lIEVAARLIJK SPEL i Stad ett Omgeving, JladUipf4QCCUilM(l De heer H. Sneevliet spreekt. 2eui£letm REDE VOOR DE N.S.B. Door den heer Paardekooper in het Gulden Vlies. "Als gevolg van verkiezingswerkzaamheden was de zaal gisteravond minder druk dan zeker vele bezoekers verwacht zullen hebben Er waren dezen keer nogal wat soc.-dem aanwezig. De heer H. S c h o 11 e n s sprak een kort openingswoord, o.a. mededeelende, dat na afloop aaii de leden een mededeeling zou worden gedaan. De heer P aardekooperuit Am sterdam, die hierop het woora kreeg, begon te spreken over het pas verspreide socialis tische verkiezingsblad „Kleurt Noordholland rood", waarin verschillende vragen aan de N.S.B. werd gesteld. Spr. zou die vragen (van dr. Banning) beantwoorden. De eerste vraag was: „zult gij (Mussert) critiek toelaten, gesteld dat gij de macht krijgt?" Spr. zeiae nadrukkelijk, dat het niet twijfelachtig is of de N.S.B. de macht krijgt, „wij zullen die veroveren" (langs den wetti gen weg). Critiek en bestrijding zal worden toegelaten, maar de critici zullen voortdl# rend minder in aantal worden uit overtui ging van het goede van de N.S.B. voor ons land. En als er dan toch nog critici blijven, zal hun bestrijding slechts worden toege staan voorzoover zij de macht en de eer van den staat niet aantast. De tweede vraag (in verband met mili tairisme) beantwoordde spr. met te zeggen, dat de zonde van een militairisme hier eigen lijk niet bestaat, maar dat het nog veel meer zonde is ons land het slagveld van Europa te doen zijn. De kerk, een instelling uit open baring, staat buiten den staat, ook buiten den nat. socialistischen staat, en gewetenscon flicten inzake militairen dienst zullen daar in niet voorkomen. Door het „socialistisch gebazel, waardoor de menschen den kop kwijtraakten" zijn de menschen op verkeerd spoor gebracht en de nat.-soc. zullen hen terugbrengen, en voor zoover zij op den duur blijven dwalen, zullen zij moeten leeren. Spr. steide vast, dat de N.S.B. het christe lijk geloof zal hoog houden. Wat er in Duitschland gebeurt (waarheen vaak ver wezen Wordt) zal niet allemaal goed zijn, maar zeker is, dat wij niet weten wat daar voorvalt en wat daar wordt verstaan onder kerkstrijd wij kunnen dat daarom niet be grijpen noch beoordeelen. Ons leidend begin sel staat er borg voor, dat wij het christen dom hoog houden. Datzelfde beginsel is de drijfveer van al ons doen en streven. Wij stellen het tegen over wat anderen belijden. Op grond hiervan bestreed spr. den klas senstrijd. Het bestaan van een proletariaat en een internationalen strijd van de arbei dersklasse erkende spr. niet. De liberale partij kan geen beginsel aan geven. Spr. gaf het aan als: „de enselingert zijn in beginsel vrij en oppermachtig". Echter de vrijheid van den enkeling doet vreemd aan (spr. noemde als voorbeeld een zuivelboer en de Zuivelcentrale). Zeer enkele enkelingen waren oppermachtig onder het liberalisme. Spr. noemde nog een paar zaken, die de liberalen in hun program zouden kunnen voeren alle welke hij bestreed. Echter, hij wilde nagaan wat de liberalen thans propa- geeren en dan merkte hij op, dat Oranje in de tweede plaats wordt genoemd, iets waar spr. het niet mee eens kan wezen, want Oranje moet nummer één zijn en blijven. Of het onder het liberale bewind wel zoo veel beter ging dan nu, trok spr. heel sterk in twijfel en hij noemde verschillende dingen (geregeld terugkeerende werkloosheid, ontvol king platteland, enz.) ter staving van zijn be toog. De liberale geest van heden werd door spr. op humoristische wijze aan den kaak ge steld: het liberalisme is als een automaat, men kan er zoogenaamd alles krijgen. Vol gens de liberalen is de staat er voor den mensch, alles voor den enkeling maar onze tijd heeft wel geleerd, dat het anders is en dat de wil van den enkeling moet worden onderworpen aan dien van de gemeenschap. Het program der a.-r. partij besprekend, merkte spr. op, dat daar veel in voorkomt, wat ook de N.S.B. wil. En in de r.k. staats partij is het evenzoo. Desalniettemin staan beide partijen vlak tegenover de N.S.B. Het is zooals ir. Mussert zei van beide kan ten een poging om de natie haar graf te laten delven. Spr. herinnerde aan de groote betooging te Amsterdam van onlangs en gaf verschillen de gesprekken weer, gehoord in de rijen der tegenstanders, die langs den weg stonden ge schaard en waarin de beginselen der N.S B nog zoo slecht niet beoordeeld werden. Dat de leiders der N.S B. betaaia zouden worden, zooals tegenstanders (de Vrijheids bond) pogen te doen gelooven, ontkende spr, zeer nadrukkelijk, en deze verdachtmaking heeft dien bond in Amsterdam den naam ge geven van „Joodsche Invalide". Het beginsel der chr.-hist. en dat der N.S B. loopt niet zoover uiteen. Eerstgenoemde» weten echter, dat zij het niet kunnen uitvoe ren, „omdat zij (tiaar een politieke partij zijn", wij zullen het doen. Het woord van Mussert, dat nieuwe wel vaart zal worden opgebouwd, vindt alom weerklank en blijft hangen, de leuzen der politieke partijen worden vergeten. De N S. B. zal er komen, maar het kan nog jaren du ren, d.w.z. de huidige regeering en zij die na haar zullen komen, zullen nog meer kun nen doen en nalaten tot nadeel van land en volk; ons volk zal nog meer dan tot dusver verdeeld worden en het gevaar, dat dreigt in het Oosten, zal toenemen. Als wij Indië niet kunnen behouden, beteekent dit armoe en ver val en misschien het begin van het wegvagen van Nederland uit de rij der onafhankelijke staten. Als het zoover komt, is het onze schuld, omdat wij niet in staat waren het volk te redden. Het Monster, dat Nederland bedreigt, is druk in de weer: belasting- en regeeringsbe- moeiïng bij alles. Spr. schetste het gevaar voor executie en den rem bij het uitoefenen van bedrijven. Het monster heeft gouden schijn, verspreidt een kelderlucht, is slijmerig, enz., kronkelt zich in allerlei bochten, heeft een zevental wachters (de politieke partijen), die het moeten verdedigen tegen een onge- wapenden zwarten ridder en zijn strijdknaap gekomen om het monster te verdelgen. Ech ter hij zal het winnen en de wachters hun wapenrusting uittrekken en hen een zwart hemd ervoor in de olaats geven, het Neder- landsche volk bevrijden van zelfzucht en ver dere ondeugden. Dan zal het volk weer kun nen werken voor eigen behoeften; geen voed sel zal meer vernietigd worden; geen boter zal tegen te lagen prijs over de grens gaan ons volk zal weer in waarheid kunnen leven in een goedgeordenden staat. De strijd zal zwaar zijn. Men slaat ons, waar men kan (spr. noemde voorbeelden), maar wij zullen doorzetten, want onze taak zal nog zwaarder worden. Met onze over winning zal ons werk pas beginnen, maar het zal gemakkelijker vallen, omdat wij dan met groote aantallen zullen zijn. Gij moet kiezen, zei spreker, of gij wilt be- hooren tot één der zeven wachters of niet. De socialisten zullen hun beginsel voor een schotel linzenmoes te koop aanbieden, zij zullen een compromis aangaan met andere partijen en zullen een goeden steun zijn van het huidige stelsel. En de andere partijen zullen hetzelfde doen. Ook zij zullen het demo-liberalisme steunen, d.w.z. het stelsel van hebzucht en haat. Fel trok spr. op tegen het stelsel van het socialisme, aat hij laf en lamlendig mate rialisme noemde in zijn „vrijheid, vrede en welvaart". Daartegenover stelde spr. het beginsel der N.S.B. Het is mogelijk om te komen tot den door haar gepredikten organischen staat zelfs in den chaos van het heden. Het recht op arbeid bestaat en daarom de plicht op goed werk, zoo goed als ttrgelijk is. Spr. was overtuigd, dat allen, die nu nog tegenstanders zijn van de N.S.B., haar stel lingen zullen aanvaarden, omdat zij zullen inzien niet anders te kunnen. Allen zullen werken in het belang van de gemeenschap en een drievoudig imperium: Nederland in Europa, Azië en Amerika. Men zal strijden, eerlijk en overtuigd, voor eenheid en órde, voor het heil van het vaderland, dat niet is een object voor grondspeculanten, maar dat leeft in het hart. Met een krachtig „Hou Zee" eindigde spr. zijn gloedvol en vaak humoristisch betoog, dat herhaaldelijk door handgeklap werd on derbroken. Van enkele uitroepen van blijkbaar niet- N.S.B:ers had hij geen notitie genomen. Schriftelijke vragen. In de pauze, gedurende welke gecolpor teerd werd met nat.-socialistische lectuur, werden eenige schriftelijke vragen ingediend, welke, nadat er een collecte was gehouden ter bestrijding der verkiezingskosten, door den heer Paardekooper uitvoerig werden beant woord. „Hoe kan de N.S.B. beslist de macht ver overen, als de kerkelijke partijen er tegen zijn; schrijver dezes ondervindt nogal tegen werking, althans mondeling" was de eerste vraag. Ja, antwoordde spr., die laatste toe voeging is al het antwoord. Als de kerkdij ken de daden zien van de N-S.B.'ers, die zij nu nog voor moordenaars en knechters der kelk houden, zullen zij erkennen, dat er toch veel goeds in hun strven zit, dat zij goed willen en dat in daden weten 0111 te zetten. Uiteindelijk zullen zij zien, dat de leiding toekomt aan de menschen, die het christen dom in waarheid willen toepassen. In antwoord op een vraag naar het ver wachtte aantal stemmen, zei spr., dat het de N.S.B.erom gaat te weten hoeveel procent der Nederlanders de gedachte der N.S.B aanhangt wel is dit een slechte graad meter, maar het is er toch één. Woensdag avond zullen wij feest vieren, voorspelde spr. Oevraagd werd nog of in den N.S.B.-staat de ongewenschte vreemdelingen ook gevoed zullen worden. Op sarcastische wijze gaf spr. een ontkenning, ln het antwoord op een andere vraag zei spr., dat de socialisten in Duitschland tot de eersten behóórden, die meevochten, maar die ook een nieuwen staat poogden op te rich ten op de fundamenten van het ingestorte rijk. Spr. ontkende, dat het in Zweden zoo goed gaat met de socialistische regeering: ook daar zijn zetels door haar verloren, een bewijs dat andere gedachten doordringen Een andere vraag gaf spr. aanleiding ft- betoogen, dat niet mag worden doorgegaan met het kapot-maken van den export naar In dië. Dit zal immers tot gevolg hebben, dat de stroom van Japansche goederen naar In dië steeds breeder zal worden en aldus zal bewerken, dat Japan vasten voet krijgt in ons Insulinde. Spr. schetste een en ander van het Japansche systeem van onderdrukking, waaruit hij de overtuiging putte, dat den in landers veel ergs te wachten staat als Ind'ë zal worden losgelaten door Nederland. De taak van Nederland is daar zwaar. Lang zaam maar zeker zal Indië moeten worden gesloten voor de Japansche concurrentie en ae daardoor ontstaande duurte moet worden bestreden door het zoeken van nieuwe cul tures. Het huidige Nederland doet niets tot verheffing van Indië; dat zal alleen een nat.- socialistisch geregeerd Nederland kunnen, ten bate niet alleen van de acht mlllioen eigen inwoners, maar ook van de 58 mil- licen inlanders. Agressieve bedoelingen heb ben wij allerminst, wij willen geen veroverin gen maken, maar achten het voor ons land en ook voor Europa van belang te houden wat wij hebben er zal een nieuw Europa komen, waarin de afzonderlijke staten zich scharen achter hun leiders, opdat niet verlo ren ga het geestelijk goed der vaderen, Spr. eindigde met een gedichtje, dat gezon gen kan worden op de wijze van „Turf in je ransel". Met het staande zingen van het eerste cou plet van het Wilhelmus en een driewerf her naald „Hou Zee!" werd de bijeenkomst be sloten. „Tegen fascisme". Gisteravond sprak in de „Dancing" van de Harmonie het Rev. Soc. Tweede Kamerlid H. Sneevliet voor de R. S. A. P. afd. Alkmaar. De zaal was meer clan vol en velen moesten teleurge steld worden. In zijn openingswoord heette de voor zitter, de heer W. v. d. W a 1, de tal rijke aanwezigen wefkoni en deed me dedeeling van een ingekomen brief van de S. D. A. P„ afd. Alkmaar, dat zij geen gebruik vvenschte te maken van de gebo den gelegenheid om in debat met den spreker te treden. Daar de N. S. B. op de zen avond een tegenvergadering had be legd, nam spreker aan, dat ook deze paHij niet met den spreker van gedach ten wilde wisselen. Hierna betrad onder applaus de heer Sneevliet het podium, die zich als on derwerp voor dezen rvond gekozen had: De gevaren van het fascisme en de gevaarlijke illusies. Spreker begon zijn betoog met de vraag te stellen: welke beteekenis moe ten wij Rev. Soc. aan de aanstaande ver kiezing voor de prov. staten toekennen? Is deze verkiezing dan wel zoo belang- r'jk? immers, de prov. staten hebben Woensdag 17 April. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8.— „Orvitropia" olv. J. v. d. Horst, J. v. d. Horst, viool, J. Jong, piano en gr.pl. 9.— De Notenkra kers olv. D. Wins. 9.30 P. J. Kers Jr.; Onze keuken. 10.— VPRO- morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in dp Continubedr.: E. Polak, lezing, N. de Klijn, viool, J. Jong, orgel, Dubbel-X-en8embie olv. C. Steyn, Gaby Ehrliardt, zang en VARA- tooneel olv. W. van Cappellen. 12.De Zonnekloppers olv. Cor Steyn. 12.45 Or.pl. 1.1.45 De Flierefluiters olv. E. Walis, mniv. A. de Booy, zang. 2.— Voor de vrouw. 2.15 Kniples. 3.— Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.— E. Walis en zijn orkest, mmv. Esther Philip- se. zang. 6.45 Sportuitz. 7.— Zang: Flora Collina. 7.30 Dr. B. H. Sajet: De vooruitgang van de ge neeskunde. 7.50 11. Wiggelaar, viool. J. Vogel, piano. 8.— Herh. SGS-ber. 8 03 Vaz Dias en VARA- varia. 8.10 Or.pl. 8.20 „Het ver raad der intellectueelen", spel van B. v. Deilen, mmv. het VARA-too- neel olv. W. van Cappellen 9.30 Fragm. „Eine Nacht in Venedig", Strausz, mmv. VAR/ oikest olv. H. de Groot en solisten. 10.30 Vaz Dias. 10.35 VARA-orkest oiv. H. de Qroot, mniv. 3 piano-solisten 11.Orgelspel C. Steyn. 11.30 12.— Gramofoonplaten. HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz) 8.Schriftlezing, meditatie. 8.15 —9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst olv. ds. P. N. Kruyswiik. 11.— En semble v. d. Horst. 12.15 Gr.pl 12.30 Ensemble v. d. Horst. 1.15 Zang door F. Dieleman, bas, a. d. vleugel: H. Hulshoff. 2.15 Or.pl. 3 Chr. Lectuur. 3.30—3.45 Or. nl 4.Orgelspel L. Blaauw 5. Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur 6 30 Afgestaan. 7.Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Orpl. 7.30 Tech nische causerie. 8.— Vaz Dias. 8.05 Kamerorkest der H O.V., olv. M. Adam. (Om 8.25 uitslag van de Prov. Staten verkiezingen). 9.Z. E. dr. H. D. v. Broekhuizen: Paul Kruger. 9.30 Gr.pl. 9.45 Vaz Dias 9.50 Celler-Passion door de Chr. Gem. Zangver. „Soli Deo Gloria" olv. A. Vranken, het HOV-kamer- orkest, W. Snoeks, tenor. F. Bal, bas en V. v. Bers, tenor. 11.11 30 Or.pl. In de pauze van het avond progr.: Uitslagen v. d. Prov. Staten Verkiezingen. DR0ITW1CH, 1500 M.9 20 Voor lezing. 9.35—9.50 Morgenwijding 10.20 Or.pl. 11.05 Orgelspel Q. Maclean. 11.50 Ch. Manning en zijn orkest. 12.50 Orgelconcert O. H. Peasgood. 1.35 Or.pl, 2.10 Pianorecital M. Harvey§amuel 2 35 Sted. orkest Bournemouth olv. R Austin, mmv. A. Sala, cello. 4 05 Western Studio-orkest olv. Thomas. 4.35 Het Chr. Ernesco kwintet. 5.20 Ber. 5.50 en 6.05 Causerie. 6.25 Bachconcert. 6.50 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 7.35 BBC-orkest olv. Sir Hamilton Har- ty mmv. I. Kohier, piano. 8 50 Ber. 9.20 „The April Revua", met mu ziek van J. Strachey. 10.2011.20 Sydney Kyte en zijn band. RADIO-PARIS, 1648 M. 6.20 cn 7.20 Or.pl. 11.35 Orkestconcert 0 1 v. Touche. 7.20 „La Travlata" opera van Verdi. KALUNDBORO, 1261 M. 11.20 —1.20 Concert uit rest. Ritz. 2.20 4.05 Concert uit rest. Wivex. 7.20 Delibes-concert olv. Reesen. 8.35 Oneretteliederen. 9.35—10.20 Deen- scne muziek olv. Reesen. KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl. 6.35 Orkestconcert. 11.20 Omroep- kieinorkest olv. Eysoldt en piano duetten. 1.35 Zang. 3.20 Vlooi en piano. 4.20 Uit Frankfort: Om roeporkest olv. Hess en orkest olv. Hauek. 6.20 Or.pl. 8.05 Om roeporkest olv. Buschkötter. 9.50 Or.pl. 10.20 Keulsch strijkkwartet. ROME, 421 M. van Mozart. 8.20 „Requiem", BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 1120 0r.pl. 12.30—1.20 Omroep orkest olv. Douliez. 4.20 De Boeck- concert. 5.05 Or.pl. 5.35 Kamer muziek. 6.35 Or.pi. 7.20 Pianoreci tal. 7.40 Hoorspel. 8.40 Omroep orkest olv. Douliez. 9.30—10.20 Dansmuziek. 484 M.: 11.20 Om roeporkest olv. Douliez. 12.30—1.20 Or pl. 4.20 Dansmuziek. 5.20 Zang. 5 50 Or.pl. 6.20 Orgelconcert. 7.50 Matthaus-Passion van H. Schuetz. 8.50 en 9.30—10.20 Or.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M 7.35 Rijkszending: Fuehrung und Gefolgschaft. 8.05 Berl. Phil harmonisch orkest olv. H. Zilcher. 9 20 en 10.05 Ber. 10.20—11.20 Concert uit Kiel. OEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Deutschl.s. 8.10 05, Lond. Reg. 10.05—11.20, Keulen 11.20-13.50, Lond. Reg. 13.50— 16.30, Keulen 16.30—17.50, Brus sel Fr. 17.50-18.20, Leipzig 18.20 —18.50, Droitwich 18.50—19.20, Pariis Radio 19.20—24. Lijn 4: Droitwich 9.20—17-20, Moiala 17.2017.50, Lond. Reg. 17.5019.10, Beromunster 19.10— 21.20, Droitwich 21.20-23.20, Weencn 23.20—24.—. e genlijk de meest beperkte beteekenis, zij vergaderen slechts 12 dagen per jaar. I et zou dus volkomen logisch zijn, In dien er voor deze verkiezing een zwak kere belangstel'ing bestond, dit te meer, daar door het crisis-beleid van Colijn ie macht van de prov. staten geheel is be knot. Wij zien Immers, dat Den Haag de richtlijnen aangeeft en dat er van provinciale autonomie niets is overge bleven. Wij zien slechts hoe minister De Wilde tegen den wil van Prov. Sta ten tot een verlaagde salarisvaststelling overgaat. Ergerlijk Is bet te eonstatee- rer. dat men op de Haagsche bureaux met peuterige nauwkeurigheid op alle kleintjes toeziet, maar dat men in de hoogere regionen afschuwelijke cumu latie toestaat (Roermond!) In dit verband wees spreker ook op een artikel in de „Groene Amsterdam mer", waarin gezegd wordt, dat we teruggekeerd zijn tot den tijd van 100 jaar geleden, tot den tijd van de regee ring van Willem I. Indien wij dit alles eens chronologisch nagaan, dan is het eerste teeken van verscherpt Staatsgezag duidelijk te be speuren in de houding van de regeering na het gebeurde op de Zeven Provinciën. En dit is sinds deze gebeurtenis steeds ui'idelijker aan het licht getreden. En zij, die daartoe hebben medegewerkt, zijn niet alleen de regeeringspartijen, doch ook de soc. dem. hebben meegewerkt aan de afbraak van de democratie door haar op zoo burgerlijke wijze te beschermen. Daarom is het voor ons Rev. Soc. ar beiders (ontstaan uit een fusie van O. S. P. en R. S. P. Red.) zaak om geen enkel strijdterrein te verwaarloozen en daarom ook zijn de a.s. verkiezingen voor ons van groot belang. Deze verkiezing is de eerste gelegen heid om de balans op te maken over de afbraak-politiek van Colijn. En in de tweede plaats hebben we af te rekenen met den Hitler-knecht Mtls- sert, om te zien hoevsr deze man met zijn reserve-troep van het groot-kapitaal vordering heeft gemaakt. Deze doods vijand van. de toekomst en den vooruit gang is al voldoende motief voor den wf ren socialist om kleur te bekennen. Hij streeft naar de alleenheerschers- 1 laats op valsche, misleidende sugges ties. Spreker las daarna voor het ant woord van een 68-jarigen tuinder uit Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 8) „Het is ellendig. Als die vervloekte aan- deelen maar de hoogte in gingen", zei mijn heer Hallam bedrukt. Een paar duizend gulden zou alles veranderen, maar we kun nen net zoo goed over duizenden sipreken". Furber luisterde ingespannen. Hl] schaam de zich niet voor zijn luistervink spelen. Hij was alleen verlangend zooveel mogelijk in lichtingen op te doen. „Heb je mevrouw Cameron alles verteld? Weet ze dat ik misschien failliet ga?" vroeg de heer Hallam met moeite. „Ja, ik vond het niet meer dan eerlijk, dat ze het ergste moest weten. Ik zei haar dat ik schulaen had". „Wat ben je van plan te doen?" „Stella wenschte dat ik er een nacht over zou denken. Ik zal haar morgen opzoeken. Ze wil, dat wij wachten tot ze 21 is en dan beslissen, vader. Vindt u dat ik had moeten toestemmen?" „Ik voel me werkelijk niet in staat je raad te geven". De heer Hallam keek op zijn horloge „Ik moet mijn tas' h pakken Wil je mee naar boven gaan?" Furber zag hen samen weg gaan en zijn gelaat drukte groote voldoe ning uit. De wetenschap dat Hallam in de schuld zat kon hem van groot nut zijn. Het was ook een voordeel dat mevrouw Cameron tegen de verloving was. Eenige minuten later verschenen mijnheer Hallam en Ouy weer en spraken ernstig met elkaar. „Zoodra ik in de stad kom zal ik een oud vriend van me opzoeken. Misschien wil hij me een paar duizend gulden leenen, maar ik ben er niet zeker van. Ik weet niet veel van geld leenen af. Als ik succes heb, zal ik je vanavond alles, wat ik heb gekregen, zenden. Ik zou je zoo graag in ieder geval zonder schulden willen iaten beginnen Ze gingen verder en Furber hoorde niets meer. Eenige minuten later ging hij weg en liep in de richting van het station. Zooals hij had voorzien, kwam hij Ouy tegen, die terug kwam. „Waar heb jij gezeten, Hallam? De com mandant vroeg me je te vertellen dat de admiraal een of ander draadloos rapport verlangt. Je deed beter met naar boord te rug te gaan", merkte Furber op. „Hoe laat gaat de boot?" „Er gaat een extra om vijf uur, die kan je nog net halen". „Dan moet ik me haasten". ,.Ik geloof dat ik ook maar mee ga, er is niets te doen in dit vervloekte nest Ze liepen 9ne.l voort en Furber grinnikte, toen hij de treurige uitdrukking op Guy's gezicht zag. „Ik vermoed dat je bij de Cameron's bent geweest. Wat ben je toch een boffert Ik voel me nogal aangetrokken tot de schoone Valda, dus je zult waarschijnlijk voortaan vaak van mijn gezelschap genieten. Ik hoop, dat je daar geen bezwaar tegen hebt?" „In het geheel niet", antwoordde Ouy met koeie beleefdheid. „Kijk eens wat vroolijker, Hallam. Je ziet er uit ais drie dagen 9torm. Je bent toch niet nu al begonnen te kibbelen? Is me vrouw Cameron soms niet erg vriendelijk geweest?" „Furber, bemoei je als je blieft met je eigen zaken", zei Ouy kortaf. Ze waren bij de piketboot aangekomen en wisselden geen woord meer tot dat ze cie Drietand bereikt hadden. Hallam haastte zich naar zijn hut en ging aan tafel zit ten. Hij haalde papieren uit zijn bureau en toen Furber eenige minuten later voorbij kwam, was hij bezig het rapport voor den admiraal over te schrijven. Hun hutten grensden aan elkaar en de laatste wachtte geduldig tot Hallam naar buiten kwam met een enveloppe in zijn Land Furbei keek de gr.ng door, zag dat die leeg was en ging naai HalUm's hut. Hei ge'uk diende hem, want de papieren lagen nog op tafel. Hij doorliep ze snel en nam den inhoud in zich op. Zijn kennis van de draadlooze telegrafie deed hem inzien hoe belangrijk deze ontdekking was. Enkele vlugge potloodaanteekeningen en het zoo zorgvuldig bewaarde geheim was het zijne. Toen keek hij rond om te Zien of alles was als te voren en stapte brutaal de gang op Een zucht van verlichting toen hij het terrein veilig zag en hij keerde terug naar de longroom. De kapelaan, gewoonlijk de „padre" genoemd, zat daar over politiek te praten met den commandant. Een paar luitenants van de wacht speelden poker, ter wijl de scheepsdokter een boek las. Deze laatste keek op, knikte ep legde zijn boek neer. „Een koele dronk, Furber?" Hij was een Ier, Mahony geheeten, met een gezicht dat straalde van goedgehu meurdheid. „Best I'addy, ik verveel me dood. Wey- port is taai. Het schip lijkt wel een begraaf plaats. Ik ga 14 dagen verlof vragen „Ik hoop voor je, dat je ze krijgt". „Is de oude in zijn humeur?" „Oa het zelf maar uitvinden. Waar ga je naar toe? Stad?" „Ja. Ais ik verlof kan krijgen. Ik ga het dadelijk probeeren". „Veel succes. Ik wou dat ik mee kon. Maar ik ben blut". De commandant was goed geluimd en stond het verlof toe. De officieren hebben weinig te doen als het schip in een haven ligt, maar des te meer op zee en bij de ma noeuvres. Furber kwam terug, dronk zijn glas leeg en beval zijn oppasser zijn valies te pakken Tegen elf uur 's avonds was hij in Lon den en nadat hij zijn valies in een hotel had achter gelaten, ging hij naar een restau rant in Soho, waar hij een avondmaal be stelde. Even later kwam een kleine man bij hem zitten en ze praatten eenigen tijd sa men. Daarna keerde hij naar zijn hotel te rug, trok zijn avondco9tuum aan en ging er op uit om zich te amuseeren. Het tegenwoordige Londen heeft prach tige nachtclubs, die kort na twaalven open gaan en waar luchthartige vrouwen en man nen gaan dansen en soupeeren. Hij koos het Elysian en ging aan een tafeltje in eetl rus- tigen hoek zitten. Alle soorten en standen waren aanwezig- Mannen en vrouwen, wel bekend in de ge zelschapskringen, actrices, wier gezichten steeds voorkwamen in de geïllustreerde bla den. Een beroemd politicus danste met een van hen en scheen zich kostelijk te verma ken Furber bestelde een whisky soda. Er was iets afwachtends in zijn houding en hij keek voortdurend naar den ingang, maar het was niet voor 11a eenen, toen de vroolijkheid op zijn hoogst was, dat zijn geduld beloond werd. Een lange man, onberispelijk gekleed, met een witte 91101- en puntbaard, die hem iets voornaams gaven, kwam binnen en keek langzaam rond. Zijn blik bleef even rusten op Furber, maar hij gaf geen teeken van herkenning. Integendeel, hij liep de tegen overgestelde richting uit, nu en dan een woord wisselend met een bekende. Een vrouw alleen klampte hem aan. Hij ging aan haar tafeitje zitten en bestelde een flesch champagne, waarvan hij alleen maar proefde en eenige minuten later stak hij naar Furber over. „Mag ik hier gaan zitten", vroeg hij be leefd. „De andere tafels schijnen overvol te zijn". „Zeker, het is hier vanavond verbazend druk". „Dat is het hier bijna altijd Deze gele genheid is erg in trek". Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6