8
Gevaarlijk spel
Onbevoegd uitoefenen van
de geneeskunst?
BROEK OP LANGENDIJK
„Schuttevaer" naar de Wierin-
germeer.
Arrondissemente Rechtbank
te Alkmaar.
verkeerd, dan was dit doodelijke ongeluk ver
moedelijk niet gebeurd. Pleiter haalde hierbij
den Hoogen Raad, dat eischt een normaal
aan een desbetreffend en beroemd arrest van
rijden van den wielrijder. Door dit arrest
wordt verdachte volkomen gedisculpeerd.
Ook de aanwezigheid van een eventueelen
verpestenden alcoholreuk in de auto trachtte
pleiter aan de hand van dr. Baert de la Faille
voldoende te verklaren. Dat ééne glaasje
cognac kon geen beslissendefl invloed hebben
uitgeoefend. Ook de politie had dienaangaan
de niets verzwarends gerapporteerd. Ten
slotte achtte pleiter geen' grove schuld aan
wezig en concludeerde hij vrijspraak, sub
sidiair in het meest ongunstige geval een
lichte geldboete, zoo de rechtbank nog een
licht symptoom van schuld aanwezig mocht
achten.
Repliek werd niet geleverd en de uitspraak
bepaald op Dinsdag 11 Juni.
Voorzitter van de Vereeniging
voor psychisch onderzoek en toe
gepast Magnetisme, met vier me
dewerkers, voor 't Kantongerecht
De voorzitter van de reeds 25
jaar in de hoofdstad werkzame
Vereeniging voor psychisch onder
zoek en toegepast Magnetisme,
de heer L. Groeneweg, heeft
gistermiddag met vier medewerkers
terechtgestaan voor den kanton
rechter mr. Hartafeld.
Hun was onbevoegd uitoefenen
van de geneeskunst ten laste ge
legd, o.m. door handoplegging.
De heer Groeneweg voerde te zijner ver
dediging aan, dat hij geen magnetiseur is in
de daaraan algemeen gegeven beteekenis.
Hij hield hem of haar, die zich tot hem
wendt, in dien zin, dat hij leiding geeft aan
het innerlijk proces, dat zich in dien persoon
afspeelt. Zuiver paedagogische arbeid dus.
Handoplegging als geneesmidder is door
hem niet gebruikt; als regel gebruikt hij de
vingertoppen. De heer Groeneweg deelde
voorts mede, niet financieel aan de Vereeni
ging verbonden te zijn; wel is hij meermalen
bijgesprongen om tekorten te suppleeren,
eenig onderzoek wordt door hem niet ver
richt, ook stelt hij geen diagnose. Zijn werk
zaamheid op het' onderhavige, oefent hij
niet uit als bedrijf of beroep; hij wordt
daartoe slecht gedreven uit noodzaak om de
lijdende menscnneid te helpen.
Ook de verklaringen van de andere ver
dachten geschiedden in gelijken zin. Mede
gedeeld werd nog, dat er .wel menschen zijn,
die geld geven, doch dat <Je inkomsten van
de Vereeniging niet voldoende zijn om de
kosten te dekken. m
De ambtenaar van i het O. M.
achtte het ten laste gelegde bewe
zen. Waar hier z. i,:|pfake is van
ernstige negatie "'van hetgeen
wettelijk is verboden, èischte hij
tegen elk der-verdachte honderd
gul de n boete.
De verdediging.
De verdediger, mr. H. P. Loggere, voerde
aan dat de arbeid, door de verdachten op
het onderhavige gebied gepresteerd, uitslui
tend van paedagogische beteekenis is en
niet de actieve daad van den geneeskundige.
Zij wekken het individu slechts op tot eigen
actie, tot zelfgezondmaking.
De paedagogie staat buiten de medische
wetenschap, zij behoort tot de vakken, die de
geneesheer niet behoeft te kennen om de ge.
neeskunst te kunnen uitoefenen. Hier is al.
leen sprake van psychische hulp, van een
inductie op het onderbewustzijn van den
mensch. PI. beriep zich voorts op uitspraken
van prof. Gunning te Utrecht en voerde
aan, dat onder magnetisme verstaan kan
worden het voedings- of ondersteuningsmid
del om eigen levenskracht mede te deelen
aan een ander individu, teneinde dit op te
wekken tot zelfgenezing. Ten onrechte
neemt aldus pl. de Hooge Raad het
standpunt in dat personen, die aldus hande
len, de geneeskunst uitoefenen.
Zij geven slechts door middel van hun
vingers, als geleidraden voor het dierlijk
magnetisme, dat zij in zich hebben, dit toni
cum over aan het individu, dat het noodig
heeft. Het eenige antwoord, dat verdachten
geven aan diegenen die zich tot hen om hulp
wenden is: „Ik zal het probeeren U te helpen
Jladioptoqtamma
Vrijdag 7 Juni.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—
4.—8.—en 11.—12.— VARA, de
AVRO van 12.-4.- en de VPRO
van 8.II.uur). 8.Orgelspel
Johan Jong. 8.30 Gr.pl. 10.
Morgenwijding-VPRO. 10.15 Deel.
J. vaat Oog-en. 10.35 Pianorecital
A Rubinstein. 11.Vervolg deel.
112» Gr.pl. 12.— Gr.pl. 12.30
Kovacs Lajos en zijn orkest en gr.
pl, 2.10 Pianorecital D. v. d. Stan.
2.30 Voordracht J. Hess. 3.— Gr
pl. 3.10 AvrcwiecibdS o. 1. v. E-
Meenk. 4.Gr.pl. 4.30 Orgelspel
C Stejm. 5.Voor de kleintjes.
5.30 VARA-orkest olv. H. de Groot.
6.Deel. F. Nienhuys. 6.15 Verv
concert. 7.Lezing Jan de Roods.
7.20 VARA-orkest olv. Hugo de
Groot. 7.50 Vaz Dias en SOS-ber.
8.Ds. F. Dijken»De Profeten.
8.50 Care! v Leeuwen Boomkamp,
cello en Henr. Bosmans, piano. 9.20
Lezing dr. C- J. Bleeker. 9.50 Verv.
concert. 10.Vrïjz. Godsd. Pers
bureau en Vaz Dias. 10.15 Voordr.
11.Jazzmuziek en gr.pl. 11.30—
12.Gramofoonmuziek.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz
8.Schriftlezing en meditatie. 8.15
—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. J. Nauta. 11.—12 Orgel
concert G. Snijders. 12.15 Grpl
12.30 Ensemble v. d. Horst. 2.
Gr.pl. 2.30 Chr. Lectuur. 3.-3.45
Concert, alt, viool en piano. 4.—
Verv. concert. 5.Gr.pl. 5.45 Cel
lo recital J. Aerts. 6.30 Causerie A.
J. Herwig. 7.Politiebcr. en Ned.
Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl. 7.30
Causerie drs. P. J. Mecrtens. 8.
Vaz Dias. 8.05 NCRV-erkest olv.
P. v. d. Hurk. 9.Causerie dr. J.
H. Kernkamp. 9.30 Verv. concert
mmv. F. de Nobel, piano. 10.
Vaz Dias. 10.30-11.30 Gr.pl.
DR01TWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Cause
rie. 11.20 Orgelspel R. New. 11.50
Voor de scholen. 12.10 A. van Dam
en zijn orkest. 12.50 BBC-dans-
orkest olv. H. Hall. 1.35 Concert
door A. Alldritt, alt en B. Humby,
piano. 2.20 Voor de scholen. 3.20
Schotsch Studio-orkest. 4.05 Dans
muziek (gr.pl.) 4.35 E. Colombo en
zijn orkest. 5.35 E. Pini's Tango
orkest. 6.20 Ber. 6.50 en 7.05 Le
zing. 7.25 Cesnbalorecital A.
Ehlers. 7.50 BBC-dansorkest o.l.v.
H. Hall. 8.35 BBC-orkest olv. B.
Neel. 9.35 Anona Winn en haar
„Four Winners". 9.50 Ber. 10.20
Causerie. 10.35 BBC-Theater-orkest
olv. S. Robinson. 11.35—12.20 H.
Roy en zijn Band.
RADIO PARIS, 1648 M- 7.20 en
8.20 Gr.pl. 12.35 Symph.-concert o.
I. v. Gaillard, mmv. zangsoliste.
8.20 Operetteconcert. 10.55 Dans
muziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Concert uit rest. Ritz. 3.50
—5-50 M- Hanseij's orkest, 8,20
Kamermuziek. 8.50—2,20 Dansmu
ziek door de jongeren.
KEULEN, 456 M- 6.35 Orkest
en koorconcert. 12.20 Uit Frank
fort: Gevar. concert. 2-35 Quatre-
mains. 4.20 Bach-eoncert. 5,20 Or
kestconcert olv. Artz. 7.20 Concert,
8.35 Uit Koningsbergen: Dans- en
marschmuziek. 9.50 „Unter der
Fahne schreiten wir", koorwerk,
II.20—12.20 Orkestconeert en «o-
listen.
ROME, 421 M. 9.15 Concert m.
m v. trio en sopraan. 10-20 Gevar.
progr.
BRUSSEL, 322 en 484 M, 322 M.t
12.20 Gr.pi. 12.55 Salonorkest olv.
Walpot. 1.50-2.20 en 5.20 Gr.pl.
6 50 Salonorkest olv. Walpot- 8,23
„Vlanara-Vonken", revue-progr.
10 3011.20 Cabaretprogr, 484 Mt
12.20 Gr.pl. 12.40 Accordepnmu-
ziek. 12-50 Omroeporkest olv. Dou-
liez. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Fran-
sche muziek. 6.05 en 6.35 Gr.pl.
6.50 Pianorecital. 8.20 Concert m
m. v. piano-duo en Kleinorkest
9.35 Mandoline-concert. 10,30—
11.20 Populair concert.
DEUTSCrlLANDSENOER, 1571
M. 8-35 „Deutsche Tanze und
Marsche aus 10 Staaten", muzikaal
spel. 9.50 Concert uit Hamburg o.
I. v. E. Jochum. 10.20 en 11.05 Ber.
II.20—12.20 Populair concert uit
Stuttgart olv. J. Scbroeder.
GEMEENTELIÏKE RADIO-
DISTRIBUTIE-
Lijn 1Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.12.05, Parijs
Radio 12.05—13.40, Brussel vL
13 40—14.20, D.sender 14.20—
15.20, Parijs Radio 15 20—16.20,
D.sender 16.2017.20, Keulen
17.20—18.50, Brussel Fr. 18.50—
19.20, D.sender 19.20—20.35, Keu
len 20.35—21.50, Beromunster
21.50-22.35, Parijs P. P. 22.35—
23.20 en Leipzig 23.20-24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8.50,
Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg,
11.05—11.20, Droitwich 11.20-^
13.20, Lond. Reg. 13.20—15.20
Droitwich 15.20—18.20, Brussel
Fr. 18.20—18.50, Lond. Reg. 18.50
19.50, Droitwich 19.50—21.35,
Luxemburg 21.3522.35 en Droit
wich 22.35—24.—.
I
dat U zichzelf beter maak". De handopleg
ging heeft geen andere beteekenis #an de
lepel, die naar den mond wordt gebracht om
er pap in te gieten. Pl. drong tenslotte aan
op vrijspraak of ontslag van rechtsvervol
ging-
In overleg met den kantonrechter werd
hierna besloten dat alsnog getracht zal wor
den, een te Wormer woonachtigen arts te
hooren. Deze arts heeft in drie gevallen pa
tiënten naar de Vereeniging verwezen, om
dat behandeling van deze gevallen naar
zijn meening het werk zou moeten zijn van
den paedagoog en niet van den medicus.
De verdere behandeling van de zaak werd in
dit verband voor onbepaalden tijd geschorst.
JUooiMcuud 7lieuws
Vanwege de schippersvereeniging Schut
tevaer, afd. Langendijk, werd op Dinsdag 4
Juni een propaganda-tocht georganiseerd
door den Wieringermeerpolder.
Om omstreeks half negen werd in een 2-
tal bussen der Habo de tocht aanvaard van
af de veiling te Broek, terwijl door den Lan
gendijk bij tijd en wijle werd gestopt tot het
opnemen der verschillende deelnemers, waar
na over Nieuwe Niedorp en Winkel werd ge
reden naar Kolhorn, waar een motorboot
van den heer A. Kamps gereed lag om het
gezelschap, dat inmiddels was aangegroeid
tot een 40-tal personen, te voeren over ae ka
nalen van het nieuwe land.
In de nieuwe sluis werd door den voor
zitter der afdeeling, den heer J. Hoogland,
het welkom toegeroepen aan de verschillende
genoodigden, waaronder afgevaardigden der
banne aan den Langendijk, veilingleiders,
afgev. v.d. bevrachtingscomm. en afd. Alk
maar benevens de leden, waarna spr. uiteen
zette, dat het doel dezer excursie was een
zich nader op de hoogte stellen van de ka-
nalisatiewerken.
Toen zich daarna de sluisdeuren openden,
werd het nieuwe land binnengevaren en
koers gezet langs het dorp Middenmeer naar
het expeditiebedrijf Meerhoeve, waar de heer
List, bedrijfsleider, een beeld liet zien van
wat er alzoo in dit bedrijf tot stand gebracht
kan worden wat betreft het drogen der ver
schillende zaden en het doelmatig gebruik
der emballage. Vervolgens werd gevaren
naar Medemblik. Onderweg gaf de geleider
der Wieringermeer-directie een uiteenzetting
van het in cultuur brengen der gronden.
Na het bezichtigen der havenwerken van
Medemblik werd de tocht voortgezet over de
Terp naar Middenmeer, waar in hotel Smit
een koffiemaaltijd was aangericht
Tijdens dezen maaltijd werd door verschil
lende heeren het nuttige van dezen propa
ganda-tocht naar voren gebracht.
Jlechlszaken
Zitting van Dinsdag 4 Juni.
De eerste verdachte Bakker
overleden.
Op 30 April j 1. moesten terecht staan Jan
B. en Adolf St., beiden bewoners van Wie-
ringen, die zich hadden schuldig gemaakt aan
diefstal van botnetten, eigendom van de vis-
scher A. Poepjes.
De zaak werd toen aangehoudenomdat
Jan B. ziek was, maar deze bleef ziek en zal
ook nooit meer door de aardsche gerechtig
heid worden getroffen, aangezien hij iimide
dèls is overleden. Zijn collega Dolf draaide
er nu alleen voor op.
Volgens rijksveldwachter de Jong stond
de overledene minder gunstig bekoid dan
zijn knecht Dolf.
De officier achtte thans het bewijs tegen
dezen verdachte niet geleverd en requireeide
vrijspraak.
Een pomologische flesscbentrekker.
Gorn. de H-, niet verschenen, maar in
(kwaliteit van gefailleerde groentenboer, wo
nende te Broek op Langendijk. had zich tot
taak gesteld in zijn levensonderhoud te
voorzien door het met een royaal gebaar
koopen van verschillende partijen voer-
bieten op crediet, deze partijen weer zoo
vlug mogelijk van de hand te doen en dan de
leveranciers naar hun geld te laten fluiten.
Maar de hand van Nemessis greep hem en
thans was het uur der afrekening aange
broken. Verdachte was niet verschenen, wèl
eenige bedrogen bietentelers uit diverse dor
pen in Westfriesland, alsmede de curator in
het faillissement, mr. dr. Buiskool van
Schagen-
De zes geplunderde groenteboertjes leg
den successievelijk getuigenis af tegen den
verdachte, die indertijd ook een rol heeft
gespeeld bij de aanhouding van den Amster-
damschen inbreker op de Baangracht te
Alkmaar,
Volgens den officier waren er nóg meer
slachtoffers en bedroeg de algeheele benadee
ling omstreeks 1000. Verdachte zelf zorgde
wel dat hij direct betaald werd. Als curiosi
teit verhaalde de officier, dat een der bena
deelde boertjes zich naar de zitting had wil
len begeven om te zien of zij ook „vangen"
konden. Maar de officier maakte hem duide
lijk, dat van „vangen" wel geen sprake was.
De officier, die allerminst van bewondering
vervuld is over de brutaliteit en handigheid
van dergelijke flesschentrekkers, vorderde 1
jaar gevangenisstraf.
Doodelijke aanrijding op den
Helderscben weg.
Wanneer dr. Hulst, de bekende gerechte
lijke lijkschouwer, zich onder de getuigen
beyindt, kunnen wij verzekerd zijn, een
doodelijke aanrijdingszaak te moeten mee
maken.
Ook thans was zulks 't geval naar aan
leiding van het ernstige feit, dat in den nacht
van 3 op 4 Maart j.1. op den Helderschen
weg onder de gemeente Zijpe een wielrijder,
zekere Tobias Koordes uit de Stroet, 'n muzi
kant uit een dans-band, op zoodanige wijze
werd aangereden door den 21-jarigen krui
denier Klaas Homan uit St. Maartensvlot-
brug, dat hij ten gevolge van een schedel-
basisfractuur en nog vele andere ernstige
wonden al heel spoedig overleed. Dr. Hulst
had op last van de justitie op het lijk de
sectie verricht en gaf thans verslag van zijn
bevindingen, waardoor de doodsoorzaak zou
kunnen worden vastgesteld.
De verdachte werd verdedigd door mr. C.
'A. de Groot, die zijnerzijds bij de 7 gedag
vaarde getuigen a charge 6 getuigen
décharge had opgeroepen.
Het was een donkere nacht met slecht uk-
zicht en de overledene reed in gezelschap
van zekeren A Kos, eveneens muzikant, op
den rijweg onder de gemeente Zijpe en beiden
werden plotseling door een tegemoetkomende
auto, die vermoedelijk geen signaal gaf, aan
gereden met het voor Koordes zoo noodlot
tige gevolg. Toen Kos htm op den weg vond
liggen, gaf de ongelukkige geen teeken van
leven meer. Volgens Kos zou hij geraakt zijn
tegen den schouder.
De chauffeur, Joh. v. Es, uit Amsterdam,
die die plek des noodlots ook voorbij reed,
had kalm gereden in verband met de weers
gesteldheid. Hij reed met gedempte lichten
een andere auto voorbij en hoorde, na ge
passeerd te zijn, een klap en zag dat die
auto de wielrijders, eveneens door hem op
gemerkt, greep. Deze getuige had geconsta
teerd, dat de verdachte naar alcohol rook.
fauiMetm
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
50)
„Zullen we van onderwerp veranderen?
Ik wil je raad inwinnen".
Valda ging. op de leuning van zijn stoel
zitten. Een oogenblik rustte haar hand op
zijn schouder.
„Ik ga je beschouwen als mijn grooten
broer, mag ik?"
„Ja", antwoordde hij, maar het meisje
voelde zich verkillen bij die spoedige toe
stemming.
„Vóór moeder stierf heeft ze me een be
lofte afgedwongen een belofte, die ik niet
wilde geven. Ben ik daardoor gebonden?"
„Een belofte is heilig, vooral wanneer ze
gegeven wordt onder zulke omstandighe
den".
„Maar als het nakomen van die belofte nu
eens verkeerde resultaten had", drong ze
aan en hij kon zien hoe angstig ze op zijn
antwoord wachtte.
„Is dit niet een vraag die je aan een-gees
telijke moet doen? Ik durf er niet in beslis
sen''.
,Je zult toch wel een meening hebben?"
„Je moeder zou je toch niet binden door
een belofte, die je kwaad zou doen?"
Zelfs het interieur van de auto stonk er
naar. Toen echter de veldwachters er geen
aanmeTiluMg <*p maakten, had de getuige er
óók mei mei gerept, maar later toch over
die aangelegenheid een brief geschreven, die
zich bij de stukken bevond. Ook 'n paar an
dere inzittenden in de Amsterdamsche auto
hadden de alchollnchl waargenomen.
De getuige.HL Klos, één der inzittenden,
kon verklaren, dat de auto's met gedimde
lampen haddien gereden. Het weer was
slecht. Gehujge fean niet constateerendat
Klaas H. alcohol had gébruikt. Hij zelf had
ook bier gedronken.
Tenslotte werd gehoond: !e luitenant van
Hulst van de militaire motorbrigade, die de
auto van verdachte had onderzocht. De
remmen en stuumrkhting waren m orde,
maar die koplampen verbogen «n beschadigd.
Positief verklaarde deze getuige echter, dat
ds rijwielrefkcioran niet wenkten; dit is wel
een verlichtende, doch niet een van schuld
ontheffende omstandigheid, daar verd. toch
de fietsers had moeten zien, zei luitenant v. d
Huist.
Van de 6 getuigen' a décharge werd aller
eerst gehoord de vader van verdachte, de
heer Aris Homan, caféhouder te St Maar-
tensvlotbrug, die vei klaarde, dat zijn zoon
geen drankmisbruiker is, wel was hij al eens
wegens ordeverstoring in staat van dronken
schap bekeurd. Dien avond had Klaas niet
veel gedronken, welke veronderstelling ech
ter den president reden gaf tot twijfel.
Volgens de moeder van verdachte. Grietje
Leegwater, had Klaas weinig gedronken. De
reusachtige wagenmaker Gorn. Brouwer
verklaarde voorts, dat Klaas dien avond
tijdens de aanwezigheid van getuige in kwa
liteit van controleur van 8 tot 12 uur slechts
'n glas cider had gedronken. Om half één
was verdache vertrokken. Deze verklaarde
trouwens zelf, 1 cognacje te hebben geconsu
meerd. De inzittende Piet Molenaar in de
auto van verdachte verklaarde, dat verdach
te in behoorlijken toestand verkeerde. De
laatste getuige a décharge, Pieter Kuilman,
eveneens passagier, natuurlijk met de noodige
dames, die thuis gebracht moesten worden,
kon ook niets verontrustends omtrent den
alcoholischen toestand van verdachte mede-
deelen.
De officier, het woord bekomende, rele
veerde, dat schulddelicten altijd moeilijk zijn
te bewijzen en spr. gaf hier aanstonds toe,
dat verdachte verschillende voordeelen kon
boeken, zooals de donkere wegen, het ont
breken van een rijwielpad, zoodat deze weg
ook moet worden gebruikt door wielrijders.
In het nadeel van verdachte was het droge
wegdek en een meer dan voldoende licht
installatie met behoorlijk gezichtsveld. Bij
goed opletten had hij dus de wielrijders tijdig
kunnen opmerken, zoowel door zijn eigen
auto, als door de verlichting van den tegen-
officier meende dus met dezen stand
van zaken, dat verdachte niet de noodige
voorzichtigheid had betracht, vooral ook, om
dat hij blijkbaar al zijn aandacht had gecon
centreerd op den tegenligger, waarvan de
fietser de dupe werd. De officier maakte hier
gebruik om éen woord van deernis te
spreken met" het Slachtoffer en de nagelaten
betrekkingen.
De officier keurde het ook af, dat jongelui
op zoo'n laat nachtelijk uur meisjes thuis
brengen.
Ten slotte achtte de officier in casu 'n
flinke boete, 150, subs. 60 dagen, vol
doende.
Mr. de Groot sprak bij den aanvang van
zijn pleidooi een woord van diepe deernis
voor de nagelaten vrouw en kinderen van
het slachtoffer en gewaagde, dat verdachte
niets onbeproefd had gelaten, om den
nood van die nagelaten betrekkingen te
lenigen.
Voorts trachtte pleiter meer uitvoerig aan
te toonen, dat grove schuld hier in elk geval
niet aanwezig was. Pleiter overlegde een
serie artikelen van dr. Baert de la Faille,
handelende over het criteria, die bij aanrij
dingen noodwendig naar voren moeten
komen.
Scherpe critiek oefende pleiter voorts uit
op den ellendigen toestand van den Helder-
schenweg, die voor automobilisten een
ware autoval kan worden genoemd. Mede
bracht pleiter ter sprake de onvoldoende
veiligheid, die de grootendeels onbruikbare
rijwielreflectoren geven. Ook was hier weer
aanwezig de ongelukkige omstandigheid,
dat twee fietsers in den nacht op een zóó ge
vaarlijken weg naast elkander reden, 'n ge-
zelligneidsdrang, die den linker wielrijder
zoo noodlottig is geworden. Wanneer de fiet
sers achter elkander hadden gereden en de
reflectoren in behoorlijken toestand hadden
„Zij vond het niet kwaad, moeder had
maar één passieik hield van haar en wil
doen wat goed is".
„Ik kan er niet over oordeelen zonder alles
te weten, maar naar wat je me vertelt, ge
loof ik, dat je je belofte moet houden", zei
hij ernstig en zij wendde haar hoofd af.
Waarom had ze die vraag gedaan? Ze
had vooruit kunnen weten wat hij zou ant
woorden. Ze had hem te dineeren gevraagd
met het vaste voornemen om te trachten hem
verliefd te maken, maar tot nu toe had ze
nog geen enkel van die vrouwelijke verlei
dingskunstjes toegepast, die meestal zooveel
succes hebben. Had ze den moed om het te
doen? Een gevoel van schaamte hield haar
terug, maar slechts voor korten tijd.
Eindelijk liep ze naar een groote rustbank
en ging er op liggen met de handen achter
het hoofd.
Ze hield een sigaret tusschen de lippepn
en haar oogen rustten op hem, oogen, vol
uitdagend verlangen.
„Valda, je ziet er gewoon verrukkelijk
uit", riep hij impulsief.
„Het doet me plezier dat je dat vindt.
Kom hier naast me zitten".
Hij gehoorzaamde werktuigelijk en een
zachte hand greep de zijne.
„Guy, ik weet niet wat ik zonder jou zou
moeten beginnen. Ik voel me zoo ongelukkig
en eenzaam. Alleen als jij bij mij bent leef
ik. We zullen altijd vrienden blijven".
„Dat- hoop ik". Hij voelde hoe haar hand
beefde en hij trachtte de zijne los te maken,
maar tevergeefs. Ze klampte zich aan hem
vast en haar oogden ontmoetten de zijne,
oogen niet langer verlangend, maar vol
passie.
„Guy", fluisterde ze.
Én opeens sloeg ze haar armen om zijn
hals en kuste zijn lippen. Een oogenblik
vocht hij tegen de verleiding, die hem over
mande, maar het ging boven zijn krachten
en hij gaf haar kus op kus.
„Guy, ik heb je lief met hart en ziel". Ze
had tranen in de oogen en had alles verge
ten, behalve dat dit de man was, dien ze bo
ven alles begeerde. Ze speelde nu geen co-
medie. Ze was alleen een levende, liefheb
bende vrouw, en hij een man in wien het
bloed der jeugd vurig stroomde.
Eindelijk trok hij zich terug en zijn ge
zicht stond verlegen. Het was krankzinnig
heid, dat hij deze vrouw kuste, terwijl zijn
geheele hart aan Stella behoorde. Hij ver
oordeelde zich zelf scherp om deze zwak
heid, Valda zou hij niet veroordeelen.
Weer vielen zijn oogen op haar. Haar
boezem hijgde en ze kon hem niet aanzien.
„Wil je je niet tevreden stellen met mij?
Ik weet dat je van Stella houdt. Je hebt haar
nu lief, maar ik zal maken dat je haar ver
geet. Ben ik niet even mooi als zij? Kijk me
aan, Guy".
„Ik ben een ploert geweest", zei hij wan
hopig.
„Neen, ik heb alleen schuld, lieveling.
Maar ik houd zoo van jeen ik ben zoo
gelukkig. Dit was een oogenblik de hemel
voor me; Ik wist niet dat er zulk een geluk
bestond. Ik heb nooit om iemand anders ge
geven. Toen ik je voor het eerst zag, heb je
mijn hart meegenomen en altijd behouden
sinds dien tijd".
„Ik mag niet naar je luisteren, Valda, we
moeten elkaar niet meer zien".
„Heb je nu een afkeer van me?" vroeg ze
smeekenx
„Ik haat mezelf".
„Je bent de beste man van de wereld
de eenige man voor mij. Laat dit geen ver
andering tusschen ons brengen. Ik zal niet
meer zoo dwaas zijn. Je bent de eenige
vriend, dien ik in de wereld heb".
Ze wachtte op zijn antwoord; er hing
zooveel van af van wat hij nu zou zeggen.
HOOFDSTUK XXIX.
Guy schaamde zich en verachtte zichzelf
om zijn zwakheid. Maar zelfs nu, nu hij
Valda in al haar bekoorlijkheid zag, begon
zijn hart vlugger te kloppen.
Hij stond op en haar oogen volgden hem.
„Ga nog niet weg", fluisterde zij.
„Ik heb me als een lafaard gedragen,
Vaida, kun je me vergeven?"
„Ik heb niets te vergeven. Ik wilde dat
je me zoudt kussen. Ik geloof dat ik altijd
verlangd heb dat je dat zoudt doen", zei ze
droomerig.
„Ik schaam me voor mezelf".
„Daar heb je geen reden voor. We hebben
niemand kwaad gedaan We zijn beide vrij
geheel vrij We hebben jegens niemand
iets misdreven".
„Ik begrijp mezelf niet. Ik houd van
Stella. Al mijn gedachten zijn bij haar en
toch
„Je bent ook maar een mensch. Ik zal je
toonen dat ik gelijk heb. Je zult Stella spoe
dig vergeten zijn".
„Nooit", riep hij hartstochtelijk.
Er speelde een glimlach om haar mond
en er was een zegepralende uitdrukking in
haar oogen een zegepraal, die ze niet
trachtte te verbergen. Ze was vanavond bo
ven verwachting geslaagd. Guy had haar
in zijn armen gehad. Hij had haar harts
tochtelijk gekust. Haar eenigste vrees was,
dat hij haar voortaan zou vermijden. Maar
ze had een machtig wapen, want hij was in
haar macht. In ieder geval moest hij haar
morgen weer opzoeken. Hij zou het zijn
plicht achten den admiraal te vertellen dat
zij hun plan om den baron te bedriegen,
had ontdekt. En dan zou admiraal Langton
haar ongetwijfeld willen spreken.
„Heb je wat van Stella gehoord?" vroeg
hij plotseling.
„Neen, verwachtte je, dat ze zou schrij
ven? Je weet toch dat ze me nu haat".
„Is Furber nog in de stad?"
„Ik geloof het wel. Waarom vraag je
„Je kent Furber al een tijd. Wie heeft je
aan hem voorgesteld?"
„Dat weet ik niet meer", antwoordde ze
niet op haar gemak.
„Valda, ik geloof dat je jokt. Wie is de
baron?"
Haar eerste opwelling was om boos te
worden, omdat hij haar van een leugen be
schuldigde. Ze wist werkelijk niet meer wie
haar het eerst met Furber in kennis had ge
bracht.
„Ik geloof, dat mijn moeder me aan hem
voorstelde".
(Wordt vervolgd)