Qemeeatecadm
Publicaties
feuilleton
EVAARLIJK SPEL
Het debat.
HEILOO
DIENSTPLICHT.
Inschrijvingsregister en
Alphabetisch register.
VISSCHERIJWET.
van de arbeidersklasse wil, behoort zich
evenals Lansink, neer te leggen bij de feiten.
Van de communisten verwacht spr., dat zij
er niet, evenals in Overschie, met de stemmen
van de N.S.B., die het om de chaos te doen
js, willeen komen. Spr. geeft toe, dat ook hij
fouten heeft gemaakt, waar hij was van oor
deel, dat de mensch, die nimmer fouten
maakt, nog geboren moet worden. Wij zijn
geen partij van ja-broers, maar wij meenen,
dat in één beweging de macht van de arbei
dersklasse moet worden samengevat. Wie bij
de komende raadsverkiezing meent, iets te
kunnen doen ter versterking van de arbei
dersklasse behoort 19 Juni zijn stem op de
Soc. Dem. uit te brengen.
Van de gelegenheid tot debat werd ge
bruik gemaakt door den communist C. de
Jong, die de slechte opkomst toeschreef aan
het feit, dat er niet meer de minste interesse
is voor de politiek van de S.D.A.P., omdat
de arbeiders wel weten, dat die partij te veel
water in den wijn heeft gedaan en niet meer
is de partij van vóór den oorlog, toen het
een eer was, lid van die partij te zijn en het
een eer was om zich rood te noemen.
In de Sovjet-Unie heerscht inderdaad dic
tatuur, maar die wordt uitgeoefend door het
proletariaat, dat heeft overwonnen en ervoor
waakt, ter bescherming voor de democratie,
dat de macht weer komt aan de bourgeoisie.
Spreker constateerde, dat de heer Bulens
niet schijnt te weten, dat de S. D A. P.
15000 stemmen heeft verloren. Hij kwam op
tegen leugenberichten in het Volk, en noemde
het een afbraak van de vakorganisatie om
Scc Dem. te royeeren, wanneer deze deel
nemen aan delegaties naar Rusland.
Voorts oordeelde spreker, dat de heer
Bulens, die sprak van een te wachten opko
mende conjunctuur, geen begrip had ge
toond van de crisis, waarin wij ons bevin
den. Naar spreker oordeel komt er een
fascistische dictatuur of een oorlog, die om
slaat in een sociale revolutie. Spreker wekte
op tot daadwerkelijk verzet van de arbei
dersklasse op de straat, aangezien men
langs parlementairen weg niet tot het ge-
wenschte resultaat kan komen.
1 i Vs milliard bevindt zich nog in handen
van 2 der bevolking. De communisten
willen daarom, dat de regeering door een
heffing ineens het benoodigde geld haalt,
waar het zit. De communisten hebben mee
gedaan aan het indienen van een lijst, maar
het kan hun niet schelen, wie er voor de
arbeiders in den raad zit, als er maar voor
de arbeiders wordt gestreden. Wij zijn, al
dus spreker, bereid, onzen kiezers aan te
raden, op de Soc. Dem. lijst te stemmen op
voorwaarden, dat wij de schriftelijke verkla
ring ontvangen, dat er voortaan door de
afgevaardigden van de Soc. Dem. in den
Raad voor de arbeidersklasse gestreden zal
worden, dat er voor geen enkele loon- of
steunverlaging gestemd zal worden; dat er
een kractige actie ontketend zal worden te
gen de fascistische terreur en dat men mee
wil strijden voor de erkenning van de Sov
jet-Unie.
De heer B o n s e m a constateerde, op
grond van het gevoerde debat, dat de Soc.
Dem. in den Raad goed werk hebben gedaan,
want de debater had niets tegen dat werk,
daar verricht, ingebracht. Spreker wijst
erop, dat in het parlement de Soc. Dem.
ook reeds hebben gesproken voor de erken
ning van Rusland en hij was van oordeel
dat men daarvoor in den Alkmaarschen
Raad niets kan doen.
Reeds vóór 10 jaar streden de Soc. Dem.
voor 'n heffing ineens, zoodat de communis
ten in dat opzicht geen nieuws vertellen. De
voorwaarden, die de heer De Jong 'stelde,
noemde spreker een beleediging voor de
Partij, die altijd voor de arbeidersklasse
heeft gestreden en wij, aldus spreker, den
ken er niet aan om zoo een eenheid te ver
krijgen.
De heer Bulens noemde in zijn beant
woording aan den heer De Jong, de ver
brokkeling in de vakbeweging, het werk van
de Communisten. Aan de hand van bekende
citaten van Lenin en Carl Radeck betoogde
spreker, dat de Communisten met hun één
heidsfront beoogen, de Soc. Dem. Partij
dood te drukken en spreker was van oordeel
dat de Communisten moesten begrijpen, dat
de Soc. Dem. daarvoor passen.
Nadat de heer De Jong had gerepliceerd,
welke repliek door den heer Bulens werd
beantwoord, sloot de voorzitter de vergade
ring
De Woensdagavond gehouden raadsverga
dering werd niet bijgewoond door den heer
Schuyt (met kennisgeving van herhindering).
Ingekomen waren eenige beschikkingen
van Ged. Staten1, waarbij raadsbesluiten tot
verkoop van grond waren goedgekeurd.
Laden en lossen aan de losplaats
dezer gemeente.
Naar aanleiding van een adres van de
Afd. Heiloo van den centralen bond van
transportarbeiders inzake laden en lossen
aan de losplaats der gemeente, waarvoor
adressante uitsluitend aan Heiloosche arbei
ders het recht zou willen zien toegekend,
deelden B. en W. den raad mee:
Wij zouden het niet in het belang van het
te maken gebruik van de los- en laadplaats
achten, wanneer een monopolie voor een
groep arbeiders ten opzichte van het verrich
ten van voorkomende werkzaamheden zou
worden geschapen. De personen, die zich in
de toekomst met die werkzaamheden willen
belasten, dienen er voor te zorgen paraat te
zijn en te kunnen concurreeren.
Het behoeft geen betoog, dat wij, indien
wij daarvoor in de gelegenheid zijn, gaarne
langs anderen dan dwingenden weg zullen
bevorderen, dat bij voorkeur arbeiders uit
deze gemeente met bedoelde werkzaamheden
worden belast, daarbij de keuze van arbeiders
uit Heiloo geheel latende aan den werk
gever.
B. en W. stelden voor aan adressant in
dezen zin te berichten.
De v o o r z i 11 e r, dit adres besprekend,
verwees naar de ervaring, die de gemeente
het vorige jaar heeft opgedaan bij het los
sen van steenen, toen er oneenigheid ontstond
over de vraag of „vreemde" arbeiders daar
aan mochten meedoen.
De heer Greeuw kon zich wel vereeni-
gingen met het advies, de gemeente moet zich
niet met de los-kwestie bemoeien. De
transportarbeiders uit Heiloo en omliggende
gemeenten hebben die zaak onderling te
regelen.
Na eenige besprekingen tusschen den voor
zitter en den heer Greeuw werd het voorstel
van B. en W. goedgekeurd.
Cursus voor arbeiders.
Op een adres van de afd. Heiloo van den
r.k. Volksbond, om een bijdrage in de kosten
voor een ontwikkelingscursus voor arbeiders
antwoordden B. en W., na nadere inlichtin
gen te hebben ingewonnen, dat een derge
lijke cursus zeer zeker van belang is te ach
ten. De deelname uit de gemeenten vonden
B. en W. zoodanig, dat een bijdrage hun ge
rechtvaardigd scheen. Derhalve stelden zij
voor 35 toe te staan voor het jaar 1935,
hoewel aanvragen als deze bij de begrooting
moesten worden behandeld.
Goedgekeurd.
Nog geen aanleg van gas in de
Groenelaan.
De directeur der lichtbedrijven te Alk
maar deelde mede, dat bij hem het verzoek is
ingekomen om vier woonhuizen aan de Groe
nelaan aan het gasbuizennet aan te sluiten
Voor den aanleg van de daarvoor noodig
leiding wordt een garantie gevraagd voor
een jaarafname van 840 M3. gas.
Bij een ingesteld onderzoek bleek, dat nog
maar één woning aan dien weg bewoond is;
de bewoner wenscht gas te gaan gebruiken.
B. en W. stelden voor, het verzoek
voorloopig aan te houden, totdat blijkt dat
meerdere bewoners gas willen gaan gebrui
ken.
Goedgekeurd.
Geen verruiming van verkoop
gelegenheid.
Devoorzitter herinnerde aan de be
handeling in de vorige vergadering, van een
verzoek van P. Wortel e.a. om verruiming
van verkoopgelegenheid, waarbij besloten
was het in handen te stellen om advies van
de middenstandsvereenigingen ter plaatse.
Deze adviezen waren nu binnengekomen.
De „Hanze" wenschte, indien een verruiming
wordt toegestaan, deze te doen gelden voor
de heele gemeente; de andere middenstands
organisatie meende, dat het verzoek van
adressanten niet moest worden ingewilligd
B. en W. adviseerden nu in dezen zin en
wilden het verzoek afwijzen.
De heer K o s t e 1 ij k merkte op, dat de
middenstandsvereenigingen geen positief
antwoord gaven. Hij ging hierop uitvoerig in
en wees hierbij nog op een z.i. gebleken noOd-
zakelijkheid tot het toelaten van den verkoop
van wat hij noemde luxe-gebak.
De voorzitter meende, dat, waar
Heiloo steeds meer een plaats wordt voor het
vreemdelingenverkeer (ook en vooral door
den Zeeweg), toegejuicht zou moeten worden
als het uur voor openstelling der winkels
later gesteld kon worden. Het advies van B.
en W. was door spr. gesteund, omdat nu een
maal den middenstanders om hun meening
was gevraagd en deze in afwijzenden zin
was gebleken.
De heer Keesman zou met het oog op
het vreemdelingenverkeer wel een langere
openstelling wenschen.
De s e c r e t a r i s deelde mede, hoe de
openstelling op Zondag thans geregeld is.
De heer Barnhoorn wilde niet over
het hoofd zien, dat de Hanze mededeelde de
verruiming, thans toegestaan, liever niet te
willen. Spr. ontkende daarom de juistheid
van de opmerking van den heer Kostelijk, z.i.
was wel degelijk een positief advies gegeven.
Het advies van B. en W. werd ten slotte
goedgekeurd.
Jaarwedde gemeente-opzichter.
De voorzitter stelde weder aan de
orde de behandeling van het voorstel uit de
vorige vergadering om het salaris van den
gemeente-opzichter te bepalen op 2400 plus
vier 2-jaarlijksche verhoogingen van 100,
over welk voorstel toen de stemmen hadden
gestaakt.
Er werden nu geen discussies over ge
voerd. Direct tot stemming overgaande,
bleek, dat de heeren Kostelijk, Vahl, Dekker,
Opdam en de Jager er t e g e n en de heeren
Barnhoorn, Franken, Maas Geesteranus,
Greeuw en Keesman er vóór waren. De
stemmen staakten dus opnieuw, waardoor
het voorstel was verworpen.
Devoorzitter stelde hierop aan de
orde het andere voorÊtel, in de vorige verga
dering gedaan, n.1. de jaarwedde vast te
stellen op 2400 zonder verhoogingen. Dit
voorstel werd door spr. verdedigd.
De heer K o s t e 1 ij k vond in deze ver
dediging door den voorzitter vrijheid om ook
weer een bespreking te voeren over het voor
stel, dat door hem werd bestreden. Hij wees
op een door den raad vastgesteld salaris
voor een anderen ambtenaar (hij bedoelde
den administrateur van het G.E.B.), dat in
verhouding tot het ntl voorgestelde te laag
was. Zou de raad met het voorstel accoord
gaan, dan zou de co^sekwentie van verhoo
ging van dat andere* salaris moeten worden
aanvaard. .t
De v o o r z M fcfl r betreurde ook het
raadsbesluit, genomen tegen zijn zin, tot
vaststelling van het óók z.i. te lage salaris
van bedoelden ambtenaar. Het verheugde
spr., dat de raad onlangs dat salaris had
verhoogd.
Bij stemming werd het voorstel aangeno
men met de heeren Barnhoorn, Greeuw,
Keesman, Maas Geeesteranus, Franken en
Opdam er v r. De heeren de Jager, Kos
telijk, Dekker en Vahl waren er tegen.
Wijziging begrooting.
Goedgekeurd werd een voorstel van B. en
W. om op advies van Ged. Staten eenige wij
zigingen te brengen in de begrooting 1935 en
vast te stellen, een suppletoire begrooting
voor 1934. Deze wijzigingen brengen eenige
veranderingen in het saldo voor onvoorziene
uitgaven.
Verkoop bouwterrein.
De aannemers C. Feijen en Jb. Kaandorp,
beiden te Heiloo, vroegen te mogen koopen
elk een perceel bouwterrein van 36 M
breedte, aan den Zeeweg, resp. naast en
tegenover het perceel van den heer Ursem
Op elk der beide bedoelde perceelen zullen
twee dubbele woonhuizen worden gebouwd.
De koopprijs van den grond zal 2 per vier
kanten meter bedragen.
Bovendien had de heer J. Glas terrein ge
vraagd voor zes woningen.
De heer Greeuw verwees naar bespre
kingen in comité-vergadering, waarbij de
wenscheliikheid van ruime bebouwing was
uitgesproken. Spr. wenschte een beslissing
van den raad daarover.
De heer Opdam betoogde, dat de ge
meente het in eigen hand heeft om naast elk
bebouwd perceel al dan niet open terrein te
houden.
De heer Vahl vreesde, dat dergelijk open
terrein niet netjes zal blijven.
De heer K o s t e 1 ij k verdedigde ruime
bebouwing.
De heer Greeuw achtte het wenschelijk
een besluit te nemen in dien zin; dan heeft
men niet te vreezen wat de heer Vahl ver
wacht van 's heeren Opdam's advies.
De heer Opdam geloofde, dat de ge
meente, als zij bepaalt hoeveel bosch zij tus
schen de bouwterreinen wil houden, dit ook
wel netjes zal onderhouden, wat hij niet van
alle toekomstige eigenaren verwachtte.
De heer Barnhoorn voelde wel voor
het idee-Opdam. Bij doorvoering daarvan
zal het pas aangelegde bosch allicht beter
bewaard blijven.
Devoorzitter vond ruime bebouwing
wenschelijk, omdat de woningen dan als het
ware in het bosch zullen staan. Ook tus
schen de perceelen, die de heer Glas wenscht
te bebouwen, zou spr. nog graag ruimte zien
voor bosch.
De heer Keesman stelde voor te be
sluiten, dat bepaald wordt, dat de bouwter
reinen zullen zijn 1 op 1% Meter of meer,
d.w.z. dat men minstens anderhalven meter
grond moet koopen voor eiken meter dien men
denkt te bebouwen.
De heeren Vahl en Kost el ijk steunden
dit voorstel.
Weth. Opdam noemde dit plan gevaar
lijk; bij spr.'s idee zou voor iedere beurs ter
rein beschikbaar zijn.
De heer K o s t e 1 ij k vond het niet wen
schelijk, dat de gemeente tusschen de ver
schillende bouwterreinen perceelen bosch
zal bezitten.
De voorzitter constateerde, dat het
bouwplan van den heer Glas in overeen
stemming is met het voorstel-Keesman. Spr.
adviseerde, thans alleen de aanvraag van
genoemden bouwer goed te keuren, dan is
men nog niet gebonden.
Het voorstel-Keesman werd hierna ver
worpen met 6 tegen 4 stemmen. Tegen
waren de heeren Barnhoorn, Maas Geestera
nus, Dekker, Franken, Opdam en de Jager;
vóór de heeren Greeuw, Keesman, Kostelijk
en Vahl.
De heer Kostelijk stelde nu voor te
doen bouwen 1 1 of meer.
De heer Vahl steunde dit.
Dr. Barnhoorn vreesde hiervan een
regelmatige bebouwing, die door niemand
gewenscht wordt.
De voorzitter zou het betreuren, als
er een lintbebouwing zou ontstaan.
Dr. Barnhoorn drong aan op een
principieele uitspraak of de raad een be
paalde wijze van bebouwing wenscht.
Dit voorstel werd in stemming gebracht,
waarbij bleek, dat zes leden tegen een der
gelijk voorschrift waren en vier dit wèl
wenschten. Tegen waren de heeren Maas
Geesteranus, Opdam, Barnhoorn, Franken,
de Jager en Dekkervóór de heeren Greeuw,
Keesman, Vahl en Kostelijk.
Zeer uitvoerig werd nog over de bebou
wingsplannen gesproken en verschillende
wenschen werden te kennen gegeven.
Ten slotte werden de ingediende aanvra
gen om bouwterrein goedgekeurd, het plan-
Glas (3 terreinen van elk 30 M. voor den
bouw van drie dubbele woonhuizen, voor
1.80 per vierkanten meter) met algemeene
stemmen en de beide andere plannen met 6
tegen 4 stemmen. Vóór deze waren de hee
ren Barnhoorn, Maas Geesteranus, Dekker,
Franken, Opdam en de Jager; tegen stem
den de heeren Keesman, Greeuw, Kostelijk
en Vahl.
Tevens werd ingewilligd een aanvraag
van den heer Hartland tot verkoop van
bouwterrein aan den Westerweg.
Verkoop van een huis.
De voorzitter deelde mede, dat er
voor het perceel (groot 7 A. 50 c.A,), waarin
majoor Steen woonde, een bod voor onder-
handschen koop was ingekomen van 3500,
hetwelk door B. en W. zóó gunstig werd ge
vonden, dat zij adviseerden tot aanvaarding
daarvan onder intrekking van het besluit der
vorige vergadering tot publieken verkoop.
Werd goedgevonden.
Verbetering Kerklaan en Wester
weg.
De heer K o s t e 1 ij k had in een schrijven
aan B. en W. herinnerd aan een belofte van
B. en W. inzake verbetering van de Kerk
laan, waarvoor hij een plan nu graag had
zien aangeboden.
De voorzitter antwoordde dat B. en
W. van plan zijn de Kerklaan goed onder
handen te nemen; een voorstel met begroo
ting zal in de volgende vergadering aan de
orde worden gesteld.
De heer K o s t e 1 ij k betoogde de noodza
kelijkheid om een werk als het bedoelde in
den zomer uit te voeren. Het groote aantal
werkloozen noopt tot het spoedig indienen
der plannen. Ook aan den Westerweg valt
nog veel te verbeteren, waarvoor naar spre
kers meening ook spoedig de plannen moeten
worden klaargemaakt, om te voorkomen,
dat er na niet te langen tijd geen werkobjec-
ten meer zijn ter tegemoetkoming in den
nood der werkloozen, die men dan steungel
den zou moeten geven, waardoor de belastin
gen zouden moeten worden opgevoerd.
Overigens zag spr. met belangstelling de
plannen van B. en W. tegemoet.
De heer Keesman verwees naar een
door hem ingediend voorstel, om voort te
gaan met de verbetering van den Westerweg,
onafhankelijk van de medewerking van alle
belanghebbenden.
De voorzitter betoogde, dat een wijs
beleid toch vraagt om een begrooting vol
gens verschillende wijzen van beharding.
Spr. was er tegen om zonder deze gegevens
thans principieel te besluiten zooals de heer
Keesman wilde.
De heer Keesman zei nader, dat hij
bedoelde een principieel besluit om tot ver
breeding en verbetering over te gaan en de
voorbereidende stappen daartoe te nemen,
opdat b.v. over een maand met de uitvoering
zou kunnen worden begonnen.
De voorzitter beloofde, dat de meeste
spoed zal worden betracht met het maken
van begrootingen volgens verschillende wij
zen van beharding. In de volgende vergade
ring hoopte spr. de plannen in bespreking te
kunnen brengen.
Hierna sluiting der openbare vergadering.
Het inschrijvingsregister voor de lich-.
ting 1936 met het daaruit opgemaakt
alphabetisch register ligt gedurende
tien dagen en wel van 3 tot en met 12
JUNI a.s. ter gemeente-secretarie, af-
deeling Militaire Zaken, voor een
ieder ter inzage.
Tegen deze registers kan binnen dien
tijd bij een met redenen omkleed ver
zoekschrift bezwaar worden ingebracht.
Het bezwaarschrift moot bij den Burge
meester, ter secretarie dezer gemeente
worden ingediend. Het behoeft niet ge
zegeld te zijn.
Alkmaar, 31 Mei 1935.
De Burgemeester van Alkmaar,
F. H. VAN KINSCHOT.
Ter gemeente-secretarie zijn verkrijg
baar formulieren voor het aanvragen
van vischakten.
De prijzen der akten bedragen voor de
groote 7 50, de kleine 1.en voor de
hengelakten 0.50. Bij inlevering der
aanvraagformulieren moeten de ver
schuldigde kosten meteen worden vol
daan.
Met het oog op het op 1 Juli a.s. aan
vangende vischjaar, behooren de aan
vragen zooveel mogelijk vóór 20 Juni a.s.
to worden gedaan.
Alkmaar, 31 Mei 1935.
De Burgemeester van Alkmaar,
F. H. VAN KINSCHOT.
UITSLAG VEILING
gehouden bij opbod te Alkmaar, op Dinsdag
28 Mei 1935, ten overstaan van den notaris
M. C. Roos, van de volgende huizen en er
ven te Alkmaar, als:
1. Winkel- en woonhuis, waarin
zadelmakerij, met erf, op Torenburg
no. 5, groot 98 c.A. 5825
2. Huis en erf, aan de Bloem-
straat no. 28, groot 42 c.A. 410
3. Opslagplaats met erf en steeg,
aan het Groot Nieuwland, groot
162 c.A. 770
4. Huis en erf, aan het Kweeren-
pad no. 4, groot 65 c.A. 49#
5. Huis en erf aan de Forestus-
straat no. 35, groot 98 c.A. 2300
6. Huis en erf, a.h. Ropjeskuil no.
22, groot 43 c.A. met aandeel in een
steeg 1000
7. Winkel en woonhuis met erf,
aan de Korte Nieuwesloot no. 5,
groot 37 c.A. 1900
De afslag en combinatiën blijven bepaald
op Dinsdag 4 Juni 1935, des avonds 7 uur,
in het café „Central" aan het Hofplein.
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
45)
„Tot mijn nadeel", zei hij met een uitbar
sting van bitterheid en zweeg toen.
„Wie komt er nog meer? Zeker niet mijn
heer Furber?"
„Neen", antwoordde hij, „maar ik moet
je heusch vragen om heen te gaan. Ik wil
niet graag onbeleefd schijnen, maar
„Je bent onbeleefd", antwoordde zij en
keek vlug om, toen de deur open ging.
„Goeden morgen, mijnheer Hallam".
Sylvester gaf haar de hand
„Een onverwacht genoegen", zei hij be
leefd en Hallam keek bezorgd naar Valda
of zij iets vreemds in de stem zou op mer
ken, doch schijnbaar had ze niet de minste
argwaan.
„Guy wil me niet hier laten blijven lun
chen. Ik ken den baron en ik zal heusch niet
in den weg zijn. Ik zal weggaan zoodra u
het me zegt".
„Laat haar maar blijven", zei Sylvester
dadelijk.
„Dank u, mijnheer Hallam", zei Valda
vrool ijk.
Guy was zeer verbaasd en op het punt te
protesteeren, maar liet dit na op een teeken
van Sylvester, en verliet de kamer om te
zeggen, dat er nog een onverwachte gast bij
gekomen was.
„U is heel vriendelijk voor mijn zoon en
hij heeft nu juist vrienden noodig. Moogt u
Guy graag lijden?"
„Heel graag", antwoordde ze oprecht.
Sylvester zat met zijn rug naar het licht
en voelde zich vrij zeker beschermd tegen
ontdekking. Valda had hem slechts een
paar minuten ontmoet vroeger en toch was
er iets in de uitdrukking van haar oogen,
dat hem niet beviel. Het leek wel of ze nem
uitlachten.
HOOFDSTUK XXVI
Furber had zijn best gedaan Stella te
bewegen in de stad te blijven, doch te ver
geefs. Mevrouw Cameron had hem ont
moet bij zijn terugkeer in het Langham ho
tel en had hem gevraagd naar zijn inkomen.
Hij had geantwoord, dat hij er warmpjes
in zat en zeer goed in staat was een vrouw
te onderhouden. Toen ze aandrong op een
meer duidelijke opgave van zijn inkomen,
had hij ontwijkende antwoorden gegeven en
ofschoon het nog geen publiek engegament
was op het oogenblik, was hij toch geaccep
teerd als een ernstige candidaat voor Stel-
la's hand en bij zijn vertrek had Furber zijn
plan te kennen gegeven om over 'n paar da
gen naar Weyport te komen.
Den volgenden morgen bezocht hij den
baron en werd tamelijk koel ontvangen.
„Je hebt zeker geld noodig?,"
„Ja" antwoordde Furber.
„De prins is hier. Ik geloof, dat ik u
maar met hem zal laten onderhandelen".
„Is dat noodzakelijk?"
„Hij wenscht u te spreken", antwoordde
de baron en verliet de kamer.
Eenige minuten later kwam de prins bin
nen en knikte koel tegen Furber. Zij hadden
elkander een paar keer ontmoet, doch tel
kens zeer Jcort.
„Ik feliciteer u, dat u dat draadlooze rap
port heeft bemachtigd. U heeft goed werk
voor ons gedaan".
Furber boog en bleef zwijgen. Hij was
bang voor deze ernstige aristocraat met de
scherpe, eerlijke oogen en voelde zich niet
op zijn gemak. De prins ging zitten, stak
een sigaar aan en begon toen vragen te
stellen. Ze betroffen alle één onderwerp,
de gesteldheid van de Britsche vloot in ge
val van oorlog. Furber kon geen afdoende
inlichtingen verschaffen en toen hem naar
zijn meening gevraagd werd, kwam die
vrijwel overeen met hetgeen Hallam gezegd
hdd
„Komt er oorlog?" had Furber den moed
te vragen.
„Dat ligt in den schoot der goden. Maar
laten we eens aannemen dat er oorlog
komt. Welke rol zult u daar dan in spelen?"
„Ik zal de bevelen gehoorzamen".
„Wiens bevelen?" vroeg de prins scherp
„Behoeft u dat nog te vragen? Ik heb ge
noeg bewezen, waar mijn toewijding ligt.
Mijn vader heeft me gedwongen bij de
Engelsche marine te gaan met één doel, en
ik ben bereid dat doel na te streven.
„Ook ten koste van u zelf?"
„Ten koste van alles", zei Furber beslist.
„Ik geloof, dat u te vertrouwen bent. Als
er oorlog komt, heeft de baron misschien
Engeland al verlaten. Het zal dan noodig
zijn om een middel van contact te vinden.
Kent u iemand, die u volkomen vertrouwen
kunt?"
„Valda Glyn".
„Ik heb haar moeder gekend, zij was voor
ons van onschatbare waarde. Ik heb het
jonge meisje nog nooit ontmoet. Is ze ge
schikt?"
„Volkomen".
„En te vertrouwen?"
„Ja. Dat geloof ik wel, maar ze is verliefd
en liefde kan soms raar met een vrouw om
springen".
„Wie is de gelukkige?"
„Een vroegere collega van me, luitenant
Hallam".
„Dat doet me plezier. Ik moet die jonge
dame eens ontmoeten en zelf oordeelen. De
baron heeft me gezegd, dat u op een van de
nieuwe onderzeeërs is benoemd".
„Dat heb ik vanmorgen op de admirali
teit gehoord. Het schip is pas over eenige
weken klaar en ik ga met de revue op een
slagschip".
„Op welk schip?"
„Een oud slagschip, de Euphrates".
„Dat is jammer. Ik zou liever hebben ge
wild, dat u op uw oude schip de „Drietand"
was gebleven. Het is voor één man wel mo
gelijk om een schip te vernietigen, is het
niet?"
„U bedoelt of ik het schip kan laten zin
ken terwijl ik er op dien? Het is mogelijk,
maar ik zou waarschijnlijk met het schip
naar den kelder gaan".
„Dat zou zeer jammer zijn, maar mis
schien zoudt u het op een andere manier
kunnen regelen. Het zou ons zeer spijten als
we uw diensten zouden moeten missen", zei
de mins beleefd.
„Ik kan levend zeker van meer nut zijn",
zei Furber droog. „In geval van oorlog zou
ik u op de hoogte moeten kunnen houden van
de bewegingen van de Engelsche schepen. Ik
kan het wel zoo schikken, dat ik met juf
frouw Olyn in contact blijf. De baron moet
met haar afspreken, dat zij de boodschappen
aan hem stuurt".
„Hij zal waarschijnlijk zijn hoofdkwartier
in Rotterdam opslaan. U doet beter juffrouw
•Glyn spoedig te spreken en een definitief
plan te maken".
„Dus de oorlog staat voor de deur?"
„Dat hangt van Engeland af. Wij willen
den oorlog wel vermijden, in ieder geval
totdat we met Frankrijk en Rusland hebben
afgerekend".
„Engeland zal met Frankrijk méégaan,
daar twijfel ik niet aan", zei Furber beslist.
„Zoo denkt onze gezant, dien ik gisteren
sprak, er niet over. Heeft u geld noodig?"
„Ja"
„Praat er dan met deti baron over als u
weggaat. Goeden morgen".
(Wo-d