DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. MET JUBILEUM VAN GEORGE V. De begrootingen van tropisch Nederland. Tfxtqdijksch Omczicht ïBuitwlcmd Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. ItO Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Vrijdag 10 Mei 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Eerste Kamer Twee deskundigen over Ned. Indië: Colijn en Fock. Suriname blijft een zorgenkind. KOMT Mr. FOCK TERUG? De Engelsche koning door het parlement officieel gehuldigd. In de Westminster Hall. DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN ZION. Waf vandaag de aandacht trekt.,. r Den Haag, 9 Mei. De afhandeling van de Indische begroo ting heeft een speech gebracht van mr. Slin- ?;enberg (v.d.), voor wien de ernst van den inancieelen toestand blijkt uit de schuldver- meerdering van 585 millioen, die sedert 1929 in Indië is ontstaan. Intusschen acht hij de vermindering van de jaarlijksche uitgaven van 515 tot 300 millioen, welke nu verkre gen is, alleszins bevredigend. Daarbij wees hij op hoopgevende verschijnselen, zooals het feit, dat voor sommige producten, als rijst en maïs, export gevonden is, doordat Nederland in zijn handelsverdragen Indië heeft begrepen, dat het met de tabak wat be ter gaat en dat er weer jongelingen naar In dië uitgaan. „Het daghet in het Oosten!", zoo besloot mr. Slingenbergh zijn rede. Mr. Fock (hoe weinigen kunnen op zijn leeftijd nog zulk een rede houden!) merkte in verband met de moeilijkheden, welke zich tusschen regeering en volksraad hebben voorgedaan op, dat eenerzijds de volksraad zijn verantwoordelijkheid moet beseffen, maar dat anderzijds de korte conflictenrege ling, welke den gouverneur-generaal bevoegd maakt, alléén ordonnanties vast te stellen, waaromtrent hij geen overeenstemming met den volksraad kan verkrijgen, slechts mag worden toegepast, als het noodzakelijk is. En, zeidé hij, de regeeringsgemachtigden in den volksraad moeten over den noodigen tact beschikken. Minister Colijn wond er geen doekjes om, toen hij later verklaarde, dat niet steeds alle regeeringsgemachtigden op alle oogenblikken den noodigen tact hadden betoond. Mr. Fock bestreed voorts het door minister Colijn voorgestane systeem van eiland-gouvernementen, dat wij gisteren heb ben uiteengezet en waarvan Z.Exc. heden nog weer een uitvoerige verdediging heeft gegeven. Mr. Fock merkte op, reeds als mi nister van koloniën in 1905 zich voor verm- heemsching van het lagere ambtenarenkorps te hebben uitgesproken, maar minister Co lijn overtroefde hem, door te memoreeren, dat dr. Kuijper dit al in 1878 had gedaan. Maar waarheen moeten de Indo-Europeanen, die door de Inheemschen worden verdron gen? Met mr. Fock was de bewindsman het eens, dat te hunnen behoeve bijzondere maat regelen noodig warenhet wachten is op een desbetreffend rapport. Van een nog verdergaande salarisverla ging moet mr. Fock niets hebben. De minis ter deelde mede, dat het denkbeeld niet van hem afkomstig is, maar van de Indische re geering. Hij kende er de bijzonderheden nog niet van, maar weinig bemoedigend was, wat hij zeide, namelijk dat elk bezuinigingsvraag- stuk in den grond der zaak een ambtenaren- vraagstuk is. Mr. Fock en de bewindsman zijn beiden tegen en uitvoerrecht op rubber, door de so ciaal-democraten gewenscht Zij vinden de productiekosten van het artikel in Indië zoo hoog, dat het de concurrentie op de wereld markt niet zou kunnen volhouden, als. er op den kostprijs nog een uitvoerrecht gelegd werd. Een vermindering van de belasting op thee, door mr. Fock bepleit, kon Z.Exc. op dit oogenblik niet beloven. Bovendien zal het theeverbruik er z.i. niet door toenemen. Een vervanging van Poodsche suiker in ons land door Indische suiker, door den libe ralen spreker aanbevolen, zou volgens den bewindsman slechts drie percent der Indische productie uitmaken. Trouwens, de Indische suiker zou dan de in ons land niet meer ge plaatste Poolsche suiker elders op de wereld markt ontmoeten. Wel zou het vervoer van de Indische suiker naar ons land een voordeel opleveren voor onze vrachtvaart. Tegenover prof. De Savornin Lohman (c.h.) betoogde minister Colijn, dat de bezui niging de Indische defensie niet verzwakt, en aan mr. Fock gaf Z.Exc. de verzekering, dat er na de commissie-Kan inzake de Indi sche marine niet nog eens een andere com missie zal worden ingesteld. De commissie- Kan is ingesteld na de commissie-Idenburg, welke was ingesteld na een andere commis sie, enz., enz. De regeering moet (de woord speling is van mr. Fock) niet het onderste uit de kan willen hebben. Te zijner tijd wenschte mr. Fock geldelijke hulp van Nederland aan Indië, al is hij tegenstander van de stelling, dat Nederland een eereschuld aan Indië heeft te betalen, omdat ons land in vroegere jaren zijn be grootingen sluitend maakte met in Indië be haalde winsten. Minister Colijn zette uiteen, dat Nederland Indië reeds groote voordeelen heeft verschaft, door zich garant te stellen voor conversie leeningen. In den loop zijner rede zeide mr. Fock, over een bepaald onderwerp later nog wel eens met den bewindsman te zullen spreken. Moge hij er gelegenheid toe krijgen. Maar als gevolg van de zetels, door de N.S.B. bij de Statenverkiezingen veroverd, is te vreezen, dat mr. Fock bij de volgende Eerste Kamer verkiezingen zal uitvallen, hoezeer de ge heele senaat dit stellig betreurt. Een herziening van artikel 177 Regee- ringsreglement, door mr. Janssen (r.k.) be pleit om aan de missie (en zending) vrijheid te geven, kan volgens minister Colijn niet heel lang meer uitblijven, ook omdat de ge meenten van Inheemsche Christenen zeiven tot zending willen komen. Intusschen heeft de Indische regeering die vrijheid op Bali niet toegestaan, omdat een belangrijk In- heemsch hoofd zich hiertegen had verzet. Mi nister Colijn vertelde ronduit, bij strekking en tekst van de regeeringsverklaring betrok ken te zijn geweest, welke in den volksraad hieromtrent is afgelegd. Hoe goed gerefor meerd hij zij, hij houdt oog voor de realiteit! Tegenover mr. Mendels (s.d.) zette Z.Exc. uiteen, dat de bezuiniging geen vitale volks belangen in Indië afbreekt, en verdedigde hij straffe regeeringsmaatregelen bij de hand having van de orde, opmerkende, dat voor komen beter is dan genezen. Wij vernamen, dat de invoer van Europeesctic geschriften in Indië, welke nog vrij is, zal worden beperkt door een vooronderzoek, omdat opruiende geschriften verstopt zijn gebleken in gods dienstige lectuur! In verband met den aandrang naar in dustrialisatie heeft Z.Exc. een lange reeks fabrieken opgesomd, welke in den laatsten tijd zijn of worden opgericht. Mr. Mendels repliceerde op een wijze, welke minister Colijn deed zeggen, dat de afgevaardigde een groot deel van het betoog van Z.Exc. niet meest hebben verstaan. Mr. Mendels, die doof is en een gehoortoestel draagt, antwoordde: „Dan zai ik mij een an der toestel moet aanschaffen!" De bewinds man herhaalde een deel der rede, door hem in de eerste instantie gehouden, terwijl mr. Mendels zoo dicht mogelijk bij hem zat. Sprekende, boog Z.Exc. zich vlak bij het ge laat van den afgevaardigde. Z.Exc. had laten Mijken, daf mr. Mendels over de benzinewinning het woord voerende, als ondeskundige een vergissing had begaan. De senator antwoordde, dat hij zijn betoog door een erkend deskundige had laten toet sen, juist omdat hij schroom gevoelde tegen over den minister en den gouverneur-gene raal, die beiden „ter afwisseling van hun politieke loopbaan ?ich een belangrijke po sitie pp oliegebied Hadden verworven." De be windsman bleek Hierdoor beleedigd te zijn (wij begrijpen niet re~ht, waarom), maar mr. Mendels verduidelijkte bij interruptie, dat hij deze opmerking had gemaakt, omdat de Kameroverjichtschrijver van „Het Vad." mr. Mendels' ondeskundigheid had geplaatst tegenover twee deskundigen inzake olie, als de beide hooggeplartste personen zijn. Mr Mendels liet den bewindsman, terwijl deze aan het woord was, de courant zien. maar Z.Exc. schoof ze wat terzijde, opmerkende: „Niet te veel couranten lezen!" De Surinaamsche begrooting is aange nomen, nadat mr. Fock had aangedrongen op steun aan de sinaasappelcultuur en ge vraagd had, waar het nu eigenlijk met Suri name, altijd noodlijdend, heen moet. „Ik weet het ook niet", gaf minister Colijn te kennen, „er is van alles geprobeerd om het land op gang te brengen, maar tot nu toe mislukt het allemaal." Een moeilijk probieem! Gisteren is de koning van Engeland in de historische Westminster Hall, waar het eer ste parlement onder Eduard I reeds bijeenge komen is, gehuldigd door de leden van het Hooger- en Lagerhuis. De hal was sober versierd met Sint Joris vlaggen en eenige bloemen rond de zetels voor hunne majesteiten. Er waren twee tri bunes aan de lage zijden van de hal opge richt. Op de Westelijke hadden de ministers en vertegenwoordigers der dominions plaats genomen. Op de Oostelijke zaten de vertegen woordigers van Indië in hun rijke gewaden benevens de afgevaardigden van het House «f Keys van het eiland Man en van de parle menten van de Kanaaleilanden Jersey en Guernsey in hun nationale kleederdrachten Er waren 2O0O parlementsleden vereenigd en in werkelijkheid was het de eerste bijeen komst van het parlement van het Britsche wereldrijk. Een andere bijzonderheid was dat de diverse redevoeringen door de radio wer den uitgezonden wat tot nu toe nog nooit van parlementaire aangelegenheden geschied was. Hulde van het Hoogerhuis. Te elf uur precies schalden de trompetten en kwamen de koning en koningin langs den ®t. Stephens-ingang de hal binnen. Toen zij op hun troonzetels hadden plaats genomen, trad de lord kanselier naar voren om de hul de van het Hoogehuis te betuigen. De lord kanselier zeide: Wij leden van het Hoogerhuis vragen verlof onze hulde aan uw voeten te mogen leggen en als wij dat doen, willen wij in de eerste plaats God danken voor de bescherming dien Hij U en het ko ninklijk gezin de afgeloopen 25 jaren heeft doen toekomen. Uwe majesteit regeert over een volk van vrije burgers en de regeering door het volk is ook in den jongsten tijd nog versterkt, maar hoezeer de democratische instellingen ook toenemen de positie van de Kroon is er slechts des te vaster door geworden. In de dominions zijn nog groote veranderingen geschied in die 25 jaren. Vrije instellingen zijn daar overal in het leven geroepen die hun hoogtepunt hebben gevonden in de af kondiging van de acte, waarbij het Britsche Gemeenebest van Naties is gesticht, die slechts een band kennen: de Kroon, maar deze Kroon is geen symbool maar een leven de werkelijkheid geworden. Sta uwe majesteit ons toe, ook aan uwe echtgenoote, onze be minde koningin, onze hulde te brengen voor haar aandeel in de vijf en twintig jaren van uwe regeering, in lief en leed van land en volk. Door haar voortdurende belangstelling in het leven van haar volk heeft ook zij een geheel eigen plaats in de toegenegenheid van dat volk gewonnen. Ook uw zonen zijn als dienaren van den Staat en het algemeen be lang in verre gewesten opgetreden en ik ben overtuigd, dat in komende tijden, wanneer de plechtigheid van vandaag nog slechts in ge- schiedboeken zal voortleven het Huis van Windsor nog zal regeeren over een vrij en vereenigd volk. Voor het oogenblik bepaal ik mij er toe uit naam van ons allen, geestelijke en wereldlijke lords uit te roepen: God zege- ne uwe majesteit nog tot in lengte van dagen. En van het Lagerhuis. Daarop stond de voorzitter van het Lager huis op om het adres van de getrouwe Com- mons aan te bieden. De Speaker zeidé: Uwe majesteit veroorloove ook ons onze nederige hulde te betuigen bij de voltooiing van uw 25-jarig regeeringsjubileum. Het is in de eerste plaats een gevoel van groote dank baarheid dat ons bezielt voor alles wat u voor uw land en volk in die periode heeft moge verrichten. Bij uwe troonsbestijging heeft uwe majesteit gezegd, dat u hoopte de tevredenheid en welvaart van uw rijk te kun nen bevestigen en uitbreiden. Deze hoop is in vervulling gegaan. Onze grondwet is sterk genoeg gebleken om den schok van een wereldoorlog te kun nen opvangen en buigzaam genoeg om zelfs onzen troon niet even te doen sidderen toen in andere landen de grondslagen der monar chie weggevaagd werden. Uwe regeering heeft veranderingen in de wereldorde gezien misschien grooter dan op welk tijdstip dan ook, maar onze historische vorm van regeeren is in staat gebleken iedere crisis die ontstond te weerstaan en Groot-Brittanje is een vrije en ordelijke natie gebleven. De geweldige uit breiding van de koloniën en zelfbesturende dominions heeft thans ook een werk mogelijk gemaakt dat veertien jaar geleden begonnen is: de verleening van zelfbestuur aan het grootste uwer rijksdeelen: Indië. Uw aandeel in al deze constitutioneele ver anderingen is groot en beslissend geweest en Gij zijt bij uwe beslissingen geschraagd door de wijsheid en de liefde van onze geëerbie digde koningin, uwe hooge Gade, zoodat gij thans zijt geworden meer dan een Soeverein n.1. het Hoofd van een groote familie van vrije volken in een wereldrijk. Wij bieden u de hulde en brengen u den dank van een vrij parlement en hopen, daf uwe majesteit nog lang de souvereine vorst zal mogen blijden over een trouw en aanhan kelijk volk. De toespraak des konings. Met heldere stem antwoordde daarna de koning: Lords en leden van het Lagerhuis en de andere parlementaire instellingen van dit Rijk: Ik dank u allen uit het diepst van mijn hart voor de woorden van liefde en aanhan kelijkheid door uwe woordvoerders jegens mij, mijn echtgenoote en familieleden ge sproken, in tegenwoordigheid van de pre mier-ministers van Australië, Canada, Zuid- Afrika en Nieuw-Zeeland en zoovele Indische vorsten. Wel mag ik heden zeggen, dat de moeder der parlementen al haar kinderen thans om zich vereenigd ziet en het zijn kin deren die opgegroeid zijn tot een volle mate van gelijkheid en die verbonden zijn door een en denzelfden band van aanhankelijkheid aan de Kroon. De eenheid van het Britsche Rijk wordt thans niet meer uitgedrukt door het parle ment van Westminster, maar nu is de Kroon het symbool, dat de geheele familie van vol ken, rassen, culturen en godsdiensten, die over de geheele wereld verspreid liggen, ver- eenigt. Het vereenigd koninkrijk, Indië, de dominions en de ontelbare koloniën omvat ten een verzameling van volken en talen, zooals nog niet onder één scepter zijn ge bracht. In dezen dagen, nu de vrees voor oorlog en oorlogsbewapening toeneemt, laat ons dankbaar zijn dat onze vlag waait over een zoo groot deel van de wereld, waar vrede heerschte en waar honderden millioenen on der bescherming dier vlag hun dagelijksch werk verrichten. Ik verwelkom in het bijzon der de Indische vorsten, want deze hal is de wieg van alle andere parlementen, dus ook van het hunne, het jongste, deze hal is het aambeeld, waar wet en recht zijn gesmeed sinds vele eeuwen. In deze hal hebben zich feesten en drama's afgespeeld, maar onze constitutie is steeds meer uitgegroeid en heeft aan de nieuwe eischen kunnen voldoen, die de democratie hier en over-zee stelde. Het regee- ringssysteem, dat ons door onze voorvaderen is nagelaten, is nog steeds het beste middel gebleken om een regeering voor en door het volk te verkrijgen, die gevestigd is op recht en vrijheid. Toen koningin Victoria op haar beide jubi lea dank bracht voor een ongekende periode van voorspoed, waren er al voorteekenen, dat deze niet eeuwig kon duren. Maar ik ben in de eerste plaats dankbaar, dat wij aan de gevaren van een grooten oorlog, dank zij onze instellingen, het hoofd hebben kunnen bieden, omdat in de ure des gevaars alle klassen en standen zich vereenigden tot ver dediging van de gemeenschappelijk verwor ven vrijheden. Laat ons op dit oogenblik hen gedenken, die in dien strijd voor het behoud van onze. vrijheid zijn gevallen of die thans nog blind of hulpbehoevend rondloopen. In de jaren, die op den oorlog gevolgd zijn, is de wereld getroffen door een ernstige economische crisis. Wij hebben met bewonde renswaardige energie en druf ook die crisis weerstaan. Wij hebben onzen handel in nieuwe banen geleid en onze industrie ge reorganiseerd. Overal werpen echter een al gemeen gevoel van onrust en gebrek aan on derling vertrouwen nog hun schaduwen over de pogingen der menschheid om weer tot welvaart te geraken. Door den goeden wil van ons volk hebben wij althans zooveel vooruitgang gemaakt, dat wij de toekomst met vertrouwen kunnen tegemoet zien. Ik be treur het lot van de werkloozen, die bij de reorganisatie van het productieproces nog niet ingeschakeld konden worden, maar het is althans één troost, dat hun lot het gevoel van saamhoorigheid onder het geheele volk zoozeer heeft versterkt. Ik ben bij de vervulling van mijn taak ge zegend door het bezit van een gade van welke gij, mijne heeren, zoo vriendelijk ge sproken hebt en ik bid God, die ons tot nu toe bewaard heeft, dat wij onze taak tot het einde zullen mogen vervullen in een geest van ver draagzaamheid, vrede en verzoening voor de goede zaak van vrijheid en vooruitgang! De fanfares klonken en de vereenigde par lementsleden brachten Hunne Majesteiten een stormachtige ovatie toen zij, voorafge gaan door de Sergeant of arms Black Rod en de commissie van ontvangst weer langzaam de Hal door de St. Stephen poort verlieten In de zitting van Donderdag heeft de deskundige Loosli zijn uiteenzettingen voort gezet. Hij wenschte, dat er acte van geno men werd, dat hij abusievelijk beweerd had, dat Fleischhauer de katholieke religie ge smaad had. Deze vergissing berustte op bij zondere passages van het rapport van Fleischhauer als belastend materiaal ge bruikt tegen de ernstige bijbelvorschers en zijn geen verklaringen van den Duitschen deskundige. Voortgaande behandelde spr. de vraag, wat een litteraire vervalsching is en wat plagiaat, en ging dan over tot beant woording van de deskundigen vraag van den voorzitter van het gerechtshof. Het jubileum van kaning George van Engeland; hulde van het parlement. (Dag. Overzicht.) Het evolutieproces in Duitschland (Buitenland.) Een proces tegen T. Kreuger. (Buiten land.) Het conflict ItaliëAbessinië. (Bui tenland.) De Bouw- en Architectuur-tentoon stelling in 't R.A.I.-gebouw geopend. (Binnenland.) Twee groote boerderijen te Overasselt in de asch gelegd. (Binnenland.) Bosch- en heidebranden te Zeist. (Binnenland.) Doodelijk auto-ongeval onder Half weg. (Binnenland.) Oplichters-complot te Amsterdam ont dekt; pseudo-baron vroeg geld te leen, (Binnenland.) Huldiging van prof. dr. Willem Men gelberg. (Kunst- en Wetenschappen.) Verder getuigenverhoor is de moord zaak te Hoofddorp. (Rechtszaken.) De organisator van de Melbourne- race bezocht hedenmorgen de kaas markt. (Stad.) (Zie Terder eventueel laatste berichten.) De eerste vraag luidt: Zijn de protocol len van de Wijzen Zion een vervalsching? Loosli beantwoordde deze vraag bevestigend. De onechtheid van de protocollen blijkt zoo wel uit hun vorm als uit hun inhoud en hun ontstaangeschiedenis. De tweede vraag luidt: Zijn de protocol len een plagiaat? Ook deze vraag beant woordde de deskundige met ja. De verval- schers hebben zelfs niet de moeite genomen hun bronnenteksten ook maar formeel zooda nig te herschrijven, dat de origine in vele gevallen niet uitdrukkelijk woordelijk kon worden aangetoond, hetgeen vooral het geval is bij hun gebruikmaken van de dialogen van Joly. De derde vraag luidde: Wat zijn de bron nen der protocollen, hun origine en wie is de schrijver? De voornaamste bronnen der pro tocollen zijn de dialogen van Joly. Niet min der dan 170 passages zijn daaruit woorde lijk overgeschreven. Een andere bron vormt de roman van den antisemitischen schrijver Goedsche, Biaritz genaamd. Omtrent oor sprong en auteurschap van de protocollen staat vast, dat de collectie van bases daar voor reeds in 1884 aan te toonen zijn, ter wijl de protocollen volgens de verklaringen der antisemieten eerst in 1897 zouden zijn ontstaan. Bewezen is, dat de protocollen in hoofdzaak vervaardigd zijn op instigatie van Ratskowsky, chef van de Russische po litieke geheime politie in het buitenland. Vierde vraag: In welke betrekking staan de protocollen tot het Zionistencongres van 1897 in Bazel? De deskundige antwoordde hierop: In geen enkele betrekking. Vijfde vraag: Vallen de protocollen in lit terair opzicht onder het begrip „Schundlit teratur"? Antwoord: Ja. Deskundige Loosli schetste vervolgens de verschillende soorten Schundlitteratur, be ginnende bij den litterairen Kitsch tot aan de ergste soort Schundlitteratur. De proto collen van de Wijzen van Zion behooren on- gewijfeld tot deze laatstgenoemde, laagste, gevaarlijkste soort Schundlitteratur. Zij zijn geschikt Joden, vrijmetselaars en anderen als misdadig staats- en maatschappij-gevaarlijk voor te stellen. Deskundige Loosli heeft daarmede zijn rapport beëindigd. Hij verklaarde uitdrukke lijk, dat hij de volle verantwoordelijkheid voor het door hem uiteengezette op zich neemt. Zijn expertise is wetenschappelijk diep gefundeerd en berust op authentiek do- cu men t en-materiaa 1 In de zitting van gistermiddag kreeg des kundige Fleischhauer het woord voor re pliek. Hij protesteerde er tegen, dat Loosli het nationaal-socialisme heeft aangevallen. Voortgaande deed hij aanvallen op vrijmet selaars, Joden, Volkenbond, verdrag van Versailles, bolsjewisme etc. Zijn uiteenzettin gen volgden en de gebruikelijke lijn der anti semitische redeneeringen en weinig aandacht werd meer geschonken aan de tallooze cita ten. Fleischhauer riep tot slot van zijn uit eenzettingen uit, dat de waarheid der proto collen bewezen is. Zij vormen volkomen Joodsch gedachten bezit en hun versprei ding is de plicht der geciviliseerde staten. Deskundige Loosli kreeg daarop nogmaals het woord voor een korte verklaring. Als be wijsmiddel voor de echtheid van de Zionis tische protocollen had Fleischhauer het ge recht een uitgave der protocollen in het Jid disch overhandigd. Deskundige Loosli las de Inleiding tot déze uitgave voor, waaruit blijkt, dat zij ontstaan is na de behandeling van dit proces in October 1934 en het doel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1