Gevaarlijk spel
67 JAAR EN LENIG ALS EEN KAT.
Hoewel zij stijve gewrichten had,
toen zij 57 jaar was.
De Alkmaarsche kaasmarkt
REORGANISATIE
ZUIDERZEEWERKEN.
ST0MPETOREN
Bond van Boerinnen.
AUTOBUSDIENSTEN DEN HELDER
ROTTERDAM.
De transfer-onderhande
lingen met Duitschland.
ALGEMEENE NED. ZUIVELBOND.
Ontstemming over de melksteun-
beperking.
Het jaarverslag.
NOOIT MEER LAST
ALS PRESTO WAST
„Als je stilt",
I
Kunt ge Uw teenen aanraken, zonder
Uw knieën te buigen? Zoudt ge dit kun
nen doen als ge 67 jaar zijt? Er is geen
enkele reden waarom ge dit niet zoudt
kunnen, indien ge dezelfde methode als
deze dame volgt om „fit" te blijven. Zij
schrijft: „Toen ik 56 jaar was begonnen
polsen en enkels op te zwellen. Ik was
niet meer in staat mijn hoofd te draaien.
Waar ik er niets voor voelde een „echte
oude dame" te worden, besloot ik een
proef met Kruschen Salts te nemen. Ik
heb het nu regelmatig 10 jaar lang ge
nomen en ik ben volkomen gezond. Ik
wandel dagelijks 3 a 4 R.M. of zelfs meer
en kan gemakkelijk mijn teenen aanra
ken, zonder mijn knieën te buigen, wat
ik een prachtig resultaat vind, want in
twee maanden ben ik 67 jaar. Vandaag
vroeg men mij nog hoe ik het klaar
speelde er zoo uitstekend te blijven uit
zien. Mijn antwoord was: Ik ben een
„Kruschenist". Mevr. E. M. P.
Er is een zekere, veilige weg om „fit"
te blijven: „De kleine dagelijksche do
sis". Kruschen is een wetenschappelijke
samenstelling van zes minerale zouten,
die Uw afvoerorganen in prima conditie
houden, zoodat alle afvalstoffen, die Uw
bloed verontreinigen en Uw gezondheid
in gevaar brengen, langs de natuurlijke
wegen volkomen worden verwijderd.
Stralende gezondheid voor één cent per
dag.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten a
0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting
inbegrepen. Let op, dat op het etiket op
de flesch zoowel als op de buitenverpak
king, de naam Rowntree Handels Maat
schappij voorkomt.
Een Duitsche beschouwing.
In de „Berliner Volkszeitung" treffen we
een aardige beschrijving van een Alkmaar-
schen kaasdag aan; de bewondering voor
deze traditioneele instelling is uit iedere
regel te lezen.
Donderdagavond. De ruitertjes van het
klokkenspe' van de oude Waag op de Kaas
markt marcheeren hun ronde. Het is zeven
uur. Aan den voet van de wondermooie voor
malige kloosterkerk, die reeds sedert het
begin van de 17de eeuw de controle-commis
sie van de kaasmarkt herbergt, en sedert
dien tijd den naam Waag draagt, wordt het
levendig. Van alle kanten komt het aange-
rold( wagen na wagen, volbeladen met gele
reuzenappelen. Krachtige handen formeeren
uit de stapels keurige kaas-compagniën,
waar ter bescherming tegen het weer een zeil
doek overheen geworpen wordt. Morgen om
10 uur verneemt men, begint de pret.
De morgenzon werpt een zilveren licht
over de slanke punt van de eeuwenoude
Groote Kerk. Bij dit weer wordt half Hol
land gelokt door de drukte van de kaas
markt, en tusschen de keelgeluiden van het
Nederlandsch hoort men de zangerige taal der
Franschen, het gemoedelijke idioom der Rijn
landers en het breedgerekte Engelsch. Op-
koopers en boeren verhandelen. Er worden
vingerdikke zuilen uit de kaas geboord, die
met neus en tong geproefd worden. Daar-
tusschen door bewegen zich mannen in witte
kleeding, de hemden stijf gesteven, op het
hoofd strooien hoeden met lange waaiende
linten: gele, groene, blauwe, roode. Het zijn
de kaasdragers. Wanneer de koop gesloten
is en door handslag bekrachtigd, komen zij
in actie. Op berries in verschillende kleuren
worden minstens 80 kazen, elk van vier pond,
weggedragen. Naar het waaghuis! Daar
wachten zware weegschalen met even zware
gewichten. Het gewicht wordt zorgvuldig
genoteerd. Heden zoowel als voorheen
heerscht hier het principe, zooals dat in
fraaigekrulde letters nog uit den tijd van den
80-jarigen oorlog op de muur prijkt: „Een
valsche waghe is den Heere eenen grouwel.
daar en teghen een vol ghewicht is syn wol-
behagen!" Uit de vlak daarbij op een groot
bord opgeteekende omzetten blijkt, dat met
zulke goede oude koopmansprincipes nog
sfeeds de beste zaken gedaan kunnen wor
den. Wel is de wereldcrisis niet spoorloos
aan de Edammer voorbijgegaan: de tegen
woordige omzet op de wekelijksche markt
van ongeveer 360.000 to< 400 000 pond, dat
zijn ongeveer 100.000 kazen, is slechts twee
derden van den vooroorlogschen omzet.
De Duitscher, die met zooveel belang
stelling het leven en bedrijf van de Alk
maarsche kaasmarkt volgt, wordt dan aange
klampt door een vliegenden handelaar, die
hem een kaasje w:l verkoopen en die een
werklooze, die in Hamburg het koekebak-
kersvak leerde, blijkt te zijn. Men bespreekt
de mogelijkheid, een baantje als kaasdrager
te krijgen. Daarop wordt den Duitscher
uitgelegd, dat dit eereberoep alleen door ge
boren Alkmaarders mag worden uitgeoefend
en dat die kleuren van linten, berries en ge
wichten de gilden van dit beschermde bedrijf
aanduiden. Dan wordt de Duitsche bezoeker
meegenomen naar een kaaspakhuis.
De leek kijkt hulpeioos rond. Hem zijn al
die duizenden en duizenden kazen precies
gelijk aan elkaar. Maar er zijn fijne ver
schillen. Daar zijn de jonge kazen; één tot
twee maanden oud, die door Duitschland
gevraagd worden; daarginds, reeds een
beetje grijzer, liggen de meer belegen kazen,
drie tot zes maanden oud, waarvoor Frank
rijk zich interesseert; de negenmaandskazen,
en die van meer dan twee jaar oud worden
uitsluitend naar Engeland verzonden.
Ten slotte wordt de bewondering van den
bezoeker opgewekt door het verfraaiïngs-
proces, dat de naar het buitenland verkochte
exemplaren ondergaan, wanneer op een
draaischijf de schimmelige korst wordt ver
wijderd, en de kazen er na een bad in paraf
fine glanzend rood uitzien. Eindelijk maakt
hij ook nog kennis met de speciale behande
ling voor verzending naar de tropen, waar de
Edammer kaas, die men ook in overzeesche
gebieden niet missen wil, in een prachtig
décor verschijnt;
JUooinciaal Tlieuws
Voortzetting inpoldering verant
woord geacht.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer betreffende het ont
werp van wet tot vaststelling van de begroo
ting van inkomsten en uitgaven van het Zui-
derzeefonds voor het dienstjaar 1935.
Wij lezen er o.a. in:
Al dient volgens aan voortzetting der in
poldering het gezond maken van de Rijks
financiën vooraf te gaan, zulks zal niet be
hoeven te beletten, onmiddellijk door te
gaan met de uitwerking van de plannen tot
inpoldering van den N.O.-polder; bereids is
opdracht gegeven tot het met bekwamen
spoed voorbereiden van een volledig uitvoe
ringsplan met daarbij behoorend financieel
werkprogram.
Zoodra de regeering het oogenblik geko
men acht, de werkzaamheden ten plaatse
aan te vangen, zal de minister niet nalaten
gevolg te geven aan de herhaaldelijk geda
ne toezegging om te komen met voorstellen
tot uitvoering van bepaalde werken voor de
Noordoostelijke inpoldering en daarbij een
uiteenzetting te geven van de mogelijkheid
het plan zóó uit te voeren, dat de kosten van
landaanwinning ongeveer 2500 per H.A.
(behuisd) zullen bedragen.
De minister meent, dat het aangaan van
een verplichting tot een jaarlijksche uitgave
van 10 a 12.000 voor de inpoldering,
verantwoord mag worden geacht.
In aanmerking dient te worden genomen,
dat indien met de uitgifte van gronden in
de Wieringermeer in hetzelfde tempo wordt
voortgegaan als thans, d.i. 2500 tot 3000
H.A. j>er jaar, te zijner tijd een te langdurige
onderbreking daarvan zal intreden, indien
niet tijdig cultuurrijpe gronden in den N.O.-
polder beschikbaar kunnen worden gesteld.
De minister stemt in met het gevoelen,
dat gestreefd moet worden naar het zoo
spoedig mogelijk verlagen van het peil van
het IJselmeer beneden het thans nog gehand
haafde hooge peil van 13 c.M. N.A.P.
Daarvoor zijn echter nog verschillende maat
regelen noodig in verband met de landsver
dediging, de scheepvaart en de waterverver-
sching, bepaaldelijk van de Amsterdamsche
grachten, bij welke maatregelen ook weder
de belangen der drinkwatervoorziening,
waarvan boven sprake was, betrokken zijn.
Wieringermeer.
De tijdelijke Staatsexploitatie in de Wie
ringermeer, totdat de gronden voldoende
cultuurrijp zijn, zal niet langer worden
voortgezet dan noodzakelijk is.
De minister kan slechts herhalen, dat de
inrichting van het werkdorp door de stich
ting „Joodsche Arbeid" inderdaad ten doel
heeft een tijdelijke voorziening te treffen, ten
einde aan Duitsche Joodsche jongelieden
een onderkomen te verschaffen voor de oplei
ding tot een werkkring elders, met name in
Palestina. De medewerking, welke de regee
ring daarbij verleent, draagt eveneens een
tijdelijk karakter. Indien derhalve na afloop
van de tegenwoordige pacht, waarbij in ge
lijke mate als bij de overige pachten in de
Wieringermeer een pachtsom wordt geheven
en voldaan, een verzoek om verlenging
mocht worden gedaan, zal de regeering ge
heel vrij staan in haar beoordeeling. Van
tewerkstelling van Joodsche uitgewekenen
bij boeren buiten het werkdorp is niets be
kend.
Een wetsontwerp tot reorganisatie van de
diensten en lichamen, bij de Zuiderzeewer
ken betrokken, kan zeer spoedig aan de Sta-
ten-Generaal worden voorgelegd.
Dat het zuigen van schelpen, waardoor
het weerstandsvermogen van de Texelsche
kust zeer zou zijn verminderd, invloed heeft
op de geulvorming langs de kust is een on
derstelling, welke de minister niet aanneme
lijk acht.
Dat de afdeeling „Schermeer" van
den Bond van boerinnen en andere
plattelandsvrouwen in een behoefte
heeft voorzien, bleek wederom Woens
dagavond uit de groote opkomst der
leden in café Kamsteeg.
De voorzitster, mevr. van der Laan,
toonde zich hierover zeer verheugd en
sprak een woord van welkom speciaal
tot de medewerkenden van dien avond.
Ingekomen was een brief van mevr.
ReuseMeins waarin zij schreef, dat
wegens «omstandigheden de lessen in
het koken op de electrische kachels pas
in het najaar gegeven zullen worden. De
bond Landbouw en Maatschappij had
bericht gezonden over den in Assen
te houden landdag ter gelegenheid van
de huldiging van den heer Jan Smit.
Een bestuursvoorstel om gezamelijk
daar heen te gaan werd door mevrouw
v. d. Wal becritiseerd. De bond en de
afdeeling willen politiek buiten geding
houden, zij wenschte daaraan trouw te
blijven. Mevr. Klerk stelde voor buiten
de afdeeling een gezellig clubje te vor
men, en tot 1 Juli de gelegenheid van
aangifte te geven, waartoe besloten
werd.
Met algemeene stemmen werd de voor
zitster bij een vrije verkiezing herkozen,
in de plaats van mevr. Schermerhorn
Kleinschmidt die wegens gezondheids
redenen bedankte, werd mevi. Korver
benoemd.
De secretaresse, mevr. GlijnisScher
merhorn, bracht een gezellig verslag van
de in Utrecht gehouden hoofdbestuurs
vergadering uit.
Na eenige liederen met sritaar-begelei-
ding van de dames Gerritsen en de Geus
kreeg mevr. Kruimel—Stakman het
w jord over „de Vredesgedachte." In een
met diepe overtuiging uitgesproken rede
schetste de spreekster 't ontstaan van het
loe^ en de ellende na den oorlog. Hare
n eening, dat de vrouwen die het leven
d agen en de jeugd het meest kunnen
beïnvloeden, de sterkste tegenweer voor
een oorlog kunnen vormen, wist zij op
de luisteraars over te irengen. Eenige
citaten uit verschillende tijdschriften
maakten indruk. Spreekster, innerlijk
overtuigd van de macht der gedachte,
drong er op aan, de gedachten te richten
naar den heiligen vredeswil.
Na eenige discussie werd het contri-
óutievraagstuk geregeld.
Mevr. Heringa deelde mede, dat de
vischverkoop tot het najaar wordt stop
gezet. Men was van oordeel, dat de waar
aan de eischen had voldaan.
Mevr. Klerk leerde op aanschouwelij
ke wijze, hoe men op de machine kan
blijven naaien zonder de spelden uit de
stof te verwijderen.
Het was al laat toen de voorzitster met
eeu woord van dank aan allen, nadat
het bondsliedje gezongen was, deze bij
eenkomst sloot.
Verbindingen van Rotterdam
met Amsterdam en den Helder.
Gistermiddag is te 's-Gravenhage onder
voorzitterschap van jhr. Von Fisenne de
48ste autobuszitting gehouden van een com
missie uit Ged. Staten van Zuidholland.
Behandeld werd o m. een verzoek van de
firma gebrs. Van Koningsbruggen, Loods-
racht 22, Den Helder, om vergunning tot
et in werking brengen van een autobus
dienst van Den Helder over Haarlem, Oegst-
geest, Den Haag en Delft, naar Rotterdam en
omgekeerd.
Mr. Van Leeuwen, uit Alkmaar, onder
steunde het verzoek, waarvan inwilliging een
groot belang is voor Den Helder, dat voor
95 pet. uit marinemenschen bestaat, van wie
velen aan het einde der week naar hun fami
lie, elders, gaan, maar dan slechte treinver
bindingen hebben.
De verzoekster zelf stelt vervoerverboden
voor, waardoor voorkomen wordt, dat be
staande tramondernemingen e.d. door con
currentie als gevolg van inwilliging van het
verzoek schade zouden lijden.
Van de spoorwegen verklaarde zich mr.
De Bruyn tegen inwilliging van het verzoek.
£cuuL enJmtdouw
Bezwaar tegen formuleering van
Nederlandschen kant.
Het bericht van den regeerings-persdienst,
dat ons voor ons nummer van gisteren ge
werd over het afbreken van de onderhande
lingen te Berlijn, eischt in verschillende op
zichten rectificatie.
Leider van de Nederlandsche delegatie
was mr. L. A. Ries. Men was het inderdaad
na langdurig moeilijk onderhandelen vrij
wel eens geworden en beide partijen hadden
ieder voor zich zelf een ontwerp-redactie ge
maakt van het verdrag. Daarvan verwachtte
men ternauwernood nog moeilijkheden. In
ieder geval echter stond het reeds vast, dat
onze delegatie Woensdagavond zou terug-
keeren, daar zij Donderdagmorgen in Den
Haag terug moest zijn. Niet uit zekerheid
omtrent het slagen waren de plaatsen in den
trein gereserveerd, maar omdat het vertrek
niet langer kon worden uitgesteld. Het be
zwaar tegen de formuleering kwam niet van
Duitschen kant, maar van Nederlandsche
zijde. Zooals gemeld is, was in de Duitsche
redactie een punt opgenomen dat om zijn
principieele beteekenis voor de Nederland
sche delegatie ten eenenmale onaannemelijk
was. Dit punt was bij de onderhandelingen
op deze wijze niet ter sprake gebracht. Daar
men voor Woensdagavond niet over deze
moeilijkheid heen was gekomen, is onze de
legatie zonder verdrag huiswaarts gereisd,
zooals te voren het plan was.
Het Ned. Correspondentiebureau meldt
nader:
Om te verhinderen, dat een Donderdag
avond in de dagbladen verschenen minder
juist bericht over het afbreken van de trans
feronderhandelingen met Duitschland, de
oorzaak wordt van onjuiste voorstellingen
omtrent het verloop van zaken, wordt ons
nog het volgende medegedeeld:
Het principieele punt, dat tot de moeilijk
heden en daarmede' tot het opschorten der
onderhandelingen heeft gevoerd, heeft de
Nederlandsche delegatie in het geheel niet
op het laatste oogenblik verrast; het was tij
dens het vergelijken van de door de Neder
landsche en door de Duitsche zijde opgestel
de verdragsteksten reeds Zondagavond aan
den dag getreden, daar uit den Duitschen
tekst bleek, dat een eisch werd gesteld, waar
over tijdens de mondelinge onderhandelingen
niet was gesproken. Zoowel Maandag, Dins
dag en Woensdag is over dit punt uitvoerig
gedelibereerd.
De leider van de delegatie, mr. Ries, had
van zijn chef. den minister van financiën,
reeds tien dagen geleden om reden van amb
telijken aard, opdracht gekregen, om in elk
geval op 6 Juni weer in Den Haag terug te
zijn. Indien de onderhandelingen, die dan
drie weken zouden hebben geduurd, nog niet
geëindigd zouden zijn, zouden zij in Den
Haag moeten worden voortgezet. Dit werd
dan ook reeds 10 dagen geleden aan de Duit
sche delegatie medegedeeld, die alle mogelij
ke medewerking verleende om de onderhavi
ge zaak nog voor 6 Juni te doen afloopen.
Zulks zou dan ook het geval zijn geweest,
indien de delegatie het omtrent het bekende,
principieele punt eens had kunnen worden.
Had de leider van de delegatie op grond
van zijn overtuiging, dat dit concept-verdrag
niet behoorde te worden geparafeerd, ge
meend, dat onderhandelingen over het be
kende punt, dat drie dagen lang van alle
kanten door de beide partijen was bespro
ken en voorzien, nog zouden baten, zonder
in strijd te komen met de Nederlandsche
waardigheid, dan zou hij dit om een spoor
kaartje zeker niet hebben gelaten en gemak
kelijk den minister van financiën telefonisch
verlof hebben kunnen vragen, nog langer in
Berlijn te blijven.
Donderdag heeft in Den Haag de Alge
meene Nederlandsche Zuivelbond (F.N.Z.)
onder leiding van zijn voorzitter L. F. Brit
zei, Usquert, vergaderd.
Er was voor deze vergadering nogal be
langstelling van de leden. Onder de aanwe
zigen bevond zich ook de inspecteur van het
veeteelt- en zuivelwezen, ir. H. G. A. Leignes
Bakhoven.
De uitvoerige mededeelingen van den se
cretaris, den heer J. A. Geluk, betroffen ver
schillende onderwerpen.
In den afzet der zuivelproducten, waarin
op het einde van het vorige jaar eenige ver
betering viel waar te nemen, zoodat half
Januari het mengpercentage van boter in de
margarine tot 15 pCt. kon worden terugge
bracht, is sindsdien weer verslechtering ge
komen. De verminderde export naar Duitsch
land en de toenemende productie in de
eerste 4 maanden van dit jaar meer dan 14
pCt. hebben de prijzen weer doen dalen.
De eenigszins stijgende boterprijzen van
de laatste weken worden veroorzaakt door
de betere positie waarin de Engelsche markt
verkeert en de gelegenheid sedert 13 Mei om
boter in de koelhuizen op te slaan.
Bij vergelijking van de boterprijzen met
die van het vorige jaar, dient men er op te
letten dat deze verleden jaar als gevolg van
de compensatieregeling bij den export naar
Engeland en België wel iets hooger zijn ge
weest dan anders het geval zou zijn ge
weest. De prijs zal daardoor in werkelijk
heid niet zoo heel veel verschillen van dien
van verleden jaar.
De kaasprijzen zijn zoo laag dat de pro
ductie van 20 en 30 klaas niet meer de
onkosten kan dekken. Op de ondermelk,
daarin verwerkt, moet geld worden toegege
ven. De oplossing van het ondermeikvraag-
stuk is nog moeilijker dan van het botervet.
Ter vergrooting van het afzetgebied van
melk en melkpoeder en ter ondersteuning van
de melkbroodactie heeft men vanaf half
April de bakkerijen in de gelegenheid gesteld
zich van goedkoope melk te voorzien
Het zijn vooral de Duitsche betalings
moeilijkheden die voor onze zuivelmarkt fu
nest zijn. Niet alleen de prijsverlaging maar
vooral ook het teloor gaan van onze oude
zakenrelaties zijn hiervan de gevolgen.
'Voor zoover het den export binnen het
raam der betalingscontingenten betreft, zou
dit niet noodig zijn, indien men de garantie
regeling in stand had gehouden, die van 24
Sept. 34 tot 7 Febr. 35 voor de zuivelproduc
ten gold.
Het is te hopen dat de regeering spoedig
tot herstel van deze risicoregeling overgaat,
opdat tenminste kan worden uitgevoerd, wat
volgens de betalings-contingenten nog moge
lijk is.
De plannen, welke het vorige jaar door
het C.Z.B. ontworpen zijn om te komen tot
een betere verdeeling van lusten en lasten
der contingenteering, hebben nog geen resul
taat opgeleverd.
Gememoreerd werd het meerdere overleg
dat thans plaats heeft met de drie Centrale
Landbouw Organisaties. Als eerste resultaat
hiervan is het vet-vraagstuk opnieuw in stu
die genomen.
Ümilteim
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
-
51
„Je hebt me gezegd, dat de baron in den
Duitschen Geheimen Dienst is. Heb je Fur-
ber wel eens met den baron samen gezien?"
„Ze hebben elkaar misschien wel eens bij
mijn moeder thuis ontmoet".
„Valda, wees eerlijk tegen me. Bedenk dat
je de dochter van 'n Engelsch marine-offi
cier bent. Het is van veel belang dat ik te
■weten kom of er connecties bestaan tus
schen Furber en den baron. Er moet een
spion zijn, een officier van de Engelsche
marine".
„Verdenk je Furber?"
„Ja", zei hij kortaf.
„Heb je daar reden voor? Het is een
heel ernstige beschuldiging, die je daar
doet. Menigeen zou denken, dat je hem ver
denkt uit jalouzie tenzij je bewijzen
hebt".
Ze zweeg in afwachting.
„Ik heb geen bewijzen maar ik geloof,
dat jij ze hebt", voegde hij er bij.
Doch zij lachte slechts en het was van
opluchting. Ze verlangde op het oogenblik
niet, dat Furber zou worden ontdekt, want
dan zou de verbreking yan zyn xerloying
met Stella het gevolg zijn. Die verloving
moest duren tot zij tijd gehad had om Guy
geheel in te palmen.
„Ik geloof, dat Fuiter dat draadlooze
rapport aan den baron heeft gegeven", ging
hij voort.
Valda gaf geen blijk van verrassing. Ze
was gewoon haar gedachten te verbergen en
glimlachte heel oprecht.
„Het zou eenig zijn als je dat kon bewij
zen. Dan zou er geen reden meer zijn om
dit ellendige spionnenwerk voort te zeggen.
Je moet het wel haten".
„Het is geen prettig werk, maar al zou
mijn naam vanavond schoon gewasschen
werden, dan zou ik er toch mee doorgaan".
„Hoe is dat mogelijk?"
„Er is nu geen tijd om mijn beweegrede
nen uit te pluizen. Er staat vooveel op het
spel, dat ik geloof dat zelfs spionnenwerk
nu eervol is. Eerst haatte ik er mezelf om,
maar nu kan het me niets meer schelen. Er
staan groote dingen te gebeuren en ik ben
blij, dat ik mijn land kan helpen".
„Ik had gedacht, dat je geen excuus voor
een spion zoudt vinden".
„Dat hangt af van de motieven, die de
spion heeft. Als het uit liefde voor zijn land
is
„Of uit haat jegens een ander land", viel
zij hem snel in de rede.
„Neen, dat zou geen excuus zijn alleen
patriottismeJe hebt mij mijn vraag
over Furber nog niet beantwoord
„Dat kan ik ook niet. Laten we over wat
anders praten. Wil je, dat ik morgen den
admiraal ga bezoeken?"
„Goed. Ik zal thuis blijven tot je telefo
neert. Nu moet je weggaan, ik ben moe".
Hij stond dadelijk op en zij ging met hem
mee naar de vestibule.
„Ik heb je belofte, Valda", zei hij ernstig.
„Je hebt vanavond een groot geheim
gehoord. Zul je zwijgen?"
„Ja, op één voorwaarde", zei ze.
„En die is?"
„Dat je me kust".
Hij keek haar ernstig aan en raakte toen
haar voorhoofd met zijn lippen aan. Maar
ze sloeg haar armen om zijn hals en kuste
hem hartstochtelijk.
„Het zegel op mijn belofte. Goeden nacht,
Guy".
„Goeden nacht, Valda", antwoordde hij
nerveus.
Hij raakte zijn gezicht met de hand aan
toen hij op straat was, want zijn wangen
brandden. Die laatste kus, daar kon hij
niets aan doen, maar de anderenHij
verweet zichzelf opnieuw wat er gebeurd
was. Hij zag in, dat hij met bijna duivelsche
handigheid in de verleiding was gebracht
en dat weinig mannen de verzoeking zouden
hebben kunnen weerstaan.
Hij liep langzamer toen hij dacht aan de
groote gebeurtenis van dien avond, Valda
had zijn geheim ontdekt. Zou de admiraal
hem kwalijk nemen wat er gebeurd was?
Hij had haar niets verteld, maar zij had
juist geraden Misschien zou Sylvester thuis
zijn en hij verlangde er naar te praten met
iemand, aien hij vertrouwen kon. Hij ver
haastte zijn tred en was blij, te zien, dat er
licht was in de zitkamer.
Sylvester, die zijn vermomming had af
gelegd, zat in een leunstoel met een pijp
tusschen de lippen en een whisky soda
naast zich. Hij was zeer benieuwd naar wat
er gebeurd was, maar deed geen vragen.
Valda Glyn was een buitengewoon verstan
dige vrouw en hij kon er op rekenen, dat zij
geen fouten zou begaan. Hallam ging zitten
en stopte machinaal zijn pijp.
„Heeft u me iets te vertellen?" vroeg
Sylvester.
„Heel veel. Juffrouw Glyn weet alles. Ik
zweer u, dat het niet mijn schuld is. Zij
heeft het in haar macht om mij volkomen
te verraden.
„Dat zal ze niet doen", antwoordde Syl
vester vlug.
„U schijnt niet eens zoo verbaasd te zijn.
Ziet u wel in hoe ernstig of het is? Ik wil,
dat de admiraal haar morgen spreekt".
„Een prachtig idee... Juffrouw Glyn is
een zeer mooie vrouw, een buitengewone
vrouw".
„Dat ben ik met u eens".
„Een vrouw met diepe hartstochten. Zult
u me niet onbescheiden vinden als ik door
ga?"
„Ga verder, als het u blieft", antwoordde
Guy, een weinig koel.
„Als zij een man liefhad, zou ze bereid
zijn elk offer voor hem te brengen. Ze zou
gewillig haar leven voor hem geven".
„Dat geloof ik wel".
„Ze zou niets doen om den man, waar ze
van hield, te benadeelen. Begrijpt u wat ik
bedoel?"
Guy antwoordde niet, maar hij was rood
geworden.
„Fr is niets om je over te schamen, wan
neer men de liefde van een vrouw heeft
veroverd. In dit geval is het een groot ge
luk voor Engeland. Begrijpt u me?"
„Ik geloof het wel, maar ik haat de ge
dachte om iets verschudigd te zijn aan
aan
„Aan een vrouw. Maar in het spel, dat
wij spelen, is het uw plicht van ieder voor
deel partij te trekken. Ik heb u gezegd, dat
juffrouw Glyn een vrouw is met diepe harts
tochten. Zooals ze liefheeft, zoo zal ze ook
haten. In een jaloersche bui acht ik haar
tot alles in staat. Het is daarom maar ge
lukkig, dat juffrouw Cameron niet in Lon
den is. Zal ik het eens ronduit zeggen?"
„Ik houd niet van dit gesprek. Ik vind
het niet in den haak"
„Maar het is noodig. U moet oppassen,
dat u juffrouw Glyn niet beleedigt. Ik vraag
u niet om haar het hof te maken
„Als u dat gedaan had, zou ik u de ka
mer hebben uitgegooid. Ik mag dan een
spion zijn, maar ik ben nog niet heelemaal
een ploert", viel Guy driftig uit.
„Zullen we over wat anders praten?
Heeft u al een manier bedacht om de oor
logsplannen in uw bezit te krijgen een
manier, die de baron en de prins natuuurlijk
overtuigend zullen vinden?"
„Alleen door de brandkast in de kamer
van den admiraal te forceeren. Ik kan den
baron zeggen, dat ik hulp moet hebben. Hij
zal wel zijn menschen van allerlei soort
hebben en dus ook wel een, die inbrekers
werktuigen kan hanteeren. Ik zal den baron
voorstellen, dat ik 's nachts met zoo'n kerel
tracht in te breken".
.(Wordt yervojgd);.