EN flxigelijtisch Oveczicht ^Buitenland HacDonald's redevoering in het Lagerhuis. No. 104 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 3 Mei 1935 137e Jaargang Duitschland heeft door zijn optreden in de laatste maanden den vrede van Europa ten ernstigste gestoord. VERTROUWEN GEVRAAGD. DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN ZION. IV at vandaag de aandachl trekt 2 Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Onder zeer groote belangstelling geen plaats was er in het Lager huis onbezet zijn gistermiddag in het Engelsche parlement de de batten begonnen over de buitenland- sche politiek. Deze belangstelling is voornamelijk veroorzaakt door de houding van Duitschland, dat zoo als bekend het Verdrag van Ver sailles heeft geschonden, waardoor de politieke verwikkelingen den laatsten tijd zeer gespannen zijn geworden. Men denke in dit ver band maar eens aan de conferentie te Stresa en aan de reizen van Si- mon en Eden naar de Europeesche hoofdsteden Het belangwekkende debat werd geopend door den Engelschen premier MacDonald, die een vrij lange rede nield, welke met aan dacht werd gevolgd. De rede van MacDonald. De gebeurtenissen schetsende sedert 3 Fe bruari, herinnerde MacDonald eraan, dat het communiqué van dien datum verklaar de, dat een van de doeleinden der onderhan delingen hier onder oogen werden gezien» was een vrijelijk overeengekomen bewape- wingspact met Duitschland en de andere mo- endheden, dat in de plaats zou treden van e militaire clausules van het Verdrag van VersaiHes. Als men dit met succes tot stand kon brengen, zou het grootste gedeelte der onmiddellijke Europeesche gevaren verdwij nen. Duidelijk wees de Londensche verkla ring erop, dat men zich verwijderde van het regime van Versailles en toewerkte naar Europeesche betrekkingen, gebaseerd op vrije onderhandelingen inzake veiligheid en gewapende sterkte. Op 3 Februari waren re geeringen gelijk de Engelsche geduldig be gonnen den goeden wil in Europa te herstel len en hadden zij een goede reden te gevoe len, dat de vooruitzichten beter werden en toen korten tijd later Duitschland de verkla ring aanvaardde, in ieder geval als basis voor besprekingen werd haar hoop versterkt Het was ten zeerste te betreuren, dat op dat oogenblik de Duitsche regeering haar voor nemen te kennen gaf, de algemeene dienst plicht op te leggen en een militaire lucht- strijdkracht in het leven te roepen. Terwijl de historicus den loop der gebeurtenissen m°et behandelen, moet de politicus de ao- tueele situatie practisch en objectief onder °°gen zien en met kalm gezond verstand. De politicus moet besluiten tusschen het °Pgeven van een poging tot opbouwing op 'gemeen vertrouwen van een vredessysteem !n Europ, of uitzien naar een veilige plaats Ir| zoodanige combinaties van pure kracht jjls nog nooit iemand van den oorlog gered hebben, en dit ook nooit zullen doen. Wan neer men de toekomst onder oogen ziet, is het goed eraan te denken, dat Hitier openlijk de bereidheid en vastbeslotenheid bekend heeft gemaakt van de Duitsche regeering om zoowel de letter als de geest van het verdrag van Locarno te aanvaarden. De verklaring van 3 Februari heeft algemeene voldoening °ver geheele Europa gewekt, omdat het den aanvang beloofde van een gezonde Europee sche regeling. Niets is te Stresa gedaan dat die verklaring gewijzigd heeft. Inderdaad bevestigt de tekst van de conclusies van Stre sa Wederom punt na punt de verklaring van Londen en het is van belang dit met nadruk "iteen te zetten. De Londensche verklaring deed voorstellen voor het doen verdwijnen van zekere Centrale en Oost-Europeesche on gerustheden en regeling door een systeem van niet-interventie en onderlinge veiligheids pacten. Engeland was niet direct betrokken door deze voorstellen, doch beschouwde ze, of elke wijziging daarvan die ingevoerd zou hunnen worden om het gewenschte resultaat X?rkrijgen met vriendschappelijke belang stelling en wilde van advies dienen, waar dit gewenscht was of nuttig. Wat Midden- Europa betreft stelde de Italiaansche regee- ring voor een vergadering bijeen te roepen van regeeringen, die daarbij betrokken wa zen, met inbegrip van Duitschland, teneinde eeu plan te bespreken. De Britsche regeering wilde te Rome niet vertegenwoordigd wor den door een delegatie, aangezien het duide lijk was, dat zij geen nieuwe verplichtingen 111 dit opzicht op zich nam. Zij zou echter vertegenwoordigd zijn door een waarnemer, ^odat zij in het nauwste contact bleef met deo loop der besprekingen en daartoe kon MacDonald. bijdragen op elke wijze, die nuttig scheen en gepast. Wat Oost-Europa betreft, Duitschland in het bijzonder is in staat waardevolle bijdra gen te leveren voor een systeem van veilig heid in die streek. Tijdens het bezoek van Simon aan Berlijn verklaarde Hitier bereid te zijn te onderhandelen over een multilate raal niet-aanvalspact met de Oost-Europee sche landen en ofschoon men gehoopt had, dat Duitschland bereid zou zijn toe te tre den tot een breedere regeling, mocht men toch de door Hitier naar voren gebrachte voorstellen niet laten vallen en vertrouwt men, dat Duitschland zelf directe stappen zal doen om in meer concreten vorm de ge dachte te bevorderen die de kanselier heeft geformuleerd. Het vertrouwen moet blijven. Er is geen reden waarom een dergelijk nonagressiepact niet in harmonie zal zijn met verdragen van wederzijdschen bijstand, waarover Frankrijk en andere mogendheden thans onderhandelen en MacDonald is zelfs van meening, dat deze twee elkaar zeer goed kunnen aanvullen en samenwerken tot het ontstaan van een volledig systeem van col lectieve veiligheid in Oost-Europa. Ik wensch duidelijk te maken, aldus MacDonald, dat voorzoover de Engelsche regeering bij de kwestie is betrokken, zij niet van meening is, dat de veiligheid, bedoeld bij de verklaring van Londen, volledig kan zijn zonder deel neming van Duitschland. Het streven van de Engelsche vertegenwoordigers te Stresa was gericht op het handhaven van de mogelijk heid van een dergelijke samenwerking. Het is de algemeene politiek der regeering, het probleem zoo soepel mogelijk te bezien om de idee van collectieve veiligheid zooveel mogelijk te verwerkelijken. Het is duidelijk en onbetwistbaar, dat wanneer deze pogin gen worden voortgezet onder medewerking van Duitschland, eenzijdige verklaringen als de Duitsche betreffende de strijdkrachten te land, ter zee en in de lucht de vredesgedach- te in geheel Europa zeer moeten verstoren. De regeering heeft nota genomen van alle suggesties, die te Berlijn of elders zijn ge daan, maar zij moet er rekening mede hou den dat er weer eenig gevoel van weder- zijdsch vertrouwen moet komen voordat in ternationale onderhandelingen over de bij zonderheden volledig effect kunnen hebben. Niets van hetgeen geschied is te Stresa, an nuleert de verklaring van Londen. Wij heb ben met leedwezen moeten inzien, dat de omstandigheden zijn veranderd, maar het al gemeen doel der regeering blijft toch dat de verklaring het voorwerp is van de directe Engelsche buitenlandsche politiek. Het zou een groote ramp zijn, indien het vertrouwen, dat bestaat tusschen Frankrijk, Italië en En geland, eenigszins zou worden verzwakt of verloren zou gaan en de Engelsche regee ring zal alles doen omdat te voorkomen. Het is ons doel, aldus vervolgde de pre mier, dat het aantal der samenwerkenden vergroot wordt en wij willen voorkomen, dat zij worden verdeeld in vijandige kampen. Wil Duitschland nu niet ons de hand rei ken en zich bereid toonen, om mede te wer ken aan het herstel van het vertrouwen, dat zoo ruw geschokt is door de Duitsche bewa peningspolitiek? De Britsche regeering is er van overtuigd, dat internationale samenwerking de ecnige basis is, waarop de wereldvrede kan berus ten. Ten aanzien van de schikkingen, die zijn getroffen voor de voorbereidende vlootbe- sprekingen tusschen Engeland en Duitsch land, erkende de premier tot verrassing der afgevaardigden, dat dit oogenblik door de Duitsche regeering is gekozen om haar vloot- bouwprogramma met inbegrip, van de onder zeeërs aan te kondigen. Meq kan zich moei lijk voorstellen, dat Engeland hierbij niet betrokken zou zijn. De Britsche vlootsterkte kunnen niet worden vastgesteld alleen ten aanzien van de wateren om het eigen land. Engeland heeft verantwoordelijkheden van verdragenden aard en geheel verschillend van die van andere mogendheden. Engeland is bereid iedere andere mogendheid op de hoogte te stellen van zijn behoeften en te ko men tot een internationale overeenkomst, die een enorme vlootuitbreiding overbodig zou maken. De Duitsche aankondiging van het bouwen van duikbooten is een kwaad teeken en MacDonald verklaarde, de beteekenis daarvan niet te willen verkleinen. Maar zon der op eenigerlei wijze het recht te geven, zich niet aan de verdragen te houden, is En geland toch bereid, de Duitsche gedelegeer den te Londen te ontvangen voor de voorbe reidende besprekingen. Deze besprekingen zullen op precies dezelfde voorwaarden wor den gehouden als die met Amerika en Japan. Ten aanzien van de luchtbewapening bracht MacDonald in herinnering de verkla ring van Baldwin, dat Engeland nooit een inferioriteit zou aanvaarden ten opzichte van de Duitsche luchtmacht. Tijdens het bezoek van Simon en Eden aan Berlijn heeft Hitier verklaard, dat Duitschland in de lucht pari teit met Engeland heeft bereikt. Wat daar van ook de juiste interpretatie moge zijn, er kan niet aan getwijfeld worden, dat de sterk te der Duitsche luchtmacht aanzienlijk groo- ter is dan vroeger wel, bij wijze van schat ting, in het Lagerhuis is gezegd. Dit is een ernstig feit, waarvan de regeering en het mi nisterie van luchtvaart onmiddellijk nota hebben genomen. De regeering maakt van deze gelegenheid gebruik om openlijk te verklaren, dat de ver klaring van Baldwin van kracht blijft en dat zij reeds stappen neemt voor een verdere en versnelde uitbreiding van de Engelsche luchtmacht. MacDonald herinnerde aan de zinsneden in de vëflcjariijg van Londen, die aan een luchtconventie waren gewijd en aan de plaats, die hetzelfde onderwerp inneemt in de resolutie van Stresa, die naar hij zeide, wellicht van groot belang zal zijn en waar in Engeland, Frankrijk en Italië overeen zijn gekomen, om de kwestie voortdurend onder de aandacht te houden met het doel, een pact te ontwerpen tusschen de vijf mogendheden, genoemd in het communiqué van Londen en te komen tot het ontwerpen van eventueele bi-lateriale overeenkomsten. Deze resolutie wordt op het oogenblik door de regeering bestudeerd en MacDonald hoopt, dat overeenstemming ten aanzien van de luchtbewapening wordt bereikt. De vernietigingsmogelijkheden van een luchtoorlog zijn zoo duidelijk, dat iedere be schaafde natie haar uiterste best moet doen om het gebruik van dit vreeselijke wapen zoo veel mogelijk te beperken. De publieke opinie in Engeland keurt de pogingen, die gedaan worden om bruikbare wegen tot het bereiken van wederzijdsche veiligheid te vinden, goed. Militaire allianties vormen geen onderdeel van de bedoelingen der Engelsche regeering, doch deze zoekt met de mogendheden, met in begrip van Duitschland, een defensieve com binatie tegen aanvallen, die de burgerbevol king vooral zal beschermen tegen de vernie tiging, welke een luchtoorlog absoluut onver mijdelijk maakt. Geen sensatie! Sensaties of verrassingen bracht de ver klaring van MacDonald niet. Hij las zijn verklaring van het blad voor, waarvoor hij niet meer dan 20 minuten noodig had. De verklaring ging op bijzonderheden vrijwel niet in en was in fetie niet anders dan 'n uit eenzetting in groote trekken van de Engel sche buitenlandsche politiek. Ook ditmaal verklaarde MacDonald, dat Duitschland door zijn optreden van de laatste maanden den vrede van Europa ten ernstigste ge stoord had. De kern van de verklaring werd gevormd door de mededeeling, dat de Engel sche regeering besloten heeft tot een bespoe diging en uitbreiding van het program in zake de bewapening in de lucht en dat tot dit doel een aanvullende begrooting zal moe ten worden ingediend. Het grootste gedeelte van het huis juichte deze verklaring krach tig toe. Overigens behandelden de uiteenzettingen van MacDonald de volgende punten: 1. Het voorstel inzake sluiting van niet-aanvalspac- ten in Oost-Europa zal niet worden opge- geven. 2. Het communiqué van Londen van 3 Februari vormt nog steeds het onmiddellijke doel van de Engelsche buitenlandsche poli tiek. 3. De ontworpen Duitsch-Engelsche vloof- besorekingen zullen definitief plaats vinden en wel onder precies dezelfde voorwaarden als de Engelsche vlootbesprekingen met Amerika en Japan. 4. Engeland houdt vast aan de verkla ring van Baldwin geen tweederangspositie in de lucht te aanvaarden tegenover een toe komstig Duitsch luchtwapen. 5. De Engelsch-Italiaansch-Fransche sa menwerking acht de Engelsche regeering van groot belang bij het streven naar collec tieve veiligheid. Van een militair bondgenoot schap kan echter geen sprake zijn en iedere staat, die den vrede wenscht is bij deze sa menwerking welkom. 6. Engeland heeft geen nieuwe verplich tingen op zich genomen. HITLER EN VON BLOMBERG. Geruchten over oneenigheid. Naar Reuter uit Berlijn meldt, is het praatje van den dag te Berlijn, al is het tot dusver nog niet meer dan een praat je, het gerucht over geschillen tusschen Hitier en de militaire overheid over Hitler's bewapeningspolitiek. Von Blomberg zelf is volgens Reuter stellig ietwat ontdaan door Hitler's plot selinge besluit den dienstplicht af te kondigen. Hitier heeft deze afkondiging klaarblijkelijk gedaan als een uiting van onafhankelijke dramatische actie, waar bij hij voor het oogenblik roet in het eten van de rijksweer heeft geworpen, welker stelselmatige plr.nnen en doel treffende organisatie niet berekend wa ren op algemeenen dienstplicht in dit stadium. Er moet heel wat overhaaste reorga nisatie gaande zijn geweest achter de schermen en een overhaaste reorgani satie sleept wel eens wanhoop met zich mede. De vierde dag van het proces. Uit Bern wordt gemeld: Bij den aanvang van den vierden dag der behandeling vroeg de verdediger der be klaagden het woo'd voor het afleggen van een verklaring, waarin hij refereert aan het gisteren door den president van het gerechts hof voorgelezen scheldartikel van een nat.- soc. dagblad op de Zwitsersche justitie. De advocaat wenscht vast te stellen, dat hij een dergelijke ongemotiveerde en ernstige be schimping van de Zwitsersche justitie ten scherpste veroordeelt. Wanneer dergelijke ontsporingen uit het buitenland afkomstig zijn, kwetsen zij de Zwitsersche nationale gevoelens zeer bijzonder en verscherpen zij de spanningen met Duitschland. Het arti kel beteekent een 0--toelaatbare inmenging van het Derde Rijk in net verloop van het proces. De deskundige van de nat.-soc. beklaag den gaat dan wederom uitvoeriT in op de persoonlijkheid van Herzl, den stichter van het Zionisme, Achad Hr.am en andere perso nen. Hij bespreekt den bekenden toekomst roman van Theodor Herzl, „Alt-Neuland" genaamd. In een belangrijke persoonlijkheid van dezen roman, ziet de deskundige nie mand anders dan Maurice Joly. De expert verklaart deze ontdekking op een lichtelijk simplistische wijze, die zeer klaarblijkelijk voor de in de rechtszaal aanwezigen niet zeer overtuigend werkt. Uitvoerig behandelt de deskundige dan het z.g. internationale bijbelonderzoek en het verband daarvan met de protocollen en met Herzl, ofschoon hem toch bekend zou moeten zijn, dat een Zwitsersch gerechtshof reeds jaren geleden de tegen de bijbelvorschers ge richte verdachtmakingen en laster veroor deeld heeft Werkelijk hilariteit wordt verwekt door de in allen ernst gestelde vraag van den des kundige: ,.Waar is het geheime staatsarchief der Joden?" en verder: „Willen de Joden alle documenten onmiddellijk uitleveren?", „Wie is thans de opperste offineele Wijze van Zion?", „Wie is thans de kanselier van het Jodendom?" Spr. betreurt te moeten zeggen, dat het Jodendom deze vragen toch niet zal beantwoorden. De vrooliikheid, die door deze vragen verwekt is, houdt nog eeni- gen tijd aan. De deskundige gaat dan weer voort en ci teert een reeks bekende renegaten van het Jodendom, die de echtheid van de protocol len hebben erkend. Ten soltte haalt hii den afvalligen Jood Trebitsch aan. die het Duit sche volk heeft gekenmerkt als een „kinde* lijk. rein, argeloos volk". In de middagzitting gaat de deskundige dan uitvoerig in op de Joodsche orde „Bnei Brith" en op deszelfs auteurschap der pro tccollen. Deze orde is de Joodsche orde van vrijmetselaren. De kwestie van een openbaar en een geheim Zionistencongres, dat in 1897 zou hebben plaats gevonden, wordt dan uit voerig besproken. Veel nieuws brengen de verdere uiteenzettingen van den deskundige niet. Hij behandelt de plaats, waar de pro tocollen bij hun transport uit Bazel vermoe delijk zijn overgeschreven. Hij spreekt over onvoorzichtigheden van Joodsche geleerden Met krachtige stem roept hij uit: „Wanneer ik Joodsch leider zou zijn, zou ik dezen on- MacDonald'e redevoering in het Engelsche Lagerhuis over de buiten landsche politiek. (Dag. Overzicht). Opstandige beweging op de Phi- lippijnen. (Buitenland). Het proces inzake de protocollen van de Wijzen van Zion; de vierde dag van het proces. (Buitenland.) Balken te Rotterdam omlaag ge stort; één doode en één gewonde. (Binnenland). Kraanhuisje te Amsterdam om laag gestort; arbeider gedood. (Bin nenland.) Het Nederlandsche muziekfeest te Amsterdam begonnen. (Binnenland) Weer een Nederlandsche delegatie naar Rusland vertrokken. (Binnen land). Het conflict A.N.W.B.—K.N.A.C. (Binnenland). Monteur bij een onvoorzichtigen sprong van een rolbrug te Zuilen gedood. (Binnenland). Tragisch ongeval te Zaandam; schippersvrouw verdronken. (Bin nenland). Twee jongetjes levend verbrand bij een noodlottigen brand te 't Zand in Gelderland. (Binnenland). Agent te Poelwijk schiet op een inbreker, die tijdens zijn arrestatie den agent bedreigde. (Binnenland.) Vervolg moord in den IJ-polder; tegen verdachte 15 jaar geëischt. (Rechtszaken). (Zie verder eventueel laatste berichten.) voorzichtigen schrijver...", waarop een stem uit het publiek hem in de rede valt: in een concentratiekamp stoppen Voortgaande geeft spr. een overzicht over het anti-semitisme, waarbij hij als het ware een soort anti-semitische geschiedenisphilo- sophie opstelt. De deskundige constateert daarbij, dat leugenachtigheid een typische trek van 't Joodsche volk schijnt te zijn. Via Julius Caesar, Mohammed, Heinrich Heine arriveert spr. dan bij de Liga voor de Rech ten van den Mensch. Deze Rechten van den Mensch beteekenen hier Jodenrechten. Wan neer een Joodsch misdadiger veroordeeld moet worden, treedt de Liga voor de Rech ten van den Mensch daartegen op. Met ver heffing van stem besluit Fleischhauer ten slotte: „Hoe kunnen de Joden het dan wagen de Protocollen uit te maken voor „Schund- litteratur"? In de zitting van morgen zal de heer Fleischauer zijn deskundig rapport voort zetten. MEVR. STAVISKY WEER THUIS. Terug bij haar kinderen. Het is Woensdag een vreugdevol weer zien geweest tusschen mevr. Stavisky, de weduwe van den beruchten oplichter, en haar kinderen. Langer dan een jaar heeft Arlette Stavisky in voorloopige hechtenis gezeten, verdacht van op de hoogte te zijn geweest van de schurke rijen van haar man. Zij ontkent dit hardnekkig. Herhaaldelijk zijn in den loop van dit jaar pogingen gedaan om haar in voor waardelijke vrijheid te krijgen, doch de justitie was onvermurwbaar. Zoo nu en dan mocht mevr. Stavisky de vrouwen gevangenis van La Petite Roquette ver laten om ergens in een sanatorium bui ten Parijs haar kinderen te ontmoeten. Zij ging dan op een divan liggen, om bij de., achtjarigen Claude en de vijfjarige Micheline den indruk te wekken, dat ze ziek was en dat dit de reden was, dat zij niet thuis kon komen. Thans is zij tegen borgstelling op vrije voeten gesteld en aan de kinderen is medegedeeld, dat hun moeder genezen is. Het weerzien vond plaats in het ap partement van mevr. Stavisky in de Rue de Lacretelle. De toegewijde dienstbode, die al dien tijd voor de kinderen heeft gezorgd, droeg haar zorgen aan de moe der over. Mevr. Stavisky vertelde dat zij tijdens haar verblijf in de gevangenis tal van aanbiedingen had gekregen, zelfs van totaal onbekenden, om voor haar kinde ren te zorgen. „Ik zal wat werk moeten vinden om ze te kunnen opvoeden", zei- de zij. „Wanneer ik door het Assisenhof wordt vrijgesproken, zal ik Claude en Micheline meenemen naar het buiten land, waar hun identiteit niet bekend is".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1