?
Weet ze dat ik misschien failliet ga?" vroeg
de heer Hallam met moeite.
„Ja, ik vond het niet meer dan eerlijk,
dat ze het ergste moest weten. Ik zei haar
dat ik schulaen had".
„Wat ben je van plan te doen?"
„Stella wenschte dat ik er een nacht over
zou denken. Ik zal haar morgen opzoeken.
Ze wil, dat wij wachten tot ze 21 is en dan
beslissen, vader. Vindt u dat ik had moeten
toestemmen?"
„Ik voel me werkelijk niet in staat je raad
te geven".
De heer Hallam keek op zijn horloge „Ik
moet mijn tas' h pakken Wil je mee naar
boven gaan?" Furber zag hen samen weg
gaan en zijn gelaat drukte groote voldoe
ning uit. De wetenschap dat Hallam in de
schuld zat kon hem van groot nut zijn. Het
was ook een voordeel dat mevrouw Cameron
tegen de verloving was.
Eenige minuten later verschenen mijnheer
Hallam en Ouy weer en spraken ernstig
met elkaar.
„Zoodra ik in de stad kom zal ik een oud
vriend van me opzoeken. Misschien wil hij
me een paar duizend gulden leenen, maar ik
ben er niet zeker van. Ik weet niet veel van
geld leenen af. Als ik succes heb, zal ik je
vanavond alles, wat ik heb gekregen, zenden.
Ik zou je zoo graag in ieder geval zonder
schulden willen iaten beginnen
Ze gingen verder en Furber hoorde niets
meer. Eenige minuten later ging hij weg en
liep in de richting van het station. Zooals
hij had voorzien, kwam hij Ouy tegen, die
terug kwam.
„Waar heb jij gezeten, Hallam? De com
mandant vroeg me je te vertellen dat de
admiraal een of ander draadloos rapport
verlangt. Je deed beter met naar boord te
rug te gaan", merkte Furber op.
„Hoe laat gaat de boot?"
„Er gaat een extra om vijf uur, die kan je
nog net halen".
„Dan moet ik me haasten".
,.Ik geloof dat ik ook maar mee ga, er is
niets te doen in dit vervloekte nest
Ze liepen 9ne.l voort en Furber grinnikte,
toen hij de treurige uitdrukking op Guy's
gezicht zag.
„Ik vermoed dat je bij de Cameron's bent
geweest. Wat ben je toch een boffert Ik
voel me nogal aangetrokken tot de schoone
Valda, dus je zult waarschijnlijk voortaan
vaak van mijn gezelschap genieten. Ik hoop,
dat je daar geen bezwaar tegen hebt?"
„In het geheel niet", antwoordde Ouy
met koeie beleefdheid.
„Kijk eens wat vroolijker, Hallam. Je
ziet er uit ais drie dagen 9torm. Je bent
toch niet nu al begonnen te kibbelen? Is me
vrouw Cameron soms niet erg vriendelijk
geweest?"
„Furber, bemoei je als je blieft met je
eigen zaken", zei Ouy kortaf.
Ze waren bij de piketboot aangekomen en
wisselden geen woord meer tot dat ze cie
Drietand bereikt hadden. Hallam haastte
zich naar zijn hut en ging aan tafel zit
ten. Hij haalde papieren uit zijn bureau en
toen Furber eenige minuten later voorbij
kwam, was hij bezig het rapport voor den
admiraal over te schrijven. Hun hutten
grensden aan elkaar en de laatste wachtte
geduldig tot Hallam naar buiten kwam met
een enveloppe in zijn Land
Furbei keek de gr.ng door, zag dat die
leeg was en ging naai HalUm's hut. Hei
ge'uk diende hem, want de papieren lagen
nog op tafel. Hij doorliep ze snel en nam
den inhoud in zich op. Zijn kennis van de
draadlooze telegrafie deed hem inzien hoe
belangrijk deze ontdekking was.
Enkele vlugge potloodaanteekeningen en
het zoo zorgvuldig bewaarde geheim was
het zijne. Toen keek hij rond om te Zien of
alles was als te voren en stapte brutaal de
gang op Een zucht van verlichting toen hij
het terrein veilig zag en hij keerde terug
naar de longroom. De kapelaan, gewoonlijk
de „padre" genoemd, zat daar over politiek
te praten met den commandant. Een paar
luitenants van de wacht speelden poker, ter
wijl de scheepsdokter een boek las. Deze
laatste keek op, knikte ep legde zijn boek
neer.
„Een koele dronk, Furber?"
Hij was een Ier, Mahony geheeten, met
een gezicht dat straalde van goedgehu
meurdheid.
„Best I'addy, ik verveel me dood. Wey-
port is taai. Het schip lijkt wel een begraaf
plaats. Ik ga 14 dagen verlof vragen
„Ik hoop voor je, dat je ze krijgt".
„Is de oude in zijn humeur?"
„Oa het zelf maar uitvinden. Waar ga je
naar toe? Stad?"
„Ja. Ais ik verlof kan krijgen. Ik ga het
dadelijk probeeren".
„Veel succes. Ik wou dat ik mee kon.
Maar ik ben blut".
De commandant was goed geluimd en
stond het verlof toe. De officieren hebben
weinig te doen als het schip in een haven
ligt, maar des te meer op zee en bij de ma
noeuvres.
Furber kwam terug, dronk zijn glas leeg
en beval zijn oppasser zijn valies te pakken
Tegen elf uur 's avonds was hij in Lon
den en nadat hij zijn valies in een hotel had
achter gelaten, ging hij naar een restau
rant in Soho, waar hij een avondmaal be
stelde. Even later kwam een kleine man bij
hem zitten en ze praatten eenigen tijd sa
men. Daarna keerde hij naar zijn hotel te
rug, trok zijn avondco9tuum aan en ging
er op uit om zich te amuseeren.
Het tegenwoordige Londen heeft prach
tige nachtclubs, die kort na twaalven open
gaan en waar luchthartige vrouwen en man
nen gaan dansen en soupeeren. Hij koos het
Elysian en ging aan een tafeltje in eetl rus-
tigen hoek zitten.
Alle soorten en standen waren aanwezig-
Mannen en vrouwen, wel bekend in de ge
zelschapskringen, actrices, wier gezichten
steeds voorkwamen in de geïllustreerde bla
den. Een beroemd politicus danste met een
van hen en scheen zich kostelijk te verma
ken
Furber bestelde een whisky soda. Er was
iets afwachtends in zijn houding en hij keek
voortdurend naar den ingang, maar het
was niet voor 11a eenen, toen de vroolijkheid
op zijn hoogst was, dat zijn geduld beloond
werd.
Een lange man, onberispelijk gekleed,
met een witte 91101- en puntbaard, die hem
iets voornaams gaven, kwam binnen en keek
langzaam rond. Zijn blik bleef even rusten
op Furber, maar hij gaf geen teeken van
herkenning. Integendeel, hij liep de tegen
overgestelde richting uit, nu en dan een
woord wisselend met een bekende.
Een vrouw alleen klampte hem aan. Hij
ging aan haar tafeitje zitten en bestelde
een flesch champagne, waarvan hij alleen
maar proefde en eenige minuten later stak
hij naar Furber over.
„Mag ik hier gaan zitten", vroeg hij be
leefd. „De andere tafels schijnen overvol te
zijn".
„Zeker, het is hier vanavond verbazend
druk".
„Dat is het hier bijna altijd Deze gele
genheid is erg in trek".
Wordt vervolgd