PALEIS OF RAADHUIS?
De toekomst van Jacob van Campen's
meesterwerk.
Een dringend vraagstuk voor
Amsterdam.
Qememtetaden
ZU2D- EN NOORDSCHERMER
Bij 2 pakjes A:JPsROM\ pudding GRATIS proefzakje A 7PXAMANDIITJES pudding
JieuUCetM
EYAARLUK SPEL
(Van onzen reisredacteur).
V
Het ■vraagstuk, wat er met het paleis
op den Dam moet gebeuren, is dezer da
gen weer actueel geworden. Volgens een
niet tegengesproken bericht in het Alge
meen Handelsblad zou een voorstel van
B. en W. van Amsterdam aan den raad
in de maak zijn, over een reeds eenigen
tijd geleden gedaan aanbod der regee
ring van een bijdrage van ten hoogste
15 millioen, verdeeld vijftien evengroote
jaarlijksche termijnen in de kosten van
het bouwen van een nieuw raadhuis te
aanvaarden en een modern raadhuis te
doen bouwen op het Paleis voor Volke-
vlijtterrein aan het Frederiksp'ein.
's Wereld achtste wonder.
Het prachtige gebouw van Jacob van
Campen, eens het. middelpunt van het
Amsterdamsche leven, staat nu de mees
ten tijd van het jaar als een dood ding
in het hart van de stad, hetgeen reeds
lang velen rechtgeaarden Amsterdam
mers een doorn in het oog is. Het is als
zetel van het stadsbestuur gebouwd,
Hoen Amsterdam op het toppunt van
haar macht stond. Het is het symbool
van. dien macht toen de Repub'iek der
Vereenigde Nederlanden geen oorlog
begon, of Amsterdam had zich eerst ten
gunste daarvan uitgesproken, toen de
stad de macht van Oranje dorst te weer
streven en eigenlijk een regentenrepu
bliek op zich zelf vormde, toen de dra
den van het economische en het cultu-
leele leven van geheel Europa in Am
sterdam samenkwamen. Daarvan geeft
dit indrukwekkende gebouw van buiten
zoowel als van binnen de meest treffen
de uitdrukking. De verheven streng-
klassieke vorm en het ruime met prach
tige beeldhouwwerken en schilderijen
versierde interieur, dat ondanks de
smakelooze verbouwng tot koninklijk
paleis gelukkig bewaard is gebleven,
maken dit gebouw tot een monument,
waarmee ook tegenwoordig geen enkel
r-.adhuis ter wereld is te vergelijken,
's Werelds achtste wonder werd het al
spoedig genoemd en niet ten onrechte.
Het is van een grootschheid en een sta
tigheid, die nog steeds den leek en den
deskundige in voortdurende verrukking
brengen en die een beter lot verdi ;nen
dan het tegenwoordige, dat maar heel
weinigen kan bevredigen.
Als paleis is het wel totaal ongeschikt.
Onder koning Lodewijk Napoleon, die,
met de beste bedoelingen bezield, Am
sterdam tot hoofdstad van het Ko
ninkrijk Holland wilde maken, heeft het
ziju tegenwoordige bestemming gekre
gen. Het werd zoo goed en zoo kwaad
a's het ging verbouwd, waarbij al het
schoone, dat het gebouw bevatte, wel
gespaard bleef, doch door een nieuwe
aankleeding en betimmering hier en
daar geheel aan het oog werd onttrok
ken. Voor bewoning is het nooit bedoeld
geweest en aan dit doel heeft het ook
niet in voldoende mate kunnen beant
woorden door met houten schotjes de
groote ruimten af te timmeren. Mis
schien is het echter wel een zegen ge
weest, dat het nu een goede 100 jaar lang
a's paleis gebruikt is, want als raadhuis
zou het wellicht in de afgeloopen jaren
in den stijl van den toenmaligen tijd
verknoeid zijn, hetgeen nu gelukkig niet
meer is te vreezen. Men heeft hier het
ze'dzame geval, dat alles uit onzen gou
den eeuw authentiek aanwezig is. Zelfs
van de oude raamkozijnen, die door
Lodewijk Napoleon werden weggebro
ken, is een model terug gevonden, zoodat
het gebouw geheel in den oorspronkel ij-
kon staat kan worden hersteld. Het wa
ren kruiskozijnen met glas in lood,
waarvan er nu een paar zijn geplaatst.
Daarbij viel at dadelijk te con6tateeren,
dat de onderlinge verhoudingen van het
gebouw er nog belangrijk door zullen
winnen.
Naar herstel der oude bestem
ming.
Het is te begrijpen, dat de Amster
damsche geest, die terecht zoo trots is
op zijn grootsch verleden, zich zou ver
heugen in een herstel van de oude be
stemming. Daarbij zou dan natuurlijk
gezorgd moeten worden, dat de ko-
nirkiijke familie een ander en beter
-- verblijf in de hoofdstad ter beschik
king kreeg. Veel is daar reeds over ge
sproken en geschreven. Aan wien be
hoort het gebouw eigenlijk? Zoowel de
gemeente als het rijk laten er rechten
op gelden, doch reeds meer dan eens
hebben commissies van vooraanstaande
juristen en historici aangetoond, dat de
rechten van de gemeente het sterkst
zijn. Algemeen wordt nu vrijwel aange
nomen, dat de gemeente eigenares is,
hetgeen in de eerste plaats gegrond
wordt op de omstandigheid, dat koning
Willem I indertijd verklaard heeft, de
stad haar oude raadhuis terug te geven.
Minister de Geer heeft in 1931 een einde
aan deze hangende kwestie willen ma-
kon, door, zonder hiermede de aanspra
ken van het rijk te willen verminderen,
aan de gemeente aan te bieden een be
drag van 15 millioen gulden, te verdoe
len over 15 achtereenvolgende jaren
voor den bouw van een nieuw stadhuis,
waartegenover de gemeente den afstand
zou doen van alle aanspraken op het
paleis op den Dam.
De gemeenteraad heeft evenwel, voor
dat over dit aanbod een beslissing werd
genomen, een voorstel van mr. dr. G.
van den Bergh aangenomen, om eerst
een onderzoek te doen instellen, of het
paleis op den Dam voor een of meer ge
meentelijke doeleinden is bruikbaar te
maken, en zoo ja, voor welk of welke.
Met bekwamen spoed hebben B. en W.
deze commissie samengesteld, waarvan
als voorzitter werd benoemd de vroegere
wethouder dr. E. M. Wibaut en waarin
verder architecten, deskundigen op
kunstgebied en eenige hoofdambtenaren
zitting hadden. De commissie heeft in
1934 een rapport uitgebracht, dat- echter
een voorloopig karakter droeg, omdat
de toegestane geldmiddelen niet toelie
ten een technisch onderzoek in te stel
len naar den toestand waarin het ge
bouw verkeert, een onderzoek dat le
commissie noodzakelijk achtte om de
haar voorgelegde vraag behoorlijk te be
antwoorden.
Het gebouw voor stadhuis ge
schikt.
Eenparig is de commissie tot de con
clusie gekomen, dat de kern vah het
gemeentebestuur in het tegenwoordige
paleis is te vestigen, waarbij echter uit
gegaan werd van een minimum op den
grondslag 'van splitsing der secretarie
en voor uitbreiding geen mogelijkheid
bestond. Volgens dit plan zou de z.g.
troonzaal (aan de N.Z. Voorburgwal)
worden verbouwd tot raadzaal, die dus
met de annexen zou komen te liggen op
de hoofdverdieping. Daar zouden dan
ook komen de kamer van den burge
meester, de vergaderkamer van het
college van B. en W., de trouwkamer
eerste klasse (alle aan de Damzijde) en
voor de ontvangsten de z.g. burgerzaal,
die als een der schoonste zalen van Eu
ropa geldt, en twee kleine ontvangzalen.
De eerste en tweede tusschenverdieping
werden geheel gereserveerd voor secre-
tarieafdeelingen. Tusschen deze, op de
tweede verdieping zouden de kamers
komen van de wethouders en deri se
cretaris met nog eenige kamers voor af-
deelingen. De begane-grondverdieping
werd bestemd voor bureaux van den
burgelijken stand (afd. huwelijkszaken)
met trouw- en aangiftekamers en on
derscheidene dienstvertrekken. Een
deel der kapverdieping zou kunnen
worden ingericht als koffiekamer voor
het personeel.
Wat de kosten betreft, kon, zonder het
noodzakelijk geachte technische onder
zoek, geen definitieve uitspraak worden
gedaan. Met dit voorbehoud kwam men
tot de conclusie, dat in elk geval gere
kend zou moeten werden op een uitga
ve van 4 millioen gulden voor verbou
wing van het paleis tot het daarin ves
tigen van den kern van het gemeentebe
stuur; daarbij zou nog millioen
komen voor de eventueel noodige con
structieve verbeteringen.
Krabbelt men terutf?
In deze commissie zaten ook eenige
hoofdambtenaren. Het waren de ge
meentesecretaris, de directeur der afdee-
ling algemeene zaken (die nu inmiddels
gemeente-secretaris is geworden), een
re-ferendaris-afdeelingschef, benevens
de directeur van publieke werken en de
stadsarchitect. De eerste drie hebben
een sub-commissie gevormd, die gerap
porteerd heeft over de vraag hoeveel en
welke localiteiten eventueel noodig zou
den zijn voor de vestiging van de kern
van het gemeentebestuur in het paleis
en welke ruimten zouden worden ver-
eischt, ingeval dit gebouw zou worden
bestemd tot representatief stadhuis. Zij
hebben minimum-eischen opgesteld,
waaraan het paleis bleek te beantwoor
den.
Nu is het merkwaardige, dat de bur
gemeester, die bekend is als tegenstan
der van het plan om het paleis zijn oude
bestemming te hergeven, volgens de be
richten blijkt te beschikken over ver
klaringen van de hoofden van secreta-
rio-afdeelingen, die meenen dat de voor
keur moet worden gegeven aan denbouw
van een nieuw stadhuis. Dit heeft, naar
wij konden constateeren, bij velen een
zeer zonderlingen indruk gemaakt. Zijn
dU gedeeltelijk dezelfde personen, die de
conclusie der paleisraadhuiscommissie
hebben onderteekend? De gemeenteraad
zal daar straks zeker wel het fijne van
willen weten.
Onder voorzitterschap van burgemeester
C. K o 1 b kwam gistermorgen de gemeente
raad in voltallige zitting bijeen.
Na een kort openingswoord herdacht spr.
den op 23 Maart j.1. overleden dr. Jebbink
te De Rijp, die langen tijd de armenpractijk
in deze gemeente vervulde. Spr. getuigde
van de groote plaats die de overledene zich
heeft weten te veroveren in de harten zijner
patiënten en verzekerde, dat de nagedachte
nis aan dr. Jebbink nog lang in dankbare
herinnering zal blijven.
Na lezing en goedkeuring der notulen
deed de voo rzi t ter mededeeling van de
Ingekomen stukken.
Dankbetuigingen voor benoemingen; ver
slag commissie tot werirjg van schoolver
zuim '34'; idem plaatsëRjk onderwijs; idem
oudercommissie Grootschermergoedkeuring
gemeenterekening '32 en electriciteitsbedrijf
'32 door Ged. Staten en verschillende andere
goedkeuringsbesluiten van Ged. Staten, w.o.
de goedkeuring van het raadsbesluit tot
overdracht van het electriciteitsbedrijf aan
de provincie met ingang van 1 Jan. j.1.
Alle voor kennisgeving aangenomen.
Mededeeling van het nationaal crisiscomi
té' van beschikbaarstelling van steun B,
waarvoor 125 wordt toegezegd, onder
voorbehoud dat de gemeente daarvan 21 pCt.
toestaat.
De heer H e i n i s vroeg hoeveel personen
hiervan zullen kunnen profiteeren.
De voorzitter anwoordde, dat gere
kend is op uitkeering aan ongeveer 15 perso
nen. De aanvrage moet gedaan zijn vóór 1
Juli, uitkeering volgt tegen den herfst.
De heer H e i n i s drong op spoed aan in
zake de armenvoorziening.
De heer Molenaar meende, dat onder
de kleine boeren verschillende zullen zijn,
die méér steun behoeven dan de werkloozen.
De heer van der Laan stemde hierme
de in.
De voorzitter geloofde, dat het dan
in overweging moet worden genomen om
ook deze menschen tegemoet te komen.
TIJDELIJKE RECLAME
PUDDINGFABRIEK A. J. POLAK, GRONINGEN
Woensdag 1 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8 1 Mei-progr. in,m v het
VARA-orkest olv. Hugo de Groot,
sprekers en gr.pl. 10.— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Kinderkoor
„De Krekeltjes", olv. L. Hulscher.
10.30 Orvitropia olv. J. v. d Horst.
11.Verv. kinderkoor. 11.15 De
Zonnekloppers olv. C. Steyn. 11.30
Voor de vrouw. 11.50 Zang J. Hek-
kert—van Eysden. 12.— Viool-reci
tal N. de Kleyn. 12.20 Zang door
A. de Booy, mmv. J. Jong, orgel,
12.50 Gr.pl. 1 A. B. Kleereko-
per: Een is niets, een is alles. 1.30
Cello-recital R. Bresser. 1.50 Orgel
spel C. Steyn mmv. E. Philipse,
zang. 2.20 O. van Tussenbroek:
Walter Crane en de 1-Mei-ge
dachte. 2.40 Gr.pl. 3.De Fliere
fluiters olv. E. Walis. 3.40 Dr. H.
Polak: De lenteschoonheid van ons
land. 4.W. van Iependaal, zang,
mmv. C. Steyn, accordeon en J. Vo
gel, piano. 4.30 Voor de jonge
mensen. 5.40 1 Mei-rede door ir. J.
W. Albarda. 6.— De Wielewaal o.
1 v. P. Tiggers. 6.20 VARA-orkest
olv. H. de Groot. 7.20 Gr.pl. 7.35
Verv. orkestconcert. 8.SOS-ber.
8.03 Vaz Dias en VARA-Varia.
8.15 Er stormt door de wolken een
nieuwe lent", spel van Pleysier.
(VARA-tooneel oiv. W v. Cappel-
len en gr.pl.) 9.45 Orgelspel Q.
MacLean. 10.30 Rede door A. de
Vries. 10.40 Vaz Dias. 10.45 Strijk
orkest olv. E. Walis. 11.15 Schal
mei olv. P. Renes 11.30 Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV.-uitz
8.— Schriftlezing en meditatie.
8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen
dienst olv. ds. J. W. Esselink. 11.—
12.en 12.15 Ensemble v. d.
Horst. 1.30 Gr.pl. 2.15 Piano-reci
tal G. Hengeveld. 3.Chr. Lec
tuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4.Orgel
concert S. P. Visser. 5.Kinder
uur. 6.Technische causerie. 6.30
Afgestaan. 7.Ned. Chr. Persbu
reau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Landbouw-
halfuur. 8 Vaz Dias. 8.05 Pro-
paganda-avond. Sprekers: Mr A.
v. d. Deure, ds. J. L. v. Leeuwen en
ds. P. Ch. v. d. Vliet NCRV-orkest
olv. P. v. d. Hurk. 10.Vaz Dias.
10 05 NCRV-orkest olv P. v. d.
Hurk. 10.45—12 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 935—
9 50 Morgenwijding. 10.20 Gr.pl.
10.50 Fransche les. 11.05 Orgelspel
Q. MacLean. 11.50 Ch. Manning
en zijn orkest. 12.50 Orgelspel M.
Vinden. 1.25 Voor de scholen 2.10
Piano-recital R. Gourlay. 2.35
Sted. orkest Bournemouth o.l.v. R.
Austin mmv. F. Hooten, cello. 4.(b
Western Studio-orkest olv. Thomas.
4.35 Het Sharpe Sextet. 5 20 Ber.
5 50 en 6.05 Lezingen. 6.25 Bach-
concert. 6.50 Fred Hartley s Novel-
ty kwintet, mmv. B. Astell, zang.
7.35 BBC-orkest olv. A. Coates.
8.50 Ber. 9.20 „Oak Trees", hoor
spel van J. C. Moore. 10.20—11.20
Jack Payne en zijn orkest.
RADIO PARIS, 1648 M. 6.20 cn
7.20 Gr.pl. 11.35 Orkestconcert olv.
Touche. 7.20 Music-Hall-progr. o.
1 v. André. 9.55 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.50
4.50 Omroeporkest o. 1. v. Grön-
dahl. 5.05—5.35 Gr.pl. 7.20 1ste
acte van Wagner's „Tannhauser"
olv. Tango. 8.55 Omroeporkest olv,
Reesen. 9.45 Kamermuziek. 10.20—
11.50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. Rijksuitz.
ROME, 421 M. 8.20 Opera-uitz.
BRUSSEL, 322 en 484 M.322M-:
11.20 Concert uit Hilversum. 11.50
Omroeporkest olv. Douliez. 12 50
I.20 Concert uit Hilversum. 5.50 en
6 35 Gr.pl. 7.20 Symph.-concert olv.
Fr André. 8.20 Hoorspel. 9.30
10.20 Gr.pl. 484 M.: 8.35 Gr.pl.
II.50 Salonorkest o. 1. v. Walpot.
12.50—1.20 Gr.pl. 2.10—2.50 Rep.
Wereldtentoonstelling. 4.20 Accor-
deonmuziek. 5.35 Caoaret. 6.25 Gr.
pl. 7.20 Omroeporkest olv. Douliez.
7 50 Cabaret. 8.20 Grpl. 8.35 Sym-
phonieconcert olv. Fr. André. 9.30
—10.20 Populair concert.
DEUTSCHLANDSENDER 1571
M. 6 20 Gev. concert uit Berlijn.
8 20 Ber. Hierna concert uit Mün-
chen. 9.20 Ber. 9.35 Concert uit
Breslau. 10.20 Militair concert. (In
de pauze: Toespraak door minister
Goering). 11.202.20 Dansmuziek
(in de pauze reportage).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.5014.20,
Brussel VI. 14.20-14.50, Kalund-
borg 14.50-15.20, Keulen 15.20—
16.20, Brussel VI. 16.20—18.20,
Keulen 18.2024.
Lijn 4: Brussel VI. 8.20—9-20,
Lond Reg. 9.35—11.05, Droitwich
11.05—11.50, Brussel VI. 11.50
13.20, Lond. Reg. 13.20—14.35,
Droitwich 14.3517.50, Lond.
Reg. 17.50—18.50, Droitwich 18.50
—20.50, Lond. Reg. 20.50-23.20,
Kalundborg 23.20—24.
0
De raad keurde goed de gevraagde 21
pCt. toe te staan.
Van de afd. Volksonderwijs was een ver
zoek ingekomen om een schoollokaal te mo
gen gebruiken voor vergaderingen.
De voorzitter deelde mede, dat een
verzoek als dit door B. en W. was afgewe
zen en adviseerde ook dit af te wijzen op
grond van ongewenschte concurrentie met
de caféhouders.
De heer Hei nis beval inwilliging van
het verzoek aan op grond van de kosten van
zaalhuur.
De heer van der Laan stelde op den
voorgrond, dat het hier een organisatie be
treft die werkt in het be'ang van de school
en z.i. mag zij dan ook in de school verga
deren, evenals de oudercommissie.
Mevr. S 1 o o t e n verdedigde het inzicht
van B. en W. Wordt het verzoek ingewilligd,
dan zullen er ongetwijfeld meerdere dergelij
ke aanvragen komen.
De heer Molenaar was tegen het ver
zoek, omdat Volksonderwijs toch altijd een
politiek tintje heeft.
De heer V a a 1 b u r g was vóór afwij
zing, op grond van de zware lasten die op
de caféhouders worden gelegd.
De voorzitter verdedigde nader het
afwijzende advies. Spr. was wel voorstan
der van Volksonderwijs, maar achtte het ver
zoek niet in te wiligen op grond van gemeen
tebelang.
De heer H e i n i s vroeg stemming over
het verzoek, dat daarna v^rd afgewezen met
5 tegen 2 stemmen (vóór de heeren Heinis
en van der Laan.)
De pensioengrondslagen van den burge
meester, den secretaris en den ontvanger,
werden vastgesteld op 2300, 1500 en
975 (indien de ontvanger geen voorkeur
geeft aan handhaving van den hoogeren
grondslag van 1175, dien hij tot nu toe
Steunregeling werkloozen.
Na eenigé bespreking werd goedgekeurd
een aanvulling op de in deze gemeente gel
dende steunregeling voor werkloozen.
Hierdoor is nu bepaald, dat aan arbei
ders, die binnen één jaar, nadat zij in het
bevolkingsregister zijn ingeschreven, werk
loos worden, tot het einde van dat jaar geen
hooger steunbedrag wordt toegekend, dan
zij in hun vorige woonplaats aan uitkeering
zouden hebben ontvangen. Deze steun kan
niet hooger zijn dan 75 pCt. van de steun-
normen van de voor de gemeente geldende
steunregeling.
Afwijking hiervan kan worden toegestaan,
indien blijkt, dat op het tijdstip van vesti
ging geen kans bestond op ontslag of werk
loosheid.
Zij, die ten tijde van hun vestiging in de
gemeente werkloos waren, worden niet in
de steunregeling opgenomen.
Ondersteuning overeenkomstig die rege
ling geschiedt eerst, wanneer zij tenminste
drie maanden hebben gewerkt, met dien ver-
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARK EL
19)
„Baron Brandeneen verslag van uw
relaties met dien heer", zei Sylvester ont
wijkend.
„Dat is eenvoudig genoeg. Hij heeft me
gevraagd om bij de Zuid-Amcrikaansche
marine te gaan. Ik zit op zwart zaad en
dacht er hard over om het aanbod aan te
nemen".
„Op zwart zaad", herhaalde Sylvester en
klopte veelbeteekenend op de zak, waarin
hij de banknoten geborgen had.
Guy wist niet wat te zeggen; de werke
lijke uitlegging zou wat zwak lijken. Voor
het eerst begon hij te vreezen, dat de zaak
ernstig kon zijn. Tot nu toe had hij het be
schouwd als een belachelijke vergissing, die
gemakkelijk zou kunnen worden opgehel
derd.
„Wie is die baron Branden?" vroeg hij.
„Ik dacht dat het een vriend van u
wasmaar het is nutteloos verder te
praten, tenzij u wilt bekennen", zei Sylves
ter droog, terwijl hij zijn hoed nam.
Op dat oogenblik ging de kamerdeur open
en de heer Hallam in zijn kamerjapon ver
scheen,
„Ik meende dat ik stemmen hoorde", zei
hij verontschuldigend.
„Goeden avond", zei Sylvester beleefd.
„Goeden avondwacht ik zal u uit
laten", zei Guy.
„Verlaat het huis niet. Ik zeg het voor
uw eigen bestwil", zei Sylvester, toen ze
aan de voordeur stonden en hij wierp een
beteekenisvollen blik op een man, die op den
hoek van de straat stond.
„Ik sta dus klaarblijkelijk onder bewa
king?"
„Ja. Goeden nacht, mijnheer Hallam".
De deur viel dicht en Guy stond eenige
oogenblikken onbewegelijk, was dit bezoek
niets geweest dan een booze droom? Zijn
brein was versuft en het scheen onmogelijk
dat hij goed gehoord had. Hij beheerschte
zich spoedig en ging langzaam de trap op.
„Gearresteerden waarvoor?", riep
hij uit.
HOOFDSTUK XII.
De heer Hallam liep onrustig heen en
weer. Zijn vlug begrip had hem doen be
merken, dat er iets niet in den haak was,
maar hij aarzelde om het zijn zoon te vra
gen. Guy wierp zich in een stoel, zijn ge
laat verwrongen van wanhoop. Zijn hoofd
duizelde bij de vergeefsche pogingen om
het mysterie op te lossen. Hij trachttte zich
alles te herinneren wat Sylvester gezegd
had. Wat beteekende die toespeling op ba
ron Branden?
„Kan ik je helpen, jongen? Ik zie dat je
moeilijkheden hebt", zei de heer Hallam
hartelijk.
Guy aarzelde niet, maar vertelde zijn va
der alles wat gebeurd was tusschen Sylves
ter en hemzelf. De heer Hallam luisterde
aandachtig en toen hij alles gehoord had,
stond zijn gelaat ernstig en ontsteld.
„Wat maakt u er uit op?" vroeg Guy.
„Weet je zeker dat die jpapieren niet van
jou waren?"
„Er waren geen papieren in mijn jas toen
ik vanavond uit ging zei Guy beslist.
„Dan moet iemand ze daar met opzet in
gestoken. Wie kan dat geweest zijn?"
„Maar één persoon, baron Branden. Ik
ben alleen met hem en Stella samen ge
weest".
„Met niemand anders?"
„En met juffrouw Glyn. Maar het moet
de baron zijn geweest. Wat kan hij daar
mede bedoeld hebben?"
„Dat hangt af van den aard van die pa
pieren. En dan is er nog dat mysterie van
die 150 pond. Het is heelemaal een vreemde
geschiedenis. Je zegt, dat die man, Sylves
ter, tot den Geheimen Marine Dienst be
hoort. Wat is zijn werk?"
„Van allerlei aard. Soms is Hij op het
vasteland spionneeren en zulk soort din
gen".
„En zou hij ook te maken hebben met
spionnen uit dit land?"
„Ik vermoed van wel", antwoordde Guy
en plotseling werd hij doodsbleek.
11ij stond op. Zijn vuisten waren gebald
en zijn lippen vast op elkaar geklemd.
„Neen, dat is onmogelijk", riep hij drif
tig;-
„Waaraan denk je?"
„Het idee is te belachelijk".
„Vertel het me toch".
„Het lijkt er veel op of ze mij verdenken
geheime stukken van marine te hebben ver
raden. Maar zulke idioten zullen het toch
wel niet zijn".
„Maar waarom anders zouden zij Syl
vester hebben gezonden om huiszoeking te
doen?" vroeg mijnheer Hallam zacht.
Zijn gelaat drukte nu de grootste be
zorgdheid uit.
„Ik geef het op. Het gaat me te hoog,
maar ik ben er vrij zeker van dat de baron
er de hand in heeft. Ik heb den man nooit
kunnen uitstaan en als het niet om Stella
was geweestGuy hield op.
„Wat zal mevrouw Cameron wel zeggen,
als ze dit hoort?"
Hij twijfelde niet aan Stella's gevoelens,
maar toch kon hij de gedachte niet verdra
gen dat ze dit alles zou te weten komen.
Toen opeeens werd het hem duidelijk dat
hij klaarblijkelijk een gevangene was. Als
hij uit ging zou hij waarschijnlijk gearres
teerd worden.
„Zou ie nu niet naar bed gaan. Je haalt
je misschien muizenissen in het hoofd over
niets. Ik raad je aan morgen naar de admi
raliteit te gaan. Goeden nacht", de heer
Hallam stak zijn hand uit en zijn oogen
drukten innig medegevoel uit.
„Goeden nacht, vader", zei Guy lusteloos
Maar langen tijd bleef hij onbewegelijk
zitten. Telkens en telkens dacht hij na over
alles wat er gebeurd was en trachtte hij
een sleutel tot het geheim te vinden.
Plotseling dacht hij aan Valda en aan de
waarschuwing, die ze hem gegeven had.
Waarom had zij de baron zoo laat bezoek
gebracht en wat wilde ze hem met alle ge
weld alleen zeggen?"
Hij besloot een briefje aan Stella te schrij
ven, dat hij zoo spoedig mogelijk den volgen
den morgen aan haar zou zenden.
„Lieveling", schreef hij, „wil je zoo gauw
als je kunt hier komen en Valda meebren
gen? Er is vanavond iets gebeurd, dat in
vloed kan hebben op mijn heelen toekomst.
Met al mijn liefde. Guy".
Daarna ging hij naar bed en viel bijna
terstond in een zwaren slaap, waaruit hij
door zijn vader werd gewekt.
„Het ontbijt is klaar
Het duurde eenige oogenblikken, vóór
Guy zich de gebeurtenissen van den vorigen
avond kon te binnen brengen, maar nu was
hij vol moed en antwoordde opgeruimd? „Ik
kom dadelijk, vader". Een koud bad, een
haastig toilet en toen telefoneerde hij om 'n
boodschapjongen, om den brief naar Stella
te brengen. De heer Hallam had reeds ont
beten en las de couranten.
„Ik ga sir George Granson opzoeken. Je
weet dat ik geen geld heb. Je kunt niet
weten wat er gebeuren zal; we moeten op al
les voorbereid zijn", zei de heer Hallam.
„Ik vind het beroerd, dat u uit bedelen
gaat".
„Ik wil me in het stof vernederen om jou
te helper.".
De heer Hallam scheen op de een of an
dere geheimzinnige wijze te zijn veranderd.
Zijn manieren waren veel beslister gewor
den en hij sprak met een ongewone zeker
heid.
(Wordt vervolgd).