AlKMflAHSCHt COURAHT. MONTE CARLO IN DEN CRISIS-GREEP. Adverteeren... geld wegsmijten ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 16 APRIL 1935 Buitenland. HET BEROEMDE CASINO MET SLUITING BEDREIGD. Geneeskundige brieven DE VETTE JAREN ZIJN VOORBIJ... £and: en 3mn&otm HET MENGPERCENTAGE VOOR DE MARGARINE. Nadere bijzonderheden. Stad en Omgeoittq. De Arts en de Toekomst. In de beide vorige brieven heb ik de moei lijkheden geschetst, welke onder invloed van de wijzigingen in de economische structuur van het Nederlandsche volk en van den overmatigen toevloed van studenten in de geneeskunde aan alle kanten reeds in de naaste toekomst opdoemen. Onheilspellend stapelen de onweerswolken zich boven de be oefenaren van de geneeskunst op en onwille keurig komt de vraag naar voren of ooit ach ter deze sombere welken de zon weer te voor schijn kan komen? Er is ongetwijfeld over productie in de meeste intellectueele beroepen en in het algemeen zal men terecht huiverig zijn hierbij corrigeerend op te treden door maatregelen van contingenteering en orde ning. Maar waar een abnormale verproleta- riseering van den geneeskundigen stand, naar ik hoop te hebben aangetoond, zoo ge makkelijk leiden kan tot verscherping van tegenstellingen en het optreden van conflic ten waar de volksgezondheid slechts nadeel van kan ondervinden, daar is op dit terrein zeker de vraag gewettigd: wat hiertegen is te doen? De vrijheid van het beroep van arts en de vrije artsenkeuze doet het menigeen aanlok kelijk schijnen arts te worden en zoo zijn kansje op een behoorlijk levensbestaan maar eens te wagen. Wanneer edele concurrentie zou voeren tot steeds betere prestaties tegen steeds lager tarieven, dan zou er voor de zieken een voordeel in gelegen kunnen zijn het proces maar op natuurlijke wijze te laten uitzieken. Dan zou de arts voor zijn genees kundig artikel men vergeve mij deze wijze van spreken maar de productiekosten om laag moeten brengen en met een minimum winstmarge per handeling genoegen moeten nemen. Wanneer echter deze gedragslijn zou wor den gevolgd, vreezen velen, m.i. zeer terecht, groote schade voor de individueele en alge- meene gezondheid. Beperking van het aantal studenten? Moet dan de oplossing worden gezocht door sterkere selectie en beperking van het aantal studenten in de geneeskunde? Geheel in het midden latend of deze tactiek nood zakelijk kan worden in verband met de be schikbare ruimten von collegezalen, labora toria en opleidingsziekenhuizen, meen ik deze vraag vooralsnog ontkennend te moeten be antwoorden, doordat een behoorlijke maat staf voor zulk een selectie ontbreekt. Het lijkt mij niet mogelijk een eventuee'.e beperking van het aantal studenten anders uit te voeren dan door verzwaring der exa- meneischen of vergelijkende examens, een vergelijkend toelatingsexamen incluis. Men komt dan tot een selectie op grond van het projecteeren van een bepaalde hoeveelheid parate kennis en de gave om dit op het exa men behoorlijk onder woorden te brengen of op schrift te stellen. De vakken voor zulk een toelatingsexamen houden echter hoog stens zeer zijdelings verband met de vakken, waarop de uitoefening van het toekomstig beroep moet steunen en al zijn parate kennis en verstand noodzakelijke, waardevolle en kostbare onderdeelen, waarop de arts moet 6teunen, er zijn daarnaast nog zoo heel veel andere factoren, die beslissen of het genees kundig beroep goed en tot heil der mensch- heid zal worden beoefend. Ik noem b.v. altruïsme, sociaal inzicht en sociale belang stelling naast vele andere eigenschappen, welke als regel op een examen buiten be schouwing blijven. Voor diverse van deze fac toren kan men bovendien den jeugdigen stu dent nog geen maatstaf aanleggen omdat ze pas op lateren leeftijd zich kunnen gaan ont wikkelen in de eene of de andere richting. De arts staatsambtenaar? Is het dan wellicht gewenscht den arts tot staatsambtenaar te maken? Dit denkbeeld zou ongetwijfeld sterken tegenstand ontmoe ten in de artsenwereld, waarin o.a. steeds weer opnieuw wordt gewezen op de noodza kelijkheid voor de patiënten van de vrije artsenkeuze. Toch zitten er onder invloed juist van de zich voltrekkende wijzigingen in de economische structuur mogelijkheden. >n zulk een oplossing, die men niet luchthar tig kan voorbijgaan. Op de dorpen bestaat de vrije artsenkeuze meestal maar in zeer be perkte mate en de ervaring in de ziekenfond sen leert, dat slechts een zeer klein deel der fondsleden zich naar een anderen fondsarts laat overschrijven, aldus aan het recht van vrije artsenkeuze practisch gevolg gevende. In de partucliere praktijk geschiedt dit mis schien iets gemakkelijker en vaker, maar het is zeer de vraag of dit voor den patiënt altijd voordeel met zich mede brengt. Dat van het recht om van arts te wisselen niet overmatig veel gebruik gemaakt wordt, is echter nog geen voldoende motief dit recht aan de pa tiënten te gaan ontnemen. Toch zou men ver moedelijk bij de verandering van den arts tot volledig staatsambtenaar hiertoe overgaan, en in de steden b.v. een behandeling naar verdeeling in wijken regelen. Zulk een veraeeling in wijken bestaat al bij de gemeentelijke geneeskundige diensten voor de armenpraktijk zonder dat zulks in het algemeen als een grievend en schadelijk onrecht wordt aangevoeld. Het is echter zeer twijfelachtig of dit voor de geheele zie kenverzorging doorvoerbaar zou zijn. Ten slotte zou het voor de volksgezondheid na deel beteekenen wanneer men van de verschil lende medici geen profijt trok van hun ver schillende werkkracht en gaven en niet de uitblinkers door kennis of (en) vertrouwen in de gelegenheid stelde méér te prestoeren en daarnaar te honoreeren. Ziekenfondswezen. Is het dan wellicht wenschelijk en mogelijk het ziekenfondswezen aan te passen, uit te breiden en te perfectionneeren? Feisser wijst er in zijn brocliure terecht op, dat ook in de ziekenfondsen moeilijke situaties zijn opge treden door de crisis, malaise, werkloosheid en daling van inkomens. Een steunregeling is dan ook al reeds in de meeste gebieden van ons land ingevoerd, waardoor het den ouden leden mogelijk gemaakt wordt, in de zieken fondsen te blijven. Hij acht het ondenkbaar dat dit systeem tot in de verre toekomst ge volgd kan blijven worden. Er is zeker reden tot pessimisme en daarom is het noodig om aa te gaan of de ziekenfondsen en hun leden zich ook op andere wijzen kunnen aanpassen en wel door verlaging der fondsuitgaven zonder vermindering der geneeskundige ver zorging. Dit zou dan tot contributievermin dering moeten voeren. Al is dit probleem niet zoo onoplosbaar als het zoeken naar de kwadratuur van den cirkel, het is toch verre van eenvoudig. Feis ser wijst er op, dat de ziekenfondsleden geen gering bedrag regelmatig betalen en dat dit geen al te hoog percentage van het inkomen mag worden. We naderen, onder invloed van de daling van het gemiddelde gezinsinkomen, inderdaad snel de grens van toelaatbare be lasting. Hij wijst op uitgaven die inderdaad onder de loupe genomen behooren te worden. Hij heeft b.v. nagegaan, dat in Rotterdam de 250.000 ziekenfondsleden 2.650.000 recepten lieten gereedmaken, d.i. 30 per gezin per iaari Aangezien de fondsarts ook 30 bezoe ken per gezin per jaar brengt beteekent dit dus, dat bij elk bezoek een recept wordt afge geven. De apothekersrekening was voor de ziekenfondsleden even hoog als die van den dokter, terwijl deze verhouding in de parti culiere praktijk slechts 1/3 of 1/4 zou bedra gen. Vermindering van de receptuur zou dus drastisch moeten en mogen worden nage streefd. Dan wijst hij er op, dat het ziekenfondslid in het algemeen te gemakkelijk het spreekuur voor alles en nog wat soms voor verschil lende gezinsleden tegelijk opzoekt. Dit voert tot overvolle spreekuren en onvoldoen den tijd voor een behoorlijk onderzoek door den huisarts. Dit leidt tot te snelle verwij zing naar den specialist en te gemakkelijke observatie in een ziekenhuis. Dit laatste wordt door de tegenwoordige bestaande zie- kenhuisverplegingsvereenigingen ook weer in de hand gewerkt. Feisser zou hier remmend willen optreden o.a. door invoering van een verplichten kleinen bijslag voor 't eerste be zoek en de recepten, door den patiënt te vol doen. Ik acht dit een gevaarlijk tweesnijdend zwaard. Er is een aantal aandoeningen waarmede men haast niet vroeg genoeg bij zijn arts kan komen of waarvoor een korte observatie in een ziekenhuis een levensred dende noodzakelijkheid kan zijn. Deze gaan soms schuil achter geringe en schijnbaar onschuldige klachten. Remming en bemoeilijking van het vrijmoedige eerste bezoek kan gaan ten koste van sommige menschenlevens. Het is juist een ;an de mo gelijkheden waarbij de fondspatiënt in het voordeel kan zijn tegenover den particulieren patiënt, die angst heeft voor e'ke overbodige uitgave. Feitelijk behoorde elke patiënt met niet duidelijke klachten en ondubbelzinnige diagnose tot ziekenhuis-observatie te kunnen overgaan. Wordt er dan niets bijzonders ge vonden dan kan de behandeling eenvoudiger worden en de receptuur sterk worden inge krompen. Bezuiniging in het ziekenfonds wezen zal wellicht dringend noodig worden, maar deze moet m.i. pas doorgevoerd wor den na volledig onderzoek in alle dubieuze gevallen. Het is denkbaar dat daarvoor het thans door de geneesheeren steeds bestreden standpunt van artsen, die vol en uitsluitend z'ekenfondsambtenaar worden, nader moet worden bekeken. Ik acht de bezwaren van dit systeem niet zoo verwerpelijk als het aan leggen van een rem voor den fondspatiënt om vrijuit den arts te bezoekeh. Het werkschema van den arts. Het is wel buitengewoon moeilijk om de goede oplossing aan te geven, om van het doorvoeren van zulk een oplossing verder te zwijgen. Leeraren in een bepaald vak geven een bepaald aantal uren maximaal les, ver werken alien op ongeveer overeeenkomende wijze een bepaalde hoeveelheid leerstof en het is dus begrijpelijk dat men er ambtenaren van gemaakt heeft. In den hun overbliivenden vrijen tijd kunnen ze deze uren die tevoren bekend zijn productief maken in verschil lende richtingen. Het zijn gelijke monniken met gelijke kappen, doch met dc mogelijkheid nog verschillen van materieelen aard aan te brengen naar eigen voorkeur. Dit geldt ook voor verschillende andere ambtelijke beroe pen. Deze uniformiteit van basis en werk schema ontbreekt bij den arts. De een kan en wil veel meer presteeren dan de ander en wordt daartoe op grond van het vertrouwen van een groctere schare van patiënten ook in staat gesteld Te voren bekende vaste vrije tijd is hem vreemd en onbekend, alle tijd wordt, over dag zoowel als 's nachts, aan de uitoefening van het vak gegeven. Het zijn door een reeks van omstandigheden ongelijke monniken. Daarom gaat het niet aan hen ambtelijk ge lijke kapf>en op te zetten. Maar in de volle dige vrijheid en den daarmede samenhangen- den al te overdadigen toevloed van medische studenten schuilt, ik ben dit met Feisser vol komen eens, een dreigend gevaar. Ik vraag mij af, of hei systeem van be noeming zooals dit bij het notarieele ambt gevolgd wordt ook hiervoor de goede op'os- sing zou kunnen zijn? Ook hier blijft de in dividueele mogelijkheid bestaan, zich door zijn reputatie een betere positie te verschaf fen. Maar het aantal notarissen in zijn ge heel is zoodanig gelimiteerd, dat redelijker wijze iedere notaris een bestaan kan vinden De bevoegde wordt eerst candidaat en weet dat dit de proefjaren zijn, waarin tevens na der wordt uitgemaakt of hij op den duur waard en geschikt is notaris te worden in de plaats van zijn keuze. Met het stellen van deze vraag eindig ik deze beschouwingen. Zij die in het vraagstuk speciaal belang stellen raad ik intusschen de lezing van ae brochure van Feisser zeer aan. P. N. N. Dacht U dat Uw concurrent zoo dom is Een modern zakenman is „bij de tijd" en adverteert in de Het beroemde Casino te Monte Carlo zal naar alle waarschijnlijk heid worden gesloten, daar tenge volge van de crisis steeds minder vreemdelingen er hun geluk komen beproeven. De zoo beroemde badplaats Monte Carlo lijdt de laatste jaren een wel zeer kwijnend bestaan. De directie van het Casino heeft reeds al het mogelijke in het werk gesteld om bezoekers te trekken. Zoo werd in begin 1932 een geheel nieuw speelpaleis openge steld, dat het meest luxueuse ter wereld is. Om bezoekers te trekken verbond men er spe ciale attracties aan, o.a. door de maxima voor de in te zetten bedragen bij de diverse spelen af te schaffen. Zooals bekend zijn er bij de verschillende speelbanken maxima vastge steld, waarmede de sj>elers kunnen inzetten. Hoewel de banken een onuitputtelijke hoe veelheid geld bezitten, is het maximum voor hen een verdedigingsmiddel tegen de spelers, die eveneens over ruime geldmiddelen be schikken, want als er geen maximum is, dan kan iemand, die voldoende geld tot zijn be schikking heeft, met bijna wiskundige zeker heid winnen, indien tenminste door de bank houders geeen minderwaardige praktijken worden toegepast, zooals meermalen het ge val blijkt te zijn. Hij heeft een zeker bedrag in te zetten op rood of even, of een andere z g. enkelvoudige kans. En als hij na elk ver lies zijn oorspronkelijken inzet verdubbelt, totdat eindelijk rood of even, of waarop hij heeft gezet, uitkomt, dan zal hij steeds zijn oorsoronkelijken inzet als netto winst over houden. Door nu het maximum op te heffen hoopte de directie van het Casino een groot aantal bezoekers te trekken, welke hoop even wel niet is verwezenlijkt, gezien het feit, dat de directie van Monte Carlo's Casino haar deuren wil sluiten. Monte Carlo, de hoofdplaats van het klei ne prinsdom Monaco, heeft zijn wereldver maardheid alleen te danken aan zijn Casino en velen denken zich Monte Carlo als een stad, waar men spoedig rijk kan worden. Te Monte Carlo wisselt het geld voortdurend van eigenaar en meer dan één is er rijk heen gegaan, doch dood arm teruggekeerd. Niet altijd echter is Monte Carlo de mon daine touristenstad geweest, zooals wij* haar thans kennen. Ruim 60 jaar geleden was het een armelijk visschersdorpje. Het vorsten dom Monaco was in die jaren in het vreem delingenverkeer geheel onbekend. Spoorwe gen kende men er niet en de wegen bevonden zich in een erbarmelijk slechten ntoestand Het werd „ontdekt" door den Franschman Franco is Blanc, die vroeger in Bad Homburg een speelbank had gepacht en op zoek was naar een nieuw arbeidsveld. De roulette be stond reeds, maar zij bezat nog niet zoo'n aantrekkingskracht als later. Blanc vond Monaco een bij uitstek geschikte plaats om zijn plannen te verwezenlijken. Aan den toen- maligen heerscher van Monaco, Karei III, vroeg hij toestemming om in Monte Carlo een speelbank te mogen oprichten. Daar de staatskas leeg was en Blanc bereid was een bedrag van 177 duizend francs te storten DE LANGENDIJKER GROENTENVEILINGEN. Nu we half April schrijven, worden de aanvoeren uit den aard der zaak heel wat ge ringer. Toch was het deze week nog druk aan onze veilingen en op sommige dagen heerschte er een levendigheid en opgewekt heid alsof we nog midden in het winter seizoen zaten. De slechte prijzen, die den heelen winter door voor een paar koolsoorten zijn ge maakt, zijn oorzaak geweest, dat men daar van nog flinke hoeveelheden heeft overge houden, die nu aan de markt komen. Het koude weer van de laatste weken heeft dit be waren beter dan anders mogelijk gemaakt Het heeft bovendien ook zijn invloed op de prijzen der producten uitgeoefend omdat er niet zoo veel vroege groenten op de markten verschenen als bij zacht weer het geval zou zijn geweest. Voor de roode kool heeft dit mede tot zeer hooge prijzen kunnen leiden. Ongetwij feld is een andere factor van nog meer in vloed geweest. Immers van dit product ver scheen maar zeer weinig aan de markt. De hooge prijzen van de vorige weken hadden tot gevolg, dat toen met groote haast werd geveild. Voor de sorteering van 2 tot 3 pond werd nu 17 —f 18 betaald; enkele prima partijtjes 'liepen zelfs tot f 20. Voor tweede kwaliteit werd 1416 betaald met voor enkele partijtjes een iets lageren prijs. Aan de veiling van de Langendijker Groentencentrale kwam in de afgelcopen week nog heel veel gele kool, n.1. nog meer dan 50 spoorwagens en te Noordscharwoude nog ongeveer 25. Ook voor deze koolsoort was meer belangstelling, doordat het bui tenland wat meer vroeg en ook voor het binnenland, dank zij het koude weer, wat meer vraag kwam. De prijzen van eerste kwaliteit lagen tusschen 1.20f 3.60. Er werd meer boven de 2 verkocht dan er be neden en niet altijd was nu het vroeger meer gewilde goed van 2 3 pond favoriet Zwaar dere kool werd nu wel duurder verkocht dan minder zware. Voor tweede kwaliteit werd van 20 cent tot 1 minder betaald. Ook van Deensche witte kool blijken nog flinke voorraden aanwezig te zijn Zoo wer den er Zaterdag alleen aan den Noorder- marktbond nog bijna 18 spoorwagens aan gevoerd. De prijzen stegen niet in dezelfde mate als die der gele kool, daar de eerste vooral op export is aangewezen en het voor het verkrijgen van een concessie, gaf de vorst maar al te gaarne zijn toestemming tot het oprichten van een Casino. Nadat Blanc in het bezit van de verlangde conces sie was gekomen, kocht hij zooveel rotsland als hij maar krijgen kon en daar hij goed be taalde, waren de arme bewoners blij, dat zij op die manier van hun waardeloozen grond afkwamen. Zoo kwam bijna het geheele vorstendom in het bezit van Fran^ois Blanc. De speelbank verheugde zich alreeds ter stond na de oprichting in een groote belang stelling, welke in den loop der jaren niet verminderde, doch steeds toe nam. Blanc liet bij zijn dood aan zijn erfgena men het niet gering bedrag van 60 millioen francs na, welke nalatenschap een duidelijk bewijs leverde, dat de exploitatie van de speelbank hem geen windeieren had gelegd! Sedert de stichting van het Casino berust het bestuur van Monaco feitelijk bij de di rectie hiervan. De vorst is wel heerscher in naam, doch alle onkosten van den staat worden bestreden uit de inkomsten van de sjieelbanken. De burgers van Monaco be hoeven bijvoorbeeld geen belasting te beta len, zijn vrij van den militairen dienst, ter wijl het electrisch licht, gas, enz. hun zoo goed als niets kosten. Daarom zou de aan sluiting van Monte Carlo's Casino ook vele nadeelen opleveren voor de bewoners van het vorstendom. In Monaco wonen zeer vele vreemdelingen. Enkele jaren geleden telde men er 23.000 vreemdelingen tegen 1500 Monegasken. De meeste vreemdelingen zijn geregelde bezoekers van het Casino, ook al hebben zij er hun geheele fortuin verloren! Zoo loopt er bijvoorbeeld door de zalen van het Casino geregeld een oude, verlepte vrouw, die toekijkt als er wordt gespeeld Het is een eertijds om haar schoonheid be roemde Parisienne, die haar vermogen aan de roulette heeft geofferd. Ondanks dat kan zij de speelzaal nog altijd niet verlaten. Zij ontvangt van de directie van het Casino een periodiek bedrag, doch het is haar verboden met dit geld te sjoelen. De croupiers nemen haar inzetten niet aan. Onder de vele types, welke in Monte Car lo leven, bevindt zich verder een oude Fransche graaf, die een bepaald speelsy steem verkoopt. Hij zelf heeft er echter nog nooit iets meer gewonnen: integendeel: hij heeft zijn geheele vermogen verloren. Als men de speelzaal van Monte Carlo be zoekt, herkent men dadelijk de beroepsspe lers. Ofschoon voor hen vaak hun geheele vermogen op het spel staat, weten zij zich uitstekend te beheerschen. Geen enkele trek op hun gelaat verraadt hun inwendige emo tie: slechts als het balletje van de roulette stil houdt, kijken ze naar het nummer. De gelegenheidsspelers echter volgen met ge spannen aandacht naar het balletje en als gehypnotiseerd staren zij naar het balletje, dat hun verlies of winst zal brengen. In de jaren na den oorlog heeft het Casi no zijn besten tijd gehad. Met de groote, dikwijls fabelachtige winsten is het thans echter gedaan en zelfs de dividenden worden niet meer uitgekeerd. En als het zoo door gaat zullen de bewoners van Monaco spoe dig belasting dienen te betalen. buitenland nog maar weinig aan de markt kwam. De hoogste noteeringen lagen tus schen f 1.80 en 2.20. Deze prijzen werden betaald voor Denen van 3 a 4 pond, grovere soorten brachten 1.401.60 op. Tweede kwaliteit was aanmerkelijk lager in prijs, zoodat er nog een gedeelte voor 70 cent werd verkocht. Het mooiste goed bracht 20 a 30 cent meer op. De uien zijn flink in prijs gestegen. Er worden nu prijzen besteed, die ruim bevre digend zouden zijn, als er niet zoo veel afval was Nu is het nog te laag voor een loonende teelt. Voor gele uien werd 4.50 tot f 6.10 betaald, grove brdchten 5.20—6.20 op, drielingen stegen tot f 2.303 20 en voor nep werd f 1.20— f 2.30 besteed. De aan voer beliep nog 8 spoorwagens. De aangevoerde Bevelanders brachten f 2.50 op. Voor peen was de markt gun stiger gestemd dan dit gedurende dezen winter het geval is geweest. Een mooie partij grove peen bracht nu f 1.70— f 1.90 op; minder mooie 10—20 cent minder. Voor kleine werd 0.60— f 090 betaald. Voor bieten bleef de markt slecht gestemd. De zwaardere sorteering bracht van 40—80 cent op; kleine worden zeldzaam aangevoerd. „In verband met de vraag van het mengpercentage voor de margarine, hebben wij bij bevoegde zijde inlichtin- e?n ingewonnen omtrent het standpunt do» regeeringsorganen. Men wees er ons op, dat het aspect, dat onze boterpositie vertoont, gedurende den laat6ten t'jd een groote aandacht wordt gevolgd. Zooals veil. Het spreekt vanzelf, dat de loop di gebeurtenissen op dit terrein met groote aandacht wordt gevoigd. Zooals bekend, werd met ingang van 13 Januari j.1. het mengfvercentage van boter in de margarine teruggebracht van 25 op 15 Deze maatregel was eenerzijds het gevolg van de overigens geheel normale, sterke daling van de boterproductie en anderzijds gegrond op de overweging, dat het zeer wenschelijk moest worden geoordeeld, het op de Engelsche markt verworven afzetgebied te blijven voor zien, teneinde het gewonnen terrein al daar niet meer te verliezen. „Sindsdien steeg de boterproductie aanmerkelijk en werd er van verschil lende zijden bij herhaling op aangedron gen, het mengpercentage voor de mar garine weer op 25 te brengen. Hiertoe werd vooralsnog echter niet overgegaan. Verwerkt in de margarine toch, brengt de boter feitelijk niet meer op dan de prijs van de grondstoffen van eerstge noemd product, zijnde een aanmerkelijk goringer bedrag dan bij expori van de boter wordt verkregen. „Met het oog op de inkomsten van het Lrndbouwcrisisfonds dient dus de ver hooging van het mengpercentage zoo lang mogelijk uitgesteld te worden, waarbij nog komt, dat handhaving en zoo mogelijk uitbreiding van den boter- exnort naar Engeland om de reed^ ge noemde redenen aanbeveling verdient. „Bovendien heeft onze boterpositie, ondanks de zelfs boven het normale uit gaande seizoenstijging eenige verbete ring ondergaan door het in de markt komen van Amerika voor ons product. De export daarheen heeft beduidende afmetingen aangenomen, hetgeen zich weerspiegelt in het oploopen van de z.g. Leeuwarder-commissienoteering. Als gevolg hiervan kan het tijdstip, om tot verhooging van het mengpercentage over te gaan op dit oogenblik nog niet als aangebroken worden beschouwd. „De situatie wordt evenwel van dag tot dag nagegaan, om, zoodra de nood zakelijkheid dringt, tot verhooging van het mengpercentage te besluiten." DISTRICTS-ARBEIDSBEURS Tel. 4395 Voor werknemers uitsluitend geopend van 9—12 uur en op Maandagavond van 7—8 uur, voor vrouwelijk personeel bij voorkeur van 2—5 uur n.m. Bemiddeling voor werk gevers van 912 en van 25 uur n.m. De directeur van bovengenoemd bureau deelt mede, dat heden staan ingeschreven: groep bouwvakken: 1 bouwkundige, 4 opz.- teekenaars, 3 bouwk.-opzichters, 2 water bouwkundigen, 1 glas in loodzetter, 1 gla- zenwasscher, 1 steenbikker, 1 steenhouwer, 2 stratenmakers, 1 stratenm.-opperman, 1 stuc.- opperman, 6 betonwerkers, 1 betonemailleur, 41 opperlieden, 4 stucadoors, 48 metselaars, 88 timmerlieden, 15 voegers, 32 schilders, 125 grondwerkers; metaalindustrie: 1 autog.-lasscher, 18 bankwerkers, 1 blikslager, 3 carosseriebou- wers, 7 electriciens, 1 electro-technicus, 3 fit ters, 1 fraiser, 3 instrumentmakers, 2 kern makers, 3 ketelmakers, 7 klinkers, 11 loodgie ters, 2 lijnwerkers, 10 machinisten, 2 mach.- teekenaars, 12 metaaldraaiers, 1 metaalvijler, 3 metaalslijpers, 18 monteurs, 2 plaatwer kers, 4 rijwielherstellers, 3 scheepsbouwers, 2 scheepswerktuigkundigen, 7 smeden, 14 sto kers, 1 tandtechniker, 1 tegenhouder, 1 voor- slaander, 3 vuurwerkers, 5 wagenmakers, 1 werktuigkundige, 10 ijzerwerkers, 1 zandbe- reider, 3 zandvormers; groep voedings- en genotmiddelen: 46 siga renmakers, 1 sorteerder, 2 kistenplakkers, 1 stripper, 4 tabaksbewerkers, 5 slagers, 1 kok, 3 chocoladebewerkers, 1 suikerbakker, 23 bakkers, 2 bierbottelaars, 1 zuivelbereider; groep verkeerswezen47 chauffeurs, 7 koet siers, 1 stuurman groote vaart, 1 motorschip- per, 28 pakhuisknechts, 16 magazijnbedien den, 8 kellners; groep boek- en steendrukkerijen: 4 letter zetters, 1 drukker, 9 boekbinders; groep houtbewerking: 16 meubelmakers, 3 meubelstoffeerders, 7 mach. houtbewerkers, 3 kistenmakers, 1 borstelmaker, 1 beitser, I beeldhouwer, 1 biljartmaker, 1 kuiper; groep landbouwbedrijven: 9 tuinlieden, 21 boerenarbeiders, 2 bloemisten; groep handel: 17 vertegenwoordigers, 2 winkelbedienden; overige beroepen: 1 wasscher, 3 kleerma kers, 2 rietwerkers, 5 schoenmakers, 3 port.- huisknechten, 1 verfbereider, 1 kalkbrander, 2 huidenzouters, 4 incasseerders, 6 zakken- stoppers, 1 kapper, 2 ambtenaren ter secreta rie, 1 electr.-techn. ingenieur, 1 klomjjenschil- der, 16 kantoorbedienden, 1 bedrijfsleider, 3 administrateurs, 1 controleur, 42 transjwrt- en 727 1os-arbeiders; gedeeltelijk werkloos: metaalindustrie 32, tabaksindustrie 22, overige beroejjen 5; jeugdige werkloozen beneden 18 jaar in di verse beroepen22 vrouwelijk personeel: 2 steno-typisten, 3 kantoorbedienden, 1 winkeljuffrouw, 1 huis bewaarster, 4 dagmeisjes, 9 werksters, 1 leerl.-verkoopster; geplaatst: 14 werkzoekenden. De directeur voornoemd, v. d. HEUVEL. INGEKOMEN PERSONEN: J. P. Verhagen, adj.-referendaris P.T.T., N.H., en gezin, van 's-Gravenhage naar Brou werstraat 24. J. de Groot, bloemenhande laar, R.K., en gezin, van Den Helder naar St. Annastraat 41. Cornelis Matthijs Aubertijn, chef handelsver. Veluwe, N.H., en gezin, van 's-Hertogenbosch naar Vondel straat 7a. N. Pepping, groentenhandelaar, R.K., en echtg., van Heiloo naar Tulpstraat 2. G. J. Bakker, dienstbode, R.K., van Ob- dam naar Nassaulaan 19. J. Bal der, tuin- bouwarbeider, N.H., en gezin, van St. Pan- cras naar Kruislaan 8. J. Noordijk, z.b., N.H., van Amsterdam naar Wagenmakers- straat 3. Angelo Lenarduzzi, granietwer ker, R.K., van Italië naar le Landdwarsstr. 2a. H. J. Selie, koopman, R.K., en gezin, van St. ancras naar Kaarsemakersgracht 1. C. M. Punt, dienstbode, R.K., van Enkhui zen naar Luttik Oudorp 35. A. Dekker, dienstbode, R.K., van Oude Niedorp naar Zevenhuizen 8. Wed. K. Schouten, z.b., R.K., en zoon, van Heerhugowaard naar Akerslaan 16. W. A. H. Slag, kapper, R K., van Bergen (N.H.) naar Westenveg 149. P. van Vliet, drogisten bediende, N.H., van Zevenhuizen naar Voordam 7. C. Brouwer, auto-eport, geen, van Nieuwe Nie dorp naar Verdronkenoord 94. A. Muring, schipper, G.K., van Vlagtwedde naar Omval (vaartuig Aaltje). J. C. van Sprang, broe der-onderwijzer, R.K., van Amsterdam naar Nassaulaan 30. F. J. A. Hillen, winkelbe diende, R.K., en echtg., van Hoorn naar Ly ceumstraat 25. P. J. Kooijinan, broodbak kersknecht, R.K., van Oudorp naar Tulpstr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9