HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKL Siidsdiciften Bij min. Steenberghe's aftreden. Rechtszaken Uit de Pers. Over het algemeen genomen is de benoeming van Prof. Gelissen tot minister van economische zaken gunstig ontvangen Vóór en tegen devaluatie. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. LOONSVERLAGING BIJ BRUYNZEEL'S DEURENFABRIEKEN. Tusschen de directie der N.V. Bruynzeel's Deuren fabrieken en het fabriekspersoneel is overeenstemming bereikt in zake loonsver laging. De loonen zullen met 10 ver laagd worden, n.1. met ingang van heden met 5 en over drie maanden wederom met 5 DRIE AUTO'S RIJDEN OP ELKAAR IN. Twee wielrijders gewond. Gistermiddag ongeveer half drie had op den Rijksstraatweg tusschen Culemborg en Buurmalsen een ernstige aanrijding plaats. Twee auto's, komende uit de richting Cm lemborg en één auto uit de richting Gelder malsen botsten tegen elkaar, terwijl twee wielrijders uit een zijweg kwamen. De fiet sers geraakten tusschen de auto's bekneld Ernstig gewond werden zij naar het Alge. meen ziekenhuis te Culemborg vervoerd. Hun rijwielen waren totaal vernield. De auto's zijn zwaar beschadigd. De inzittenden van de wagens bleven on gedeerd. Een der auto's is in beslag geno men, daar de remmen niet goed bleken te werken. De gewonden zijn de heeren A. M. de Bie en C. D. Stap, beiden uit Zoelmond. BRAND OP HET D. P. STATIONS EMPLACEMENT. Voormalige locomotievenloods te Rotterdam afgebrand. Gisteravond omstreeks kwart over zeven is te Rotterdam door tot nu toe onbekende oorzaak brand uitge broken in een voormalige locomotie venloods der Nederlandsche Spoor wegen, thans in gebruik als wagen- lichterij, staande op het emplace ment van het Delftsche Poort-sta tion, vlak bij de tunnel, die het Wes telijk met het Noordelijk stadsdeel verbindt. Het geheele houten gebouw, dat ongeveer vijftig meter lang is en dat doortrokken is van vet, stond spoedig in lichter laaie. De brandweer stond voor eigenaardige moeilijkheden, daar in de eerste plaats de brandkranen op het terrein moeilijk te berei ken waren en in de tweede plaats de slan gen onder de rails doorgehaald moesten worden. Personeel van de spoorwegen was n.1. doende om het reservematerieel, dat naast de geheele ledige loods stond, weg te rijden. Dit gaf aanvankelijk nog tot eenige verwar ring aanleiding. Toen men echter eenmaal water kon ge ven was de brandweer met een zestal stra len het vuur vrij spoedig meester. De loods was toen echter al bijna geheel uitgebrand. Even vreesde men, dat een der draagmas- ten van het electrischen net, die vlak naast de loods stond, de hitte niet zou doorstaan. Ge lukkig gebeurde er echter niet. Het treinver keer op Den Haag, Amsterdam en op Hoek van Holland kon gaande gehouden worden. Slechts een klein gedeelte van het net was stroomloos gemaakt en de treinen konden op eigen kracht het station bereiken. Daar de loods toch binnenkort moest wor den afgebroken is de schade niet zeer groot. Opmerkzaam geworden door de geweldige rookkolommen, stroomden van alle kanten het publiek toe en de politie had in den aan vang van den brand handen vol werk 't ver keer in den tunnel gaande te houden. DE AANKOOP VAN DE HOOGE VELUWE. De voorafgaande goedkeuring door den begrootingswetgever voor de besteding van de N. U. M.-gelden was niet vereischt. Verschenen in een nota van de minis ters van onderwijs en van financiën aan de Tweede Kamer, waarin zij een uiteenzetting geven van den gang van zaken, die tot aan koop van het landgoed de Hooge Veluwe heeft geleid, de beteekenis van het daardoor verkregen bezit aan natuurschoon en kunst voorwerpen en de organisatie van het be stuur der stichting. Uit deze nota en uit het antwoord van den minister van financiën op de vragen van den heer Drees inzake het besteden van gelden van de Ned. Uitvoer Mij. in liquidatie blijkt, dat de regeering op het standpunt staat, dat de aan de stichting geleende gelden niet zijn rijksgelden, doch dat deze dat eerst worden op 't tijdstip waarop de overdracht van deze gelden door den liquidateur van de N.U.M. aan de regeerirg plaats zal hebben gehad. De liquidateur heeft van tevoren de mach tiging van de regeering voor deze transac tie gevraagd en verkregen, uitsluitend om de practische reden, dat de regeering a posterio ri over 't door hem gevoerde beheer ter ver antwoording geroepen zou kunnen worden. Het betrof hier, aldus de nota, niet een handeling van de regeering, waarvoor de voorafgaande goedkeuring van den begroo tingswetgever vereischt is. Deze is dan ook voor het beleggen van N.U.M.-gelden nim mer gevraagd. ERNSTIG ONGEVAL TE AMSTERDAM. Wiclrijdster door postauto aan gereden en gedood. Een zeer ernstig ongeval is gisteravond geschied in de Weesperstraat op den hoek van de Nieuwe Heerengracht te Amsterdam. Een 17-jarige wielrijdster geraakte aldaar met het voorwiel van haar fiets tusschen de rails. Zij kwam te vallen en kwam daarbij m aanraking met een juist passeerende auto van de posterijen. Zeer ernstig gewond bleef zij liggen. De G.G.D., die direct gewaar schuwd werd, was spoedig ter plaatse en vervoerde haar naar het zich vlak in de na bijheid bevindende Ned. Isr. ziekenhuis. Kort nadat zij aldaar was opgenomen, is zij aan de gevolgen van den ernstigen val overleden. HET OPTREDEN VAN DE POLITIE TEGEN MIJNWERKERS TE HEERLEN. Antwoord op vragen van den heer Wijnkoop. Op de vragen van den heer Wijnkoop: 1. Heeft de minister kennis genomen van het optreden der politie te Heerlen tegen de mijnwerkers daar ter plaatse ter gelegenheid van de mogelijkheid van het uitbreken der werkstaking in het mijngebied? 2. Is het den minister bekend, dat in ver bank met de eventualiteit eener staking en zonder dat er eenige nadere aanleiding daartoe bestond, op den openbaren weg door de politie ettelijke Heerlensche arbei ders en zelfs arbeidersvrouwen geslagen zijn? 3. Weet de minister dat bedoelde arbei ders en hun vrouwen door de politie, even als in het vorig geval onder leiding van den plaatselijken hoofdinspecteur, zelfs den door werden bedreigd, indien ze ook maar in de nabijheid van een of andere mijn zou den worden aangetroffen? 4. Acht de minister het inzicht dat de po litie blijkbaar had, dat deze mannen en vrou en een eventueele staking gunstig gezind waren, voldoende reden tot een politie-optre- den als in vraag 2 en 3 genoemd? 5. En is de minister bereid aan zulk op treden voor het vervolg een eind te maken en de verantwoordelijke personen te bestraf fen? heeft de minister van justitie geantwoord: 1. Deze vraag wordt in zooverre ontken nend beantwoord, dat aan ondergeteekeride niet bekend is geworden, dat het optreden der politie anderen dan onruststokers zou hebben betroffen. 2. Er was alleszins aanleiding om op het tijdstip in kwestie iedere poging om volksop- loopen en onrust te. verwekken onverwijld en met kracht tegen te gaan. Van het treffen van onschuldigen is niet gebleken. 3. Deze vraag wordt ontkennend beant woord. 4. Onverwijld keeren van iedere opzette lijke verstoring der openbare orde is met het optreden van de politie beoogd en bereikt. 5. Voor zoover aan deze vraag door het bovenstaande de feitelijke grond niet is ont vallen, wordt zij ontkennend beantwoord. VERLAGING OPCENTEN WIJNACCIJNS. Wetsontwerp is gevolg van onderhandelingen met Frankrijk. Thans is ingediend het wetsontwerp tot verlaging van opcenten op den wijnaccijns, welk wetsontwerp het gevolg is van de on derhandelingen, die te Parijs tusschen een Nederlandsche en een Fransche delegatie zijn gevoerd en die hebben geleid tot de pa rafeering op 16 April van een verdrag van handel en scheepvaart tusschen Nederland en Frankrijk. Het ligt in het voornemen, de voorloopige inwerkingstelling van het verdrag nader te bepalen. Dan treedt tegelijk in werking de verlaging van den wijnaccijns van 35 tot 24 per H.L., op te nemen in het ter ver vanging van het op 1 Juli a.s. afloopende contingenteeringsarrangement, met Frankrijk te sluiten nieuw arrangement. Voor het geval de onderhandelingen over bovengenoemd contingenteerings-arrange- ment op 1 Juli a.s. nog niet tot een resultaat mochten hebben geleia, is overeengekomen, dat de verlaging van den wijnaccijns .in elk geval op 1 Juli a.s. zal in werking treden. Het onderhavige ontwerp strekt om de op den accijns van druivenwijn en van wijn, vervaardigd uit gedroogde boomvruchten, geheven tijdelijke opcenten van 80 tot 20 te verminderen. Na een geringe stijging van de opbrengst van den accijns over 1932 is ten gevolge van een voortgezette belangrijke vermindering van de verbruikte hoeveelheid wijn de totale opbrengst van den accijns over 1933 en 1934 beneden de opbrengst van 1931 gebleven, in welk jaar op den accijns 20 opcenten wer den geheven. De achteruitgang in opbrengst over het loopende dienstjaar kan op 400.000 worden geschat. Tegenover deze derving van inkomsten staan echter belang rijke voordeelen van den handel van Neder land en Nederl.-Indië. Hef le nummer van de Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode. Eén zwaluw maakt nog geen zomer en één nieuwe Badbode beteekent nog niet, dat het strandleven al zijn hoogtepunt bereikt heeft. Maar toch als de zwaluw er is, laat de zomer niet lang meer op zich wachten en als de redacteur van de Badbode zijn „Welkom artikel'' gedrukt gezien heeft, is de tijd aan gebroken, dat de eerste gasten zich verlusti gen in het natuurschoon van „het dorpje klein, aan den duinen rand". Trouwens, de badlijst telt al 593 welkome vreemdelingen en de vacantie-tijd is nog niet aangebroken, zoodat het er wel naar uitziet, dat Bergen en Bergen aan Zee, ondanks alle binnen- en buitenlandsche concurrentie, dit jaar niet vergeten zullen worden. Op de voorpagina van No. l van den 2ósten Jaargang roept de redacteur, de heer D. A. Klomp, velen die reeds in Bergen ver toeven en er nog hopen te komen een harte lijk welkom toe. In dit wel duidelijk gesteld artikel wijst hij er nogmaals op, dat de bad plaats groeit en dit is begrijpelijk, want langs de geheele Noordzeekust vindt men er geen, waar men zich zoo vrij in een schitterend natuurgebied kan bewegen. In verband met de maatschappelijke omstandigheden hebben vele hotels en pensions hun prijzen aanmer kelijk verlaagd. Fr. O. heeft „het voorjaar geproefd'' en beschrijft, hoe goed het hem gesmaakt heef». Aan het nieuwe openlucht-theater is een beschrijving met foto's gewijd. J. Daalder Dzn. 'beschrijft de avifauna van Bergen en verder vindt men naast vele advertenties en de zoo gewaardeerde grapjes en histori sche anecdoten alle bijzonderheden over het badleven, welke men zich maar wenschen kan. Wij helpen den redacteur hopen, dat het weer er toe zal medewerken, dat de gasten dit jaar volop van alles wat Bergen hun biedt, zullen genieten. Een donderslag uit helderen hemel. De „N. R. Crt." meent, dat het aftreden van minister Steenberghe voor velen in den lande zal zijn gekomen als een donderslag uit helderen hemel. Doordat de laatste weken uit Den Haag echter reeds een en ander was bekend geworden, is het bericht niet overrom pelend geweest. Het blad vervolgt dan o.m.: Het mag wel opmerkelijk heeten, dat de denkbeelden van minister Steenberghe, die allicht reeds geruimen tijd bij hem geslui merd hebben, vasten vorm hebben aangeno men, sedert onze Zuidelijke buren zich met heel veel verontschuldigingen tegenover de buitenwereld en onder een storm van critiek, ook in België zelf, van het goudblok hebben losgemaakt en den franc, die jaren geleden al tot een zevende van zijn goudwaarde was verlaagd, nog een stuk verder naar beneden hebben gebracht. Aldus was België blijkbaar voor onzen minister van economische zaken een lichtend voorbeeld geworden en meende hij in de mogelijkheid om onzen tot dusver in den internationalen storm gaaf gebleven fulden te devalueeren een baken te zien om et Staatsschip door de branding van de eindelooze crisis heen te helpen. Doch hier mee kwam de heer Steenberghe niet alleen in botsing met zijn eigen collega's die met hem de regeeringsverantwoordelijk hebben te dra gen, maar ook met de overgroote meerderheid van het Nederlandsche volk, dat in zijn tra- ditioneele nuchterheid, eerlijkheid en zake lijkheid er nog steeds wars van is om zich in een speculatief avontuur, hetwelk op den duur slechts heillooze gevolgen kan hebben, te begeven. Wij beleven nu een tijd, waarin de inter nationale speculatie op den loer ligt en van alle momenten van onzekerheid en weifeling partij tracht te trekken om haar slag te slaan. De stellige wijze, waarop onze regeering aan de geruchten van den laatsten tijd en de daaruit ontstaande onzekerheid een einde heeft gemaakt, moge voor de internationale speculanten een nieuwe les inhouden om hun verwachtingen over het omlaag halen van den gulden nu maar op te geven. De denkbeelden van den aftredenden minister waren „in tegenstelling met de grootst mogelijke meerderheid van het kabinet'', aldus de officieele mededee- ling. Men weet nu dat het kabinet Colijn, dat wordt aangevuld door prof. dr. ir. H. C. J H. Gelissen uit Maastricht, van wiens na tionale en op het gebied van het geldwezen gezonde inzichten men overtuigd kan zijn, koers zal houden. Op onze volksvertegenwoordiging rust thans de moeilijke taak om de regeering iii haar bezuinigingsplannen te steunen. Nie mand zal ontkennen, dat de weg, dien wij gaan moeten om op eerlijke wijze en met een ongeschokt internationaal aanzien en crediet de moeilijkheden te overwinnen waar in de internationale verwarring en zinneloos heid ons land gedompeld hebben, met door nen begroeid is. Thans meer dan ooit mogen wij echter bij onze Kamerleden den ernstigen wil veronderstellen om alle partijgeschillen op zij te zetten en door eendrachtig schouder aan schouder te strijden het einddoel te be reiken: een met eerlijke middelen verkregen nationaal herstel. Is er iets veranderd? Het meeningsverschil over het voor en te gen van devaluatie stoort zich vrijwel ner gens aan partijlijnen, schrijft het Handels blad. Ook in de partij van mr. Steenberghe staan de meeninigen hieromtrent tegenover elkan der, zooals een paar weken geleden nog eens bleek op het R.K industrialisatie-congres in Den Haag, waar prof. Kaag c.s. de stelling verdedigde dat een gezond geldwezen losla ting van den gouden standaard noodig maakt, maar waar de heer Stulemeyer en zijn medestanders van monetaire wijzigingen slechts wilden hooren, op het oogenblik dat de rest der wereld tot stabilisatie zou willen overgaan, waarbij een eventueele Nederland sche herziening van de munt dan blijkbaar als „sluitstuk" zou kunnen worden overwo- gen. Het was op dit congres dat minister Steenberghe verklaarde dat de regeering zich met de groote problemen van het be drijfsleven waarlijk ernstig bezig houdt, maar dat zij niet in een vloek en een zucht kunnen worden opgelost. En tevens, dat de regeering gaarne praktische wenken wil ver nemen, maar „dat het nu geen tijd is voor breede theorieën". Is er sedert dien iets ver anderd, dat den minister er nu toe brengt om de theorie der devaluïsten thans niet al leen te omhelzen maar tot de eenig mogelijke te verklaren? Wij zullen ons voorloopig tot deze vraag beperken en afwachten of mr. Steenberghe zijn besluit nog uitvoeriger zal willen moti- veeren. Versterking van het kabinet. De Telegraaf schrijft over het aftreden van minister Steenberghe o.a: Zoo is deze portefeuille-wisseling, het heen gaan van den eenigen devaluïst uit zijn mid den en het toetreden van den energieken voorvechter voor industrie-financiering en economisch-technische voorlichting voor de industrie, ongetwijfeld te beschouwen als een versterking van het kabinet-Colijn. Verster king allereerst naar buiten met het oog op de verdediging van den gulden, versterking daarnaast ook innerlijk, want buiten kijf is prof. Gelissen een krachtige persoonlijkheid, iemand, die wat meer dan gewoon in den mars heeft. Zooals het in de wandeling heet: „een knappe kop". Zonder tekort te willen doen aan de goede bedoelingen en kwaliteiten van den heen- gaanden bewindsman, kan van zijn opvolger verwacht worden, dat diens motorische kracht van groote beteekenis zal blijken te zijn bij het moeilijke werk, dat de regeering nog wacht: het blijvend in opgang helpen van het bedrijfsleven ten einde duizenden handen weder werk te verschaffen. Op dit gebied heeft prof. Gelissen, zoo men weet, baanbrekend werk verricht, eerst theore- tisch-wetenschappelijk, daarna, bescheiden in opzet, practisch. Het dilemma. De Maasbode (r.-k.) constateert, dat het land zich nu ziet geplaatst voor een open baar worden van een conflict in den minister raad zelf en komt daarna tot het dilemma. De kwestie, thans uit den ministerraad zoo scherp in de openbaarheid gesprongen zal nu ook buiten het kabinet intense behan deling en practische oplossing vragen. Onvermijdelijk lijkt het ons, dat de voor naamste politieke partijen, dat vooral het parlement zoo beslist mogelijk een keuze doen uit het dilemma, waarvoor ook het kabinet door mr. Steenberghe zoo resoluut werd ge steld: devaluatie of consequentie deflatie. Bij deze hachelijke keuze zullen allerlei factoren een woord moeten meespreken. Dat met devaluatie de zaak als met één slag ge red zal zijn, gelooft geen deskundige. Dat zij ongetwijfeld groote nadeelen en voor een deel slechts tijdelijke voordeelen biedt, staat ook vast, maar dat zij op bepaalde punten reëele verlichting kan brengen eveneens, ter wijl de vraag klemt of zij te vermijden zal blijven. Louter moreel beschouwd lijkt zij ons niet volstrekt te verwerpen. Moreele be zwaren, als tegen devaluatie worden aange voerd, kunnen ook worden ingebracht tegen het andere deel van het onvermijdelijk dilem ma: consequente deflatie. Wat consequente deflatie betreft: daarbij moet men zich, alvorens de definitieve keuze te doen, zeer reëel en concreet voor oogen stellen, welke ingrijpende maatregelen deze consequentie zal eischen, zonder met volledi ge zekerheid succes te waarborgen. Bovendien zal men scherp voor oogen moeten houden, dat we onvermijdelijk voor het feit zullen komen te staan van de vol strekt noodzakelijke internationale stabilisa tie. Hoe zal dan onze positie zijn, als wij nog niet hebben gedevalueerd? En een rusti ge en beheerschte devaluatie is stellig verre te'verkiezen boven een door plotselinge oor zaken onvermijdelijke en overhaaste. Daartegenover staat, dat ook de interna tionale gevolgen van een devaluatie onzer zijds niet geheel buiten beschouwing kunnen blijven. Zei Herriot onlangs niet in de Fran sche Kamer, dat een devaluatie van den Franschen franc een devaluatiewedloop ten gevolge zou hebben? Ook bij de devaluatie van den gulden gaat het om de toekomst van al 1 e valuta. De besliste houding van het nieuwe Fransche kabinet, de bereidwil ligheid van de Fransche Kamer tot steun en ook de jongste uitspraak van het Zwitsersche volk zijn symptomen, waarmede rekening dient gehouden. De vraag is echter niet al leen, wat men (serieus) wil, maar ook wat men kan. Nog eens ten slotte: onvermijdelijk is het, dat de zaak thans ex professo door de Twee de Kamer worde behandeld ook met het oog op het bezuinigingsontwerp en be slist, en dat in ieder geval worde gekozen voor een positieve, constructieve welvaarts- politiek met als onderdeel, of basis als men wil: óf wel devaluatie óf wel consequente deflatie. De meening van den nieuwen minister. Tot „De Maasbode" heeft prof. Gelissen gezegd: „Ik kan u ingevolge een afspraak met den voorzitter van den ministerraad momenteel nog geen interview toestaan, maar ik meen, dat mijn denkbeelden over de te volgen eco nomische politiek voldoende bekend zijn uit mijn vroegere uitlatingen. Wat ik van die denkbeelden zal kunnen verwezenlijken, kan ik momenteel natuurlijk nog niet zeggen. Ik wil enkel zeggen, dat ik het regeeringspro gram goed bestudeerd heb en dat mijn in zichten in groote lijnen met die van het ka binet overeenstemmen". De donkere zijde. De A.R. Standaard spreekt nog geen oor deel uit, doch de eveneens anti-revolution- naire Rotterdammer legt in de eerste plaats nadruk op de donkere zijde van deze minis terwisseling. Vlak voor de behandeling van het Bezui nigingsontwerp, waaronder ook de naam van minister Steenberghe staat, verzwakt dit uittreden het kabinet meer dan het heengaan van minister Marchant of indertijd, dat van minister Verschuur. Het blijkt echter, dat de kabinetsformateur reeds bij voorbaat een oplossing bij de hand had om al te ernstige gevolgen van dit plot selinge aftreden af te weren. Immers, vlak na het bericht van het aftre den, komt de mededeeling, dat mr. Steen berghe vervangen zal worden door den hoogstbekwamen directeur der Limburgsche Electriciteitswerken prof. Gelissen; de man van het Econ.-techn. instituut en de in- dustrialisatiebanken; een krachtige en hoogst sympathieke figuur, die wij hartelijk welkom zullen heeten. Daarmee is naar onze meening het gevaar van een rood-roomsch devaluatiekabinet, wat trouwens moeilijk te vormen zou zijn en wat voor zeer veel roomschen principieel onaan vaardbaar blijft (alsook met het oog op de geschiedenis in Duitschland) bezworen; doch wel is te erwachten, dat industrialisatie en werkverruiming meer op den voorgrond zul len treden. Iets, wat wij van harte toejui chen, omdat naast „aanpassing" voorzichti ge opbouw noodzakelijk is, wil ons volk niet moedeloos worden. Meervoudige strafkamer. Zitting van Dinsdag 4 Jura '35. Uitspraken vorige zitting. Lodewijk B., werkman, Alkmaar, in voorarrest, diefstal van een rijwielbe- lastingmerk en een heerenrijwiel. 10 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren en onmiddellijk in vrijheid gesteld. Mathijs Petr. v. d. H., slagersknecht, Alkmaar. Ged., heling medeplichtigheid, 10 maanden gev. voorw. met 3 proefja ren en ontslag uit de hechtenis. Lodewijk B., Alkmaar, diefstal van een dames rijwiel, 2 maanden gev. voor waardelijk, als in vorige zaak. Maarten St., landbouwer, Alkmaar. Bedriegelijke Bankbreuk, 6 maanden gevangenisstraf. Jan v. d. E., rijwielhersteller Limmen, zedenmisdr. artikel 248 bis strafr., 4 maanden gevangenisstraf. Willem Ger. Fr., handelsreiziger Hel der. Bedriegelijke bankbreuk, 6 maanden gevangenisstraf. Dina Hendr. Gez. B., huisvr. C. Smit, den Helder, zedenmisdrijf 250 bis, 6 maanden gv., doch voorw. met 3 proef jaren. Jan Nic. L., schilder, den Helder. Ge detineerd, valschheid in geschrifte en oplichting, 10 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. Willem Fred. H., landarbeider en Ger- rit Pieter K., sigarenmaker, beiden te Hoorn, ged., diefstal onder verzwarende omstandigheden, aangehouden en nader onderzoek gelast voor rapport. CINEMA EN THEATER. Het Weekblad van deze weck begint met iets te vertellen van de filmster Norma Shearer, geeft een artikel over den onlangs overleden kolonel Lawrence, den ongekroon- den koning van Arabië; Eduard Veterman schrijft over de actrices Juliette Roos en Vera Bondam; onder de vele portretten vindt men een groote photo van Carla de Raet; Henk Stuurop gaf een aardig liedje, enz. 299. Urenlang bleven Piet Prikkel en Drein Drentel doorbrengen op het strand. Ze hadden nog een stille hoop, dat het zeemonster misschien terug zou keeren. Maar toen de zon 's avonds bloedrood onderging, had den ze nog niets gezien. Toen stonden Piet en Drein op met tranen in hun oogen. 300. En terwijl de schemering viel, gingen Piet Prik kel en Drein Drentel langs een stille landweg in de richting van de stad. Ze namen geen boot, geen trein en ook geen autobus. Maar ze liepenze liepen den geheelen nacht door. Het heele land was donker en toen ze thuis kwamen, gingen ze meteen naar bed om alles te vergeten. Al hun moeite was voor niets ge weest! EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10