HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKl
VRAGEN OP
BELASTINGGEBIED.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
ZURE
Van je familie moet je 't maar
hebben.
De 66-jarige Joh. de B. en zijn 33-jarige
oon Anthoon Gerard, beiden te Hoorn, had-
Hen rekening en verantwoording af te leggen
van het feit- zii tesamen meJ- A. Wasse
naar echtgenoote van den zoon en broeder
joha'nnes de Best, op 16 Januari hadden mis
handeld. De politierechter vermeende, dat
Hit vuile familiewaschie eigenlijk niet in het
openbaar moest worden gewasschen
De verdachten gaven dit toe, doch deden
toen een boekje open van de afgetuigde
schoondochter en zuster, dat ook niet be
paald O. K. was
Volgens het opgewonden verslag echter
van de schoondochter was ze behoorlijk af-
gerost, maar zij had er geen dagen last van
Sehad. De heeren werden ten slotte veroor-
eeld ieder tot 15 boete of 10 dagen.
Een haast vergeten delict.
Het nagenoeg uitgestorven delict van
strooperij van bagger mef behulp van een
vaartuig, stak nu nog weer eens zijn kop op
en nu verscheen de 22-jarige tuinbouwer uit
Harenkarspel Adam Br., die zich aan dit feit
op 23 Februari had schuldig gemaakt en ver
oordeeld werd tot 5 boete of 2 dagen.
Eigenaardig, dat 40 jaren geleden ook
reeds een dergelijke boete werd opgelegd!
Stakings-napret.
De Alkmaarsche bouwvakarbeider Willem
5. zou op 14 Maart den politieagent P. de
Wit hebben beleedigd Dit feit was gepleegd
in de Schagenstraat, alwaar het als gevolg
van een staking, waarbij werkwilligen wer
den gemolesteerd, zeer rumoerig was. Heden
voor dit feit terecht staande, ontkende Wil
lem het ten laste gelegde en had niet minder
dan 3 getuigen a décharge in het vuur ge
bracht. Volgens een dier getuigen de Nijs,
zou Frans Boersen het woord hebben ge
bruikt. De twee overige getuigen van den
verdachte ontkenden, dat net geïncrimineerde
woord door verdachte was gebruikt. De offi
cier hield zich echter aan den verbalisant,
achtte het feit bewezen en requireerde 30
boete of 15 dagen. Vonnis: De politierechter
achtte Willem eveneens schuldig en legde 5
boete of 2 dagen hechtenis op, alsmede 1
maand gevangenisstraf voorwaardelijk met
2 proefjaren.
De geleende sliklaarzen
De 23-jarige boerenknecht Steffen U. te
Barsingerhorn was aan 't baggertrekken ge
gaan en had toen twee paar baggtr'aarzen
geleend van zijn buurman M. Leyen, maar
leverde deze laarzen weer in, waarbij echter
bleek, dat een dezer laarzen vermoedelijk met
een mes was stuk gesneden. Volgens den
heer Steffen, heden terecht staande, had hij
die laars niet meer van zijn been kunnen
krijgen. Wegens vernieling werd Steffen ech
ter veroordeeld tot f 10 boete of 5 dagen
met schadebetaling van 3 aan den bena
deelden buurman.
Praclische „steun" voor de
glazenmakers.
De landarbeider Pieter SI. te Zijpe stond
terecht naar aanleiding van het feit, dat hij
in den nacht van 17 op 18 Maart, na con
sumptie van de noodige biertjes bij verschil
lende menschen te Oudesluis de ruiten had
ingegooid. Tot dusver was hij in gebreke
gebleven de schade te vergoeden. Het rap-
Bort van den heer Wiggers luidde ongunstig,
let politietoezicht in Oudesluis is onvol
doende en deze verdachte speelt daar tot er
gernis der bewoners de baas.
Op voorstel van den heer Wiggers werd
deze zaak tot 13 Mei in den pekel gezet.
Een succes voor mr. Verdoorn.
Een 54-jarig arbeidertje uit Castricum,
Hermanus de Gr., had volgens dagvaarding
in Februari en Maart j.1. onjuiste opgaven
gedaan met betrekking tot de verdiensten
van zijn zoon Piet, die bij 'n aannemer
werkzaam was geweest. Bij onderzoek
bleek dat die opgaven geregeld waren ge
steld beneden het aan Piet uitbetaalde
loon. Voor dit ernstige feit moest Manus
thans verantwoording doen en tegen- hem
werd gevorderd ter zake valschheid in ge-
schrifte 1 maand gevangenisst.af.
pt verdedigji, mr Verdoom, achtte de
valschheid niet bewezen, omdat verdachte
°PI?aal nog niet wist, wat de zoon
verdiend had, reden waarom pleiter vrij-
sPraak concludeerde. De officier hield zich
echter aan de valschheid en persisteerde
De politierechter deed evenwei geen ui*-
spraak maar gelastte alsnog een nader onder-
zoek ter secretarie. Op 13 Mei hervatting van
het onderzoek.
Dronken of draaierig?
De arbeider Hendrik Sch. te Bergen, die
volgens het oordeel van veldwachter Boltjens
0 k c ^e' v^eerde onder den invloed en
onbekwaam genoeg werd geacht om opge
wacht te worden, had zich tegen die aan-
jjouding met geweld verzet en stond nu
«recht ter zake wederspannigheid. Eenige
°agen te voren had hij ook voor den kan-
onrechter terecht gestaan. Deze zaak was
aangehouden. Het betrof hier het wielrijden
onder den invloed. Oevorderd werd 14 dagen
gevangenisstraf.
De politierechter gelastte een nader on-
rzoek. Hervatting op 24 Juli
Zijn bloed werd karnemelk.
i.Jfen te Rinnegom wonende 23-jarige bol-
"«weeker Joh. Petr. V., in de wandeling
jtenaamd Jan, zou op 17 Maart den 15-
yplten Bertus Broekhof uit Egmond aan
rfe bij de haren hebben gepakt en hem met
stok hebben geslagen. Deze knaap
vlakte deel uit van een gezelschap kwa-
3*118! die het de moeder van Jan V., 'n
uwe, lastig maakten. Bertus had ook al
hp(S 5 dc konijnen gezeten en wilde
1 ÜV* veriaten. Een zekere jongeheer
J rluibers maakte ook deel van het clubje
611 tead nu op als tweede getuige. Jammer
ha<i Jan het er wel wat al te dik
Jjgelegd en nu vorderde de officbr f 15
dagen dagen. Vonnis 10 boete of 5
Speelzucht, die door de Ioterijwet
niet beteugeld kan worden.
Bei f aardbewerker Petrus de W. te
vv/.°5?' tegen zijn achterneef Jan de
eemge animositeit koesterde naar
aanleiding van een op 2 kaartavondjes ver
dwenen gulden, had zijn gemoed gekoeld
door Jan 'n tik op z'n gezicht toe te
dienen.
Deswege voor den rechter gedaagd, werd
het bewijs niet voldoende geacht en bekl.
vrijgesproken.
(Meervoudige strafkamer).
Een gevaarlijke carambole in 't
donker.
De duorijder N. Ausman, die in den- avond
van 10 Juli het twijfelachtige genoegen had
beleefd van een aanrijding, bleek nog niet
door het noodlot te zijn uitgeschakeld, al
thans toen hij druk bezig was, het beschadig
de motorrijwiel te herstellen aan den kant
van den Helderschen weg onder de ge
meente Zijpe, werd hij aangereden door een
passeerenden auto, die geen achterlicht
voerde en Ausman bekwam eenige bloedende
ontvellingen aan zijn handen. De Zijper ge
meenteveldwachter v. d. Heijden was weldra
ter plaatse en het gelukte bedoelden auto op
te sporen, die bestuurd werd door ze
keren Klaas B. uit Amsterdam.
Ook de bestuurder van de motor, zekeren
Jac. v. Slooten uit Haarlem kreeg nog 'n
opstopper en ontving eenige kleine blessu
ren aan zijn beenen, terwijl zijn motor, vol
gens zijn opgaaf, 115 schade bekwam.
Misschien dat hij meteen wel de reeds beko
men beschadiging in deze rekening vlocht,
wat achteraf beschouwd nog zoo dom niet
zou zijn. Een paar passagiers van de bal
dadige auto, die Amsterdam tot bestemming
had men had de harddraverij te Anna
Paulowna bijgewoond werden als getui
gen gehoord. Te Burgerbrug had het gezel,
schap opgestoken, het clubje zat zoo'11 beetje
te suffen in den wagen doch tusschen Anna
Paulowna en Schoorl had men een hevigen
schok gevoeld en was men opgeschrikt,
doch de chauffeur Klaas B. had gezegd: 't is
niets!
Te Bergen was de auto aangehouden
door een politieman op een motorrijwiel,
omdat het achterlicht van den wagen niet
brandde. Bij den Bergertunnel werd de wa
gen nog eens aangehouden met betrekking
tot de aanrijding met den motor van van
Slooten en Ausman. De getuige A. Zwart,
een der inzittenden, was heel voorzichtig in
zijn verklaringen. De getuige Jacob Abram
K., een landbouwer uit Sloterdijk, had even
eens den schok gevoeld en vermeende, dat de
wagen van den weg was geraakt.
De officier releveerde dat hier gold de
eerste kennismaking met Art. 24 van de
nieuwe Motor- en Rijwielwet, waarin het
verboden is bij een aanrijding, waarbij een
ongeval het gevolg is, door te rijden, zulks
om te voorkomen, dat de identiteit van het
rijtuig niet kan worden vastgesteld.
In verband met de bijgewoonde courses
vermeende de officier, dat het gebruik van
alcoholische ververschingen niet zonder in
vloed op de stuurvastheid van den chauffeur,
die bij de rechtbank geen onbekende is, is ge
weest en lettende op de verschillende andere
omstandigheden, achtte de officier hier het
tenlaste gelegde feit bewezen, wat hem mo
tief gaf 3 maanden gevangenisstraf te requi-
reeren.
We willen er nog even bijvoegen, dat het
hier betrof Klaas B., die onlangs
terecht stond wegens diefstal van een dames
regenjas op de harddraverij te Het Zand.
Oeen vergunning voor den
verkoop van sterken drank.
De distillateur Mafthijs N. te Hoorn, had
aldaar terecht gestaan voor het kantonge
recht, omdat hij in het perceel Groote Noord
64 in voorraad had gehad een hoeveelheid
sterken drank, bestaande uit jenever, cognac
en brandewijn, bestemd voor den verkoop in
't klein, dus bij minder dan 10 Liter, waar
voor vader Thijs geen vergunning had. Voor
deze drank-excessen was hij veroordeeld tot
2 X 50 boete of 2 X 50 dagen hechtenis
De heer N. was in hooger beroep gekomen
welk appel heden behandeld werd met mr.
Dijkstra uit Amsterdam als> verdediger.
Appellant, die 5 Liter jenever aan een
dames had afgeleverd, welke verkoop motief
had gegeven voor de strafvervolging, had
voor het kantongerecht bekend, doch haalde
thans weer bakzeil, met welke gewijzigde
houding de officier echter geen rekening
wenschte te houden, zoodat bevestiging van
beide vonnissen werd gerequireerd.
Mr. Dijkstra bestreed de officier in zijn
opvatting omtrent de vakkennis van den ap
pellant. Deze is grossier in sterke dranken,
doch hoofdzakelijk om deze te versnijden tot
zwak-alcoholische dranken. Van hem kan
niet verlangd worden een voldoende kennis
van de drankwet, die zelfs voor juristen een
mysterieuzen doolhof is. Appellant heeft al
leen sterken drank verkocht aan detaillisten.
De caféhouders, wier bedrijf bijna aan den
grond is geraakt, hebben geen middelen
meer, om hun dranken en gros te koopen en
slaan nu hun voorraad in bij appellant bij 5
Liter inplaats van 10 Liter. Daardoor kwam
de cliënt van verdediger in strijd met de
drankwet in verband met de nieuwe situatie
in zijn bedrijf. Hij leverde niet aan particu
lieren, maar aan den detailhandel, aan de
detaillisten. Hij deed zulks niet op slinkschc
wijze, maar openlijk en vroeg de noodige
biljetten aan en dit nog wel aan de ambtena
ren, die opsnoringsambtenaren zijn van de
drankwet. Door deze handeling kon alle
gedachte aan kwade trouw worden geëlimi
neerd. Hij heeft niet geknoeid en is niet op
heeterdaad betrapt en is ook nimmer ver
volgd wegens overtreding der drankwet De
vervolging is het gevolg van de razia. ge
houden tot constateeren van clandistienen
drankverkoop, waarvoor geheel in den
lijn van de regeeringsbezuinigingswdede
2 nieuwe drankwetinspecteurs zijn aange
steld. Deze razzia is geheel mislukt want de
daders waren tijdig gewaarschuwd, doch de
heer M. N. was daarvan het slachtoffer ge
worden. Pleiter kwam, in verband met het
door hem aangevoerde, op tegen de zware
straf, die in geen verhouding staat tot den
ernst van het feit, aan den appellant opge
legd.
Na nog uitvoerig te hebben stilgestaan bij
verschillende onderdeden, in dit prores naa'
voren gekomen, zoowel wat betreft de erken
ning van den verdachte en de positie van
appellant als grossier, concludeerde pleiter
vrijspraak, of ontslag van rechtsvervolging,
subsidiair een aanzienlijke vermindering
van straf en de in beslag genomen voorraad
sterken drank, ter waarde van 600, vrij te
geven, meer subsidiair clementie met appel
lant, wiens bedrijf toch ook al reeds door de
tijdsomstandigheden zwaar is getroffen.
Door de officier werd op verschillende
punten in pleiters betoog gerepliceerd en
deze bleef bij zijn requisitoir persisteeren,
waarop een langdurige dupliek niet uitbleef.
EEN AARTS OPLICHTER.
Nog velen zijn er in geloopen
De 39-jarige te Schijndel geboren en te
's-Gravenhage wonende Frits Spijkers, zich
noemende vertegenwoordiger van de maat
schappij „De Ster" ten doel hebbende steun
te verleenen aan landbouwers en veehou
ders, had in die kwaliteit verschillende goed-
geloovige ingezetenen in dorpen in den om
trek van listiglijk en bedriegelijk, zooals die
term luidt, bewegen tot afgifte van verschil
lende bedragen Zoo verscheen hij als de af
gezant van het Fortuin in Blokker o.m. bij
den heer Renooy, Peetoom en wed. Vlaar,
die hij een lot aansmeerde van deze maat
schappij „De Ster" hen overhalende met de
toelichting, dat op zoo'n lot zonder uitzon
dering een prijs viel van 75, niettegen
staande dit iot voor slechts 67.50 verkrijg
baar waren gesteld. De goochelaar stond nu
heden als oplichter terecht en 'n 7-tal buiten
lui waren in deze zaak als getuigen gedag
vaard.
In de eerste plaats had Frits den heer A.
Leeuwerik te Wijdenes bewerkt en hem werd
een bedrag van f 10 als eerste termijn
ter hand gesteld Hij deelde ook mede, dat
zekere heer Arie Vis te Schellinkhout bereids
'n mooien prijs had getrokken. De maat
schappij werd gesteund door kerkelijke in
stellingen en daardoor was het mogelijk
zulke prijzen uit te keeren. Wanneer het lot
geheel was afbetaald, dan ontving men min
stens 75 gulden en 'n 'amesrijwiel. Voorts
vertelde hij ook, dat zekere Peetoom en
Renooy ook zoo'n lot hadden genomen, wat
achteraf 'n formeele leugen bleek te zijn.
De verdachte, in rechten bijgestaan door
mr. v. d. Loos, verschool zich voortdurend
achter zekeren mijnheer Akkerman, residee-
rende te Baerle Nassau, die de directeur van
„De Ster" heette te zijn.
Dit gaf de officier aanleiding, hen 'e
vragen of de directeur hen ook had gezegd,
dat hij Peeetoom en Renooy moest voor
stellen als deelnemers aan de loterij.
De heer Pieter Haring, tuinman te Wester-
Blokker, had ook een visite gehad van den
representant van „De Ster" tot steun van
noodlijdende landbouwers, waaraan ver
bonden kerkelijke instellingen. Het aller
minst, dat op de lo'en te win en viel, was
15. Hij had nog 3 loten en daarop was als
extra-premie gegeven 'n damesfiets. De han
dige snaak praatte zóó mooi, dat Haring 'n
lot pakte en 13 ter afbetaling voldeed. Dit
geld behoorde aan het oudste kind van
Haring, die het van zijn zakcentjes had over
gespaard
Ook de veehouder Klaas Tuinman wist
hij een dergelijk lof aan te praten, onder
het smoesje, dat dit geld diende voor steun
aan arme boeren. De Heilige Land-stichting
te Nijmegen zou ook bij dit liefdadigheids
werk geïnteresseerd zijn.
Er waren al menschen die premies had
den gewonnen, onder meer de wed. Vlaar,
benevens nog een paar lieden uit den om
trek, Arie Vis, die 2000 gulden en nog an
dere gelukkigen, die zelfs 10.000 pop had ge-
wonnen.
Enfin, Klaas Tuinman nam een lot en vol
deed voorloopig 7. De winnaar van de
10.000, de heer Piet Renooy, verscheen ook
voor het getuigenhekje en deed de teleurstel
lende mededeeling, dat hii niets had gewon
nen. Een andere uitverkoren prijswinner
moest ook met leedwezen verklaren, dat hem
nimmer een cent winst van de „Ster", die hij
niet eens kende, was ten deel gevallen. Ook
den heer A. M. Vis was het bestaan van de
„Ster" onbekend. Wel had hij een lot betrok
ken van een andere oplichtersmaatschappij,
waartegen gewaarschuwd was.
Een liedje op het oude thema.
De officier releveerde, dat men hier weer
had een liedje op het oude thema, de oplich
ter met zijn mooie praatjes ter eener en de
goedgeloovige boeren ter andere zijde. Het
zijn altijd dezelfde soort menschen die er
tusschen worden genomen. Lezen die men
schen dan geen kranten?, vroeg de officier
met verbazing. Het O.M. zal echter den
strijd tegen deze zwendelaars niet opgeven,
zelfs al moet er dan eens een zaak stranden.
De officier besprak ook nog het steeds in
slaande praatje over die steunende kerkelijke
instellingen, die als lokmiddel dienst moeten
doen.
Een samenweefsel van verdichtselen was
hier zonder twijfel aanwezig, zooals door
den officier in finesses werd aangetoond. Al
les tezamen genomen, vermeende de officier
sterk genoeg te staan, tegen dezen zwende-
Piet aangehouden door een grensbf
van het eene land In het andere bre
betalen, zei deze beambte. „Hebben
laar 10 maanden gevangenisstraf te kunnen
vorderen.
De officier waarschuwde menschen als de
bedrogen getuigen, met kracht, zich te hoe
den voor dergelijke oplichters, waardoor
vooral het platteland geteisterd wordt.
De verdediging.
Mr. V. de Loos liet het licht schijnen op
het feit, dat de ondernemers te Baerle-Nas-
sau de ware schuldige is, doch niet de per
sonen die dikwerf ter goeder trouw met
zulke aandeelen rondleuren.
Deze verdachte, die nimmer met den straf
rechter in aanraking kwam, was een mijn
werker, die door kolenvergiftiging dit werk
niet meer kon verrichten. Hij was daardoor
werkeloos geworden en toen in aanraking
gekomen via een anderen „Ster"-agent met
den beruchten mijnheer Akkermans en werd
in de verwachting van een behoorlijk inko
men, op de bevolking losgelaten.
De man, tenslotte in het Huis van Bewa
ring gedeponeerd, schreef den heer Akker
mans een brief en vroeg in welke rommel hij
nu terecht gekomen was. Hij ontving toen
ten antwoord, dat men de onderneming had
stop gezet en hij het materiaal moest terug
zenden.
Pleiter vermeende, dat verdachte wel een
opeenstapeling van diverse leugens had ge
dicteerd, wat echter nog niet het misdrijf
oplichting daarstelde en concludeerde ten
slotte vrijspraak. Mocht de rechtbank anders
oordeelen, dan refereerde pieter zich, doch
drong in dit geval aan op een voorw. ver
oordeeling.
Het gewone Heldersche café-zaakje.
De heer B. J. M., 'n 52-jarige caféhouder
in de Zuidstraat te Den Helder, in het bezit
van verlof A, zou in den nacht van 2829
Augustus in zijn verlofzaak aanwezig heb
ben gehad mej. Minna Antoinette Johanna
Brandt, wat in strijd werd geacht met de
drankwet, zoodat de agent de Haan tegen
den caféhouder proces-verbaal opmaakte,
met gevolg, dat deze werd veroordeeld door
den Helderschen kantonrechter tot 25
boete. De veroordeelde berustte echter niet
in dit vonnis, kwam in hooger beroep en
verzekerde zich alsnu de juridische bijstand
van mr. de Groot. Dit appél werd heden be
handeld en de verdediger had niet minder
dan zes getuigen a décharge gedagvaard.
Mej. Brandt erkende zich dien nacht in
het café in gezelschap van een marinier te
hebben bevonden. Zij was in betrekking bij
den heer de H. en deze had haar gezegd, als
er naar gevraagd wordt, zeg je maar dat je
betalend logé bent.
Mej. Brandt, lang niet op haar mondje
gevallen, beschuldigde den appellant, dat
hij stond te jokken. Voorts gaf zij toe, getrak
teerd te zijn geworden op bier, koffie en
soms ook op Voorburg.
De heer G. de Haan, agent van politie,
hield zich volkomen bij zijn proces-verbaai.
Mej. Brandt had verklaard betalend logé te
zijn, wat de Haan bij nader onderzoek on
juist bleek. Het café is ook een dancing, voor
heen werd het beheerd door zekeren heer
Leijen en toen was het een heel rustige in
richting. Mej. Brandt genoot op moreel ge
bied bij de politie geen gunstige reputatie.
Hierop werden gehoord de getuigen a dé
charge, die meerendeels verklaarden, dat
de juffrouw niet in het café bediende en vol
gens haar verklaring betalend logé was. Zij
heeft man en drie kinderen in Rotterdam.
De officier vond als gewoonlijk dergelij
ke Heldersche zaken onverkwikkelijk, ging
het smalfilmverhaaltje nog eens in bijzon
derheden na, om tot de conclusie te komen,
dat er geknoeid was en requireerde een
zelfde straf: 25 boete of 10 dagen, als in
eerste instantie opgelegd.
Mr. C. A. de Oroot deed uitkomen, dat
verdachte streed om zijn recht en niet voor
zijn voordeel. Het ging bovendien om zijn
muziek- en dansvergunning, waarvan de in
trekking dier vergunning uitliep op zijn on
dergang. Men had aan marinemenschen den
toegang tot zijn café verboden, omdat men
meende, dat hij communistische lectuur op
de leestafel had liggen. En wat was die
communistische lectuur: nota bene de
„Strijdkreet", het orgaan van het Leger des
Heils, riep mr. de Groot tot algemeene hila
riteit uit.
Ten slotte achtte pleiter het bewijs van de
tenlaste gelegde overtreding niet geleverd en
concludeerde vrijspraak.
Dat gedraai stond hem tegen.
De heer Corn. Joh. J., een automobilist te
Zandvoort was te Den Helder veroordeeld
tot 4 boete of 4 dagen wegens overtreding
van het parkeerverbod. Eerst had de ambte
naar 2 boete of 2 dagen gevorderd en later
weer 4 boete of 4 dagen, waartoe hij werd
veroordeeld, doch op de griffie had men ge
zegd, dat hij 5 moest betalen. Dat gehark
maakte den man zoo nijdig, dat hij in hooger
beroep ging. Thans werd echter vastgesteld,
dat de boete 4 bedroeg en de officier re
quireerde bevestiging van het vonnis.
Nog een slachtoffer van de razzia.
De wijnhandelaar Dirk de H. te Hoorn
bte. Als je wat
moet je ervoor
lic wat bij je?"
Qemeetttecaden
Maandag vergaderde de raad. Na ope
ning der vergadering door burgemeester
J de Moor bleek, dat was ingekomen een
afschrift van het kon. besluit waarbij,
aan den heer J. de Moor eervol ontslag
is verleend als burgemeester van de ge
meente Zijpe.
Op enkele verzoeken om ontheffing
van hondenbelasting werd gunstig be
schikt.
Op voorstel van B. en W. werd beslo
ten over te gaan tot onderhandsche ver
huring voor den tijd van 5 jaar (1935
tot en met 1939) van een stukje tuin
grond, gelegen in den Leihoek, aan den
tegenwoordigen huurder D. Brommer
Sz. te Petten tegen een huurprijs van
5.per jaar.
Vervolgens stelden B. en W. voor
naar aanleiding van de circulaire van
hot Nationaal Crisis-comité, ook voor
1935 extra steun aan werkloozen te ver
leenen. Maximaal mag over 1935 voor
extra steun B worden besteed 10 per
ivérklooze. Van dit bedrag neemt het
N C. C. 79 voor zijn rekening, indien
d j gemeenteraad 21 beschikbaar stelt.
Tn verband daarmede stelden B. en W.
voor voor 1935 een bedrag van 141 X
2.10 296.40 beschikbaar te stellen
en de uitvoering der regeling wederom
op te dragen aan het plaatselijk Crisis
comité. Dit voorstel werd aangenomen.
Vervolgens werd aangenomen een
voorstel van het college om de aftreden
de leden van de niet-ambtelijke schat
tingscommissie.
Eveneens werd aangenomen een ver
zoek van den Zijper Bestuurdersbondi
om de georganiseerde arbeiders, ge-
p'aatst bij een der werkverschaffingen,
een toeslag op het loon te geven van
2 cent per uur.
Een voorstel tot intrekking van het
raadsbesluit tot vaststelling van een
verordening houdende wijziging van het
tarief der belasting voor in koffiehuizen
geplaatste biljarten werd aangenomen.
Op een verzoek van W. Meijers te
't Zand om verhooging van de indertijd!
aan hem toegekende vergoeding van ie
kosten van schoolbezoek werd gunstig
beschikt.
Eveneens werd een gunstige beschik
king genomen op de verzoeken van A.
Rentenaar, N. Snip, M. Schrieken en P.
Kort, om vergoeding van de kosten van
schoolbezoek voor hunne leerplichtige
kinderen, die de christelijke school te
Schagen bezoeken.
Hierna volgde het afscheid van den
burgemeester waarvan we in ons num
mer van Woensdag reeds verslag hebben
gegeven.
P. Het gaat er niet om of de opbrengst
van de door U bedoelde bronnen gewijzigd
is; van belang is slechts of al die bronnen
nog bestaan op 1 Mei j.1. Bestaan de bron
nen nog, dan moet u opgeven hetgeen die
bronnen over het afgeloopen jaar zuiver
hebben opgeleverd, dus niet het bestaande
inkomen.
Hoewel uw huis niet het geheele jaar uw
eigendom was, moet u toch de opbrengst
over een geheel jaar (huurwaarde grond
belasting, assurantie enz.) opgeven. U moogt
hierop niet afschrijven.
J. K. (O.) Ik raad u aan een verzoek
schrift te richten tot den Directeur der Dir.
Bel. te Amsterdam om ontheffing van den
u opgelegden aanslag. U moet duidelijk uit
eenzetten welken aanslag het betreft, soort
van belasting etc., alsmede een vermelding
van de redenen die aanleiding geven tot uw
verzoek.
Voor zoover noodig brengen wij nog eens
onder de aandacht van onze abonné's,
dat zij vragen op belastinggebied kunnen
inzenden aan de redactie onder bovenstaand
motto.
had ook sterken drank verkocht bij minder
dan 5 liter en was door den kantonrechter
veroordeeld, terwijl voor een belangrijk be
drag aan spiritualen in beslag was genomen
op voorbeeld van zijn collega en' lotgenoot
Mathijs N. was hij in hooger beroep geko
men, doch vermoedelijk zonder succes, aan
gezien de officier bevestiging requireerde.
Het bekende onderonsje.
De 22-jarige Jacob H. uit Amsterdam
stond terecht terzake het zedenmisdrijf, straf
baar gesteld bij art. 245 wetb. van straf
recht, een aangelegenheid die in verband met
het zedekwetsend'e met gesloten deuren werd
behandeld.
245. Aan de Hongaarsche grens werden Drein en 246. „Ik heb niets bij mij, zei Piet". En dat dan, zei
de beambte, terwijl hij op het zeemonster wees. „O,
dat is een zeemonster," zei Piet, „ik wist niet dat je
daarvoor moest betalen". Toen kreeg hij een briefje
waarop hij dertig gulden moest betalen. Daarna kon
den ze weer verder trekken.