HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKL
Siidsdiciften
Bij min. Steenberghe's aftreden.
Rechtszaken
Uit de Pers.
Over het algemeen genomen is de benoeming van
Prof. Gelissen tot minister van economische zaken
gunstig ontvangen
Vóór en tegen devaluatie.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
LOONSVERLAGING BIJ
BRUYNZEEL'S DEURENFABRIEKEN.
Tusschen de directie der N.V. Bruynzeel's
Deuren fabrieken en het fabriekspersoneel is
overeenstemming bereikt in zake loonsver
laging. De loonen zullen met 10 ver
laagd worden, n.1. met ingang van heden
met 5 en over drie maanden wederom
met 5
DRIE AUTO'S RIJDEN OP
ELKAAR IN.
Twee wielrijders gewond.
Gistermiddag ongeveer half drie had op
den Rijksstraatweg tusschen Culemborg en
Buurmalsen een ernstige aanrijding plaats.
Twee auto's, komende uit de richting Cm
lemborg en één auto uit de richting Gelder
malsen botsten tegen elkaar, terwijl twee
wielrijders uit een zijweg kwamen. De fiet
sers geraakten tusschen de auto's bekneld
Ernstig gewond werden zij naar het Alge.
meen ziekenhuis te Culemborg vervoerd.
Hun rijwielen waren totaal vernield. De
auto's zijn zwaar beschadigd.
De inzittenden van de wagens bleven on
gedeerd. Een der auto's is in beslag geno
men, daar de remmen niet goed bleken te
werken. De gewonden zijn de heeren A. M.
de Bie en C. D. Stap, beiden uit Zoelmond.
BRAND OP HET D. P. STATIONS
EMPLACEMENT.
Voormalige locomotievenloods
te Rotterdam afgebrand.
Gisteravond omstreeks kwart over
zeven is te Rotterdam door tot nu
toe onbekende oorzaak brand uitge
broken in een voormalige locomotie
venloods der Nederlandsche Spoor
wegen, thans in gebruik als wagen-
lichterij, staande op het emplace
ment van het Delftsche Poort-sta
tion, vlak bij de tunnel, die het Wes
telijk met het Noordelijk stadsdeel
verbindt.
Het geheele houten gebouw, dat ongeveer
vijftig meter lang is en dat doortrokken is
van vet, stond spoedig in lichter laaie.
De brandweer stond voor eigenaardige
moeilijkheden, daar in de eerste plaats de
brandkranen op het terrein moeilijk te berei
ken waren en in de tweede plaats de slan
gen onder de rails doorgehaald moesten
worden. Personeel van de spoorwegen was
n.1. doende om het reservematerieel, dat naast
de geheele ledige loods stond, weg te rijden.
Dit gaf aanvankelijk nog tot eenige verwar
ring aanleiding.
Toen men echter eenmaal water kon ge
ven was de brandweer met een zestal stra
len het vuur vrij spoedig meester.
De loods was toen echter al bijna geheel
uitgebrand.
Even vreesde men, dat een der draagmas-
ten van het electrischen net, die vlak naast de
loods stond, de hitte niet zou doorstaan. Ge
lukkig gebeurde er echter niet. Het treinver
keer op Den Haag, Amsterdam en op Hoek
van Holland kon gaande gehouden worden.
Slechts een klein gedeelte van het net was
stroomloos gemaakt en de treinen konden
op eigen kracht het station bereiken.
Daar de loods toch binnenkort moest wor
den afgebroken is de schade niet zeer groot.
Opmerkzaam geworden door de geweldige
rookkolommen, stroomden van alle kanten
het publiek toe en de politie had in den aan
vang van den brand handen vol werk 't ver
keer in den tunnel gaande te houden.
DE AANKOOP VAN DE HOOGE
VELUWE.
De voorafgaande goedkeuring
door den begrootingswetgever
voor de besteding van de N. U.
M.-gelden was niet vereischt.
Verschenen in een nota van de minis
ters van onderwijs en van financiën aan de
Tweede Kamer, waarin zij een uiteenzetting
geven van den gang van zaken, die tot aan
koop van het landgoed de Hooge Veluwe
heeft geleid, de beteekenis van het daardoor
verkregen bezit aan natuurschoon en kunst
voorwerpen en de organisatie van het be
stuur der stichting.
Uit deze nota en uit het antwoord van den
minister van financiën op de vragen van den
heer Drees inzake het besteden van gelden
van de Ned. Uitvoer Mij. in liquidatie blijkt,
dat de regeering op het standpunt staat, dat
de aan de stichting geleende gelden niet zijn
rijksgelden, doch dat deze dat eerst worden
op 't tijdstip waarop de overdracht van deze
gelden door den liquidateur van de N.U.M.
aan de regeerirg plaats zal hebben gehad.
De liquidateur heeft van tevoren de mach
tiging van de regeering voor deze transac
tie gevraagd en verkregen, uitsluitend om de
practische reden, dat de regeering a posterio
ri over 't door hem gevoerde beheer ter ver
antwoording geroepen zou kunnen worden.
Het betrof hier, aldus de nota, niet een
handeling van de regeering, waarvoor de
voorafgaande goedkeuring van den begroo
tingswetgever vereischt is. Deze is dan ook
voor het beleggen van N.U.M.-gelden nim
mer gevraagd.
ERNSTIG ONGEVAL
TE AMSTERDAM.
Wiclrijdster door postauto aan
gereden en gedood.
Een zeer ernstig ongeval is gisteravond
geschied in de Weesperstraat op den hoek
van de Nieuwe Heerengracht te Amsterdam.
Een 17-jarige wielrijdster geraakte aldaar
met het voorwiel van haar fiets tusschen de
rails. Zij kwam te vallen en kwam daarbij
m aanraking met een juist passeerende auto
van de posterijen. Zeer ernstig gewond bleef
zij liggen. De G.G.D., die direct gewaar
schuwd werd, was spoedig ter plaatse en
vervoerde haar naar het zich vlak in de na
bijheid bevindende Ned. Isr. ziekenhuis.
Kort nadat zij aldaar was opgenomen, is
zij aan de gevolgen van den ernstigen val
overleden.
HET OPTREDEN VAN DE POLITIE
TEGEN MIJNWERKERS TE
HEERLEN.
Antwoord op vragen van den
heer Wijnkoop.
Op de vragen van den heer Wijnkoop:
1. Heeft de minister kennis genomen van
het optreden der politie te Heerlen tegen de
mijnwerkers daar ter plaatse ter gelegenheid
van de mogelijkheid van het uitbreken der
werkstaking in het mijngebied?
2. Is het den minister bekend, dat in ver
bank met de eventualiteit eener staking en
zonder dat er eenige nadere aanleiding
daartoe bestond, op den openbaren weg
door de politie ettelijke Heerlensche arbei
ders en zelfs arbeidersvrouwen geslagen
zijn?
3. Weet de minister dat bedoelde arbei
ders en hun vrouwen door de politie, even
als in het vorig geval onder leiding van den
plaatselijken hoofdinspecteur, zelfs den
door werden bedreigd, indien ze ook maar
in de nabijheid van een of andere mijn zou
den worden aangetroffen?
4. Acht de minister het inzicht dat de po
litie blijkbaar had, dat deze mannen en vrou
en een eventueele staking gunstig gezind
waren, voldoende reden tot een politie-optre-
den als in vraag 2 en 3 genoemd?
5. En is de minister bereid aan zulk op
treden voor het vervolg een eind te maken
en de verantwoordelijke personen te bestraf
fen?
heeft de minister van justitie geantwoord:
1. Deze vraag wordt in zooverre ontken
nend beantwoord, dat aan ondergeteekeride
niet bekend is geworden, dat het optreden
der politie anderen dan onruststokers zou
hebben betroffen.
2. Er was alleszins aanleiding om op het
tijdstip in kwestie iedere poging om volksop-
loopen en onrust te. verwekken onverwijld en
met kracht tegen te gaan. Van het treffen
van onschuldigen is niet gebleken.
3. Deze vraag wordt ontkennend beant
woord.
4. Onverwijld keeren van iedere opzette
lijke verstoring der openbare orde is met het
optreden van de politie beoogd en bereikt.
5. Voor zoover aan deze vraag door het
bovenstaande de feitelijke grond niet is ont
vallen, wordt zij ontkennend beantwoord.
VERLAGING OPCENTEN
WIJNACCIJNS.
Wetsontwerp is gevolg van
onderhandelingen met Frankrijk.
Thans is ingediend het wetsontwerp tot
verlaging van opcenten op den wijnaccijns,
welk wetsontwerp het gevolg is van de on
derhandelingen, die te Parijs tusschen een
Nederlandsche en een Fransche delegatie
zijn gevoerd en die hebben geleid tot de pa
rafeering op 16 April van een verdrag van
handel en scheepvaart tusschen Nederland
en Frankrijk.
Het ligt in het voornemen, de voorloopige
inwerkingstelling van het verdrag nader te
bepalen. Dan treedt tegelijk in werking de
verlaging van den wijnaccijns van 35 tot
24 per H.L., op te nemen in het ter ver
vanging van het op 1 Juli a.s. afloopende
contingenteeringsarrangement, met Frankrijk
te sluiten nieuw arrangement.
Voor het geval de onderhandelingen over
bovengenoemd contingenteerings-arrange-
ment op 1 Juli a.s. nog niet tot een resultaat
mochten hebben geleia, is overeengekomen,
dat de verlaging van den wijnaccijns .in elk
geval op 1 Juli a.s. zal in werking treden.
Het onderhavige ontwerp strekt om de op
den accijns van druivenwijn en van wijn,
vervaardigd uit gedroogde boomvruchten,
geheven tijdelijke opcenten van 80 tot 20 te
verminderen.
Na een geringe stijging van de opbrengst
van den accijns over 1932 is ten gevolge van
een voortgezette belangrijke vermindering
van de verbruikte hoeveelheid wijn de totale
opbrengst van den accijns over 1933 en 1934
beneden de opbrengst van 1931 gebleven, in
welk jaar op den accijns 20 opcenten wer
den geheven. De achteruitgang in opbrengst
over het loopende dienstjaar kan op
400.000 worden geschat. Tegenover deze
derving van inkomsten staan echter belang
rijke voordeelen van den handel van Neder
land en Nederl.-Indië.
Hef le nummer van de Bergensche
Bad-, Duin- en Boschbode.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer en één
nieuwe Badbode beteekent nog niet, dat het
strandleven al zijn hoogtepunt bereikt heeft.
Maar toch als de zwaluw er is, laat de
zomer niet lang meer op zich wachten en als
de redacteur van de Badbode zijn „Welkom
artikel'' gedrukt gezien heeft, is de tijd aan
gebroken, dat de eerste gasten zich verlusti
gen in het natuurschoon van „het dorpje
klein, aan den duinen rand".
Trouwens, de badlijst telt al 593 welkome
vreemdelingen en de vacantie-tijd is nog niet
aangebroken, zoodat het er wel naar uitziet,
dat Bergen en Bergen aan Zee, ondanks alle
binnen- en buitenlandsche concurrentie, dit
jaar niet vergeten zullen worden.
Op de voorpagina van No. l van den
2ósten Jaargang roept de redacteur, de heer
D. A. Klomp, velen die reeds in Bergen ver
toeven en er nog hopen te komen een harte
lijk welkom toe. In dit wel duidelijk gesteld
artikel wijst hij er nogmaals op, dat de bad
plaats groeit en dit is begrijpelijk, want langs
de geheele Noordzeekust vindt men er geen,
waar men zich zoo vrij in een schitterend
natuurgebied kan bewegen. In verband met
de maatschappelijke omstandigheden hebben
vele hotels en pensions hun prijzen aanmer
kelijk verlaagd.
Fr. O. heeft „het voorjaar geproefd'' en
beschrijft, hoe goed het hem gesmaakt heef».
Aan het nieuwe openlucht-theater is een
beschrijving met foto's gewijd. J. Daalder
Dzn. 'beschrijft de avifauna van Bergen en
verder vindt men naast vele advertenties
en de zoo gewaardeerde grapjes en histori
sche anecdoten alle bijzonderheden over
het badleven, welke men zich maar wenschen
kan.
Wij helpen den redacteur hopen, dat het
weer er toe zal medewerken, dat de gasten
dit jaar volop van alles wat Bergen hun
biedt, zullen genieten.
Een donderslag uit helderen
hemel.
De „N. R. Crt." meent, dat het aftreden
van minister Steenberghe voor velen in den
lande zal zijn gekomen als een donderslag
uit helderen hemel. Doordat de laatste weken
uit Den Haag echter reeds een en ander was
bekend geworden, is het bericht niet overrom
pelend geweest. Het blad vervolgt dan o.m.:
Het mag wel opmerkelijk heeten, dat de
denkbeelden van minister Steenberghe, die
allicht reeds geruimen tijd bij hem geslui
merd hebben, vasten vorm hebben aangeno
men, sedert onze Zuidelijke buren zich met
heel veel verontschuldigingen tegenover de
buitenwereld en onder een storm van critiek,
ook in België zelf, van het goudblok hebben
losgemaakt en den franc, die jaren geleden al
tot een zevende van zijn goudwaarde was
verlaagd, nog een stuk verder naar beneden
hebben gebracht. Aldus was België blijkbaar
voor onzen minister van economische zaken
een lichtend voorbeeld geworden en meende
hij in de mogelijkheid om onzen tot dusver
in den internationalen storm gaaf gebleven
fulden te devalueeren een baken te zien om
et Staatsschip door de branding van de
eindelooze crisis heen te helpen. Doch hier
mee kwam de heer Steenberghe niet alleen in
botsing met zijn eigen collega's die met hem
de regeeringsverantwoordelijk hebben te dra
gen, maar ook met de overgroote meerderheid
van het Nederlandsche volk, dat in zijn tra-
ditioneele nuchterheid, eerlijkheid en zake
lijkheid er nog steeds wars van is om zich in
een speculatief avontuur, hetwelk op den
duur slechts heillooze gevolgen kan hebben,
te begeven.
Wij beleven nu een tijd, waarin de inter
nationale speculatie op den loer ligt en van
alle momenten van onzekerheid en weifeling
partij tracht te trekken om haar slag te
slaan.
De stellige wijze, waarop onze regeering
aan de geruchten van den laatsten tijd en
de daaruit ontstaande onzekerheid een einde
heeft gemaakt, moge voor de internationale
speculanten een nieuwe les inhouden om
hun verwachtingen over het omlaag halen
van den gulden nu maar op te geven.
De denkbeelden van den aftredenden
minister waren „in tegenstelling met de
grootst mogelijke meerderheid van
het kabinet'', aldus de officieele mededee-
ling. Men weet nu dat het kabinet Colijn, dat
wordt aangevuld door prof. dr. ir. H. C. J
H. Gelissen uit Maastricht, van wiens na
tionale en op het gebied van het geldwezen
gezonde inzichten men overtuigd kan zijn,
koers zal houden.
Op onze volksvertegenwoordiging rust
thans de moeilijke taak om de regeering iii
haar bezuinigingsplannen te steunen. Nie
mand zal ontkennen, dat de weg, dien wij
gaan moeten om op eerlijke wijze en met
een ongeschokt internationaal aanzien en
crediet de moeilijkheden te overwinnen waar
in de internationale verwarring en zinneloos
heid ons land gedompeld hebben, met door
nen begroeid is. Thans meer dan ooit mogen
wij echter bij onze Kamerleden den ernstigen
wil veronderstellen om alle partijgeschillen
op zij te zetten en door eendrachtig schouder
aan schouder te strijden het einddoel te be
reiken: een met eerlijke middelen verkregen
nationaal herstel.
Is er iets veranderd?
Het meeningsverschil over het voor en te
gen van devaluatie stoort zich vrijwel ner
gens aan partijlijnen, schrijft het Handels
blad.
Ook in de partij van mr. Steenberghe staan
de meeninigen hieromtrent tegenover elkan
der, zooals een paar weken geleden nog eens
bleek op het R.K industrialisatie-congres in
Den Haag, waar prof. Kaag c.s. de stelling
verdedigde dat een gezond geldwezen losla
ting van den gouden standaard noodig
maakt, maar waar de heer Stulemeyer en zijn
medestanders van monetaire wijzigingen
slechts wilden hooren, op het oogenblik dat
de rest der wereld tot stabilisatie zou willen
overgaan, waarbij een eventueele Nederland
sche herziening van de munt dan blijkbaar
als „sluitstuk" zou kunnen worden overwo-
gen.
Het was op dit congres dat minister
Steenberghe verklaarde dat de regeering
zich met de groote problemen van het be
drijfsleven waarlijk ernstig bezig houdt,
maar dat zij niet in een vloek en een zucht
kunnen worden opgelost. En tevens, dat de
regeering gaarne praktische wenken wil ver
nemen, maar „dat het nu geen tijd is voor
breede theorieën". Is er sedert dien iets ver
anderd, dat den minister er nu toe brengt
om de theorie der devaluïsten thans niet al
leen te omhelzen maar tot de eenig mogelijke
te verklaren?
Wij zullen ons voorloopig tot deze vraag
beperken en afwachten of mr. Steenberghe
zijn besluit nog uitvoeriger zal willen moti-
veeren.
Versterking van het kabinet.
De Telegraaf schrijft over het aftreden van
minister Steenberghe o.a:
Zoo is deze portefeuille-wisseling, het heen
gaan van den eenigen devaluïst uit zijn mid
den en het toetreden van den energieken
voorvechter voor industrie-financiering en
economisch-technische voorlichting voor de
industrie, ongetwijfeld te beschouwen als een
versterking van het kabinet-Colijn. Verster
king allereerst naar buiten met het oog op de
verdediging van den gulden, versterking
daarnaast ook innerlijk, want buiten kijf is
prof. Gelissen een krachtige persoonlijkheid,
iemand, die wat meer dan gewoon in den
mars heeft. Zooals het in de wandeling heet:
„een knappe kop".
Zonder tekort te willen doen aan de goede
bedoelingen en kwaliteiten van den heen-
gaanden bewindsman, kan van zijn opvolger
verwacht worden, dat diens motorische
kracht van groote beteekenis zal blijken te
zijn bij het moeilijke werk, dat de regeering
nog wacht: het blijvend in opgang helpen
van het bedrijfsleven ten einde duizenden
handen weder werk te verschaffen.
Op dit gebied heeft prof. Gelissen, zoo men
weet, baanbrekend werk verricht, eerst theore-
tisch-wetenschappelijk, daarna, bescheiden in
opzet, practisch.
Het dilemma.
De Maasbode (r.-k.) constateert, dat het
land zich nu ziet geplaatst voor een open
baar worden van een conflict in den minister
raad zelf en komt daarna tot het dilemma.
De kwestie, thans uit den ministerraad
zoo scherp in de openbaarheid gesprongen
zal nu ook buiten het kabinet intense behan
deling en practische oplossing vragen.
Onvermijdelijk lijkt het ons, dat de voor
naamste politieke partijen, dat vooral het
parlement zoo beslist mogelijk een keuze doen
uit het dilemma, waarvoor ook het kabinet
door mr. Steenberghe zoo resoluut werd ge
steld: devaluatie of consequentie deflatie.
Bij deze hachelijke keuze zullen allerlei
factoren een woord moeten meespreken. Dat
met devaluatie de zaak als met één slag ge
red zal zijn, gelooft geen deskundige. Dat
zij ongetwijfeld groote nadeelen en voor een
deel slechts tijdelijke voordeelen biedt, staat
ook vast, maar dat zij op bepaalde punten
reëele verlichting kan brengen eveneens, ter
wijl de vraag klemt of zij te vermijden zal
blijven. Louter moreel beschouwd lijkt zij
ons niet volstrekt te verwerpen. Moreele be
zwaren, als tegen devaluatie worden aange
voerd, kunnen ook worden ingebracht tegen
het andere deel van het onvermijdelijk dilem
ma: consequente deflatie.
Wat consequente deflatie betreft: daarbij
moet men zich, alvorens de definitieve keuze
te doen, zeer reëel en concreet voor oogen
stellen, welke ingrijpende maatregelen deze
consequentie zal eischen, zonder met volledi
ge zekerheid succes te waarborgen.
Bovendien zal men scherp voor oogen
moeten houden, dat we onvermijdelijk voor
het feit zullen komen te staan van de vol
strekt noodzakelijke internationale stabilisa
tie. Hoe zal dan onze positie zijn, als wij
nog niet hebben gedevalueerd? En een rusti
ge en beheerschte devaluatie is stellig verre
te'verkiezen boven een door plotselinge oor
zaken onvermijdelijke en overhaaste.
Daartegenover staat, dat ook de interna
tionale gevolgen van een devaluatie onzer
zijds niet geheel buiten beschouwing kunnen
blijven. Zei Herriot onlangs niet in de Fran
sche Kamer, dat een devaluatie van den
Franschen franc een devaluatiewedloop ten
gevolge zou hebben? Ook bij de devaluatie
van den gulden gaat het om de toekomst
van al 1 e valuta. De besliste houding van
het nieuwe Fransche kabinet, de bereidwil
ligheid van de Fransche Kamer tot steun en
ook de jongste uitspraak van het Zwitsersche
volk zijn symptomen, waarmede rekening
dient gehouden. De vraag is echter niet al
leen, wat men (serieus) wil, maar ook wat
men kan.
Nog eens ten slotte: onvermijdelijk is het,
dat de zaak thans ex professo door de Twee
de Kamer worde behandeld ook met het
oog op het bezuinigingsontwerp en be
slist, en dat in ieder geval worde gekozen
voor een positieve, constructieve welvaarts-
politiek met als onderdeel, of basis als men
wil: óf wel devaluatie óf wel consequente
deflatie.
De meening van den nieuwen
minister.
Tot „De Maasbode" heeft prof. Gelissen
gezegd:
„Ik kan u ingevolge een afspraak met den
voorzitter van den ministerraad momenteel
nog geen interview toestaan, maar ik meen,
dat mijn denkbeelden over de te volgen eco
nomische politiek voldoende bekend zijn uit
mijn vroegere uitlatingen. Wat ik van die
denkbeelden zal kunnen verwezenlijken, kan
ik momenteel natuurlijk nog niet zeggen. Ik
wil enkel zeggen, dat ik het regeeringspro
gram goed bestudeerd heb en dat mijn in
zichten in groote lijnen met die van het ka
binet overeenstemmen".
De donkere zijde.
De A.R. Standaard spreekt nog geen oor
deel uit, doch de eveneens anti-revolution-
naire Rotterdammer legt in de eerste plaats
nadruk op de donkere zijde van deze minis
terwisseling.
Vlak voor de behandeling van het Bezui
nigingsontwerp, waaronder ook de naam
van minister Steenberghe staat, verzwakt dit
uittreden het kabinet meer dan het heengaan
van minister Marchant of indertijd, dat van
minister Verschuur.
Het blijkt echter, dat de kabinetsformateur
reeds bij voorbaat een oplossing bij de hand
had om al te ernstige gevolgen van dit plot
selinge aftreden af te weren.
Immers, vlak na het bericht van het aftre
den, komt de mededeeling, dat mr. Steen
berghe vervangen zal worden door den
hoogstbekwamen directeur der Limburgsche
Electriciteitswerken prof. Gelissen; de man
van het Econ.-techn. instituut en de in-
dustrialisatiebanken; een krachtige en
hoogst sympathieke figuur, die wij hartelijk
welkom zullen heeten.
Daarmee is naar onze meening het gevaar
van een rood-roomsch devaluatiekabinet, wat
trouwens moeilijk te vormen zou zijn en wat
voor zeer veel roomschen principieel onaan
vaardbaar blijft (alsook met het oog op de
geschiedenis in Duitschland) bezworen; doch
wel is te erwachten, dat industrialisatie en
werkverruiming meer op den voorgrond zul
len treden. Iets, wat wij van harte toejui
chen, omdat naast „aanpassing" voorzichti
ge opbouw noodzakelijk is, wil ons volk niet
moedeloos worden.
Meervoudige strafkamer.
Zitting van Dinsdag 4 Jura '35.
Uitspraken vorige zitting.
Lodewijk B., werkman, Alkmaar, in
voorarrest, diefstal van een rijwielbe-
lastingmerk en een heerenrijwiel. 10
maanden gev. voorw. met 3 proefjaren
en onmiddellijk in vrijheid gesteld.
Mathijs Petr. v. d. H., slagersknecht,
Alkmaar. Ged., heling medeplichtigheid,
10 maanden gev. voorw. met 3 proefja
ren en ontslag uit de hechtenis.
Lodewijk B., Alkmaar, diefstal van
een dames rijwiel, 2 maanden gev. voor
waardelijk, als in vorige zaak.
Maarten St., landbouwer, Alkmaar.
Bedriegelijke Bankbreuk, 6 maanden
gevangenisstraf.
Jan v. d. E., rijwielhersteller Limmen,
zedenmisdr. artikel 248 bis strafr., 4
maanden gevangenisstraf.
Willem Ger. Fr., handelsreiziger Hel
der. Bedriegelijke bankbreuk, 6 maanden
gevangenisstraf.
Dina Hendr. Gez. B., huisvr. C. Smit,
den Helder, zedenmisdrijf 250 bis, 6
maanden gv., doch voorw. met 3 proef
jaren.
Jan Nic. L., schilder, den Helder. Ge
detineerd, valschheid in geschrifte en
oplichting, 10 maanden gev. voorw. met
3 proefjaren.
Willem Fred. H., landarbeider en Ger-
rit Pieter K., sigarenmaker, beiden te
Hoorn, ged., diefstal onder verzwarende
omstandigheden, aangehouden en nader
onderzoek gelast voor rapport.
CINEMA EN THEATER.
Het Weekblad van deze weck begint met
iets te vertellen van de filmster Norma
Shearer, geeft een artikel over den onlangs
overleden kolonel Lawrence, den ongekroon-
den koning van Arabië; Eduard Veterman
schrijft over de actrices Juliette Roos en
Vera Bondam; onder de vele portretten
vindt men een groote photo van Carla de
Raet; Henk Stuurop gaf een aardig liedje,
enz.
299. Urenlang bleven Piet Prikkel en Drein Drentel
doorbrengen op het strand. Ze hadden nog een stille
hoop, dat het zeemonster misschien terug zou keeren.
Maar toen de zon 's avonds bloedrood onderging, had
den ze nog niets gezien. Toen stonden Piet en Drein
op met tranen in hun oogen.
300. En terwijl de schemering viel, gingen Piet Prik
kel en Drein Drentel langs een stille landweg in de
richting van de stad. Ze namen geen boot, geen trein
en ook geen autobus. Maar ze liepenze liepen den
geheelen nacht door. Het heele land was donker en
toen ze thuis kwamen, gingen ze meteen naar bed om
alles te vergeten. Al hun moeite was voor niets ge
weest! EINDE.