MODE TIPS OM ZELF TE MAKEN. OVER BRUISJAPONNEN EN NOG WAT. MET CRETONNE EN WAT HANDIGHEID ANGST VOOR DE ZWARTE MANl PARFUMS. ONVERWACHT BEZOEK. GEHAAKTE JUMPERS. u5„ wX™'"6ec" HET MENU VOOR DE HEELE WEEK, ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. V vanzelf, dat men de japon moet laten verven Het beste ls een niet te donkere kleur te kiezen, maar bijv. lichtgrijs, zachtgroen, e.d. Het tule van de sluier kan later nog voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Madame Mode toont dit zomenseizoen een buitengewone belangstelling voor de garneering met volants en plissée. Zoowel het meest eenvoudige ochtendjaponnetje, sla de elegantere middagjurk en het avond toilet worden er mee afgewerkt. Op de afbeelding ziet u in de eerste plaats een avondjurk, die aan de zijkanten een volantgarneerlng heeft en waarvan het bybehoorende cape'tje eveneens met volants afgesoomd is. Daarnaast ziet u twee een voudige degjurkjes, beide gegarneerd met een jabot van volants. Het wandelcomplet heeft een garneering van plissée. Tenslotte een middagjaponnetje van ge nopte zijde. Het eenige opmerkelijke van dit japonnetje zijn de mouwen die op een bijsonder aardige wijze gemaakt z)jn. JEANNE DE FL. Xet voorjaar is de MM. wmarin de meeete huwelijken gastoten worden. Voor bijna ieder meisje en iedere jonge vrouw is het „de" dag van p— leren; moeite noch tijd sa om er op dese dag po lief en bekoorlik mogelijk utt te zien. Bj)n er geen spe ciale redeoen, waarom het «let gaat, dan is het de wenach van iedere vrouw .,in het wit" te houwen. Tegenwoordig vor- Bken de financiën echter een groot beswaar; want men Seaft betrekkelijk weinig aan japon. Tenminsteals men niet een weinig verstan dig is. Het is nJ. hesl goed moge lijk om van de trouwjapon een avond- of middagjapon te na Icon, zonder dat iedereen tla^viyr kan zien, dat het een „vermaakte trouwjapon" is. De snit moet daarom zeer eenvoudig zijn. Het spreekt van de papieren servetjes levert vaak moeilijkheden op; ze kreuke len en gaan er onooglijk ultaien en men schaamt zich een beetje om ze te gebruiken. Dat beswaar is gemakkelijk te onder vangen. Daarvoor moeten we allereerst echter onze lappenmand eens nasnuffelen, of we er ook een lapje cretonne ln vinden. Ia dat Set geval, dan kunnen we aan het werk gaan. WQ snijden een paar carton- Batjes van ongeveer 25 bij 50 centimeter. Pose beplakken we netjes met effen papier. Aan de beide zijkanten van de carton- notjee maken we dan een snede (zie teeke- ntng)Daardoor halen we dan de band cre tonne! die op dezelfde breedte geknipt is, (p de manier, zooals u op de teekening dtaidelijk kunt zien. De band cretonne slui ten we met drukkertjes. Nu is de map voor het bewaren van de servetjes klaar; deoe steken we n.1. eenvoudig tusechen de rand cretonne en het cartonnetje. Aan de andere kant kunnen we deegewenscht de tafelmatjee bergen. Zoo ziet u, dat met weinig moeite voor «Hes een oplossing te vinden is. RITA VAN B. en als Je nu niet dadelijk met «etu eeuwen ophoudt, dan komt de zwarte fnan en stopt Je in de zak!" Met groote «ohrtkoogen kijkt het kind naar de moeder •q dreigend legt zich het spook van de ■warte man op het kinderzieltje! Er is dus ergens een zwarte man, die kinderen in zijn aak stopt. De moeder heeft me geen flauw Idee Tan. hoe deze bedreiging in het kind verder werkt. Ba ze is heel verbaasd, wan neer, als eenige weken later een oom in «en donker ooatuum op bezoek komt, het Mnd huilend weg loopt en niet te k&l- msissn is. Zelfs de ohocoiadereep, die de aom meebrengt ia niet ln staat het kind kekn ta kragen. ■ea ander geval. Een klein* Jongen is «ardwnald in de stad. Hullend staat hij bij «en halte en weet niet, waar hJJ naar toe moet. Ik vraag hem naar zijn naam en zijn adres. Vertrouwelijk geeft hij antwoord: hij moet met de tram naar de buitenwijken Maar hij staat aan een verkeerde halte. Omdat ik zelf geen tijd heb, wil ik de jongen aan de zorgen van een agent toe vertrouwen, die hem wel in de goede tram zal zetten. Ik neem hem bij de hand en wil hem naar de agent brengen. Toen hij merkte, wat mijn bedoeling was, rukte hij zich angstig los. rende over de straat en werd bijna overreden. Hjj had een ontzei tende angst voor de politie. Ik haal hem snel in, praat even met hem, maar hij be gint dadelijk te huilen, wanneer ik hem pro beer te bewegen mee naar de agent te gaan. „Nee, nee, niet naar de agent; die heeft een sabel, waarmee hij me dood slaat!" Pas na lang praten kan ik hem meefkrögen en een ongeloovig glimlachen glüdt over het gezicht van het kind, wan neer de agent zioh over hem buigt en hem vriendelijk toespreekt. „Ja, ja." zegt de agent, „verschillende moeders maken het ons heel moeilijk. Ze dreigen de kinderen met ons en als dan werkeljjk de nood eens aan den man komt, ala zoon kind verdwaalt en we willen het helpen, dan loopt het weg. Daar zijn al heel wat ongelukken mee gebeurd ook. En dat alles door onverstandige moeders." Het .dreigspook" moet verdwijnen uit de opvoeding der kinderen. De „zwarte man nen", „booae politieagenten", de „heksen" en „toovenaars" hooren niet in de moderne opvoeding. Zonder te denken wordt zooiets gezegd; maar het kind vergeet het nooit meer. De kinderlijke fantasie spint het ge- daohtenloos door de moeder gebruikte woord verder uit, wordt bang in het donker en ziet overal spoken. Geen enkel kind is van nature bang. Als niemand het kind op het idee zou brengen, dat een donkere kamer iets was om bang ln te zijn, zou het kind er niet op komen. Dreigt men het echter: ,.Alg je weer stout bent, step ik je in een donker hok", dan denkt het kind dadelijk, dat de donkerheid iets ia om bang voor te zijn. Met dreigementen moet men een kind niet opvoeden. Men kan een kind ook op andere wjjze straffen, als het noodig is. Hét maakt veel meer indruk op een kind, wan neer men er ernstig mee praat, een beroep op zjjn verstand doet. „Wie is er bang voor de zwarte man Niemand mosder; want de zwarte man hebben we voor altijd uit de kinderwereld verbannen. 8. N. De vrcrl'sfde van vrouwen om zich met p -ne, iy.—- nVo pn is e\ 'oiyi als de geschiedenis van de vrouwelijke ijdel heid zelf en men kan er de sporen van vol- gen tot ln de oudheid. We kennen allemaal de fleschjes en urntjes uit de graven van Egyptische, Romeinsche en andere Ooeter- sohe vrouwen, waarin ze hun reukwater bewaarden. Maar daar het de natuur van reukwater is vluchtig te zijn, kan men met geen mogelijkheid meer vaststellen welke soort van geuren men ln de oudheid ge bruikte. Wel weten we, dat het geen een voudige bloemengeuren waren, die gebruikt werden bij de bereiding van de verschil lende parfums en zalfjes. Ook dierlijke stoffen zooals muskus en amber kende men reeds. Pas tegen het einde van de 18de eeuw weten we nauwkeurigers van het karakter der verschillende parfums. We weten bij voorbeeld, dat Marie Antoinette, de vrouw van Lodewijk XIV geuren van viooltjes, jasmijn, en rozen de voorkeur gaf. dat er gedurende de Revolutie een parfum was, dat „elixir la guillotine" genoemd werd en van welks geur we ons moeilijk een voor stelling kunnen maken. We weten ook, dat de dames van het Directoire van een onge compliceerde sterke geur hielden, zooais bergamotte, honing, e.a, Josephine de Beauharnais voerde de zwoele anjergeur van haar tropische vader hand in Frankrijk in. In de loop van de negentiende eeuw wordt dan de parfumindustrie telkens ge raffineerder; maar ook de eischen, die er aan gesteld worden, worden steeds hooger. Er zjjn parfums, die speciaal voor boni samengesteld worden; andere die het het beste „doen" op de huid; weer andere, die. het beste ruiken, als ze op zijde gebracht worden, enz., enz. Naast de geuren van bloesems en dier lijke stoffen, ontdekte men ook die van houtsoorten en harsen: ebbenhout, sandel hout, moana, iroka en mikosa werden ook in de parfums verwerkt. Het modehuis Worth in Parijs heeft hiervan zijn speciali teit gemaakt. Het parfum „sans adieu" is bijna uitsluitend uit hout gewonnen. „Je reviens" is een samenstelling van sandel, ylang-ylang, amber en hyacinth. Ook „bolt des Indes" bestaat uit dergelijke bestand- deelen. Onze tijd heeft, zooals de hier aan gehaalde voorbeelden al bewijzen, de liefde voor zulke fantasieparfums niet opgegeven Toch is het interessant om te weten, hoe de laatste creaties van de toonaangevende huizen in wezen veranderd zijn. Ze hebben niet meer de zoele benevelende geur, die een paar jaar geleden het kenteeken van een goed mode-parfum was. Wel noemt Coty zijn parfum van 1934 nog „k Suma", een Japansche fantasie en biedt de ronde, ge slepen flacon ln een Japansch gelakt kistje aan, maar de geur is frisch en koel met een zweem van kamfer. Houbigant ziet af van alle exotiek en noemt zijn nieuwe parfum „présence", dat groenig oplicht in de mooie hooge gesiepen flacon. Ook hiervan is de lucht frisch. Mevr. DE J.VAN Z. De meeste huisvrouwen vinden het niet prettig onverwacht bezoek te ontvangen. En waarom niet? Omdat ze vinden, dat ze de gast niet ge noeg aan bunnen bieden, omdat ze toeval lig een erg eenvoudige pot gekookt hebben e. d. U behoeft onverwacht bezoek niet on aangenaam te vinden, als ge slechts zorgt dat er in uw provisiekast eenige blikjes ln voorraad zijn. Dan behoeft ge niet op het laatste oogenblik boodschappen te gaan hol len. Het is voor bezoek ook niet prettig om te merken, dat hun komst drukte geeft voor de huisvrouw. Wat moet die provisiekast dan allemaal bevatten? Schrikt u maar niet! Heusch geen dure dingen!! In de eerste plaats een blikje visch; daar mee bedoelen we een blikje zalm, ansjovis, of iets dergelijks, zoodat we altijd materiaal hebben om een slaatje te maken. Voor min der dan een kwartje heeft men tegenwoor dig al een blikje zalm en wat meer «eg gen wil, goede zalm. Verder is het ook noociig, dat we een potje zuur, uitjes en augurkjes in huis hebben. Dit is altijd smakelijk om te presenteeren. De bouillonblokjes, die tegenwoordig door vele firma's in de handel gebracht worden zijn zeer practisch voor het bereiden van een licht soepje Ook daarvan moet men dus eenige stuks in huis hebben. Uien in voorraad hebben is ook altijd aan te bevelen; gefruit met een stukje boter en wat meel heeft men gauw een sausje gemaakt, dat bij de meest eenvoudige gerechten, als erwten en boonen zeer smakelijk en pikant is. Ook moet men altijd zorgen een paar eieren in huis te hebben, Die zijn onontbeerlijk voor de meeste „toetjes" Een m&izenapuddinkje, waardoor een eierdooier geklutst is en dat gegarneerd is met stijfgeklopt eiwit ls een ware trac tatle. Bij het bewaren van eieren moet men er voor zorgen, ze telkens om te keeren in het eierrekje; dit is om te verhinderen dat de dooier doorzakt. Wat ook niet kwaad kan ls om krenten en rozijnen in hui# te hebben. Ook die kunnen van pas komen wanneer men onverwacht een dessert moet klaar maken. De jumper wordt vervaardigd van zefir- wol met een haaknaald van 2% millimeter doorsnee. Men heeft noodig 50 gram groene wol en 10 gram in een lichtere tint. Men zet van de donkere wol kettingsteken op, die een lengte hebben van 40 centimeter en daarop haakt men twee stokjes in dezelfde kettingsteek; dan slaat men «en ketting steek over; haakt een kettingsteek er. maakt weer twee stokjes ia dezelfde steek. In de volgende toeren maakt men de twee stokjes in de open ruimte van de vorige toer. Bij het begin van een nieuwe toer maakt men eerst twee kettingsteken. Zoo werkt men 11 centimeter hoog; dan laat men in het midden 18 c.M. staan en haakt aan iedere kant 12 centimeter hoog; dan mindert men langzaam voor het armsgat, zoo lang tot de schouder 8 c.M. breed is. Men haakt door, tot men, gemeten van het armsgat een hoogte van 21 centimeter heeft Dan maakt men de andere schouder evenzoo. Men verbindt de beide schouders weer door er kettingsteken tusschen te maken, die een lengte hebben van 18 centi meter. Men haakt het patroontje door, tot men vanaf de mindering een lengte heeft -'an 30 centimeter; dan meerdert men aan beide zijden tot men weer een breedte heeft van 40 centimeter. Men haakt hierop verder tot men een lengte heeft van 23 centimeter Dan kant men af. Men heeft dan in het midden een groote rechthoekige opening. Men neemt de lichte wol en begint een vest hiervan te haken ln dezelfde steek. Heeft men 6 centimeter ge haakt, dan deelt men de breedte in tweeën en mindert aan de binnenzijde om de hals opening te krjjgen, net zoo lang tot men aan Iedere zijde drie centimeter van de zijde der rechthoek af is. Men vereenigt de beide deelen weer, door er kettingsteken, die een lengte van 12 centimeter heb ben, tusschen te haken. Dan haak men nog 3 centimeter en kant af. Deze zijde en de twee zijkanten naait men aan de jumper. De mouwtjes worden van de donkere kleur gemaakt. Men werkt ze naar een papieren pa troontje, dat men knipt volgens het schema waarop de maat in centimeters staat Aangegeven Men naait de mouwtjes in de armsgaten en haakt de onderkant met een rand picotjes af; evenzoo de halsopening. Tenslotte maakt men van de donkere wol een band, die in de taille komt. Men haakt deze van vasten en steekt in de achterkant der kettingsteken in. Deze band is Men naait dan de zijnaden van de Jumper aan elkaar en naait de uid aan de onderkant vast. De umper wordt opgeperst onder een vochtige doek. M. H. Zondag! groentesoep; saucijsjes, bloemkool met wKle saus. go. kookte aardappelen; bitterkoekjespudding} fruit. Maandag: varkenecarboneden, savoyekoel, gekookt* aardappel mi gries met ros#nen. Dinsdag: oase lapje®, spruitjes, gekookt# as*dag- pelan; fruit. Woensdag: roastbeef, postelein, gekoekte aanlag- pelen; broodsohoteltjes. Donderdag: kalfalapjee, worteltjes, gekookte aard. appelen; vruchtenpudding. Vrijdag; eieren, spinasie, gebakhen aardappeleoj koffiepudding. Zaterdag: gekruide varkenslapjes, raapsteèso, ge kookte aardappelen; havermout, Nr. 550: aardige zotner-pgama van ge bloemde mousseline, met effen materiaal gegarneerd. De pantalon heeft een beug. stuk; de pijpen sijn zeer wijd. Prijs van het patroon: 0.38 ets. per stuk. Benoodigd materiaal: 3.50 meter van 100 centimeter breedte en 50 c.m. effen materiaal. Nr. 551: leuke zomerbkruse van gebloemd materiaal, gegarneerd met effen glas- batist. Prijs van het patroon: 0.98 ets. psr stuk. Benoodigd materiaal: 2 meter van 90 centimeter breedte en 50 centimeter glasbatist. Deze patronen zijn tegen bovenvermelds prijzen in alle maten verkrijgen btj de „Afdeeling Knippatronen" van de Uitge versmaatschappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden ovein gemaakt per postwissel, in postzegels wel per postgiro 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk ver zocht bü bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon en tevens de gewenschte maat, dwz. boven-, taille* heupwijdte, enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres soo volle dig mogelijk te vermelden; men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de of sturing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8