PALEIS OF RAADHUIS? De toekomst van Jacob van Campen's meesterwerk. Een dringend vraagstuk voor Amsterdam. Qememtetaden ZU2D- EN NOORDSCHERMER Bij 2 pakjes A:JPsROM\ pudding GRATIS proefzakje A 7PXAMANDIITJES pudding JieuUCetM EYAARLUK SPEL (Van onzen reisredacteur). V Het ■vraagstuk, wat er met het paleis op den Dam moet gebeuren, is dezer da gen weer actueel geworden. Volgens een niet tegengesproken bericht in het Alge meen Handelsblad zou een voorstel van B. en W. van Amsterdam aan den raad in de maak zijn, over een reeds eenigen tijd geleden gedaan aanbod der regee ring van een bijdrage van ten hoogste 15 millioen, verdeeld vijftien evengroote jaarlijksche termijnen in de kosten van het bouwen van een nieuw raadhuis te aanvaarden en een modern raadhuis te doen bouwen op het Paleis voor Volke- vlijtterrein aan het Frederiksp'ein. 's Wereld achtste wonder. Het prachtige gebouw van Jacob van Campen, eens het. middelpunt van het Amsterdamsche leven, staat nu de mees ten tijd van het jaar als een dood ding in het hart van de stad, hetgeen reeds lang velen rechtgeaarden Amsterdam mers een doorn in het oog is. Het is als zetel van het stadsbestuur gebouwd, Hoen Amsterdam op het toppunt van haar macht stond. Het is het symbool van. dien macht toen de Repub'iek der Vereenigde Nederlanden geen oorlog begon, of Amsterdam had zich eerst ten gunste daarvan uitgesproken, toen de stad de macht van Oranje dorst te weer streven en eigenlijk een regentenrepu bliek op zich zelf vormde, toen de dra den van het economische en het cultu- leele leven van geheel Europa in Am sterdam samenkwamen. Daarvan geeft dit indrukwekkende gebouw van buiten zoowel als van binnen de meest treffen de uitdrukking. De verheven streng- klassieke vorm en het ruime met prach tige beeldhouwwerken en schilderijen versierde interieur, dat ondanks de smakelooze verbouwng tot koninklijk paleis gelukkig bewaard is gebleven, maken dit gebouw tot een monument, waarmee ook tegenwoordig geen enkel r-.adhuis ter wereld is te vergelijken, 's Werelds achtste wonder werd het al spoedig genoemd en niet ten onrechte. Het is van een grootschheid en een sta tigheid, die nog steeds den leek en den deskundige in voortdurende verrukking brengen en die een beter lot verdi ;nen dan het tegenwoordige, dat maar heel weinigen kan bevredigen. Als paleis is het wel totaal ongeschikt. Onder koning Lodewijk Napoleon, die, met de beste bedoelingen bezield, Am sterdam tot hoofdstad van het Ko ninkrijk Holland wilde maken, heeft het ziju tegenwoordige bestemming gekre gen. Het werd zoo goed en zoo kwaad a's het ging verbouwd, waarbij al het schoone, dat het gebouw bevatte, wel gespaard bleef, doch door een nieuwe aankleeding en betimmering hier en daar geheel aan het oog werd onttrok ken. Voor bewoning is het nooit bedoeld geweest en aan dit doel heeft het ook niet in voldoende mate kunnen beant woorden door met houten schotjes de groote ruimten af te timmeren. Mis schien is het echter wel een zegen ge weest, dat het nu een goede 100 jaar lang a's paleis gebruikt is, want als raadhuis zou het wellicht in de afgeloopen jaren in den stijl van den toenmaligen tijd verknoeid zijn, hetgeen nu gelukkig niet meer is te vreezen. Men heeft hier het ze'dzame geval, dat alles uit onzen gou den eeuw authentiek aanwezig is. Zelfs van de oude raamkozijnen, die door Lodewijk Napoleon werden weggebro ken, is een model terug gevonden, zoodat het gebouw geheel in den oorspronkel ij- kon staat kan worden hersteld. Het wa ren kruiskozijnen met glas in lood, waarvan er nu een paar zijn geplaatst. Daarbij viel at dadelijk te con6tateeren, dat de onderlinge verhoudingen van het gebouw er nog belangrijk door zullen winnen. Naar herstel der oude bestem ming. Het is te begrijpen, dat de Amster damsche geest, die terecht zoo trots is op zijn grootsch verleden, zich zou ver heugen in een herstel van de oude be stemming. Daarbij zou dan natuurlijk gezorgd moeten worden, dat de ko- nirkiijke familie een ander en beter -- verblijf in de hoofdstad ter beschik king kreeg. Veel is daar reeds over ge sproken en geschreven. Aan wien be hoort het gebouw eigenlijk? Zoowel de gemeente als het rijk laten er rechten op gelden, doch reeds meer dan eens hebben commissies van vooraanstaande juristen en historici aangetoond, dat de rechten van de gemeente het sterkst zijn. Algemeen wordt nu vrijwel aange nomen, dat de gemeente eigenares is, hetgeen in de eerste plaats gegrond wordt op de omstandigheid, dat koning Willem I indertijd verklaard heeft, de stad haar oude raadhuis terug te geven. Minister de Geer heeft in 1931 een einde aan deze hangende kwestie willen ma- kon, door, zonder hiermede de aanspra ken van het rijk te willen verminderen, aan de gemeente aan te bieden een be drag van 15 millioen gulden, te verdoe len over 15 achtereenvolgende jaren voor den bouw van een nieuw stadhuis, waartegenover de gemeente den afstand zou doen van alle aanspraken op het paleis op den Dam. De gemeenteraad heeft evenwel, voor dat over dit aanbod een beslissing werd genomen, een voorstel van mr. dr. G. van den Bergh aangenomen, om eerst een onderzoek te doen instellen, of het paleis op den Dam voor een of meer ge meentelijke doeleinden is bruikbaar te maken, en zoo ja, voor welk of welke. Met bekwamen spoed hebben B. en W. deze commissie samengesteld, waarvan als voorzitter werd benoemd de vroegere wethouder dr. E. M. Wibaut en waarin verder architecten, deskundigen op kunstgebied en eenige hoofdambtenaren zitting hadden. De commissie heeft in 1934 een rapport uitgebracht, dat- echter een voorloopig karakter droeg, omdat de toegestane geldmiddelen niet toelie ten een technisch onderzoek in te stel len naar den toestand waarin het ge bouw verkeert, een onderzoek dat le commissie noodzakelijk achtte om de haar voorgelegde vraag behoorlijk te be antwoorden. Het gebouw voor stadhuis ge schikt. Eenparig is de commissie tot de con clusie gekomen, dat de kern vah het gemeentebestuur in het tegenwoordige paleis is te vestigen, waarbij echter uit gegaan werd van een minimum op den grondslag 'van splitsing der secretarie en voor uitbreiding geen mogelijkheid bestond. Volgens dit plan zou de z.g. troonzaal (aan de N.Z. Voorburgwal) worden verbouwd tot raadzaal, die dus met de annexen zou komen te liggen op de hoofdverdieping. Daar zouden dan ook komen de kamer van den burge meester, de vergaderkamer van het college van B. en W., de trouwkamer eerste klasse (alle aan de Damzijde) en voor de ontvangsten de z.g. burgerzaal, die als een der schoonste zalen van Eu ropa geldt, en twee kleine ontvangzalen. De eerste en tweede tusschenverdieping werden geheel gereserveerd voor secre- tarieafdeelingen. Tusschen deze, op de tweede verdieping zouden de kamers komen van de wethouders en deri se cretaris met nog eenige kamers voor af- deelingen. De begane-grondverdieping werd bestemd voor bureaux van den burgelijken stand (afd. huwelijkszaken) met trouw- en aangiftekamers en on derscheidene dienstvertrekken. Een deel der kapverdieping zou kunnen worden ingericht als koffiekamer voor het personeel. Wat de kosten betreft, kon, zonder het noodzakelijk geachte technische onder zoek, geen definitieve uitspraak worden gedaan. Met dit voorbehoud kwam men tot de conclusie, dat in elk geval gere kend zou moeten werden op een uitga ve van 4 millioen gulden voor verbou wing van het paleis tot het daarin ves tigen van den kern van het gemeentebe stuur; daarbij zou nog millioen komen voor de eventueel noodige con structieve verbeteringen. Krabbelt men terutf? In deze commissie zaten ook eenige hoofdambtenaren. Het waren de ge meentesecretaris, de directeur der afdee- ling algemeene zaken (die nu inmiddels gemeente-secretaris is geworden), een re-ferendaris-afdeelingschef, benevens de directeur van publieke werken en de stadsarchitect. De eerste drie hebben een sub-commissie gevormd, die gerap porteerd heeft over de vraag hoeveel en welke localiteiten eventueel noodig zou den zijn voor de vestiging van de kern van het gemeentebestuur in het paleis en welke ruimten zouden worden ver- eischt, ingeval dit gebouw zou worden bestemd tot representatief stadhuis. Zij hebben minimum-eischen opgesteld, waaraan het paleis bleek te beantwoor den. Nu is het merkwaardige, dat de bur gemeester, die bekend is als tegenstan der van het plan om het paleis zijn oude bestemming te hergeven, volgens de be richten blijkt te beschikken over ver klaringen van de hoofden van secreta- rio-afdeelingen, die meenen dat de voor keur moet worden gegeven aan denbouw van een nieuw stadhuis. Dit heeft, naar wij konden constateeren, bij velen een zeer zonderlingen indruk gemaakt. Zijn dU gedeeltelijk dezelfde personen, die de conclusie der paleisraadhuiscommissie hebben onderteekend? De gemeenteraad zal daar straks zeker wel het fijne van willen weten. Onder voorzitterschap van burgemeester C. K o 1 b kwam gistermorgen de gemeente raad in voltallige zitting bijeen. Na een kort openingswoord herdacht spr. den op 23 Maart j.1. overleden dr. Jebbink te De Rijp, die langen tijd de armenpractijk in deze gemeente vervulde. Spr. getuigde van de groote plaats die de overledene zich heeft weten te veroveren in de harten zijner patiënten en verzekerde, dat de nagedachte nis aan dr. Jebbink nog lang in dankbare herinnering zal blijven. Na lezing en goedkeuring der notulen deed de voo rzi t ter mededeeling van de Ingekomen stukken. Dankbetuigingen voor benoemingen; ver slag commissie tot werirjg van schoolver zuim '34'; idem plaatsëRjk onderwijs; idem oudercommissie Grootschermergoedkeuring gemeenterekening '32 en electriciteitsbedrijf '32 door Ged. Staten en verschillende andere goedkeuringsbesluiten van Ged. Staten, w.o. de goedkeuring van het raadsbesluit tot overdracht van het electriciteitsbedrijf aan de provincie met ingang van 1 Jan. j.1. Alle voor kennisgeving aangenomen. Mededeeling van het nationaal crisiscomi té' van beschikbaarstelling van steun B, waarvoor 125 wordt toegezegd, onder voorbehoud dat de gemeente daarvan 21 pCt. toestaat. De heer H e i n i s vroeg hoeveel personen hiervan zullen kunnen profiteeren. De voorzitter anwoordde, dat gere kend is op uitkeering aan ongeveer 15 perso nen. De aanvrage moet gedaan zijn vóór 1 Juli, uitkeering volgt tegen den herfst. De heer H e i n i s drong op spoed aan in zake de armenvoorziening. De heer Molenaar meende, dat onder de kleine boeren verschillende zullen zijn, die méér steun behoeven dan de werkloozen. De heer van der Laan stemde hierme de in. De voorzitter geloofde, dat het dan in overweging moet worden genomen om ook deze menschen tegemoet te komen. TIJDELIJKE RECLAME PUDDINGFABRIEK A. J. POLAK, GRONINGEN Woensdag 1 Mei. HILVERSUM, 301 M. (VARA- uitz.) 8 1 Mei-progr. in,m v het VARA-orkest olv. Hugo de Groot, sprekers en gr.pl. 10.— VPRO- morgenwijding. 10.15 Kinderkoor „De Krekeltjes", olv. L. Hulscher. 10.30 Orvitropia olv. J. v. d Horst. 11.Verv. kinderkoor. 11.15 De Zonnekloppers olv. C. Steyn. 11.30 Voor de vrouw. 11.50 Zang J. Hek- kert—van Eysden. 12.— Viool-reci tal N. de Kleyn. 12.20 Zang door A. de Booy, mmv. J. Jong, orgel, 12.50 Gr.pl. 1 A. B. Kleereko- per: Een is niets, een is alles. 1.30 Cello-recital R. Bresser. 1.50 Orgel spel C. Steyn mmv. E. Philipse, zang. 2.20 O. van Tussenbroek: Walter Crane en de 1-Mei-ge dachte. 2.40 Gr.pl. 3.De Fliere fluiters olv. E. Walis. 3.40 Dr. H. Polak: De lenteschoonheid van ons land. 4.W. van Iependaal, zang, mmv. C. Steyn, accordeon en J. Vo gel, piano. 4.30 Voor de jonge mensen. 5.40 1 Mei-rede door ir. J. W. Albarda. 6.— De Wielewaal o. 1 v. P. Tiggers. 6.20 VARA-orkest olv. H. de Groot. 7.20 Gr.pl. 7.35 Verv. orkestconcert. 8.SOS-ber. 8.03 Vaz Dias en VARA-Varia. 8.15 Er stormt door de wolken een nieuwe lent", spel van Pleysier. (VARA-tooneel oiv. W v. Cappel- len en gr.pl.) 9.45 Orgelspel Q. MacLean. 10.30 Rede door A. de Vries. 10.40 Vaz Dias. 10.45 Strijk orkest olv. E. Walis. 11.15 Schal mei olv. P. Renes 11.30 Gr.pl. HUIZEN, 1875 M. (NCRV.-uitz 8.— Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst olv. ds. J. W. Esselink. 11.— 12.en 12.15 Ensemble v. d. Horst. 1.30 Gr.pl. 2.15 Piano-reci tal G. Hengeveld. 3.Chr. Lec tuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4.Orgel concert S. P. Visser. 5.Kinder uur. 6.Technische causerie. 6.30 Afgestaan. 7.Ned. Chr. Persbu reau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Landbouw- halfuur. 8 Vaz Dias. 8.05 Pro- paganda-avond. Sprekers: Mr A. v. d. Deure, ds. J. L. v. Leeuwen en ds. P. Ch. v. d. Vliet NCRV-orkest olv. P. v. d. Hurk. 10.Vaz Dias. 10 05 NCRV-orkest olv P. v. d. Hurk. 10.45—12 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 935— 9 50 Morgenwijding. 10.20 Gr.pl. 10.50 Fransche les. 11.05 Orgelspel Q. MacLean. 11.50 Ch. Manning en zijn orkest. 12.50 Orgelspel M. Vinden. 1.25 Voor de scholen 2.10 Piano-recital R. Gourlay. 2.35 Sted. orkest Bournemouth o.l.v. R. Austin mmv. F. Hooten, cello. 4.(b Western Studio-orkest olv. Thomas. 4.35 Het Sharpe Sextet. 5 20 Ber. 5 50 en 6.05 Lezingen. 6.25 Bach- concert. 6.50 Fred Hartley s Novel- ty kwintet, mmv. B. Astell, zang. 7.35 BBC-orkest olv. A. Coates. 8.50 Ber. 9.20 „Oak Trees", hoor spel van J. C. Moore. 10.20—11.20 Jack Payne en zijn orkest. RADIO PARIS, 1648 M. 6.20 cn 7.20 Gr.pl. 11.35 Orkestconcert olv. Touche. 7.20 Music-Hall-progr. o. 1 v. André. 9.55 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 11.20 1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.50 4.50 Omroeporkest o. 1. v. Grön- dahl. 5.05—5.35 Gr.pl. 7.20 1ste acte van Wagner's „Tannhauser" olv. Tango. 8.55 Omroeporkest olv, Reesen. 9.45 Kamermuziek. 10.20— 11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. Rijksuitz. ROME, 421 M. 8.20 Opera-uitz. BRUSSEL, 322 en 484 M.322M-: 11.20 Concert uit Hilversum. 11.50 Omroeporkest olv. Douliez. 12 50 I.20 Concert uit Hilversum. 5.50 en 6 35 Gr.pl. 7.20 Symph.-concert olv. Fr André. 8.20 Hoorspel. 9.30 10.20 Gr.pl. 484 M.: 8.35 Gr.pl. II.50 Salonorkest o. 1. v. Walpot. 12.50—1.20 Gr.pl. 2.10—2.50 Rep. Wereldtentoonstelling. 4.20 Accor- deonmuziek. 5.35 Caoaret. 6.25 Gr. pl. 7.20 Omroeporkest olv. Douliez. 7 50 Cabaret. 8.20 Grpl. 8.35 Sym- phonieconcert olv. Fr. André. 9.30 —10.20 Populair concert. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6 20 Gev. concert uit Berlijn. 8 20 Ber. Hierna concert uit Mün- chen. 9.20 Ber. 9.35 Concert uit Breslau. 10.20 Militair concert. (In de pauze: Toespraak door minister Goering). 11.202.20 Dansmuziek (in de pauze reportage). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 8.5014.20, Brussel VI. 14.20-14.50, Kalund- borg 14.50-15.20, Keulen 15.20— 16.20, Brussel VI. 16.20—18.20, Keulen 18.2024. Lijn 4: Brussel VI. 8.20—9-20, Lond Reg. 9.35—11.05, Droitwich 11.05—11.50, Brussel VI. 11.50 13.20, Lond. Reg. 13.20—14.35, Droitwich 14.3517.50, Lond. Reg. 17.50—18.50, Droitwich 18.50 —20.50, Lond. Reg. 20.50-23.20, Kalundborg 23.20—24. 0 De raad keurde goed de gevraagde 21 pCt. toe te staan. Van de afd. Volksonderwijs was een ver zoek ingekomen om een schoollokaal te mo gen gebruiken voor vergaderingen. De voorzitter deelde mede, dat een verzoek als dit door B. en W. was afgewe zen en adviseerde ook dit af te wijzen op grond van ongewenschte concurrentie met de caféhouders. De heer Hei nis beval inwilliging van het verzoek aan op grond van de kosten van zaalhuur. De heer van der Laan stelde op den voorgrond, dat het hier een organisatie be treft die werkt in het be'ang van de school en z.i. mag zij dan ook in de school verga deren, evenals de oudercommissie. Mevr. S 1 o o t e n verdedigde het inzicht van B. en W. Wordt het verzoek ingewilligd, dan zullen er ongetwijfeld meerdere dergelij ke aanvragen komen. De heer Molenaar was tegen het ver zoek, omdat Volksonderwijs toch altijd een politiek tintje heeft. De heer V a a 1 b u r g was vóór afwij zing, op grond van de zware lasten die op de caféhouders worden gelegd. De voorzitter verdedigde nader het afwijzende advies. Spr. was wel voorstan der van Volksonderwijs, maar achtte het ver zoek niet in te wiligen op grond van gemeen tebelang. De heer H e i n i s vroeg stemming over het verzoek, dat daarna v^rd afgewezen met 5 tegen 2 stemmen (vóór de heeren Heinis en van der Laan.) De pensioengrondslagen van den burge meester, den secretaris en den ontvanger, werden vastgesteld op 2300, 1500 en 975 (indien de ontvanger geen voorkeur geeft aan handhaving van den hoogeren grondslag van 1175, dien hij tot nu toe Steunregeling werkloozen. Na eenigé bespreking werd goedgekeurd een aanvulling op de in deze gemeente gel dende steunregeling voor werkloozen. Hierdoor is nu bepaald, dat aan arbei ders, die binnen één jaar, nadat zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven, werk loos worden, tot het einde van dat jaar geen hooger steunbedrag wordt toegekend, dan zij in hun vorige woonplaats aan uitkeering zouden hebben ontvangen. Deze steun kan niet hooger zijn dan 75 pCt. van de steun- normen van de voor de gemeente geldende steunregeling. Afwijking hiervan kan worden toegestaan, indien blijkt, dat op het tijdstip van vesti ging geen kans bestond op ontslag of werk loosheid. Zij, die ten tijde van hun vestiging in de gemeente werkloos waren, worden niet in de steunregeling opgenomen. Ondersteuning overeenkomstig die rege ling geschiedt eerst, wanneer zij tenminste drie maanden hebben gewerkt, met dien ver- Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARK EL 19) „Baron Brandeneen verslag van uw relaties met dien heer", zei Sylvester ont wijkend. „Dat is eenvoudig genoeg. Hij heeft me gevraagd om bij de Zuid-Amcrikaansche marine te gaan. Ik zit op zwart zaad en dacht er hard over om het aanbod aan te nemen". „Op zwart zaad", herhaalde Sylvester en klopte veelbeteekenend op de zak, waarin hij de banknoten geborgen had. Guy wist niet wat te zeggen; de werke lijke uitlegging zou wat zwak lijken. Voor het eerst begon hij te vreezen, dat de zaak ernstig kon zijn. Tot nu toe had hij het be schouwd als een belachelijke vergissing, die gemakkelijk zou kunnen worden opgehel derd. „Wie is die baron Branden?" vroeg hij. „Ik dacht dat het een vriend van u wasmaar het is nutteloos verder te praten, tenzij u wilt bekennen", zei Sylves ter droog, terwijl hij zijn hoed nam. Op dat oogenblik ging de kamerdeur open en de heer Hallam in zijn kamerjapon ver scheen, „Ik meende dat ik stemmen hoorde", zei hij verontschuldigend. „Goeden avond", zei Sylvester beleefd. „Goeden avondwacht ik zal u uit laten", zei Guy. „Verlaat het huis niet. Ik zeg het voor uw eigen bestwil", zei Sylvester, toen ze aan de voordeur stonden en hij wierp een beteekenisvollen blik op een man, die op den hoek van de straat stond. „Ik sta dus klaarblijkelijk onder bewa king?" „Ja. Goeden nacht, mijnheer Hallam". De deur viel dicht en Guy stond eenige oogenblikken onbewegelijk, was dit bezoek niets geweest dan een booze droom? Zijn brein was versuft en het scheen onmogelijk dat hij goed gehoord had. Hij beheerschte zich spoedig en ging langzaam de trap op. „Gearresteerden waarvoor?", riep hij uit. HOOFDSTUK XII. De heer Hallam liep onrustig heen en weer. Zijn vlug begrip had hem doen be merken, dat er iets niet in den haak was, maar hij aarzelde om het zijn zoon te vra gen. Guy wierp zich in een stoel, zijn ge laat verwrongen van wanhoop. Zijn hoofd duizelde bij de vergeefsche pogingen om het mysterie op te lossen. Hij trachttte zich alles te herinneren wat Sylvester gezegd had. Wat beteekende die toespeling op ba ron Branden? „Kan ik je helpen, jongen? Ik zie dat je moeilijkheden hebt", zei de heer Hallam hartelijk. Guy aarzelde niet, maar vertelde zijn va der alles wat gebeurd was tusschen Sylves ter en hemzelf. De heer Hallam luisterde aandachtig en toen hij alles gehoord had, stond zijn gelaat ernstig en ontsteld. „Wat maakt u er uit op?" vroeg Guy. „Weet je zeker dat die jpapieren niet van jou waren?" „Er waren geen papieren in mijn jas toen ik vanavond uit ging zei Guy beslist. „Dan moet iemand ze daar met opzet in gestoken. Wie kan dat geweest zijn?" „Maar één persoon, baron Branden. Ik ben alleen met hem en Stella samen ge weest". „Met niemand anders?" „En met juffrouw Glyn. Maar het moet de baron zijn geweest. Wat kan hij daar mede bedoeld hebben?" „Dat hangt af van den aard van die pa pieren. En dan is er nog dat mysterie van die 150 pond. Het is heelemaal een vreemde geschiedenis. Je zegt, dat die man, Sylves ter, tot den Geheimen Marine Dienst be hoort. Wat is zijn werk?" „Van allerlei aard. Soms is Hij op het vasteland spionneeren en zulk soort din gen". „En zou hij ook te maken hebben met spionnen uit dit land?" „Ik vermoed van wel", antwoordde Guy en plotseling werd hij doodsbleek. 11ij stond op. Zijn vuisten waren gebald en zijn lippen vast op elkaar geklemd. „Neen, dat is onmogelijk", riep hij drif tig;- „Waaraan denk je?" „Het idee is te belachelijk". „Vertel het me toch". „Het lijkt er veel op of ze mij verdenken geheime stukken van marine te hebben ver raden. Maar zulke idioten zullen het toch wel niet zijn". „Maar waarom anders zouden zij Syl vester hebben gezonden om huiszoeking te doen?" vroeg mijnheer Hallam zacht. Zijn gelaat drukte nu de grootste be zorgdheid uit. „Ik geef het op. Het gaat me te hoog, maar ik ben er vrij zeker van dat de baron er de hand in heeft. Ik heb den man nooit kunnen uitstaan en als het niet om Stella was geweestGuy hield op. „Wat zal mevrouw Cameron wel zeggen, als ze dit hoort?" Hij twijfelde niet aan Stella's gevoelens, maar toch kon hij de gedachte niet verdra gen dat ze dit alles zou te weten komen. Toen opeeens werd het hem duidelijk dat hij klaarblijkelijk een gevangene was. Als hij uit ging zou hij waarschijnlijk gearres teerd worden. „Zou ie nu niet naar bed gaan. Je haalt je misschien muizenissen in het hoofd over niets. Ik raad je aan morgen naar de admi raliteit te gaan. Goeden nacht", de heer Hallam stak zijn hand uit en zijn oogen drukten innig medegevoel uit. „Goeden nacht, vader", zei Guy lusteloos Maar langen tijd bleef hij onbewegelijk zitten. Telkens en telkens dacht hij na over alles wat er gebeurd was en trachtte hij een sleutel tot het geheim te vinden. Plotseling dacht hij aan Valda en aan de waarschuwing, die ze hem gegeven had. Waarom had zij de baron zoo laat bezoek gebracht en wat wilde ze hem met alle ge weld alleen zeggen?" Hij besloot een briefje aan Stella te schrij ven, dat hij zoo spoedig mogelijk den volgen den morgen aan haar zou zenden. „Lieveling", schreef hij, „wil je zoo gauw als je kunt hier komen en Valda meebren gen? Er is vanavond iets gebeurd, dat in vloed kan hebben op mijn heelen toekomst. Met al mijn liefde. Guy". Daarna ging hij naar bed en viel bijna terstond in een zwaren slaap, waaruit hij door zijn vader werd gewekt. „Het ontbijt is klaar Het duurde eenige oogenblikken, vóór Guy zich de gebeurtenissen van den vorigen avond kon te binnen brengen, maar nu was hij vol moed en antwoordde opgeruimd? „Ik kom dadelijk, vader". Een koud bad, een haastig toilet en toen telefoneerde hij om 'n boodschapjongen, om den brief naar Stella te brengen. De heer Hallam had reeds ont beten en las de couranten. „Ik ga sir George Granson opzoeken. Je weet dat ik geen geld heb. Je kunt niet weten wat er gebeuren zal; we moeten op al les voorbereid zijn", zei de heer Hallam. „Ik vind het beroerd, dat u uit bedelen gaat". „Ik wil me in het stof vernederen om jou te helper.". De heer Hallam scheen op de een of an dere geheimzinnige wijze te zijn veranderd. Zijn manieren waren veel beslister gewor den en hij sprak met een ongewone zeker heid. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6