DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
MET JUBILEUM VAN GEORGE V.
De begrootingen van tropisch Nederland.
Tfxtqdijksch Omczicht
ïBuitwlcmd
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. ItO Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Vrijdag 10 Mei 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Eerste Kamer
Twee deskundigen over Ned. Indië:
Colijn en Fock.
Suriname blijft een zorgenkind.
KOMT Mr. FOCK TERUG?
De Engelsche koning door het parlement
officieel gehuldigd.
In de Westminster Hall.
DE PROTOCOLLEN VAN
DE WIJZEN VAN ZION.
Waf vandaag de
aandacht trekt.,.
r
Den Haag, 9 Mei.
De afhandeling van de Indische begroo
ting heeft een speech gebracht van mr. Slin-
?;enberg (v.d.), voor wien de ernst van den
inancieelen toestand blijkt uit de schuldver-
meerdering van 585 millioen, die sedert 1929
in Indië is ontstaan. Intusschen acht hij de
vermindering van de jaarlijksche uitgaven
van 515 tot 300 millioen, welke nu verkre
gen is, alleszins bevredigend. Daarbij wees
hij op hoopgevende verschijnselen, zooals
het feit, dat voor sommige producten, als
rijst en maïs, export gevonden is, doordat
Nederland in zijn handelsverdragen Indië
heeft begrepen, dat het met de tabak wat be
ter gaat en dat er weer jongelingen naar In
dië uitgaan. „Het daghet in het Oosten!",
zoo besloot mr. Slingenbergh zijn rede.
Mr. Fock (hoe weinigen kunnen op zijn
leeftijd nog zulk een rede houden!) merkte
in verband met de moeilijkheden, welke zich
tusschen regeering en volksraad hebben
voorgedaan op, dat eenerzijds de volksraad
zijn verantwoordelijkheid moet beseffen,
maar dat anderzijds de korte conflictenrege
ling, welke den gouverneur-generaal bevoegd
maakt, alléén ordonnanties vast te stellen,
waaromtrent hij geen overeenstemming met
den volksraad kan verkrijgen, slechts mag
worden toegepast, als het noodzakelijk is.
En, zeidé hij, de regeeringsgemachtigden in
den volksraad moeten over den noodigen tact
beschikken. Minister Colijn wond er geen
doekjes om, toen hij later verklaarde, dat
niet steeds alle regeeringsgemachtigden op
alle oogenblikken den noodigen tact hadden
betoond. Mr. Fock bestreed voorts het door
minister Colijn voorgestane systeem van
eiland-gouvernementen, dat wij gisteren heb
ben uiteengezet en waarvan Z.Exc. heden
nog weer een uitvoerige verdediging heeft
gegeven. Mr. Fock merkte op, reeds als mi
nister van koloniën in 1905 zich voor verm-
heemsching van het lagere ambtenarenkorps
te hebben uitgesproken, maar minister Co
lijn overtroefde hem, door te memoreeren,
dat dr. Kuijper dit al in 1878 had gedaan.
Maar waarheen moeten de Indo-Europeanen,
die door de Inheemschen worden verdron
gen? Met mr. Fock was de bewindsman het
eens, dat te hunnen behoeve bijzondere maat
regelen noodig warenhet wachten is op een
desbetreffend rapport.
Van een nog verdergaande salarisverla
ging moet mr. Fock niets hebben. De minis
ter deelde mede, dat het denkbeeld niet van
hem afkomstig is, maar van de Indische re
geering. Hij kende er de bijzonderheden nog
niet van, maar weinig bemoedigend was, wat
hij zeide, namelijk dat elk bezuinigingsvraag-
stuk in den grond der zaak een ambtenaren-
vraagstuk is.
Mr. Fock en de bewindsman zijn beiden
tegen en uitvoerrecht op rubber, door de so
ciaal-democraten gewenscht Zij vinden de
productiekosten van het artikel in Indië zoo
hoog, dat het de concurrentie op de wereld
markt niet zou kunnen volhouden, als. er op
den kostprijs nog een uitvoerrecht gelegd
werd. Een vermindering van de belasting op
thee, door mr. Fock bepleit, kon Z.Exc. op
dit oogenblik niet beloven. Bovendien zal het
theeverbruik er z.i. niet door toenemen.
Een vervanging van Poodsche suiker in
ons land door Indische suiker, door den libe
ralen spreker aanbevolen, zou volgens den
bewindsman slechts drie percent der Indische
productie uitmaken. Trouwens, de Indische
suiker zou dan de in ons land niet meer ge
plaatste Poolsche suiker elders op de wereld
markt ontmoeten. Wel zou het vervoer van de
Indische suiker naar ons land een voordeel
opleveren voor onze vrachtvaart.
Tegenover prof. De Savornin Lohman
(c.h.) betoogde minister Colijn, dat de bezui
niging de Indische defensie niet verzwakt,
en aan mr. Fock gaf Z.Exc. de verzekering,
dat er na de commissie-Kan inzake de Indi
sche marine niet nog eens een andere com
missie zal worden ingesteld. De commissie-
Kan is ingesteld na de commissie-Idenburg,
welke was ingesteld na een andere commis
sie, enz., enz. De regeering moet (de woord
speling is van mr. Fock) niet het onderste
uit de kan willen hebben.
Te zijner tijd wenschte mr. Fock geldelijke
hulp van Nederland aan Indië, al is hij
tegenstander van de stelling, dat Nederland
een eereschuld aan Indië heeft te betalen,
omdat ons land in vroegere jaren zijn be
grootingen sluitend maakte met in Indië be
haalde winsten. Minister Colijn zette uiteen,
dat Nederland Indië reeds groote voordeelen
heeft verschaft, door zich garant te stellen
voor conversie leeningen.
In den loop zijner rede zeide mr. Fock,
over een bepaald onderwerp later nog wel
eens met den bewindsman te zullen spreken.
Moge hij er gelegenheid toe krijgen. Maar
als gevolg van de zetels, door de N.S.B. bij
de Statenverkiezingen veroverd, is te vreezen,
dat mr. Fock bij de volgende Eerste Kamer
verkiezingen zal uitvallen, hoezeer de ge
heele senaat dit stellig betreurt.
Een herziening van artikel 177 Regee-
ringsreglement, door mr. Janssen (r.k.) be
pleit om aan de missie (en zending) vrijheid
te geven, kan volgens minister Colijn niet
heel lang meer uitblijven, ook omdat de ge
meenten van Inheemsche Christenen zeiven
tot zending willen komen. Intusschen heeft
de Indische regeering die vrijheid op Bali
niet toegestaan, omdat een belangrijk In-
heemsch hoofd zich hiertegen had verzet. Mi
nister Colijn vertelde ronduit, bij strekking
en tekst van de regeeringsverklaring betrok
ken te zijn geweest, welke in den volksraad
hieromtrent is afgelegd. Hoe goed gerefor
meerd hij zij, hij houdt oog voor de realiteit!
Tegenover mr. Mendels (s.d.) zette Z.Exc.
uiteen, dat de bezuiniging geen vitale volks
belangen in Indië afbreekt, en verdedigde hij
straffe regeeringsmaatregelen bij de hand
having van de orde, opmerkende, dat voor
komen beter is dan genezen. Wij vernamen,
dat de invoer van Europeesctic geschriften in
Indië, welke nog vrij is, zal worden beperkt
door een vooronderzoek, omdat opruiende
geschriften verstopt zijn gebleken in gods
dienstige lectuur!
In verband met den aandrang naar in
dustrialisatie heeft Z.Exc. een lange reeks
fabrieken opgesomd, welke in den laatsten
tijd zijn of worden opgericht.
Mr. Mendels repliceerde op een wijze,
welke minister Colijn deed zeggen, dat de
afgevaardigde een groot deel van het betoog
van Z.Exc. niet meest hebben verstaan. Mr.
Mendels, die doof is en een gehoortoestel
draagt, antwoordde: „Dan zai ik mij een an
der toestel moet aanschaffen!" De bewinds
man herhaalde een deel der rede, door hem
in de eerste instantie gehouden, terwijl mr.
Mendels zoo dicht mogelijk bij hem zat.
Sprekende, boog Z.Exc. zich vlak bij het ge
laat van den afgevaardigde.
Z.Exc. had laten Mijken, daf mr. Mendels
over de benzinewinning het woord voerende,
als ondeskundige een vergissing had begaan.
De senator antwoordde, dat hij zijn betoog
door een erkend deskundige had laten toet
sen, juist omdat hij schroom gevoelde tegen
over den minister en den gouverneur-gene
raal, die beiden „ter afwisseling van hun
politieke loopbaan ?ich een belangrijke po
sitie pp oliegebied Hadden verworven." De be
windsman bleek Hierdoor beleedigd te zijn
(wij begrijpen niet re~ht, waarom), maar
mr. Mendels verduidelijkte bij interruptie,
dat hij deze opmerking had gemaakt, omdat
de Kameroverjichtschrijver van „Het Vad."
mr. Mendels' ondeskundigheid had geplaatst
tegenover twee deskundigen inzake olie, als
de beide hooggeplartste personen zijn. Mr
Mendels liet den bewindsman, terwijl deze
aan het woord was, de courant zien. maar
Z.Exc. schoof ze wat terzijde, opmerkende:
„Niet te veel couranten lezen!"
De Surinaamsche begrooting is aange
nomen, nadat mr. Fock had aangedrongen
op steun aan de sinaasappelcultuur en ge
vraagd had, waar het nu eigenlijk met Suri
name, altijd noodlijdend, heen moet. „Ik weet
het ook niet", gaf minister Colijn te kennen,
„er is van alles geprobeerd om het land op
gang te brengen, maar tot nu toe mislukt het
allemaal." Een moeilijk probieem!
Gisteren is de koning van Engeland in de
historische Westminster Hall, waar het eer
ste parlement onder Eduard I reeds bijeenge
komen is, gehuldigd door de leden van het
Hooger- en Lagerhuis.
De hal was sober versierd met Sint Joris
vlaggen en eenige bloemen rond de zetels
voor hunne majesteiten. Er waren twee tri
bunes aan de lage zijden van de hal opge
richt. Op de Westelijke hadden de ministers
en vertegenwoordigers der dominions plaats
genomen. Op de Oostelijke zaten de vertegen
woordigers van Indië in hun rijke gewaden
benevens de afgevaardigden van het House
«f Keys van het eiland Man en van de parle
menten van de Kanaaleilanden Jersey en
Guernsey in hun nationale kleederdrachten
Er waren 2O0O parlementsleden vereenigd en
in werkelijkheid was het de eerste bijeen
komst van het parlement van het Britsche
wereldrijk. Een andere bijzonderheid was dat
de diverse redevoeringen door de radio wer
den uitgezonden wat tot nu toe nog nooit van
parlementaire aangelegenheden geschied
was.
Hulde van het Hoogerhuis.
Te elf uur precies schalden de trompetten
en kwamen de koning en koningin langs den
®t. Stephens-ingang de hal binnen. Toen zij
op hun troonzetels hadden plaats genomen,
trad de lord kanselier naar voren om de hul
de van het Hoogehuis te betuigen.
De lord kanselier zeide: Wij leden van het
Hoogerhuis vragen verlof onze hulde aan uw
voeten te mogen leggen en als wij dat doen,
willen wij in de eerste plaats God danken
voor de bescherming dien Hij U en het ko
ninklijk gezin de afgeloopen 25 jaren heeft
doen toekomen.
Uwe majesteit regeert over een volk van
vrije burgers en de regeering door het volk is
ook in den jongsten tijd nog versterkt, maar
hoezeer de democratische instellingen ook
toenemen de positie van de Kroon is er
slechts des te vaster door geworden. In de
dominions zijn nog groote veranderingen
geschied in die 25 jaren. Vrije instellingen
zijn daar overal in het leven geroepen die
hun hoogtepunt hebben gevonden in de af
kondiging van de acte, waarbij het Britsche
Gemeenebest van Naties is gesticht, die
slechts een band kennen: de Kroon, maar
deze Kroon is geen symbool maar een leven
de werkelijkheid geworden. Sta uwe majesteit
ons toe, ook aan uwe echtgenoote, onze be
minde koningin, onze hulde te brengen voor
haar aandeel in de vijf en twintig jaren van
uwe regeering, in lief en leed van land en
volk. Door haar voortdurende belangstelling
in het leven van haar volk heeft ook zij een
geheel eigen plaats in de toegenegenheid van
dat volk gewonnen. Ook uw zonen zijn als
dienaren van den Staat en het algemeen be
lang in verre gewesten opgetreden en ik ben
overtuigd, dat in komende tijden, wanneer de
plechtigheid van vandaag nog slechts in ge-
schiedboeken zal voortleven het Huis van
Windsor nog zal regeeren over een vrij en
vereenigd volk. Voor het oogenblik bepaal ik
mij er toe uit naam van ons allen, geestelijke
en wereldlijke lords uit te roepen: God zege-
ne uwe majesteit nog tot in lengte van dagen.
En van het Lagerhuis.
Daarop stond de voorzitter van het Lager
huis op om het adres van de getrouwe Com-
mons aan te bieden. De Speaker zeidé: Uwe
majesteit veroorloove ook ons onze nederige
hulde te betuigen bij de voltooiing van uw
25-jarig regeeringsjubileum. Het is in de
eerste plaats een gevoel van groote dank
baarheid dat ons bezielt voor alles wat u
voor uw land en volk in die periode heeft
moge verrichten. Bij uwe troonsbestijging
heeft uwe majesteit gezegd, dat u hoopte de
tevredenheid en welvaart van uw rijk te kun
nen bevestigen en uitbreiden. Deze hoop is
in vervulling gegaan.
Onze grondwet is sterk genoeg gebleken
om den schok van een wereldoorlog te kun
nen opvangen en buigzaam genoeg om zelfs
onzen troon niet even te doen sidderen toen
in andere landen de grondslagen der monar
chie weggevaagd werden. Uwe regeering
heeft veranderingen in de wereldorde gezien
misschien grooter dan op welk tijdstip dan
ook, maar onze historische vorm van regeeren
is in staat gebleken iedere crisis die ontstond
te weerstaan en Groot-Brittanje is een vrije en
ordelijke natie gebleven. De geweldige uit
breiding van de koloniën en zelfbesturende
dominions heeft thans ook een werk mogelijk
gemaakt dat veertien jaar geleden begonnen
is: de verleening van zelfbestuur aan het
grootste uwer rijksdeelen: Indië.
Uw aandeel in al deze constitutioneele ver
anderingen is groot en beslissend geweest en
Gij zijt bij uwe beslissingen geschraagd door
de wijsheid en de liefde van onze geëerbie
digde koningin, uwe hooge Gade, zoodat gij
thans zijt geworden meer dan een Soeverein
n.1. het Hoofd van een groote familie van
vrije volken in een wereldrijk.
Wij bieden u de hulde en brengen u den
dank van een vrij parlement en hopen, daf
uwe majesteit nog lang de souvereine vorst
zal mogen blijden over een trouw en aanhan
kelijk volk.
De toespraak des konings.
Met heldere stem antwoordde daarna de
koning:
Lords en leden van het Lagerhuis en
de andere parlementaire instellingen
van dit Rijk:
Ik dank u allen uit het diepst van mijn
hart voor de woorden van liefde en aanhan
kelijkheid door uwe woordvoerders jegens
mij, mijn echtgenoote en familieleden ge
sproken, in tegenwoordigheid van de pre
mier-ministers van Australië, Canada, Zuid-
Afrika en Nieuw-Zeeland en zoovele Indische
vorsten. Wel mag ik heden zeggen, dat de
moeder der parlementen al haar kinderen
thans om zich vereenigd ziet en het zijn kin
deren die opgegroeid zijn tot een volle mate
van gelijkheid en die verbonden zijn door een
en denzelfden band van aanhankelijkheid
aan de Kroon.
De eenheid van het Britsche Rijk wordt
thans niet meer uitgedrukt door het parle
ment van Westminster, maar nu is de Kroon
het symbool, dat de geheele familie van vol
ken, rassen, culturen en godsdiensten, die
over de geheele wereld verspreid liggen, ver-
eenigt. Het vereenigd koninkrijk, Indië, de
dominions en de ontelbare koloniën omvat
ten een verzameling van volken en talen,
zooals nog niet onder één scepter zijn ge
bracht.
In dezen dagen, nu de vrees voor oorlog
en oorlogsbewapening toeneemt, laat ons
dankbaar zijn dat onze vlag waait over een
zoo groot deel van de wereld, waar vrede
heerschte en waar honderden millioenen on
der bescherming dier vlag hun dagelijksch
werk verrichten. Ik verwelkom in het bijzon
der de Indische vorsten, want deze hal is de
wieg van alle andere parlementen, dus ook
van het hunne, het jongste, deze hal is het
aambeeld, waar wet en recht zijn gesmeed
sinds vele eeuwen. In deze hal hebben zich
feesten en drama's afgespeeld, maar onze
constitutie is steeds meer uitgegroeid en heeft
aan de nieuwe eischen kunnen voldoen, die de
democratie hier en over-zee stelde. Het regee-
ringssysteem, dat ons door onze voorvaderen
is nagelaten, is nog steeds het beste middel
gebleken om een regeering voor en door het
volk te verkrijgen, die gevestigd is op recht
en vrijheid.
Toen koningin Victoria op haar beide jubi
lea dank bracht voor een ongekende periode
van voorspoed, waren er al voorteekenen,
dat deze niet eeuwig kon duren. Maar ik ben
in de eerste plaats dankbaar, dat wij aan de
gevaren van een grooten oorlog, dank zij
onze instellingen, het hoofd hebben kunnen
bieden, omdat in de ure des gevaars alle
klassen en standen zich vereenigden tot ver
dediging van de gemeenschappelijk verwor
ven vrijheden. Laat ons op dit oogenblik hen
gedenken, die in dien strijd voor het behoud
van onze. vrijheid zijn gevallen of die thans
nog blind of hulpbehoevend rondloopen.
In de jaren, die op den oorlog gevolgd
zijn, is de wereld getroffen door een ernstige
economische crisis. Wij hebben met bewonde
renswaardige energie en druf ook die crisis
weerstaan. Wij hebben onzen handel in
nieuwe banen geleid en onze industrie ge
reorganiseerd. Overal werpen echter een al
gemeen gevoel van onrust en gebrek aan on
derling vertrouwen nog hun schaduwen over
de pogingen der menschheid om weer tot
welvaart te geraken. Door den goeden wil
van ons volk hebben wij althans zooveel
vooruitgang gemaakt, dat wij de toekomst
met vertrouwen kunnen tegemoet zien. Ik be
treur het lot van de werkloozen, die bij de
reorganisatie van het productieproces nog
niet ingeschakeld konden worden, maar het
is althans één troost, dat hun lot het gevoel
van saamhoorigheid onder het geheele volk
zoozeer heeft versterkt.
Ik ben bij de vervulling van mijn taak ge
zegend door het bezit van een gade van
welke gij, mijne heeren, zoo vriendelijk ge
sproken hebt en ik bid God, die ons tot nu toe
bewaard heeft, dat wij onze taak tot het einde
zullen mogen vervullen in een geest van ver
draagzaamheid, vrede en verzoening voor de
goede zaak van vrijheid en vooruitgang!
De fanfares klonken en de vereenigde par
lementsleden brachten Hunne Majesteiten
een stormachtige ovatie toen zij, voorafge
gaan door de Sergeant of arms Black Rod en
de commissie van ontvangst weer langzaam
de Hal door de St. Stephen poort verlieten
In de zitting van Donderdag heeft de
deskundige Loosli zijn uiteenzettingen voort
gezet. Hij wenschte, dat er acte van geno
men werd, dat hij abusievelijk beweerd had,
dat Fleischhauer de katholieke religie ge
smaad had. Deze vergissing berustte op bij
zondere passages van het rapport van
Fleischhauer als belastend materiaal ge
bruikt tegen de ernstige bijbelvorschers en
zijn geen verklaringen van den Duitschen
deskundige. Voortgaande behandelde spr. de
vraag, wat een litteraire vervalsching is en
wat plagiaat, en ging dan over tot beant
woording van de deskundigen vraag van
den voorzitter van het gerechtshof.
Het jubileum van kaning George van
Engeland; hulde van het parlement.
(Dag. Overzicht.)
Het evolutieproces in Duitschland
(Buitenland.)
Een proces tegen T. Kreuger. (Buiten
land.)
Het conflict ItaliëAbessinië. (Bui
tenland.)
De Bouw- en Architectuur-tentoon
stelling in 't R.A.I.-gebouw geopend.
(Binnenland.)
Twee groote boerderijen te Overasselt
in de asch gelegd. (Binnenland.)
Bosch- en heidebranden te Zeist.
(Binnenland.)
Doodelijk auto-ongeval onder Half
weg. (Binnenland.)
Oplichters-complot te Amsterdam ont
dekt; pseudo-baron vroeg geld te leen,
(Binnenland.)
Huldiging van prof. dr. Willem Men
gelberg. (Kunst- en Wetenschappen.)
Verder getuigenverhoor is de moord
zaak te Hoofddorp. (Rechtszaken.)
De organisator van de Melbourne-
race bezocht hedenmorgen de kaas
markt. (Stad.)
(Zie Terder eventueel laatste
berichten.)
De eerste vraag luidt: Zijn de protocol
len van de Wijzen Zion een vervalsching?
Loosli beantwoordde deze vraag bevestigend.
De onechtheid van de protocollen blijkt zoo
wel uit hun vorm als uit hun inhoud en hun
ontstaangeschiedenis.
De tweede vraag luidt: Zijn de protocol
len een plagiaat? Ook deze vraag beant
woordde de deskundige met ja. De verval-
schers hebben zelfs niet de moeite genomen
hun bronnenteksten ook maar formeel zooda
nig te herschrijven, dat de origine in vele
gevallen niet uitdrukkelijk woordelijk kon
worden aangetoond, hetgeen vooral het geval
is bij hun gebruikmaken van de dialogen
van Joly.
De derde vraag luidde: Wat zijn de bron
nen der protocollen, hun origine en wie is de
schrijver? De voornaamste bronnen der pro
tocollen zijn de dialogen van Joly. Niet min
der dan 170 passages zijn daaruit woorde
lijk overgeschreven. Een andere bron vormt
de roman van den antisemitischen schrijver
Goedsche, Biaritz genaamd. Omtrent oor
sprong en auteurschap van de protocollen
staat vast, dat de collectie van bases daar
voor reeds in 1884 aan te toonen zijn, ter
wijl de protocollen volgens de verklaringen
der antisemieten eerst in 1897 zouden zijn
ontstaan. Bewezen is, dat de protocollen in
hoofdzaak vervaardigd zijn op instigatie
van Ratskowsky, chef van de Russische po
litieke geheime politie in het buitenland.
Vierde vraag: In welke betrekking staan
de protocollen tot het Zionistencongres van
1897 in Bazel? De deskundige antwoordde
hierop: In geen enkele betrekking.
Vijfde vraag: Vallen de protocollen in lit
terair opzicht onder het begrip „Schundlit
teratur"? Antwoord: Ja.
Deskundige Loosli schetste vervolgens de
verschillende soorten Schundlitteratur, be
ginnende bij den litterairen Kitsch tot aan
de ergste soort Schundlitteratur. De proto
collen van de Wijzen van Zion behooren on-
gewijfeld tot deze laatstgenoemde, laagste,
gevaarlijkste soort Schundlitteratur. Zij zijn
geschikt Joden, vrijmetselaars en anderen als
misdadig staats- en maatschappij-gevaarlijk
voor te stellen.
Deskundige Loosli heeft daarmede zijn
rapport beëindigd. Hij verklaarde uitdrukke
lijk, dat hij de volle verantwoordelijkheid
voor het door hem uiteengezette op zich
neemt. Zijn expertise is wetenschappelijk
diep gefundeerd en berust op authentiek do-
cu men t en-materiaa 1
In de zitting van gistermiddag kreeg des
kundige Fleischhauer het woord voor re
pliek. Hij protesteerde er tegen, dat Loosli
het nationaal-socialisme heeft aangevallen.
Voortgaande deed hij aanvallen op vrijmet
selaars, Joden, Volkenbond, verdrag van
Versailles, bolsjewisme etc. Zijn uiteenzettin
gen volgden en de gebruikelijke lijn der anti
semitische redeneeringen en weinig aandacht
werd meer geschonken aan de tallooze cita
ten. Fleischhauer riep tot slot van zijn uit
eenzettingen uit, dat de waarheid der proto
collen bewezen is. Zij vormen volkomen
Joodsch gedachten bezit en hun versprei
ding is de plicht der geciviliseerde staten.
Deskundige Loosli kreeg daarop nogmaals
het woord voor een korte verklaring. Als be
wijsmiddel voor de echtheid van de Zionis
tische protocollen had Fleischhauer het ge
recht een uitgave der protocollen in het Jid
disch overhandigd. Deskundige Loosli las
de Inleiding tot déze uitgave voor, waaruit
blijkt, dat zij ontstaan is na de behandeling
van dit proces in October 1934 en het doel