DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De „nieuwe regeering" van Engeland. ^Buitenland Ho. 136 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 12 Juni 1935 137e Jaargang DxujeUihsch Wal MacDonald in t93i waarschijnlijk gewild had en waarom dat zoo volledig mislukt is. Andere wijzigingen. 1Val vandaag de aandacht trekt ALKMAARSGHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Exit MacDonald, als Prime Minister Maar op een zeer ongewone wijze, die in de Britsche politiek haar weerga zelfs misschien niet heeft, zegt de N. R. Crt. en zij vervolgt: Want hij blijft in de regeering, waarin hij den tot nu toe door Baldwin ingenomen post van Lord President of the Couneil zal inne men. Volgens de ongeschreven grondwet der Britsche politiek is Prime Minister de leider der sterkste partij. Deze kan, als Baldwin in 1931, van dat recht afstand doen wanneer andere overwegingen, coalitieoverwegingen bijvoorbeeld, hem dat dienstig doen toeko men, maar wanneer met zulk een coalitie niet alles in den haak is, of de Prime Minis ter niet'tot de sterkste partij behoort en haar ontevredenheid opwekt, ligt het voor de hand, dat de coalitieoverwegingen op den duur niet sterk genoeg zijn om de afwijking van den regel voor de sterkste partij verdra- gelijk te maken. Dat hebben wij met betrek king tot de zoogenaamde nationale regeering zien gebeuren. Het sterkste verzet van vele conservatieven gold ongetwijfeld Sir John Simon, maar de onwenschelijkheid, dat aan het hoofd der Britsche regeering juist in de zen tijd een man stond, die niet ae leider der sterkste partij was en zich ook niet als een man van wil, kracht en inzicht kon doen gelden, is den conservatieven langzamer hand te scherp bewust geworden om ook tegen MacDonalds premierschap geen be weging gaande te maken. Als Baldwin zelf een strijdbaarder man was en zijn positie minder aan de kracht van zijn partij dankte, had ik kunnen zegg i: de majordoom heeft den „roi fainéant" nu opzij geschoven. Als MacDonald nu nog eenige maanden als ma jordoom gaat optreden, dan is dat niet gelijk Baldwin het gedaan heeft, maar als de majordoom van een vorst die zelf het bestuur in handen heeft en hem niet meer macht ver gunt dan hij dienstig zal achten. Waarbij de opmerking nog moet gemaakt worden, dat de majordoom zelf weinig meer zal gevoelen, of kans zal krijgen, om zich persoonlijk te laten gelden, daar zijn aftreden zijn on macht daartoe juis tot oorzaak gehad heeft. Het jaar 1931 Het kan haast niet anders, of MacDonalds verdwijnen, en tenzr wonderen gebeuren, voorgoed verdwijnen als Prime Minister dwingt ons tot een terugblik naar 1931, toen hij door zijn stukslaan van zijn eigen La- bour-regeering, en zijn coalitie met de con servatieven en de liberalen plotseling een zoo veel sterker houding aannam. Diegenen heb benben waarschijnlijk gelijk, die meenen, dat MacDonalds heele politiek van zomer 1931 van de misplaatste hoop uitging, dat het onder de toen bestaande omstandigheden mogelijk zou zijn om uit conservatieven, libe ralen en labourmannen een permanente pro gressief gezinde centrale partij te stichten, waarvan hij zelf het hoofd zou zijn en die Groot Britanje veilig door de groote moei lijkheden van dezen tijd zou kunnen loodsen. Wij kunnen nu zien, dat de bedoelingen der conservatieve partij, althans van een groot deel onder haar leden, van den beginne gansch anders waten en dat MacDonalds kansen dus reeds van den aanvang af zwak stonden. Veel zou echter anders afgeloopen zijn, wanneer de werkelijke MarDonald van MacDonalds zelfvoorstelling niet zoo veel verschild had, en MacDonald op de twee ge wichtigste momenten van de eerste coalitie periode zich den man getoond had, die hij voor het slagen van zijn plannen had moeten zijn. Het eerste en gewichtigste moment was zijn bukken voor den na wat voorafgegaan was onbehoorlijken aandrang uit de conser vatieve partij om een toen volkomen onnoo- dige algemeene verkiezing te beginnen, waarmee de conservatieven uits' uitend ten doel hadden partijvoordeel te behalen, terug te komen met een meerderheid die hen tot de ware meesters der coalitie zou maken Ik ben overtuigd, en velen zijn het met mij, dat MacDonald, als hij een kerel geweest was, toen slechts met onmiddellijke verbrijzeling der coalitie het behoeven te dreigen om dien aandrang meester te worden. Van het oogen blik, dat hij daartoe niet bereid of in staat was, kon men zijn rol als werkelijk hoofd dei coalitieregeering, kon men zelfs die coalitie regeering als wezenlijk afgedaan beschou wen. Het tweede moment kwam, toen de conservatieven hun nieuwe meerderheid ble ken te willen gebruiken voor de verwezenlij king van een protectionisme, waarvoor zij het mandaat niet gekregen hadden en Mac Donald hun ook daarin zonder eenigen weerstand van 'beteekenis hun zin gaf. Het dreef een Snowden, later ook de onder Sa- muel staande liberalen uit de coalitie en maakte deze aldus tot een smadelijke karika tuur van de werkelijke nationale regeering die zij had moeten zijn om aan de bij de meeste niet-conservatieven bestaande ver wachtingen te beantwoorden. De zoogenaamde coalitieregeering heeft sindsdien een politiek gevoerd waarin het een toer zou zijn, elementen aan te wijzen die er niet geweest zouden zijn, wanneer zij uitsluitend uit conservatieven bestaan had. MacDonald was een paradeleider geworden en is dat gebleven tot het oogenblik, dat de politieke eischen het voor de conservatieven zelf wenschelijk gemaakt hadden dat de re geering onder haar werkelijken leider te staan kwam. MacDonald's zonder twijfel niet onberispelijke gezondheid heeft het mo gelijk gemaakt zijn verdwijnen zonder uiter lijke pijnlijkheid te doen plaats hebben. Een machtsverschuiving naar de conservatieven. Wij mogen veilig aannemen dat zijn poli tieke rol hiermee uitgespeeld is. Maar dat de werkelijke leiding alleen bij Baldwin lag en dat zijn nieuwe kabinet van het oude niet wezenlijk verschilt, sluit dan ook uit, dat wij van het nieuwe kabinet iets nieuws te ver wachten zouden hebben. Men moet erken nen dat Baldwin door de omstandigheden de handen zeer gebonden waren. Zoolang hij de coalitie in stand wilde houden waar lang niet alle conservatieven het mee eens zijn mocht hij 't aandeel der beide ande re partijen niet te zeer verzwakken. Hoewel zij er in ledental zelfs op vooruitgegaan zijn, gebied de werkelijkheid te zeggen dat zij nochtans verzwakt zijn. De andere partijen, of liever partijtjes, hielden de posten van Prime Minister, van Foreign Secretary en van Lord Chansellor, drie der allerbelang rijkste derhalve. Alle drie zullen thans door conservatieven ingenomen worden. Dat be wijst, dat er wel degelijk een machtsverschui ving ten gunste van de conservatieven plaats gehad heeft. Zonder deze zouden de laatsten dan ook zelfs tijdelijk niet bevredigd ge weest zijn. Over Lord Sankey's heengaan valt weinig te zeggen. Een oppositieblad zegt dat hij opgeofferd is, maar het heette al in 1931 dat Sankey voor de politiek wei nig of niets voelt en alleen uit praktische overwegingen aangebleven was. Wat Simon betreft, den laatsten tijd heeft hij minder aanleiding tot kritiek gegeven dan in de eerste jaren van zijn bewind. Uit zijn ge prikkelde reactie op den eersten Stresadag te gen sommige van zijn in Londen gebleven medeministers viel zelfs af te leiden, dat hij ter wille van de collectieve veiligheid iets ver der wilde gaan dan de laatsten oorbaar achtten. In de eerste jaren echter had Simon het vertrouwen in zijn buitenlandsch beleid blijkbaar al voor goed bedorven, en daar geen reden bestaat aan te nemen, dat hij bijvoorbeeld in de Chineesch-Japansche kwestie in eenig opzicht anders gehandeld heeft dan het Britsche kabinet in zijn geheel hem opgedragen had, zal het wel, behalve zijn niet-conservatief-zijn, voornamelijk zijn wijze van optreden en de vorm waarin hij de besluiten van het kabinet uitwerkte, ge weest zijn wat hem zoo impopulair gemaakt heeft, ook bij hen, onder wie zoovelen tegen den inhoud van zijn bewind moeilijk be zwaar konden gevoelen. Wat wij in Hoare krijgen, is totaal onbe kend. Over welhaast de heele linie de oppo sitie inbegrepen, had men Eden liever aan het Foreign Officie gezien dan wien ook. Tegenover het buitenland zou die benoeming van Eden een gebaar geweest zijn. In stede van daardoor positief te kennen te geven, dat de Britsche regeering voor collectieve veiligheid staat, heeft Baldwin thans slechts negatief te kennen gegeven dat Eden's niet- benoeming geen desavoueeren van zijn poli tiek uitdrukt: daarom heeft hij hem lid van het kabinet gemaakt. Dat Eden met de Vol kenbondzaken belast wordt is niets nieuws. Daar kwam zijn post ook tot nu toe op neer. In zooverre is er eenige verandering, dat hij Simon's ondergeschikte was, terwijl hij, als lid van het kabinet, Hoare's gelijke zal zijn en bij de vaststelling van het buitenlandsch beleid als deze een stem zal hebben. Voor het overige is de verandering voornamelijk van Britsch belang. Dat Haiheham van Oorlog en Londonderry van Luchtvaart weggaan, zal wat de wapening aangaat geen verandering in de Britsche politiek te weegbrengen. Aan de zijde der oppositie ziet men in 't bijzonder Londonderry met vreug de vertrekken, al zal men moeilijk veel hoop kunnen stellen op den heer Cunliffe Lister, die er, hoewel onvermijdelijk lid van elke con servatieve regeering, zooals een der opposi tiebladen schrijft, nog nooit in geslaagd is te bewijzen dat hij iets is. Voor de verhou ding tot Ierland of het verder waarschijn lijk wel zoo goed geweest zijn, wanneer men den eveneens onvermijdelijke James Thomas naar een andere plaats van het ministerie voor de Dominiums had doen overwippen. Althans had Baldwin daardoor symbolisch kunnen aanduiden dat hij een betere verhou- idng tot den Vrijstaat wil en niet overtuigd is dat Thomas die verhouding bij gelegen heid door zijn plompheid niet slechter ge maakt heeft dan noodig geweest ware. Ook op dit punt blijft dus alles in hoofdzaak het zelfde. Dat Baldwin, zooals ik al opmerkte, allang het werkelijk hoofd der Britsche re-- geering was en dezelve niet noemenswaard veranderd is, beteekent dat verandering van politiek nauwelijks verwacht kunnen wor den. Moeten de verkiezingen dit najaar plaats hebben, dan is daarvoor ook nog maar weinig tijd van zijn goede voornemens doen blijken door volgens hem voor het aanzien der regeering dienstige zaken op voorhand aan te kondigen. HET GESCHIL TUSSCHEN ITALIË EN ABESSINIE. Laval als bemiddelaar. De diplomatieke medewerkster van 1'Oeuvre meldt, dat men Zaterdag op het Foreign Office nieuwe en zeer pessimistische inlich tingen had ontvangen over de Italiaansche houding inzake Abessinië Mussolini schijnt vastbesloten op een of andere wijze een pro tectoraat over Abessinië in te stellen. Het volkomen nieuwe in de situatie is, dat men thans in alle kanselarijen der groote mogend heden volkomen zekerheid heeft over de Italiaansche plannen om uit den Volkenbond te gaan, als de Bond in een nieuwe bijeen- komst Italië zou veroordeelen, gelijk Groot- Britanje wenscht. De schrijfster acht een dergelijke mogelijkheid zeer ernstig, want als Italië eenmaal Genève heeft verlaten, zou zijn spel met Duitschlar.d en Polen veel sterker staan. Voor Laval is daarom de taak weggelegd óm langs diploraatieken weg te verhinderen, dat het Abessijnsche vraagstuk opnieuw voor den Volkenbond komt door het Italië gemakkelijk te maken op "en of andere wijze met Abessinië tot een modus vivendi te ko men, zegt de schrijfster. Het Fransche belang eischt zulks, Italië concessies te doen door het vervoer van wapens op den spoorweg van Dzjiboeti naar Addis Abeba stop te zetten, gaat niet. Maar Frankrijk zou bij den keizer kunnen bemidde len en b.v. kunnen verkrijgen, dat Italië een klein deel van de hoogvlakte zou krijgen en vergunning om een om een spoorweg aan te leggen van zijn eene kolonie naar de andere door Abessinië heen. Men zou er Addis Abeba van kunnen overtuigen, dat het wen schelijk is een verdrag van eeuwige vriend schap te sluiten met Italië. De groote moeilijkheid (zoo zegt de schrijfster ten slotte) komt niet van Frankrijk, want dat zou om tal van redenen niet vijan dig staan tegenover Italiaansche expansie in Abessinië. De moeilijkheid zit in de grenzen, die Engeland aan de Italiaansche actie stelt. Engeland wi' tot nog toe onder geen voor waarde toestaan, dat Italië het meer Tana, dat zijn katoenplantages (in Soedan en Egypte) besproeit, nadert. En het schijnt overbodig er bij te voegen, dat het belang van ons land eischt in alle kwesties nauw aan Engeland gebonden te blijven. Aankomst van Italiaansche troepen in Eritrea. Gisteren zijn te Massawa in Italiaansch Eritrea, de Italiaansche stoomschepen Italia en Cortelazzo aangekomen, met groote hoe veelheden materiaal en troepen, bestemd voor de versterking van de Italiaansche strijdkrachten in Oost-Afrika. Na een verblijf van ongeveer een maand in de provincie Harar is Keizer Hail Selassie naar de hoofdstad Addis Abeba terugge keerd. De berichten in de buitenlandsche bladen, dat op den keizerlijken trein een aan slag zou zijn gepleegd, worden officieel tegengesproken. Grensversterking in de Britsche koloniën? Uit Alexandrië in Egypte wordt aan de Giornale d'Italia gemeld, dat het groote Ara bische blad Ahram een bericht publiceert volgens hetwelke de Britsche militaire autori teiten in Egypte, in tegenstelling met de be weringen van Londen, waarin bewapening ontkend worden aan de grenzen der F.ngel- sche koloniënen Abessinië, bezig zijn 100000 soldaten te ontvangen, die uit Egypte zouden komen, teneinde op alle gebeurlijkheden op de grens van den Soedan voorbereid te zijn. DF ONTVOERING VAN GEORGE WEYERHAEUSER. Het Amerikaansche ministerie van justitie maakt bekend, dat op aanwijzing van een der ontvoerders van George Weyerhaeuser, Waley, ongeveer 90.000 dollar van het losgeld gevonden is. Het geld was op een afstand van vijf mijl van Salt Lake City begraven. INTERVIEW MET GOEBBELS. Duitschland's politieke ontwikkeling. De diplomatieke correspondent van de Londensche „News Chronicle" beeft een on derhoud gehad met minister Goebbels, waar bij deze eenige uiteenzettingen gaf over de binnenlandsche politieke ontwikkeling van Duitschland. Goebbeis zeide o.m.: „Tijdens de eerste phase der revolutie kon den overvallen en aanvallen van afzonderlijke personen plaats vinden. Dat is thans niet meer zoo. Dagbladen kunnen alleen worden ver boden op bevel van het ministerie van pro paganda, arrestaties kunnen slechts geschie den door de daartoe bevoegde instanties. Voorts is de controle over tooneel en film ge centraliseerd." De correspondent merkte verder in den loop van het onderhoud op, dat er in Enge land vele personen waren en nog meer in Frankrijk, die vreesden, dat de eenige uit werking van een overeenkomst voor het Westen zou zijn, Duitschland te sterken en aan te moedigen tot avonturen in het Oosten Goebbels antwoordde daarop: (!Men moet zich de garantie herinneren, die wij aan Rus land hebben gegeven. Deze waarborgen wer den gegeven op grond van een vrij besluit en wij zullen ze derhalve in acht nemen, of schoon zij tot stand zijn gekomen onder een regeeringssysteem, dat wij inmiddels ten val hebben gebracht. Geheel afgezien van het feit, dat wij aangezien wij geen gemeen schappelijke grenzen met Rusland hebben, het nauwelijks zouden kunnen aanvallen, zelfs wanneer wij dat zouden wenschen, be staat er nog een belangrijke reden voor ons, het niet aan te vallen. Wij hebben niet den wensch, ons te mengen in Russische aange legenheden. Wij kunnen echter niet toestaan, dat het door Rusland gevoede communisme in ons eigen land den kop opsteekt. Wij ge- looven aan niet-aanvalsverdragen, doch wan trouwen de pacten tot wederziidsche assis tentie Wij gelooven, dat ieder conflict voor zoover dit slechts mogelijk is, gelocaliseerd behoort te worden. Het behoort niet te wot den behandeld door een groep geallieerde soldaten maar door een werkelijke collectivi ieit d:r vo<keren. Wat een Fransch-Duitsche toenadering be treft, zeide Goebbels: „Wij zijn bereid, maar het is thans meer een kwestie geworden van Fransche binnenlandsche politiek. Er zijn sterke mannen noodig om het eeuwenoude wantrouwen te overwinnen. Hitier was in staat eer. overeenkomst te bereiken met Polen, aangezien hij en maarschalk Pilsoedski een weergaloozen invloed op hun lands lieden uitoefenden. Het moest gemakkelijk zijn tot een overeenstemming te komen. Er moet echter een moecig Franschman komen, die het Fransche publiek voor deze gedachte wint en het Fransche volk achter zich brengt. Onder zulke omstandigheden zouden wij een overeenstemming met Frankrijk kunnen bereiken. Hoe langer wij echter ue gedachtewisselingen uitstellen, des te moei lijker is het ze tot een succesvol einde te brengen. ENGELSCHE BLADEN IN ITALIË VERBODEN. De Italiaansche regeering heeft gisteravond een verbod uitgevaardigd voor de versprei ding in Italië van 4 Engelsche dagbladen wegens hun critiek en commentaar op de houding die Italië inzake het conflict met Abessinië aanneemt. Het zijn de Daily Herald, De Manchester Guardian, de Sunday Expres en de London Evening Standard. MERKWAARDIG BEZOEK. Engeland heeft op het oogenblik bezoek van een merkwaardige vrouw, n.1. van haar, die Dillinger, indertijd de openbare vijand nr. 1 in de V. St. aan de politie heeft aange wezen, zoodat zij hem bij het verlaten van een bioscoop kon neerschieten. Marcia Marsh is een Engelsch meisje, dat jarenlang in Amerika gewoond heeft en in dienst van de politie als jongen onder de „gangsters" heeft geleefd. Zeven jaar geleoen was mej. Marsh ver loofd met een agent van de bondspolitie, die te doen had met misdadigers van het wan hopigste soort. Het was toen nog aan de Eolitie wettig verboden, wapens te dragen. >e man had het hoofdkwartier ontdekt van een van de beruchtste misdadigers van dien tijd. Toen hij den man wilde arresteeren, schoot een ander lid van diens bende hem neer. Een paar weken later had mei. Marsh zich aangesloten bij den heer Cordon Fel- lowes, een speurder van een Amerikaansche verzekeringsmaatscnappij. Zij had gezworen, haar verloofde te zullen wreken. Zij bood zich bij de politie aan om zich z.g. revolver meisjes, zooals de handlangsters van de mis- dadigersbenden in Amerika genoemd worden, bij zoo'n bende aan te sluiten. Zes jaar lang leidde zij een avontuurlijk en ge vaarlijk leven. Toen eindelijk 1% jaar geleden, de bondspolitie vergunning kreeg, wapens te dragen en de openbare vijanden van den staat neer te schieten op het eerste gezicht, wist zij dat haar dag gekomen was Zij had ontdekt, dat Dillinger de moordenaar was van haar verloofde en vertoefde maandenlang Do nieuwe Engelsche regeering (Dag. Overzicht.) Het ItaliaanschAbessinisch con flict. (Buitenland.) Weer nieuwe onthullingen te Oss. (Binnenland.) Willem Westerman f. (Binnen land.) Avontuur op den Bergschen Plas; 26 jachten omgeslagen. (Binnen land.) De bokswedstrijd Max Baer— Schmeling in Amsterdam? (Sport.) Mevr. A. AukesTimmer f. (Stad.) (Zie verder eventueel laatste berichten.) onder zijn bende. Dillinger wist zich goed verborgen te houden, maar op een goeden, of liever voor hem kwaden dag besloot hij naar de bioscoop te gaan, om een gangster film te zien. Marcia zag hem de bioscoop binnengaan en waarschuwde dadelijk de politie, die 2'A uur op de loer lag. Toen kwam Dillinger uit de bioscoop en werd als een hond neergeschoten. Mej. Marsh werd dadelijk door de politie naar een veilige en verborgen plaats ge bracht. Later keerde zij naar Engeland terug, waar zij thans te Briston woont. Met Fel- lowes, den man. die haar in het speurders vak heeft opgeleid, zal zij eerstdaags ver schijnen in een z.g. sketch in een bioscoop theater, waar tevens een film wordt vertoond van het optreden van de gewapende bonds politie in Amerika tegen het bende-wezen. HET CONFLICT IN NOORD-CHINA. Nu een vriendschappelijke regeling van het conflict in Noord-China verze kerd is door het aanvaarden door China van alle eischen, heeft de stad van het Japansche garnizoen in Noord-China te Tientsin gisteriddag een conferentie ge houden, aldus elden berichten uit die stad. De conferentie stond onder voor zitterschap van luitenant generaal Oeitsoe, den commandant van het gar nizoen en werd bijgewoond door de staf officieren, generaal majoor Doihara, den chef van de militaire missie te Moekden en twee leden van den generalen staf van het leger, die uit Tokio derwaarts waren gekomen. Op de agenda van de conferentie stond, ten eerste de controle over de uitvoering door China van de Japansche eischen, ten tweede de datum van vertrek van de Japansche garni zoentroepen naar huis en het aankomen van vervangende troepen, ten derde de datum van terugtrekken van het Kwan- toengleger, dat thans samengetrokken is langs de grens tusschen Noord-China en Mandspoerije en ten vierde concrete maatregelen voor de verzekering van samenwerking tusschen China en Japan. NIEUW INCIDENT MET BOLIVIA? Nog steeds geen wapenstilstand. Gisteravond te 23 uur plaatselijke tijd zou de reeds bekend gemaakte wapenstilstands overeenkomst in den Gran Chaco tusschen Bolivia en Paraguay, die door de te Buenos Ayres vergaderende bemiddelaars was ont worpen, worden onderteekend. Nadat Bolivia zich reeds in den namid dag tot dagvaarding der overeenkomst be reid had verklaard, deelde de Paraguaan- sche minister van buitenlandsche zaken en kele minuten voor het vastgestelde tijdstip mede, dat hij de overeenkomst niet kon on derteekenen, aangezien zij gen garanties be vatte en afweek van de aanvankelijk vastge stelde richtlijnen. Hij moest eerst overleg met zijn regeering plegen. Het antwoord van de regeering van Paraguay is nog niet ont vangen. Dit plotselinge incident heeft te Buenos Ayres groote verbazing gewekt. DE AARDBEVING IN BELOETS JIST AN. Tot dussverre zijn 20.000 vluchtelingen uit het door de aardbeving geteisterde gebied per spoor naar andere streken vervoerd. HAGELSTORM IN JAPAN, Een verschrikkelijke storm, gepaard gaande met enormen hagelslag heeft ge woed in de prefectuur Goenra Maandag in den namiddag. Het district Seta werd gedurende een half uur door den hagel geteisterd, waarbij de korrels zoo groot weren als de traditioneele kippeneieren. Door den hagel werden vele vogels en reptielen gedood, terwijl de te velde st lande gewassen zware schade bekwa men.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1