DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Abessynië gereed voor den oorlog.
ZOMERTIJD
QxujeÜj&sch
IBuitenland
één uur vooruit
GOERING GEBRUIKT
KRACHTTERMEN.
Maarschalk Pilsoedskif
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 112 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 13 Mei 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Mussolini zendt steeds nieuwe
troepen naar Afrika
Mussolini.
Emir Abdullah.
MODERNE WAPENS.
Zwaar verlies voor Polen.
Wat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Tot nog toe meende de buiten-
landsche pers, dat de Italiaansche
troepenverschepingen naar Afrika
slechts als machtsvertoon bedoeld
waren en dat het niet de bedoeling
was de wapens te gebruiken. Daar
zit een stuk waarheid in, maar men
moet niet vergeten wat een afge
vaardigde in de Kamer heeft gezegd,
n.1. dat het geen fascistische stijl
is om over macht te beschikken en
daarvan geen gebruik te maken, als
het noodig is. Men meent nu, dat
het Italiaansche prestige op het spel
staat, ja het prestige van Europa.
Wat de „Maandagochtend'' schrijft, is 't slot
van een bericht uit Rome aan de Temps. Het
klinkt wel zeer dreigend en past geheel bij de
andere berichten der laatste dagen, die gewa
gen van steeds weer nieuwe troepenzendin
gen, berichten, die melding maken van hef
tige beschuldigingen (Abessynië zou een
land zijn van roof en slavernij) en dreige
menten uit Addis Abeba om te mobiliseeren
en een oorlog te beginnen. Nog kan men dat
alles beschouwen als onderdeel van de cam
pagne, die de vergadering van den Volken
bond op 20 Mei moet voorbereiden. Maar
men weet, hoe moeilijk het is een oorlog te
verhinderen, wanneer twee partijen zich daar
maanden lang op voorbereiden.
Italiaansche voorbereiding.
Enkele getallen en feiten kunnen een denk
beeld geven van de Italiaansche militaire
actie. Drie divisies van het gewone leger zijn
naar Afrika gezonden, zij zijn in het moeder
land onmiddellijk door andere vervangen
Ook zijn er twee divisies fascistische militie,
de z.g. zwarthemden naar de Abessynische
grens gezonden. Met nog 15.000 arbeiders
voor wegenaanleg e.d. is dat een legermacht
van 100.000 man, overvloedig voorzien van
wapens, munitie en alle technische hulpmid
delen, die bij een modern leger behooren. De
troepen staan onder bevel van twee der be
kwaamste legeraanvoerders, waarover Italië
beschikt: luit.-generaal Guiseppe Pavone en
generaal Rodolfo Graziani.
De eerste is voor het Italiaansche Kolo
niale Rijk een legendarische figuur. Als lui
tenant heeft hij in den Lybischen veldtocht
van 1011 den bijnaam verworven van den
Zwarten Duivel, de Turken stelden een pre
mie op het hoofd van „Diabolo nero". In den
wereldoorlog klom Pavone spoedig op tot
kolonel. Hij organiseerde de stormafdeelin-
gen der Vermetelen en kwam met zes hooge
decoraties uit den krijg.
Heel anders is Graziani. Hij is geen waag
hals, maar een koel rekenaar, een man van
ijzeren energie. Zijn grootste prestatie was
de onderwerping van Tripoli en ieder Ita
liaan kent hem wegens den fenomenalen
marsch van drie weken door de woestijn er
verovering van de oase Koefra, den hoofd
zetel van het verzet der Senoessi, van waar
uit dezen dertig jaar lang de Italianen be
stookt hadden.
Een elitecorps heeft Italië naar Afrika ge
zonden. De landsverdediging wordt er niet
zwakker door. Integendeel. Zij is belangrijk
versterkt. Drie lichtingen (1911, 1913 en
1914) tezamen 660.000 man zijn onder de
wapens om te zorgen, dat zich geen verras
singen in Europa kunnen voordoen tijdens de
nctie in Afrika.
De kracht van Abessynië.
Het leger, dat Abessynië tegenover de
Italianen in het veld kan brengen, is veel
grooter in getal; een half millioen zeker,
misschien wel een millioen. Doch het is in
vergelijking slecht bewapend. Slechts een
doel heeft moderne wapens en is geoefend in
het gebruik daarvan. Wat organisatie betreft,
militair en politiek, is Abessynië verre de
mindere. Wanneer het Abessijnsche leger in
een veldslag tegenover het Italiaansche
kwam te staan zouden zijn kansen heel slecht
zijn. Maar zoo is de situatie niet. Abessynië
heeft een sterken bondgenoot in de natuur
van zijn onherbergzaam land.
De geschiedenis van den kolonialen oorlog
leert welk een overmacht, hoeveel geld en tijd
er noodig zijn om een krijgshaftige bevolking
meester te worden. De moderne krijgsmidde-
len hebben daar veel minder waarde, omdat
men niet met versterkte punten en een vaste
linie te doen heeft, maar met heen en weer
trekkende legertroepen, die hier vervlogen
zijn, daar weer opduiken in een land zonder
wegen en bruggen. In den Boerenoorlog wa
ren er tenslotte 150.000 Engelschen noodig
om 15.000 Boeren te overwinnen. Honderd
duizend Italianen konden in den wereldoor
log maar ternauwernood de kuststreek ver
dedigen tegen 10.000 inlanders in Tripoli.
Om de stammen in het Rif in Marokko te
onderwerpen hadden de Franschen 75.000
man noodig. Bij de verovering van Tripoli
hebben de Italianen veel gebruik gemaakt
van vliegtuigen en pantserauto's. Doch wai
men daarmee in de woestijn kan bereiken is
niet te doen op de hoogvlakten en in de ber
gen van Abessynië
Munitietransport.
Bovendien is het Abessynische leger veel
beter van wapens en munitie voorzien dan de
inlandsche troepen in Marokko of Tunis.
Met koortsachtige haast wordt alle mogelijke
wapentuig het land binnengebracht. Uit vele
landen wordt het aangevoerd. De Italiaan
sche regeering deed reeds vriendschappelijke
stappen te Madrid, Brussel, Berlijn en
Stockholm om de wapenleveranties stop te
zetten. De corr. van de Neue Züricher Ztg
te Addis Abeba beschrijft de aankomst van
een munitietrein uit Dzjiboeti van munitie en
20.000 geweren uit België en 400 machine
geweren uit Tsjecho-Slowakije. Hij vertelt
ook iets van het transport dezer wapenvoor-
raden naar de grens en niets is geschikter om
een denkbeeld te krijgen van de enorme moei
lijkheden, waarmee men in Abessynië te kam
pen heeft, dan het verhaal van dat transport
De munitie is op bijzondere wijze verpakt,
n.1. in kleine kistjes, elk van 750 patronen.
Want zij moeten door menschen gedragen
worden.
„De dragers hebben een lange reis voor
den boeg. Vier weken lang moeten zij, vrijwel
dag en nacht met een kist op het kaalge
schoren hoofd, marcheeren. Kameelen of
muilezels kan men daarvoor niet gebruiken.
Die kunnen niet langer dan acht uur daags
loopen, de rest van den dag moeten zij
weiden, 's nachts slapen De menschen heb
ben meer uithoudingsvermogen. Die nemen
een handvol erwten mee, daarvan leven ze
Op water rekenen ze de eerste drie dagen
heelemaal niet. We gaan een eind weegs mee
Addis Abeba ligt achter ons. Wij trekken
door geurende eucaliptusbosschen, zonder
ophouden, in snel marschtempo. Voorop een
compagnie soldaten met tropenhelmen, dan
8000 dragers, dan een aantal hobbelende
vrachtauto's, een compagnie soldaten achter
aan".
De drager zingen eentonige liederen. Vier
weken lang zullen zij zoo bijna dag en nacht
voortmarcheeren. Dan hebben ze oe grens
bereikt.
In aansluiting met bovenstaande is het
volgende V. D.-bericht uit Genève van be
lang.
Ambtenaren van den Volkenbond hebben
Zaterdag verontrustende berichten ontvan
gen inzake het conflict tusschen Abessynië
en Italië. Uit deze berichten zou blijken, dat
de vijandelijkheden op het punt staan uit te
barsten en dat er geen zekere weg schijnt te
bestaan deze door internationale arbitrage
tegen te houden. In Fransche en Britsche
kringen wordt een stijgende onrust ten toon
gespreid.
Op een meer gespannen toestand wijst ook
een Havas-bericnt uit Londen, volgens het
welk de Fransche en de Engelsche regeering
zeer binnenkort te Rome vriendschappelijke
stappen zouden willen ondernemen, teneinde
een verscherping van het Italiaansch-Abes-
synisch conflict te voorkomen en Mussolini
ertoe te bewegen, gevolg te geven aan de
nota, die de keizer van Abessynië onlangs
aan Italië heeft gericht en waarin om toepas
sing wordt gevraagd van de procedure eener
verzoeningsarbitrage volgens het Ita-
liaansch-Abessynisch verdrag.
Van Engelsche zijde wenscht men zeer
gaarne te zien, dat de regeering te Rome de
instelling vergemakkelijkt van een gemengde
arbitragecommissie, waarmede de beide par
tijen zich reeds in principe vereenigd hebben.
Waarschuwing aan landen,
die hun pers niet aan banden
kunnen leggen.
Het enthousiasme
waarmede min-
president Goering
en zijn gemalin in
Freiburg in Breis-
gau (Zuid-Baden)
zijn ontvangen, is
niet alleen, volgens
officieele maar ook
volgens particu
liere berichten
overweldigend
geweest. Daaren
tegen hebben neu
trale ooggetuigen
den minister in
zijn redevoering
heel wat meer
vertegenwoordigers
Goering.
hooren zeggen dan de
der officieuse telegraafbureaux nuttig geacht
hebben om den volke mede te deelen. Uit
hun kleurlooze verslagen blijkt nauwelijks
hoe sterk de minister zich heeft uitgedrukt.
Zijn krachttermen welke zich ten deele voor
een woordelijke vertaling nauwelijks leenen
gelden in het bijzonder dingen welke in het
buitenland interesseeren.
Na een overzicht van den moedigen strijd
en de overwinning van het nationaal-
socialisme in Duitschland alsmede van de
lafheid der andere partijen verklaarde de
minister onder applaus dat de leider alleen
zijn God en de toekomst van zijn volk ver
antwoording schuldig is. ,Hoe gelooft gij
dat het onzen leider gedurende 48 uur te
moede nadat wij besloten hadden Duitsch
land te ontrekken aan de leugenachtigheid
van den volkenbond? of toen wij op zekeren
dag besloten: Duitschland herwapent!
Het oude parlement zou van schrik zijn over
leden".
Uw land heette vroeger grensland, het
geen natuurlijk in geval dat het ernst werd,
dadelijk moest worden prijsgegeven.
Dat was vroeger. Thans verklaren wijwij
kennen in Duitschland geen grenslanden
meer. De leider heeft gezegd dat wij den
vrede willen. Gunt men ons echter den vrede
niet dan begint de tegenstand 1 centimeter
achter de grens (stormachtige toejuichingen)
Niets bedreigt den vrede meer dan wanneer
een groot volk weerloos temidden van ge
wapende volken probeert te leven. Wij willen
geen oorlog, dringt men ons echter een oor
log op dan kunnen wij dat niet verhinderen.
Of een dan wel tien komen, wij zullen onzen
plicht doen, meer kunnen wij niet zeggen.
Duitschland heeft vier jaar lang stand ge
houden tegenover een geheele wereld en de
wereld heeft ons niet overwonnen. Waarom
maken ze dan tegenwoordig pacten, waarom
wapenen zij zoo k-achtig? Het is steeds nog
de angst voor Duitschland (stormachtige toe
juiching). Ik weet niet of de buitenlandsche
volken eigenlijk begrijpen welk een getuige
nis van waardeering zij onzen heldenstrijd
daardoor verleenen!
Niettegenstaande dat, zoo verklaarde Goe
ring woordelijk, hitsen zii in de buitenland
sche pers op de meest schaamtelooze wijze.
Ik weet niet in hoeverre een mensch het met
zijn verstand rijmen kan om dereglijke idiote,
dergelijke beestachtige domme leugens neer
te schrijven. Ja, menschen, die voortdurend
zoo schrijven gelijk een deel van de buiten
landsche pers doet b.v. hier in een naburig
landje (Zwitserland) zulke menschen kunnen
niet met hun hersens schrijven. Zulke men
schen moeten uitwerpselen in hun hersenpan
hebben (stormachtige toejuichingen).
Ik wil de volken nog iets geven
om over na te denkenop den duur
laten wij de eer van Duitschland
niet op deze wijze bezoedelen en als
volken meenen dat zij hun pers niet
aan banden kunnen leggen ja, dan
moeten bepaalde volken, in het bij
zonder zoodanigen die uitsluitend
leven van het vreemdelingenverkeer
niet denken dat wij op den duur hun
ons goede geld zullen blijven bren
gen (toejuichingen).
Er zijn andere landen die fatsoenlijk en
evengoed zijn en er is een land waarin het
het allermooist is en dat is ons eigen land!".
Het kerkelijk conflict.
Goering begon vervolgens over het kerke
lijk conflict. De staat en de nationaal-socia-
listische beweging menge zich niet in de z.g.
kerkelijke kwestie. Het zijn centrumsgezinde
papen zelf die voortdurend twisten (toe
juiching). Men zegt dat wij tegen het chris
tendom zouden zijn en toch staan aan onze
zijde millioenen katholieken als trouwe
strijders voor Adolf Hitier. Wij hebben tot
dusver veel geduld omdat wij teveel respect
voor hun gewaad hebben. Dat gaat natuur
lijk op den duur niet! (toejuiching). Wie
heeft het Duitsche volk wederom geleerd om
te gelooven, wie heeft dit volk kracht en ver
trouwen gegeven, trouw en eer? Dat heeft
de kerk niet vermocht, dat is alleen de bewe
ging geweest. De kerk heeft het verval niet
tegengehouden. Zij moet dit bedenken: in
dien zij op het oogenblik nog bestaat dan
heeft zij dat uitsluitend aan ons te danken!
Ik meen dat wij meer voor de kerk hebben
gedaan dan alle partijen, het centrum mee
gerekend. Integendeel de leuze was, slaat
het centrum aan stukken opdat wij de kerk
kunnen redden. De politiek moet uit de kerk,
eerst dan zullen wij ons kunnen vereenigen
op een gemeenschappelijk programma.
Goering waarschuwde tenslotte op zeer
ondubbelzinnige wijze de kring in de gelede
ren van de S. A en in de geleden van de
partij die in het geheim het vertrouwen on
dermijnen. „Wij kennen ze nauwkeurig, onze
z.g.n. oude partijgenooten die vijftien jaar
hartstochtelijk hebben gestreden veertien
jaar tegen ons en 1 jaar voor ons wie het
vertrouwen tot den leider ondermijnt die
wordt verpletterd (bravo) en daarom waar
schuw ik nog eens: wij kennen hen en de be
weging is op haar hoede zoowel in haar
eigen gelederen als daarbuiten.
De staatsman mei den grootsten
invloed in Poten.
De Poolsche staatsman Maar
schalk Pilsoedski is Zaterdagavond
om 8 uur 45 overleden ten gevolge
van 'n verbloeding in de ingewanden.
Pilsoedski was sedert maanden lij
dende aan kanker in maag en lever.
Een aalmoezenier heeft Pilsoedski de Hei
lige Sacramenten der Stervenden toege
diend.
Nog gisteravond zou de president der
Poolsche republiek, Moscicki een proclamatie
tot de Poolsche bevolking richten. Het be
richt van het overlijden van den maarschalk
verspreidde zich als een loopend vuur door
de hoofdstad én het land. Een groote men
schen menigte bespreekt den toestand voor
het koninklijk paleis.
De leden der regeering zijn direct na het
bekend worden van het overlijden van den
maarschalk van Polen bijeengekomen. Mi
nister-president Slawek begaf zich vervol
gens naar het koninklijk paleis, waar hij
door president Koscicki in een langdurige
audiëntie werd ontvangen.
De president der republiek heeft generaal
Eduard Rydz-Smygly benoemd tot inspec
teur-generaal van het leger en op voorstel
van Slawek tot leider van het ministerie van
Oorlog generaal Zbigniew Kasprzy.
levensloop.
Jozef Pilsoedski,
Poolsch officier
en staatsman,
werd in 1867 te
Zoelow bij Wilna
geboren. Reeds op
jeugdigen leeftijd
nam hij deel aan
de Poolsche na
tionalistische be
weging. In 1888
werd hij naar Si
berië verbannen.
Na zijn terugkeer
trad hij in 1890
toe tot de Pool
sche Socialistische
Partij. Van 1892
bij verschillende
Pilsoedski.
1900 was hij betrokken
illegale acties; in laatstgenoemd jaar werd
hij opnieuw gearresteerd. Een jaar later
ontsnapte hij uit een krankzinnigengesticht
Abessynië gereed voor den oorlog.
(Dag. Overzicht).
Göring gebruikt krachttermen.
(Buitenland).
De Poolsche staatsman Pilsoedski
overleden. (Buitenland).
Laval's bezoek aan Moskou. (Bui
tenland).
Paneel van „Het Lam Gods" te
recht. (Buitenland).
Wederom een ernstig ongeval na
bij Halfweg. (Binnenland).
Kanovaarder te Amsterdam ver
dronken. (Binnenland).
Weer enkele vreemde gevallen te
Oss. (Binnenland).
Grootsche plannen met het Vel-
serpontveer. (Binnenland).
Voetbalwedstrijd BelgiëNeder
land. (Sport en Wedstrijden).
De moordzaak Hooddorp voor het
Amsterdamsche hof. Eisch 10 jaar
gevangenisstraf. (Rechtszaken).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Vergeet vooral niet om Dinsdagavond
voor U naar bed gaat, al Uw klokken een
uur vooruit te zetten, want de zomertijd
begint in den nacht van Dinsdag 14 op
Woensdag 15 Mei. Wanneer het in dien
nacht 2 uur slaat rekent men, dat het
3 uur is. Zoo laat bent U misschien niet
meer op, dus: zet Dinsdagavond Uw
klokken
te Leningrad, dat toen nog St. Petersburg
heette, en vestigde hij zich te Krakau. Aan
de revolutie van 1905 nam Pilsoedski een
werkzaam aandeel. In 1908 vormde hij in
Galicie semi-legale militaire organisaties. In
1914 organiseerde hij Poolsche legioenen,
die aan Oostenrijksche zijde tegen Rusland
te velde trokken. In 1916 trad hij af als
commandant dezer legioenen. In Juli 1917
werd Pilsoedski door de Duitsche autoritei
ten in de vesting Maagdenburg gevangen
gezet. Tijdens de Duitsche revolutie werd hij
i:i vrijheid gesteld en kon hij naar Warschau
terugkeeren, waar hij in November 1918
hoofd van den staat werd en opperbevelheb
ber van het Poolsche leger. In 1919 werd hij
voorloopig president. Hij voerde het bevel
over de troepen in den oorlog tegen de Sov
jets en bezette in Mei 1920 Kieff. Deze stad
moest hij in Juni prijs geven. In Augustus
van datzelfde jaar voerde hij het bevel over
de troepen, die Warschau in staat van ver
dediging hadden gebracht. Hij werd be
noemd tot „maarschalk van Polen", doch hij
weigerde het presidentschap. In 1923 trok
hij zich terug. Drie jaren later, in Mei 1926,
dwong hij ae regeering-Witos, na straat
gevechten te Warschau, af te treden. Hij
werd spoedig daarna tot president van de
Poolsche Republiek gekozen, doch hij accep
teerde deze benoeming niet. Wel trad hij als
minister van oorlog en inspecteur-generaal
van het leger toe tot de regeering-Bartel.
In 1926 werd Pilsoedski minister-president,
waarbij hij de portefeuille van oorlog voor
zijn rekening nam. In 1927 legde hij zijn
premierschap neer, doch van Augustus tot
December 1930 bekleedde hij deze functie
opnieuw. Van December 1930 tot Mei 1931
bezette hij den post van minister van Oorlog
in het kabinet-Slawek, evenals in het kabinet
Prystor, dat in Mei 1931 werd gevormd.
Ook zijn laatste levensjaren heeft Pil
soedski nog een belangrijke adviseerende rol
gespeeld in de Poolsche buitenlandsche po
litiek. Nog voor dezer dagen was een ont
moeting met den Franschen minister van
buitenlandsche zaken, Pierre Laval, KeAt-
rangeerd, welke evenwel wegens ongesteld
heid van den „leeuw van Wilna" geen
doorgang kon vinden.