Holland verliest met 1-0 van de Engelsche profs.
Een boeiende wedstrijd in het Stadion.
Onze schitterende achterhoede.
(Von onzen Sportredacteur),
RUST NOG 0-0.
VOOR DEN WEDSTRIJD.
NEDERLAND
HALLE
GALDENHOVE VAN RUN
B. PAAUWE ANDERIESEN VAN HEEL
WELS DROK BAKHUYS SMIT MIJNDERS
Scheidsrechter -O- Dr. BAUWENS (Duitschland)
BOYES WESTWOOD W. G. RICHARDSON EASTHAM WORRALL
BURROWS BARKER GARDNER
HAPGOOD MALE
HIBBS
ENGELAND
Leo Halle.
In de rust.
Bakhuys.
TEVREDEN EN VOLDAAN!
SPORT EN WEDSTRIJDEN
De strijd is gestreden en
Nederland kan tevreden zijn:
onze amateurs hebben tegen de
Engelsche profs hechts een 1—0
nederlaag geleden.
Deze 1—O-nederlaag zegt, als
men zuiver de cijfers beschouwt,
meer dan vele groote overwin
ningen. Ze zegt iets minder, als
wij denken aan het spel van
Zaterdagavond. Want dan zal
blijken, dat er nog heel wat ver
schil is tusschen het Engelsche
en het Hollandsche spell
Intusschen blijft het een feit, dat ons
land een uitstekend figuur heeft ges'a-
geri tegen die Engelsche spelers, die
stuk voor stuk voetbalkunstenaars wa
ren en die bovendien heel goed wisten,
wie van de onzen in de gaten moesten
worden gehouden.
Want een Nurks mag misschien zeg
gen, dat Engeland met het Oranjeteam
speelde en die Nurks heeft dan ab
soluut ongelijk.
Engeland werd gedwongen, om zich
geheel te geven, omdat de tegenstand fel
en gevaarlijk was.
Zeker, wanneer het bijvoorbeeld bin
nen een kwartier eens 3—0 voor Enge
land had gestaan, dan hadden we waar
schijnlijk wat „galleryplay" kunnen
zien. Maar nu die duivelsche Hollan
ders eiken aanval resoluut afsloegen
en de score tot de rust blanco hadden
gehouden, nu dachten de Engelschen
niet aan een „game", maar wel terdege
aan een „fight".
Want de Engelschman mag
flegmatiek zijn, mag onder de
meest grootsche momenten
kalm en beheerscht blijven, toen
het eene doelpunt kwam, jubelde
het geheele elftal en drukte men
elkaar de hand, klopte elkander
op den schouder en maakte nog
eenige vreugdedansen.
Daaruit bleek wel al zeer dui
delijk dat Engeland o zoo blij
was met dien kleinen voor
sprong.
Toen heeft Albion geprobeerd, om een
veiligen voorsprong te krijgen, maar
het ging niet. Alle aanvallen werden af
geslagen en daarna hebben we zelfs een
lange periode gekend, waarin Nederland
het offensief had. En het gevaar van den
gelijkmaker heeft gedreigd tot aan de
allerlaatste minuut.
Neen, Engeland kon er geen „game"
van maken, omdat onze Oranjemannen
een te grooten tegenstand boden!
Dat is het voornaamste feit geweest,
d.'.t we mochten constateeren.
Er waren natuurlijk ook andere pun
ten, die de aandacht trokken. En aller
eerst was daar wel de magnifieke be-
heersching en balcontróle bij al onze
tegenstanders. Op het zeer gladde veld
bleven de Engelschen een balbehaqde-
ling demonstreeren, die verbluffend was.
Elke bal, een boog door de lucht, een
pass langs den grond, was onmiddellijk
door een speler gestopt en meteen ging
het leer dan weer in een andere rich
ting. Missen zagen wij zoo goed als niet,
„ketsen" evenmin. Neen, elke bal bleef
'n zekere prooi voor eiken Engelschman!
Er was meer. Het koppen bijvoor
beeld. Behalve Anderiessen en Bakhuys
konden de onzen tegen het kopwerk van
hun tegenstanders niet op. Niet, omdat
ze korter waren, maar omdat die Engel
schen veel hooger sprongen.
En dan het positie-kiezen! Kijk, daar
hebben de onzen wat van kunnen lee-
ren. Alle elf Engelschen waren steeds in
actie, stelden zich steeds op, onverschil
lig, waar de bal was. En het gevolg was,
dat er steeds maar weer gecombineerd
kon worden naar vrij-staande spelers.
Als wij dan ook moeten zeggen, dat de
Engelschen verdiend gewonnen hebben,
dan ligt dat aan twee zeer belangrijke
factoren: de balcontröle en -techniek en
het opstellen.
In al het andere was Nederland, behal
ve dan het kopwerk, niet direct de zwak
kere. Zeker, de reactiesnelheid mag bij
de onzen over 't algemeen iets kleiner
geweest zijn, het was een miniem ver
schil, dat den doorslag niet kon geven.
Het meerdere enthousiasme en de
lichaamskrachtverspilling wogen daar
genoeg tegen op. Verder was het schieten
der Engelschen zeker niet beter dan dat
de onzen en de opvatting van het spel
was vrijwel gelijk.
Blijven dus slechts over de twee ge
noegde factoren. En daarom is het zoo
jammer, dat wij niet voortdurend in
contact staan met die leermeesters. Dan
zou ons spel absoluut stijgen, juist ook
al, omdat voor den zooveelsten keer is ge
bleken, dat de Oranjemannen een groot
aanpassingsvermogen hebben. Hun te
genstanders hadden listigheden, die
voor de onzen nieuw waren. Maar van
Heel en de zijnen kregen er heel gauw
vet op en reageerden er afdoende op. En
bij meerdere van deze wedstrijden zou
den de onzen voortdurend meer kunnen
leoren van deze profs, vooral ook, omdat
ze een eerlijk 6pel speelden, dat veel
sympathieker aandeed, dan bijvoorbeeld
dat van onze Oostelijke naburen.
O ja, dat mag nog wel eens gezegd
worden: de wedstrijd was er een van
sportief genoegen. Er werd nimmer ge
smeten en geduwd en het charging ge
schiedde volkomen correct. En geniepig-
heidjes hebben wij op de tribune niet
kunnen ontdekken.
We mogen gerust zeggen, dat geheel
Noderland met spanning den wedstrijd
Nederland—Engeland tegemoet zag. Ook
de pers had er meer gewag van gemaakt
dan van andere landenwedstrijden. Ko
lommen vol zijn er geschreven over de
te volgen taktiek, kolommen vol over le
historie; kortom, alles was „ingesteld"
op dèn wedstrijd van het seizoen.
De kaartenmisère overtrof natuurlijk
alles. Opkoopers hebben reeds den dag
tovoren goede zaken kunnen doen en
zagen toen zelfs kans, om doodgewone
staanplaatsen voor 10 gulden en meer
van de hand te doen. De vraag heeft le
zen keer het aanbod wel met ettelijke
tientallen kunnen overtroffen. Bezitters
van kaarten bewaarden deze als kostba
re papieren, gelukzoekers trokken bij
tientallen keeren overtroffen. Bezitters
maar te probeeren, een kaart te bemach
tigen, het koste, wat het kc-stte....
En natuurlijk was het Stadion uitver
kocht, ook op dezen Zaterdagavond.
Daar in de buurt van het Stadion
heerschte vanaf 4 uur de bekende gezel
lige drukte, die steeds eiken interland
wedstrijd kenmerkend is.
Doch ook in de stad zelf was het een
ongewoon leven, waarbij niets herinner-
d aan een werkdag en alles leefde als
ware men op een Zondagmiddag in de
stad.
Wij zelf waren door andere omstan
digheden reeds vroeg in de staa, waar
reeds in den morgen de eerste vreemde
lingen kwamen. En toen wij om onge
veer half vier eens naar het centraal
station trokken, heerschte daar een
enorme drukte. Elke trein uit elke rich
ting was „afgeladen" en drommen
menschen verlieten het station om een
run op de taxi's en trams te ondernemen.
Want het regende. Het regende met
een ergerlijke, prikkelende regelmaat.
Reeds voor tweeën waren de eerste
droppels gevallen en daarna bleef het
voortdurend door sijpelen.
Straten werden nat, plassen werden
gevormd, regenjassen werden zwaar en
kil
Hoe zou het op het Stadionveld zijn?
We zouden het weldra zien. Want van
de gelegenheid, dat we betrekkelijk
vroeg in het groote bouwwerk aanwezig
waren, maakten we gebruik, om heel
vluchtig het grasveld te betreden. O, dat
veld zag er goed uit, was. alleen spek
glad. En wij zeiden al: „eAi boffer voor
de Engelschen".
De rangen vulden zich met de be
kende regelmaat en meer dan ooit deden
zitkussens opgeld. Want alle banken,
ook die op de „overdekte" waren nat. En
voor het eerst sinds het stadion er staat,
moesten de kussenverhuurders „uitver
kocht" roepen!
De stemming van het publiek leed ge
lukkig niets onder den steeds maar aan
houdenden regen. Men wachtte op de
spelers en kortte zijn tijd met het zingen
van populaire liedjes, liefst met begelei
ding van de muziek, die haar best deed,
om de vroolijkheid tot een hoogtepunt
te brengen.
De prinses komt.
't Is zes uur op de Stadionklok. En
nog steeds is er geen speler te zien. Wel
staat de muziekkapel voor de eeretri
bune opgesteld, maar ze zwijgt. En ook
de tientallen fotografen en cinéasten zijn
nog werkloos.
Het wachten is op prinses Juliana, die
naar wordt medegedeeld op de pers
tribune op den Amstelveenschen weg
is vertraagd. De hofanto kon al even
min als de vele anderen snel verder
komen, omdat het verkeer daar een op
stopping ondervond.
Doch nauwelijks is de klok van zes
uur koud, of klaroengeschal klinkt van
den Marathontoren.
Meteen klinkt het Wilhelmus, 38.000
menschen staan op en zingen en op de
eeretribune buigt de prinses en neemt
gul-lachend deze aubade in ontvangst.
Direct daarop staan de Blauw Witter-
tjes voor de spelersgang opgesteld en
onder hartelijke applaus komen de En
gelschen het veld op en ruischt er het
„God save the King" langs de rijen. Om
even later plaats te maken voor het
Wilhelmus, dat weer wordt meegezon
gen, nu van Heel en zijn mannen voor de
eeretribune staan opgesteld.
Eventjes lostrappen, dan laat Bauwens
tossen en van Heel raadt verkeerd. Hij
moet dus 't eerst tegen den wind en den
regen in spelen. De spelers stellen zich
op in deze formatie:
kansep om te .doelpunten heel klein
blijven.
Beide partijen krijgen dan nog een
paar hoekschoppen te nemen (waaruit
blijkt, dat ook onze voorhoede niet stil
zit), maar succes blijft uit. En langza
merhand komt de rust in zicht, 't Is dui
delijk, dat de Engelschen den wedstrijd
in deze eerate helft willen beslissen,
want hun aanvallen worden steeds snel
ler en geraffineerder. Maar onze verde-
Een schrille fluit klinkt, Bakhuys
trapt af en het spel is begonnen.
De wedstrijd.
Om 6.10 uur rolt de bal voor het eerst.
De groote wedstrijd Nederland—Enge
land is begonnen. Wat zal het resultaat
s raks zijn?
Ai kijk! de Oranjemannen laten zich
heelemaal niet overdonderen, want zoo
waar is onze aanval direct op stoom en
de bal komt al onder schotafstand, als
Mijnders helaas buitenspel staat!
't Begin is dus niet slecht, maar het
spelbeeld verandert oogenbllkkelijk.
Want als de vrije trap genomen is, gaan
d3 Engelschen een spefli&tje spelen, dat
zeer knap is en meteen volgt er al een
voorzet, die Caldenhove echter netjes
onderschept. Hij plaatst ver naar voren,
Smit krijgt het leer, wordt opzij gezet en
voor dat iemand er óp verdacht is,
b ekt de midvoor Richardson door en
komt alleen voor Hallp te staan! 1—h
voor de Engelschen, denht ieder, behalve
de reus van Deventer, die precies pp tijd
zijn hol verlaat en Richardson dwingt,
een haastig, hoog schjói te geven, dat
hoog over het doel verdwijnt.
De eerste sensatie hebben wij dus ge
had en nu volgt een vrij lange periode,
•waar}n ojnZe .verdecmnng. ongelooflijk
goed speelt. We! próbérrt Nederland met
'diverse uitvallen hef-fpkl 'te verplaatsen
•maar de Engelschen l^oirten steeds weer
terug, over links;errover rechts, met kort
en lang spel, met hooge en lage voorzet
ten. Ze probeeren alles, spelen een won
derlijk snel en gaaf spelletje. Maar hoe
ze ook spelen, Caldenhove is als een
rots, Anderiessen voetbalt, alsof het zijn
hoogste ideaal was en Halle dfrigeert
de achterhoede zooals v. d Meulen het
eertijds deed. Er waar van Run er ook
al zin in heeft en onze halflinie, geholpen
door Smit en Drok, haar mannetje staat,
daar komen er weinig of geen kansen.
Intusschen heeft Nederland het genoe
gen mogen smaken, om den eersten
hoekschop te. nemen. En Bakhuys zal
dat doen, omdat Wels even het veld
moest verlaten voor epn kleine verwon
ding. Bakhuys doet het prachtig, mooi,
maar de bal wordt door allen gemist en
gaat aan de andere zijde van het veld
uit. En als Wels bij een volgenden uitval
eveneens een corner mag nemen, doet
hij het zoo slecht, dat er een heel ge
vaarlijke Engelsche aanval uit ont
staat, die van Run echter onschadelijk
maakt.
Direct daarop moet Hibbs oppassen,
want Mijnders zendt een verraderlijk
schot in. Hibbs stopt Ijet echter mooi en
diiect daarop laat van Run zien, dat hij
ook voetballen kan. Toch is het over
wicht der Engelschen duidelijk merk
baar en als Worrall van Run eens te
vlug af is, geeft hij een zuivere voorzet,
waaruit Westwood kan inkoppen. Maar
Halle zweeft in den hoek en aait het
leer corner, die heel gevaarlijk lijkt,
maar tenslotte wordt naart geschoten.
En Halle doet ook daarna nog tal van
mooie dingen en brengt herhaaldelijk
I
redding. En bijgestaan door de anderen
wordt er netjes voor gezorgd, dat de
diging reageert ook in hetzelfde tempo
sneller en Halle duikt, springt, ranselt
en stompt in een nog sneller tempo. En
het zijn alleen nog een paar hoekschop
pen, die hij Albion cadeau geeft.
Zonder dat er gedoelpunt is, komt dan
de rust, waarbij de spelers toegejuicht
worden door alle bezoekers.
In de rust speelt de muziek weer en is het
publiek, hoewel doornat en verkleumd, in de
allerbeste stemming. Nederland is nog niet
geklopt en krijgt thans wind- en regenvoor
deel. En om zich te luchten, begint de staan-
tribune het lijflied „Wij zijn niet bang!" te
zingen, de muziekkapel begeleidt dezen zang
op gemakkelijke en rustige wijze, de andere
tribunes nemen over en zonder dat er iemand
dirigeert, zonder dat alles en scène is gezet,
zonder een Willem Mengelberg of welken di
rigent ook, klinkt er een gezang op, dat
waarachtig niet onwelluidend is.
„Wij zijn niet bang!" Zelfs niet voor de
gevreesde Engelschen, die dan mogen win
nen, maar die reeds 45 minuten lang ge
dwongen werden, om zich geheel te geven!
„Wij zijn niet bang!" klinkt het nog. als
de Engelschen en Hollanders weer terug zijn
op het veld. En plotseling verstomt de
zang, als
de tweede helft
een een sensatie brengt
Vanaf den aftrap toch gaat het leer haar
onze helft en de linkervleugel dringt op. En
net als we denken, dat de bal uit zal gaan,
heeft Westwood hem nog te pakken, zet heel
hard voor en Eastham pikt het leer nog juist
op, om gemakkelijk Halle te passeeren
(0^-1)-
Engeland heeft na 32 seconden de leiding
genomen en alle spelers juichen. Ze zijn
dolblij.
Nu nog twee puntjes en dan demonstree
ren!
Daar gaan ze al, die Engelschen. En Cal
denhove mist! Maar van Run snelt toe, kan-
jert weg. Om meteen weer in actie te komen.
Het offensief wordt heviger, maar onze ver
dediging blijft pal en kalm. En als het nog
steeds 1—0 blijft, krijgen ook de onzen weer
moed en heel langzaam vermindert het En
gelsche overwicht. En het meet na een
kwartier zelfs plaats maken voor een tegen
offensief van Bakhuys c.s
Daar gaan de onzen. Eerst over rechts,
waar Wels een onbereikbare voorzet geeft,
dan over links, waar Mijnders zich vastloopt
in den hoek en al te duidelijk demonstreert,
dat hij niet rechts kan trappen!
Dan probeert Bakhuys het maar eens,
maar de Zwollenaar wordt steeds bescha-
duwd en krijgt geen moment het leer vrij.
Ja, toch, plotseling schiet hij van heel ver
op het doel en hoewel Hibbs het schot stopt
met veel élégance, erg prettig schijnt het den
Enge'schen doelwachter niet te bevallen.
Gelukkig voor hem krijgt hij niet al te veel
te doen, omdat ondanks de meerderheid der
onzen, de aanvallen te haastig worden afge
werkt en omdat Smit en Drok zich niet steeds
te ver naar voren durven wagen.
Maar diezelfde Hibbs krijgt even daarna
nog eens gelegenheid, om te schrikken, want
een enorme kogel van Bakhuys vliegt buiten
zijn bereik precies langs den buitenkant van
den paal!
Het spel blijft levendig en aantrekkelijk.
En nu, in deze periode van Hollandsch over
wicht, zien wij, hoe sterk de beide Arsenal-
backs spelen. Ze overzien elke situatie, zijn
uiterst trapvast en bijna niet te passeeren.
En waar Engeland bovendien de middenlinie
achterwaarts haalt, daar is er niet veel kans
op, om gelijk te maken.
Dan verandert het tooneel weer. De druk
der Hollanders vermindert iets en opnieuw
tracht Engeland de overwinning te consoli-
deeren. Maar ook ttbr faalt elke poging.
De tijd verloopt. Reed» verlaten de eerste
lingen de tribunes, om nog gauw den trein
te kunnen halen.
Dan komt EngeLand's tweede doelpunt!
Want Eastham is doorgebroken en rent op
Halle afEen tijgerachtige sprong voor
uit en Halle ligt op den bal en Eastham duf-
kelt over den Deventenaar heen. Bravo Hal
le! Dat was durf en.... inzicht.
Dus toch 0—1 Maar juist in de allerlaat
ste minuut stormt Holland vooruit, een voor
zet van links komt, Hapgood misten
Wels en Hibbs snellen naar het leer. De En
gelschman is een fractie van een seconde eer
der bij den bal en werkt met heel veel moeite
weg.
't Blijft 0—1. Want direct daarop is het
einde er.
Engeland heeft gewonnen. Maar 't is een
benauwde overwinning geweest!
De overwinnaars zijn blij, de overwonne
nen ook. En het publiek dito. En allemaal
zijn ze blij. Want Nederland had het sterke
Engelsche prof-elftal partij gegeven, Neder
land had de Engelschen gedwongen, er een
„fight" van te maken!
Het spreekt wel vanzelf, dat we tevreden
en voldaan kunnen zijn over dezen wed
strijd. Trouwens, dat is ook al wel gebleken
in onze inleiding. Maar toch mogen wij hier
nog wel het een en ander over net spel me-
dedeelen.
Laten wij met de gasten beginnen. Zij had
den waarschijnlijk niet zoo'n tegenstand ver
wacht, als ze in werkelijkheid kregen. Maar
dat ze daardoor moesten spelen voor wat ze
waard waren, och, dat was juist het mooie.
Trouwens, zij zelf meenden ook, dat het een
prettige wedstrijd was geweest.
De overwinning verdienden ze volkomen
en als Wels in die laatste minuut gelijk had
gemaakt, zou dat een al te groote belooning
voor Holland geweest zijn.
Deze 1—0-nederlaag was het mooiste re
sultaat, dat wij konden krijgen en gaf wel
licht de verhouding ook vrijwel weer, hoewel
de Engelschen meer kansen tot scoren kre
gen.
Maar daar lag dan o.l. ook hun eenige
fout: het schieten was niej al te sterk. Spe
ciaal de beide binnenspefers hadden veel
meer en vooral veel zuiverder moeten schie
ten. Nu troffen ze het niet, dat Halle in on-
gekenden vorm was, maar toch hadden ze
hem moeilijker werk moeten geven. Dat ver
wacht men nu eenmaal van profs.
Waf ons bovendien opviel, was, dat de
Engelsdhen heelemaal niet de beroemde W-
formaffè speelden.-Zekér, dè spil bleef wel
steeds bij Bakhuys en de binnenspelers steun-",
den de halflinie in het verdedigen, maar bij
de aanvallen waren zoowel de spil als de
binnenspelers weer naar voren.
Het meest krachtige spel ging wel uit van
de beide backs, die als een rots stonden en
die steeds maar weer het leer retourneerden.
Merkwaardig was, hoe Male na de rust
Mijnders „door" had en hem steeds maar
weer in den hoek liet doodloopen.
Het heele Engelsche team was een zeer
sterk geheel, waarin niemand bepaald schit
terde, maar waarin alle spelers hun plaats
volkomen waard waren. En de beide vleu
gelspelers hadden een enorme snelheid,
waardoor er buitengewone eischen aan onze
verdediging gesteld werden.
In die Hollandsche verdediging heeft Cal
denhove een schitterende partij gespeeld.
Wat deze jongste Hollandsche internationaal
Caldenhove.
jongste in jaren en in anciënniteit! Za
terdagavond gedaan heeft, stempelt hem tot
de klasse v. Kol en Denis! 't Was elegant, 't
was snei, 't was productief. Naast hem stond
van Run, die wel iets minder was, maar toch
een van zijn beste wedstrijden speelde. Hij
mag met.tevredenheid op zijn jubileumwed
strijd terug zien.
En dan Halle! De Deventer reus heeft ons
doel verdedigd op een wijze, die onnavolg
baar is. Eenige zekere doelpunten heeft hij
voorkomen. Bovendien wordt hij meer en
meer de aanvoerder van de achterhoede, die
daardoor weer een geheel wordt en dus ster
ker.
Anderiessen lijdt aan voetbal
moeheid! Jawel, als je 't maar
^elooven wil. Maar zulk een
frisch en enthousiast spel als de
Ajaxied speelde, getuigt niet van
moeheid; eerder van het tegen
deel. Anderiessen heeft een van
zijn allerbeste wedstrijden ge
speeld en al had hij een zeer
zware taak, onze spil bleef op
zijn post, was overal, waar hij
wezen moest.
Van Heel was van Heel! Hij demonstreer
de eenige keeren, hoe goed hij is, door eenige
Engelschen doodleuk te verschalken en liet
daarmee zien, dat een amateur zeker net zoo
goed als een prof kan zijn. Wij gelooven, dat
i