DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De jeugd in het Duitsche Rijk. Sagelij&sch Ojveczicht buitenland r No. 137 Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Donderdag 13 Juni 1935 137e Jaargang De Duitsche jeugd vormt een gelukkiger geslacht met een gemeenschappelijk hoog ideaal. EEN DOELBEWUST LEVEN. Het Japansch-Chineesche conflict. Nieuwe Japansche eischen. Een ultimatum. Japansche protesten. Een bufferstaat tusschen Mantsjoekwo en China. ANTI-JOODSCHE RELLETJES IN POLEN. Eén doode. MIJNONGELUK BIJ AKEN. GRIEKENLANDS EX-KONING. Wil terugkeeren „als onpartijdig scheidsman". TREINBOTSING IN RUSLAND. Vijf dooden. Waf vandaag de aandacht trekt DE „TEMPS" OVER DE REIS VAN BENESJ. OOGST VAN TWINTIG DORPEN. In een kwartier tijds door hagel vernield. DORPSBRAND IN HONGARIJE. MERKWAARDIGE ROUW- PLECHTIGHEID VOOR PILSOEDSKI. HOOG WATER IN TIROL. Vijf dooden. ALKMAARSCHE COURA ea Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. (Van onzen Berlijnschen correspondent). Het is eerste Pinksterdag. Een stralende Zondag, in zonlicht gedoopt. Door mijn straat, langs mijn open venster, marcheert zingend een kleine compagnie van het mooi ste leger, waarover het Nieuwe Duitschland beschikt: de „Bund deutscher Madel", in dit land der afkortingen ,,Bédé-em'' genaamd en als zoodanig onderafdeeling van de millioe- nensterke ,Ha-jot", wat alweer een afkorting, n.1. van „Hitler-Jugend" is. Ik kan 't niet helpen, dat ik deze Hitler- jugend nooit zonder werkelijke ontroering aan het werk kan zien en alle politiek en alle partijgedoe zoo van harte in een hoek schop, als ik de kans krijg, mij onder deze jonge menschen te bewegen, om 't even of het de meisjes of de jongens van Schirak's gewel dige organisatie zijn. Natuurlijk, ik weet het: de nurksen onder mijn lezers hebben al neiging, dezen brief ter zijde te leggen. Laten ze dat liever niet doen. De meesten onder hen zullen zelf kin deren hebben, en mogen zich hierbij bewust worden, dat ze zich óók niet afwenden, als ze door hun eigen huiselijke jeugd met vra gen bestormd, met verlangens overstelpt worden. De Duitsche jeugd is een formidabel heir- leger, een leger van vele millioenen, grooter in getal dan onze heele Nederlandsche be- vollang. En dit heirleger is het geheele Duitsche volk, straks wellicht tachtig mil- lioen zielen sterk, van de naaste toekomst. Hoe die toekomst er zal uitzien, weten alleen de Voorzienigheid en de ouwe joffers die met koffiedik en ei werken. Laatstgenoemden zijn onbetrouwbaar, eerstvermelde laat zich nimmer in de kaart kijken. Het is ons daar om geraden, zelf de oogen open te houden en ons op die onbekende toekomst voor te bereiden. Want als de huidige jeugdgenera- tie volwassen is en de teugels heeft overge nomen, leeft Nederland, en Duitschland leeft. En we zullen ook dan buren zijn, met duizend-en-een gemeenschappelijke belangen. Hitler's groote autosnelverkeersstraten zul len ook naar Nederland voeren, het Rijnwa ter zal naar Rotterdam blijven stroomen, moede Nederlanders zullen aan Duitsche bronnen herstel komen zoeken, zij zullen Rijnschen wijn dTinken, en in onze huizen zal het Duitsche boek in eere gehouden wor den, de onsterfelijke Duitsche muziek zal in onze concertzalen opklinken, en onze studen ten zullen bij den grooten buurmSn leentje buur blijven spelen, alsof er geen 1933, geen nationaal-socialisme, geen zwart-en-wit, geen tijdelijke ontstemmingen geweest waren. De Duitsche menschen, die dan onze vrien den zullen zijn, zijn de Duitsche jongelingen en jonge dochters van 1935. Hoe zien ze er uit? Wat denken ze? Wat doen ze? In welke richting worden ze opge voed? Nu daarover ware heden reeds een stu die te schrijven. Misschien schrijf ik die ook werkelijk nog eens. Maar niet heden! Niet op dezen zonnigen lentedag, die als 't ware aan ons opdringt, dat al dat kleine men- schengedoe van politieke venijnigheid zoo zielig is naast de groote, onmetelijke warm te, die ons allen, pro's en contra's, met stra lende en onpeilbare liefde omvat. De zingende compagnie der jonge dochters Is aan mijn venster voorbijgetrokken. De hooge, blanke stemmen klinken nog na. Een streep van witte blouses lost zich langzaam op in het groen verschiet. Lachende blond- kopjes, zonnebruine gezichten, stramme sportgestalten, op fiksche bloote beenen voortstappend. Een vendel toekomst, moe ders van straks, vrijsters van heden. 7.oo zijn ze in Duitschland, zoo zijn ze in Ne derland. Een gelukkiger geslacht. Maar zoo zijn ook de jongens. Met hun lange, zware trommen, hun vaandels en wimpels, hun schrille pijpermuzick en hun overslaande kornuitenstemmen. Ook bij hen: een gelukkiger geslacht. En nu voel ik: het is niet voldoende, dit als persoonlijken indruk neer te schrijven. Het moet ook toegelicht, zoo mogelijk bewe zen worden. Dat is nu niet bepaald een ge makkelijke opdracht. Ook al moet ik tot mijn verdediging zeggen, dat ik mij duchtig heb voorbereid. Ik was in jeugdherbergen en te huizen, in clubkamers (verlaten stallen, boe renhuizingen, omgebouwde windmolens, ter beschiking gestelde villa's van eens-rijke fa- brikanten, snel bewoonbaar gemaakte kastee- len van middeleeuwsche roofridders, die al rijp voor de ruïne-periode schenen), in ten tenkampen, bij nationale en internationale jeugdverbroederingsfeesten, in opleidings scholen voor jeugdleiders, in gezelschap van de allerhoogste chefs dezer merkwaardige heirscharen, maar ook zonder hoog geleide mee-aanzittend aan hun tafel en meespelenc hun grappige spelen. Waarop ik dan ten slotte tot deze lang- overdachte eindconclusie gekomen ben: een gelukkiger geslacht. Wat de Duitsche jeugd bezit Deze Duitsche jeugd van 1935 heeft iets, dat haar voorgangers, in- en buiten Duitsch land, ontbroken heeft en voor het overgroote deel nog heden ontbreekt: een gemeenschap' pelijk en zeer hoog ideaal. Dat is om den drommel niet met wat spottende woorden af te doen. En zeker niet met leuzen, die op het oogenblik up-to-date zijn. Ik weet wel, dat in alle staten er naar gestreefd wordt, jeugd met idealen te vervullen. Maar dat geschiedt dan toch niet anders dan groepsgewijze. Het zijn liberale, conservatieve, socialistische, christelijke, anti-christelijke en de hemel weet wat nog voor andere idealen. Ten slotte echter leiden ze naar een toekomst, die pre cies het omgekeerde van ideaal is: naar nieuwe verdeeldheid. Men doet toch eigen lijk niets anders dan het opkweeken van nieuwe bataljons voor den komenden bin- nenlandschen oorlog, die in laatste instantie de ondermijning beteekent van wat in vrijwel alle groepen altijd weer als het hoogste ge prezen wordt: het vaderland. De totale, fascistische of nationaal-socia- listische staten van heden schermen wat al te doorzichtig met hun nationale eenheid, en vergissen zich als ze meenen, daarmee den buitenstaander zand in de oogen te kunnen strooien. Die eenheid is gedwongen en geor ganiseerd, in plaats van wat ze zijn moest vrijwillig en organisch. En we merken, voor al in Duitschland, waar het volk critisch ge bleven en de splitsing in katholiek en pro testant door geen dwangmaatregelen uit de wereld te helpen is, hoe weinig zulk een wilde overgangsperiode onder leiding van fanatieke alles-willers en dogmatische door drijvers er zich toe leent, het volwassen deel der bevolking tot werkelijke eenheid te sme den en de doode letter tot levend beginsel te maken. Maar het is zeer wel denkbaar, dat ze zich niet vergissen in een komende eenheid, al zal die er wellicht anders uitzien, dan de fanatici van heden ze zich hebben gedroomd. Dat echter schijnt ons niet het essentieele. Wel, dat het onechte van heden de voorloo- per van iets-héél-echts, iets werkelijk orga nisch van straks zal kunnen zijn. De Duitsche Hitlerbeweging is van een voor niet zich tot haar bekennenden van een vaak ondraaglijke zelfvoldoening en ophit sende pedanterie. Ze is, als veel in het Duit sche geestelijk leven, van een voor ons vrije Nederlanders onverteerbare schoolmeesters mentaliteit. Ze decreteert den eeuwigen duur van haar programma en negeert met souve- reine, tegelijk verbluffende en koddige min achting de eeuwige wetten der vergankelijk heid en der vernieuwing. Maar ze heeft een historische verdienste, die van haar pro gramma ten slotte onafhankelijk is of daar mee slechts tijdelijk verbonden; ze heeft haar staatsalmacht ingezet voor een moge lijkheid van overweldigende beteekenis: de opvoeding der jeugd in het beginsel van partijlooze, hartstochtelijke liefde voor volk en vaderland. In het Derde Rijk worden de fundamenten gelegd voor een nieuwe gene ratie, die als men er werkelijk in mocht sla gen alle hindernissen op te ruimen die he den nog in het bijzonder door Rome in den weg gelegd worden, straks het roer van staat zal overnemen in het gelukzalige bewustzijn eerst Duitscher en patriot, en dan pas pro testant of katholiek, protectionist of vrijhan delaar, republieken of monarchist te zijn. Als de voorzienigheid het met dit jonge, Nieuwe Duitschland goed meent, dan zal te gen het midden van onze twintigste eeuw dit Duitsche volk een sterk, een eensgezind volk zijn. Misschien zwerend op het Hitler-pro- gramma van heden, veel waarschijnlijker echter bouwend op nieuwe, eigen beginselen, die alles overboord geworpen zullen hebben, wat heden dit Hitler-Duitschland van andere volken scheidt. Maar wie onder ons, niet- Duitschers, de dingen vermag te zien buiten de onzuivere atmosfeer van momenteele poli tieke en algemeen-menschelijke ontstemmin gen, die zal eerlijk moeten bekennen, dat deze problematische Hitlerbeweging straks wellicht het bewijs geleverd zal hebben, dat ze in de ontwikkeling der Duitsche dingen niet alleen niet weg te denken is, maar wel degelijk haar historische enorm te noemen waarde zal gehad hebben: voor te bereiden, wat zonder deze stormachtige renaissance wellicht onbereikbaar geweest ware een ster ke, gezonde nationale eenheid in het hart van ons oude, naar nieuw leven snakkende Europa. Een gelukkige jeugd. Zien we dit jonge Duitsche geslacht aan ons voorbijinarcheeren, dan kunnen we dien eenen innigen wensch niet onderdrukken: dat zulk een hartstochtelijk leven ook onze eigen, even gezonde en even hartstochtelijk naar groote, tastbare, zichtbare nationale doelen snakkende jongste generatie deelach tig moge worden. Het staat aan ons, Neder landers, te beoordeelen, in welken omvang andere volken ons daarbij ten voorbeeld mo gen dienen, en wat ons, bij stompzinnige na bootsing, eerder op verkeerde wegen voeren zou. Maar over éen ding moesten we het eigenlijk eens zijn: dat het vaderland hooger staan moet dan dat, wat het verzwakt, en dat het bitter weinig beteekent, of we met opoffering van onnoemelijk veel werkkracht en kapitaal er wellicht in slagen, dat, wat de achter ons komenden ten slotte niet wen- schen, in een laatste krampachtige inspan ning aan hen op te dringen. Deze Duitsche jeugd van 1935 is een ge lukkige jeugd. Ze marcheert, en weet waar heen. Ze zingt, en weet waarom. Ze kent geen klassen, standen en verschillen dan die van prestatie en overtuiging, en is zich daar van bewust. Ze is verliefd op eigen land, en tegelijkertijd bereid, in trotsch bewustzijn van dit overrijk bezit nieuwe bruggen te bou wen naar de jeugd van alle landen, die van een even sterke nationale geestdrift bezield is. Daarin ligt dunkt mij een groote bezielende mogelijkheid. Daarin ligt, ten slotte, ook dat, wat door allen buiten Duitschlan, die van goede wille zijn, in het heden gemist wordt. De jeugdleider van het Duitsche Rijk is een jonge idealist, die verdient, dat men zich buiten Duitschland met hem bezig houdt. Zijn stille werk voor internationale jeugd herbergen lijkt mij van overgroote beteeke nis. Er is niets tegen, dat onze jeugd naar hier komt om met eigen oogen rond te zien en te drinken vooral uit deze bron van sterk nationaal leven; er is nog minder tegen, dat deze Duitsche jeugd over de grenzen gaat om er zich van bewust te worden, dat Duitschland niet bet middelpunt der aarde is en helaas al te veel van wat zich natio naal-socialisme noemt, een onderlinge toe nadering heden in den weg staat. Heden. Maar daarom, als men zich aan elkander afgeslepen heeft, nog niet in de toe komst. Het conflict tusschen China en Japan in de Chineesche provincie Hopei (Tsili) is nog verre van bijgelegd, gelijk van sommige zij den bericht wordt In welingelichte Chinee sche kringen, aldus verluidt uit Sjanghai, is men ten zeerste verontrust over nieuwe Ja pansche eischen, die thans door het inder haast bijeengeroepen centrale politieke comité worden bestudeerd. Men gelooft, dat Ariosji, de Japansche gezant, Vrijdag een schuldbrief 1 presenteeren en zal aandringen op con solidatie van de leeningen, met name van de leening 1917, die de Chineezen nog altijd weigeren te erkennen. De consolidatie zou, naar het heet een eco nomische en financieele samenwerking inlui den tusschen China en Japan. Ook uit Peking wordt bericht omtrent nieuwe buitensporige eischen, die de Japan ners zouden hebben gesteld beoogende een ontslag op groote schaal van Chineesche ambtenaren en hun vervanging door Japan vriendschappelijk gezinde functionnarissen. Van gezaghebbende zijde wordt beweerd, dat de leiders van het Japansche leger uit Kwan- toeng vast besloten zijn, krachtige maatrege len te nemen tegen de anti-Japansche be weging en de beweging, die tegen Mant- sjoekwo is gericht, en welke in de provincie Tsjahar bestaat. Zelfs wordt verzekerd, dat iet leger van Kwantoeng zou eischen, dat de troepen van generaal Tsjoeng Tsje-hioe uit die provincie zou worden teruggetrokken. De nieuwe Japansche eischen zullen, naar men te Peking meent, ten gevolge hebben, indien ze worden aanvaard, dat het grootste gedeelte van Noord-China een Japansche provincie wordt. De Japansche eisch omtrent de terugtrekking van generaal Tsjoeng Tsje ïioe uit de provincie Tsjahar is een eerste stap tot de annexatie van deze provincie door den schijnstaat Mantsjoekwo. De Chineesche eiders confereerden den geheelen dag over den geschapen toestand; sommigen van hen zouden genegd zijn zich aan te sluiten bij de Sowjet-Unie, terwijl anderen het niet moge- ijk achten aan de Japansche eischen te ont- tomen, hoe onredelijk deze ook mogen zijn De spanning schijnt bovendien nog toege nomen te zijn, doordat de Chineesche mi nister van oorlog, Hojing Tsjin geweigerd heeft een schriftelijk antwoord te geven op de Japansche eischen, gelijk dit door de Japan ners gevraagd was. De laatsten schijnen een ultimatum gesteld te hebben, dat in den af' geloopen nacht om twaalf uur zou afloopen Men vreest nu, dat er onmiddellijk gevechten zullen beginnen in Noord-China, indien de Japansche militaire autoriteiten aan dit punt blijven vast houden. Later meldde Reuter uit Peking: Het ge loof wint hier veld, dat de Chineesche auto riteiten de eischen van Japan niet zullen in willigen. Middernacht is reeds gepasseerd, het ultimatum is afgeloopen, maar van Ja pansche maatregelen blijkt nog niets. Niette min hebben de Japansche eiscnen een halve paniek veroorzaakt en talloozen hebben gis teren Peking verlaten. In de treinen naar het Zuiden zijn voor verscheidene komende dagen plaatsen besproken. Men meent, dat de Japanners een groote demonstratie van de luchtmacht boven Peking zouden voor hebben; de politie maant de bevolking tot kalmte aan. Uit Hsingking ,Tjanstjoen) wordt gemeld, dat er krachtige protesten gericht zijn tot de Chineesche autoriteiten te Peking over de ge vangenneming en gevangenzetting van vier (Japansche) soldaten van het leger uit Kwantoeng. Die gevangenneming zou op on wettige wijze zijn geschied te Tsjangpei In de provincie Tsjahar in den aanvang van deze maand. In dit protest wordt tevens de aandacht gevestigd op een anti-Japansch beweging, die in Tsajhar ontketend is. Inzake de kwestie van de vorming van een bufferstaat tusschen Mantsjoekwo en China wordt in Japansche politieke kringen ver klaard, dat deze questie op het oogenblik niet urgent is. Bepaalde Chineesche politieke kringen zou den voornemens zijn, te Peking een onafhan kelijke regeering uit te roepen, zonder even wel relaties van welken aard ook met Mantsjoekwo aan te knoopen. Groote belang- sttlling is in Japansche politieke kringen ge wekt door de reis van den vroegeren mi nister-president van Mantsjoekwo, Sja Sjee- sji, die in de loop dezer week te Peking aan komt, waar hij zich denkt te vestigen. Men brengt zijn a.s. komst in verband met de geruchten inzake de vorming van een on afhankelijke regeering met den zetel te Pe king. Er is tot dusver met betrekking tot deze geruchten nog geen officieel dementi gepu bliceerd. E>e „Manchester Guardian" verneemt van zijn correspondent te Warschau, dat bij Grodno, in Oost-Polen, tijdens anti-Joodsche relletjes één Jood werd gedood en twintig werden gewond. De voorgeschiedenis van deze relltjes is als volgt: In een wachtlokaal werd in een gevecht tusschen de bezoekers een man ernstig ge wond. Twee Joden werden van deze mishan deling verdacht en gearresteerd. De mishan delde stierf aan zijn wonden en werd Vrij dag 1.1. begraven. Op den avond van dien dag verzamelden zich tal van jongelui in de straten en vielen Joden lastig. Van Joodsche winkels werden de glazen en goederen in de étalages ver nield. Tal van Joden werden gewond, van wie één doodelijk. De politie herstelde laat in den avond de orde. Zaterdag kwam het tot een herhaling van den aanval van den vorigen dag. Maar thans hadden de Joden zich ook georgani seerd en sloegen de aanvallers af. De politie arresteerde een veertigtal per sonen. In de mijn Carllus Magnos te Palenberg zijn gistermiddag twee mijnwerkers, die be zig waren met het maken van een boorgat, door vallend gesteente getroffen en gedood. De Engelsche bladen publiceeren een brief, welke de secretaris van ex-koning George, Lovidis, gezonden heeft aan een afgevaardig de te. Athene en waarin wordt gezegd: „De koning volgt met diepe emotie de manifestatie van het Grieksche volk. Hij is bereid naar Griekenland terug te keeren, niet als leider van een overwinnende partij, doch als onpartijdig scheidsman tus schen alle partijen Volgens een bericht uit Blagowjesjscjnsk in het Amoergebied zijn aldaar 'n personen- en een goederentrein tegen elkaar gebotst. Naar tot nu toe werd gemeld zijn vijf rei zigers om het leven gekomen en 28 meer of minder ernstig gewond. De beide locomotieven en een achttal wa gons werden sterk beschadigd. Do jeugd in het Duitsche Rijk. (Dag. Overzicht). Treinbotsing in Rusland eischt vijf dooden. (Buiten tand). Wapenstilstand in den Chaeo. (Buitenland). Het Japansch-Chineesche conflict ,zeer verscherpt. (Buitemand). De nieuwe gemeenteraad van Fin- sterwolde (Gr.) heeft een commu nistische meerderheid. (Binnenland) Beerta heeft zijn raad gekozen. (Binnenland). Nadere bizonderheden omtrent het ongeluk op de sleepboot „Risico". (Binnenland). Hoe Oss ontmaskerd wordt. (Bin nenland). 10 Jaar geëischt in de moordzaak te Hoofddorp. (Rechtszaken). (Zie verder eventueel laatste berichten.) Naar aanleiding van het bezoek van Benesj aan Rusland schrijft de „Temps", dat Stalin zich zeer interesseert voor de kwestie der Oostenrijksche onafhankelijkheid, die Benesj hem heeft voorgelegd. Men is 't er te Moskou over eens, aldus het blad, dat de daadwerkelijke onafhankelijkheid van Oostenrijk een voornaam element der poli tieke stabiliteit in Europa is. Rusland is vastbesloten, de politiek der Tsjechische regeering in deze richting te steunen. Beteekent dit vraagt de „Temps" dat de Russische invloed zich thans ook actief zal laten gelden ten gunste van de verzekering van den Midden-Europeeschen vrede, doordat Rusland de politiek der Klei ne Entente in dit opzicht zal steunen? Dat zou een nieuw feit zijn, waaraan Ro me zijn bijzondere aandacht zou hebben te wijden. Ongetwijfeld aldus concludeert het blad zal deze kwestie besproken worden op de eerstvolgende bijeenkomst der ministers van buitenlandsche zaken der Kleine Entente. In den afgeloopen nacht is rond Toulouse de oogst van twintig dorpen in een kwartier tijds vernield door hagel. Op sommige plaat sen lagen de hagelsteenen ter grootte van noten tot 15 c.M. dik. In het geheele district zijn de wijnstokken vernield, de boomgaarden ontbladerd en het graan platgeslagen. De schade wordt op enkele millioenen francs geschat. In het Hongaarsch plaatsje Tapolca is gistermiddag door onbekende oorzaak een groote brand uitgebroken, waaraan weldra dertig huizen ten offer waren gevallen. Door den orkaanachtigen wind werd het werk der brandweer zeer bemoeilijkt. Zondag a.s. zal langs de Poolsche grens een merkwaardige rouwplechtigheid ter na gedachtenis aan maarschalk Pilsoedski plaats vinden. Te 8 uur 45 des avonds zullen bij alle grensposten groote vuren worden ontstoken. Bij iedere post zal een urn met aarde wor den gevuld, waarna deze urnen zullen wor den overgebracht naar den bij Krakau opge- richten Pilsoedski-eereheuvel. Alle grens wachten zullen een eed afleggen, dat zij de Pilsoedski tot stand gekomen staatsgrenzen trouw zullen beschermen. Het hooge water dat de rivieren van Ti- rol ten gevolge van het smelten van sneeuw met zich medevoeren, heeft thans reeds vijf menschenlevens geeischt. In de nabijheid van Innsbrück verdronken drie jongens in den leeftijd van 12 tot 18 jaar bij het baden in den snelstroomenden Inn. De rivier overstroomde een gedeelte van een kolonie aan de peripherie van de stad. In het stadsdeel St. Nikolaus drong het water de kelders binnen benevens de lager gelegen woningen. In oost-Tirol stortten bij Linz een slotmaker en zijn leerling me* hun rijwiel in de Isel. Zij verdwenen onmiddel lijk in de wilde watermassa's en konden niet meer worden gevonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1